cursus: Competentievergrotend werken in de residentiële jeugdzorg

Vergelijkbare documenten
Cursus: Begeleiden volgens het sociaal-competentiemodel

cursus: Evaluatiemethodes voor SCW: zijn de doelen bereikt?

project: Kunst en cultuur

project: Religies in de wijk

project: Behoefteonderzoek

project: Activiteit voor een moeilijk bereikbare doelgroep

Activiteitenprogramma werk en zinvolle dagbesteding

Cursus: Plan van aanpak volgens het sociaal competentiemodel

project: Sociale kaart arbeidsparticipatie

project: Sociale kaart voor kindercentra

project: Professionalisering van de dak- en thuislozenzorg

project: Organiseren van een multicultureel event

Kom op voor het belang van je cliënt

project: Historie van de kinderopvang

project: Omgaan met gedragsproblemen en stoornissen in de jeugdzorg

cursus: Kwaliteitszorg voor PWJ

cursus: Evaluatiemethodes: zijn de doelen bereikt voor SMD?

Lesbrieven voor daltonen jenaplanonderwijs

cursus: De cyclus van methodisch werken in de jeugdzorg

cursus: De organisatie en ik

project: Workshop BSO

project: Pedagogische stromingen

project: Problemen in de wijk

project: Schuldhulpverlening

cursus: Van kerndoel naar handelingsplan

cursus: Interventies in de groep voor SCW en PWJ

project: Dag overgewicht!

Cursus: Veiligheid en gezond gedrag

Vormgeving Binnenwerk: DBD design/ruurd de Boer, omslag: Tekst in Beeld/Hubi de Gast

project: Preventie jeugdcriminaliteit

Creëren van een sfeervolle groepsruimte

> Inhoud. Colofon. ISBN Copyright 2015 Uitgeverij Edu Actief b.v. Eerste druk/eerste oplage

Cursus. Evalueren begeleiding van activiteiten

project: Wat te doen met Oud en Nieuw?

training: Engels in het basisonderwijs

cursus: Kwaliteitszorg voor SCW

cursus: Interventies in de groep voor MZ

Ondersteuning bieden bij activiteiten

Project: Werken aan taalontwikkeling: Het Vertelspel

Creëren van een sfeervolle groepsruimte

Cursus. Oriëntatie op de dienstverlening in de VVT

Cursus. Ouderenzorg, geriatrie

Cursus. Ontwikkeling van het beroep en de beroepshouding

Cursus. Verdieping kinderen met specifieke begeleidingsvragen Deel 1

Cursus. Ontwikkeling van beroepsuitoefening en kwaliteitszorg

Cursus: Spel en spelontwikkeling

training: ICT voor SMD Uitgeverij Edu'Actief b.v. 1

cursus: Kennis van beleid

Het uiterlijk verzorgen

project: Armoede in Nederland

Cursus. Verdieping kinderen met specifieke begeleidingsvragen 2

Cursus. Begeleiden en zorgen in kleinschalig wonen

project: Pleegzorg binnen de jeugdhulpverlening

Cursus. Begeleiding vrijwilligers en mantelzorgers

project: Integratie van de doelgroep in een wijk

Cursus. Bijhouden van ontwikkeling van de leerling en differentiatie

Cursus. Coördinatie en beheertaken uitvoeren

Cursus. Autistisch spectrum

project: Peuterplusactiviteiten

Cursus. Moeilijk bereikbare doelgroepen

project: Themadag opzetten

Cursus. Schuldhulpverlening (budgetteren)

Basisvaardigheden Nederlands Deel 1 van 2

training: ICT voor OA Uitgeverij Edu'Actief b.v. 1

Cursus. Leerlingen met specifieke begeleidingsvragen

project: Een spellenboek samenstellen

Cursus. Creëer een veilig seksueel klimaat

Cursus. Begeleiden en zorgen intramuraal in GHZ

Cursus. De wijk in beeld

cursus: Kwaliteitszorg voor MZ

project: Vergaderen met de pedagogische cirkel

Training. Observeren en rapporteren

Cursus. Meervoudig complex gehandicapten

> Inhoud. > Cursus: De was verzorgen 5 > Tekstbron: De was verzorgen 20 > BPV: De was verzorgen in een instelling 41. Colofon

Cursus. Chronisch zieken

Training. Talentherkenning

Cursus. Kinderziektes en medicatie

project: Voorlichting geven

Cursus. Gezin in beeld

cursus: Taalontwikkeling en taalstimulering

project: Kennismaking met jeugdzorg

Cursus. Omgaan met pesten en ingrijpende gebeurtenissen

project: Trends en actualiteit in de Jeugdzorg

Inhoud. Werken met de BPV-opdrachten 3 Routeplanner 5 Aftekenlijst 7

Cursus. Begeleiden en zorgen in kleinschalig wonen in GGZ

Project: Activiteitenprogramma ontwikkelen

cursus: Coachen van risicoleerlingen

Cursus. Begeleiden en zorgen intramuraal in GGZ

Cursus. Ontwikkelingspsychologie voor SMD en SCW

Cursus. Schrijf een projectplan

project: Vormen van kleinschalig wonen

Cursus. Verdieping dagbesteding en methodisch werken

Het uiterlijk verzorgen

cursus: Sociale kaart

Cursus. Begeleiden en zorgen in de thuiszorg en ambulant in GHZ

Cursus. Oriëntatie op de dienstverlening in de ggz

Cursus. Netwerk versterken

Training. Enquêteren

Taal op niveau Spreken Op weg naar niveau

Rekenen Meten en meetkunde. voor 1F

Transcriptie:

cursus: Competentievergrotend werken in de residentiële jeugdzorg

> Inhoud > Over deze cursus 3 > Beginsituatie 6 > Doelen 13 > Voorbereiden 16 > Uitvoering 22 > Evaluatie 28 > Reflectie 29 > Theoriebron 1: Het sociaal-competentiemodel 31 > Theoriebron 2: Operante leertheorie 34 > Theoriebron 3: Beschrijving van de functie van regels 35 > Theoriebron 4: Ontwikkelingstaken 36 > Werkmodel: Algemene gegevens 37 > Werkmodel: Feedbackkaart Rob 38 > Werkmodel: Memorie 40 > Beoordeling 41 > Bijlage 1: Feedbackkaart Karel 43 > Bijlage 2: Voorbeelden adequaat en inadequaat gedrag 44 Colofon Uitgeverij Uitgeverij Edu Actief b.v. Meppel Postbus 1056 7940 KB Meppel Tel.: 0522-235235 Fax: 0522-235222 E-mail: info@edu-actief.nl Internet: www.edu-actief.nl Marloes Steunebrink en ROC Mondriaan Competentie vergrotend werken in de residentiële jeugdzorg Auteurs Titel Vormgeving Binnenwerk: DBD design/ruurd de Boer, omslag: Tekst in Beeld/Hubi de Gast ISBN 978 90 3720 512 1 Copyright 2012 Uitgeverij Edu Actief b.v. Eerste druk/tweede oplage Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, microfilm, fotokopie of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb. 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (Postbus 3060, 2130 KB) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.

> Over deze cursus In deze cursus ga je aan de hand van een feedbackkaart methodisch aan de slag met competentievergrotend werken. De feedbackkaart is een manier waarmee je jongeren duidelijkheid kunt geven over hun leerproces. Een feedbackkaart maak je niet zomaar. Je hebt veel informatie nodig. Tijdens deze cursus ga je methodisch aan het werk. Je volgt de stappen van de methodische werkcyclus. Uiteindelijk maak je een feedbackkaart voor Rob, een jongere met een lichte verstandelijke beperking. Rob. Doelstellingen Je kunt aan de hand van de operante leertheorie (SRC-model) een analyse maken van het adequate gedrag van een jongere met een lichte verstandelijke beperking. Je kunt aan de hand van de operante leertheorie (SRC-model) een analyse maken van het inadequate gedrag van een jongere met een lichte verstandelijke beperking. Je kunt uitleggen wat de termen 'adequaat gedrag' en 'inadequaat gedrag' betekenen. Je kunt aan de hand van 11 stappen een competentieanalyse maken. Je kunt de functie van regels/afspraken benoemen. Je kunt afspraken opstellen die gelden op een woongroep voor jongeren met een lichte verstandelijke beperking. Je kunt volgens een aantal criteria een dagelijkse routine opstellen waarbij je rekening houdt met de afspraken op de groep en de feedbackkaarten van de jongeren. Je kunt tips en technieken benoemen waarmee je adequaat gedrag van jongeren kunt versterken. Je kunt tips en technieken benoemen waarmee je inadequaat gedrag van jongeren kunt afzwakken. Je kunt een feedbackkaart opstellen die aansluit bij de leerdoelen van de jongeren en waarbij je rekening houdt met de afspraken op de groep en de dagelijkse routine. Beoordeling De beoordeling vind je achter in dit werkboek. Belangrijke punten bij de beoordeling zijn: een actieve deelname aan de lessen een nette en heldere uitwerking van de opdrachten een theorietoets. Uitgeverij Edu Actief b.v. 3

Je toekomstige collega Naam: Ivar Pakker Werkzaam bij: Medewerkers: Werkzaam als: Soort werkzaamheden: Over de werkomgeving: Wat er leuk is aan je werk: Grootste blunder: Waar je aan werkt: Stichting Jeugdhulp Friesland, leefgroep 'De Vesta' Zeven collega s die samen 24 uur per dag aanwezig zijn op de groep. Verder horen een gedragswetenschapster en de manager bij het team. Pedagogisch medewerker B, zoals het zo mooi heet. Zorg dragen voor een veilig leefklimaat voor de jongeren in huis. Jongeren begeleiden aan de hand van persoonlijke leerdoelen. Door middel van ervarend leren en sociaal-competente benadering jongeren ander/alternatief gedrag aanleren. Koken, wassen, huishoudelijke taken, verslagen schrijven, vergaderen, boodschappen doen, projecten voorbereiden en uitvoeren, gesprekken voeren en alles wat verder gedaan moet worden. De leefgroep staat in een gewone woonwijk, zonder logo s of grote borden erop waaraan te zien is dat het een huis van Jeugdhulp is. Het zijn twee huizen waarvan beneden en boven de tussenmuur is weggehaald. Er wonen zeven jongeren, jongens en meiden door elkaar. Ieder heeft een eigen slaapkamer. Er zijn een gemeenschappelijke woonkamer en een gezellige keuken met tafel om na school een kopje thee te drinken. Een van de vroegere woonkamers is nu het kantoor, er zijn drie wc s en twee douches. Verder is er nog een grote schuur voor de fietsen en de kano s (we zitten vlak aan het water). Het is een fijn huis waar we proberen zo goed en zo kwaad mogelijk een gezonde gezinssituatie na te bootsen. Het contact met de jongeren. Vooral het groepsproces verveelt eigenlijk nooit. Verder de projecten, skiën, kamperen, zeilen, geweldige momenten om met de jongeren ook eens op een andere voet te staan. Het levert altijd een boel op. Dat zijn er wel een paar. De grootste is denk ik wel dat ik achteruit met een bus vol jongeren in Slowakije tegen een geparkeerde auto ben gebotst. Vond iedereen erg leuk. Wil graag in de toekomst teambuilding door middel van zeilen gaan verzorgen voor bedrijven. 4 Competentie vergrotend werken in de residentiële jeugdzorg

Beroepsproduct: Feedbackkaart Dit beroepsproduct inleveren voor: Je werkt op een groep waar jongeren wonen in de leeftijd van 12 tot 18 jaar. In deze leeftijdsfase zijn jongeren bezig met het ontdekken van zichzelf en proberen ze zich te verzetten tegen de regels. Dit verzetten tegen regels is voor de jongeren een zoektocht naar veiligheid. Wat mag en kan ik en hoe reageert de begeleider als ik me niet aan de regels houdt? Om deze reden is het voor jongeren erg belangrijk om een structuur te hanteren. Zo weten de jongeren precies waar ze aan toe zijn en wat ze kunnen verwachten. Een structuur die voortkomt uit het sociaal-competentiemodel is de feedbackkaart. Op de feedbackkaarten worden de dagelijkse routine en de doelen van de jongeren verwerkt. Aan het einde van de dag wordt de feedbackkaart ingevuld. Er wordt dan gekeken (aan de hand van een aantal criteria) naar wat goed ging in de dagelijkse routine en tijdens het werken aan doelen. Om te werken met een feedbackkaart is het van belang dat er huisregels gelden die helder en sociaalcompetent zijn geschreven. Immers, het omgaan met regels vergt veel vaardigheden. En hieruit kunnen al veel leerpunten gehaald worden voor de jongeren. De jongeren kunnen punten scoren voor het goed volbrengen van hun taken uit de dagelijkse routine en door het werken aan persoonlijke doelen. Aan de hand van de opdrachten in deze cursus maak je een feedbackkaart voor Rob. Afwisselend zal alleen en samengewerkt worden aan het opstellen van de feedbackkaart. Processtappen feedbackkaart Bestudeer het werkmodel Feedbackkaart van Rob. Bekijk de cursus en zoek de opdrachten die nodig zijn voor het opstellen van de feedbackkaart. Maak een planning en een taakverdeling. Beschrijf het doel voor het werken met een feedbackkaart. Start met de opdrachten. Maak de feedbackkaart. Eisen feedbackkaart Op de feedbackkaart worden de volgende punten beschreven: Werkpunten van Rob. Dagelijkse routine van de groep en die van Rob. De regels/afspraken waar Rob zich aan dient te houden. Beloningen die Rob kan verdienen. Een scoreberekening. Hoeveel punten heft Rob nodig om een beloning te verdienen? Eventueel een omschrijving van de werkpunten waar Rob aan werkt. Voor de feedbackkaart gebruik je het werkmodel Feedbackkaart van Rob. Het ziet er overzichtelijk uit. Het ziet er netjes uit. Alles op de feedbackkaart is positief geformuleerd. Uitgeverij Edu Actief b.v. 5

> Beginsituatie Tijdens deze cursus ga je methodisch aan het werk. Je volgt de stappen van de methodische werkcyclus. Uiteindelijk maak je een feedbackkaart voor Rob, een jongere met een lichte verstandelijke beperking. De cyclus voor methodisch werken De methodische werkcyclus is een manier, ofwel een methode, om gestructureerd tot een bepaald doel te komen. Zo n doel kan zijn het opzetten van een onderzoek, het maken van een interview of het opstellen van een feedbackkaart. Met dat laatste gaan wij in deze cursus aan de slag. Beginsituatie De eerste stap van de cyclus is de beginsituatie. In deze fase ga je zonder oordeel kijken naar een bepaalde situatie. Je gaat als het ware op zoek naar het probleem. Je kunt in de beginsituatie antwoord geven op vragen als: Wat weet je van dit onderwerp? Wat is het belang van een feedbackkaart? Welke informatie komt in de feedbackkaart? (Wat moeten/kunnen jongeren leren?) Heb ik eerder ervaring opgedaan met het maken/gebruiken van een feedbackkaart of iets wat daarop lijkt? Wie is de cliënt? Wat is de algemene informatie over de cliënt? Doelstellingen Je kunt benoemen wat het SRC-model inhoudt. Je kunt benoemen vanuit welke leertheorie het SRC-model komt. Je kunt benoemen wat het belang is van een feedbackkaart. Je kunt beschrijven wat een lichte verstandelijke beperking is. Je kunt de balans van het sociaal-competentiemodel tekenen. Je kunt de balans van het sociaal-competentiemodel uitleggen. Je kunt algemene informatie over een jongere verzamelen. Opdracht 1: Puzzelen! Maak met behulp van theoriebron 1 de puzzel. Je kunt ook boeken en het internet gebruiken om de puzzel te maken. Horizontaal 6. Dit zijn jongeren wanneer ze over voldoende vaardigheden beschikken om de ontwikkelingstaken waarmee zij in het dagelijkse leven te maken krijgen op een goede wijze te kunnen vervullen. Verticaal 1. Dit is een handeling die een kind of jongere moet uitvoeren om de taak te kunnen volbrengen. 2. Dit wordt ook wel de verstoorde ontwikkeling genoemd. Je kunt ook spreken van een stoornis. Hiermee wordt bedoeld dat bijvoorbeeld een jongere van 16 jaar gedrag vertoont dat past bij een kind van 5. 3. Dit is een opdracht waarvoor de cliënt gesteld wordt met de bedoeling deze uit te voeren. Tijdens de ontwikkeling krijgt elk kind te maken met bepaalde taken. Theoriebron 1: Het sociaalcompetentiemodel 6 Competentie vergrotend werken in de residentiële jeugdzorg

4. Dit zijn aspecten in de omgeving en eigenschappen van jongeren/kinderen die hen kunnen beschermen tegen de invloed van stressoren en die bepaalde uitingen van psychopathologie kunnen verzachten. 5. Dit zijn invloeden waaraan men zich niet of moeilijk kan onttrekken en die een negatieve invloed uitoefenen op het functioneren. Uitgeverij Edu Actief b.v. 7

Opdracht 2: Balans Teken de balans en zet de volgende termen van het sociaal-competentiemodel op de goede plek: stressoren, psychopathologie, ontwikkelingstaken, vaardigheden, protectieve factoren Opdracht 3: IQ Zoek op de volgende website op wat het IQ is van mensen met een lichte verstandelijke beperking. Kijk voor meer informatie op www.factor-e.nl. Opdracht 4: Stellingen Maak een groepje van vier personen. Ga samen in gesprek over de volgende stellingen. Beschrijf naderhand per stelling wat jullie mening daarover is. Stelling 1: Mensen met een lichte verstandelijke beperking zouden maar beter geen kinderen kunnen krijgen. Stelling 2: Mensen met een lichte verstandelijke beperking zouden allemaal moeten integreren in normale woonwijken. Stelling 3: Werkgevers zouden alles in het werk moeten stellen om mensen met een verstandelijke beperking aan het werk te kunnen houden, zelfs als dit veel geld kost. Stelling 1: Stelling 2: 8 Competentie vergrotend werken in de residentiële jeugdzorg

Stelling 3: Opdracht 5: Operante leertheorie Geef antwoord op de volgende vragen: Waar gaat de operante leertheorie vanuit? Theoriebron 2: Operante leertheorie De operante leertheorie hanteert het SRC-schema. Waar staat de S voor? Waar staat de R voor? Waar staat de C voor? Wat zijn een C+ en een C-? Waarbij kan het SRC-schema de groepsleiding helpen? Opdracht 6: Zoek ze bij elkaar Hieronder staan allemaal termen. Termen die passen bij het SCM en bij de operante leertheorie (SRC-model). Zet de termen bij het goede model. 1. leertheorie, belonen goed gedrag, 2. aanleren gedrag, 3. voordoen adequaat gedrag, 4. adequaat gedrag stimuleren d.m.v. belonen, 5. (verminderen van) stressoren, 6. uitbreiden vaardigheden, 7. wegnemen inadequaat gedrag d.m.v. straffen Sociaal-competentiemodel Operante leertheorie (SRC- model) Uitgeverij Edu Actief b.v. 9

Opdracht 7: Overeenkomsten Zoals je in opdracht 6 gezien hebt, hebben de modellen overeenkomsten. Beschrijf nu die overeenkomsten in je eigen woorden. Opdracht 8: Gedrag in kaart brengen Door middel van het SRC-model kun je elk gedrag analyseren. Zo kun je negatief gedrag in kaart brengen. Bijvoorbeeld: Stimulus (situatie) Op welke momenten van de dag, bij welke personen, na welke vormen van instructie, met welke hulpmiddelen? Een jongere wordt agressief door druk gedrag van een andere jongere. Respons (gedrag) Wat doet de jongere, wat laat hij na, wat zegt hij, wat zegt hij niet, hoe is het nonverbale gedrag, wat ontbreekt? De jongere gaat schelden en slaan met de deur, wil uiteindelijk de jongere (van het drukke gedrag) aanvliegen. Consequentie (gevolg) Wat houdt het gedrag in stand, wat is het gevolg op korte termijn, wat is het gevolg op lange termijn? De jongere blijft last houden van dit gedrag met als negatief gevold dat niemand met hem om wil gaan en de jongere afglijdt naar een negatief bestaan. Maar je kunt ook gewoon (gewenst) gedrag in kaart brengen. Stimulus (situatie) Op welke momenten van de dag, bij welke personen, na welke vormen van instructie, met welke hulpmiddelen? Respons (gedrag) Wat doet de jongere, wat laat hij na, wat zegt hij, wat zegt hij niet, hoe is het nonverbale gedrag, wat ontbreekt? Consequentie (gevolg) Wat houdt het gedrag in stand, wat is het gevolg op korte termijn, wat is het gevolg op lange termijn? De wekker gaat. Persoon A staat op. Persoon A komt op tijd op school. Haalt zijn diploma en heeft kans op een goede baan. Vul nu vijf keer het SRC-model in. Gebruik jezelf als referentie: Vul het model drie keer in met gewenst gedrag wat je (dagelijks) laat zien. Vul het model twee keer in met inadequaat gedrag wat je (zo nu en dan) laat zien. 10 Competentie vergrotend werken in de residentiële jeugdzorg

Opdracht 9: Casus met inadequaat gedrag Vul onderstaande casus in in het SRC-schema: Casus Lisa heeft al 2 dagen last van haar kies. Ze is hier voor naar de tandarts geweest en deze heeft haar doorverwezen naar de kaakchirurg. Het is nu zondag en Lisa kan pas op woensdag terecht bij de kaakchirurg. Nu is het zo dat Lisa vandaag veel pijn heeft aan haar kies en dit inadequaat uit. Ze begint de groepsleiding te commanderen dat zij naar het ziekenhuis moeten bellen. Ze wil vandaag nog geholpen worden want anders Ze schreeuwt naar de groepsleiding dat ze niet hard genoeg voor haar werken en dat het haar vader ooit wel gelukt is om met spoed geholpen te worden. Nadat de groepsleiding al het mogelijke heeft geprobeerd om Lisa te sussen en om te regelen dat ze vandaag geholpen kan worden, is de maat vol. Lisa duwt een groepsleider aan de kant. Ze loopt naar buiten en schreeuwt achterom dat ze dan zelf wel naar het ziekenhuis loopt om te vragen of ze geholpen kan worden. Het is op dat moment 22.00 uur. Door het gedrag van Lisa is de hele groep de hele dag onrustig en negatief aanwezig geweest. Stimulus (situatie) Op welke momenten van de dag, bij welke personen, na welke vormen van instructie, met welke hulpmiddelen? Respons (gedrag) Wat doet de jongere, wat laat hij na, wat zegt hij, wat zegt hij niet, hoe is het nonverbale gedrag, wat ontbreekt? Consequentie (gevolg) Wat houdt het gedrag in stand, wat is het gevolg op korte termijn, wat is het gevolg op lange termijn? Opdracht 10: Gewenst gedrag Bekijk nogmaals de uitwerking van de casus in opdracht 9. Je hebt het SRC-model ingevuld en daarmee het gedrag uit de casus geanalyseerd. Vul nu nogmaals het SRC-model in, maar dan met het omgekeerde gedrag van de casus. Dus hoe kan Lisa adequaat reageren in een soortgelijke situatie en wat is de consequentie van het adequate gedrag? Uitgeverij Edu Actief b.v. 11

Stimulus (situatie) Op welke momenten van de dag, bij welke personen, na welke vormen van instructie, met welke hulpmiddelen? Respons (gedrag) Wat doet de jongere, wat laat hij na, wat zegt hij, wat zegt hij niet, hoe is het nonverbale gedrag, wat ontbreekt? Consequentie (gevolg) Wat houdt het gedrag in stand, wat is het gevolg op korte termijn, wat is het gevolg op lange termijn? Opdracht 11: SRC Ga op zoek naar drie situaties waarin je kunt observeren. Dit kan tijdens een les zijn of tijdens de pauze, maar je kunt ook thuis een situatie observeren. Vul aan de hand van je observaties het onderstaande schema in. Je gaat op zoek naar adequaat gedrag. Stimulus (situatie) Op welke momenten van de dag, bij welke personen, na welke vormen van instructie, met welke hulpmiddelen? 1. 2. 3. Respons (gedrag) Wat doet de jongere, wat laat die na, wat zegt die, wat zegt die niet, hoe is het non-verbale gedrag, wat ontbreekt? Consequentie (gevolg) Wat houdt het gedrag in stand, wat is het gevolg op korte termijn, wat is het gevolg op lange termijn? Opdracht 12: Feedbackkaart van Karel Vorm een groepje van maximaal 5 personen. Ga in gesprek over de volgende stellingen. Kijk voordat je in gesprek gaat even naar de feedbackkaart van Karel in bijlage 2: Op een woongroep kun je niet zonder feedbackkaart. Anders doet iedereen maar wat. Wanneer je een feedbackkaart gebruikt, leg je alles zo vast. Dat is helemaal niet goed voor de jongeren. Opdracht 13: Algemene gegevens Voor deze opdracht heb je werkmodel 1 nodig. Vul deze lijst in. De jongere voor wie je de lijst invult, heet Rob. Vul deze lijst in en probeer zo veel mogelijk te bedenken vanuit je eigen ervaringen en je omgeving. Je kunt dit dus niet fout invullen. Laat het ingevulde werkmodel beoordelen door je docent/begeleider. Werkmodel: Persoonlijke gegevens 12 Competentie vergrotend werken in de residentiële jeugdzorg

> Theoriebron 1: Het sociaalcompetentiemodel Deze theoriebron is een herhaling van de theorie uit de cursus Begeleiden volgens het sociaal-competentiemodel. Een andere manier van werken Als je jongeren wilt helpen bij hun ontwikkeling, moet je kiezen hoe je dat gaat doen. Een jongere moet bijvoorbeeld het vermogen ontwikkelen om tijdsafspraken te maken. Wat doe je als een jongere te laat thuiskomt? Ga je straffen? Als een jongere te laat thuiskomt, kun je tegen hem schreeuwen dat hij niet weer te laat moet komen en morgen een uur eerder naar bed moet. Maar je kunt ook zeggen dat je blij bent dat hij weer thuis is en dat je je ongerust hebt gemaakt. Geef aan dat hij nu gauw naar bed moet gaan en dat jullie er morgen verder over spreken. De laatste manier gebruikt een pedagogisch werker die werkt volgens het sociaal-competentiemodel. Ontwikkelingstaken Het sociaal-competentiemodel (SCM) is een methode die je kunt gebruiken in de residentiële hulpverlening (residentieel = in een woonomgeving voor dag en nacht). Deze methode borduurt verder op het uitgangspunt dat kinderen bepaalde ontwikkelingstaken in hun leven moeten volbrengen. Zo n taak is bijvoorbeeld voor kinderen (4 tot en met 12 jaar) vriendjes maken of samen spelen. Bij jongeren (12 tot en met 21 jaar) kun je denken aan een eigen identiteit ontwikkelen. Vaardigheden Om een ontwikkelingstaak te kunnen volbrengen, moet je beschikken over vaardigheden. Voorbeeld: om vrienden te kunnen maken moet je beschikken over sociale vaardigheden. Doorgaans hebben kinderen genoeg vaardigheden om deze taken goed te volbrengen. Wanneer kinderen deze taken goed volbrengen, hebben zij een grote kans om later in hun leven evenwichtig te zijn. Balans De samenwerking tussen vaardigheden en ontwikkelingstaken geven we weer in een balans. Als een kind over voldoende vaardigheden beschikt, is de balans in evenwicht. Er zijn echter ook kinderen die niet genoeg vaardigheden hebben om de taken te volbrengen. Hun balans is niet goed. Door het ontbreken van die vaardigheden kunnen zij bijvoorbeeld gedragsproblemen laten zien. Uitgeverij Edu Actief b.v. 31

Een kind kan vaardigheden missen omdat het een stoornis heeft, bijvoorbeeld ADHD. Een kind kan ook vaardigheden missen omdat het uit een gezin komt waarin veel gescholden en geslagen wordt. Dit zijn stressoren. Stressoren en stoornissen kunnen de balans verstoren. Ieder kind ondervindt wel eens stressoren. Een kind dat opgroeit in een veilige, vertrouwde omgeving kan het best tegen een stootje. Protectieve factoren, zoals een veilige thuisomgeving, hebben een gunstige invloed op de ontwikkeling. Hoe werkt het sociaal-competentiemodel? Met het SCM ga je kinderen helpen die vaardigheden aan te leren die zij nog missen. Je doet dit door positief gedrag te bekrachtigen en negatief gedrag te negeren. Vervolgens reik je de kinderen een alternatief aan voor dat negatieve gedrag. Hierover spreek je met hen. Samen stel je doelen op om aan te werken. Wat in deze methode ook van belang is, is de manier waarop je de kinderen feedback geeft. Vaak zijn mensen snel geneigd om alleen op negatief gedrag feedback te geven. Het SCM zegt dat we dat anders moeten aanpakken. Je gaat bijvoorbeeld eerst contact maken met een kind door het bij zijn naam te noemen of door oogcontact met hem te maken. Vervolgens ga je over het onderwerp van de feedback (bijvoorbeeld feedback geven op een verslag) positieve punten opnoemen. Je hoeft het dan echt niet te laten bij 32 Competentie vergrotend werken in de residentiële jeugdzorg

één punt, je mag best meer punten opnoemen. Vervolgens geef je een suggestie voor verbetering. Bijvoorbeeld: Je bent al een heel eind op de goede weg. In je volgende verslag zou ik deze puntjes ook nog meenemen, want dan heb je een geweldig verslag. Dit is een goede suggestie voor verbetering. Je praat niet over wat niet goed gaat en wat allemaal ontbreekt. Dat is namelijk helemaal niet nodig. Niemand vindt het leuk om te horen wat hij niet goed kan. Het is veel leuker om te horen wat goed gaat. En in die suggestie voor verbetering geef je tussen de regels door ook al aan wat ontbreekt. Uitleg van de begrippen Competentie We noemen jongeren competent wanneer ze over voldoende vaardigheden beschikken om de ontwikkelingstaken waarmee zij in het dagelijkse leven te maken krijgen goed te kunnen vervullen. Competentie kun je zien als een balans. Ontwikkelingstaken Een taak is een opdracht waarvoor de cliënt gesteld wordt met de bedoeling deze uit te voeren. Tijdens de ontwikkeling krijgt elk kind te maken met bepaalde taken. Bijvoorbeeld zindelijk worden of vriendjes maken. Vaardigheden Een vaardigheid is een handeling die de cliënt moet uitvoeren om een taak te kunnen volbrengen. Voorbeelden van vaardigheden zijn: sluitspieren beheersen, sociale vaardigheden. Stoornis Voorbeelden van stoornissen kunnen zijn: depressie, ADHD, autisme. Stressoren Invloeden waaraan men zich niet of moeilijk kan onttrekken en die een negatieve invloed uitoefenen op het functioneren. Voorbeelden van stressoren zijn: sterfgeval, ziekte, onderdrukt worden. Protectieve factoren Protectieve factoren beschermen mensen tegen de invloed van stressoren en stoornissen. Voorbeelden van protectieve factoren zijn: een veilige en vertrouwde omgeving, een positief zelfbeeld. Wat erg belangrijk is om te onthouden wanneer je werkt met het sociaalcompetentiemodel, is dat je altijd uitgaat van het positieve. Je beloont positief gedrag en negeert negatief gedrag. Een kind gedraagt zich misschien negatief omdat het zich nooit anders heeft leren gedragen. Je biedt dus een alternatief aan voor het negatieve gedrag. Wat ook erg belangrijk is, is dat je een kind of jongere niet per se iets nieuws gaat aanleren, maar dat je bestaande vaardigheden verder gaat ontwikkelen. Dan is er een grotere kans op een succeservaring. Uitgeverij Edu Actief b.v. 33

> Beoordeling Naam deelnemer : Namen groepsleden: Groep: Docent: Blok: Cursus: Onderwerp: Product Criteria Voldoende Processtappen beroepsproduct Eisen beroepsproduct Actieve deelname in de les Feedbackkaart Werkmodel: feedbackkaart van Rob is bestudeerd Opdrachten zijn uitgezocht die nodig zijn voor het opstellen van de feedbackkaart. Er is een planning en een taakverdeling gemaakt. Het doel voor het werken met een feedbackkaart is geschreven. Er is gestart met de opdrachten. De feedbackkaart is gemaakt. Feedbackkaart De werkpunten van Rob staan op de kaart. De dagelijkse routine van de groep en die van Rob staan op de kaart. De regels/afspraken waar Rob zich aan dient te houden staan op de kaart. Bedenk beloningen die Rob kan verdienen Maak een scoreberekening. Hoeveel punten heeft Rob nodig om een beloning te verdienen? Maak eventueel een omschrijving van de werkpunten waar Rob aan werkt. Voor de feedbackkaart gebruik je het werkmodel Feedbackkaart van Rob. Het ziet er overzichtelijk uit. Het ziet er netjes uit. Alles op de feedbackkaart is positief geformuleerd. Student was voldoende aanwezig. Student leverde een positieve bijdrage in zijn groepje. Student leverde een actieve bijdrage in de les. Onvoldoende Uitgeverij Edu Actief b.v. 41

Product Criteria Voldoende Opdrachten De taalopdracht is ingeleverd en beoordeeld. De opdrachten van de cursus zijn goed en netjes uitgewerkt. De eigen evaluatie is ingevuld en besproken. Onvoldoende Mondeling en schriftelijk taalgebruik Mondeling taalgebruik Schriftelijk taalgebruik De teksten zijn in correct Nederlandse geschreven Overige Eindbeoordeling Onvoldoende Voldoende Goed > Datum:... Paraaf docent:. Paraaf deelnemer: 42 Competentie vergrotend werken in de residentiële jeugdzorg