Auteur VO-content Laatst gewijzigd 20 October 2016 Licentie CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie Webadres http://maken.wikiwijs.nl/62264 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet. Wikiwijs Maken is een onderdeel van Wikiwijsleermiddelenplein, hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, vergelijkt, maakt en deelt.
Inhoudsopgave Inkomen en economie Vooraf Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4 Stap 5 Stap 6 Stap 7 Antwoorden Over dit lesmateriaal Pagina 1
Inkomen en economie Vooraf Rosa Hilgers is gediplomeerd kapster. Ze is op zoek naar werk. Ze ziet de volgende twee advertenties in de krant staan. Wat denk jij? Op welke advertentie zal Rosa reageren? Schrijf ook op waarom je denkt dat Rosa voor die advertentie kiest. Bespreek je keuze met een klasgenoot. Aan het eind van deze opdracht kun je: verschillende inkomstenbronnen noemen. rekenen met procenten. uitleggen wat het verschil is tussen een primair inkomen en een secundair inkomen voorbeelden noemen van een primair inkomen en een secundair inkomen. voorbeelden van inkomens in natura noemen. Activiteiten Stap Groepsgrootte Activiteit Stap 1 Informatie lezen en vragen beantwoorden over verschillende inkomstenbronnen. Stap 2 Vragen beantwoorden over vakantiegeld. Stap 3 Informatie lezen en vragen beantwoorden over procenten. Stap 4 Vragen beantwoorden over procenten. Stap 5 Informatie lezen en de website van de belastingdienst bezoeken. Stap 6 Informatie lezen, een advertentie bekijken en vragen beantwoorden over vormen van inkomen. Stap 7 Toets 'Inkomen en economie' maken. Benodigdheden Voor deze opdracht heb je een rekenmachine nodig. Tijd Pagina 2
Voor deze opdracht heb je 2 uur nodig. Stap 1 Inkomstenbronnen Bestudeer uit de Kennisbank het volgende onderdeel. KB: Inkomstenbronnen Welke inkomstenbron herken je in de volgende drie gevallen? Kies uit winst, loon of huur. 1 Meneer Van Bolderen werkt als steward bij een luchtvaartmaatschappij. Hij verdient 1800,- per maand. 2 Gerda Scheringa heeft een eigen schoenenzaak. Hoeveel zij per maand verdient, hangt af van het aantal schoenen dat ze verkoopt. 3 John Alberts is de eigenaar van een flatgebouw. In het flatgebouw huren 40 gezinnen een woning. Stap 2 Pagina 3
Vakantiegeld Mevrouw Haugee werkt als onderwijsassistent op een basisschool. Zij verdient 1000,- per maand. Daarnaast krijgt zij per jaar 960,- aan vakantiegeld. Mevrouw Van Gooi werkt als conrector op een middelbare school. Zij verdient 4000,- per maand. Zij krijgt per jaar 3840,- aan vakantiegeld. 1. Waarom krijgt mevrouw van Gooi een groter bedrag aan vakantiegeld dan mevrouw Haugee? 2. Vergelijk het bedrag aan vakantiegeld met de hoogte van het inkomen. Kun je zeggen dat mevrouw Van Gooi in verhouding meer vakantiegeld krijgt dan mevrouw Haugee? Als je in loondienst werkt, krijg je naast je loon vakantiegeld. Ook als je vakantiewerk doet, heb je recht op vakantiegeld. Het bedrag aan vakantiegeld dat je krijgt is meestal een percentage van je inkomen. Stap 3 Procenten Rente is een vorm van inkomen uit bezit. Pagina 4
Je zet bijvoorbeeld spaargeld op de bank en krijgt als vergoeding rente. De hoeveelheid rente is meestal een percentage van je spaargeld. Voorbeeld Jeroen heeft 1200,- op zijn bankrekening staan. Hij krijgt 5% rente per jaar, Na een jaar krijgt hij dan 60,- aan rente. Hij heeft dan 1260,- op zijn rekening staan. Ga na of dat klopt. Vind je het rekenen met procenten lastig? Kijk dan eens op StudioWiskunde: Rekenen met procenten. Bereken de volgende bedragen: 1. 13% van 2.400,2. 62% van 23.120,3. 5,5% van 45.500,Controleer je antwoorden. Stap 4 Rekenen met procenten Maak nu de volgende twee opgaven: 1 Jorrick Opdam verdient 2400,- per jaar. Daarnaast krijgt hij 8% vakantiegeld. Hoeveel verdient Jorrick in het totaal per jaar? 2 Ingeborg van de Velde heeft 3000,- op haar bankrekening staan. De bank geeft 4% rente per jaar? a. Hoeveel rente krijgt Ingeborg na het eerste jaar? b. Hoeveel staat er dan op haar rekening? Ingeborg laat haar geld plus de rente op haar rekening staan. c. Hoeveel rente krijgt Ingeborg na het tweede jaar? Pagina 5
d. Hoeveel staat er dan op haar rekening? Stap 5 Primair inkomen en secundair inkomen Bestudeer nu uit de Kennisbank het volgende onderdeel. KB: Inkomstenbronnen Een inkomen uit arbeid, bezit of een eigen bedrijf noem je een primair inkomen. Kindertoeslag, huurtoeslag en een bijstandsuitkering zijn voorbeelden van secundaire inkomens of inkomensoverdrachten. Iedereen die een groot deel van het inkomen kwijt is aan de huur van een woning kan in aanmerking komen voor huurtoeslag. De toeslag geldt als een tegemoetkoming in de kosten die je moet betalen voor de huur van de woning. Ga naar het deel over huurtoeslag op de website van de belastingdienst en zoek uit wanneer iemand recht heeft op huurtoeslag. Stap 6 Pagina 6
Inkomen in natura Bekijk de advertentie hiernaast. Johan solliciteert op de baan en wordt aangenomen. Volgens Johan gaat hij meer dan 32.400,- per jaar verdienen. Heeft Johan gelijk? Leg je antwoord uit. Bestudeer nu uit de Kennisbank het volgende onderdeel. KB: Inkomstenbronnen Ahmed Gocan werkt als conducteur bij de spoorwegen. Zijn inkomen is 1842,- per maand. Daarnaast hebben hij en zijn gezin vrij reizen met de trein. 1. Het vrij reizen voor Ahmed en zijn gezin wordt gezien als een vorm van inkomen. Hoe wordt deze vorm van inkomen genoemd? 2. Sommige collega's van Ahmed hebben liever een hoger inkomen in euro's dan vrij reizen. Kun je bedenken waarom? Stap 7 Toets De opdracht sluit je af met een toets. De toets bestaat uit een aantal gesloten vragen. Probeer alle vragen goed te beantwoorden. Succes. Pagina 7
Inkomen en economie kn.nu/nags7 1 Kies de juiste woorden. Een...1... heeft één of meer...2... in dienst. a. 1 = werkgever, 2 = werknemers b. 1 = werknemer, 2 = werkgevers 2 Als je werkt bij de overheid ben je een ambtenaar. Wat klopt? a. Overheid is werkgever, ambtenaar is werknemer b. Overheid is werknemer, ambtenaar is werkgever 3 Je ziet twee afspraken uit een arbeidsovereenkomst. Welke afspraak behoort tot de primaire arbeidsvoorwaarden? a. Het loon bedraagt 1440,- per maand. b. De reiskostenvergoeding is 80,- per maand. 4 Je ziet twee afspraken uit een arbeidsovereenkomst. Welke afspraak behoort tot de primaire arbeidsvoorwaarden? a. Je het 25 vakantiedagen per jaar. b. Je werkt 36 uur per week. 5 In een arbeidsovereenkomst worden afspraken gemaakt over de duur van de overeenkomst. Hoe noem je een overeenkomst voor één jaar? a. proeftijd b. jaarcontract 6 Hoe noem je de periode tussen het moment van opzeggen en het moment van vertrekken. a. proeftijd b. opzegtermijn Pagina 8
7 Hoe noem je de periode waarin een werknemer of werkgever de arbeidsovereenkomst zonder opzegtermijn kunnen beëindigen? a. proeftijd b. jaarcontract 8 Als een werkgever een werknemer direct ontslaat omdat de werknemer steelt, spreek je van a. ontslag op staande voet b. ontslag met een reden 9 Waar of niet waar? Te vaak te laat komen, is een reden voor een werkgever om de werknemer op staande voet te ontslaan. a. waar b. niet waar Antwoorden Stap 3 1. 13% van 2.400,- = 312,2. 62% van 23.120,- = 14.334,40 3. 5,5% van 45.500,- = 2.502,50 Pagina 9
Over dit lesmateriaal Colofon Auteur VO-content Laatst gewijzigd 20 October 2016 om 16:15 Licentie Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om: het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden. Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie Aanvullende informatie over dit lesmateriaal Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar: Leerniveau VMBO gemengde leerweg, 3; VMBO theoretische leerweg, 3; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 3; Leerinhoud en Arbeid, productie en bedrijfsleven; Economie; doelen Eindgebruiker leerling/student Moeilijkheidsgraad gemiddeld Studiebelasting 2 uur en 0 minuten Trefwoorden leerlijn, rearrangeerbare Pagina 10