Getting Integrated Eindrapport Auteur(s) : Cornelis Kaai (CSG Jan Arentsz en PCC) Versienummer : 1.0 (30 januari 2008)
Eindrapport Getting Integrated 1.0 30-1-08 2 / 12 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 3 1.1 Doelstelling document... 3 1.2 Doelgroep document... 3 1.3 Bronnen... 4 2 Doelstellingen... 5 2.1 Doelstellingen...5 2.2 Behaalde resultaten... 5 2.3 Vraagarticulatie... 7 2.4 Bedrijfsmodel... 7 3 Producten... 9 4 Organisatie... 10 5 Knelpunten en aanbevelingen... 11 5.1 Knelpunten en oplossingen... 11 5.2 Aanbevelingen... 12
Eindrapport Getting Integrated 1.0 30-1-08 3 / 12 1Inleiding 1.1 Doelstelling document Doel van dit document is om geïnteresseerden te informeren over de opbrengsten van dit project, de te gebruiken producten en de ervaringen die voor andere onderwijsinstellingen nuttig kunnen zijn. Het document wordt in de projectenbank van Kennisnet opgenomen. Het is daarmee beschikbaar voor andere onderwijsinstellingen. 1.2 Doelgroep document Dit plan is geschreven voor scholen en uitgevers en andere partijen en personen die geïnteresseerd zijn in het ontwikkelen van flexibele door de school (docent) arrangeerbare webbased leermiddelen, het ontwikkelen van leermiddelen ter ondersteuning van de integratie van de algemeen vormende vakken in het vmbo in de praktijkvakken, en/of het ontwikkelen van leermiddelen in een samenwerkingsverband tussen scholen en uitgeverijen.
Eindrapport Getting Integrated 1.0 30-1-08 4 / 12 1.3 Bronnen Tabel: Overzicht gebruikte bronnen Document Auteur Datum CSGJA Projectplan en exploitatieplan Cornelis Kaai 24 april 2007 (versie 2.1) Functioneel ontwerp webbased Martin Nauta December 2007 leerobjecten Wiskunde (economie/wiskunde), Arvid Muller (wiskunde), Ad Kooi (wiskunde), Hans van Voskuilen (Zorg en welzijn), Henk van der Kamp (metaal/techniek), Cato Bentvelzen (wiskunde) en Rypke Procee (Wolters- Noordhoff) Functioneel ontwerp webbased Melanie Brandenburg (Engels), December 2007 leerobjecten Engels Rukie Renes (Engels), Miep Post (Zorg en Welzijn), Jacob Blokker (Economie), Aad Peetoom (Techniek) en Frank Volmerink (EPN) Uitkomsten PlugFest Cornelis Kaai 16 november 2007 Bijdrage TeleTOP Cornelis Kaai 24 januari 2008 Businessmodel / exploitatieplan Marchien van Doorn (Wolters- Januari 2008 Wiskunde Noordhoff) Businessmodel / exploitatieplan Engels Hilde van der Togt (EPN) Januari 2008 Samenwerkingsovereenkomst Wiskunde Marchien van Doorn (Wolters- Januari 2008 Noordhoff) Samenwerkingsovereenkomst Engels Marchien van Doorn (Wolters- Noordhoff) Januari 2008
Eindrapport Getting Integrated 1.0 30-1-08 5 / 12 2Doelstellingen 2.1 Doelstellingen Dit project richt zich op het formuleren en bundelen van de vraag naar interactief webbased materiaal voor de algemeen vormende vakken (AVO-vakken) in de bovenbouw van het beroepsen praktijkgerichte vmbo. Het materiaal moet gearrangeerd kunnen worden door docenten in een digitale leeromgeving. Uitgangspunt is dat gebruik wordt gemaakt van methodemateriaal van educatieve uitgeverijen aangevuld met eigen materiaal en materiaal van derden. Een belangrijke inhoudelijke eis aan het materiaal is dat de AVO-vakken geïntegreerd kunnen worden in de praktijkvakken. Gestreefd wordt naar een integratie van 25%. Op dit moment is er nog weinig materiaal voorhanden dat voldoet aan deze eis. Om de haalbaarheid van het project te vergroten is er voor gekozen het project te beperken tot twee vakken, te weten: Wiskunde Engels Het materiaal moet toepasbaar zijn binnen de volgende sectoren: Techniek; Zorg en welzijn; en Economie. Als onderdeel van het project zijn de eisen aan het nieuwe materiaal vastgesteld, een aantal voorbeelden ontwikkeld en in de praktijk getest en overeenkomsten opgesteld tussen de scholen en de uitgeverijen voor de ontwikkeling en exploitatie van het materiaal. 2.2 Behaalde resultaten Wiskunde Voor het vak Wiskunde is een samenwerkingsovereenkomst getekend tussen Wolters-Noordhoff en de deelnemende scholen om een aantal webbased modules te ontwikkelen. Elke module bestaat uit een Wiskunde deel en een praktijkdeel. Samen vormen deze een geïntegreerde praktijkopdracht. Het praktijkdeel kan door de docent vervangen worden door een eigen praktijkdeel zodat een eigen praktijkopdracht gemaakt kan worden. De webbased modules kunnen door de school gearrangeerd en afgespeeld worden in de eigen digitale leeromgeving. Een meer gedetailleerde beschrijving van opzet en inhoud van de modules is te vinden in het Functioneel ontwerp webbased leerobjecten Wiskunde van december 2007. In eerste instantie zullen een aantal modules voor de Sector Techniek ontwikkeld worden. Deze komen beschikbaar in het schooljaar 2008/9. In december 2008 zal besloten worden of ook voor de andere sectoren materiaal ontwikkeld gaat worden. De ontwikkelde modules zullen, al of niet in aangepaste vorm, onderdeel gaan uitmaken van de vernieuwde methode Netwerk van Wolters- Noordhoff. Deze staat gepland voor 2011. De modules zullen door uitgever samen met de deelnemende scholen ontwikkeld worden. De uitgeverijen gaan het materiaal ontwikkelen en de scholen gaan het materiaal in de praktijk uittesten. Ook zullen een aantal docenten van de school deelnemen aan het project als auteur. De projectleiding zal in handen zijn van de uitgeverij. Ook zullen een aantal andere scholen
Eindrapport Getting Integrated 1.0 30-1-08 6 / 12 betrokken worden bij het project. Deze gaan functioneren als klankbordschool en zullen ook in de gelegenheid gesteld worden het materiaal uit te proberen en van feedback te voorzien. Engels Voor Engels zullen een aantal webbased modules ontwikkeld worden door EPN om bepaalde taalvaardigheden te aan leren en in praktijk te brengen. De modules worden onderdeel van de methode Exchange. Elke module bestaat uit een aantal onderdelen, die achter de computer gemaakt kunnen worden door de leerlingen, om bepaalde taalvaardigheden aan te leren en te oefenen, en een praktijkopdracht om de taalvaardigheden in de praktijk te brengen. Binnen elk leerjaar is een aantal algemene modules beschikbaar en een aantal sectorgekleurde modules. Om de volledige leerlijn te doorlopen moeten de leerlingen alle modules maken. De praktijkopdracht kan door de scholen vervangen worden door een eigen praktijkopdracht. Op deze manier kan de school (docent) elke module een eigen sectorkleuring geven en/of gebruiken binnen een eigen praktijkgerichte opdracht. Net als de modules bij Wiskunde zijn ook deze modules bruikbaar binnen de digitale leeromgeving van de school. De modules worden onderdeel van de methode Exchange. De methode Exchange staat gepland voor het schooljaar 2008/9. Deze methode en ook de modules zijn al in ontwikkeling. De modules die door de uitgever ontwikkeld worden voldoen in grote lijnen aan de wensen van de scholen. Daarom is hier geen gezamenlijk ontwikkelingstraject voor afgesproken. Wel is een overeenkomst afgesloten waarin de scholen gaan bepalen of zij de methode Exchange gaan aanschaffen voor de school of niet. Daarnaast is afgesproken dat de deelnemende scholen ook zonder de methode af te nemen, de modules kunnen afnemen. Naast de bovengenoemde modules is het plan ook om zogenaamde vocabulaire modules te ontwikkelen. Voor elke sector zal een module ontwikkeld worden waarmee leerlingen woorden kunnen leren en oefen die binnen een bepaalde sector van belang zijn. Dit idee is geboren tijdens het project. In de samenwerkingsovereenkomst tussen EPN en de deelnemende scholen is afgesproken de haalbaarheid van dit idee verder te onderzoeken en indien het idee haalbaar geacht wordt de modules samen met de scholen te gaan ontwikkelen. De intentie is de vocabulaire modules vervolgens mee te leveren met Exchange. Meer informatie over de opzet en inhoud van de modules is te vinden in de Functionele specificaties webbased leerobjecten Engels van december 2007. Toepassing educatieve standaarden Het materiaal dat ontwikkeld gaat worden is webbased en kan door de scholen zelf gearrangeerd worden binnen de eigen digitale leeromgeving. Het materiaal is gemetadateerd conform het Contentzoekprofiel PO-VO-BVE en voldoet aan de SCORM / IMS Content Package standaarden. De werking van het materiaal is tijdens het project getest binnen de digitale leeromgeving van de deelnemende scholen. Op de scholen wordt gebruik gemaakt van TeleTOP. Het materiaal is ook getest binnen een aantal andere digitale leeromgevingen. Door het uitvoeren van de tests is meer duidelijkheid gekomen over de interpretatie van bepaalde standaarden. Hier kunnen zowel leveranciers van digitale leeromgeving als uitgeverijen hun voordeel mee doen. Het metadateren, importeren, arrangeren en afspelen van het materiaal gaat over het algemeen goed. Ook wordt de registratie en de voortgang correct geregistreerd. De voornaamste uitdagingen liggen nog op het gebied van Sequencing & Navigation. Gebleken is dat de standaarden op dit gebied nog niet eenduidig geïnterpreteerd en toegepast worden. Dit geldt voor de deelnemende partijen, maar ook voor andere partijen die actief zijn op de Nederlandse markt op het gebied van webbased digitale leermiddelen. Meer informatie over dit onderwerp is te vinden in de Uitkomsten PlugFest van 16 november 2007 en Bijdrage TeleTOP van 24 januari 2008.
Eindrapport Getting Integrated 1.0 30-1-08 7 / 12 2.3 Vraagarticulatie In het project zijn de deelnemende scholen en de uitgeverijen samen verantwoordelijk geweest voor de vraagarticulatie. De deelnemende scholen articuleerden de vraag vanuit hun specifieke (gewenste) onderwijsleersituatie en de uitgeverijen vanuit hun kennis van de markt. Op deze manier wordt materiaal ontwikkeld dat niet alleen bruikbaar is op de deelnemende scholen, maar ook op andere scholen. Hierdoor kunnen de ontwikkelkosten gedeeld worden en kunnen de scholen tegen acceptabele kosten over het materiaal beschikken. Door het materiaal te laten ontwikkelen en exploiteren door uitgeverijen wordt ook de kwaliteit van het materiaal gewaarborgd. De uitgeverijen zorgen ook voor de continuïteit van het materiaal en de verdere ontwikkelingen. Voor het articuleren van de vraag en het ontwikkelen van voorbeeldmateriaal is binnen het project een werkgroep gevormd. De werkgroep bestond uit vakdocenten, praktijkdocenten en vertegenwoordigers van de uitgevers. Samen hebben de werkgroepsleden de specificaties voor het materiaal opgesteld en bepaald welke voorbeelden ontwikkeld zouden worden. De voorbeelden zijn vervolgens in de praktijk uitgetest en geëvalueerd. Ook is het materiaal getoond aan collega s op de deelnemende scholen. Op basis van de evaluatie is het ontwerp bijgesteld. Het plan was om het voorbeeldmateriaal ook nog te laten zien aan aantal klankbordscholen. Hiervoor was binnen het project helaas geen tijd meer voor. Dit zal gebeuren als onderdeel van het vervolgtraject. De aanpak is goed bevallen. Wel dient er rekening mee gehouden worden dat er voldoende tijd aanwezig is om voorbeeldmateriaal te ontwikkelen en te testen en vervolgens te tonen aan collega s en klankbordscholen. Een ander aandachtpunt is dat de onderwijskundige uitgangspunten helder moeten zijn binnen de werkgroep, en dat als de uitgangspunten verschillen het duidelijk op welke punten dit is en wat de gevolgen dit heeft voor het te ontwikkelen materiaal. Ook is goede begeleiding bij de vraagarticulatie van belang, zeker als het gaat om materiaal dat moet worden ontwikkeld voor een onderwijsleersituatie waar de docenten (en ook de uitgeverijen) nog geen of weinig ervaring mee hebben. 2.4 Bedrijfsmodel Uitgangspunt Uitgangspunt voor het bedrijfsmodel is dat de scholen gebruik willen kunnen maken van door uitgevers ontwikkeld methodemateriaal en dit willen kunnen aanvullen met eigen materiaal en materiaal van derden. Digitaal materiaal moet ook zodanig zijn dat het webbased is, gebruikt kan worden binnen de eigen digitale leeromgeving, en voldoet aan de standaarden op het gebied van webbased educatief materiaal. Opzet bedrijfsmodel De scholen ontwikkelen de praktijkgerichte opdrachten en zijn eigenaar van de opdrachten. De uitgeverijen ontwikkelen de digitale webbased leerobjecten voor de AVO-vakken en zijn eigenaar van de leerobjecten. Om het materiaal verkoopbaar te maken zullen de uitgeverijen ook voorbeeldopdrachten meeleveren. Deze kunnen door de scholen vervangen worden door eigen opdrachten. De leerobjecten zijn onderdeel van de methodes van de deelnemende uitgeverijen. De leerobjecten kunnen vervangend en aanvullend zijn voor delen van de methodes. Dit naar eigen inzicht van de uitgeverijen. De scholen kunnen de leerobjecten als onderdeel van de methode of los afnemen. Wordt het materiaal aangeschaft als onderdeel van de bestaande methodes, dan wordt een complete leerlijn voor één of meer jaren gegarandeerd door de uitgeverijen. De uitgeverijen bepalen de prijsstelling van de leerobjecten en de minimaal af te nemen hoeveelheid.
Eindrapport Getting Integrated 1.0 30-1-08 8 / 12 Vooralsnog wordt uitgegaan van een situatie waarbij de hoeveelheid digitale leermiddelen die wordt afgenomen dekkend is voor 25% van de leerstof in een bepaald leerjaar. De uiteindelijke prijs die scholen betalen en de minimale hoeveelheid af te nemen hoeveelheid wordt bepaald op basis van vrije marktwerking en onderhandelingen. Scherpstellen van het bedrijfsmodel Binnen het project is een werkgroep bedrijfsmodellen gevormd. Deze bestond uit uitgevers en leden van de schoolleiding. De uitgangspunten en opzet voor het bedrijfsmodel waren vooraf aan het project bepaald. Tijdens het project is het bedrijfsmodel scherpgesteld. Ook is gekeken naar de haalbaarheid van het model. Eén van de belangrijkste conclusies is dat het vooralsnog financieel niet haalbaar is om voor alle sectoren en voor alle afdelingen binnen de sectoren modules te ontwikkelen. De versnippering zorgt ervoor dat de investering niet opwegen tegen de opbrengsten. Of de verkoopprijs moet zodanig hoog gesteld worden dat het niet aannemelijk is dat veel scholen tot aanschaf zullen overgaan. Dit geldt vooral voor Engels, maar ook bij Wiskunde moet in een aantal gevallen voor een gemene deler gekozen worden. Bij het ontwikkelen van het materiaal is dan ook als uitgangspunt genomen dat de modules die de uitgeverijen ontwikkelen zodanig zijn dat de scholen zelf door deze aan te vullen en/of onderdeel te laten zijn van praktijkopdrachten bruikbaar voor een bepaalde sector en afdeling kunnen maken. Om de modules verkoopbaar te maken is ervoor gekozen deze te voorzien van voorbeeld opdrachten. Docenten kunnen van deze voorbeelden gebruik maken of deze vervangen door eigen opdrachten.
Eindrapport Getting Integrated 1.0 30-1-08 9 / 12 3Producten Product Wat kan je met het product? 1 Overzicht te realiseren content Inzicht krijgen in de opzet en Wiskunde (Functioneel ontwerp inhoud van de modules voor Wiskunde), inclusief voorbeelden Wiskunde. 2 Overzicht te realiseren content Inzicht krijgen in de opzet en Engels (Functioneel ontwerp inhoud van de modules voor Engels), inclusief voorbeelden Engels 3 Aangepaste versie TeleTOP Binnen TeleTOP kunnen de modules gearrangeerd worden en afgespeeld. 4 Businessmodel / exploitatieplan Inzicht krijgen in het Wiskunde businessmodel / exploitatieplan voor Wiskunde 5 Businessmodel / exploitatieplan Inzicht krijgen in het Engels businessmodel / exploitatieplan voor Engels 6 Samenwerkingsovereenkomst Inzicht krijgen in de voor Wiskunde samenwerkingsovereenkomst voor Wiskunde 7 Samenwerkingsovereenkomst Inzicht krijgen in de voor Engels samenwerkingsovereenkomst voor Engels Beschikbaar Via de projectenbank van Kennisnet ICT op School en via de uitgever. Via de projectenbank van Kennisnet ICT op School en via de uitgever. Via TeleTOP voor alle huidige en nieuwe TeleTOP gebruikers. Via de projectenbank van Kennisnet ICT op School Via de projectenbank van Kennisnet ICT op School Via de projectenbank van Kennisnet ICT op School Via de projectenbank van Kennisnet ICT op School
Eindrapport Getting Integrated 1.0 30-1-08 10 / 12 4Organisatie Organisatie Wolters-Noordhoff EPN TeleTOP Onderwijskundig adviseur Petrus Canisius College, Stedelijk Dalton College, OSG Willem Blaeu en CSG Jan Arentsz (penvoerder) Uitgevoerde taken Samen met de scholen opstellen van een overzicht van de te ontwikkelen content voor Wiskunde Ontwikkelen voorbeeldmateriaal voor Wiskunde Opstellen businessmodel / exploitatieplan voor Wiskunde Opstellen samenwerkingsovereenkomst voor Wiskunde Samen met de scholen opstellen van een overzicht van de te ontwikkelen content voor Engels Ontwikkelen voorbeeldmateriaal voor Engels Opstellen businessmodel / exploitatieplan voor Engels Opstellen samenwerkingsovereenkomst voor Engels Testen voorbeeldmateriaal Aanbevelingen doen ten aanzien van gebruik educatieve standaarden Aanpassen TeleTOP Versneld doorvoeren aanpassingen in productieomgevingen van scholen Inhoudelijk advies op het gebied van leermiddelen en businessmodellen / exploitatieplannen Voorbereiden en begeleiden van een groot deel van de bijeenkomsten Opstellen van een overzicht van de te ontwikkelen content Ontwikkelen voorbeeld praktijkopdrachten In de praktijk uittesten van voorbeelden Samen met de uitgeverijen opstellen van businessmodellen / exploitatieplannen Samen met de uitgever opstellen van samenwerkingsovereenkomsten Projectleiding (penvoerder).
Eindrapport Getting Integrated 1.0 30-1-08 11 / 12 5Knelpunten en aanbevelingen 5.1 Knelpunten en oplossingen Knelpunt Beschrijving Oplossing Invulling onderwijskundige visie nog in ontwikkeling. De deelnemende scholen die vakintegratie nastreven hebben hier nog weinig tot geen ervaring mee. Dit maakt het lastig om vast te Inhoudelijke begeleiding door onderwijskundig adviseur en uitgevers. Voorbeelden ontwikkelen om concepten te kunnen uittesten. stellen welk materiaal ontwikkeld moet worden en hoe het eruit moet zien. Verschil in onderwijskundige visie De onderwijskundige visie van de deelnemende scholen verschilt. Een aantal scholen streeft echt vakintegratie na, de andere scholen niet. Bij aanvang van het project was de gedachte dat het materiaal bruikbaar moest zijn in beide situaties. Dit blijkt echter lastiger in Inhoudelijke begeleiding door onderwijskunde adviseur en uitgevers. Helder krijgen wat de verschillen zijn en wat de gevolgen zijn voor het te ontwikkelen materiaal. Vervolgens keuzes maken. Besluitvorming laten plaatsvinden door de schoolleiding. de praktijk dan op het eerste gezicht lijkt. Ervaring docenten met ontwikkelen leerplannen en leermateriaal De deelnemende docenten zijn niet gewend zelf een leerplan en materiaal te ontwikkelen. Ze zijn gewend een keuze te maken uit een aantal methodes. De methode wordt gevolgd en eventueel wordt aanvullend ander materiaal ontwikkelen en/of gebruikt. Het feit dat het ook nog eens in samenwerking moet met docenten die andere vakken geven maakt het Inhoudelijke begeleiding door onderwijskundig adviseur en uitgevers. Fasering van het project. Een eerste concept op papier ontwikkelen, voorbeelden ontwikkelen en uittesten en vervolgens het concept bijstellen en definitief maken. Dit laatste wordt ook geadviseerd als docenten wel ervaring hebben met het ontwikkelen van leerplannen en leermateriaal. extra lastig. Standaarden zijn nog niet uit ontwikkeld en vaak zijn meerdere interpretaties mogelijk Het importeren, arrangeren en (het voor de eerste keer) afspelen van het materiaal gaat goed. Ook het registreren van de resultaten en voortgang gaat goed. Probleem zit bij toepassen van Sequencing & Navigation. Dit verloopt nog niet vlekkeloos en leidt tot problemen bij het opnieuw afspelen van materiaal door leerlingen. In een aantal gevallen gaat het enkel om een foutmelding, maar kan de leerling gewoon verder, in andere gevallen zijn sommige schermen niet zichtbaar en kan de leerling bepaalde onderdelen dus niet opnieuw maken. Het materiaal testen zowel vooraf als in de praktijk in TeleTOP en andere digitale leeromgeving. Op basis van de tests aanpassingen maken in het materiaal en/of TeleTOP. Ook afspraken maken over de interpretatie van bepaalde standaarden.
Eindrapport Getting Integrated 1.0 30-1-08 12 / 12 5.2 Geen tijd om klankbordscholen bij het project te betrekken Er was onvoldoende tijd om klankbordscholen bij het project te betrekken. In het vervolgtraject worden ook een aantal klankbordscholen bij het project betrokken. Financiële haalbaarheid van plannen Als voor alle sectoren en voor alle afdelingen specifieke modules ontwikkeld zouden worden kon geen financieel haalbaar businessmodel / exploitatieplan ontwikkeld worden. Aanpassen wensen zodanig dat een haalbaar businessmodel / exploitatieplan mogelijk is. Inhoudelijke test gehinderd door technische problemen Tijdens praktijktests liepen de docenten tegen technische problemen uit. Om een goede inhoudelijk test en beoordeling mogelijk te maken moet het materiaal technisch goed werken. In het vervolgtraject zal het materiaal ook door klankbordscholen getest worden en zullen extra voorbeelden ontwikkeld worden. Aanbevelingen Te kort tijd voor de praktijktest Het project loopt van 1 januari tot en met 31 december. Het articuleren van de vraag en het ontwikkelen van voorbeeldmateriaal heeft plaatsgevonden voor de zomervakantie, de praktijktests na de zomervakantie. In de praktijk blijkt deze periode te kort. Om iets meer tijd te hebben is een maand uitstel gevraagd. Ook zal het materiaal nog verder getest worden in het vervolgtraject. 1 Zorg voor goede inhoudelijke begeleiding bij het articuleren van de vraag. 2 Zorg voor een heldere onderwijskunde visie bij de deelnemende scholen en duidelijkheid over eventuele verschillen en hun gevolgen voor het te ontwikkelen materiaal. 3 Ontwikkel voorbeeldmateriaal om concepten in praktijk te kunnen testen en scherp te kunnen stellen. 4 Houd bij het articuleren van de vraag uitdrukkelijk de financiële haalbaarheid in de gaten en stel de wensen zonodig bij. 5 Houd er rekening mee dat het materiaal alleen goed inhoudelijk getest en beoordeeld kan worden als het technisch goed werkt. 6 Het verdient aanbeveling de doorlooptijd van een dergelijk project anderhalf jaar te laten duren. De voorbereiding kan dan plaatsvinden voor de zomervakantie en de praktijktest en afronding van het project in het schooljaar na de zomervakantie.