Een rechtseconomische analyse van het Nederlandse onrechtmatigedaadsrecht Louis Visscher Boom Juridische uitgevers Den Haag 2006
Inhoudsopgave 1 Inleiding 1.1 Communicerende vaten 1 1.2 De rechtseconomische methode 2 1.2.1 Positieve en normatieve rechtseconomie 2 1.2.2 De mainstream rechtseconomie 2 1.2.3 De Oostenrijkse School 4 1.2.4 Behavioral Law and Economics 6 1.3 Doelstelling van het onderzoek 8 1.4 Plan van aanpak 9 2 Doelstellingen van het onrechtmatigedaadsrecht vanuit juridisch en economisch oogpunt 2.1 Inleiding 11 2.2 Doelstellingen - de juridische visie 11 2.3 Doelstellingen - de economische visie 19 2.3.1 Schade als extern effect 19 2.3.2 Het Coase-theorema 22 2.3.2. lwederkerigheid van externe effecten 22 2.3.2.2 Transactiekosten 23 2.3.3 De kosten van ongevallen volgens Calabresi 26 2.4 Conclusie 29 Appendix bij Hoofdstuk 2 30 3 Onrechtmatigheid 3.1 Inleiding 33 3.2 Inbreuk op een recht 35 3.2.1 Betekenis en Status. Juridische geschilpunten 35 3.2.2 Economische benadering 38 3.2.2.1 Property rules, liability rules en inalienability rules 38 3.2.2.2 De keuze tussen property rules en liability rules 39 3.2.2.3 Property rules, liability rules, inalienability rules en de inbreuk op een subjectief recht 44 3.2.2.4 Conclusie 46 3.2.3 De rechtseconomische benadering toegepast op het Nederlandse recht 46 3.2.3.1 Rechtsinbreuk als zelfstandige onrechtmatigheidscategorie 46 3.2.3.2 Hinder, rechtsinbreuk of maatschappelijke onzorgvuldigheid? 53 V
INHOUDSOPGAVE 3.2.3.3 Opzettelijke onrechtmatige daden 54 3.2.4 Conclusie 57 3.3 Doen of nalaten in strijd met een wettelijke plicht 58 3.3.1 Juridische betekenis en ratio 58 3.3.2 Economische ratio - bestaansrecht als zelfstandige categorie 59 3.3.3 Rechtspraak 62 3.4 Strijd met de maatschappelijke zorgvuldigheid 64 3.4.1 Inleiding 64 3.4.2 Zorgvuldigheid - op zoek naar het economische Optimum 65 3.4.2.1 De Learned Hand-formule 66 3.4.2.2 Grady's theorie van de 'untaken precaution' 69 3.4.2.3 De benadering van Stephen 71 3.4.2.4 De zorgvuldigheidsnorm in de rechtspraak 72 3.4.2.5 Ongelukkige samenloop van omstandigheden 77 3.4.2.6 De zorgvuldigheidsnorm in de literatuur 82 3.4.2.7 Het rekening moeten houden met de fouten van anderen 84 3.4.3 Relativeringen 90 3.4.3.1 Inleiding 90 3.4.3.2 De rechter maakt fouten bij het vaststellen van de zorgvuldigheidsnorm 91 3.4.3.3 De rechter maakt fouten bij het vaststellen van het werkelijke zorgniveau 92 3.4.3.4 Partijen weten niet precies wat de zorgvuldigheidsnorm inhoudt 93 3.4.3.5 Het maken van fouten is onvermijdelijk 94 3.4.3.6 Kenbaarheid 94 3.5 Rechtvaardigingsgronden 101 3.6 Samenvatting en conclusies 108 Appendix bij Hoofdstuk 3 112 4 Toerekenbaarheid, fout en risico 4.1 Inleiding 117 4.2 Schuld 118 4.2.1 Literatuur 118 4.2.2 De functie van het schuldvereiste 119 4.2.2.1 De functie van het schuldvereiste bij maatschappelijke onzorgvuldigheid 119 4.2.2.2 De functie van het schuldvereiste bij strijd met een wettelijke plicht 125 4.2.2.3 De functie van het schuldvereiste bij de rechtsinbreuk 126 VI
INHOUDSOPGAVE 4.3 Toerekening buiten schuld 126 4.4 Risicoaansprakelijkheid 128 4.4.1 Wat betekent 'risicoaansprakelijkheid'? 128 4.4.2 De grondslag van risicoaansprakelijkheid 131 4.5 Fout en risico in de rechtseconomische benadering 136 4.5.1 Inleiding 136 4.5.2 Unilaterale schadegevallen - het niveau van zorg 137 4.5.3 Unilaterale schadegevallen - het activiteitenniveau 143 4.5.4 Bilaterale schadegevallen - het niveau van zorg 145 4.5.5 Bilaterale schadegevallen - het activiteitenniveau 153 4.6 Beoordeling van het Nederlandse recht 155 4.6.1 Inleiding 155 4.6.2 Risicoaansprakelijkheid voor de gedragingen van anderen 156 4.6.2.1 Kinderen tot veertien jaar (art. 6:169 BW) 156 4.6.2.2 Ondergeschikten (art. 6:170 BW) 158 4.6.2.3 Niet-ondergeschikten en vertegenwoordigers (artt. 6:171 en 172 BW) 160 4.6.3 Risicoaansprakelijkheid voor eigen gedrag en voor zaken 160 4.6.3.1 Mensen met een geestelijke of lichamelijke tekortkoming (art. 6:165 BW) 160 4.6.3.2 Gebrekkige zaken (art. 6:173 BW) 162 4.6.3.3 Opstallen (art. 6:174 BW) 164 4.6.3.4 Gevaarlijke Stoffen (art. 6:175 BW) 166 4.6.3.5 Stortplaatsen (art. 6:176 BW) en boorgaten (art. 6:177 BW) 167 4.6.3.6 Dieren (art. 6:179 BW) 168 4.6.3.7 Productenaansprakelijkheid (art. 6:185 e.v. BW) 170 4.6.4 Art. 185 WVW 1994 174 4.6.5 Conclusie 177 4.7 Samenvatting en conclusies 179 Appendix bij Hoofdstuk4 183 5 De wettelijke verplichting tot schadevergoeding 5.1 Inleiding 189 5.2 Vermogensschade (art. 6:96 BW) 190 5.2.1 Verschiliende soorten vermogensschade 190 5.2.2 Zaak- en persoonsschade 191 5.2.3 Zuivere vermogensschade 191 5.2.3.1 De economische analyse 191 5.2.3.2 Het Nederlandse recht 200 5.2.4 Redelijke kosten ter voorkoming of beperking van schade 204 5.3 Ander nadeel dan vermogensschade (artt. 6:95 en 6:106 BW) 208 5.3.1 Inleiding 208 VII
VIII INHOUDSOPGAVE 5.3.2 Smartengeid in de rechtseconomische benadering 210 5-3.3 Shockschade en affectieschade 214 5.4 Begroting van de schade 216 5.4.1 Inleiding 216 5.4.2 Zaakschade 217 5.4.3 Letselschade 219 5.4.4 Overlijdensschade 220 5.4.5 Veroorzaakte schade of behaalde winst? (art. 6:104 BW) 222 5.4.6 Toekomstige schade (art. 6:105 BW) 224 5.4.7 Onvolledige schadevergoeding 225 5.5 Causaal verband (art. 6:98 BW) 227 5.5.1 Inleiding 227 5.5.2 Causaliteitstheorieen 228 5.5.2.1 Condicio sine qua non 228 5.5.2.2 Adequate veroorzaking 229 5.5.2.3 Toerekening naar redelijkheid 230 5.5.3 Het causaliteitsvereiste in de rechtseconomische benadering 233 5.5.3.1 De functie van het causaliteitsvereiste 233 5-5.3.2 Voorzienbaarheid van de schade 235 5.5.3.3 Factoren uit de toerekening naar redelijkheid economisch bekeken 237 5.5.3.4 Alternatieve causaliteit (art. 6:99 BW) 241 5.5.4 Causaal verband tussen onrechtmatige daad en schade 243 5.5.4.1 Inleiding 243 5.5.4.2 De leer Demogue-Besier 244 5.5.4.3 De correctie Kahan 246 5.6 Eigen schuld (art. 6:101 BW) 248 5.6.1 Inleiding 248 5.6.2 Comparative causation 249 5.6.3 Rechtseconomische beoordeling van art. 6:101 BW 251 5.7 Hoofdelijke aansprakelijkheid (art. 6:102 BW) 253 5.8 Matiging en limitering (am. 6:109 en 110 BW) 257 5.9 Samenvatting en conclusies 263 Appendix bij Hoofdstuk 5 269 6 Relativiteit 6.1 Inleiding 277 6.2 Het relativiteitsvereiste in het Nederlandse recht 277 6.3 Relativiteit in de rechtseconomie 280 6.3.1 Literatuur 280 6.3.2 Overbodigheid apart relativiteitsvereiste 284 6.4 Conclusie 285
INHOUDSOPGAVE 7 Empirisch onderzoek 7.1 Inleiding 287 7.2 Primaire ongevalskosten 289 7.2.1 Gemotoriseerd verkeer 289 7.2.2 Medische behandeling 292 7.2.3 Producten 293 7.2.4 Milieu 294 7.2.5 Bedrijfsongevallen en beroepsziekten 294 7.2.6 Conclusie 296 7.3 Secundaire ongevalskosten 296 7.4 Tertiaire ongevalskosten 300 7.5 Conclusie 302 8 Samenvatting en conclusies 8.1 Inleiding 305 8.2 Samenvatting 306 8.3 Conclusies 316 Summary and condusions Introduction 319 Summary 320 Conclusions 329 Literatuurlijst 331 Zakenregister 375 Personenregister 381 Jurisprudentieregister 385 Wetsartikelenregister 387 IX