Uitspraak van de Huurcommissie Verzoek toetsing aanvangshuurprijs (artikel 249 van het Burgerlijk Wetboek) Woonruimte Hogenbanweg 71 C 3112 CH SCHIEDAM Hierna te noemen: de woonruimte Verzoeker Hierna te noemen: huurder Zaaknummer Verzonden op 11-06-2015 Verzonden aan huurder en verhuurder Wederpartij Hierna te noemen: verhuurder ------------------------------------------------------------------------------------------ Kern van de uitspraak Een inhoudelijk oordeel blijft achterwege. ------------------------------------------------------------------------------------------ I Verloop van de procedure Verzoek De Huurcommissie ontving op 6 november 2014 een verzoek van de huurder. Daarin vraagt de huurder aan de Huurcommissie om de redelijkheid van de overeengekomen huurprijs te beoordelen. Onderzoek door de Huurcommissie De Huurcommissie heeft op 26 januari 2015 een voorbereidend onderzoek in de woonruimte willen laten uitvoeren. Het onderzoek ter plaatse heeft echter niet plaatsgevonden, omdat uit verhandelingen tussen huurder en verhuurder is begrepen dat er wandluizen in de woning aanwezig zijn. Wandluizen kunnen besmettelijke ziektes overbrengen. Daarom heeft de Huurcommissie besloten, ter bescherming van de onderzoeker van de Huurcommissie, om het onderzoek ter plaatse niet door te laten gaan. Van deze bevinding is een rapport opgemaakt. De Huurcommissie heeft dit rapport aan de huurder en de verhuurder gestuurd. II Zitting Gegevens zitting Zittingsdatum: Pagina 1 van 5
Correspondentie over de zitting De huurder en de verhuurder zijn schriftelijk uitgenodigd voor de behandeling van het verzoek op de zitting van de Huurcommissie. Naar aanleiding van de uitnodiging voor de zitting heeft de huurder een brief gestuurd naar de Huurcommissie. De brief is ontvangen op 17 februari 2015. In de brief beschrijft huurder de onderhoudstoestand van de woonruimte en de aanwezigheid van ongedierte in de woonruimte. Aan de brief zijn documenten en mailwisselingen gehecht over de toewijzing van de woning, een afspraakkaart van de plaagdierbestrijding en het rapport van onderzoek van 26 januari 2015 voorzien van huurders commentaar. Aan de brief heeft huurder ook foto's gehecht ter staving van zijn stellingen over de onderhoudsklachten en de aanwezigheid van ongedierte in de woonruimte. Huurders brief met bijlagen moet worden geacht hier te zijn herhaald en ingelast. Verklaring van de partijen Korte samenvatting verklaring huurder en diens gemachtigde: Ik heb wekenlang met mijn gezin bij mijn moeder ingewoond om maar van het ongedierte in mijn woning weg te zijn. Ik wil graag dat de Huurcommissie zelf de woning komt bekijken. Over het ongedierte heb ik contact opgenomen met de GGD, maar zij komen niet in actie. Ik heb vervolgens de gemeente gebeld, maar die mensen komen niet en willen alleen maar dat we het ongedierte in een potje komen brengen. Verhuurder heeft een bedrijf gestuurd om het ongedierte ter plaatse te onderzoeken. De expert zei echter dat sporen van het ongedierte wel aanwezig waren, maar dat hij het nest niet kon vinden. Over de bevindingen van de ongediertebestrijder heb ik noch van het bedrijf zelf, noch van de verhuurder een rapport van onderzoek ontvangen. Het is kennelijk uw eigen regel dat medewerkers van de Huurcommissie mijn huis niet mogen betreden, wegens de aanwezigheid van ongedierte. Toch wil ik jullie hulp om mijn onderhoudsklachten opgelost te krijgen. De raamkozijnen in de woonruimte zijn aan het wegrotten. Korte samenvatting verklaring gemachtigden van de verhuurder: Wij hebben het bedrijf dat voor ons ongedierte bestrijdt bij de huurder langs gestuurd. Dat was op 4 februari 2015. Men heeft toen geen nest kunnen vinden. Van de bevindingen van de ongediertebestrijder hebben wij nog geen rapport ontvangen. Zodra dat er is zal ik het u toesturen. Wij willen huurders problemen best oplossen. Wij zijn bereid om nog een keer te gaan kijken. Huurder moet immers op een veilige manier kunnen wonen. Ook zijn wij bereid, ondanks de communicatieproblemen, om met huurder in gesprek te gaan. Binnen een maand vanaf nu zullen we weer onderzoek doen naar het ongedierte. Het resultaat van dit nader onderzoek zullen we u toesturen. Pagina 2 van 5
III Beoordeling Naar aanleiding van wat besproken is ter zitting op heeft de commissie besloten om de behandeling van huurders verzoekschrift op te schorten. De commissie wilde het resultaat van het door verhuurder toegezegde nadere onderzoek naar het ongedierte in de woonruimte afwachten, daartoe heeft verhuurder een maand de tijd gekregen. Mogelijk dat na het alsnog te plannen nadere onderzoek de medewerker van de Huurcommissie kan toetreden tot de woonruimte voor het instellen van een eigen onderzoek naar huurders onderhoudsklachten. Correspondentie na de zitting / voortgang van de zaak Op 12 maart 2015, 2 april 2015 en op 28 april ontving de Huurcommissie brieven van verhuurder. In deze brieven heeft verhuurder aangegeven dat hij, zonder nader onderzoek, wil overgaan tot bestrijding van het in de woning mogelijk aanwezige ongedierte. De brieven van verhuurder beschrijven de voortgang van de bestrijding van het ongedierte. De verhuurder zegt toe dat, zodra de bestrijding is uitgevoerd hij de Huurcommissie daarvan op de hoogte te stellen. Op 30 april 2015 heeft een medewerker van de Huurcommissie telefonisch contact opgenomen met de verhuurder. Gevraagd is naar de voortgang van de bestrijding van het ongedierte. Verhuurder deelde mee dat door allerlei communicatieproblemen er nog geen contact was verkregen met de huurder. Op 19 mei 2015 heeft een medewerker van de Huurcommissie telefonisch contact opgenomen met de huurder. Met de huurder is de voortgang van de zaak besproken. Huurder gaf in het gesprek aan ergens anders te wonen, omdat hij door problemen van persoonlijke aard, niet meer thuis mag komen. Wel vindt hij het belangrijk dat het ongedierte in de woning wordt weggehaald. Hij blijft bij zijn klachten over de woning en geeft aan een uitspraak van de Huurcommissie te willen. Op 21 mei 2015 ontving de Huurcommissie weer een brief van verhuurder. In deze brief stelt de verhuurder dat huurder, door problemen in de persoonlijke sfeer, de woning niet meer in mag. De in de woning achtergebleven huurster heeft aangegeven dat er geen ongedierte meer in de woning aanwezig is. Verhuurder heeft aangedrongen op een bezoek in de woonruimte, maar huurster heeft aangegeven daar geen prijs op te stellen. De opdracht om het ongedierte te bestrijden is door deze omstandigheid stop gezet. Verhuurder vraagt naar de vervolgstappen van de Huurcommissie. Onderhoud en gebreken / puntentelling Een onderzoek ter plaatse door de Huurcommissie is niet mogelijk geweest, door mogelijke aanwezigheid van ongedierte in de woning. Daardoor heeft de Huurcommissie geen eigen oordeel verkregen over de onderhoudstoestand van de woning, of de woningwaardering uitgedrukt in punten. Tijdens de zitting van is aan partijen een maand de gelegenheid gegeven om de problemen met het ongedierte inzichtelijk te maken en zonodig op te lossen. Nu, maanden verder, is het de commissie gebleken dat de aanhouding van de zaak niets inhoudelijks heeft opgeleverd. Pagina 3 van 5
Gelet op het voorgaande, het verhandelde ter zitting, alsook gelet op het feit dat door partijen, ook na een tijdsverloop van drie maanden, inhoudelijk geen stap gezet is in de goede richting, ongeacht de onderliggende redenen en oorzaken, stelt de commissie vast dat de onderzoeker nog altijd geen onderzoek in de woning heeft kunnen uitvoeren. Op 1 juni 2015 heeft de commissie de raadkamer heropend. De commissie komt tot het volgende oordeel: Nu een onderzoek ter plaatse niet mogelijk is gebleken, kan de Huurcommissie geen inhoudelijk oordeel geven over de redelijkheid van de overeengekomen huurprijs en de onderhoudstoestand van de woonruimte. De commissie onthoudt zich dan ook van een oordeel in deze zaak. Conclusie Een inhoudelijk oordeel over het verzoek van huurder blijft achterwege. Beoordeling van de leges De commissie vindt, mede gezien het verloop van de procedure, dat beide partijen in dezelfde mate in het gelijk dan wel in het ongelijk worden gesteld. Dat betekent dat beide partijen leges moeten betalen. Welk bedrag Een rechtspersoon betaalt 450,00 leges. Een huurder, of verhuurder die geen rechtspersoon is, betaalt 25,00 leges. Nu beide partijen leges moeten betalen wordt het bedrag voor verhuurder 225,00 en voor huurder 12,50. Pagina 4 van 5
IV Beslissing Een onderzoek ter plaatse is niet mogelijk gebleken. Een inhoudelijk oordeel van de Huurcommissie over de redelijkheid van de overeengekomen huurprijs en de onderhoudsgebreken blijft daarom achterwege. Volgens de wet worden de huurder en de verhuurder geacht overeengekomen te zijn wat in deze uitspraak is vastgesteld, tenzij een van hen binnen acht weken na verzending van deze uitspraak een beslissing van de rechter heeft gevorderd over het punt waarover de Huurcommissie om een uitspraak was verzocht. Bent u het niet eens met deze beslissing? Dan kunt u binnen acht weken na de verzenddatum van deze uitspraak naar de rechter gaan. In de begeleidende brief leest u hoe u dit kunt doen. Legesveroordeling De huurder moet 12,50 leges betalen, en krijgt de helft van het door hem betaalde legesvoorschot terug. De verhuurder moet 225,00 leges betalen. Deze uitspraak is zowel aan de verzoeker als aan de wederpartij gestuurd. ROTTERDAM, 1 juni 2015 De Huurcommissie, mr. W.C. Brouwer F.C. van Dam en drs. D.W. de Blank Zittingsvoorzitter Zittingsleden Pagina 5 van 5