2 lok 1 les 1 CD1 Weet je het nog? Samen espreken. CD2 Bedenk opgaven voor de groep. Geruik wat je op de tekening ij opgave 1 ziet. Zorg dat je zelf het antwoord weet. Vooreelden: Hoe lt is het over 48 minuten? 4.53 1000 = 350 + 650 500 g + 500 g = 1000 g = 1 kgkg 1 2 Meer antwoorden. CD3 Welke opgaven he je edaht? Samen espreken. werkshrift lz. 2 mtshrift lz. 2 en 3 omputer
les 2 lok 1 3 CD1 Splits. H T E 425 = 400 + 20 + 5 4 2 5 215 = 200 + 10 + 5 325 = 300 + 20 + 5 475 = 400 + 70 + 5 735 = 700 + 30 + 5 116 = 100 + 10+ 6 238 = 200 + 30+ 8 567 = 500 + 60+ 7 492 = 400 + 90+ 2 666 = 600 + 60 + 6 987 = 900 + 80 + 7 841 = 800 + 40 + 1 765 = 700 + 60 + 5 d 601 = 600 + 1 730 = 700 + 30 821 = 800 + 20 + 1 812 = 800 + 10 + 2 CD2 Reken uit. 600 + 50 = 650 300 + 80 = 380 220 + 30 = 250 410 + 70 = 480 a 200 + 300 = 500 600 + 100 = 700 400 + 350 = 750 500 + 210 = 710 300 + 215 = 515 200 + 418 = 618 500 + 356 = 856 400 + 468 = 868 d 220 + 348 = 568 660 + 224 = 884 840 + 159 = 999 430 + 678 = 1108 CD3 Wat zijn de uurgetallen? 26 27 28 33 34 35 126 127 128 899 900 901 55 56 57 241 242 243 100 101 102 58 59 60 375 376 377 898 899 900 70 71 72 811 812 813 999 1000 1001 CD4 Kies het goede getal: 10, 100 of 1000. In 3 minuten kan ik 10 tafelsommen maken. a Die oude dame is ijna 100 jr. Ik fi ets iedere dag 10 kilometer nr shool. d Die grote man weegt ijna 100 kilo. e 9 euro is ijna 1000 ent. f Met de auto heen en terug nr Parijs is ongeveer 1000 kilometer. g Anderhalf uur is ijna 100 minuten. werkshrift lz. 2 omputer
4 lok 1 les 3 Breuken. Samen espreken. 5 druiven een kwart appel een halve ann 8 rdeien 1 sinsappel 4 1 8 liter slagroom Verdelen door te vouwen. Vouw in gelijke stukken. a In 2 stukken. In 4 stukken. In 8 stukken. d Kan het nog anders? Meer antwoorden. C 3 Verdelen door te knippen. Meer antwoorden. Verdeel een stuk touw eerlijk met je groepje. C 4 Voor hoeveel kinderen is er een stuk pizza? Bij welke pizza zijn de stukken het grootst? 1 2 kinderen 2 4 kinderen 3 4 kinderen 4 3 kinderen De stukken zijn het grootst otst ij pizza 1, drna pizza 4, drna pizza 3 en drna pizza 2. werkshrift lz. 3 mtshrift lz. 4 en 5 omputer
les 4 lok 1 5 Pizza s verdelen. 1 2 3 In hoeveel stukken moet iedere pizza? Pizza 1: 2; pizza 2: 4; pizza 3: 8. Teken 3 irkels en teken de verdeling van de pizza s erin. 1 2 3 Van welke pizza krijg je het grootste stuk? Als je met z n tweeën deelt, krijgt ieder de helft. d Teken en verdeel een pizza voor 3 kinderen. Touw verdelen. 160 m 160 m 160 m CD3 CD4 In hoeveel stukken moet ieder touw geknipt worden? 8, 4, 2 Van welke kleur krijg je het langste stuk? van lauw Hoe lang is ieder stuk? rood 20 m, groen 40 m, lauw 80 m Hoeveel is het ongeveer samen? 489 + 502 1000 302 + 401 700 396 + 405 800 697 + 292 1000 d 337 + 448 800 Reken uit. 21 : 3 = 7 30 : 3 = 10 36 : 6 = 6 40 : 8 = 5 35 : 7 = 5 77 : 7 = 11 64 : 8 = 8 80 : 8 = 10 30 : 6 = 5 28 : 4 = 7 45 : 9 = 5 42 : 7 = 6 d 72 : 6 = 12 90 : 6 = 15 104 : 8 = 13 75 : 5 = 15 werkshrift lz. 3 omputer
6 lok 1 les 5 herhalen Welke som past erij? Hoeveel kilometer fi le stond er? 2 km vrahtwagen 1 10 100 lengte 20 m 200 m 2000 m Door de staking stond er n de grens een file van 100 vrahtwagens. Hoeveel rieven zitten er in de mand? 100 rieven rieven 1 100 gewiht 20 g 2 kg Op een ouderavond komen 90 mensen. Ze krijgen 2 keer koffie. Er zijn 2 koffiemahines met elk 12 l koffie. Is er genoeg? kopje koffie 1 90 180 inhoud 1 dl 9 l 18 l 90 1 dl = 90 dl = 9 liter, 180 1 dl = 180 dl = 18 liter Ja, er is genoeg koffie. De ake verdelen. Jasper Renske Wouter Marijke Wie heeft de grootste stukken gesneden? Wouter Wie heeft de kleinste stukken gesneden? Renske De hele ake kost 8. Hoeveel kost een stukje ake van Jasper en van Renske? 2; 1 C 3 Touw verdelen. 150 m 150 m 150 m In hoeveel stukken moet ieder touw worden geknipt? 3, 5 en 2 Van welke kleur krijg je het langste stuk? lauw Hoe lang is ieder stuk? 50 m; 30 m; 75 m
les 5 oefenen lok 1 7 CD4 Tel verder met sprongen van 100. 400 500 600 700 800 200 300 900 1000 1100 1200 1300 1400 800 900 1500 850 950 1050 1150 1250 650 750 1350 d 910 1010 1110 1210 1310 710 810 1410 CD5 Tel verder met sprongen van 50. 1300 1350 1400 1200 1250 1450 1050 1100 1150 950 1000 1200 1700 1750 1800 1600 1650 1850 d 2060 2110 2160 1960 2010 2210 CD6 Tel verder met sprongen van 30. 1060 1090 1120 1000 1030 1150 1730 1760 1790 1670 1700 1820 1300 1330 1360 1240 1270 1390 d 1940 1970 2000 1880 1910 2030 CD7 Reken uit. 300 + 400 = 700 700 + 200 = 900 200 + 500 = 700 600 + 400 = 1000 a 300 + 470 = 770 700 + 210 = 910 200 + 550 = 750 600 + 420 = 1020 605 + 410 = 1015 308 + 460 = 768 702 + 280 = 982 209 + 530 = 739 d 615 + 420 = 1035 354 + 410 = 764 738 + 250 = 988 229 + 541 = 770 CD8 Wat zijn de uurgetallen? 998 999 1000 1704 1705 1706 1898 1899 1900 even snel lz. 32-35 verder lz. 36-39 plus lz. 40-43 omputer
8 lok 1 les 6 Grote getallen. Samen espreken 1 7 2 8 De fi etstohten van Joost en Anne: jr route afstand 2000 rondje IJsselmeer 426 km 2001 Alpen 1728 km 2002 Portugal Nederland 3620 km 2003 Engeland en Wales 935 km 2004 Denemarken 987 km 2005 Duitsland, Tsjehië, Slowakije, 1965 km Hongarije, Oostenrijk 2006 Zuid- en Midden-Zweden, stukje Noorwegen 1835 km 2007 Slovenië, Kroatië, Oostenrijk 1465 km 2008 Zuid-Duitsland, stukje Tsjehië 950 km 2009 Alpen, Dolomieten en stukje Italië 1582 km 0 500 1000 1500 2000 2500 3000 3500 4000 4500 5000 Hoe ver heen ze gereden? Zet alle afstanden in een DHTE-shema. a In welk jr fi etsten Joost en Anne de meeste kilometers? 2002 In welk jr fi etsten Joost en Anne de minste kilometers? 2000 C 3 Hoeveel heeft de ltste vakantie gekost? Hoe shrijf je dit edrag? 1385 werkshrift lz. 4 mtshrift lz. 8 en 9 omputer
les 7 lok 1 9 Hoeveel euro is het samen? Welke som hoort erij? 1000 + 500 + 20 + 5 = 1525 2000 + 700 + 90 = 2790 Hoeveel moet je erij doen om er steeds 5000 van te maken? 3475; 2210 Tel verder of tel terug. 650 750 850 950 1050 1150 1250 1350 1450 1550 1650 1500 1520 1540 1560 1580 1600 1620 1640 1660 1680 1700 2000 1950 1900 1850 1800 1750 1700 1650 1600 1550 1500 d 1400 1380 1360 1340 1320 1300 1280 1260 1240 1220 1200 CD3 Reken uit. 900 + 1 = 901 900 + 10 = 910 900 + 100 = 1000 900 + 200 = 1100 800 1 = 799 800 10 = 790 800 100 = 700 800 200 = 600 889 + 1 = 890 889 + 10 = 899 889 + 100 = 989 889 + 200 = 1089 d 426 4 = 422 426 40 = 386 426 400 = 26 426 404 = 22 CD4 Reken uit. 45 13 = 32 38 16 = 22 84 53 = 31 38 24 = 14 46 18 = 28 89 29 = 60 29 24 = 5 31 27 = 4 37 36 = 1 93 53 = 40 75 53 = 22 18 14 = 4 d 557 19 = 538 372 48 = 324 485 38 = 447 256 38 = 218 werkshrift lz. 4 omputer
10 lok 1 les 8 Hoe hoog is het? Een ergeklimmer klimt eerst 1000 meter, drna 500 meter en dan nog 80 meter. Hoeveel heeft hij geklommen? 1580 meter 2 4 1 3 erg hoogte 1 1100 m 2 1347 m 3 1600 m 4 1982 m Hoeveel heen ze geklommen? Geruik als je wilt het DHTE-shema. a 1000 + 200 + 70 + 4 = 1274 3000 + 40 + 300 + 7 = 3347 8 + 500 + 90 + 1000 = 1598 d 100 + 60 + 2000 + 2 = 2162 1 2 7 4 C 3 Welke som hoort erij? a Luas klimt 1274 meter. 1 2 7 4 1000 + 200 + 70 + 4 = 1274 Nadia klimt 1162 meter. 1 1 6 2 1000 + 100 + 60 + 2 = 1162 Romy klimt 1347 meter. 1 3 4 7 1000 + 300 + 40 + 7 = 1347 d Ruen klimt 1598 meter. 1 5 9 8 1000 + 500 + 90 + 8 = 1598 werkshrift lz. 5 mtshrift lz. 10 en 11 omputer
les 9 lok 1 11 Welke som hoort erij? a 1 3 2 5 1 2 4 8 3 5 0 2 1000 + 300 + 20 + 5 = 1325 1000 + 200 + 40 + 8 = 1248 3000 + 500 + 2 = 3502 d e f 4 4 1 6 5 6 1 8 7 0 2 4 4000 + 400 + 10 + 6 = 4416 5000 + 600 + 10 + 8 = 5618 7000 + 20 + 4 = 7024 Hoeveel geld is het samen? 1152 1501 1007 d 1071 CD3 Hoe lt is het over een kwartier? 10 voor half 5 a 10 over 7 10 voor 9 d 10 over half 12 e 12 over 2 CD4 Hoe lt was het een kwartier geleden? 5 voor 6 a 5 over half 8 5 voor half 3 d 5 over 1 e 9 voor 10 werkshrift lz. 5 omputer
12 lok 1 les 10 herhalen Welke getallen horen erij? Kies uit: 1499 1849 1010 1101 1999 1901 1375 1650 a d e f g h 1000 1100 1200 1300 1400 1500 1600 1700 1800 1900 2000 C 1010 1101 1375 1499 1650 1849 1901 1999 2 Vul n tot 2000. a 1100 900 1150 850 1300 700 1250 750 1500 500 1850 150 1700 300 1950 50 1420 580 1520 480 1620 380 1720 280 d 1995 5 1985 15 1975 25 1965 35 e 1280 720 1264 736 1244 756 1222 778 f 1650 350 656 1344 1450 550 453 1547 C 3 Reken uit. 200 + 300 = 500 500 + 400 = 900 400 + 400 = 800 100 + 700 = 800 20 + 300 = 320 50 + 400 = 450 40 + 400 = 440 10 + 700 = 710 1000 + 300 = 1300 1000 + 600 = 1600 2000 + 400 = 2400 2000 + 700 = 2700 d 1050 + 80 = 1130 1030 + 90 = 1120 3036 + 47 = 3083 4568 + 29 = 4597 CD4 Reken handig. 200 + 600 = 800 100 + 700 = 800 204 + 666 = 870 381 + 223 = 604 230 + 170 = 400 340 + 250 = 590 d 230 + 181 = 411 564 + 327 = 891 600 200 = 400 650 310 = 340 739 230 = 509 516 17 = 499 230 110 = 120 460 220 = 240 873 224 = 649 423 290 = 133 CD5 Reken op je eigen manier. 858 256 = 602 287 235 = 52 772 336 = 436 735 634 = 101 764 384 = 380 755 238 = 517 d 458 431 = 27 341 271 = 70 477 + 418 = 895 560 + 268 = 828 648 + 325 = 973 435 + 348 = 783 543 + 273 = 816 432 + 123 = 555 333 + 668 = 1001 575 + 225 = 800
les 10 oefenen lok 1 13 CD6 Bij de akker. Hoeveel kosten de roodjes? Mk een prijslijst. Doe het zo: 1 roodje: 0,42 2 roodjes:... 10 roodjes: 8 stuks 8 42 = 320 + 16 = 336 dus 3,36 0,42 0,84 1,26 1,68 2,10 2,52 2,94 3,36 3,78 4,20 Niek koopt 8 elegde roodjes. Hoeveel moet hij etalen? 12,80 0,42 Meester Johan koopt 27 elegde roodjes voor de klas. Hoeveel krijgt hij terug van 100? 100 43,20 = 56,80 1,60 CD7 Op vakantie. De familie Mulder gt op vakantie. Er mag 580 kilogram in de auto. 15 kg 80 kg 25 kg 25 kg 15 kg 15 kg 35 kg 25 kg 25 kg 65 kg 10 kg 15 kg 10 kg 15 kg 10 kg Het fi etsenrek kan 100 kg dragen. Kunnen alle fi etsen mee? Ja Hoeveel wegen de personen samen? 205 kg Hoeveel weegt de agage samen? 75 kg d Kunnen ze nog meer meenemen? Ja even snel lz. 32-35 verder lz. 36-39 plus lz. 40-43 omputer