rapporteurs: ir. Th. J. van den Boom ir. R. P. J. van Hees IBBC-TNO
Binnenisolatie 156 Rotterdam, 1987 r:(br Stichting Bouwresearch
Het doel van de Stichting is het coördineren, stimuleren en begeleiden van speurwerk op het gebi6d van de bouwvoorbereiding, de bouwtechniek en de bedrijfstechniek in de bouwnijverheid, alsmede de verbreiding van de resultaten daarvan, zowel ten behoeve van de opleiding als tot de vorming van kennis bij het bouwen. De Stichting verstrekt opdrachten aan researchinstituten; zij vormt stuurgroepen en studiecommissies voor onderwerpen die zij in opdracht geeft. De Stichting en degenen die aan deze publikatie hebben medegewerkt, hebben een zo groot mogelijke zorgvuldigheid betracht bij het verwerken - volgens de huidige stand van wetenschap en techniek - van de in deze publikatie vervatte gegevens. Nochtans moet niet worden uitgesloten de mogelijkheid dat zich toch onjuistheden in deze publikatie zouden bevinden. Degene die van deze publikatie gebruik maakt, aanvaardt daarvoor het risico. De Stichting sluit, mede ten behoeve van al degenen die aan deze publikatie hebben medegewerkt, iedere aansprakelijkheid uit voor schade die mocht voortvloeien uit het gebruik van deze gegevens. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd entof openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de Stichting Bouwresearch. No part of this book may be reproduced in any form by print, photoprint, microfilm or any other means without written permission from the Stichting Bouwresearch.
-3- Woord vooraf Samenvatting Summary 5 7 9 1 Inleiding 11 2 Binnenisolatie of buitenisolatie 14 3 Toegepaste systemen; materialen en wijze van opbouw 16 3.1 Algemeen 16 3.2 Natte systemen 16 3.3 Droge systemen 20 4 Bouwfysische aspecten 4.1 Algemeen 4.1.1 Temperatuurverloop in de winter 4.1.2 Thermische vervormingen 4.1.3 Warmte-accumulatie 4.1.4 Dampdiffusie 4.2 Koudebruggen 4.3 De kans op inwendige condensatie 4.4 Akoestiek 24 24 25 26 28 29 30 37 42 5 Binnenisolatie ter bestrijding van vochtproblemen 44 6 Principe-details bij binnenisolatie 47 7 Praktijkvoorbeelden 7.1 Algemeen 7.2 Algemene toepassingen 7.2.1 Renovatiewoningen in Den Haag 61 61 61 61 7.2.2 Renovatiewoningen in Groningen 63 7.2.3 Welschen-woningen te Rotterdam-Overschie 65 7.2.4 Kerkje te Munnikenzijl 69 7.3 Speciale toepassingen 71 7.3.1 Algemeen 71 7.3.2 Vlissingen 71 7.3.3 Middelburg 73 8 Praktische vragen 8.1 Algemeen 75 75
-4-8.2 Vorstschade 8.3 Thermische scheuren 8.4 Ingemetselde leidingen 8.5 Dampremmende lagen 9 Literatuur 75 77 80 80 82
-5- WOORD VOORAF In de serie rapporten die door de Stichting Bouwresearch de afgelopen jaren is gewijd aan energiebeheer en isolatie past ook een publikatie over binnenisolatie. Vooral omdat dit systeem - in tegenstelling tot de buitenisolatiesystemen - nogal eens wordt aanbevolen voor het zelf aanbrengen van isolatie. De publikatie lezend, zal men echter tot de slotsom komen dat er zorgvuldig te werk moet worden gegaan, wil men achteraf geen klachten krijgen. Met name koudebruggen kunnen de oorzaak zijn van bouwfysische problemen. Daarom is het zelf aanbrengen toch betrekkelijk riskant, tenzij men over een ruime bouwkundige en vooral bouwfysische kennis beschikt. Een pleidooi om het toch maar aan de vakman over te laten is dan ook op zijn plaats. Voor hem is dit boek dan ook in de plaats bedoeld en vervolgens voor allen die als opdrachtgever met deze materie te maken krijgen. Het onderzoek werd uitgevoerd door IBBC-TNO te Rijswijk en begeleid door de commissie BlO. De rapportage was in handen van ir. Th.J. van den Boom en ir. R.P.J. van Hees. Ten tijde van het onderzoek bestond de commissie uit de volgende personen: Voorzitter: Ir. A. van Hengel Groep 5, Arch. bureau, Rijswijk (ZH) Coördinator: Ir. R. Poels Raadgev. Ing. ONRI, Den Haag Leden: H.P. Burger Ing. N. den Hertog Ing. A. de Jong Ing. W. van Laecke Bedrijfschap STS, Den Haag Gem. Dienst Volkshuisvesting, Amsterdam Hoogerheide WTCB, Brussel - Belgiê
-6- Prof. H. van Leeuwen A. Noorlander Drs. E.C.Opentij Drs. H. Schinkel Drs. R.P. Polder Ir. P.K. v.d. Schuit Ing. W. Bassie Ir. R.P.J. van Hees Ing. L.J.A.R. v.d. Klugt Landbouw Hogeschool - Afd. Ecologie van het wonen, Wageningen IKOB, Barneveld Tollens Coatings B.V., Breda Ver. Bedrijven Bredero B.V., Maarssen IBBC-TNO, Rijswijk (ZH) Rijksdienst voor de Monumentenzorg, Zeist Bouwcentrum/Techno, Rotterdam IBBC-TNO, Rijswijk (ZH) IBBC-TNO, Rijswijk (ZH)
-7- SAMENVATTING In deze publikatie wordt ingegaan op diverse aspecten van binnenisolatie. Naast buitenisolatie vormt binnenisolatie namelijk een mogelijkheid om een massieve muurconstructie te isoleren. Na een korte historische worden de voor- en nadelen van zowel binnen- als I buitenisolatie op een rij gezet. Vervolgens worden de verschillende toegepaste binnenisolatie-systemen vermeld. In hoofdstuk 4 worden de bouwfysische consequenties van het toepassen van binnenisolatie behandeld. Ter vergelijking is ook een constructie.met buitenisolatie opgenomen. Een apart hoofdstuk is gewijd aan het toepassen van binnenisolatie ter bestrijding van vochtproblemen. In hoofdstuk 6 worden enkele principedetails voor binnenisolatie gegeven. Daarna worden enkele toepassingen uit de praktijk nader beschouwd. Hoofdstuk 8 behandelt enkele vaak gestelde praktijkvragen rond het toepassen van binnenisolatie. De belangrijkste conclusies zijn hieronder in het kort vermeld. 1. Bij het uitvoeren van renovaties of restauraties is het zinvol binnenisolatie te overwegen. Hierbij dient tevoren te worden nagegaan in hoeverre de constructie bouwfysische of bouwtechnische zwakke punten bezit die door het aanbrengen van binnenisolatie tot schade zouden kunnen leiden. 2. Bij het toepassen van binnenisolatie dient extra aandacht te worden gegeven aan de in de constructie aanwezige koudebruggen. 3. Indien als isolatiemateriaal minerale wol wordt toegepast is het aanbrengen van een damp remmende folie aan de binnenzijde praktisch altijd noodzakelijk. Openingen in deze folie (bijv. spijkergaten) zullen over het algemeen geen probleem vormen, op voorwaarde dat via deze openingen geen luchttransport (infiltratie) mogelijk is.
-8-4. Door het aanbrengen van binnenisolatie kunnen andere bouwfysische eigenschappen (bijv. akoestische) van constructiedelen worden beïnvloed. 5. Vanuit bouwfysisch oogpunt verdient buitenisolatie vrijwel altijd de voorkeur boven binnenisolatie. 6. Bij muren met optrekkend vocht waarbij binnenisolatie wordt toegepast, dienen aparte maatregelen ter bestrijding van dit vocht te worden genomen (horizontale onderbreking). 7. Wanneer binnenisolatie wordt toegepast als middel tegen optrekkend enjof doorslaand vocht, wordt niet de oorzaak doch een gevolg van een probleem aangepakt. Een dergelijke benadering kan verantwoord zijn, afhankelijk van onder meer de ernst van de vochtproblemen en de nog gewenste levensduur van het bouwwerk.