Ict in cluster 3. Onderzoek naar het rendement van ict in cluster 3 van het speciaal onderwijs. Carolien van Rens Nico van Kessel



Vergelijkbare documenten
Onderwijs met ict Tabellen ict-management

evaluatie, monitoring, tevr effectonderzoek en datave

ICT-gebruik docenten behoeft brede ondersteuning!

Onderwijs met ict - studenten lerarenopleiding Bijlage: Tabellen

Rapport. F1182 maart 2008 Bestemd voor: Kennisnet. Political & Social

Samenvatting. De stand van zaken in hoofdlijnen

ICT in cijfers ICT-onderwijsmonitor studiejaar 2004/2005. Maartje van den Bogaard

Rapport. F9094 december 2010 Bestemd voor: Kennisnet. Political & Social. Grote Bickersstraat KS Amsterdam. Postbus AE Amsterdam

CBS Merula Bloemendaele XA Heenvliet

Rapport. F4371 oktober 2009 Bestemd voor: Kennisnet. Political & Social. Grote Bickersstraat KS Amsterdam. Postbus AE Amsterdam

Leerroutedocument. Leerroute 5

ICT-onderwijsmonitor. Ict-gebruik in les Hans van Gennip Huub Braam Ed Smeets. ORD mei 2005

Onderwijs met ict Tabellen leraren

Docenten hebben veel vrijheid in ict-gebruik

ICT-beleidsplan

Opdrachtgevers & Netwerkpartners

ICT IN HET BASIS- EN VOORTGEZET ONDERWIJS SCHOOLJAAR 2007/2008 TECHNISCH RAPPORT

Auteurs boek: Vera Lukassen en René Valster Titel boek: Basis Computergebruik Versies: Windows 7 & Windows 8

B-toets Vragenlijst Bejegening Versie voor jongeren

Ambulante Onderwijskundige Begeleiding voor leerlingen en studenten met een visuele beperking

Ambulante Onderwijskundige Begeleiding voor leerlingen en studenten met een visuele beperking

Sjabloon voor het opmaken van een beleidsplan ICT

Scholen tevreden over rendement ICTinvesteringen

Stijgend ICT-gebruik volgens docenten

Voldoende voorbereid op leren van de toekomst en ict?

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren Studiecentrum Talen Eindhoven bv

Algemeen Schoolplan ICT

Vier in balans monitor Kennisnet 2012 docenten. ICT-monitor Kennisnet 2012

ICT beleidsplan. Schooljaar OBS de Pijlstaart

ICT-onderwijsmonitor 2004/2005 Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie. Madeleine Hulsen Froukje Wartenbergh Dana Uerz Nico van Kessel

Regeling extra ict-vergoeding basisonderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs

Enquête over beleid en praktijk van instructies in Informatievaardigheden in Nederlandse universiteiten

Voldoende voorbereid op leren van de toekomst en ict?

ICT-plan. o.b.s de Wezeboom Oosteinde ICT plan obs de Wezeboom Versie:

e.o. I Leerkracht LB Intern Auteur M. van Ommeren 5616 RM Eindhoven 58VBA4382

Uitwerking en advisering Workshop Visie en Doelen.

Ervaringen van vrijwilligers

ICT-plan o.b.s de Wezeboom Oosteinde

Marktinventarisatie ELO s in het VO

VOORWOORD INLEIDING SCHOOL

DE AARDESCHOOL VOOR PRIMAIR ONDERWIJS

RAPPORT JAARLIJKS ONDERZOEK 'T IEMENSCHOER EN T KORHOEN, SCHOOL VOOR SO/VSO- ZML

Vier in balans. Verkenning stand van zaken met het oog op effectief en efficiënt gebruik van ICT in het onderwijs

Samenvatting en aanbevelingen van het onderzoek onderwijs & ICT voor School X

Functiebeschrijving van ICT-coördinator. Bijlage 1: Algemene opdracht. 1. Op het niveau van de school/scholengemeenschap: mee een beleid ontwikkelen

Aanvulling op. Resultaten STOP4-7 Tabellenboek trainingen

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren Universiteit van Amsterdam, INTT

Tevredenheidsonderzoek 2014 / Accessio Inburgering

PILOTONDERZOEK SOCIALE KWALITEIT. Alphons Laudyschool

Lodewijk het lieve beestje

CBS Anker. ICT plan CBS Anker/ CBS Geuzenschip

ICT-plan. o.b.s de Wezeboom Oosteinde. ICT plan obs de Wezeboom Versie:

i-coaching De volgende stap in onderwijsondersteuning

ICT in het basis- en voortgezet onderwijs. Schooljaar

Praktijkinstructie Ondersteuning aanschaf en gebruik educatieve software 2 (CIN17.2/CREBO:53095)

21ST CENTURY GLOBAL SCHOOL VOOR PRIMAIR ONDERWIJS

Op 2 juni 2005 heeft de Inspectie van het Onderwijs de Annie M.G. Schmidtschool bezocht in het kader van jaarlijks onderzoek.

Handleiding Programmeren en bewerken CAM (graveermachine) Aan de slag. in beroep en bedrijf. Handleiding Programmeren en bewerken CAM (graveermachine)

Obs De Bouwsteen juli ICT plan OBS DE BOUWSTEEN. ICT plan Pagina 1

2017D04668 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Ervaringen van vrijwilligers

White Paper. De implementatie van het SMARTboard. binnen Praktijkschool Uithoorn. Dhr. J.M. de Boer

Het heden is zwanger van de toekomst (Denis Diderot Frans Filosoof )

Beter en slimmer leren met behulp van ict

CHECKLIST PASSEND ONDERWIJS EN OMGAAN MET VERSCHILLEN IN DE OVERGANG VAN PO NAAR VO

Scenario s voor Leren op Afstand in het MBO

Vragenlijst Beroepsprofiel ICT-OA

handel en administratie automatisering in de economie

Uitwerking berekening Risicomodel sector SO 2014

ICT IN CIJFERS ICT-ONDERWIJSMONITOR LERARENOPLEIDINGEN VO/BVE. Irma van der Neut Berber Vreugdenhil-Tolsma

2.10 Resultaten van het ITS onderzoek naar leerlingen met autisme in het primair en voortgezet onderwijs in het schooljaar

FUNCTIEBESCHRIJVING LERAAR SPECIAAL ONDERWIJS LB

Beleidsnotitie ICT Onderwijsteam: Datum vaststelling: Versie:

Verlangd basisonderwijs in de wijk Overvecht, gemeente Utrecht. Rapportage. Menno Wester

Onderzoek naar het gebruik van ICT in het basis- en voortgezet onderwijs in het schooljaar

ICT-management positief over investeringen

Visie ICT bij de SJB. Waarom, wie, wat, wanneer en hoe? Werkgroep ICT Jenaplanscholen Bollenstreek

OBS Koningin Beatrix JAARVERSLAG. Schooljaar

Fase A. Jij de Baas. Gids voor de Starter Stichting Entreprenasium. Versie 1.2: november 2012

BELEIDSPLAN. E. Gerssen 1

Evaluatie Jaarplan Doel (specifiek formuleren)

Juridische aspecten van ketensamenwerking. Naar een multidisciplinaire benadering

RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE BASISSCHOOL DEN DIJK

Sterke groei verwacht van computergebruik in de klas!

Nederlands voor Arabisch taligen A0 A1/A2

Onderzoek als project

Evaluatie Jaarplan Obs de Schovenhorst

* de rol van de ouders en de school op gebied van gebruik van social media.

AANSLUITING PO-VO VIA ELEKTRONISCHE LEEROMGEVING (ELO)

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Hogeschool van Amsterdam

Evaluatie regiobijeenkomsten Vversterk. november december 2007

Project Initiatie Document

Tevredenheidsonderzoek Fox AOB

Samengevat door Lieve D Helft ICT-coördinator Scholengemeenschap InterEssen

Ambulante Onderwijskundige Begeleiding voor leerlingen en studenten met een visuele beperking

Tabellenboek - beroepsonderwijs en volwasseneneducatie (bve) schooljaar

Teamgericht werken binnen Stichting. Werkkring

Ict-gebruik in het onderwijs 2017 Stand van zaken per sector

Enquête functiewaardering voortgezet onderwijs

Transcriptie:

Het ITS maakt deel uit van de Radboud Universiteit Nijmegen Ict in cluster 3 Onderzoek naar het rendement van ict in cluster 3 van het speciaal onderwijs Carolien van Rens Nico van Kessel

Ict in cluster 3 Onderzoek naar het rendement van ict in cluster 3 van het speciaal onderwijs Carolien van Rens Nico van Kessel December 2008 ITS Radboud Universiteit Nijmegen

Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van Kennisnet. CIP-GEGEVENS KONINKLIJKE BIBLIOTHEEK DEN HAAG Rens, Carolien van. Ict in cluster 3. Onderzoek naar het rendement van ict in cluster 3 van het speciaal onderwijs. / Carolien van Rens & Nico van Kessel- Nijmegen: ITS ISBN 978 90-5554 - 357-1 NUR 840 Projectnummer: 2007400 2008 ITS, Radboud Universiteit Nijmegen Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, en evenmin in een retrieval systeem worden opgeslagen, zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van het ITS van de Radboud Universiteit Nijmegen. No part of this book/publication may be reproduced in any form, by print, photoprint, microfilm or any other means without written permission from the publisher. ii

Voorwoord Al 20 jaar wordt er binnen de scholen van De Onderwijsspecialisten en haar bestuurlijke voorgangers gewerkt met computers. Het belang van de ICTmogelijkheden voor onze leerlingen, is dan ook al lang geleden onderkend. Het gaat hierbij om leerlingen met een lichamelijke, meervoudige of verstandelijke beperking, langdurig zieke leerlingen en leerlingen met epilepsie. Daar waar in de aanvangsjaren het accent lag op de hardware en het basale gebruik van computers is het ICT-beleid steeds verder en beter ontwikkeld en is er in de volle breedte gezocht naar de wijze waarop de ICT-mogelijkheden benut konden worden voor het verbeteren en optimaliseren van het onderwijsaanbod aan onze leerlingen. Dit alles is gepaard gegaan met een grote inzet van vele medewerkers en met grote investeringen. Naarmate de professionalisering van het ICT-beleid en infrastructuur toenam kwam bij nieuwe ICT-ontwikkelingen met bijbehorende investeringsaanvragen regelmatig de vraag naar boven wat het rendement is geweest van het ICT-beleid van de afgelopen jaren en of het zinvol is om te blijven investeren op nieuwe ontwikkelingen op het gebied van ICT met bijbehorende nieuwe investeringsvragen. Landelijk is er weinig informatie over het rendement en de meerwaarde van het gebruik van ICT-mogelijkheden in het cluster-3 onderwijs beschikbaar. Toen zich de mogelijkheid voordeed om met de financiële ondersteuning vanuit Kennisnet een dergelijk onderzoek te laten uitvoeren, hebben wij daar als organisatie op gereageerd en waren blij te vernemen dat onze aanvraag werd gehonoreerd. De resultaten van dit onderzoek vindt u terug in dit rapport. Het onderzoek heeft ons veel informatie opgeleverd waar wij ons voordeel mee kunnen doen bij de beleidsontwikkeling in de komende jaren. Wij hopen dat ook andere (cluster-3)organisaties de informatie uit dit rapport kunnen benutten voor de beleidsontwikkelingen binnen de eigen organisatie. Graag maak ik van de gelegenheid gebruik om Kennisnet te bedanken voor de ondersteuning van dit onderzoek en ITS voor de uitvoering en de deskundige begeleiding. Natuurlijk gaat ook een woord van dank uit naar alle medewerkers binnen onze scholen die meegewerkt hebben aan dit onderzoek. Namens het college van bestuur van De Onderwijsspecialisten, Hennie Loeffen iii

Managementsamenvatting De stichting De Onderwijsspecialisten en Kennisnet zijn geïnteresseerd in de meerwaarde van ict voor leerlingen uit cluster 3. De Onderwijsspecialisten willen daarbij het rendement van de gedane investeringen in ict en daarmee samenhangende ondersteuning in kaart gebracht hebben. Dit onderzoek brengt het rendement van ict in het onderwijs aan de leerlingen in cluster 3 so-locaties onder De Onderwijsspecialisten in beeld. Om uitspraken te kunnen doen over het beleid en gebruik van ict zijn er vraaggesprekken gevoerd met de coördinerend ict er, het hoofd dienst automatisering, ict-coördinatoren en schoolleiders van de zes speciaal onderwijslocaties die onder De Onderwijsspecialisten vallen. Het beleid is getoetst door 31 klassen te observeren en met het onderwijzend personeel, logopedisten en enkele leerlingen te spreken. Daarnaast is een digitale vragenlijst uitgezet onder leerkrachten, klassenassistenten en onderwijsassistenten. Randvoorwaarden. De scholen voldoen aan de randvoorwaarden voor een effectief gebruik van ict in het onderwijs. De investeringen die zijn gedaan in hardware, software, ict-coördinatoren en opleidingen voor het personeel betalen zich nu in de klassen terug. In de meeste klassen staan twee werkende computers met daarop een groot aantal educatieve programma s. Alle locaties hebben een ict-coördinator, die in de meeste gevallen een opleiding voor deze functie heeft gevolgd. Het aantal uren wat de ict-coördinator voor zijn / haar functie ter beschikking heeft, verschilt per school. Alle scholen hebben hun onderwijzend personeel een aantal jaar geleden verplicht tot het behalen van een digitaal rijbewijs. Bijna al het onderwijzend personeel heeft deze cursus inmiddels met succes afgerond. Hoewel al het onderwijzend personeel dus voldoet aan de minimale eisen voor het gebruik van ict is er nog wel een enorm verschil in bedrevenheid van het gebruik van ict in de les. Didactisch gebruik. Alle scholen moedigen het gebruik van ict aan, maar gebeurt op vrijwillige basis. Vrijwel alle leerkrachten gebruiken de computer vooral voor het oefenen van leerstof, het gebruiken van vakspecifieke programma s en het spelen van educatieve spelletjes. Het komt vooral bij rekenen, lezen en klok kijken vaak voor dat een paar leerlingen achter de computer oefenen terwijl de rest klassikale uitleg krijgt. Veel leerkrachten vinden het aanbod aan educatieve programma s op hun computer te groot en daardoor onoverzichtelijk. Het grote aanbod schrikt bij velen het gebruik eerder af dan dat het aanmoedigt om de programma s te gebruiken. De leerkrachten en assistenten die nu een digitaal schoolbord hebben, gebruiken het bord vooral bij de vakken rekenen, taal en wereldoriëntatie. iv

Ict in verband met een beperking. Ict wordt veelvuldig ingezet in verband met de beperking van de leerling. Deze aanpassingen vraagt de ictcoördinator aan bij het computeradviesteam (CAT) of schaffen de ouders aan. Leerlingen met een motorische beperking of cognitieve stoornis maken veelvuldig gebruik van Alphasmarts. De leerlingen met meervoudige beperkingen maken gebruik van spraakcomputers en aangepaste eenknopssoftware, die ze in sommige gevallen met de hoofdsteun van hun rolstoel bedienen. Contact met ouders. Het blijkt dat er weinig contact is tussen de ouders en de school. Scholen zetten ict op dit moment nog niet in, door e-mail of een website, om dit contact te verbeteren. Verschillende scholen zijn wel van plan om ouders in de toekomst door een website te informeren over gebeurtenissen op school. Het komt steeds vaker voor dat leerlingen eigen computers/laptops in de klas gebruiken. Een probleem hierbij is dat deze computers geen toegang hebben tot het netwerk en de printers. Meerwaarde. De meerwaarde van het gebruik van ict in de so-locaties van de onderwijsspecialisten is hoog. De inzet van ict zorgt bij veel leerlingen voor een verbetering op cognitief en sociaal-emotioneel niveau. Volgens de leerkrachten en assistenten hebben de leerlingen vooral baat bij het gebruik van ict omdat ze op hun eigen tempo en niveau kunnen werken, zich beter kunnen concentreren op de leerstof, zich af en toe ontspannen, leerstof beter opnemen en een rijkere leeromgeving hebben. Het gebruik van ict bij het leesprogramma zorgt ervoor dat leerlingen de woorden niet alleen zien, maar tegelijkertijd ook horen. Deze aanvulling draagt bij aan een grotere woordenschat. Leerlingen met een motorische beperking hebben vaak moeite met schrijven. Dankzij het gebruik van een Alphasmart kunnen ze zich concentreren op de taak, zoals een dictee, in plaats van de techniek van het schrijven. Hierdoor krijgen leerkrachten een veel duidelijker beeld van de potentie van hun leerlingen. De inzet van eenknopssoftware bij de allerzwakste is van groot belang voor de sociaal-emotionele ontwikkeling. Door het gebruik van aangepaste muizen of hun hoofdsteun kunnen ze zelfstandig het programma sturen. Ze kunnen door de inzet van ict een succeservaring beleven, die ze anders niet snel zouden ervaren. Door de grote cognitieve verschillen in de klas is het van belang dat iedereen op zijn eigen niveau en tempo leerstof kan oefenen. De software zorgt voor een enorme variëteit aan beschikbare niveaus voor de leerlingen. Aanbevelingen. Ict wordt dus veel ingezet en zorgt ook voor meerwaarde. Hoewel sommige scholen al ver zijn in de integratie van ict in het speciaal onderwijs, is het gebruik nog (lang) niet optimaal. Stichting Kennisnet heeft een klassering voor scholen die ict gebruiken bij het lesgeven: ongecoördineerd, gecoördineerde voorzieningen, gecoördineerde visie en geïntegreerde v

leeromgeving. De scholen onder de Onderwijsspecialisten vallen nu in de categorie scholen met gecoördineerde voorzieningen (de school heeft een ictcoördinator voor ict-voorzieningen en leraren kiezen meestal zelf voor welke leerstof en op welke manier ict wordt gebruikt bij het lesgeven). Wij zijn echter van mening dat de scholen met een paar aanpassingen in de inzet van de coördinerend ict er en de ict-coördinatoren binnen afzienbare tijd in de categorie gecoördineerde visie (voor het merendeel van de leerstofonderdelen zijn binnen de scholen afspraken gemaakt over de didactische inzet van ict. Het wordt belangrijk gevonden dat alle leraren zich aan deze afspraken houden) thuis hoort. Ict zou meer rendement kunnen krijgen als de ondersteuning sterker wordt ingezet. De rol en de positie van de coördinerend ict er en de ictcoördinatoren moet veranderen. De ict-coördinatoren moeten niet meer alleen decentraal binnen een eigen school handelen maar zich daarnaast ook gezamenlijk ontwikkelen tot centrale kenniskring waarin ze samen overleggen, doelstellingen bepalen en uitvoeren. De coördinerend ict er zou deze kenniskring moeten sturen door duidelijke afspraken te maken en deze vast te leggen, planningen te toetsen en samen met de ict-coördinatoren duidelijk beleid uit te zetten. vi

Inhoud Managementsamenvatting iv 1 Achtergronden, aanleiding en opzet onderzoek 1 1.1 De Onderwijsspecialisten 1 1.2 Aanleiding voor een onderzoek 6 1.3 Onderzoeksaspecten 6 1.4 Onderzoeksuitvoering 7 2 De randvoorwaarden en mogelijke verbeteringen daarin 10 2.1 Beleid over een aantal randvoorwaarden voor het gebruik van ict 10 2.2 De randvoorwaarden en mogelijke verbeteringen in de klas 11 2.3 Samenvatting 20 3 Het didactische gebruik in de klas 22 3.1 Beleid over het didactisch gebruik van ict in de klas 22 3.2 Het didactisch gebruik van ict in de klas; de praktijk 23 3.3 Samenvatting 32 4 Het specifieke gebruik van ict in verband met de beperking van de leerlingen 33 4.1 Beleid over het gebruik van ict in verband met de beperking van de leerling 33 4.2 Het gebruik van ict in verband met de beperking van de leerling in de klas 33 4.3 Samenvatting 39 5 Het gebruik van ict thuis en contacten tussen school en ouders 40 5.1 Beleid over het gebruik van ict thuis en contacten tussen school en ouders 40 5.2 Het gebruik van ict thuis en contacten tussen school en ouders 40 5.3 Samenvatting 44 6 De gepercipieerde effecten van ict voor leerlingen en de meerwaarde van ict 46 6.1 Beleid over de gepercipieerde effecten van ict voor leerlingen en de meerwaarde van ict 46 6.2 De gepercipieerde effecten van ict voor leerlingen en de meerwaarde van ict in de klas 46 6.3 Samenvatting 50 7 Conclusie 51 Literatuurlijst 57 Vragenlijst 58 vii

1 Achtergronden, aanleiding en opzet onderzoek 1.1 De Onderwijsspecialisten De Stichting De Onderwijsspecialisten in Arnhem vormt het bevoegd gezag van 13 scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs ((v)so) in Gelderland. De scholen verzorgen het onderwijs voor ruim 1600 cluster-3 leerlingen en daarnaast zijn er nog ongeveer 1000 leerlingen in ambulante begeleiding. Daartoe behoren de vestigingen van de scholengemeenschap Mariëndael met scholen voor speciaal onderwijs in Arnhem, Didam, Doetinchem en Apeldoorn die al in de jaren 90 zijn samengegaan. Het aantal scholen onder de Onderwijsspecialisten is in de periode 2006-2008 uitgebreid met (v)so-scholen in Ede, Deventer, Zutphen, Lichtenvoorde en Aalten. In totaal zijn er binnen De Onderwijsspecialisten 3 so-scholen met 5 locaties, 7 so-vso scholen, 2 vso scholen en 1 vo-school. De Onderwijsspecialisten werken met nog 6 andere cluster-3 scholen samen rol in het REC Groot Gelre. Voor het onderhavige onderzoek zijn alleen de so-scholen van belang. Deze scholen verzorgen speciaal onderwijs aan leerlingen met lichamelijke, verstandelijke en/of meervoudige beperkingen (cluster 3). In Tabel 1.1 zijn de so-scholen nader beschreven. Tabel 1.1 Overzicht deelnemende scholen School aantal so-leerlingen aantal groepen aantal personeel leerlingen indeling van groepen De Linde, te Deventer 48 6 7 leraren 5 assistenten ZMLK en MG leeftijd en ontwikkellijn Christoffelschool, te Didam 125 12 16 leraren 18 assistenten ZMLK leeftijd De Wegwijzer, te Ede 70 8 10 leraren 11 assistenten ZMLK en MG leeftijd Mariëndael, locatie Arnhem 220 25 60 leraren 50 assistenten LG, MG, LDK, ZML leer- en ontwikkellijn Mariëndael, locatie Apeldoorn 75 10 18 leraren 15 assistenten LG, MG, LDK leer- en ontwikkellijn Mariëndael, locatie Doetinchem 30 4 7 leraren 8 assistenten LG, MG, LDK leeftijd en ontwikkellijn 1

Het ict-gebruik Het ict-gebruik binnen de Onderwijsspecialisten kent een lange historie, vooral binnen de scholen van de SG Mariëndael. Rond 1985 hebben computers hun intrede gedaan in de scholen. Het ging hierbij vooral om Mac s. De scholen waren hiermee los van elkaar bezig. Met de komst van een centrale directie voor de SG Mariëndael is een beleid in gang gezet om ict centraal op te pakken. Als uitvloeisel hiervan is op centraal niveau in 1997 een dienst automatisering opgezet met daarin netwerkbeheerders en systeembeheerders. Tevens is de functie van coördinerend ict-er in het leven geroepen. Het centrale ict-beleid kreeg zijn neerslag in het beleidsplan Mariëndael on Line, dat in 2000 klaar was. Uitgangspunt voor het plan was de doelstelling van Mariëndael om het onderwijs af te stemmen op de wensen, behoeften en mogelijkheden van de kinderen. Het gebruik van een computer zou leerlingen met een beperking extra mogelijkheden bieden. Belangrijk onderdeel van het beleidsplan was dat alle scholen een netwerk kregen, een aansluiting op internet, e-mail en goede basisvoorzieningen. Alle scholen kregen de beschikking over tijd voor een ict-coördinator, gebaseerd op het aantal groepen binnen de school met als regel 1 dagdeel per 4 groepen, en over 2 pc s per groep, voorzien van een geluidskaart, boxen en koptelefoons. Verder had elke locatie extra voorzieningen als aangepaste muizen en toetsenborden. In 2002/2003 was dit plan gerealiseerd. In 2004 is een vervolgplan opgesteld waarin voor de periode 2004-2008 doelen werden geformuleerd uitgaande van het standpunt dat ICT een van de speerpunten binnen de scholen is. Het plan is mede gebaseerd op lokale beleidsplannen, die uiteraard ook weer voortbouwen op het centrale beleidsplan. De doelen voor 2004-2008 hebben onder andere betrekking op: Het ict-gebruik op een onderwijsinhoudelijk beter niveau te brengen zodat het bij alle vakken een vast onderdeel wordt van het lesprogramma. Computergebruik nog meer integreren in de dagelijkse gang van zaken. Aanvragen van ict-hulpmiddelen voor individuele leerlingen te stroomlijnen. Ict gebruiken voor betere en snellere communicatie. Het personeel op ict-gebied verder te scholen. Dit plan bouwde voort op de ervaringen van de jaren ervoor, waarin gebleken was dat het om kunnen gaan met een computer voor de leerlingen voordelen op kon leveren voor de persoonlijke ontwikkeling op cognitief gebied, op communicatief gebied en op het gebied van de zelfredzaamheid. Daarnaast gold ook dat een computer een belangrijk hulpmiddel is bij een verdere maatschappelijke integratie, zowel sociaal als arbeidsmatig. Het vervolgplan geeft als extra mogelijkheden van de ict-inzet voor leerlingen met een beperking: 2

Leerlingen die door hun beperking niet kunnen schrijven of lezen, kunnen vaak met een toetsenbord of met een speciale (muis)aanpassing wel tekstverwerken. Nieuwe ontwikkelingen als spraakherkenning en screen-readers kunnen hier ook aan bijdragen. Leerlingen met een verstandelijke beperking hebben bij het aanleren van de leerstof baat bij regelmatige oefening en herhaling. Met verschillende soorten didactische software blijft het leren aantrekkelijk en zijn er meer mogelijkheden om de leerstof te laten beklijven. Het gebruik van computers kan bij leerlingen zorgen voor extra succeservaringen. Veel dingen die moeilijk zijn of steeds mislukken door de belemmeringen die de lichamelijke, verstandelijke of meervoudige beperking met zich meebrengt, kunnen met behulp van een computer toch tot een succeservaring leiden. Door de beschikking over een pc kan een aantal leerlingen zelfstandig hun huiswerk maken en zijn ze hierbij niet (meer) afhankelijk van anderen. Het gebruik van de pc stimuleert het zelfstandig leren zoals dit beschreven wordt in de nieuwe onderwijskundige ontwikkelingen binnen het (voortgezet) onderwijs. (bron: ICT-beleidsplan 2004-2008, pag. 5) Computer Advies Team (CAT) Een belangrijke rol is ook toebedeeld aan het CAT. Dit team is voortgekomen uit Xidis, een expertisecentrum voor ict en handicap. Het CAT is ontstaan binnen het REC Groot Gelre 1. Het team bestaat o.a. uit een ergotherapeut en een ict-er. Het CAT doet een assessment bij de kinderen en kijkt welke aanpassingen nodig zijn. Mogelijke aanpassingen zijn aangepaste hardware (aangepaste muis, toetsenbord, Alphasmart, spraakcomputer, touch screen e.d.), aangepaste software en aangepast meubilair. Tevens adviseert het team aan leerling, leerkracht en ouders hoe ze om moeten gaan met deze aanpassingen in het onderwijs en eventueel in de thuissituatie. Deze middelen worden deels vanuit een depot beschikbaar gesteld en deels door de scholen aangeschaft. Uitgangspunt is dat computergebruik juist voor kinderen met een lichamelijke, verstandelijke of meervoudige beperking een grote meerwaarde kan hebben. In principe beoordeelt het CAT alle nieuwe leerlingen op de behoefte aan noodzakelijke aanpassingen. Aanvragen lopen via de ict-coördinator. 1 Het REC Groot Gelre is een samenwerkingsverband van bijna 20 cluster-3-scholen voor speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs in de regio Gelderland. Al deze scholen zijn in 2002 op ict-gebied ondersteund door de coördinerend ict-er van Mariëndael. De ictcoördinatoren van al deze scholen hebben een opleiding van een jaar gehad waardoor ze een redelijk ict-niveau hebben bereikt. In totaal 13 van deze scholen vallen onder de Onderwijsspecialisten. 3

Centrale ict-organisatie De dienst automatisering bestond bij de oprichting uit een systeembeheerder en een hoofd. In de loop der jaren is het aantal systeembeheerders uitgebreid. Op dit moment bestaat de dienst naast het hoofd, uit vier systeembeheerders, een technisch vakman, een netwerkbeheerder en een planner. Belangrijke reden voor de groei is dat ze inmiddels voor 16 locaties werken. De systeembeheerders werken centraal en projectmatig met een service- en helpdesk. Elk van de locaties heeft recht op een vast aantal uren systeembeheer op basis van het aantal groepen. De ict-coördinator geeft storingen et cetera aan de helpdesk door, de planner maakt vervolgens de planning. Software wordt nu nog decentraal geïnstalleerd. Scholen kunnen zelf geen software installeren. Het is de bedoeling om in de toekomst dat zoveel mogelijk centraal te regelen. Voor de leiding van de ict-voorzieningen is bij de voorbereiding van Mariëndael on line de functie van coördinerend ict-er in het leven geroepen. Daarnaast is een dienst automatisering ingericht en hebben de scholen ruimte gekregen voor lokale ict-coördinatoren. Binnen de centrale directie heeft de directeur centrale diensten ict in zijn portefeuille. De verschillende functionarissen overleggen periodiek ter afstemming van zaken. Tot de taken van de coördinerend ict-er behoren onder andere: Opzet van het centrale ict-beleidsplan; Ontdekken van nieuwe ontwikkelingen/kansen; Intermediair tussen centrale dienst en lokale voorzieningen; Afstemmen van het lokale ict-beleid; Coördinatie van externe projecten; Het verrichten van ict-werkzaamheden voor het REC Groot Gelre 2. De verantwoordelijkheden van de lokale ict-coördinator zijn onder meer: Voorstellen doen aan sectorleiding op gebied van implementatie ict binnen het onderwijsproces; Een jaarplan opstellen en een begroting; Initiëren van ict-beleid op locatie; Coördinerende rol bij aanschaf onderwijsinhoudelijke software en aangepaste hardware; Verzorging algemene scholing personeel op locatie; Leerkrachten adviseren in het gebruik van de pc in de klas. 2 Sinds het najaar van 2001 is geprobeerd binnen het REC Groot Gelre de ict een impuls te geven. De coördinerend ict-er van Mariëndael trad tevens op als ict-coördinator binnen het REC en gaf leiding aan een werkgroep ict. Dit heeft geresulteerd in een ict-beleidsplan REC Groot Gelre, maart 2003. 4

In totaal zijn voor de zes so-scholen voor ongeveer twee fte ict-coördinatoren benoemd. Aan de ict-coördinatoren worden zware eisen gesteld. Om deze verantwoordelijkheden te kunnen realiseren, krijgen ze een opleiding aangeboden. Een belangrijke verandering in de loop van het schooljaar 2007/2008 was het uitvallen van een fulltime coördinator die op meerdere scholen zijn diensten verleende en op die manier ook over scholen heen een belangrijke coördinerende functie had. Op dit moment hebben de zes so-scholen allemaal een of twee personen met in hun takenpakket ict-coördinatie. Investeringen en financiering De afgelopen jaren is door de Onderwijsspecialisten veel geïnvesteerd in ict. Naast de personele kosten voor de verschillende ict-functionarissen, is veel geld uitgegeven voor de infrastructuur. Deels is dat bekostigd uit externe fondsen, deels uit doelsubsidies van OCW en voor een groot deel uit de eigen reserves. Zo is er naar schatting voor een bedrag van 1.000.000 uitgegeven aan de infrastructuur, hard- en software, eenzelfde bedrag voor aanleg voor een glasvezelnet en onlangs ongeveer 250.000 voor de aanschaf van 80 digitale schoolborden, nadat eerder in 2007 een experiment met 6 van start was gegaan en hiermee positieve ervaringen waren opgedaan. Financiering hiervan is vanuit de eigen reserves gedaan. Er wordt gewerkt aan de ontwikkeling van een leerlingvolgsysteem MLS en van een elektronische leeromgeving. De opzet van een gezamenlijke website behoort ook tot de geplande activiteiten. De ict-kosten in het so zijn beduidend hoger dan in het gewone basisonderwijs aangezien veel aangepaste hardware, software en meubilair nodig is. De uitgaven voor ict die de Onderwijsspecialisten de afgelopen jaren hebben gedaan, bedragen een veelvoud van de rijksvergoeding. Scholen nemen de kosten van software en hardware in hun eigen schoolbegrotingen mee. Een belangrijk deel van het budget voor leermiddelen gaat hieraan op. Scholing Scholing op het gebied van ict is door de centrale directie tot een verplicht onderdeel van het scholingsplan gemaakt. Opdat het onderwijzend personeel met computers kan werken, hebben alle personeelleden een verplichte ictbasisscholing doorlopen. De scholing omvat Windows, Word en Outlook. Deze scholing vond plaats gedurende zes bijeenkomsten van twee uur. Ze werd afgesloten met een certificaat. De ict-coördinatoren vormen een belangrijke schakel in het scholingsgebeuren. Zij inventariseren lokaal de behoeften, geven de cursus, maar begeleiden ook mensen op de werkplek. Naast onderwijzend personeel worden ook leerlingen geschoold in ict-vaardigheden. Er zijn bijvoorbeeld bijeenkomsten georganiseerd over veilig internetten van de stichting KOEI (www.stichtingkoei.nl). 5

In verband met de invoering van de digitale schoolborden zijn op beperkte schaal knoppencursussen verzorgd. Het is de bedoeling dat voor het schooljaar 2008/2009, nu op grote schaal dergelijke borden zijn geïnstalleerd, de scholing wordt verbreed. Een van de ict-coördinatoren heeft daarvoor extra ruimte gekregen. Deze scholing zal zich vooral richten op de ict-coördinatoren vanuit het idee dat zij op de locaties verantwoordelijk zijn voor de scholing en op locatie de scholing voor het gebruik van digitale schoolborden voor hun rekening zullen nemen. Centraal-decentraal Ondanks de centrale aansturing wat betreft ict, blijven de scholen/locaties uiteindelijk verantwoordelijk voor het beleid op de eigen locatie. 1.2 Aanleiding voor een onderzoek Ict wordt binnen het speciaal onderwijs op tal van manieren toegepast. Het is echter vaak onduidelijk wat de feitelijke meerwaarde van het gebruik van ict is boven een situatie waarin geen ict wordt ingezet, of wat de meerwaarde is van innovatieve benaderingen ten opzichte van een traditionele aanpak. Kennisnet is geïnteresseerd in het rendement van het gebruik van ict in het onderwijs en subsidieert onderzoek op dat terrein. De stichting De Onderwijsspecialisten is geïnteresseerd in de meerwaarde van ict voor leerlingen uit cluster 3 en in het rendement van de gedane investeringen in ict en de daarmee samenhangende ondersteuning. Vanwege deze interesse hebben de Onderwijsspecialisten gebruik gemaakt van de door Kennisnet geboden mogelijkheden een onderzoek te laten financieren. 1.3 Onderzoeksaspecten Doel van dit onderzoek is het rendement achterhalen van het gebruik van ict in het onderwijs aan leerlingen in cluster 3 so-locaties die onder de Onderwijsspecialisten vallen. Het rendement van ict in het onderwijs is niet eenvoudig te meten. Bij een onderzoek Rendement van ict in het vmbo (2007) is rendement gedefinieerd als: de mate waarin ict-gebruik bijdraagt aan aantrekkelijker onderwijs voor leerlingen en passend is voor de onderwijsdoelen. De vraag of onderwijs met ict (kosten) efficiënter is dan onderwijs zonder ict, blijft hierdoor buiten beschouwing. Wij hanteren bij dit onderzoek dezelfde definitie. Als doelen gaan we uit van de doelen die De Onderwijsspecialisten in hun plannen omschrijven. 6

Rendement kan men niet los zien van het feitelijke gebruik van ict en de randvoorwaarden 3 waarbinnen dit gebruik plaats vindt. In het onderzoek komen daarom de volgende kernaspecten aan bod: De mate waarin wordt voldaan aan een aantal randvoorwaarden en mogelijke verbeteringen daarin; Het didactisch gebruik van ict door leerkrachten; Het specifieke gebruik van ict in verband met de beperking van de leerlingen; Het gebruik van ict door leerlingen thuis, contacten tussen school en ouders én functie van ict; De gepercipieerde effecten van ict voor leerlingen en de meerwaarde van ict. 1.4 Onderzoeksuitvoering Het onderzoek is opgebouwd uit drie verschillende fasen. De vijf kernaspecten zullen we aan de hand van een vast stramien behandelen. We kijken of het beleid aandacht besteed aan het kernaspect. Hierbij maken we gebruik van: de vraaggesprekken met de ict-coördinatoren en schoolleiding; het ICT Beleidsplan 2004-2008 van Mariëndael; het Beleidsplan Dienst Automatisering; het ICT beleidsplan REC Groot Gelre; waar mogelijk de ict-plannen van de verschillende scholen. Vervolgens bespreken we hoe het kernaspect terug zien tijdens de klassenobservatie en in de resultaten uit de vragenlijst. Internetvragenlijst personeel Er hebben 59 personeelsleden, na rappellering, deelgenomen aan de digitale vragenlijst. De respondenten zijn voornamelijk leerkracht (32) of klassenassistent (22) en een enkeling onderwijsassistent (5). Het aantal respondenten per school varieert van 3 tot 26. De aantallen zijn te laag om naar locatie uit te splitsen. 3 Volgens Kennisnet (2008) zijn deze randvoorwaarden: visie, deskundigheid, digitaal leermateriaal en infrastructuur. 7

Tabel 1.2 Aantal klassenbezoeken en respondenten per locatie locatie aantal leerkrachten vragenlijst aantal assistenten vragenlijst totaal respondenten vragenlijst aantal klassenbezoeken De Linde, te Deventer 3 7 10 4 Christoffelschool, te Didam 1 2 3 9 De Wegwijzer, te Ede 3 1 4 4 Mariëndael, locatie Arnhem 15 11 26 6 Mariëndael, locatie Apeldoorn 8 5 13 4 Mariëndael, locatie Doetinchem 2 1 3 4 totaal 32 27 59 31 Driekwart van de respondenten werkt parttime en 90 procent van de respondenten is vrouw. Ongeveer tweederde van de respondenten (69%) heeft leerlingen in de klas met meervoudige beperkingen en eenderde heeft (daarnaast) leerlingen in de klas met een lichamelijke beperking (zie Tabel 1.3). Tabel.1.3 - Samenstelling van de klas van de leerkrachten en assistenten leerlingen met een beperking in de klas leeftijd van de leerlingen in de klas leerlingen met een lichamelijke beperking 34% 5 jaar of jonger 20% leerlingen met meervoudige beperkingen 69% 6 tot 8 jaar 51% zeer moeilijk lerende kinderen 42% 9 tot 10 jaar 44% angdurig zieke kinderen 12% 11 tot 13 jaar 44% Sommige leerkrachten en assistenten hebben leerlingen in de klas met verschillende beperkingen. Het komt voor dat een leerling met een lichamelijke beperking in dezelfde klas zit als leerling met een meervoudige beperking. Ongeveer 60 procent van de leerkrachten en assistenten geeft les aan één specifieke groep leerlingen (dus bijvoorbeeld alleen aan zeer moeilijk lerende kinderen of alleen aan leerlingen tussen de 9 en 10 jaar). Door de lage respons kunnen we in de analyse geen uitsplitsing maken naar leerkrachten/assistenten die aan een specifieke groep leerlingen les geeft. 8

Leeswijzer In de beschrijving van de resultaten hebben we er voor gekozen om niet de individuele scholen te beschrijven, maar een overall beeld te geven, waarin uiteraard waarnemingen van individuele scholen een rol spelen. Deze scholen noemen we niet met naam. Bij de analyses is gekeken naar eventuele samenhangen met leeftijd en andere achtergrondkenmerken. Daar waar een verschil is geconstateerd, maken we er melding van. De opbouw van de rapportage is dat eerst aandacht wordt geschonken aan de randvoorwaarden (hoofdstuk 2), vervolgens aan de didactische inzet van ict (hoofdstuk 3), gevolgd door het specifieke gebruik van ict in verband met de beperking (hoofdstuk 4), het gebruik van ict thuis en contacten tussen school en ouders komt in hoofdstuk 5 aan bod. Hoofdstuk 6 beschrijft de gepercipieerde effecten van het gebruik van ict. We beëindigen het rapport met een discussie. 9

2 De randvoorwaarden en mogelijke verbeteringen daarin 2.1 Beleid over een aantal randvoorwaarden voor het gebruik van ict Beleid infrastructuur en meubilair Er is bij de scholen van De Onderwijsspecialisten de afgelopen jaren veel tijd en kosten geïnvesteerd in de ict-infrastructuur, met zoals we in het vorige hoofdstuk hebben gezien een aantal duidelijke beleidsdoelstellingen. Leerlingen en personeel moeten gebruik kunnen maken van een modern netwerk met internet, e-mail en veel educatieve software. Per klas zijn twee computers beschikbaar gesteld die zijn aangesloten op het netwerk. Gemiddeld is er daarmee voor elke vier à vijf leerlingen een computer beschikbaar. Waar nodig moeten er aangepaste hulpmiddelen zijn. De locaties streven naar een ergonomisch verantwoorde houding achter de computers. Daarom gebruiken scholen, in meer of mindere mate, in hoogte verstelbare tafels en/of stoelen. Het computeradviesteam (CAT) adviseert over eventuele benodigde aanpassingen. Recente ontwikkeling is de binnenkomst van de digitale schoolborden. In eerste instantie als pilot met een beperkt aantal, maar voor het komende schooljaar op grote schaal. Inzet systeembeheerder en ict-coördinator De systeembeheerders werken vanuit een centraal punt en komen volgens een vast rooster op de scholen. Storingen worden centraal bij voorkeur via de ict-coördinator gemeld, de planner pakt de melding op en maakt een planning voor de desbetreffende school. Algemene en/of specifieke vragen mogen maximaal twee weken open staan voordat ze zijn beantwoord. Als een leraar of de schoolleiding door een technische storing niet kan werken, moet de storing binnen 24 uur verholpen zijn. De geplande formatie varieert van een dag per twee weken tot een dag per week. Hoe de school de uren systeembeheer inzet, wordt op schoolniveau afgesproken met de ict-coördinator. Elke school heeft de beschikking over formatie voor ict-coördinator. Deze werkt meestal al binnen de eigen school. Het betreft hier leerkrachten met affiniteit voor ict die daarnaast in deeltijd de rol vervullen van ict-coördinator. In principe hebben ze allemaal een opleiding gevolgd voor gecertificeerde ictcoördinator, verzorgt door het advies- en trainingsbureaus ICT&E. De opleiding richt zich op ondersteuning van (onderwijskundige)organisaties bij de implementatie van ict. De formatie van de ict-coördinator op een school varieert van een halve dag per week tot twee dagen per week, afhankelijk van 10

het aantal groepen in de locatie. Aan de taken die een ict-coördinator vervuld is in hoofdstuk 1 aandacht besteed. Ondersteuning/ scholing bij gebruik van ict Een van de belangrijkste taken van de ict-coördinator is de leerkrachten en assistenten ondersteunen bij het gebruik van ict. De ondersteuning gebeurt in de vorm van (lokale) trainingen en individuele begeleiding bij vragen. Leerkrachten en assistenten krijgen zowel technische als onderwijskundige ondersteuning bij het gebruik van ict. Alle scholen hebben hun personeel een aantal jaar geleden verplicht tot het behalen van een digitaal rijbewijs. Bijna al het onderwijzend personeel heeft deze cursus inmiddels met succes afgerond. Nieuw personeel dat net hun opleiding heeft afgerond, is niet verplicht tot deze cursus omdat zij al over voldoende ict-vaardigheden beschikken. Verder door een informatiemap die door ict-coördinatoren is samengesteld. De leerkrachten en assistenten van de locaties onder Mariëndael hebben allemaal een informatiemap in de klas met technische en onderwijskundige ondersteuning voor hardware en software. In deze map wordt er, naast algemene uitleg over de pc en randapparatuur, uitgebreid aandacht besteed aan de software. De educatieve programma s worden behandeld met vermelding van: korte omschrijving, doel, vereiste kennis, starten en inhoud. Kennis(deling) bij gebruik van ict De kennisdeling tussen de ict-coördinator en de leerkrachten is vastgelegd in het beleid. Kennisdeling moet binnen de scholen plaatsvinden via ict-teams waar leerkrachten en ict-coördinator elkaar ontmoeten. De kennisdeling tussen de verschillende ict-coördinatoren van Mariëndael beperkt zich tot georganiseerde bijeenkomsten met de coördinerend ict er. 2.2 De randvoorwaarden en mogelijke verbeteringen in de klas Infrastructuur en meubilair in de klas In de meeste klassen treffen we tijdens de klassenbezoeken inderdaad twee functionerende computers aan. De meeste klassen zijn voorzien van aangepaste hulpmiddelen, zoals toetsenborden, muizen en Alphasmarts. In één klas staat bewust geen computer omdat de leerkracht de groep leerlingen niet geschikt acht voor het werken met een computer en bij twee klassen is (een van) de computer(s) al weken kapot. De leerkracht die in de klas staat zonder computer is van mening dat een computer te kwetsbaar is voor haar leerlingen. Ze bleek niet bekend met de mogelijkheden voor aangepaste muizen en toetsenborden. 11

Op een van de scholen had men de beschikking over een computerlokaal waardoor een groep kinderen tegelijkertijd achter de pc kon werken aan, in dit geval taal/leesoefeningen, en dat allemaal op hun eigen niveau. Een andere school heeft naast de computers in de klas, ook computers op de gang staan Deze zijn weliswaar niet op het netwerk aangesloten. De systeembeheerders zijn niet verantwoordelijk voor het onderhoud van deze computers. Door de plaatsing op de gang kunnen verschillende groepen er bij toerbeurt gebruik van maken. Op een aantal scholen heeft men een computer in een apart kamertje staan die bijvoorbeeld de logopedist gebruikt, of om kinderen in een rustige omgeving met de pc te laten werken. Tijdens de gesprekken met de schoolleiding en ict-coördinatoren blijkt dat één school lang heeft moeten wachten op de installatie van de computers. Hierop moest een image geplaatst worden maar doordat de systeembeheerder slechts een dag per week beschikbaar was en ook andere dingen moest doen, bleef de installatie liggen. De meeste klassen hebben in hoogte verstelbaar meubilair maar dat is lang niet overal het geval. Vooral bij niet-verstelbaar meubilair nemen leerlingen snel een ongezonde houding aan als ze achter de computer werken. Het personeel wijst leerlingen er tijdens de bezoeken niet op dat ze hun houding aan moeten passen. Op alle scholen was minstens één digitaal schoolbord aanwezig. Op één school troffen we er twee aan, waarvan één in de personeelskamer. Ten tijde van de schoolbezoeken werden de nieuwe digitale schoolborden afgeleverd. Over het algemeen is men binnen de scholen tevreden over de aanwezige infrastructuur. Tevredenheid met de ondersteuning Leerkrachten en assistenten kunnen bij het gebruik van ict, zowel technische als onderwijskundige ondersteuning vragen. Minder dan de helft van de leerkrachten en assistenten is tevreden over zowel de technische als de onderwijskundige ondersteuning bij het gebruik van ict (zie Figuur 2.1.) De assistenten zijn in hogere mate tevreden met zowel de technische als de onderwijskundige ondersteuning dan de leerkrachten. Tijdens de bezoeken blijkt dat veel leerkrachten en assistenten niet op de hoogte zijn van het bestaan van de informatiemap die in hun klas staat. Er zijn maar weinig leerkrachten die aangeven dat ze veel steun hebben aan deze map. De meeste leerkrachten zijn, ondanks deze map, van mening dat ze zelf uit moeten zoeken hoe een programma werkt en voor welke leerlingen de computer ingezet zou kunnen worden. Niet al het onderwijzend personeel heeft naar eigen zeggen voldoende tijd beschikbaar om zelf programma s uit te proberen. 12

Leerkrachten en assistenten hebben behoefte aan informatie over de basisprogramma s die verbonden zijn aan de methodes waar ze in de klas mee werken. Het gaat hierbij niet zozeer om de hoeveelheid informatie, maar vooral de manier waarop. Ze willen geen dikke handleidingen, maar demonstraties tijdens een teamoverleg. Het gaat hier vooral om technische ondersteuning van een programma, maar in een enkel geval ook om onderwijskundige ondersteuning. De leerkrachten met affiniteit voor ict zijn vaak meer bedreven in het uittesten van de verschillende software. Deze groep heeft behoefte aan meer kennis over de software die er wereldwijd beschikbaar is en eventueel geschikt zou zijn voor hun groep. Figuur 2.1 Tevredenheid met ondersteuning bij gebruik ict leraren 100% 80% 60% 52% 40% 37% 33% 40% 20% 0% 3% 5% ontevreden 10% beetje ontevreden 20% beetje tevreden tevreden 0% 0% geen ondersteuning aanwezig technische ondersteuning onderwijskundige ondersteuning assistenten 100% 80% 60% 40% 20% 0% 7% 0% ontevreden 17% 10% beetje ontevreden 27% 38% beetje tevreden 52% 47% tevreden 3% 0% geen ondersteuning aanwezig technische ondersteuning onderwijskundige ondersteuning 13

Leerkrachten en assistenten die (een beetje) ontevreden zijn over de technische ondersteuning, klagen vooral over de technische helpdesk. Het komt nu wel eens voor dat ze weken moeten wachten op hulp van de technische helpdesk. Omdat ze niets horen is de voortgang van de klacht / vraag meestal niet duidelijk en weten ze ook niet waarom ze soms weken op een oplossing of antwoord moeten wachten. De systeembeheerder komt wel bij alle scholen periodiek langs, maar hij heeft op dat moment niet altijd tijd om de klacht op te lossen omdat er andere taken voor hem klaar liggen. Behoefte aan ondersteuning van ict-gebruik in het onderwijs voor het komende schooljaar De leerkrachten en assistenten konden uit een lijst van elf ondersteuningsacties maximaal drie acties aankruisen waar ze het komende schooljaar het meeste behoefte aan hebben. De leerkrachten hopen in het schooljaar 2008/2009 vooral ondersteuning te krijgen in software die gekoppeld is aan de leerlijnen (zie Tabel 2.1 14

Tabel.). De schoolleiding en ict-coördinatoren geven aan dat ze zich volgend jaar ook inderdaad gaan richten op deze koppeling. Zowel de leerkrachten als de assistenten geven ook aan dat er be hoefte is aan directe deskundige hulp als de computers of het netwerk hapere n. Ze willen niet lang wachten op een technische helpdesk of systeembeheerder, maar het liefst directe hulp. 15

Tabel.2.1 - Behoefte aan ondersteuning schooljaar 2008/2009 behoefte aan ondersteuning leerkrachten behoefte aan ondersteuning assistenten 1. software die gekoppeld is aan de leerlijnen 2. directe deskundig hulp als computers of netwerk haperen 40% 1. directe deskundig hulp als compu- 38% ters of netwerk haperen 37% 2. extra computers 33% 3. meer bruikbaar lesmateriaal (con- 33% 3. meer bruikbaar lesmateriaal (content) tent) 4. voorlichting over het gebruik van een digitaal schoolbord 29% 33% 4. voorlichting over het gebruik van 29% een digitaal schoolbord 5. handreikingen voor gebruik van 33% 5. handreikingen voor gebruik van computerprogramma s in de les computerprogramma s in de les 6. het digitaal leerlingvolgsysteem 30% 6. computerprogramma s waarmee leerlingen zelfstandig kunnen werken 7. computerprogramma s waarmee leerlingen zelfstandig kunnen werken 8. een verbinding vanuit thuis met de computervoorzieningen op school 9. een door leerkrachten en directie gezamenlijk ontwikkelde visie op ict in het onderwijs 27% 7. cursussen gericht op lesgeven met ict-toepassingen 29% 24% 24% 20% 8. het digitaal leerlingvolgsysteem 19% 17% 9. software die gekoppeld is aan de leerlijnen 10. cursussen gericht op lesgeven 13% 10. een verbinding vanuit thuis met met ict-toepassingen de computervoorzieningen op school 11. extra computers 10% 11. een door leerkrachten en directie gezamenlijk ontwikkelde visie op ict in het onderwijs 19% 14% 0% De leerkrachten die behoefte hebben aan voorlichting over het gebruik van een digitaal schoolbord, zijn deels leerkrachten waarbij op dit moment al een digitaal bord in de klas hangt, maar grotendeels leerkrachten die nu geen digitaal bord hebben, maar er wel graag een willen. Uit de gesprekken blijkt dat bijna alle leerkrachten voor de plaatsing van het digitale bord een knoppencursus hebben gevolgd. Bij één school was de cursus destijds geannuleerd, waardoor de leerkrachten zich zelfstandig het werken met het digitale bord eigen hebben gemaakt. De leerkrachten die al enige tijd werken met het bord, gaat dat meestal goed af. Ze zijn bedreven in het maken van eigen lessen en integreren het gebruik van het bord in hun onderwijs. Opvallend is dat de assistenten aangeven dat er behoefte is aan extra computers, terwijl de leerkrachten hier het minste behoefte aan hebben (zie Tabel 2.1). De leerkrachten hebben tijdens het bezoek aan hun klas ook niet aangegeven dat ze behoefte hebben aan meer computers. 16

Vaardig met ict De leerkrachten beoordelen hun eigen vaardigheid in ict-gebruik meestal tussen basaal en gevorderd. Ze oordelen het meest positief over het gebruik van de computer als didactisch hulpmiddel en het gebruik van educatieve programmatuur (zie Tabel 2.2). Tabel 2.2- Vaardigheid van ict-gebruik bij leerkrachten en assistenten leerkrachten niet basaal gevorderd zeer gevorderd gebruik van de computer als didactisch hulpmiddel 0% 40% 47% 13% organiseren van lessen waar ict wordt gebruikt 3% 63% 27% 7% gebruik van educatieve programmatuur 3% 43% 43% 10% beoordelen van de bruikbaarheid van educatieve programmatuur 7% 37% 47% 10% integreren van ict in uw onderwijs zodanig dat het een meerwaarde heeft 7% 43% 43% 7% assistenten niet basaal gevorderd zeer gevorderd gebruik van de computer als didactisch hulpmiddel 5% 38% 57% 0% organiseren van lessen waar ict wordt gebruikt 33% 38% 29% 0% gebruik van educatieve programmatuur 5% 48% 48% 0% beoordelen van de bruikbaarheid van educatieve programmatuur 5% 76% 19% 0% integreren van ict in uw onderwijs zodanig dat het een meerwaarde heeft 19% 38% 43% 0% De assistenten zeggen van zichzelf ook dat ze vooral gevorderd zijn in het gebruik van de computer als didactische hulpmiddel en het gebruik van educatieve programmatuur. Doordat het takenpakket van de assistent en leerkracht van elkaar verschillen, zijn assistenten niet in al de vormen van ictgebruik net zo bedreven als de leerkrachten. Een deel van de assistenten geeft aan niet vaardig te zijn in het organiseren van lessen waar ict wordt gebruikt (33%) en niet vaardig te zijn in het integreren van ict in hun onder- meerwaarde heeft (19%). De assistent heeft bij ict- wijs zodanig dat het een gebruik een duidelijke begeleidende rol. Hij/zij gaat vaak bij leerlingen zitten die niet geheel zelfstandig achter de computer kunnen werken. De leerkracht bepaalt in grote mate welke programma s ze gebruiken en met welke frequentie ze deze programma s gebruiken. 17

Uit de praktijk blijkt dat de leerkracht en assistent over het algemeen niet betrokken zijn bij de beoordeling van de bruikbaarheid van educatieve pro- Als de leraar of assistent geïnteresseerd is in een educatief pro- grammatuur. gramma vragen ze bij de meeste locaties, volgens de procedure, aan de ict- om onder andere de bruikbaarheid te coördinator beoordelen. Voor zowel de leerkracht en de assistent is er nog (veel) ruimte om zich ver- te ontwikkelen in het gebruik van ict in de klas. Ze maken, vooral in de der hogere meer leergerichte klassen, veel gebruik van de computer. De leerlin- kunnen bijna dagelijks leerstof oefenen met educatieve programma s. In gen de hoogste klassen gebruiken ze internet en MS Word zodat leerlingen leren informatie opzoeken op internet en (korte) verslagen te typen. Ict wordt met deze opdrachten op een nieuwe manier geïntegreerd in het speciaal onder- Tijdens de bezoeken blijkt dat er weinig leerkrachten zijn die hun leerlin- wijs. gen zonder begeleiding toegang tot internet geven. De leerkrachten zijn van mening dat, zonder supervisie, de leerling sneller een spelletje gaat spelen dan werken aan de opdracht. De leerkrachten die hun leerlingen wel zelfstan- laten internetten zijn juist heel enthousiast over de mate van zelfstandig- dig heid en verantwoordelijkheid waarmee de leerlingen aan de slag gaat. Bevordering van deskundigheid Leerkrachten en assistenten hebben verschillende mogelijkheden om hun ict- en kennis over didactische toepassingen van ict te bevor- basisvaardigheden deren. De meest populaire vorm van de deskundigheidsbevordering onder leerkrachten is zelfstudie. Ongeveer tweederde van de leerkrachten heeft in de afgelopen drie jaar deskundigheid op de gebieden ict-basisvaardigheden en didactische toepassingen van ict vergroot door middel van zelfstudie (zie Fi- 2.2). Het beeld dat ontstaat vanuit de vragenlijst komt overeen met het guur beeld uit de praktijk. Bijna alle leerkrachten bevorderen de deskundigheid over het gebruik van ict vooral door het simpelweg te doen. Zo testen ze de educatieve programma s die op hun computer staan, zelf uit om te beoordelen voor welke leerlingen de programma s geschikt zijn. De leerkrachten met een interesse voor ict kunnen hier behoorlijk ver in gaan maar de meeste leerkrachten doen alleen het hoognodige. Vooral als er veel educatieve programma s op de computer staan bekijkt de leraar zonder affiniteit met ict, alleen de educatieve programma s die horen bij methodes die hij/zij in de klas gebruikt. Als gevolg gebruiken deze leraren slechts deel van de educatieve programma s in de klas. 18

Figuur 2.2 - Bevordering deskundigheid gebruik ict leraren 100% 80% 60% 70% 63% 40% 20% 33% 20% 17% 27% 17% 17% 0% cursussen projecten zelfstudie niets ict-basisvaardigheden didactische toepassing van ict assistenten 100% 80% 60% 40% 20% 52% 24% 24% 38% 48% 48% 19% 0% 0% cursussen projecten zelfstudie niets ict-basisvaardigheden didactische toepassing van ict Er zijn meer leerkrachten die een cursus hebben gevolgd voor bevordering van deskundigheid over ict-basisvaardigheden dan voor bevordering van deskundigheid over didactische toepassingen van ict. Dit zijn bijna altijd cursussen die de school organiseert en meestal ook intern verzorgt. Een op de acht leerkrachten heeft de afgelopen drie jaar niets gedaan aan deskundigheidsbevordering voor het gebruik van ict. Dit zijn vooral leerkrachten tussen de twintig en de dertig jaar. Deze jonge en vaak nieuwe leerkrachten hoefden bij veel locaties niet aanwezig te zijn bij bepaalde ictcursussen die voor de oudere leerkracht wel verplicht gesteld waren. 19

Samenwerking met andere leerkrachten Samenwerken met leerkrachten binnen de school gebeurt al op grote schaal (zie Figuur 2.3). Als leerkrachten samenwerken is dat vooral om ideeën en informatie uit te wisselen over vi sie en gebruik van ict. Op basis van de bezoeken gaan we ervan uit dat leerkrachten hierbij het overleg met het team in gedachte hebben. Het teamoverle g is namelijk het enige platform voor leerplek waar ze ideeën over het gebruik van ict krachten dat ze zelf noemen als uitwisselen. Figuur 2.3 - Samenwerking tussen leerkrachten 1 0,8 80% 73% 0,6 50% 0,4 0,2 30% 13% 20% 0 ideeën en informatie uitwisselen over visie en gebruik van ict een onderwijsproject uitvoeren waarbij aandacht is voor gebruik van ict ontwikkeling van kennis en vaardigheden gericht op het gebruik van ict binnen de school leerkrachten van andere scholen Knelpunten bij het gebruik van ict in het onderwijs Leerkrachten en assistenten hebben aangegeven waar ze nog knelpunten ondervinden bij het gebruik van ict. Uit de resultaten van de vragenlijst blijkt dat leerkrachten en assistenten tijdgebrek ervaren als grootste knelpunt voor het gebruik van ict in het onderwijs. Ze zijn van mening dat er geen tijd is om te leren werken met ict (zie Tabel 2.3). De interne technische ondersteuning bij ict-gebruik wordt ook bij deze vraag (zie ook Figuur 2.1) als knelpunt aangemerkt. Een op de drie leerkrachten ziet het gebrek aan beschikbare goede educatieve software als een behoorlijk/groot knelpunt. 20