VERTROUWELIJK Rapport 360 -feedback Dirk Teur Resultatenoverzicht Oktober 2013
Inhoudsopgave 1 Introductie... 3 2 Sterkte / zwakte analyse... 4 3 Score top... 5 4 Prioriteiten... 6 5 Overzicht scores per competentie... 7 5.1 Gericht zijn op het primaire proces... 7 5.2 Organisatie ontwikkeling... 9 5.3 Organisatiebeleid en beheer... 11 5.4 Ondernemerschap... 13 5.5 Zelfsturing... 15 5.6 Intrapersoonlijk competent... 16 5.7 Interpersoonlijk competent... 17 5.8 Aansturen van professionals... 18 2
1 - Introductie Voor u ligt uw persoonlijke (360 graden) feedbackrapport. De antwoorden die u en uw omgeving hebben gegeven in de feedbackronde zijn verwerkt in overzichtelijke grafieken. Met behulp van dit rapport krijgt u inzicht in uw sterke en minder sterke competenties. U ziet verzamelgrafieken om, indien nodig, op details in te gaan. Dit onderzoek via internet werd uitgevoerd met behulp van het informatiesysteem Questiontool dat door Dulmers Management BV in samenwerking met Mirotek voor Scholen met Succes is ontwikkeld. Respons: 22: totaal aantal respondenten 22: aantal respondenten dat geantwoord heeft 0: percentage van respondenten dat geantwoord heeft Respons (%) Alles beantwoord 0 Deels beantwoord 0 Aangemeld, maar niets beantwoord 0 Niet aangemeld 0 0 25 50 75 0 22 respondenten = 0 % 0 respondenten = 0 % 0 respondenten = 0 % 0 respondenten = 0 % Totaal: 22 respondenten (0%) Hierboven ziet u in welke mate de respondenten gereageerd hebben. De resultaten in dit rapport zijn uitsluitend gebaseerd op de antwoorden van respondenten die alle vragen hebben beantwoord. 3
2 - Sterkte / zwakte analyse Hier ziet u een overzicht van uw sterke en minder sterke competenties. Bij elke competentie wordt een score vermeld. Dit is het gemiddelde van de scores van alle respondenten (inclusief uzelf) die hebben meegewerkt aan uw feedbackronde. Zoals u in de onderstaande grafiek kunt zien liggen de gemiddelde scores van de competenties allemaal erg dicht bij elkaar. Dit komt doordat voor de productie van dit voorbeeldrapport de antwoorden op de vragen automatisch zijn gegenereerd. In de realiteit zullen de verschillen tussen de sterke en zwakkere competenties naar verwachting groter zijn. Vervolgens is te lezen welke indicatoren de meeste invloed hebben gehad op de uiteindelijke gemiddelde score van elke competentie. In dit geval is af te lezen dat de hoge gemiddelde score van de competentie "Organisatiebeleid en -beheer" vooral tot stand is gekomen door de hoge waarderingen die u heeft gekregen voor de indicatoren: "Organiseert hulpbronnen en middelen", "Handelt professioneel op basis van relevante wet- en regelgeving" en "Werft de juiste medewerkers". Uw competenties van sterk naar zwak Organisatiebeleid en beheer 75 Zelfsturing 73 Gericht zijn op het primaire proces 73 Ondernemerschap 73 Organisatie ontwikkeling 73 Interpersoonlijk competent 72 Intrapersoonlijk competent 72 Aansturen van professionals 71 25 40 55 70 85 0 Sterke competenties (score 74 of hoger) Competentie Score Organisatiebeleid en beheer Score 75 De volgende indicatoren zijn hier het meest op van invloed geweest: - Organiseert hulpbronnen en middelen (vergoedingen, fondsen, vermogen, subsidies). - Handelt professioneel op basis van relevante wet- en regelgeving (WPO, CAO, etc.). - Werft de juiste medewerkers. Competenties om te verbeteren (score 72 of lager) Competentie Score Interpersoonlijk competent Score 72 De volgende indicatoren zijn hier het meest op van invloed geweest: - Geeft anderen verantwoordelijkheid en vertrouwen en deelt leiderschap. - Confronteert, bemiddelt en geeft of vraagt feedback. Intrapersoonlijk competent Score 72 - Herkent (mogelijke) problemen in een vroeg stadium. - Maakt gebruik van diverse bronnen en informatiekanalen. - Schat juist in wanneer er (onmiddellijke) actie gevraagd wordt. Aansturen van professionals Score 71 - Bevordert teamgeest en samenwerkingsbereidheid. - Spreekt (een groep) medewerkers aan op hun functioneren en hun verantwoordelijkheden. - Werkt competentiegericht. 4
3 - Score top In het onderstaande overzicht ziet u welke vragen gemiddeld het hoogst scoren en welke het laagst. Van zowel de hoogste scores als de laagste is een top gegeven. Uit deze overzichten blijkt dat zes van de tien hoogst scorende indicatoren betrekking hebben op twee competenties, namelijk: "Organisatie ontwikkeling" en "Organisatie beleid en -beheer". Vier van de tien laagst scorende indicatoren vallen onder de competentie "Interpersoonlijk component". De respondenten geven de hoogste waardering aan de indicator: "Doelen, prioriteiten, planning en werkprocedures (vast)stellen". Men is het minst tevreden over de indicator: "Bevorderen van teamgeest en samenwerkingsbereidheid". Score Score 83 Indicatoren met de hoogste score Organisatie ontwikkeling: Stelt doelen, prioriteiten, planning en werkprocedures (vast). Score 83 Organisatiebeleid en beheer: Organiseert onderwijsondersteuning. Score 82 Organisatiebeleid en beheer: Organiseert hulpbronnen en middelen (vergoedingen, fondsen, vermogen, subsidies). Score 82 Interpersoonlijk competent: Bouwt een positieve open sfeer op en bevordert deze. Score 81 Gericht zijn op het primaire proces: Stimuleert, begeleidt en beoordeelt de kwaliteit van het pedagogisch-didactisch, vakinhoudelijk en organisatorisch handelen van leraren, o.a. d.m.v. klassenconsultatie. Score 81 Aansturen van professionals: Bevordert het resultaatgericht werken van (een groep) medewerkers. Score 80 Gericht zijn op het primaire proces: Organiseert een uitdagende en stimulerende leeromgeving. Score 80 Organisatie ontwikkeling: Bewaakt de voortgang van processen en controleert of gemaakte afspraken worden nagekomen. Score 80 Organisatiebeleid en beheer: Stelt een (meerjaren)planning op en bewaakt deze. Score 79 Organisatie ontwikkeling: Stimuleert de ontwikkeling van personeel en organisatie. Score Indicatoren met de laagste score Score 67 Interpersoonlijk competent: Is geïnteresseerd en toont oprechte belangstelling voor de ander. Score 66 Organisatiebeleid en beheer: Budgetteert en beheert taakstellend. Score 66 Zelfsturing: Wil bijdragen aan de ontwikkeling van de beroepsgroep. Score 65 Ondernemerschap: Bevordert de positieve beeldvorming van de organisatie. Score 64 Organisatie ontwikkeling: Betrekt anderen effectief en actief bij besluitvormingsprocessen. Score 64 Intrapersoonlijk competent: Maakt anderen (mede)verantwoordelijk voor de oplossing. Score 64 Interpersoonlijk competent: Geeft anderen verantwoordelijkheid en vertrouwen en deelt leiderschap. Score 64 Interpersoonlijk competent: Confronteert, bemiddelt en geeft of vraagt feedback. Score 63 Organisatie ontwikkeling: Ontwikkelt een gezamenlijk gedragen visie op onderwijs, opvoeding en organisatie en houdt deze levend. Score 61 Aansturen van professionals: Bevordert teamgeest en samenwerkingsbereidheid. 5
4 - Prioriteiten In deze paragraaf staat de score van een competentie uitgezet tegen de mate van relevantie van die competentie. Zo kunt u achterhalen hoe u zich kunt profileren (nl. met de competenties die hoog scoren en relevant zijn), en voor welke competenties extra aandacht nodig is (nl. de competenties die laag scoren en minder relevant zijn). Uitgangspunt is wel dat u aan alle competenties van het competentieprofiel behorende bij uw functie moet voldoen. Het gaat dan ook om nuanceverschillen in relevantie passend bij de situatie waarin u of uw school verkeerd. In de onderstaande prioriteiten-matrix is te zien hoe u zichzelf beoordeelt en hoe relevant u de competenties vindt die u beoordeelt heeft. Vervolgens is te zien hoe het bestuur u heeft beoordeelt en welke mate van relevantie het bestuur aan de competenties hecht. In deze proefrapportage worden slechts twee prioriteiten-matrixen getoond. In de uiteindelijke rapportage zal voor elke groep deelnemers een dergelijke matrix worden gemaakt. Wellicht is het dan interessant om te zien hoe de verschillende groepen de verschillende competenties beoordelen. Of u komt erachter dat één groep aan bepaalde competenties veel meer waarde hecht dan aan andere groepen. Hogere score Minder waarde Eigen score 2 47 5 3 6 1 Hogere score Meer waarde 8 Rechtsboven: Hogere score, meer waarde 8: Aansturen van professionals 3: Organisatiebeleid en beheer 6: Intrapersoonlijk competent 4: Ondernemerschap *) 7: Interpersoonlijk competent *) 1: Gericht zijn op het primaire proces 5: Zelfsturing 2: Organisatie ontwikkeling score * De getallen in de matrix zouden overlappen; deze competenties hebben (ongeveer) dezelfde score/waarde. Minder waarde Lagere score Laag mate van relevantie Meer waarde Lagere score Hoog score Hogere score Minder waarde Groep Bestuur 8 2 6 14 5 Hogere score Meer waarde 7 3 Rechtsboven: Hogere score, meer waarde 7: Interpersoonlijk competent 3: Organisatiebeleid en beheer 5: Zelfsturing 1: Gericht zijn op het primaire proces *) 4: Ondernemerschap *) 2: Organisatie ontwikkeling 6: Intrapersoonlijk competent Linksboven: Hogere score, minder waarde 8: Aansturen van professionals * De getallen in de matrix zouden overlappen; deze competenties hebben (ongeveer) dezelfde score/waarde. Minder waarde Lagere score Laag mate van relevantie Meer waarde Lagere score Hoog
5 - Overzicht scores per competentie Hier ziet u de gemiddelde scores per groep voor zowel de competenties als de indicatoren. De grafieken tonen de scores van de gebruikte schalen in de vragenlijst. In deze overzichten is duidelijk te zien wat de verschillen zijn tussen hoe u zichzelf beoordeeld heeft en hoe anderen u beoordelen. Per competentie worden de gemiddeldes weergeven. Vervolgens kunt u per indicator bekijken wat de verschillen zijn in beoordeling. 5.1 - Gericht zijn op het primaire proces 5.1.1 - Samenvatting Scores per groep Eigen score 75 Bestuur 64 Collega dir. 73 MR 63 Medewerkers 75 25 40 55 70 85 0 5.1.2 - Scores per vraag Bant achterhaalde concepten, praktijken en leermiddelen uit en introduceert en borgt nieuwe. Collega dir. 60 MR 84 Medewerkers 83 Bewaakt het pedagogisch (school)klimaat. Zelf 1 50 Bestuur 17 Collega dir. 83 MR 50 Medewerkers 85 Organiseert een uitdagende en stimulerende leeromgeving. Collega dir. 62 MR 94 Medewerkers 87 Straalt pedagogisch optimisme uit en beklemtoont hoge verwachtingen. Zelf 1 50 Collega dir. 83 MR 56 Medewerkers 78 Houdt rekening met de belangen, positie en verantwoordelijkheid van kinderen,ouders en leraren. MR 56 Medewerkers 70 Ziet erop toe dat ouders/verzorgers tijdig, duidelijk en volledig geïnformeerd worden over de ontwikkeling van hun kind. MR 61 Medewerkers 70 Bewaakt de balans tussen leerstof- en kindgerichtheid. Collega dir. 64 MR 50 Medewerkers 78 Bewaakt de mate waarin het onderwijs tegemoet komt aan verschillen tussen leerlingen. Collega dir. 89 MR 55 Medewerkers 75 7
Geeft de (on)mogelijkheden van de school aan. MR 72 Medewerkers 63 Verantwoordt behaalde resultaten. Collega dir. 71 Medewerkers 67 Bewaakt de kwaliteit van het systeem van interne leerlingenzorg. Collega dir. 83 MR 50 Medewerkers 74 Stimuleert, begeleidt en beoordeelt de kwaliteit van het pedagogisch-didactisch, vakinhoudelijk en organisatorisch handelen van leraren, o.a. d.m.v. klassenconsultatie. Collega dir. 81 MR 72 Medewerkers 85 8
5.2 - Organisatie ontwikkeling 5.2.1 - Samenvatting Scores per groep Eigen score 72 Bestuur 60 Collega dir. 72 MR 60 Medewerkers 77 25 40 55 70 85 0 5.2.2 - Scores per vraag Stimuleert de ontwikkeling van personeel en organisatie. Collega dir. 86 MR 92 Medewerkers 76 Stimuleert een professionele dialoog op basis van beelden, verwachtingen en ervaringen. Collega dir. 67 MR 61 Medewerkers 76 Moedigt initiatief en experiment aan en faciliteert dit. Collega dir. 64 MR 55 Medewerkers 87 Ziet visieontwikkeling als een dynamisch cyclisch proces. Collega dir. 74 MR 33 Medewerkers 82 Ontwikkelt een gezamenlijk gedragen visie op onderwijs, opvoeding en organisatie en houdt deze levend. Collega dir. 53 MR 44 Medewerkers 72 Geeft op basis van visie organisatieveranderingen vorm. Collega dir. 81 MR 61 Medewerkers 72 Brengt een visie of streefbeeld inspirerend over en/of draagt deze mee uit. Medewerkers 85 Ontwikkelt een draagvlak voor organisatiedoelen. Zelf 1 50 Collega dir. 67 MR 50 Medewerkers 83 Betrekt alle geledingen actief bij het proces van schoolontwikkeling en gemeenschapsvorming. Collega dir. 86 MR 75 Medewerkers 76 Stelt doelen, prioriteiten, planning en werkprocedures (vast). Collega dir. 71 MR 84 Medewerkers 90 9
Bewaakt de voortgang van processen en controleert of gemaakte afspraken worden nagekomen. Bestuur 17 Collega dir. 88 MR 78 Medewerkers 83 Betrekt anderen effectief en actief bij besluitvormingsprocessen. Bestuur 0 Collega dir. 64 MR 61 Medewerkers 70 Maakt keuzes en neemt besluiten. Collega dir. 71 Medewerkers 68
5.3 - Organisatiebeleid en beheer 5.3.1 - Samenvatting Scores per groep Eigen score 81 Bestuur 64 Collega dir. 71 MR 63 Medewerkers 78 25 40 55 70 85 0 5.3.2 - Scores per vraag Organiseert effectief Collega dir. 76 MR 89 Medewerkers 67 Stelt een (meerjaren)planning op en bewaakt deze. Collega dir. 74 MR 83 Medewerkers 85 Koppelt de inzet van middelen aan visie en doelen en verantwoordt deze. Zelf 1 50 Collega dir. 83 MR 59 Medewerkers 80 Realiseert een efficiënte inzet van tijd, mensen en middelen. Medewerkers 67 Werkt met management Informatiesystemen en maakt die informatie toegankelijk voor alle betrokkenen. Collega dir. 58 MR 59 Medewerkers 83 Ontwerpt een passende organisatie- en functiestructuur. Collega dir. 67 MR 55 Medewerkers 80 Werft de juiste medewerkers. MR 84 Medewerkers 76 Organiseert onderwijsondersteuning. Zelf 1 33 Collega dir. 80 Medewerkers 98 Handelt professioneel op basis van relevante wet- en regelgeving (WPO, CAO, etc.). Collega dir. 59 MR 75 Medewerkers 91 Organiseert hulpbronnen en middelen (vergoedingen, fondsen, vermogen, subsidies). Collega dir. 74 MR 89 Medewerkers 83 11
Budgetteert en beheert taakstellend. Bestuur 0 Collega dir. 64 MR 61 Medewerkers 74 Stelt schooleigen kwaliteitskaders en normen op en/of hanteert deze. Collega dir. 74 MR 44 Medewerkers 80 Organiseert zelfevaluatie op basis van kwaliteitsinstrumenten. Collega dir. 86 MR 44 Medewerkers 77 Organiseert een veilige en schone school(omgeving). Collega dir. 83 MR 45 Medewerkers 89 12
5.4 - Ondernemerschap 5.4.1 - Samenvatting Scores per groep Eigen score 85 Bestuur 64 Collega dir. 65 MR 73 Medewerkers 76 25 40 55 70 85 0 5.4.2 - Scores per vraag Is ambitieus, ondernemend en betrokken bij het werk. Collega dir. 67 MR 89 Medewerkers 81 Handelt pro-actief vanuit zijn/haar maatschappelijke positie en verantwoordelijkheid. Collega dir. 71 MR 78 Medewerkers 83 Laat bestaande aannames los en staat open voor nieuwe ideeën. Collega dir. 57 MR 83 Medewerkers 78 Onderscheidt kansen en bedreigingen voor de organisatie. Collega dir. 67 MR 75 Medewerkers 78 Gaat op verantwoorde wijze om met risico s. Collega dir. 81 MR 50 Medewerkers 70 Opereert in het krachtenveld van verschillende opvattingen en belangen. Collega dir. 55 Medewerkers 85 Bevordert de positieve beeldvorming van de organisatie. Collega dir. 45 MR 61 Medewerkers 83 Bouwt netwerkrelaties op en onderhoudt deze. Collega dir. 74 MR 72 Medewerkers 78 Gaat effectief om met de media. Collega dir. 75 MR 89 Medewerkers 65 Geeft de samenwerkingsmogelijkheden tussen school, gezin en gemeenschap (mede) vorm. Collega dir. 75 MR 78 Medewerkers 76 13
Organiseert inspraak en medezeggenschap. Collega dir. 67 MR 59 Medewerkers 83 14
5.5 - Zelfsturing 5.5.1 - Samenvatting Scores per groep Eigen score 71 Bestuur 60 Collega dir. 74 MR 66 Medewerkers 71 25 40 55 70 85 0 5.5.2 - Scores per vraag Bewaakt de grondslag van de organisatie. Collega dir. 70 MR 50 Medewerkers 78 Handelt moreel verantwoord. Zelf 1 50 Collega dir. 78 MR 89 Medewerkers 80 Verantwoordt het professioneel handelen. MR 56 Medewerkers 87 Herkent en analyseert dilemma s en neemt daarin stelling. Collega dir. 76 MR 89 Medewerkers 80 Wil bijdragen aan de ontwikkeling van de beroepsgroep. Collega dir. 67 MR 61 Medewerkers 70 Werkt voortdurend aan de eigen ontwikkeling. Collega dir. 86 Medewerkers 72 Evalueert effect(en) van eigen handelen. Collega dir. 74 MR 56 Medewerkers 67 15
5.6 - Intrapersoonlijk competent 5.6.1 - Samenvatting Scores per groep Eigen score 78 Bestuur 56 Collega dir. 71 MR 69 Medewerkers 72 25 40 55 70 85 0 5.6.2 - Scores per vraag Maakt gebruik van diverse bronnen en informatiekanalen. Collega dir. 71 Medewerkers 85 Onderscheidt bij (complexe) problemen hoofd- en bijzaken. Collega dir. 83 MR 72 Medewerkers 67 Ziet verbanden, trends en patronen. Collega dir. 60 MR 78 Medewerkers 81 Verbindt concepten, opvattingen en praktijkervaringen met elkaar. Collega dir. 60 MR 89 Medewerkers 72 Werkt met prognoses en stuurt op kengetallen. Collega dir. 76 Medewerkers 60 Herkent (mogelijke) problemen in een vroeg stadium. Collega dir. 70 MR 44 Medewerkers 82 Analyseert een probleem vanuit meerdere invalshoeken en verkent verschillende oplossingsrichtingen. Collega dir. 89 MR 61 Medewerkers 72 Schat juist in wanneer er (onmiddellijke) actie gevraagd wordt. Bestuur 17 Collega dir. 81 MR 72 Medewerkers 80 Maakt anderen (mede)verantwoordelijk voor de oplossing. Collega dir. 59 MR 0 Medewerkers 65 16
5.7 - Interpersoonlijk competent 5.7.1 - Samenvatting Scores per groep Eigen score 85 Medewerkers 72 25 40 55 70 85 0 5.7.2 - Scores per vraag Bouwt een positieve open sfeer op en bevordert deze. Collega dir. 72 MR 0 Medewerkers 87 Is bereikbaar en aanspreekbaar en neemt de tijd om te luisteren. MR 72 Medewerkers 72 Inspireert, motiveert en relativeert. Collega dir. 81 MR 83 Medewerkers 73 Geeft anderen verantwoordelijkheid en vertrouwen en deelt leiderschap. MR 39 Medewerkers 68 Is geïnteresseerd en toont oprechte belangstelling voor de ander. Collega dir. 64 MR 56 Medewerkers 67 Neemt stelling en weet om te gaan met kritiek en weerstand. Collega dir. 83 MR 83 Medewerkers 72 Communiceert en presenteert effectief. Collega dir. 60 MR 61 Medewerkers 85 Confronteert, bemiddelt en geeft of vraagt feedback. Collega dir. 64 MR 55 Medewerkers 67 17
5.8 - Aansturen van professionals 5.8.1 - Samenvatting Scores per groep Eigen score 72 Bestuur 78 Collega dir. 72 MR 64 Medewerkers 69 25 40 55 70 85 0 5.8.2 - Scores per vraag Schept een klimaat waarin medewerkers zich gemotiveerd, gestimuleerd en gewaardeerd voelen. MR 78 Medewerkers 70 Spreekt (een groep) medewerkers aan op hun functioneren en hun verantwoordelijkheden. MR 56 Medewerkers 79 Werkt competentiegericht. Collega dir. 79 MR 56 Medewerkers 67 Stelt duidelijke eisen en grenzen. Collega dir. 74 MR 50 Medewerkers 68 Bevordert het resultaatgericht werken van (een groep) medewerkers. Collega dir. 81 MR 89 Medewerkers 80 Bevordert teamgeest en samenwerkingsbereidheid. Collega dir. 57 MR 59 Medewerkers 63 18