BEHANDELPROTOCOL CONTINU PALLIATIEVE SEDATIE tot het moment van overlijden

Vergelijkbare documenten
BEHANDELPROTOCOL CONTINUE PALLIATIEVE SEDATIE tot het moment van overlijden

BEHANDELPROTOCOL CONTINUE PALLIATIEVE SEDATIE tot het moment van overlijden DEZE VERSIE WORDT MOMENTEEL AANGEPAST NAV DE HERZIENE KNMG RICHTLIJN

Het opzettelijk verlagen van het bewustzijn van een patiënt in de laatste levensfase met als doel anderszins onbehandelbaar lijden te verlichten en

Communicatie rond palliatieve sedatie

Macht- en krachtrelaties in de palliatieve zorg

Sedatiekaart Noord-Holland Noord

PS in NL: bij 12,3% van de patiënten in de stervensfase toegepast

Palliatieve Sedatie in 1 e en 2 e lijn. Nils Nieboer, huisarts

Symposium 14 april aanpassing richtlijnen palliatieve sedatie Karin van Heijst en Trijntje Buiter

Euthanasie versus palliatieve sedatie. John Bos, MAR, Presentatiedienst 8 december 2016

Annemieke Delhaas & Franca Horstink-Wortel Specialist ouderengeneeskunde/kaderarts palliatieve zorg

Scen. Malaga 2014 Petrie van Bracht en Rob van Lier scenartsen

Continue Palliatieve sedatie, feiten en fabels Specialist ouderengeneeskunde/docent. Probeer te verwoorden wat volgens jou

Stephan van den Brand Kaderarts palliatieve zorg

Palliatieve sedatie. maandag 29 november Paul Oyen Verpleegkundig consulent Regionaal Consultatieteam PZ Integraal Kankercentrum Limburg

Euthanasie-sedatie Grijs gebied??? Anneke Witziers, specialist ouderengeneeskunde palliatief consulent, SCEN arts.

Optimale palliatie door sedatie

Levenseinde. Presentatie KBO Riethoven 18 april Corien van der Sluijs Suzanne Schellekens Huisartsen Riethoven

Wat als ik niet meer beter word

9/11/12. KNMG richtlijn palliatieve sedatie. Landelijk Congres Palliatieve Zorg van autonomie naar afhankelijkheid. Onderwerpen

1 Inleiding Wat is palliatieve sedatie? Hoe werkt palliatieve sedatie? Is het een soort euthanasie?... 1

Bijscholing Palliatieve sedatie

PALLIATIEVE SEDATIE

Doel van de palliatieve sedatie

Format richtlijn palliatieve sedatie

Verlagen bewustzijn in de laatste levensfase

Palliatieve sedatie WELKOM BIJ HET H. HARTZIEKENHUIS MOL

Ethische vragen. Dick Willems. Medische ethiek / Huisartsgeneeskunde AMC

Palliatieve sedatie. Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op

U hebt met uw behandelend arts gesproken over palliatieve sedatie voor uzelf of uw familielid. In deze folder kunt u nalezen wat palliatieve sedatie

Palliatieve sedatie is geen euthanasie. Medische aspecten

KNMG-richtlijn palliatieve sedatie

Palliatieve sedatie. KNMG-richtlijn

De laatste zorg H E T N A C H T C O N G R E S, J U N I

Pallium = Latijns woord voor mantel Palliatieve zorg, een mantel van warmte en bescherming

PALLIATIEVE ZORG. IFPC Turnhout 23 oktober Hilde Michiels coördinator palliatief support team

Medische beslissingen rond het levenseinde

Wat is palliatieve zorg? Pallium = Latijns woord voor mantel Palliatieve zorg, een mantel van warmte en bescherming

Palliatieve sedatie 14 oktober Margot Verkuylen Specialist ouderengeneeskunde

DE STERVENSFASE, EEN HANDREIKING INFORMATIE OVER DE VERANDERINGEN DIE ZICH VOOR KUNNEN DOEN TIJDENS HET STERVEN

Levenseinde bij de geriatrische patiënt en comfortzorg. Marc Merchier, palliatieve zorg coördinator

Disclosure belangen spreker. (potentiële) belangenverstrengeling

Patiënteninformatie. Palliatieve sedatie. Palliatieve sedatie 1

Palliatieve sedatie. Informatie voor patiënten en hun naasten die meer willen weten over palliatieve sedatie

COMMUNICEREN OVER HET LEVENSEINDE : WAAROM???

Palliatieve sedatie Informatie voor patiënt en familie

Palliatieve sedatie 17 maart 2014

Palliatieve sedatie. Toon Vessies Marianne Lucassen Marijke Tonino Team Haaglanden/ DWO

Medische Beslissingen rond het levenseinde

Palliatieve zorg: leven tot het einde

Euthanasie en hulp bij zelfdoding vallen beiden onder de euthanasiewet.

Palliatieve sedatie. T +32(0) F +32(0) Campus Sint-Jan Schiepse bos 6. B 3600 Genk

Het toetsingsproces toegelicht

KNMG-richtlijn palliatieve sedatie

Algemeen. Euthanasie.

Zorg en behandeling rondom het levenseinde. Het beleid van de Frankelandgroep inzake reanimatie, palliatieve sedatie, versterving en euthanasie

11 februari Rob Bruntink

BESLISSEN RONDOM HET EINDE VAN HET LEVEN

Zorg voor mensen die bewust afzien van eten en drinken om het levenseinde te bespoedigen: een begaanbare weg

Meer houvast voor arts

Zorgplan sedatie in de laatste levensfase thuis. voor verpleegkundigen. Eindredactie: Corine Nierop/ Carola Visser Juni 2005

Samenvatting. Samenvatting 7

Ruimte en grenzen bij euthanasie. Eric van Wijlick beleidsadviseur

De laatste levensfase. Hoe IJsselheem omgaat met een euthanasieverzoek

KNMG-richtlijn palliatieve sedatie

26. Sedatie: een alternatief voor euthanasie?

Palliatieve sedatie. Landelijke richtlijn, Versie: 2.0

palliatieve sedatie gericht op het verlichten van lijden in de laatste levensfase

VAN BETEKENIS TOT HET EINDE; DOEN ÉN LATEN IN DE LAATSTE LEVENSFASE.

Palliatieve Oncologische Zorg

Zorg in de laatste levensfase. Agnes van der Heide Afd. Maatschappelijke Gezondheidszorg Erasmus MC

Medische beslissingen aan het einde van het leven: een belangrijk gespreksonderwerp. Rozemarijn van Bruchem-Visser Internist ouderengeneeskunde

Procedure euthanasie ouderenzorg

Keuzes rond het levenseinde. Miep de Putter Annemieke Delhaas Petra Blommendaal PTMN

Vragenlijst. KOPPEL-studie: Kennis en Opvattingen van Publiek en Professionals over Einde Leven beslissingen

ACHTERGRONDEN BIJ DE CASUSSCHETSEN INCLUSIEF LEERDOELEN EN STELLINGEN

Wat deze uitgangspunten betekenen voor behandeling en verzorging in de laatste levensfase, wordt in het navolgende omschreven.

Informatie over euthanasie

DGV FTO-module. Palliatieve sedatie. Werkmateriaal voor een FTO-bijeenkomst DGV NEDERLANDS INSTITUUT VOOR VERANTWOORD MEDICIJNGEBRUIK

Palliatieve sedatie. 21 oktober 2014 Elgin Gülpinar, ANIOS IC

Zorg en behandeling rondom het levenseinde. Het beleid van de Frankelandgroep inzake reanimatie, palliatieve sedatie, versterving en euthanasie

Zorg en behandeling rondom het levenseinde. Het beleid van de Frankelandgroep inzake reanimatie, palliatieve sedatie, versterving en euthanasie

Zorgpad Stervensfase

Palliatieve zorg in ontwikkeling

Meneer is 87 jaar Verblijft in het WZC Weduwnaar 4 kinderen slechts 1 dochter erg betrokken en regelmatig bezoek

PATIËNTEN INFORMATIE. Palliatieve sedatie

Wensen rond de laatste levensfase

Richtlijn morfine per continue subcutane toediening Doseren van morfine subcutaan bij dyspnoe of pijn

Wij willen u informatie geven over euthanasie en vertellen wat het standpunt van VU medisch centrum (VUmc) op dit gebied is.

Pastoraat Beslissingen rond het levenseinde

Wat zou jij willen? Voor je dierbaren? Voor jezelf?

Palliatieve sedatie. Toon Vessies Marianne Lucassen Mascha Oudeman Marijke Tonino Team Haaglanden/ DWO

Indicatiestelling voor palliatieve sedatie

Oordeel: Niet gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen

Palliatieve sedatie. Dr. Koen Herweyers Equipearts PHA, CRA WZC st Bavo Inwooncursus 2013

Continue palliatieve sedatie

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek

De eindsprint als keuze

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek

Euthanasie. T +32(0) F +32(0) Campus Sint-Jan Schiepse bos 6. B 3600 Genk

Transcriptie:

DEFINITIE PALLIATIEVE SEDATIE I Het opzettelijk verlagen van het bewustzijn van een patiënt in de laatste levensfase (KNMG, 2009). BEHANDELINGSCRITERIUM LEVENSVERWACHTING: het betreft een patiënt bij wie tekenen van de stervensfase zichtbaar(der) worden, waardoor een levensverwachting van minder dan twee weken aannemelijk is. OMSTANDIGHEDEN: de behandeling kan geïndiceerd zijn als er sprake is van een of meer onbehandelbare (refractaire) symptomen of indien gerichte behandeling daarvan zou leiden tot onacceptabele bijwerkingen of tot onvoldoende snel resultaat. De mening van de patiënt is in het bijzonder van belang bij de beoordeling van de belasting van het symptoom en van bijwerkingen van een behandeling. De arts en patiënt bepalen gezamenlijk of een symptoom refractair is. Het betreft nooit patiënten die uitsluitend existentieel lijden. Wel kan existentieel lijden, net zoals pijn, onderdeel uitmaken van refractaire symptomen die leiden tot ondraaglijk lijden van de patiënt. De meest voorkomende refractaire symptomen zijn pijn, dyspneu, delier en terminale onrust. Palliatieve sedatie moet duidelijk onderscheiden worden van actief levensbeëindigend handelen (euthanasie). Voor het onderscheid met euthanasie wordt verwezen naar de bijlage (p. 7). DOEL EN WERKWIJZE DOEL PROTOCOL: Eenduidige benadering en multidisciplinaire behandeling van patiënten bij wie continu palliatieve sedatie wordt overwogen. Het protocol is bedoeld voor (dienstdoende) artsen en verpleegkundigen. BEHANDELBESLISSING TE NEMEN DOOR: Hoofdbehandelaar behandelend arts IN OVERLEG MET: I. Stafarts hoofdbehandelaar. II. Verpleegkundigen. III. Medebehandelaar(s). IV. Consulent palliatieve zorg a. bij onvoldoende kennis palliatieve sedatie; b. bij onvoldoende ervaring in het vaststellen of een symptoom blijvend refractair is; c. bij twijfel aan de indicatie / de levensverwachting; d. als existentieel lijden (verlies van zingeving, geestelijke lijdensdruk) een doorslaggevend refractair symptoom is. CONSULENT PALLIATIEVE ZORG: Centrumlocatie: consultatieteam pijn en palliatieve zorg binnen kantoortijden via: 06-51531340 buiten kantoortijden via dienstdoende anesthesioloog: *835503 Daniel den Hoed Oncologisch Centrum via Unit Palliatieve Zorg&Symptoomcontrole: 7041 184 WERKWIJZE: Het behandelprotocol bestaat uit vijf delen. De eerste vier delen leiden de behandelend arts door het proces van afweging voor palliatieve sedatie. Het vijfde deel is bestemd voor de verpleegkundigen. Deel 1 Verhelderen huidige situatie. Deel 2 Besluitvorming over indicatie en voorwaarden voor palliatieve sedatie. Deel 3 Informatie en communicatie en instemming met de behandeling door patiënt en/of naasten. Deel 4 Medisch zorgvuldige uitvoering. Deel 5 Verpleegkundige verrichtingen en aandachtspunten bij palliatieve sedatie. VASTSTELLING: Dit behandelprotocol is eigendom van de Commissie Medische Ethische Vraagstukken en goedgekeurd door de Raad van Bestuur. DATUM: Juli 2009. REFERENTIE: Het behandelprotocol volgt de KNMG-richtlijn palliatieve sedatie van 2009 en is een uitwerking hiervan voor de klinische praktijk. I Dit behandelprotocol richt zich op continu palliatieve sedatie tot moment van overlijden. Kortdurende of intermitterende sedatie valt buiten dit behandelprotocol. Bij deze vorm van sedatie wordt de patiënt tijdelijk gesedeerd. Dit kan bijvoorbeeld worden toegepast in een situatie waarbij niet duidelijk is of een symptoom blijvend refractair is, of als er een periode tot het optreden van het effect van een behandeling overbrugd dient te worden. Pagina 1 van 8. Behandelprotocol Continu palliatieve sedatie tot moment van overlijden. Erasmus MC, juli 2009.

Sticker patiëntgegevens ARTS: AFDELING: 1. STAPPEN: VERHELDERING HUIDIGE SITUATIE 1.1. Wat is het probleem, wat zijn de symptomen? Aandachtspunt: - Verpleegkundigen leveren signalen met betrekking tot de wens of de noodzaak voor palliatieve sedatie 1.2. Wat is hieraan gedaan? Wat is het beloop van de klacht? Hiermee wordt niet alleen een momentopname bedoeld, maar ook de voorafgaande periode met betrekking tot dit symptoom /deze symptomen. Aandachtspunten: - Is een onderliggende oorzaak uitgesloten waarvoor in de gegeven context een medisch zinvolle I behandeling aanwezig is? - Is het huidige beeld eerder gerapporteerd? - Hoe vaak heeft de patiënt extra medicatie nodig gehad in de voorgaande 24 uur in relatie tot de klacht? - Zijn er bijwerkingen van de behandeling beschreven? 1.3 Hoe beoordeelt de patiënt de symptomen? Bij wilsonbekwame patiënt, wat zegt diens vertegenwoordiger? Aandachtspunt: - Zijn al eerder relevante uitspraken ten opzichte van het ervaren lijden in de medische decursus of in de verpleegkundige rapportage vastgelegd? I Medisch zinvol: als er sprake is van een redelijke verhouding tussen het met het handelen bereikbare doel en de daarvoor in te zetten middelen (het proportionaliteitsbeginsel). Pagina 2 van 8. Behandelprotocol Continu palliatieve sedatie tot moment van overlijden. Erasmus MC, juli 2009.

PATIËNT: 2. MEDISCHE BESLUITVORMING Ja /nee aanvinken 2.1 Heeft de patiënt een ongeneeslijke ziekte? Indien nee: continu 2.2 Zijn de symptomen een gevolg van de behandeling? Indien ja: kan deze behandeling worden gestaakt of gewijzigd? Indien ja: continu 2.3 Zijn er zinvolle I conventionele behandels aanwezig die voldoende snel tot het gewenste resultaat leiden? Indien ja: is het waarschijnlijk dat deze het welzijn van de patiënt zullen verbeteren? Indien ja: continu 2.4 Wordt de dood binnen 1-2 weken verwacht? Indien nee: continu Indien ja, is het wenselijk dat de patiënt tot het overlijden gesedeerd wordt? Indien ja, ga door naar 2.6 2.5 Is er een indicatie (zie voetnoot op pagina 1) voor kortdurende of intermitterende sedatie? Indien ja: Deze behandeling valt buiten dit behandelprotocol Raadpleeg hiervoor de consulent palliatieve zorg; zie pagina.1 Indien nee: continu Indien nee, kortdurende of intermitterende 2.6 Heeft multidisciplinair overleg plaatsgevonden? Zo ja, met: stafarts hoofdbehandelaar verpleegkundigen medebehandelaar(s) consulent palliatieve zorg Indien nee: overwegingen en reden documenteren van achterwege laten van overleg. Toelichting 2.7 Conclusie: is continu sedatie tot het moment van overlijden een? Indien nee, bewaar pagina s 2 en 3 (in medisch of verpleegkundig dossier afhankelijk van lokale afspraken). Indien ja, ga verder vanaf punt 3. I Medisch zinvol: als er sprake is van een redelijke verhouding tussen het met het handelen bereikbare doel en de daarvoor in te zetten middelen (het proportionaliteitsbeginsel). Pagina 3 van 8. Behandelprotocol Continu palliatieve sedatie tot moment van overlijden. Erasmus MC, juli 2009.

PATIËNT: 3 INFORMATIEVOORZIENING OVER EN INSTEMMING MET DE BEHANDELING VAN PATIËNT EN/OF NAASTEN Ja /nee aanvinken 3.1 Is de patiënt in staat een redelijke afweging te maken van zijn belangen ten aanzien van de medische behandeling? Indien nee, is diens vertegenwoordiger aanwezig? naam:, neem contact op met hem/haar Indien de patiënt niet in staat is een beslissing te nemen: - is eerder met de patiënt en/of diens naasten gesproken over continu palliatieve sedatie tot de dood? - zijn er eerdere verklaringen en /of betrouwbare informatie van de patiënt of diens nabije familieleden /naasten mbt continu sedatie? geen vertegenwoordiger 3.2 Begrijpt de patiënt of diens vertegenwoordiger: - de ernst van de huidige situatie; diens vertegenwoordiger - wat de eventuele andere mogelijkheden van symptoomcontrole zijn? /naasten afwezig 3.3 Begrijpt de patiënt of diens vertegenwoordiger: - wat de beoogde werking van het sedativum is, namelijk dat de patiënt in slaap wordt gebracht en gehouden, om zich niet meer bewust te zijn van zijn lijden, zonder het sterven te bespoedigen; - dat het niveau van de bewustzijnsverlaging wordt afgestemd op de mate van klachtenverlichting; - dat geen voeding en vocht meer wordt toegediend per os en ook niet parenteraal omdat dit de patiënt in de stervensfase kan belasten. 3.4 Begrijpt de patiënt of diens vertegenwoordiger en/of begrijpen zijn naasten het verschil tussen 'de behandeling van symptomen met continu palliatieve sedatie en euthanasie? Toelichting 3.5 Stemt de patiënt of diens vertegenwoordiger in met het starten van de behandeling? Indien nee, reden:. Als bij wilsonbekwaamheid de vertegenwoordiger niet instemt, arrangeer direct een multidisciplinair overleg. Noteer uitkomst overleg. 3.6 Zijn de patiënt en diens naasten zich bewust van het belang van afscheid nemen? Pagina 4 van 8. Behandelprotocol Continu palliatieve sedatie tot moment van overlijden. Erasmus MC, juli 2009.

3.7 Zijn de naasten zich ervan bewust dat tijdens de continu palliatieve sedatie geen levensreddende maatregelen (zoals reanimatie of beademing) zullen plaatsvinden? PATIËNT: 4 START BEHANDELING 4.1 De arts is aanwezig bij de start van de palliatieve sedatie. 4.2 Reeds voorgeschreven opioïden, anti-psychotica en anti-epileptica handhaven. Overleg zonodig met consulent palliatieve zorg over het omzetten van medicatie naar intraveneus. ( zie pagina 1) 4.3 Afdelingsarts evalueert dagelijks het beloop van de palliatieve sedatie. Leg afspraken vast in medisch en verpleegkundig dossier. Overlegd met: 4.4 Geef patiënt en/ of naasten zonodig herhaalde uitleg over de (bij)werkingen van het medicament. 4.5 Voor te schrijven medicatie Dosis: het comfort van de patiënt bepaalt de dosering van het medicament dat gebruikt wordt bij palliatieve sedatie. Dosering vindt dan ook plaats op geleide van symptoomcontrole. 4.6 Schema dosering midazolam Bolus Continu toediening Notabene Bij start sedatie 10 mg s.c. of 5 mg i.v. Zonodig iedere 2 uur 5 mg s.c. of 2,5 mg i.v. Startdosering 1,5-2,5 mg/uur s.c/i.v. Tegelijk met bolus de pomp voor continu toediening starten. Bij onvoldoende effect na minimaal 4 uur de dosering met 50% ophogen, altijd in combinatie met een bolus van 5 mg s.c. of 2,5 mg i.v. Midazolam ampullen 5 mg/ml (samenstelling spuitenpomp 1 ml = 5mg, dus pure pomp) Bij risicofactoren (patiënten > 60 jaar, gewicht < 60 kg, ernstige nier- of leverfunctiestoornissen, sterk verlaagd serumalbumine en/of co-medicatie die kan leiden tot versterkte sedatie): - lagere startdosis (0,5-1,5 mg/uur), en - langere interval (6-8 uur) voordat de onderhoudsdosering wordt opgehoogd Let op: intraveneus toegediend wordt sedatie sneller bereikt, maar dit vergroot ook de kans op ademdepressie; tot 30 min. na (laatste) oplaaddosis is hier risico op. (T max i.v. 2,5 min. ; s.c. 20 min. T 1/2el 2,5 uur). Overleg in de volgende gevallen altijd met consulent palliatieve zorg ( zie pagina 1) A. Wanneer sneller ophogen nodig is om symptoomcontrole te bereiken. B. Als de gewenste sedatie bij een dosering van 15 mg/uur niet wordt bereikt. Pagina 5 van 8. Behandelprotocol Continu palliatieve sedatie tot moment van overlijden. Erasmus MC, juli 2009.

4.7 Volgende stap in het ziekenhuis Propofol 2% i.v. In overleg met consulent palliatieve zorg ( zie pagina 1) PATIËNT: T max i.v. 1,5-2 min; T 1/2el 4-7 uur. 5 VERPLEEGKUNDIGE VERRICHTINGEN EN AANDACHTSPUNTEN BIJ PALLIATIEVE SEDATIE Ja /nee afvinken; indien anders noteer in verpleegdossier patiënt Verrichtingen voorafgaand aan de start van continu palliatieve sedatie 5.1 Is medicatie voor de continu palliatieve sedatie op de afdeling aanwezig? (ook buiten kantooruren en het weekend) ja nee anders 5.2 Hebben patiënt en naasten afscheid genomen voordat de sedatie wordt gestart? ja nee anders Zijn de naasten concreet voorbereid op de continu slapende patiënt? ja nee anders 5.3 Is uitleg gegeven ten aanzien van het belang van de lichamelijke verzorging gedurende de periode van palliatieve sedatie? ja nee anders Verrichtingen bij het startmoment van de continu palliatieve sedatie 5.4 Kan de verpleegkundige op het moment van in slaap brengen rustig bij deze patiënt en bij de naasten aanwezig zijn? ja nee anders 5.5 Zijn de afspraken met de arts over hoe te handelen bij tekenen van onrust of wakker worden duidelijk? ja nee anders Aandachtspunten tijdens continu palliatieve sedatie 5.6 Geef in overleg met de naasten lichamelijke verzorging, eventueel samen met de naasten. Geef altijd mondverzorging en leg het belang hier vanuit aan de naasten 5.7 Observeer de patiënt. Zijn de symptomen voldoende verlicht? Ook tijdens de lichamelijke verzorging? Is patiënt in voldoende mate comfortabel? 5.8 Geef naasten in iedere dienst instructie wanneer het van belang is om een verpleegkundige te waarschuwen, bijvoorbeeld bij tekenen van onrust. 5.9 Ga na of de naasten de gegeven informatie begrepen hebben (zonodig herhaalde malen). Houdt er rekening mee dat het voor de naasten heel moeilijk kan zijn om de gesedeerde patiënt terzijde te staan. 5.10 Medicatie volgens afspraak toedienen. Noteer in het verpleegkundig dossier wijzigingen ten aanzien het medicatiebeleid, de argumenten hiervoor, en het effect hiervan. Pagina 6 van 8. Behandelprotocol Continu palliatieve sedatie tot moment van overlijden. Erasmus MC, juli 2009.

5.11 Wees alert op een falende toedieningsweg. Controleer of sprake is van een volle blaas of rectum, beoordeel of een blaascatheter nodig is. Pagina 7 van 8. Behandelprotocol Continu palliatieve sedatie tot moment van overlijden. Erasmus MC, juli 2009.

BIJLAGE ONDERSCHEID TUSSEN PALLIATIEVE SEDATIE EN EUTHANASIE* PALLIATIEVE SEDATIE IN DE VORM VAN CONTINU SEDATIE TOT HET MOMENT VAN OVERLIJDEN EUTHANASIE Doel Lijdensverlichting Opheffen van lijden Wijze waarop Verlaging van bewustzijn Levensbeëindiging Medisch handelen Normaal medisch handelen Bijzonder medisch handelen Indicatie Anderszins niet te verlichten (overwegend Uitzichtloos en ondraaglijk lijden somatische) symptomen die ondraaglijk lijden veroorzaken Alleen in de laatste levensfase Ja, een stervende patiënt die naar Nee verwachting binnen 1-2 weken overlijdt (voorwaarde) Toestemming patiënt Indien mogelijk Altijd (weloverwogen verzoek) Consultatie Nee, tenzij ondeskundigheid Verplicht Besluitvorming Indien mogelijk consensus patiënt, naasten en hulpverleners Primair patiënt en arts Medicatie Sedativa (in het bijzonder benzodiazepines) Barbituraten en spierrelaxantia Dosering Titratie op basis van lijdensverlichting Snelle overdosering Uitvoering Arts en verpleegkundigen Arts In principe reversibel Ja Nee Verkort het leven Nee Ja Natuurlijk overlijden Ja Nee Wettelijke regelgeving Zoals bij elk medisch handelen Aparte wetgeving Melding en toetsing Nee Verplicht * bron: KNMG-richtlijn palliatieve sedatie. (januari 2009). p 61. Pagina 8 van 8: Behandelprotocol Continu palliatieve sedatie tot moment van overlijden. Erasmus MC. Datum