Aan de raad van de gemeente Lingewaard Onderwerp Voorstel tot het niet deelnemen aan het Regionaal Bureau Leerplichtzaken (RBL) met uitzondering van het deel Volwasseneducatie en RMC/Team VSV. 1. Samenvatting Door diverse landelijke ontwikkelingen is het centraliseren van gemeentelijke overheidstaken belangrijker geworden. Het rijksbeleid stuurt steeds meer aan op regionale samenwerking. Zo heeft het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) zich ten doel gesteld fors in te zetten op het terugdringen van het aantal voortijdig schoolverlaters, ook wel vsv-ers genoemd. In de visie van dit rijksbeleid is een samenwerking tussen de regionale- en lokale bestuurslagen het meest effectief. Immers, de RMC-functie (Regionale Meld- en Coördinatiefunctie) is al sinds 2002 neergelegd bij enkele centrumgemeenten met als doel het aantal voortijdig schoolverlaters regionaal inzichtelijk te maken. Dit sluit direct aan bij het zicht vanuit de lokale overheid (lees: de gemeente) op de doelgroep vanuit haar wettelijke leerplichtfunctie. Voor onze gemeente is Arnhem de centrumgemeente voor de RMC-functie. Dit voorstel richt zich op de regionalisering van de gemeentelijke taken uit de Leerplichtwet en RMC en de mogelijkheid deze onder te brengen bij een Regionaal Bureau Leerplicht in de regio Arnhem. 2. Waarom naar de raad 1. De gemeenteraad is het kaderstellende orgaan, dat kennis dient te nemen van die beleidsrichtingen die aansluiten bij de gemeentelijke visie. 2. In de notitie Regionalisering leerplicht, de mogelijkheden en onmogelijkheden worden uitgangspunten genoemd voor de professionaliteit, continuïteit van dienstverlening en eenduidige werkwijze van de gemeentelijke leerplicht. Door enkele taken neer te leggen bij een Regionaal Bureau Leerplicht (RBL) is er sprake van het mandateren van wettelijke taken, die bij de gemeente liggen. Deze taak is voorbehouden aan de gemeenteraad. 3. Het aanwijzen van de portefeuillehouder Onderwijs als lid van het algemeen bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Onderwijszaken (GRO) is een bevoegdheid van de gemeenteraad. 3. Doelstelling en beoogd meetbaar effect Met het regionaliseren van de leerplicht wordt een vergroting van de professionaliteit van de leerplicht, een continuïteit van dienstverlening en eenduidige werkwijze beoogd. In een haalbaarheidsonderzoek in opdracht van de GRO is deze doelstelling bevestigd. Het onderzoek gaf echter onvoldoende inzicht in de consequenties van deelname aan het regionaal wegzetten van de gemeentelijke taak vanuit de Leerplichtwet. Een aanvullend bedrijfsplan moest deze consequenties in beeld brengen.
Het doel van het bedrijfsplan was: 1. Het bedrijfsplan stelt het bestuur van de GRO in staat om een definitieve afweging te maken voer de keuze voor een Regionaal Bureau Leerplicht en voortijdig schoolverlaten. 2. Het bedrijfsplan stelt elke afzonderlijke gemeente in staat een gefundeerde afweging te maken over het al dan niet deelnemen aan een Regionaal Bureau Leerplicht en voortijdig schoolverlaten. 3. Het bedrijfsplan bevat alle belangrijke informatie over de inrichting van een Regionaal Bureau Leerplicht en voortijdig schoolverlaten, zodat na een positief besluit hierover, het plan kan worden geïmplementeerd. 4. Argumenten en alternatieven Het AB van de GRO komt met het voorstel om de leerplichtfunctie (wettelijke taken uit de Leerplichtwet 1969) uit te voeren in het RBL en hieraan de nu al regionaal uitgevoerde RMC-functie te koppelen. Het AB stelt tevens voor deze functies onder te brengen in een gemeenschappelijke regeling zijnde: de GRO. Dit tezamen met de hierin al geregelde samenwerking op het gebied van Volwasseneducatie. De onderstaande aspecten zijn beoordeeld op inhoudelijke, personele en financiële argumenten aan de Lingewaardse situatie: 1. De deelname RBL voor de onderdelen RMC-functie, Volwasseneducatie en Leerplicht. Het bedrijfsplan spreekt over percelen. Voorstel is om alleen de percelen RMC-functie en Volwasseneducatie onder te brengen in het RBL. 2. De taken van de RMC-functie en Volwasseneducatie worden nu al regionaal uitgevoerd en bijbehorende afspraken zijn vormgegeven in de GRO. Omdat het perceel leerplicht nu als optie toegevoegd is aan de samenwerking, moet de huidige regeling worden ingetrokken. Deze dient vervangen te worden voor een nieuwe regeling, welke alle drie de percelen beschrijft. Argumenten Inhoudelijk Professionaliteit, continuïteit en eenduidigheid Deelname aan het RBL biedt regionaal een verhoging van kwaliteit en continuïteit in de dienstverlening. Optie: het koppelen van leerplichtconsulent aan de CJG-coördinator is een optie om de lokale kwetsbaarheid te verminderen. Deelname aan het RBL biedt het gebruik van een eenduidig registratiesysteem. Optie: apart inkopen van gebruik van het regionale systeem biedt de mogelijkheid om over gelijke informatie te kunnen beschikken als de medewerkers vanuit het RBL. Personeel Deelname aan het RBL biedt een vermindering van de kwetsbaarheid van de leerplichtconsulent. Optie: het koppelen van leerplichtconsulent aan de CJG-coördinator is een optie om de lokale kwetsbaarheid te verminderen. Deelname aan het RBL biedt meer capaciteit waardoor er meer en/of intensiever aanbod geleverd kan worden. Optie: door structurele deelname aan de zorgstructuur wordt geïnvesteerd in zowel de verantwoordelijkheid van iedere partner als in samenhang van het aanbod. Deelname aan het RBL geeft de mogelijkheid tot specialisatie. Het nadeel 2
kan echter zijn dat samenhang in de functiebestanddelen (informeren/professionaliseren/signaleren/handhaven) onder druk komt te staan. Meerwaarde van deelname aan het RBL wordt (nog) niet aangetoond door de regionaal gezien laagste aantal voortijdig schoolverlaters. Daardoor is de benodigde formatie van 2,04 fte verlaagd naar 1,43. Financieel Deelname aan het RBL vergt een financiële investering in formatie. Er moet voor deelname 1,01 fte worden geleverd terwijl er een formatie is 0,61 fte. Het financiële kader is in de besluitvorming van essentieel belang. Enerzijds door de huidige financiële situatie van de gemeente (bezuinigingen) en anderzijds omdat er sprake is van bijna een noodzakelijke verdubbeling van formatie. 5. Hoe gaan we bereiken wat we willen en is evaluatie nodig Zoals bij onderdeel 4 is beschreven en schematisch weergegeven zijn er voornamelijk inhoudelijke en personele argumenten, die de meerwaarde van deelname aan het RBL aantonen. Door de financiële consequenties is echter een dusdanige investering noodzakelijk dat deelname geen reële optie te noemen is. Om de kwaliteit en continuïteit te borgen zijn enkele voorstellen gedaan, welke ook in het bedoelde schema zijn genoemd. En omdat het voorstel zich richt op niet deelnemen aan het RBL is een evaluatie niet van toepassing. De onderstaande aspecten behoeven speciale aandacht: a. Wat willen we bereiken? b. Wat doen we ervoor? c. Wat mag het kosten? Ad. a. Wij willen een kwalitatief hoogwaardige uitvoering van de leerplichtfunctie. Dat wil zeggen dat wij investeren in het vroegtijdig signaleren in het herkennen van leerproblemen en/of verzuim. Het doel is dat ieder kind optimaal gebruik kan maken van het recht op onderwijs en de geboden infrastructuur. Ad. b. Wij richten ons hiervoor op het gehele takenpakket van de leerplichtconsulent, te weten: informatie / professie / signalering / handhaving. Door deze taken in één hand te leggen wordt een ononderbroken lijn beoogd in leerplichtbeleid. En door de leerplichtconsulent te koppelen aan de CJGcoördinator, is er een verbreding in het ondersteuningsaanbod. Immers, de CJG-coördinator is verantwoordelijk voor het samenbrengen van alle opvoed- en opgroeivragen. In dit kader is zij ook de voorzitter van de zorgstructuur zoals deze in de hele onderwijslijn aanwezig is. Deze taak sluit naadloos aan bij de taak van de leerplichtconsulent. Ad. c. Doordat wij NIET deelnemen aan het RBL voor het onderdeel leerplicht zijn er geen extra kosten van toepassing. 6. Communicatie Niet van toepassing. 7. Kosten, baten en dekking Niet van toepassing. 3
8. Voorstel 1. Kennis nemen van de drie af te nemen percelen (Volwasseneducatie/leerplicht/RMC) zoals beschreven in het Bedrijfsplan "Regionaal Bureau Leerplicht en VSV regio Arnhem. 2. Niet deel te nemen aan het Regionaal Bureau Leerplichtzaken (RBL) met uitzondering van de percelen Volwasseneducatie en RMC/team VSV. 3. Hiervoor een gemeenschappelijke regeling te treffen (Gemeenschappelijke Regeling Onderwijszaken = GRO) voor twee van de drie voorgestelde percelen: Volwasseneducatie (perceel 1) en RMC-functie (perceel 3). 4. Instemmen met het mandateren aan het Regionaal Bureau Leerplichtzaken (RBL) en VSV de wettelijke taken op grond van de RMC-functie, zoals opgenomen in de GRO. 5. Een bewerkersovereenkomst aan te gaan met de uitvoerende gemeente Arnhem. 6. De raad voor te stellen de wethouder Onderwijs aan te wijzen als lid van het algemeen bestuur van de GRO. 9. Behandeling tijdens de Politieke Avond Dit voorstel is behandeld tijdens de Politieke Avond BFW van 6 september 2012. Geconcludeerd is dat het voorstel kan worden voorgelegd aan de gemeenteraad. Bemmel, 11 september 2012. burgemeester en wethouders van de gemeente Lingewaard, de secretaris, de burgemeester, w.g. drs E.R. Loenen w.g. H.H. de Vries 4
Besluit raad Besluitnummer 89 / 2012 Onderwerp Regionalisering Leerplicht De raad van de gemeente Lingewaard; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van de Gemeente Lingewaard d.d. 11 september 2012; gehoord de behandeling tijdens de Politieke Avond d.d. 6 september 2012; gelet op het bepaalde in de Gemeentewet. besluit: 1. kennis te nemen van het Bedrijfsplan Regionaal Bureau Leerplicht en VSV regio Arnhem in te stemmen met de regionale visie op de Transitie Jeugdzorg. 2. In te stemmen met het besluit van het college om niet deel te nemen aan de regionale samenwerking inzake de uitvoering van de gemeentelijke taken uit de Leerplichtwet met uitzondering van de percelen Volwasseneducatie en RMC/Team VSV. 3. In te stemmen met het treffen van een gemeenschappelijke regeling (Gemeenschappelijke Regeling Onderwijszaken = GRO) voor in punt 2 genoemde percelen. 4. In te stemmen met het mandateren aan het Regionaal Bureau Leerplicht (RBL) en VSV de wettelijke taken op grond van de RMC-functie, zoals opgenomen in het GRO. 5. In te stemmen met het aangaan van een bewerkersovereenkomst met de uitvoerende gemeente Arnhem. 6. In te stemmen met het aanwijzen van de wethouder Onderwijs als lid van het algemeen bestuur van het GRO. Aldus vastgesteld in zijn openbare vergadering van 20 september 2012. De raad voornoemd, de griffier, de voorzitter, w.g. Th.G.L. Greep w.g. H.H. de Vries 5
6