UITWERKINGEN PRAKTIJKEXAMEN MODERNE BEDRIJFSADMINISTRATIE 10 EN 11 JANUARI 2012



Vergelijkbare documenten
PRAKTIJKDIPLOMA BOEKHOUDEN FINANCIAL & COST ACCOUNTING UITWERKINGEN 22 EN 23 JUNI 2010

PRAKTIJKEXAMEN uur. Opgave 1 Opgave 2 Opgave 3 Opgave 4

PROEFEXAMEN Moderne Bedrijfsadministratie (MBA)

PRAKTIJKDIPLOMA BOEKHOUDEN FINANCIAL & COST ACCOUNTING UITWERKINGEN 10 JUNI 2009

PROEFEXAMEN 2 Praktijkdiploma Boekhouden

PRAKTIJKDIPLOMA BOEKHOUDEN FINANCIAL & COST ACCOUNTING UITWERKINGEN 16 EN 17 JUNI 2009

PRAKTIJKDIPLOMA BOEKHOUDEN FINANCIAL & COST ACCOUNTING UITWERKINGEN 11 EN 12 JANUARI 2011

Financiële analyse van de jaarrekening

EXAMEN Praktijkdiploma Boekhouden

PRAKTIJKDIPLOMA BOEKHOUDEN FINANCIAL & COST ACCOUNTING UITWERKINGEN 10 EN 11 JANUARI 2012

Uitwerkingen PDB Financiering met resultaat hoofdstuk 6. Opgave 6.1 a. Gemiddeld eigen vermogen = ( ) / 2 =

Examen VWO. economische wetenschappen II en recht (oude stijl)

PRAKTIJKDIPLOMA BOEKHOUDEN UITWERKINGEN 8 EN 9 JANUARI 2013

Management & Organisatie VWO 5 Hoofdstuk 27 t/m juni 2009 proeftoets 100 minuten. In deze opgave blijft de btw buiten beschouwing.

Management en Organisatie VWO 6 Hst 31, 37 t/m 43

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 8

PROEFEXAMEN Praktijkdiploma Boekhouden

Toetstermen Moderne Bedrijfsadministratie ---- Rapportage, analyse en statistiek K = Kennis B = Begrip T= Toepassing

PDB. Antwoordenboek. berekeningen. Financiële administratie & Kostprijscalculatie

Uitwerkingen PDB Financiering met resultaat hoofdstuk 4

Financiële aspecten van de planning

9 Uitwerkingen proefwerktrainingen deel 2

Opgaven 4.4a en 4.4b horen bij paragraaf 4.2, Liquiditeitsbegroting en resultatenbegroting.

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 5

2015 Nederlandse Associatie voor Examinering Financiering niveau 5 1 / 12

Meerkeuzevragen: 5. Bereken voor dit jaar de totale constante kosten. A ,- B ,- C ,- D ,-

Lever origineel en kopie van het examenpapier in.

Examen VWO. Economische wetenschappen II en recht (oude stijl)

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 5 OPGAVE 3

Vraag 1 Toetsterm Beheersingsniveau: K - Aantal punten: 1 Wat is de juiste omschrijving van het begrip technische voorraad?

Deze examenopgave bestaat uit 9 pagina s, inclusief het voorblad. Controleer of alle pagina s aanwezig zijn.

Examen HAVO en VHBO. Handelswetenschappen en recht

PROEFEXAMEN 2 Praktijkdiploma Boekhouden

7 Directe en indirecte kosten

EXAMEN Moderne Bedrijfsadministratie

Bedrijfsadministratie Examennummer: Datum: 14 december 2013 Tijd: 10:00 uur - 11:30 uur

Bedrijfsadministratie Examennummer: Datum: 15 september 2012 Tijd: 13:00 uur - 14:30 uur

Vraag Antwoord Scores. x 100% = 55%

Examen VWO. Economische wetenschappen II en recht (oude stijl)

2017 Nederlandse Associatie voor Examinering Financiering niveau 5 1 / 13

Eindexamen m&o vwo 2001-II

OPGAVEN HOOFDSTUK 6 UITWERKINGEN

PRAKTIJKDIPLOMA BOEKHOUDEN UITWERKINGEN 15 EN 16 JANUARI 2013

d. Contributiemarge: 160 ( 295 -/ /- 66) = Constante kosten /- Bedrijfsresultaat bij direct costing

Deze examenopgave bestaat uit 11 pagina s, inclusief het voorblad. Dit examen bestaat uit 5 opgaven en omvat 26 vragen.

2015 Nederlandse Associatie voor Examinering Bedrijfsadministratie niveau 5 1 / 13

Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investering in machines / 350 Desinvestering in machines 65 Aandeel in winst C / 20 Aandeel in dividend C 30

Bedrijfsadministratie

Appendix Bedrijfseconomie

Motiveer altijd uw antwoorden, ook als dat niet expliciet wordt gevraagd.

1.1 Inleiding Overzichten voor bedrijfseconomische berekeningen 13

Examen PC 2 Accounting 1

PROEFEXAMEN Moderne Bedrijfsadministratie (MBA)

Bedrijfsadministratie II Examennummer: Datum: 3 juli 2010 Tijd: 10:00 uur - 11:30 uur

PRAKTIJKDIPLOMA BOEKHOUDEN FINANCIAL & COST ACCOUNTING UITWERKINGEN 18 EN 19 JANUARI 2011

Deze examenopgave bestaat uit 11 pagina s, inclusief het voorblad. Dit examen bestaat uit 4 opgaven en omvat 23 vragen.

Examen PC 2 vak Cash Management

Numerieke antwoorden. Hoofdstuk 1. V 1.2 a a b c c d e

Crowdfunding: publiek laten betalen, d.m.v. vermogen aan te trekken.

Bedrijfseconomische beroepsvorming 3 BEDRIJFSECONOMISCHE BEROEPSVORMING 3 (CBA11.3/CREBO:50121)

Uitwerkingen zelftoetsen

GBE3.1 BEDRIJFSADMINISTRATIE LES 1 HOOFDSTUK

Dit voorbeeldexamen bestaat uit 27 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen.

Oefenopgave 1. Oefenopgave 1. Crediteuren 600 EV 600. Debiteuren 400. Gebouwen 300 EV. Voorraden 200 Crediteuren. Kas 300

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel COST & MANAGEMENTACCOUNTING DINSDAG 15 DECEMBER UUR

Hoofdstuk 26 Kosten en resultaten in de industriële onderneming Diagn.Toets

Deze examenopgaven bestaan uit 8 pagina s, inclusief het voorblad. Controleer of alle pagina s aanwezig zijn.

Werkgroepopdrachten Bedrijfseconomie DEEL A

Aurington. Administratie en Advies

NIBE-SVV, 2014 OEFENEXAMEN BALANSLEZEN

Bedrijfsadministratie Examennummer: Datum: 8 december 2012 Tijd: 10:00 uur - 11:30 uur

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 5 DEEL 1

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 10

Hoofdstuk 1 Management accounting: plaatsbepaling en ontwikkeling

OPGAVEN HOOFDSTUK 6 ANTWOORDEN

TOELATINGSTOETS M&O. Datum

Deze examenopgave bestaat uit 10 pagina s, inclusief het voorblad. Dit examen bestaat uit 4 opgaven en 7 vragen.

PRAKTIJKDIPLOMA BOEKHOUDEN FINANCIAL & COST ACCOUNTING UITWERKINGEN 16 JUNI 2010

Case bungalow park. Opgave 1

Deze examenopgaven bestaan uit 6 pagina s, inclusief het voorblad. Controleer of alle pagina s aanwezig zijn.

7 Afwijkende belastingdruk en fiscale belastinglast

- Op gebouwen en machines die op 1 januari 2008 aanwezig zijn wordt in 2008 respectievelijk ,- en ,- afgeschreven.

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel JAARREKENING WOENSDAG 29 JUNI UUR

Deze examenopgave bestaat uit 11 pagina s, inclusief het voorblad. Dit examen bestaat uit 4 opgaven en omvat 24 vragen.

Uitwerking opgaven Brugboek 19.3, 19.5, 19.6 t/m en 19.22

OPGAVEN HOOFDSTUK 5 UITWERKINGEN

UITWERKINGEN OPGAVEN OEFENEXAMEN 1 ASSOCIATIE MBA-KC

1. Debet 020 Inventaris Credit Datum Omschrijving Bedrag Datum Omschrijving Bedrag 1 feb Van balans ,-

1 Het kasstroomoverzicht

Q1 Q2 Q3 Q4. Liquide middelen begin kwartaal Verkopen

Eindexamen m&o vwo II

UITWERKINGEN PRAKTIJKEXAMEN MODERNE BEDRIJFSADMINISTRATIE 17, 18 EN 19 JANUARI 2011

Correctievoorschrift VWO. Economische wetenschappen II en recht (oude stijl)

1.9.2 Verschil tussen direct costing en integrale kostencalculatie

Praktisch boekhouden Examennummer: Datum: 8 februari 2014 Tijd: 10:00 uur - 11:30 uur

Bedrijfsadministratie Opgave 1 Fabrieksboekhouding 25 punten

Te betalen omzetbelasting Aan Te vorderen omzetbelasting Aan Af te dragen omzetbelasting 2.100

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 8

Nieuw gebouw Vestigingsplaats:

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 9

Transcriptie:

UITWERKINGEN PRAKTIJKEXAMEN MODERNE BEDRIJFSADMINISTRATIE 10 EN 11 JANUARI 2012 MBA UITWERKINGEN JANUARI 2012 BEDRIJFSECONOMIE Opgave 1 1. Grondstoffen en onderdelen die tijdens het productieproces verbruikt worden maar niet in het eindproduct worden aangetroffen, worden als afval beschouwd. Uitval heeft betrekking op (half)fabricaten die afgekeurd worden. Hier is dus sprake van afval. 2. De integrale standaardfabricagekostprijs is: Onderdelen 530,- Arbeidsuren 2 60,- 120,- Houten bak 130,- Variabele kosten per bakfiets 780,- Vaste fabricagekosten per bakfiets 288.000,- : 1 200 240,- 1.020,- 3. De commerciële kostprijs is: Standaard fabricagekostprijs 1.020,- Proportioneel variabele verkoopkosten 15,- Vaste verkoopkosten per bakfiets 14.400,- : (0,8 1 200) 15,- 1.050,- 1

4.a. 4.b. 5.a. 5.b. 6.a. 6.b. 7.a. 7.b. Het perioderesultaat voor afdeling M volgens de AC-methode: Transactieresultaat 1 185* ( 1.020,- 1.020,-) 0,- Bezettingswinst productie 30 240,- + 7.200,- Perioderesultaat 7.200,- (positief). * 1 230 45 = 1 185 geleverde bakfietsen Het perioderesultaat voor afdeling V volgens de AC-methode: Transactieresultaat 0,8 1 185 ( 1.125,- 1.050,-) 71.100,- Bezettingsverlies (960 948) 15,- 180,- Perioderesultaat 70.920,- (positief). Het perioderesultaat voor afdeling M volgens de direct costingmethode: Bijdrage 1 185 ( 1.020,- 780,-) 284.400,- Vaste kosten 288.000,- Perioderesultaat 3.600,- (negatief). Het perioderesultaat voor afdeling V volgens de direct costingmethode: Bijdrage 948 ( 1.125,- 1.020,- 15,-) 85.320,- Vaste kosten 14.400,- Perioderesultaat 70.920,- (positief). Het verschil in perioderesultaat tussen de antwoorden op de vragen 4.a en 5.a wordt verklaard door de vaste fabricagekosten van de voorraadmutatie: 45 240,- = 10.800,-. Dit is gelijk aan het verschil tussen de winst van 7.200,- en het verlies van 3.600,-. Er is geen verschil in de antwoorden op de vragen 4.b en 5.b, omdat er bij afdeling V geen sprake is van een voorraadmutatie. De breakevenafzet van afdeling M is 1 200 bakfietsen; alle kosten worden gedekt bij productie van de normale hoeveelheid en interne levering daarvan tegen de fabricagekostprijs. De breakevenafzet van de afdelingen M en V tezamen is 302.400,- : 330,- * = 917 bakfietsen. *Bijdrage per bakfiets: 1.125,- 780,- 15,- = 330,-. 8. De aanbiedingsprijs van de aangepaste bakfiets is: Verkoopprijs afdeling V 1.125,- Onderdelen 98,- Loonkosten 3 60,- 180,- Directe kosten 1.403,- Opslag indirecte kosten 25% 1 324,50 Kostprijs 1.727,50 Winstmarge 15% 2 243,38 Nettoprijs 1.970,88 Omzetbelasting 19% 374,47 Aanbiedingsprijs 2.345,35 1 25% van ( 1.020,- + 98,- + 180,-) 2 15% van ( 1.020,- + 98,- + 180,- + 324,50) 9. De afdeling S leent zich niet voor het toepassen van de standaard integrale kostprijs, omdat er sprake is van stukproductie. 2

Opgave 2 1. De technische levensduur van een productiemiddel is de periode waarin de machine prestaties kan leveren, terwijl de economische levensduur van een productiemiddel die gebruiksduur is waarbij de totale kosten per prestatie van dat productiemiddel het laagst zijn. 2. De afschrijvingskosten van de productielijn per jaar zijn 110.000, -. [( 580.000,- 30.000,-) : 5] 3. De jaarlijkse interestkosten over het gemiddeld geïnvesteerd vermogen zijn 15.250,-. [0,05 ( 580.000,- + 30.000,-) : 2] 4. De constante kosten per schuifdak zijn 167, -. [( 110.000, - + 15.250, - ) : 750] 5. Constante kosten 167,00 Variabele kosten - Grondstofkosten 12,5 kg 3,24/kg 40,50 - Loonkosten 0,5 uur 60,-/uur 30,00 70,50 Standaard kosten voor een ongekeurd product 237,50 Standaard kosten per goedgekeurd product 237,50 : 0,95 250,00 6. De verkoopprijs van een schuifdak is 312,50. [ 250, - 1,25] 7. Toegestane afval 680 2,5 kg 1 700 kg Werkelijke afval 1 380 kg Efficiencyverschil op afval 320 kg positief 8. Toegestane uitval 0,05 680 34 stuks à 250,- 8.500,- Werkelijke uitval 0,025 680 17 stuks à 250,- 4.250,- Uitvalresultaat van de schuifdaken 17 stuks à 250,- + 4.250,- 9. Standaard hoeveelheid arbeidsuren 0,5 uur 680 340 uur à 60,- 20.400,- Werkelijke hoeveelheid arbeidsuren 330 uur à 60,- 19.800,- Efficiencyresultaat op loonkosten 10 uur à 60,- + 600,- 10. Toegestane prijs 330 uur à 60,- 19.800,- Betaalde prijs 19.000,- Prijsresultaat op loonkosten + 800,- Ook goed: P S = 60, - P W = 19.000, - : 330 = 57,58 (afgerond) (P S P W ) H W = ( 60, - 57,58) 330 = 798,60 positief. 3

Opgave 3 1. Corporate governance omvat de ordening van bestuur, waarbij de volgende vragen worden gesteld. - Hoe wordt invulling gegeven aan het bestuur van een onderneming? - Hoe wordt hierop toezicht gehouden? - Hoe wordt verantwoording afgelegd over dit bestuur en het toezicht erop? 2. Van onderkapitalisatie is sprake als het eigen vermogen van een onderneming beduidend groter is dan het nominaal geplaatste aandelenkapitaal. 3.a. 3.b. 4.a. 4.b. Herkapitalisatie is het aanbrengen van wijzigingen in de samenstelling van het eigen vermogen van een onderneming. Ook goed: Herkapitalisatie is het vergroten van het nominale aandelenvermogen ten laste van de reserves. Fairplay nv kan deze herkapitalisatie vormgeven door aan de aandeelhouders bonusaandelen te verstrekken ten laste van de reserve(s). Een claimemissie is een uitgifte van aandelen uitsluitend aan houders van reeds bestaande aandelen van de emitterende onderneming. De voorrechten die verbonden kunnen zijn aan preferente aandelen zijn: - voorrecht op het gebied van zeggenschap in de nv; - voorrecht bij dividenduitkering van de nv; - voorrecht bij het uitbetalen van het batig saldo bij liquidatie van de nv. 5. De totale opbrengst van de emissie is 6.000.000,- De nominale waarde van de aandelen is 2 000 000 2,50 5.000.000,- Het agio op aandelen is 1.000.000,- 6. Dit verschijnsel wordt het diversiteitsverschijnsel genoemd. Het wordt ook ideaalcomplex genoemd. 7.a. De vermogensbehoefte aan het begin van 2012 is 768.000,-. [(100% + 82% + 64% + 46% + 28%) van 240 000,-] 7.b. De vermogensbehoefte aan het eind van 2012 is 552.000,-. [(82% + 64% + 46% + 28% + 10%) van 240 000,-] 4

8.a. 8.b. Op de resultatenbegroting van 2012 komt als last de afschrijving van dat jaar. Dit is 18% van 1.200.000,- = 216.000,-. Op de liquiditeitsbegroting van 2012 komt als uitgave de investering van dat jaar verminderd met de restwaarde van de apparatuur welke is aangeschaft in 2008. Dit is 240.000,- 24.000,- = 216.000,-. 9. De totale afschrijvingskosten op kantoorapparatuur zijn 648.000,-. [ 1.200.000,- 552.000,-] Andere berekeningen van deze totale afschrijvingskosten: (18% + 36% + 54% + 72% + 90%) van 240.000,- = 648.000,- of 3 216.000,- = 648.000,-. 10.a. De twee hoofdvormen van leasing zijn: financial leasing en operational leasing. 10.b. Fairplay nv zou voor operational leasing kunnen kiezen. In dat geval is er sprake van off-balance financiering. De financiële ratio s zullen hierdoor verbeteren. Bovendien draagt bij deze vorm van leasing de verhuurder het risico van economische veroudering van de kantoorapparatuur. Opgave 4 1. a. Voorbeelden van immateriële vaste activa zijn goodwill, merkenrecht, software, licenties, vergunningen en geactiveerde uitgaven voor onderzoek en ontwikkeling. 1. b. Andere groepen van vaste activa zijn materiële vaste activa (zoals gebouwen en machines e.d.) en financiële vaste activa (zoals deelnemingen en vorderingen op deelnemingen). 2. a. Onder liquiditeit wordt verstaan de mate waarin een onderneming in staat is om op korte termijn aan haar direct opeisbare verplichtingen te voldoen. 2. b. Current ratio per 31 december 2011: 1,39 [( 1.540.000,- + 2.035.000,- + 925.000,- ) : 3.230.000,-] Current ratio per 31 december 2010: 1,50 [( 1.460.000,- + 1.980.000,- + 860.000,-) : 2.860.000,-] 2. c. De liquiditeit is verslechterd, omdat de current ratio ultimo 2011 is gedaald ten opzichte van ultimo 2010. 5

2. d. Het beoordelen van de liquiditeit van een onderneming op basis van balansratio s heeft als nadeel dat de berekening plaats vindt aan de hand van de balans van een bepaald moment. Er wordt geen rekening gehouden met veranderingen die tijdens een (toekomstige) periode (kunnen) optreden. Ook goed: Er bestaat het gevaar van window dressing. Dit betekent dat het op een balans mogelijk is de cijfers mooier voor te stellen dan ze in werkelijkheid zijn. 3. a. Onder solvabiliteit wordt verstaan de mate waarin een onderneming in staat is aan het totaal van haar verplichtingen te voldoen. 3. b. Debt ratio per 31 december 2011: 0,62 [( 2.990.000,- +.3.230.000,-) : 10.100.000,-] Debt ratio per 31 december 2010: 0,61 [( 2.560.000,- + 2.860.000,-) : 8.900.000,-] De solvabiliteit is verslechterd omdat de debt ratio ultimo 2011 is gestegen ten opzichte van ultimo 2010. 4. a. De rentabiliteit van het gemiddeld totaal vermogen over 2011 was 26,32%. [( 2.500.000,- : 9.500.000,-*) 100%] * ( 10.100.000,- + 8.900.000,-) : 2 = 9.500.000.-. 4. b. De rentabiliteit van het gemiddeld eigen vermogen wordt gunstig beïnvloed door het financiële hefboomeffect want de kostenvoet van het vreemd vermogen (7,73%) is lager dan de rentabiliteit van het gemiddeld totaal vermogen (zie antwoord vraag 4.a). 4. c. REV = (1 belastingquote) {RTV + ((VV: EV) (RTV RVV)} REV = (1 0,2341) {26,32% + ((.5.820.000,- : 3.680.000,-) (26,32% 7,73%)} REV = (0,7659) {26,32% + 29,40%}= 42,68 % 5. a. Het nettowerkkapitaal blijft ongewijzigd door de transactie aangezien de omvang van zowel het lang vermogen als de vaste activa niet veranderen. Slechts de samenstelling van het lang vermogen verandert. 5. b. De rentabiliteit van het gemiddeld totaal vermogen blijft ongewijzigd door de transactie, aangezien slechts de samenstelling van het totale vermogen verandert. De omvang van het totale vermogen als ook het bedrijfsresultaat blijft gelijk. 6

FINANCIËLE RAPPORTAGE & ANALYSE ZITTING: BEDRIJFSSTATISTIEK Opgave 1 1.a. De statistische massa oftewel populatie is de verzameling te onderzoeken elementen. 1.b. Redenen om te kiezen voor een steekproef in plaats van een volledig onderzoek kunnen zijn (twee noemen): - een volledig onderzoek duurt te lang; - bij een volledig onderzoek worden de kosten te hoog; - als de onderzochte elementen bij het onderzoek verloren gaan. 1.c. Een primair statistisch onderzoek is een onderzoek waarbij de benodigde gegevens speciaal voor het onderzoek worden verzameld. 1.d. Bij afronding is er sprake van een toevallige fout. De afronding kan zijn naar boven en naar beneden. De afwijkingen vallen hierdoor tegen elkaar weg. 2.a. De enkelvoudige prijsindexcijfers van product A op basis van het jaar 2005. Jaar EPI 2008 ( 6,10 : 5,80) 100 = 105,17 afgerond 105,2 2011 ( 7,00 : 5,80) 100 = 120,68 afgerond 120,7 2.b. De prijs van product B in 2011 is ( 8,52 : 106,5) 108,4 = 8,67. 2.c. De samengesteld gewogen prijsindex van de producten A en B in het jaar 2011 op basis van het jaar 2005 is: 3,5 120,7 3,5 + + 2,0 108,4 2,0 = 116,22, afgerond 116,2. 3.a. De modale klasse is de klasse 500,- tot minder dan 1.000,-. (De modale klasse is de klasse met de hoogste frequentiedichtheid.) 3.b. De modus is ( 500,- + 1.000,-) : 2 = 750,-. (Het midden van de modale klasse). 3.c. In aanmerking voor kwantumkorting komen: 5.000, 4.000, 213 + 129 = 71+ 129 = 200 facturen. 5.000, 2.000, Dat is (200 : 1360) 100% = 14,70%, afgerond 14,7% van de facturen. 7

3.d. Het totale bedrag aan kwantumkorting in 2011. Factuurbedrag in Aantal facturen Klassemidden in Kortingsbedrag in 4.000 - < 5.000 71 4.500 0,02 71 4.500 = 6.390 5.000 - < 10.000 129 7.500 0,02 129 7.500 = 19.350 Totaal 25.740 4.a. De vaste kosten per serie zijn 3,5 1.000,-. 4.b. De totale kosten bij een seriegrootte van 18 000 stuks zijn: Y = 0,5X + 3,5 Y = 0,5 x 18 + 3,5 Y = 9 + 3,5 = 12,5 totale kosten zijn 12,5 1.000,-. 4.c. De variabele kosten worden 0,5 X 20% = 0,4 X De vaste kosten worden 3,5 1.000,- + 1,2 1.000,- = 4,7 1.000,- De nieuwe kostenfunctie wordt: Y = 0,4 X + 4,7 X = seriegrootte in 1000 stuks Y = totale kosten in 1.000,-. 8

Opgave 2 1. Omzetstatistiek behoort tot de interne bedrijfseconomische statistiek. Immers de analyse, vergelijking en ontwikkeling van de omzet vindt plaats binnen de eigen onderneming. 2. De kwartaalomzet, cumulatieve omzet en voortschrijdend jaartotaal van Solano bv gedurende 2009 2011. Kwartaalomzet 1.000,- Cumulatieve omzet 1.000,- Voortschrijdend jaartotaal 1.000,- Kwartaal 2009 2010 2011 2009 2010 2011 2009 2010 2011 1 e 590 630 660 590 630 660 2.260 2.390 2 e 530 570 610 1.120 1.200 1.270 2.300 2.430 3 e 560 590 630 1.680 1.790 1.900 2.330 2.470 4 e 540 570 610 2.220 2.360 2.510 2.220 2.360 2.510 3. Zie grafiek. 4. Om tot een correcte Z-figuur te komen, dienen alle gegevens (kwartaalomzet, cumulatieve omzet en voortschrijdend jaartotaal) steeds aan het einde van de perioden ( dan wel boven de middens van de perioden) te worden geplaatst. 5. De voor het seizoen gecorrigeerde omzet van het 4 e kwartaal 2011. Omzet 4 e kwartaal 2011 610 1.000,- Seizoenindex 4 e kwartaal 97 610 100/97 = 628,8, afgerond 629 1.000,-. 6. De verwachte trendomzetten 2012. 1 e kwartaal: 629 1,02 = 641,5, afgerond 642 1.000,-. 2 e kwartaal: 629 1,02 2 = 654,4, afgerond 654 1.000,-. 3 e kwartaal: 629 1,02 3 = 667,4, afgerond 667 1.000,-. 4 e kwartaal: 629 1,02 4 = 680,8, afgerond 681 1.000,-. 7. De verwachte kwartaalomzetten 2012. T SI = Y 1 e kwartaal: 642 1,08 = 693,3, afgerond 693 1.000,-. 2 e kwartaal: 654 0,94 = 614,7, afgerond 615 1.000,-. 3 e kwartaal: 667 1,01 = 673,6, afgerond 674 1.000,-. 4 e kwartaal: 681 0,97 = 660,5, afgerond 661 1.000,-. 8. In de omzetraming voor 2012 is geen rekening gehouden met de toevallige component (of restcomponent). 9

Grafiek 26 Omzet 100.000,- Z-grafiek omzetten Solano bv gedurende 2009-2011 24 22 20 18 16 14 12 10 8 Legenda: 2009 2010 2011 6 1 2 3 4 Kwartalen 10

BELASTINGWETGEVING Opgave 1 1. a. juist b. juist c. onjuist d. onjuist 2. a. juist b. onjuist c. onjuist d. onjuist 3. a. onjuist b. juist c. onjuist d. juist 4. a. onjuist b. juist c. juist d. onjuist Opgave 2 1. Ja, dit is toegestaan. Het betreft een zogenaamd splitsbaar pand. Hierdoor behoort het winkelgedeelte tot het verplichte ondernemingsvermogen en de verhuurde bovenverdieping tot het keuzevermogen. (Floris had dus de vrijheid om ook de bovenverdieping op zijn balans te activeren.) 2.a. 2.b. Nee. Floris is geen startende ondernemer, omdat hij al in 2002 met de onderneming is gestart. (Een startende ondernemer is een ondernemer die op grond van art. 3.76 lid 3 Wet IB recht heeft op de verhoogde zelfstandigenaftrek, de zogenaamde startersaftrek. Floris heeft hier geen recht op, omdat hij reeds in 2002 met de onderneming is gestart.) Nee. De investeringsaftrek is 0 (op grond van art. 3.41 lid 2 Wet IB) bij een investeringsbedrag van 301.800,- en meer. (In beginsel bestaat er voor de investering in een onroerende zaak welke wordt aangewend binnen de onderneming recht op investeringsaftrek.) 11

3.a. 3.b. Nee. Floris mag uitsluitend het deel van de factuur dat betrekking heeft op het ondernemingsdeel ten laste van zijn winst brengen. In aftrek mag worden gebracht 60% van 20.000,- = 12.000,-. Ja. In de situatie dat het volledige pand op de balans is opgenomen, zijn ook de onderhoudskosten die betrekking hebben op het verhuurde gedeelte aftrekbaar ten laste van zijn winst. 4. Floris kan een kostenegalisatiereserve vormen. Dit is gebaseerd op artikel 3.53 lid 1 letter a Wet IB. 5. 6.500,-. (De zelfstandigenaftrek is bij een winst van 6.500,- in beginsel 9.484,-. Op grond van art. 3.76 lid 5 Wet IB is de zelfstandigenaftrek echter maximaal de winst van 6.500,-.) Opgave 3 1.a. 1.b. 1.c. Vijf percent. Bij het bepalen van de winst blijven buiten aanmerking voordelen uit hoofde van een deelneming, alsmede de kosten ter zake van de verwerving of de vervreemding van die deelneming (deelnemingsvrijstelling). (Art. 13 lid 1 Wet Vpb.) Alle dochtervennootschappen behalve Sunman gmbh (minder dan 5 % aandelenbezit) 2. Holding Verbiest bv en Akkra bv. 3. Feit Holding Verbiest bv +,, 0 Bedrag in Geconsolideerde winst 100.000,- Winstaandeel Akkra bv 15.000,- Winstaandeel Nieman bv 10.000,- Verlies Gender bvba + 20.000,- Winstaandeel Sunman gmbh 0 0,- Liquidatieverlies Bonjour sarl ( 5.000,- 3.000,-) 2.000,- Fiscaal belastbare winst 93.000,- 12

Opgave 4 1. Er is sprake van een fictieve dienstbetrekking op grond van artikel 4 letter d Wet LB jo. art. 2h Uitv. besl. LB. 2.a. 70% van 80.000,- is 56.000,-. 2.b. December 2011. 3. Nee. Kees is niet in dienst op 1 januari 2011, maar pas op 15 maart. (Kees kan pas vanaf 1 januari 2012, mits hij dan nog in dienst is, gebruik maken van de spaarloonregeling.) 4. 1,4% van 8.000.000,- = 112.000,-. 5. 80% van 28.000,- ( 140.000,- 112.000,-) = 22.400,-. Opgave 5 1. De margeregeling. Feit Rubrieknummer OB 2. 1a 4.750,- 3. geen geen 4. 3b 0,- 5. 4a 5b 38.000,- 38.000,- 6.a. 3b 0,- 6.b. BTW-identificatienummer van Bonsoir bvba en de omschrijving BTW verlegd. 13

BEDRIJFSADMINISTRATIE: JOURNAALPOSTEN Opgave 1 Algemeen. De kandidaat mag in plaats van BTW-code 1 ook BTW-code 2 gebruiken, of omgekeerd. Let op dat dan wel het juiste bedrag bij de gebruikte code wordt vermeld. Ook goed is het vermelden van het boekingstuknummer op iedere invoerregel. 1. Invoeren inkoopfactuur 1421. Boekingstuknummer Rekeningnummer Crediteurnummer Artikelnummer btwcode Bedrag btwbedrag 1421 300 1403 3001 1 3.200,- 608,- 320 1403 1 200,- 38,- 2. Invoeren verkoopfactuur 1269. Boekingstuknummer Rekeningnummer Debiteurnummer btwcode Bedrag btwbedrag 1269 850 1309 1 24.000,- 4.560,- 800 * 13.440,- 700 13.440,- 810 ** 1.440,- 525 1.440,- * Variabele fabricagekostprijs is 240 56,- ** Toeslag variabele verkoopkosten 240 6,- 3. Invoeren kasstuk 4203. Boekingstuknummer Rekeningnummer Debiteur-/ Crediteurnummer Artikelnummer btwcode Bij Af btwbedrag 4203 430 2 595,- 95,- 130 1304 9.520,- 4. Journaalpost verbruiksregister 6245. 600 Verbruik grondstoffen 146.500,- Aan 300 Voorraad grondstoffen 62.000,- 3000 Aan 300 Voorraad grondstoffen 18.000,- 3001 Aan 300 Voorraad grondstoffen 66.500,- 3002 400 Verbruik hulpstoffen 14.330,- Aan 310 Voorraad hulpstoffen 14.330,- 14

6. Journaalpost loonverdeelstaat 2112. 630 Betaalde directe lonen 336.000,- 410 Indirecte loonkosten 77.000,- Aan 210 Te verdelen lonen 413.000,- 5. Invoeren overige boekingen (productiestaat 7241). Boekingstuknummer Rekening- Debiteur/ Artikel Debet Credit nummer Crediteur 7241 700 * 560.000,- 610 160.000,- 611 320.000,- 612 80.000,- 602 85.120,- 515 ** 85.120,- 601 313.600,- 631 *** 313.600,- * 10 000 56,- ** 1 330 64,- *** 9 800 32,- 7. Invoeren kostenverdeelstaat 4941. Boekingstuknummer Rekening- Debiteur/ Artikel Debet Credit nummer Crediteur 4941 900 38.000,- 901 120.000,- 902 56.000,- 500 25.000,- 510 65.000,- 520 58.000,- 499 362.000,- 8. Journaalpost dekkingsstaat 5441. 510 Variabele kosten productieafdeling 21.280,- Aan 505 Dekking variabele kosten hulpafdelingen 21.280,- (665 32,-) 9. Overboeking totale contributiemarge. 899 Overboekingsrekening 380.000,- Aan 990 Totale contributiemarge 380.000,- De totale contributiemarge van periode 12 bedraagt 10 000 ( 100,- 62,-) = 380.000,-. 15

10. Overboeking afdelingsresultaat verkoopafdeling. 599 Overboekingsrekening 2.000,- Aan 993 Afdelingsresultaat verkoopafdeling 2.000,- Rekening 520 rekening 525 = 58.000,- (10 000 6,-) = 2.000,-. 11. Overboeking efficiencyverschil machine-uren. 996 Efficiencyverschil machine-uren 5.120,- Aan 699 Overboekingsrekening 5.120,- Rekening 602 rekening 612 = 85.120,- 80.000,- = 5.120,-. 12. Overboeking van het prijsverschil directe arbeidsuren. 997 Prijsverschil directe arbeidsuren 22.400,- Aan 699 Overboekingsrekening 22.400,- Rekening 630 - rekening 631 = 336.000,- - 313.600,- = 22.400,-. 13. Controleberekening efficiencyverschil machine-uren. Toegestaan op basis van productie 10.000 1/8 uur = 1 250 Werkelijk verbruik aan machine-uren 1 330 Te veel 80 16

Opgave 2 Deel 1 1. 2401 Te dekken budgetten ontwikkeling 180.000,- Aan 2402 11001 Budgetten ontwikkeling 180.000,- 2. 2400 11001 Kosten ontwikkeling 2.440,- 4800 11001 Kosten ontwikkeling 1.560,- Aan 3000 Voorraad ingrediënten 1.560,- Aan 2523 Dekking Aanmaken dranken 2.440,- 3. 2400 11001 Kosten ontwikkeling 6.000,- 4800 11001 Kosten ontwikkeling 50,- Aan 3001 Voorraad flessen 50,- Aan 2553 Dekking Productielijn 2 6.000,- 4. 4800 11001 Kosten ontwikkeling 5.000,- 1810 Te vorderen omzetbelasting 950,- ( 5.950,- 19/119) Aan 1412 Drink Research bv 5.950,- 5. 2400 11001 Kosten ontwikkeling 3,600,- Aan 2533 Dekking Etiketteren 3.600,- (30 120,-) 6. 2400 11001 Kosten ontwikkeling 50.000,- Aan 2563 Dekking Order & Billing 50.000,- 7. 0546 Petflesopzetter Bertolaso 72.500,- ( 86.275,- 100/119) 1810 Te vorderen omzetbelasting 13.775,- ( 86.275,- 19/119) Aan 1409 Bertolaso bv 86.275,- 8. 4800 11001 Kosten ontwikkeling 2.500,- Aan 0546 Petflesopzeter Bertolaso 2.500,- 9. 4004 CCOB Overige indirecte kosten 2.000,- 1810 Te vorderen omzetbelasting 380,- Aan 1413 Librero vof 2.380,- 17

10. 7005 Voorraad Icy 4.600,- (10 000 0,46) Aan 4100 Verbruik ingrediënten 2.100,- (10 000 0,21) Aan 4101 Verbruik flessen 1.600,- (10 000 0,16) Aan 4102 Verbruik doppen 300,- (10 000 0,03) Aan 4103 Verbruik etiketten 200,- (10 000 0,02) Aan 4104 Verbruik verpakking 400,- (10 000 0,04) Deel 2 11. 7001 Voorraad Honey 990,- (3 000 0,33) 4100 Verbruik ingrediënten 240,- (3 000 ( 0,21 0,13)) 4101 Verbruik flessen 120,- (3 000 ( 0,16 0,12)) 4102 Verbruik doppen 60,- (3 000 ( 0,03 0,01) Aan 4104 Verbruik verpakking 30,- (3 000 ( 0,05 0,04)) Aan 7005 Voorraad Icy 1.380,- (3 000 0,46) 2600 Toeslag indirecte kosten 19,50 Aan 2513 Dekking Magazijn 19.50 (5% van ( 1.380,- 990,-)) 2600 Toeslag indirecte kosten 23,40 Aan 2563 Dekking Order & Billing 23,40 (6% van ( 1.380,- 990,-)) 12. 1000 Kas 2.380,- Aan 1800 Verschuldigde omzetbelasting 380,- ( 2.000,- 19%) Aan 0589 Vorkheftruck 589 672,- ( 9.600,- (1,5% 62 9.600,-)) Aan 9900 Incidentele baten en lasten 1.328,- 18

13. 1100 ABN AMRO Bank 1.194,- (2 ( 126.096,- 125.499,-)) 1405 Caroussel bv 18.000,- (2 9.000,-) 1421 Juffers bv 952,- (2 476,-) Aan 1345 Bolsward bv 19.278,- 2 9.639,-,- = 19.278,- Aan 1329 Hanegraaf bv 600,- 2 300,- = 600,- Aan 1510 Te ontvangen bedragen 268,- 2 134,- = 268,- 14. 1000 Kas 119,- 4002 CCAD Indirecte materiaalkosten 1.248,- Aan 1800 Te betalen omzetbelasting 19,- ( 119,- 19/119) Aan 4100 Verbruik ingrediënten 1.348,- 15. 4104 OR 11/45 Verbruik verpakking 789,- Aan 4104 OR 11/54 Verbruik verpakking 789,- 16. Het resultaat van OR 11/54 neemt toe met 789,-, omdat de materiaalkosten met dat bedrag afnemen. Het resultaat op PRGLB verandert niet, omdat bij order OR 11/45 het resultaat met 789,- afneemt. 17. 2800 OR 11/47 Rij 20 Aan 2801 Voorcalculatie loonbotteling 900,- Berekende voorcalculatie loonbotteling 900,- 18. Het resultaat bij PRGLB neemt met 900,- af, omdat het voorgecalculeerde resultaat met dat bedrag afneemt. Bij PRGEB verandert niets, omdat deze correctie uitsluitend consequenties heeft voor loonbotteling. 19

FINANCIËLE RAPPORTAGE & ANALYSE ZITTING: RAPPORTAGE & ANALYSE NB: de tussen haken [..] geplaatste opmerkingen zijn uitsluitend ter toelichting. Deel 1 1. Het beleidsdoel van Ambiance is wel/niet gehaald. Motivering: De productie (12 100 sets) is meer dan normaal (11 640 100/97 = 12 000 sets). 2.a. 2.b. Het beleidsdoel heeft een positief/negatief/neutraal effect gehad op het verlagen van het voorraadniveau van Ambiance. Motivering: Doordat de productie op peil wordt gehouden en groter is dan de afzet, neemt de voorraad Ambiance toe. Het nastreven van beleidsdoel het vermijden van verliezen door onderbezetting heeft positief/neutraal/negatief gewerkt op de omzetsnelheid van de gemiddelde voorraad van Ambiance. Motivering: Doordat de afzet van Ambiance terugloopt en de productie hoog wordt gehouden, neemt de gemiddelde voorraad toe. Dit heeft een negatieve uitwerking op de omzetsnelheid (de verhouding afleveringen/gemiddelde voorraad). 3. De twee factoren die het verschil in ontwikkeling in omzetsnelheid verklaren zijn: - de omvang van de afzet; deze is bij Ambiance teruggelopen en bij Daily toegenomen; - de mutatie van de voorraad; deze is bij Ambiance toegenomen en bij Daily afgenomen. 4. Het ontstaan van extra marketingkosten heeft geen invloed op de waardering van de voorraad, omdat marketingkosten niet mogen worden geactiveerd. 5. Het oordeel over de bedrijfsprestatie met betrekking tot het beleidsdoel vermijden van voorraadverschillen is positief/negatief/gemengd. Motivering: Er zijn in 2010 grotere voorraadverschillen opgetreden bij Ambiance, terwijl de voorraadverschillen bij Daily zijn teruggelopen. 6. De drie belangrijkste factoren die de winstgevendheid van Cameron nv in 2010 negatief hebben beïnvloed ten opzichte van 2009 zijn: - de teruglopende afzet bij Ambiance; - hoger negatief uitvalresultaat bij Ambiance; - oplopende voorraadverschillen bij Ambiance. 7.a. Afname afzet met 10% van Ambiance levert een negatief effect op de dekkingsbijdrage op van 10% van 11 300 ( 900,- 388,- 100/97 41,-) = 518.670,- Landelijke toename van Daily met 2% levert op: 24 000 0,02 ( 225,- 140,- 20,-) = 31.200,-. De dekkingsbijdrage vermindert door de landelijke trend met 487.470,-. 20

7.b. De marketingcampagne heeft de ontwikkeling van de dekkingsbijdrage wel /niet positief kunnen beїnvloeden. Motivering: De verkoop van Ambiance is met 800 sets teruggelopen, dit is 330 sets minder dan mocht worden verwacht volgens de landelijke trend. Hierdoor neemt de dekkingsbijdrage met 330 459,- = 151.470,- toe ten opzichte van de landelijke trend. De verkoop van Daily is met 600 sets toegenomen. De verwachting was 480 sets, rekening houdend met de landelijke trend. Extra dekkingsbijdrage ten opzichte van de landelijke trend: 120 ( 225,- 140,- 20,-) = 7.800,-. Per saldo is de dekkingsbijdrage toegenomen met 159.270,-. Aangezien de marketingcampagne 100.000,- kost, neemt de nettowinst met 59.270,- toe. Deel 2 8.a. 0700 Gereed product Ambiance 592.000,- Aan 0009 Winstsaldo 2010 592.000,- (1 480 388,- 100/97) 0701 Voorraad Daily 1.000,- Aan 0009 Winstsaldo 2010 1.000,- (200 5,-) 8.b. 0301 Prijsverschil hardhout 45.000,- Aan 0009 Winstsaldo 2010 45.000,- ( 425.000,- 380.000,-) 8.c. 0009 Winstsaldo 128.000,- Aan 0121 Afschrijving debiteuren 128.000,- ( 78.000,- + 50.000,-) 8.d. 0023 Afschrijving transportmiddelen 25.000,- Aan 0013 Transportmiddelen 24.000,- ( 40.000,- 16.000,-) Aan 0009 Winstsaldo 2010 1.000,- ( 16.000,- 15.000,-) 21

9. Immateriële vaste activa 1.420.000,- Eigen vermogen (excl. winst) 9.065.000,- Materiële vaste activa 8.143.000,- Winstsaldo 2010 1.831.000,- Financiële vaste activa 0,- Lang vreemd vermogen 1.222.000,- Vlottende activa 3.113.000,- Kort vreemd vermogen 558.000,- 12.676.000,- 12.676.000,- Berekeningen/toelichting: Immateriële vaste activa: Eigen vermogen (excl.winst): Goodwill 1.420.000,- Geplaatst aandelenkapitaal 3.345.000,- Agioreserve 320.000,- Materiële vaste activa: Algemene reserve 5.400.000,- Gebouwen en terreinen 3.792.000,- 9.065.000,- Machines en Inventaris 3.090.000,- Transportmiddelen 1.261.000,- Winstsaldo 2010: 8.143.000,- [= (1.320 + 592 + 1 + 45 128 + 1) 1.000,-] 1.831.000,- Vlottende activa: Lang vreemd vermogen: Debiteuren 1.200.000,- 6% Hypothecaire lening 1.200.000,- Vooruitbetaalde kosten 40.000,- Voorziening pensioenen 22.000,- Hardhout 425.000,- 1.222.000,- Gereed product Ambiance 1.184.000,- Voorraad geïmporteerde Daily 29.000,- Kort vreemd vermogen: Overige materialen 125.000,- Aflossingen hyp. Lening 50.000,- Liquide middelen 110.000,- Crediteuren 455.000,- 3.113.000,- Te betalen kosten 53.000,- 558.000,- 10.a. Dit argument is juist/gedeeltelijk juist/onjuist. Motivering: De algemene reserve telt niet mee bij de beoordeling van de statische liquiditeit. 10.b. Dit argument is juist/gedeeltelijk juist/onjuist. Motivering: De aanwezige voorraden tellen positief mee voor de current ratio. Echter, de omzetsnelheid van Ambiance is laag (10 500/(569+1 480)/2 = 2,56) en de opslagduur dus hoog. Bovendien is de voorraad Ambiance ontstaan door teruglopende verkopen. Het is daarom beter de voorraad Ambiance bij de beoordeling van de liquiditeit geheel of gedeeltelijk buiten beschouwing te laten. 10.c. Dit argument is juist /gedeeltelijk juist / onjuist. Motivering: Door de gedeeltelijke winstreservering neemt het kort vreemd vermogen in 2011 toe met het gedeclareerde dividend. 22

Deel 3 11. Toepassing van integrale calculatie heeft een groter uitvalresultaat tot gevolg. Uitval wordt gewaardeerd tegen integrale fabricagekosten ( 800,-) in plaats van tegen variabele fabricagekosten ( 400,-). 12. De rekeningen 0510 en 0511 zijn toegevoegd aan het rekeningschema. 13.a. De seizoencorrectie van het eerste kwartaal is gecrediteerd op rekening 0510. Deze had moeten worden gecrediteerd op rekening 0511. Immers: het budget is 291 10 9,- + 250 10 27,- = 93.690,-. NB. het bedrag van de negatieve seizoencorrectie zelf is juist, nl. 11 640/(10 4) 20% 90,- = 5.238,-. 13.b. 0510 Budget orderverwerkingskosten Ambiance 5.238,- Aan 0511 Te dekken budget orderverwerkingskosten Ambiance 5.238,- 14. Beginvoorraad 1 januari 2011 1 480 Fabricage (ongekeurd) + 2 854 Uitval 80 Verkopen 2 650 Voorraadverschillen 24 Eindvoorraad 31 maart 2011 1 580 Toelichting/Berekeningen: Fabricage: 2.214.704,- : 776,- = 2 854 Uitval: 64.000,- : 800,- = 80 Voorraadverschillen: 19.200,- : 800,- = 24 Verkopen: 2.385.000,- : 900,- = 2 650 15.a. Het ordergrootteresultaat blijkt uit het verschil tussen de saldi van rekeningen 0810 Te verrekenen orderverwerkingskosten en 0811 Verrekende orderverwerkingskosten. 15.b. Het ordergrootteresultaat kan als volgt worden gecontroleerd. Werkelijke ordergrootte: 2.385.000,- : 250 = 9.540,-. Standaard ordergrootte: 9.000,-. De ordergrootte is 540,- hoger dan standaard. Dit levert een winst op van 540,- 0,04 250 = 5.400,-. Dit kan ook als volgt worden berekend: (2650/10 orders 250 orders) 360,- = 5.400,-. 23

Deel 4 16. Het verhogen van de afschrijving heeft een positief/negatief/neutraal effect op de liquide middelen. Een verhoging van de afschrijving leidt tot een kleiner winstsaldo van dezelfde omvang, zodat de operationele kasstroom niet wijzigt. Ook goed: Afschrijvingen zijn kosten en geen uitgaven. 17.a. De interestkosten hebben een positief/neutraal/negatief effect op de rentabiliteit van het totaal vermogen. Motivering: interestkosten hebben geen invloed op het bedrijfsresultaat. 17.b. Het opvoeren van de lening heeft een negatief effect op de rentabiliteit van het totaal vermogen, want het gemiddeld totaal vermogen neemt toe. 18. De quick ratio is toegenomen/afgenomen/gelijk gebleven. Motivering: De vlottende passiva zijn toegenomen en de vlottende activa (incl. liquide middelen en exclusief voorraden) minder sterk toegenomen. 24