VERSLAG (CONCEPT) Betreft: Vergadering ondersteuningsplanraad (OPR) SWV IJssel Berkel Datum: Dinsdag 11 februari 2014 Tijd: 19.30 22.00 uur en: Zie presentielijst in bijlage 1 Voorzitter: Daniël van Straten Notulist: Marieke Harkink Samenvatting / besluitenlijst De directie stuurt de volgende documenten ter kennisgeving naar de OPR leden: Berekening aantal FTE onderwijscoaches Functieomschrijving van onderwijscoach Het verslag van simulatie Inspectie De leden hebben de volgende onderdelen van het ondersteuningsplan besproken: Visie en doelen Organisatie en personeel Indiceren en toelaatbaarheidsverklaring Arrangementen en dekkend aanbod Financiën Het advies van de OPR-leden is om met bovenstaande onderdelen van het ondersteuningsplan in te stemmen. De volgende aandachtspunten zijn benoemd: Administratieve druk leerkrachten Totstandkoming kwaliteitshandboek Inzet van onderwijscoaches (o.a. aantal FTE en tevredenheid van scholen/ouders) Totstandkoming MR-P Totstandkoming ondersteuningsroute Arrangementen (o.a. aantal en inhoud) Scholen met extra profiel (o.a. duurzaamheid) Consequenties van decentralisatie AWBZ voor passend onderwijs De volgende vergadering is gepland op 25 februari 2014 van 18.00 tot 21.00 uur (inclusief een etentje). Tijdens deze vergadering worden de andere onderdelen van het ondersteuningsplan besproken en wordt een definitieve uitspraak gedaan over het geheel. De directie regelt de locatie. 1
1. Opening en welkom De voorzitter verwelkomt alle aanwezigen. Ter voorbereiding op de vergadering hebben de OPR-leden onderdelen van het ondersteuningsplan doorgenomen. Bart Westerweel vraagt hoe de voorzitter de voorbereidingsstukken wil bespreken. Bart Westerweel stelt voor om als OPR eerst een uitspraak te doen over het ondersteuningsplan als geheel. Dat er vragen en opmerkingen zijn over de verschillende onderdelen is volgens hem vanzelfsprekend, zeker gezien het tijdpad waarin het ondersteuningsplan tot stand is gekomen. Zijn voorstel is om deze punten te beschouwen als aandachtspunten voor het volgen van het ondersteuningsplan. Bart Westerweel vindt de toonzetting van het ondersteuningsplan positief. Het belang van het kind staat voorop. De voorzitter kan zich vinden in het voorstel van Bart Westerweel. Ook hij stelt voor om het ondersteuningsplan vanuit vertrouwen te bespreken. Afgesproken wordt dat de leden per onderdeel aangeven of zij wel of niet kunnen instemmen met het betreffende onderdeel. Vervolgens worden per onderdeel de aandachtspunten besproken. Babette Bijloo geeft aan dat zij de vergaderstukken graag per e-mail ontvangt (in plaats van via Dropbox). 2. Bespreking concept-verslag vergadering 8 januari 2014 De OPR-leden hebben het concept-verslag een dag voor de vergadering ontvangen. Om deze reden wordt de bespreking van het verslag doorgeschoven naar de volgende OPR-vergadering. De ambtelijk secretaris wordt verzocht om verslagen eerder toe te sturen. 3. Benoemen penningmeester en secretaris Tot op heden hebben zich nog geen leden gemeld voor de taak van penningmeester en secretaris. De voorzitter verzoekt alle leden om hier nogmaals over na te denken. 4. Bespreking onderdelen ondersteuningsplan Visie en doelen voorbereid door Cindy Schapendonk en Saskia van Stapele Het advies aan de OPR is om wel in te stemmen met dit onderdeel. Overwegingen om wel in te stemmen zijn: Het voldoet aan alle criteria die het Steunpunt Medezeggenschap heeft opgesteld. Het ziet er realistisch uit en gaat het uit van de mogelijkheden van alle betrokkenen. De doelen en beoogde resultaten vragen om nadere concretisering. Ank Stegenga geeft aan dat er een kwaliteitshandboek komt waarin de beoogde resultaten worden vertaald in meetbare indicatoren. Saskia van Stapele vraagt in hoeverre er ruimte is voor verschillen in visie en denominatie. Kan een school bijvoorbeeld zelf bepalen welke mensen zij willen inzetten voor het bieden van extra ondersteuning? Luuk van Aalst licht toe dat deze ruimte er is. Wel is het van belang om te realiseren dat het samenwerkingsverband in het kader van de Tripartiete overeenkomst personele verplichtingen heeft. Op de vraag naar de relatie met de huidige praktijk, geeft Ank Stegenga aan dat het ondersteuningsplan voortbouwt op de reeds ingeslagen weg in de regio. Zo is er de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in het handelingsgericht werken, de samenwerking met ouders, jeugdhulp-partners en de ondersteuningsteams. Deze onderdelen vormen het fundament van het ondersteuningsplan. 2
Babette Bijloo vraagt naar de (veranderende) rol van de intern begeleider. Luuk van Aalst geeft aan dat schoolbesturen zelf bepalen hoe zij de middelen voor basisondersteuning inzetten, en daarmee dus ook keuzes maken met betrekking tot de rol van de IB er. Het is een taak van (G)MR en om dit te gaan volgen. Administratieve druk voor leerkrachten Totstandkoming kwaliteitshandboek Organisatie en personeel - voorbereid door Huibert Brouwer, Marjolijn van den Broek en Babette Bijloo Het advies aan de OPR is om niet in te stemmen met dit onderdeel. Overwegingen om niet in te stemmen zijn: Het ondersteuningsplan maakt niet duidelijk waarom men kiest voor 12 FTE voor de onderwijscoach, en dat terwijl de onderwijscoach een belangrijke rol vervult binnen het nieuwe stelsel passend onderwijs. Ook de afbouw van het aantal FTE onderwijscoaches in schooljaar 2016-2017 is niet onderbouwd. Ank Stegenga licht de berekening van het benodigde aantal FTE onderwijscoaches toe: De berekening is gebaseerd op de ervaringen van WSNS Berkeldal met het werken met collegiaal consulenten. In Berkeldal hebben de collegiaal consulenten circa 20 minuten per leerling. De ervaring is dat dit krap is. Collegiaal consulenten hebben nu bijvoorbeeld onvoldoende tijd voor het uitvoeren van lichte interventies, zoals een observatie in de klas. Het samenwerkingsverband heeft dit ook van scholen teruggekregen. Op basis van deze ervaring heeft de directie besloten om de tijd per leerling te verhogen naar 1,5 uur (bruto), zodat onderwijscoaches straks voldoende tijd hebben voor het uitvoeren van lichte, preventieve interventies. Omdat onderwijscoaches straks binnen een bepaalde gemeente werkzaam zijn, is de reistijd minimaal. De verwachting dat er over enkele jaren minder onderwijscoaches nodig zijn, heeft te maken met de krimp en de beoogde professionalisering van scholen. Daarnaast willen schoolbesturen voorkomen dat er een onnodige grote centrale dienst wordt opgebouwd. Een aantal leden geeft aan de toelichting door de directie voldoende te vinden. Huibert Brouwer wil graag inzage in de berekening van het aantal FTE onderwijscoaches. De notitie wordt hem toegezonden. Over de vraag of de onderbouwing van het aantal FTE onderwijscoaches in ondersteuninsplan dient te worden opgenomen, wordt verschillend gedacht. Luuk van Aalst licht toe dat het ondersteuningsplan verschillende onderliggende notities kent. In verband met de leesbaarheid is er voor gekozen om deze onderliggende stukken niet op te nemen in (de bijlagen van) het ondersteuningsplan. De directie ziet het ondersteuningsplan als een strategisch beleidsplan. Onderliggende notities hoeven hierin niet worden opgenomen. Bovendien is het aantal FTE van de andere functies ook niet onderbouwd in het ondersteuningsplan. Het merendeel van de OPR-leden kan zich hier in vinden. Huibert Brouwer blijft bij zijn standpunt dat de berekening wel in het ondersteuningsplan (of in de bijlagen) opgenomen dient te worden. Professionalisering: Schoolbesturen zijn verantwoordelijk voor de professionalisering van leerkrachten. Schoolbesturen ontvangen hiervoor extra middelen vanuit het Rijk (Bestuursakkoord Primair Onderwijs). Het samenwerkingsverband is verantwoordelijk voor de professionalisering van haar eigen medewerkers. Hiervoor zijn middelen gereserveerd binnen het programma Bestuur en beheer van de meerjarenbegroting. 3
Het SWV ondersteunt schoolbesturen middels het organiseren van activiteiten voor scholen en ouders, zoals studiedagen en thema-avonden. Hiervoor zijn middelen gereserveerd binnen het programma Professionalisering. Gevraagd wordt naar de stand van zaken m.b.t. personele inrichting van het samenwerkingsverband. Ank Stegenga licht toe dat met alle betrokken medewerkers belangstellingsgesprekken zijn gevoerd. In februari /maart volgen een assessment en sollicitatiegesprekken. Het streven is dat begin april het personele stuk is afgerond. Daarna kan de MR-P worden ingericht. Op de vraag naar het verrichten van medisch handelingen in de klas, geeft Luuk van Aalst aan dat een schoolbestuur moeten beschikken over een protocol medische handelingen. Een leraar kan niet verplicht worden gesteld om medische handelingen te verrichten. Vaak worden er binnen een school teamafspraken gemaakt. Heeft een school iets te zeggen over welke onderwijscoach op school komt? Luuk van Aalst geeft aan dat er een stevig functieprofiel ligt. Van alle onderwijscoaches wordt verwacht dat zij kwaliteit bieden. Scholen mogen het SWV hierop aanspreken. Daarnaast wil het SWV ook zelf de tevredenheid gaan monitoren, door scholen en ouders te bevragen naar de mate waarin zij tevreden zijn over de geboden ondersteuning vanuit het SWV. Afgesproken wordt dat OPR-leden de functieomschrijving (FUWA) van de onderwijscoach ontvangen. Gevraagd wordt naar de klankbordgroepen van ouders en personeelsleden. In verband met de drukte heeft dit even stil gelegen, maar het SWV wil zeker weer bijeenkomsten gaan organiseren met als doel om (informeel) input te verzamelen voor beleid. De OPR kan daar mogelijk ook een rol in spelen. Inzet van onderwijscoaches (o.a. aantal FTE, tevredenheid en opbrengsten) Totstandkoming MR-P Indiceren en toelaatbaarheidsverklaring voorbereid door Esther Martin, Marjolijn van den Broek en Babette Bijloo Dit onderdeel is positief beoordeeld door de OPR-leden. Gevraagd wordt naar de leden van de toelaatbaarheidscommissie. Luuk van Aalst licht toe dat dit onderwerp uitgebreid is besproken in de bestuursvergadering. Afgesproken is om een overgangsperiode in te stellen zodat scholen, besturen en het SWV voldoende tijd krijgen om de voorwaarden voor het arrangeren op schoolniveau te realiseren. Tijdens deze overgangsperiode wordt het huidige Zorgadviesteam, waarin SBO en SO (cluster 3 en 4) zijn vertegenwoordigd, benut om de aanvragen van extra en zware ondersteuning te bespreken. Een smalle toewijzingscommissie van het samenwerkingsverband neemt vervolgens op basis van het advies van het Zorgadviesteam een besluit over de daadwerkelijke toekenning van extra of zware ondersteuning. Afgesproken is dat gedurende de overgangsperiode de toewijzingscommissie bestaat uit de twee directieleden. De toewijzingscommissie beoordeelt de aanvragen met name procedureel. Bovenstaande procedure wordt jaarlijks geëvalueerd. Het streven is dat het ondersteuningsteam op termijn zelf, afhankelijk van de ondersteuningsvraag, de benodigde deskundigen erbij betrekt. Met een toelaatbaarheidsverklaring van het SWV kunnen ouders hun kind aanmelden bij een school voor S(B)O. De school bepaalt vervolgens of het kind ook daadwerkelijk wordt toegelaten en heeft op dat moment de zorgplicht. Tijdens de Algemene Ledenvergadering heeft een onderwijsjurist de besturen geïnformeerd over wat te doen bij eventuele geschillen tussen ouders en scholen (besturen) over toelating en de ondersteuning. Luuk van Aalst licht toe dat er wordt gewerkt aan een visuele weergave van de ondersteuningsroute, zodat voor ouders en scholen in één oogopslag duidelijk is hoe de lijnen lopen. Daarnaast vragen schooldirecteuren om stukjes tekst voor de schoolgids. Luuk van Aalst licht de bekostiging toe: 4
o o Schoolbesturen ontvangen middelen basisondersteuning. Dit is niet geoormerkt. Wel is afgesproken dat alle scholen moeten voldoen aan het niveau van basisondersteuning. Extra ondersteuning wordt geboden in de vorm van arrangementen. Dat is geoormerkt geld, volgens het principe geld volgt de leerling. o Totstandkoming ondersteuningsroute Arrangementen en dekkend aanbod voorbereid door Esther Martin, Saskia van Stapele, Cindy Schapendonk en later aangevuld door Bart Westerweel In het ondersteuningsplan staat beschreven dat het SWV de rol van makelaar wil vervullen m.b.t. het delen van kennis en expertise. Luuk van Aalst licht toe dat hij voor scholen graag inzichtelijk wil maken welke kennis en expertise er beschikbaar is in de regio. Afhankelijk van de behoefte, zouden scholen bijvoorbeeld kunnen deelnemen aan zogenaamde kennisnetwerken. Voor alle kinderen die extra ondersteuning nodig hebben is het opstellen van een ontwikkelingsperspectief (OPP) verplicht. Daarnaast kan een school er voor kiezen om ook voor kinderen binnen de basisondersteuning een OPP op te stellen, als dat gezien de leer- en/of gedragsontwikkeling wenselijk is (dit laatste is dus niet verplicht). Bespreking in het ondersteuningsteam is een voorwaarde van het SWV voor de inzet van extra ondersteuning (dit geldt niet voor kinderen met een OPP die binnen de basisondersteuning vallen). Onder de doelgroep die nu begeleiding ontvangt in de AWBZ vallen ook kinderen met een fysieke-, verstandelijke of een psychische beperking. Een deel van die begeleiding vindt plaats in het onderwijs, via een persoonsgebonden budget of zorg in natura. Luuk van Aalst licht toe dat met gemeenten is afgesproken dat zij met elkaar in gesprek blijven over de mogelijke consequenties van de AWBZdecentralisatie voor passend onderwijs (waaronder leerplicht-ontheffing). Gesproken wordt over scholen met een extra profiel. Luuk van Aalst licht toe dat het SWV nog zoekende is in hoe deze pilot wordt vormgegeven. Met name het vraagstuk van duurzaamheid en spreiding is een lastige. Het SWV wil pilot-scholen extern laten auditen om hier meer zicht op te krijgen. o Arrangementen (o.a. aantal en inhoud) o Scholen met een extra profiel (o.a. duurzaamheid van ondersteuningsaanbod) o De consequenties van de decentralisatie ABWZ voor passend onderwijs Financiën - voorbereid door Daniël van Straten Het voorstel aan de OPR is om wel in te stemmen met dit onderdeel. Overwegingen om wel in te stemmen zijn: De meerjarenbegroting is opgesteld in samenwerking met een onafhankelijk deskundige. Alle betrokken schoolbesturen hebben (met verschillende belangen) naar de begroting gekeken. Luuk van Aalst licht toe dat het SWV vorige week de kengetallen van het ministerie heeft ontvangen. Deze cijfers zijn al verwerkt in de bijlagen van het ondersteuningsplan. Op basis van deze kengetallen (peildatum 1 oktober 2013) kan de begroting voor het schooljaar 2014-2015 exact worden opgesteld. 5
5. Rondvraag De volgende vergadering is gepland op dinsdag 25 februari 2014 van 18.00 tot 21.00 uur. Ter voorbereiding op de volgende vergadering, vult Roy Weetink het format in voor het onderdeel samenwerking met ouders Huibert Brouwer vraagt naar het overleg met de gemeenten. Luuk van Aalst geeft aan dat op 22 januari jl. overeenstemming is bereikt met de zes betrokken gemeenten over het concept-ondersteuningsplan. Daarnaast is het ondersteuningsplan op 10 februari jl. goedgekeurd door de Algemene Ledenvergadering. De Inspectie heeft onlangs het concept-verslag van de simulatie toegestuurd. Het verslag zal naar de OPR worden toegezonden. Ank Stegenga en Luuk van Aalst bedanken de OPR-leden voor hun betrokkenheid, inzet en de prettige sfeer van het overleg. Ook Daniël van Straten complimenteert de OPR-leden met het voorwerk dat in een zeer kort tijdbestek is verricht. 6. Afsluiting Daniël van Straten sluit de vergadering. 6
Bijlage 1 Presentielijst vergadering OPR 11 februari 2014 Ouders uit BAO Daniël van Straten Helga Hogenkamp Afwezig Marjolijn van den Broek Matthijs de Vries Afwezig Personeel uit BAO Babette Bijloo-Kaal Marijn Sieben Saskia van Stapele Cindy Schapendonk Ouders uit S(B)O Bart Westerweel Huibert Brouwer Personeel uit S(B)O Esther Martin Roy Weetink Directie SWV Luuk van Aalst Ank Stegenga 7