ICT-Onderwijsmonitor vmbo-groen 2001-2002



Vergelijkbare documenten
ICT-onderwijsmonitor. voortgezet onderwijs februari 2003

ICT-onderwijsmonitor

ICT-onderwijsmonitor. Ict-gebruik in les Hans van Gennip Huub Braam Ed Smeets. ORD mei 2005

Samenvatting. De stand van zaken in hoofdlijnen

ICT in cijfers ICT-onderwijsmonitor studiejaar 2004/2005. Maartje van den Bogaard

ICT-gebruik docenten behoeft brede ondersteuning!

Vier in balans monitor Kennisnet 2012 docenten. ICT-monitor Kennisnet 2012

Onderwijs met ict - studenten lerarenopleiding Bijlage: Tabellen

Docenten hebben veel vrijheid in ict-gebruik

ICT IN CIJFERS ICT-ONDERWIJSMONITOR LERARENOPLEIDINGEN VO/BVE. Irma van der Neut Berber Vreugdenhil-Tolsma

Rapport. F4371 oktober 2009 Bestemd voor: Kennisnet. Political & Social. Grote Bickersstraat KS Amsterdam. Postbus AE Amsterdam

Rapport. F1182 maart 2008 Bestemd voor: Kennisnet. Political & Social

Onderwijs met ict Tabellen ict-management

ICT-onderwijsmonitor

Tabellenboek beroepsonderwijs en volwasseneneducatie (bve)

ICT IN VOGELVLUCHT. Stand van zaken 2000/2001

Rapport. F9094 december 2010 Bestemd voor: Kennisnet. Political & Social. Grote Bickersstraat KS Amsterdam. Postbus AE Amsterdam

1. Een ELO of dagplan gebruiken om de planning met de leerlingen te delen. 2. Een ELO, of chat gebruiken om met de leerlingen te communiceren.

Scholen tevreden over rendement ICTinvesteringen

ICT-beleidsplan

Nieuwe didactiek vwo 2 en 3 Connect College: resultaten van een onderzoek. Prof. dr. Perry den Brok

ICT beleidsplan. Schooljaar OBS de Pijlstaart

Pieter Jonkers Studentnummer:

Tabellenboek - beroepsonderwijs en volwasseneneducatie (bve) schooljaar

De Programma-matrix. Functie van de Programma-matrix

Stijgend ICT-gebruik volgens docenten

Schoolportret. Lotte Oosterhof. HAVT3a

Uitslag StartScan SPONS (fictief) Survey: FICTIEF

ICT-onderwijsmonitor 2004/2005 Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie. Madeleine Hulsen Froukje Wartenbergh Dana Uerz Nico van Kessel

A. Persoonlijke gegevens

Onderwijs met ict Tabellen leraren

ICT IN HET BASIS- EN VOORTGEZET ONDERWIJS SCHOOLJAAR 2007/2008 TECHNISCH RAPPORT

CBS Merula Bloemendaele XA Heenvliet

Vragenlijst Beroepsprofiel ICT-OA

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Het Baken International School VWO

Gebruik ICT binnen Content and Language Integrated Learning

Ict-gebruik in het onderwijs 2017 Stand van zaken per sector

(56 enquêtes) (62 enquêtes) (45 enquêtes) (57 enquêtes) Accent Accent Accent Accent score score. score 10.

GROTE OUDER- EN LEERLINGENENQUETE 2010

Vier in balans. Verkenning stand van zaken met het oog op effectief en efficiënt gebruik van ICT in het onderwijs

KeCo De leerling actief!

VII MICTIVO 1 versus MICTIVO 2

Breda, 's-hertogenbosch, Tilburg. Selectie onderzoeksresultaten van de meting ViA-E docenten 2014

ICT-onderwijsmonitor 2003/2004 Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie. Dana Uerz Madeleine Hulsen Nico van Kessel Rianne Kloosterman

Samenvatting en conclusies

Voldoende voorbereid op leren van de toekomst en ict?

ICT-management positief over investeringen

VOORWOORD INLEIDING SCHOOL

RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Tussentijds kwaliteitsonderzoek bij. Annie M.G. Schmidt

ICT-onderwijsmonitor Bibi van Wolput

Kerndoelen Mens en Natuur en Techno Venturie 1 Kerndoelen leerdomein Mens en Natuur 2 Techno Venturie 3 Website tevedocent.nl 4 Urenoverzicht Techno

3 Hoogbegaafdheid op school

Ict-onderwijsmonitor

Het huiswerk heeft de volgende functies: - Het kan er toe bijdragen dat kinderen niet achterop raken met het onderwijsprogramma

Samenvatting en aanbevelingen van het onderzoek onderwijs & ICT voor School X

RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK. Leeuwenhartschool

Resultaten klanttevredenheidsonderzoek bettermarks

ICT-beleidsplan 1. INLEIDING MISSIE EN VISIE DOELEN PLAN VAN AANPAK EVALUATIE EN TERUGKOPPELING...5

Enquête inzet leermiddelen

Voldoende voorbereid op leren van de toekomst en ict?

Minimumstandaard ICT, ten aanzien van. - voorzieningen binnen de school. - de medewerkers

Enquête over beleid en praktijk van instructies in Informatievaardigheden in Nederlandse universiteiten

RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE BASISSCHOOL DE HAREN. : basisschool de Haren : 's-hertogenbosch BRIN-nummer : 12TH Onderzoeksnummer : 95042

BELEIDSPLAN. E. Gerssen 1

RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK. o.b.s. Westerschool

Huiswerkbeleid van CBS De Zaaier

Sita (VWO2) Aaron Sams. Natuurkunde en Flipping the Classroom

Huiswerkbeleid Onderwijsteam 7

De Vogelveste. speciale school voor basisonderwijs

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Enquête COMPUTERGEBRUIK THUIS. 1. Heb jij een computer thuis? Bijlage 30

1 van :30

Mogelijke opdrachten voor een vakgroep techniek.

Handleiding Docenten

RESULTATEN. Rapportage bs Overhoven, Sittard

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep Nederlands

ICT in het basis- en voortgezet onderwijs. Schooljaar

EEN WERELD SCHOOL. vmbo theoretische leerweg HTL-route voor leerlingen die naar de havo willen. Gemini (H)TL

RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK. Wessel Gansfortcollege Heerdenpad Afdeling vwo

RESULTATEN PROPEDEUTISCHE FASE

TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK. Baken Stad College VMBOB VMBOGT VMBOK

Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen

TREND RAPPORTAGE KWALITEITSVRAGENLIJST RAPPORTAGE 2E MONTESSORISCHOOL HET WINTERKONINKJE,

INZET ICT IN DE GROEPEN OP DE BREDEROSCHOOL: EEN NULMETING

Ontwikkelingen in afstudeerrichtingen lerarenopleidingen HAN ILS. 13 april 2016

Kennisdeling op internet tussen leraren in Kennisnet Vakcommunities. De belangrijkste resultaten. Management samenvatting

Interactie 1. Basiscommunicatie en schriftelijke correctie. Slotdocument

Productoverzicht 2005

H4. Het internetprotocol

Sjabloon voor het opmaken van een beleidsplan ICT

Quick scan dyslexie in po en vo

Docenten die hun onderwijs meer willen afstemmen op de individuele verschillen tussen leerlingen en hun leeropbrengst willen vergroten.

Onderzoek Passend Onderwijs

Obs De Bouwsteen juli ICT plan OBS DE BOUWSTEEN. ICT plan Pagina 1

Huiswerk op de Sint Josephschool.

Voor het beoordelen en het becijferen van de modules en projecten wordt door de docenten een scoringsformulier van competenties ingevuld.

1. De leerlingen hebben een positieve houding tegenover ICT en zijn bereid ICT te gebruiken ter ondersteuning van hun leren.

Alles over. Blink Wereld geschiedenis. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

School en computers. Paulusse BedrijfsOpleidingen

Alles over. Blink Wereld Geschiedenis. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Transcriptie:

ICT-Onderwijsmonitor vmbo-groen 2001-2002 De stand van zaken op het gebied leren en lesgeven IVA 2003 Quinta Kools Ilja Hoogenberg 1

2

Inhoudsopgave Samenvatting 1 1 Inleiding 5 2 Quick Scan vmbo-groen 9 2.1 Ict in het onderwijsleerproces 9 2.2 Ict-beleid 9 2.3 Infrastructuur, hardware en beheer 10 2.4 Vaardigheden en deskundigheidsbevordering 11 3 Stand van zaken: leren en lesgeven 13 3.1 Gebruik van ict in het onderwijsleerproces 13 3.1.1 Voorbereiding 13 3.1.2 Onderwijsleerproces 14 3.1.3 Evaluatie en toetsing 17 3.2 Ict-gebruik nader bekeken 18 3.2.1 Beleid 19 3.2.2 Software 21 3.2.3 Infrastructuur 25 3.2.4 Expertise van docent en leerling 26 3.2.5 Meerwaarde van ict 28 3.3 De rol van de docent 29 3.4 Toekomstbeelden 31 4 Kritische factoren 35 4.1 Inleiding 35 4.2 Kritische factoren 35 Literatuur 39 I

II

Samenvatting In 2001-2002 is de ICT-Onderwijsmonitor voor de tweede maal uitgevoerd in het vmbo-groen. Deze meting van de ICT-Onderwijsmonitor bestond uit een kwantitatieve en een kwalitatieve studie: Kwantitatief: een quick scan onder alle ict-coördinatoren om onder andere de infrastructuur in kaart te brengen (Ict in cijfers. ICT-Onderwijsmonitor schooljaar 2001-2002). Kwalitatief: een facetstudie leren en lesgeven. Op vier vmbo-groenscholen zijn gesprekken gevoerd met docenten en leerlingen. Aan de orde kwamen de plaats van ict in het onderwijsleerproces, stimulerende en belemmerende factoren bij de inzet van ict en en de rol van ict voor het beroep van docent. Uit deze studies komt een aantal belangrijke trends en ontwikkelingen naar voren, die hier worden besproken. In deze samenvatting beginnen we met de beknopte resultaten van de quickscan. Daarna vervolgen we met de bevindingen uit de kwalitatieve studie. Achtereenvolgens beschrijven we de bevindingen ten aanzien van ict in het onderwijsleerproces, vaardigheden van docenten en vormgeving van het onderwijs. We besluiten met een beschouwing van stimulansen en belemmeringen voor de inzet van ict in het onderwijs. Resultaten uit de quickscan Door 21 ict-coördinatoren van de 73 vmbo-groenscholen 1 (29 procent) is deelgenomen aan de quickscan. Volgens hun inschatting is meer dan de helft van de docenten in het vmbo-groen (ver) gevorderd in het gebruik van ict in het onderwijsleerproces. Ook van de leerlingen is volgens hen de helft (zeer) gevorderd in het gebruik van ict. Op de meerderheid van de scholen heeft men een visie op ict ontwikkeld of is men bezig die te ontwikkelen. In de meeste gevallen is de visie afgeleid van de onderwijskundige visie van de school. De leerlingcomputerratio is 10,5, hetgeen betekent dat er gemiddeld per 10 leerlingen 1 computer aanwezig is. De meeste computers hebben een internetaansluiting en beschikken over multimediale mogelijkheden. Alle scholen hebben een intern netwerk. Knelpunten op het gebied van infrastructuur zijn beschikbare financiën om computers aan te schaffen; toegankelijkheid van het netwerk van buiten de school en geschikte ruimten om computers te plaatsen. Volgens de ict-coördinatoren beheerst de meerderheid van de docenten de ictbasisvaardigheden in (ruim) voldoende mate. Bijna de helft van de docenten beheerst volgens de ict-coördinatoren didactische ict-vaardigheden in (ruim) voldoende mate. In hun deskundigheidsbevordering hebben docenten zich het afgelopen jaar meer op ict-basisvaardigheden dan op didactische vaardigheden gericht. 1 NB in de quickscan zijn alleen vmbo-groenscholen opgenomen die deel uitmaken van een AOC, scholengemeenschappen met een vmbo-groenafdeling zijn niet meegenomen. Deze scholengemeenschappen zijn bevraagd via de quickscan van het voortgezet onderwijs (zie ict-onderwijsmonitor voortgezet onderwijs 2001-2002, IVA/ITS, 2003). 1

Kwalitatieve facetstudie leren en lesgeven Vragen die hierbij centraal staan zijn: Hoe wordt ict ingezet in het onderwijsleerproces en hoe oordelen docenten en leerlingen daarover? Over welke vaardigheden (basisvaardigheden, ict-gerelateerde didactische vaardigheden) beschikken docenten en hoe bevorderen zij hun deskundigheid daarin? Welke invloed heeft ict-gebruik op de vormgeving van het onderwijs? Wat zijn stimulansen en belemmeringen voor de inzet van ict in het onderwijs? Ict in het onderwijsleerproces De meeste docenten in de vier bezochte vmbo-groenscholen maken bij de lesvoorbereiding gebruik van de computer. Het gaat dan vooral om toepassingen als tekstverwerking (bij het opstellen van lesmateriaal, proefwerken) en internet (nieuwe ontwikkelingen) en in mindere mate om methodegebonden software (Cd-rom's die bij de lesmethode horen). De docenten van de bezochte scholen zeggen tijdens de lessen minder vaak gebruik te maken van de computer. Als de computer wordt ingezet is het vooral voor toepassingen als tekstverwerking (verslagen, werkstukken), internet (zoekopdrachten) en incidenteel toetsing (bij het vak (agrarische) techniek). Op twee scholen wordt met klassen uit het tweede leerjaar meegedaan aan Codename Future, een project waarbij gebruik wordt gemaakt van een digitale leeromgeving op internet. Op alle vier de bezochte vmbo-groenscholen wordt gebruik gemaakt van digitale cijferadministratie en op één school ook van een digitaal leerlingvolgsysteem. Bij lesevaluatie en toetsing wordt nog weinig gebruik gemaakt van ict in de vorm van digitale toetsing, voor sommige vakken lopen wel experimenten. Vaardigheden van docenten Het blijkt dat de docenten de uitwisseling van ervaringskennis met collega's als prettig en stimulerend ervaren. Leerlingen vinden het vooral belangrijk dat docenten probleemoplossend vermogen hebben op het gebied van computers. Een minderheid van de docenten op de bezochte scholen is erg actief met het nadenken, experimenteren en inzetten van ict-toepassingen in hun lessen. Niet alle docenten achten zichzelf vaardig genoeg om computers in te zetten in de les. Het gaat dan zowel om computervaardigheden als didactische vaardigheden (bijvoorbeeld klassenmanagement). Docenten geven aan dat het van belang is dat docenten voorlopen op leerlingen wat betreft kennis en vaardigheden op het gebied van ict. Wanneer dit niet het geval is en een docent zet de computer in tijdens de les, kan hier door leerlingen misbruik van worden gemaakt. Op de verschillende scholen wordt vanuit de directie weinig tijd en ruimte gegeven om ict te integreren in het onderwijsleerproces. Daardoor hangt de integratie van ict in het onderwijsleerproces voornamelijk af van de instelling en het enthousiasme van docenten. Aangezien de inzet van ict voor de meeste docenten nieuw is, kost het veel tijd en energie. 2

Vormgeving van het onderwijs Op dit moment heeft ict-gebruik weinig invloed op de vormgeving van het onderwijs, omdat het incidenteel wordt ingezet. Over de manier waarop ict in het onderwijs gebruikt zal gaan worden in de toekomst, zijn de docenten verdeeld. Aan de ene kant komt dit doordat docenten verschillende wensen hebben met betrekking tot ict in het onderwijs. Aan de andere kant zijn er verschillen in de mogelijkheden die docenten zien. Een aantal ideeën die docenten hebben met betrekking tot het gebruik van ict in het onderwijs passen bij de huidige ontwikkelingen. Hieronder vallen onder andere het meer gebruik maken van de computer tijdens de lessen, het gebruik van software met beeld en geluid en het gebruik van e-mail tussen docenten en leerlingen. Andere ideeën staan nog wat verder af van de huidige situatie. Onder deze ideeën vallen onder andere het afstandsleren, het werken en leren in een openleercentrum, het gebruik van laptops, spraakcomputers en het creëren van een digitale toetsbank. Ook zijn er docenten die kritische kanttekeningen plaatsen bij het gebruik van ict in de toekomst. De manier waarop lesgegeven wordt, zal veranderen door de inzet van ict. Hierbij merken docenten op dat de docenten altijd het leerproces moeten blijven sturen. Vmbo-leerlingen zijn volgens de docenten namelijk niet in staat om zelfstandig vorm te geven aan het leerproces. Tevens moet de computer niet de overhand krijgen in de lessen. Er zal altijd variatie moeten blijven in de activiteiten die leerlingen tijdens een schooldag uitvoeren. Een aantal docenten is negatief over het computergebruik in het onderwijs in de toekomst. Deze groep docenten zou het liefst helemaal geen computers in de school zien. Leerlingen geven aan in de toekomst meer gebruik te willen maken van de computer op school. Graag zouden leerlingen in de toekomst hun boeken thuis willen laten en alleen gebruik willen maken van de computer. Ict-gebruik nader bekeken: stimulansen en belemmeringen Beleid Op de meeste scholen staat de directie positief tegenover ict. Wel is de ene school actiever in het stimuleren van ict-gebruik dan de andere. Op een tweetal scholen wordt het deelnemen aan ict-projecten (Codename Future) gestimuleerd. Op drie van de bezochte vmbo-groenscholen voeren de directies volgens de docenten geen actief ict-beleid. Dit betekent dat docenten niet in het bijzonder gestimuleerd worden om ict in te zetten in hun lessen, er geen systematische deskundigheidsbevordering plaatsvindt, er geen richtlijnen zijn voor de inzet van ict in de lessen en dat docenten weinig tijd en ruimte krijgen om ict in hun lessen te integreren. Daarnaast blijken de teams van de bezochte scholen over het algemeen geen gezamenlijke visie op ict te hebben. Ook over de inzet van ict in de toekomst wordt verschillend gedacht. Software Toepassingen op de computer bieden volgens de docenten nieuwe mogelijkheden voor het onderwijs. Goede software met zelfcorrigerende werking kan leerlingen in hun onderwijsleerproces sturen. Tekstverwerkingsprogramma's 3

zorgen dat verslagen en werkstukken beter leesbaar zijn, internetsites bieden actuele informatie (prijzen van bloemen op de bloemenveiling). Verder bestaan er goede simulaties van technische of geologische processen waardoor leerlingen in gevisualiseerde vorm kennis kunnen opdoen. Er wordt op de bezochte scholen in beperkte mate educatieve software ingezet in de lessen. De methodegebonden software die aanwezig is wordt niet systematisch gebruikt. De docenten geven aan dat de software vaak een te hoge moeilijkheidsgraad heeft voor vmbo-leerlingen. Er wordt nog weinig gesproken over criteria waaraan goede software moet voldoen. Infrastructuur Op de meeste vmbo-scholen die zijn bezocht zijn er problemen op het gebied van de ict-infrastructuur. De gemiddelde leerlingcomputerratio is 10,5, maar dit gemiddelde zegt nog niets over de beschikbaarheid van de computers. De computers die er zijn staan vaak in het computerlokaal. Het gebruik van het computerlokaal zorgt voor veel stagnatie volgens de docenten. Er zijn te weinig computers aanwezig en de mogelijkheden om de computers die er zijn te gebruiken, zijn beperkt. Verder werken netwerkproblemen en problemen met individuele computers stagnerend. Deze stagnatie wekt frustratie op bij zowel docenten als leerlingen. Het ontbreken van ruimtes met computers buiten de lokalen wordt ervaren als een gemis doordat de mogelijkheden om buiten de les met computer te werken erg worden beperkt. Het onderhoud van hardware is ook een probleem voor de scholen. Door de snelle ontwikkelingen op het gebied van software, moet de hardware tijdig worden onderhouden zodat aan systeemeisen van de software wordt voldaan. Expertise Er blijken grote verschillen tussen docenten op het gebied van de ontwikkeling van ict-expertise. Met name de docenten die zelf enthousiast zijn ontwikkelen zich verder en zoeken enthousiast naar mogelijkheden om ict in te zetten in het onderwijsleerproces. Er zijn ook docenten die zichzelf nog niet vaardig genoeg vinden om computers in lessen in te zetten. Het blijkt dat docenten bang zijn dat er storingen optreden bij het werken met de computers in de les. Docenten kunnen deze storingen vaak niet zelf oplossen. Daarnaast blijken de didactische vaardigheden bij het inzetten van de computer tijdens lessen een knelpunt te zijn. De meningen van docenten over de inzet van computers bij lessen aan vmboleerlingen zijn verdeeld. Aan de ene kant zou de inzet van computers goed zijn omdat leerlingen minder passief zouden zijn tijdens lessen met de computer. Aan de andere kant vergt de inzet van computers een zeer zelfstandige houding die vmbo-leerlingen volgens de docenten over het algemeen niet hebben. Ook zouden volgens docenten de computervaardigheden van een deel van de leerlingen van een te laag niveau zijn. Hierdoor kost de inzet van de computer tijdens de lessen veel tijd. Daarnaast wordt opgemerkt dat het kenmerkende aan het vmbo-groen is dat leerlingen zelf met hun handen bezig moeten zijn in plaats van achter de computer te zitten. Uit de interviews op de bezochte scholen bleek geen eenduidige visie te bestaan over het al dan niet geschikt zijn van ict voor vmbo-groenleerlingen of voor het vmbo-groenonderwijs. 4

1 Inleiding Vanaf het schooljaar 1997/1998 is de ict-onderwijsmonitor uitgevoerd in het basisonderwijs, het voortgezet onderwijs, het beroepsonderwijs en volwasseneneducatie, de lerarenopleidingen voor basisonderwijs en de tweedegraads lerarenopleidingen. In het vmbo-groen wordt vanaf het schooljaar 2000-2001 gemonitord. De ict-onderwijsmonitor heeft als doel het gebruik van informatie- en communicatietechnologie (ict) in verschillende sectoren van het onderwijs regelmatig te volgen. De opbrengsten van de monitor betreffen een actueel overzicht van de beschikbaarheid en het gebruik van ict in het onderwijs. Daarnaast worden factoren geïdentificeerd die belemmerend dan wel bevorderend werken op het verloop van het implementatieproces van ict in het onderwijs. De ict-onderwijsmonitor in het vmbo-groen wordt uitgevoerd door IVA Tilburg en ITS Nijmegen. Aanpak In 2001-2002 is gekozen voor een gewijzigde aanpak ten opzichte van voorgaande metingen, omdat er behoefte bestond aan diepgaande en meer kwalitatieve informatie over de wijze waarop ict wordt ingezet in het onderwijsleerproces. Daarnaast bleef er belangstelling voor cijfers (kwantitatieve informatie) over onder meer de infrastructuur. Er is gekozen voor een combinatie van kwantitatieve en kwalitatieve onderzoeksmethoden. In onderstaand schema wordt duidelijk welke activiteiten zijn uitgevoerd, welke respondentgroepen benaderd zijn en wat de aard is van de verkregen informatie. 5

Vmbo-groen 1.1 Methoden van onderzoek, verzamelde informatie, respondentgroepen en respons, aard van de informatie van de ICT-Onderwijsmonitor 2001-2002 Methode van onderzoek Quick scan schriftelijke vragenlijst Type informatie - infrastructuur - beleid - ict in het onderwijsleerproces - vaardigheden docenten Respondentgroep en respons 21 ict-coördinatoren uit het vmbo-groen Aard van de informatie + waar te vinden - representatief (qua omvang) - hoofdstuk 2 Facetstudie leren en lesgeven face-to-face interviews - ict in het onderwijsleerproces - voorbereiding op mini-enquête: schriftelijke vragenlijst (on line) het beroep - ict in het onderwijsleerproces - voorbereiding op het beroep vier vmbogroenscholen (groep docenten en groep studenten) geen respons - illustratief - hoofdstuk 3 geen rapportage Hieronder worden de verschillende onderdelen van de ICT-Onderwijsmonitor wat uitgebreider toegelicht. Quick scan De quick scan is gehouden onder ict-coördinatoren van alle 73 vmbo-groenscholen die deel uitmaken van een AOC 2. Uiteindelijk hebben, na een intensief telefonisch rappel, 21 ict-coördinatoren de vragenlijst ingevuld, dit is een respons van 29 procent. Met behulp van de quick scan is informatie verzameld over de ict-infrastructuur, over ict-beleid en globale informatie over het gebruik van ict in het onderwijsleerproces en de vaardigheden van docenten. Voor een uitgebreide beschrijving van de resultaten van de quick scan verwijzen wij naar Ict in cijfers 2001-2002 (IVA/ITS 2002). Een samenvatting van de belangrijkste resultaten is opgenomen in hoofdstuk 2 van dit rapport. Facetstudie leren en lesgeven Voor de facetstudie leren en lesgeven zijn op vier scholen voor vmbo-groen gesprekken gevoerd met een individuele docent, met een groep docenten en 2 NB in de quickscan zijn alleen vmbo-groenscholen opgenomen die deel uitmaken van een AOC, scholengemeenschappen met een vmbo-groenafdeling zijn niet meegenomen. Deze scholengemeenschappen zijn bevraagd via de quickscan van het voortgezet onderwijs (zie ict-onderwijsmonitor voortgezet onderwijs 2001-2002, IVA/ITS, 2003). 6

met een groep leerlingen. Voor deze facetstudie zijn de scholen voor vmbogroen geselecteerd op basis van de resultaten van de quick scan. In de quickscan is aan ict-coördinatoren gevraagd een inschatting te maken van: het percentage docenten dat ict gebruikt in het onderwijsleerproces; het percentage docenten dat ict-basisvaardigheden beheerst; Op basis van deze twee kenmerken hebben we scholen geselecteerd. We hebben gekozen voor scholen waar meer dan de helft van de docenten ict gebruikt in het onderwijsleerproces (eerste criterium), omdat we van deze scholen verwachtten dat ze relatief ver gevorderd zijn in hun ict-gebruik. Van de vier scholen die hebben deelgenomen waren er drie waarvan meer dan de helft van de docenten de ict-basisvaardigheden (ruim) voldoende beheerst. Bij de vierde school was volgens de quickscan minder dan de helft van de docenten voldoende vaardig in ict-basisvaardigheden. Vmbo-groen 1.2 Selectie van deelnemende scholen 3 vmbo-groenscholen - meer dan 50% van de docenten gebruikt ict in het onderwijsleerproces EN - meer dan 50% van de docenten beheerst ictvaardigheden in voldoende mate 1 vmbo-groenschool - meer dan 50% van de docenten gebruikt ict in het onderwijsleerproces EN - meer dan 50% van de docenten beheerst ictbasisvaardigheden niet/in geringe mate Mini-enquête Het was de bedoeling om de resultaten uit de facetstudie te onderbouwen met kwantitatieve informatie van docenten en leerlingen. Daarvoor is er een minienquête uitgezet bij docenten en leerlingen. Helaas was de deelname aan de mini-enquête in het vmbo-groen geen succes. Op twee manieren zijn docenten en leerlingen benaderd: 1. De enquête heeft enkele weken op de site van kennisnet gestaan. Docenten en leerlingen die deze site bezochten konden meedoen aan de enquête. Er hebben slechts 2 leerlingen een enquête ingevuld via de site. Kennelijk is kennisnet voor vmbo-groenleerlingen een weinig gebruikt medium. In een volgende meting moet hiermee rekening worden gehouden, wellicht biedt de meer voor het groen onderwijs geëigende structuur van www.groenkennisnet.nl meer mogelijkheden. 2. Eén van de vmbo-groenscholen die deelnam aan de facetstudie leren en lesgeven is gevraagd om deel te nemen aan de mini-enquête. Met de ictcoördinator was afgesproken dat alle leerlingen en docenten via hun e- mail op de link naar de enquête geattendeerd zouden worden. Helaas bleken de leerlingen pas begin december met hun inlognaam te kunnen omgaan, terwijl de mini-enquête in oktober on-line was. De tweede school had in het kader van de ict-onderwijsmonitor in de BVE sector (IVA/ITS, in druk) al meegedaan aan een enquête en is daarom niet 7

extra bevraagd. De derde en vierde school konden niet meer meedoen aan de mini-enquête, omdat er nog geen contacten waren met deze scholen op het moment dat de mini-enquête werd gehouden. De resultaten van de facetstudie leren en lesgeven staan in hoofdstuk 3. Een beschouwing op de gevonden resultaten wordt gegeven in hoofdstuk 4, waarin de kritische succesfactoren worden behandeld. Onderzoeksvragen In de ict-onderwijsmonitor 2001-2002 staan de volgende vragen centraal: Ict en leren en lesgeven Op welke wijze wordt ict ingezet in het onderwijs en hoe oordelen docenten en leerlingen hierover? Welke invloed heeft ict-gebruik op de vormgeving van het onderwijs? Wat zijn stimulansen en belemmeringen voor de inzet van ict in het onderwijs? Ict en vaardigheden van docenten Over welke vaardigheden (basisvaardigheden, ict-gerelateerde didactische vaardigheden) beschikken docenten en hoe bevorderen zij hun deskundigheid daarin? Deze vragen worden beantwoord in de samenvatting van dit rapport. Het voorliggende rapport kent de volgende opbouw. In hoofdstuk 2 geven we een beknopte samenvatting van de resultaten van de quickscan. In hoofdstuk 3 wordt de stand van zaken ten aanzien van leren en lesgeven beschreven. Dit hoofdstuk gaat ten eerste in op het gebruik van ict in het onderwijsleerproces (de voorbereiding, het onderwijsleerproces en de evaluatie en toetsing). De tweede paragraaf richt zich op stimulansen en belemmeringen vanuit beleid hierbij hanteren we de indeling uit Vier in Balans (Stichting ICT op school, 2001): beleid, software, infrastructuur en expertise. In deze paragraaf wordt ook ingegaan op de meerwaarde van ict. Paragraaf 3.3 richt zich op de (mogelijke) gevolgen van ict voor het onderwijsleerproces en de rol van de docent. In de vierde paragraaf worden toekomstbeelden geschetst. In hoofdstuk 4 wordt een beschouwing gegeven over de ict-ontwikkelingen in het vmbo-groen. In dit hoofdstuk worden kritische factoren voor de implementatie van ict benoemd. 8

2 Quick Scan vmbo-groen In dit hoofdstuk wordt verslag gedaan van de voornaamste resultaten van de quick scan. Deze is in mei 2002 uitgezet bij alle ict-coördinatoren van de 73 scholen voor vmbo-groen die deel uitmaken van een AOC. Scholengemeenschappen met een vmbo-groenafdeling zijn bevraagd via de quickscan van het voortgezet onderwijs (zie Ict-onderwijsmonitor voortgezet onderwijs 2001-2002, IVA/ITS, 2003). In totaal hebben 21 ict-coördinatoren deelgenomen aan het onderzoek (29 procent). Voor het totale verslag van de quick scan verwijzen wij naar "ICT in cijfers. ICT-onderwijsmonitor schooljaar 2001-2002" (IVA/ITS, 2002). 2.1 ICT IN HET ONDERWIJSLEERPROCES Er is aan de ict-coördinatoren gevraagd een inschatting te maken van het gebruikersniveau van ict in het onderwijsleerproces van docenten en leerlingen. Iets meer dan de helft (52 procent) van de docenten is volgens de ictcoördinatoren een (zeer) gevorderd gebruiker van ict in het onderwijsleerproces. Van de overige docenten is bijna 40 procent een beginnend gebruiker en 10 procent geen gebruiker. Volgens de ict-coördinatoren is iets meer dan de helft van de leerlingen een (zeer) gevorderd gebruik van ict. De overige leerlingen zijn beginnend gebruiker (48 procent) of geen gebruiker (1 procent). Vmbo-groen 2.1 Gebruikersniveau van ict in het onderwijsleerproces van docenten en leerlingen, in procenten (n=19-20) docenten leerlingen geen gebruik 10 1 beginnend gebruik 38 48 gevorderd gebruik 39 40 zeer gevorderd gebruik 13 11 2.2 ICT-BELEID De meerderheid (57 procent) van de scholen voor vmbo-groen beschikt over een visie op ict of is bezig er één te ontwikkelen (43 procent). Bij de meerderheid van deze scholen (76 procent) is de visie in belangrijke mate of volledig afgeleid van de onderwijskundige visie van de school. In vergelijking met het schooljaar 2000-2001 hebben nu meer scholen een visie op ict ontwikkeld. 9

2.3 INFRASTRUCTUUR, HARDWARE EN BEHEER Computers voor onderwijsdoeleinden Aan de hand van het aantal computers voor onderwijskundige doeleinden dat aanwezig is op de scholen en het aantal leerlingen, is de leerlingcomputerratio berekend. Op de scholen voor vmbo-groen is de gemiddelde leerlingcomputerratio 10,5. Dit betekent dat er gemiddeld één computer aanwezig is voor ongeveer 10 leerlingen. In vergelijking met het schooljaar 2000-2001 is de leerlingcomputerratio afgenomen. Toen was de leerlingcomputerratio in het vmbo-groen 12,4 (en was er gemiddeld één computer per 12 leerlingen beschikbaar). Op de vmbo-groenscholen zijn de meeste computers voorzien van een internetaansluiting (89 procent) en multimediale mogelijkheden (68 procent). Hier is in vergelijking met het schooljaar 2000-2001 weinig verandering in gekomen. Kennisnet Bijna alle vmbo-groenscholen (85 procent) zijn aangesloten op kennisnet. Dit betekent een toename in vergelijking met het schooljaar 2000-2001. Meer dan de helft van de ict-coördinatoren oordeelt redelijk tot goed over de faciliteiten die worden geleverd en de bereikbaarheid van de server. Minder tevreden zijn de ict-coördinatoren over de ondersteuning bij problemen. Het oordeel over de verschillende facetten van kennisnet is in vergelijking met het schooljaar 2000-2001 hetzelfde gebleven. Ict-beheer Op de vmbo-groenscholen is gemiddeld 1,3 fte voor ict-functies aanwezig. Intern(computer)netwerk Alle scholen voor vmbo-groen hebben een intern computernetwerk. Dit komt overeen met gegevens van het schooljaar 2000-2001. In het vmbo-groen hebben de directie, ict-beheerders, docenten en bijna alle leerlingen (95 procent) toegang tot dit interne netwerk. Het van huis kunnen inloggen tot het interne netwerk van de school is, in vergelijking met het schooljaar 2000-2001, toegenomen voor ict-beheerders en docenten. Toch blijft het beperkt tot een selecte groep. Op 10 procent van de vmbo-groenscholen kunnen alle ict-beheerders van thuis uit inloggen op het interne netwerk van de school. Op een even groot percentage vmbo-groenscholen kan een selecte groep directieleden van thuis uit inloggen. Op 15 procent van de scholen kan een selecte groep docenten van thuis uit inloggen. Leerlingen kunnen niet van thuis uit inloggen op het interne netwerk. Tevredenheid over de infrastructuur De ict-coördinatoren hebben een oordeel gegeven over de storingsgevoeligheid van verschillende onderdelen van het computernetwerk op de school. Het blijkt dat de ict-coördinatoren het meest tevreden zijn over het netwerk. Over het internet zijn de ict-coördinatoren het minst tevreden. Gemiddeld genomen geven de ict-coördinatoren een voldoende. 10

Vmbo-groen 2.2 Gemiddelde rapportcijfers voor de storingsgevoeligheid van onderdelen van het computernetwerk (1= ernstig storingsgevoelig, 10= totaal niet storingsgevoelig), (n=21) Gemiddelde rapportcijfer de computers 7,1 de server(s) 8,4 het netwerk (de bekabeling, aansluitingen e.d.) 8,6 de randapparatuur (printers e.d.) 6,0 het internet 5,0 Knelpunten ten aanzien van infrastructuur Hoewel de infrastructuur in het vmbo-groen op orde is (betere leerlingcomputerratio, toegang tot internet en multimediale mogelijkheden) doen zich nog wel knelpunten voor. De top vier van (redelijke tot grote) knelpunten zijn volgens de ict-coördinatoren: de beschikbare financiën om computers aan te schaffen (75 procent) de toegankelijkheid van buiten de school tot het interne netwerk van de school (60 procent) geschikte ruimten om computers te plaatsen (52 procent) de bandbreedte van de internetverbinding een redelijk tot groot knelpunt. Deze aspecten van de ict-infrastructuur werden ook in het schooljaar 2000-2001 als knelpunt ervaren. Het aantal computers dat geschikt is voor multimediale toepassingen, het aantal computers met internetverbinding en de kwaliteit van de computers worden niet of als een klein knelpunt ervaren. 2.4 VAARDIGHEDEN EN DESKUNDIGHEIDSBEVORDERING Basis- en didactische vaardigheden op het gebied van ict Volgens de ict-coördinatoren van de scholen voor vmbo-groen beheerst de meerderheid van de docenten in (ruim) voldoende mate de ict-basisvaardigheden. Ten aanzien van didactische vaardigheden op het gebied van ict zijn de ict-coördinatoren van mening dat de docenten die minder goed beheersen dan de ict-basisvaardigheden. Van de docenten beheerst bijna de helft deze vaardigheden in (ruim) voldoende mate. 11

Vmbo-groen 2.3 De mate waarin docenten ict-basisvaardigheden en didactische toepassing van ict in het onderwijs beheersen, in procenten, (n=21) ict-basisvaardigheden didactische toepassing van ict niet 4 24 in geringe mate 18 28 in voldoende mate 56 29 in ruim voldoende mate 22 19 Deskundigheidsbevordering Op het gebied van ict-basisvaardigheden heeft 43 procent van de docenten volgens de ict-coördinatoren het afgelopen jaar aan deskundigheidsbevordering gedaan. Deskundigheidsbevordering op het gebied van didactische toepassingen van ict gebeurde volgens de ict-coördinatoren door gemiddeld 26 procent van de docenten. 12

3 Stand van zaken: leren en lesgeven In dit hoofdstuk wordt verslag gedaan van de facetstudie "Leren en lesgeven". Ten behoeve van deze facetstudie is op vier vmbo-groenscholen gesproken met docenten en leerlingen. In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de wijze waarop ict op dit moment op de vmbo-groenscholen wordt ingezet. Achtereenvolgens komt in de verschillende paragrafen het volgende aan bod: 3.1. Gebruik van ict in het onderwijsleerproces: hoe wordt de computer ingezet bij de lesvoorbereiding, in het onderwijsleerproces en bij evaluatie en toetsing? 3.2 Ict-gebruik nader bekeken: welke factoren belemmeren en welke stimuleren juist ict-gebruik bij het leren en lesgeven? Deze worden onderverdeeld in de categorieën die in Vier in Balans (Stichting Ict op School, 2001) worden gehanteerd: beleid, software, infrastructuur en expertise. Daarnaast wordt ook ingegaan op de meerwaarde van ict voor het leren en lesgeven. 3.3 In deze paragraaf wordt ingegaan op de gevolgen van ict voor het onderwijsleerproces en de rol van de docent. 3.4 Toekomstbeelden: hoe verwachten docenten en studenten dat de stand van zaken rondom ict in het onderwijs er in de toekomst uit zal zien? 3.1 GEBRUIK VAN ICT IN HET ONDERWIJSLEERPROCES 3.1.1 Voorbereiding Uit de resultaten van de survey van de ict-monitor schooljaar 2000-2001 (IVA/ITS, 2002) bleek dat 44 procent van de leraren voor de lesvoorbereiding wekelijks of dagelijks de computer gebruikte. Daarnaast gaf meer dan de helft (54 procent) van de leraren aan wekelijks tot dagelijks het internet te gebruiken bij de lesvoorbereiding. In het huidige onderzoek is eveneens naar voren gekomen dat bij de lesvoorbereiding de computer voornamelijk wordt gebruikt als tekstverwerker of als informatiebron. Met behulp van de tekstverwerker worden onder andere lesplannen, lesinformatie of toetsen gemaakt. Als informatiebron wordt voornamelijk het internet gebruikt. Ook wordt gebruik gemaakt van cd-rom's die aanwezig zijn. Dit zijn zowel cd-rom's zijn die bij een lesmethode horen als niet-methode gebonden cd-rom's. Voor het bepalen van de beginsituatie van de leerlingen wordt geen gebruik gemaakt van de computer. De docenten geven aan de beginsituatie van de leerlingen in te schatten op basis van ervaring. 13

Vmbo-groen 3.1 Ict-gebruik bij de lesvoorbereiding volgens docenten van de vier bezochte vmbo-groenscholen Programmatuur Gebruik Generieke programmatuur (Word) - maken van teksten (zoals lesplannen, lesopdrachten, toetsen) Internet - opzoeken van extra informatie, beelden en geluiden voor lessen - opzoeken van interessante sites voor leerlingen e-mail - docenten mailen van huis naar school en vice versa (bv versturen van thuis gemaakt materiaal) Educatieve software - opzoeken van informatie, beelden en geluiden 3.1.2 Onderwijsleerproces Inzet van de computer tijdens de les Uit de resulaten van de survey van de ict-monitor schooljaar 2000-2001 (IVA/ ITS, 2002) kwam naar voren dat er bijna geen docenten waren die ict dagelijks inzetten in hun onderwijsprogramma. Wel was er een klein groepje docenten dat aangaf de computer wekelijks te gebruiken in de les. Ze gebruikten de computer dan voornamelijk om de leerlingen de leerstof te laten oefenen. Daarnaast gaf 20 procent van de docenten aan dat leerlingen de computer een paar keer per maand tot wekelijks gebruiken voor het leren zoeken van informatie. Dit beeld komt overeen met het computergebruik tijdens de les op de bezochte vmbo-scholen in het huidige onderzoek. De computer wordt tijdens het ( reguliere ) onderwijsleerproces op de bezochte scholen (nog) zelden gebruikt. De meeste docenten maken nauwelijks gebruik van ict in hun lessen. Incidenteel moeten de leerlingen informatie opzoeken op het internet. Een docent geeft aan dat hij bij de lessen agrarische techniek gebruik maakt van de internetsite howstuffworks.com. Ook in de bloemschiklessen die hij geeft probeert hij ict-gebruik actief in te bedden. Hij heeft een eigen website waarop informatie over zijn lessen staat vermeld. De leerlingen kunnen hier zowel inhoudelijke als procedurele informatie vinden over de lessen bloemschikken. Deze docent heeft ook een Power Point-presentatie gemaakt die als instructiemateriaal kan dienen en die leerlingen zelfstandig kunnen doorlopen. Eigen lesmateriaal "Ik heb een eigen website die ik gebruik in het onderwijs. Ik maak foto's van de bloemstukken die ze maken en zet die op de website. Zo is het voor hen een stimulans om de website te bezoeken. Ook de opdracht voor het werkstuk staat op internet: welke eisen ik er aan stel, wanneer het moet worden ingeleverd en zo. Er staan ook links op naar onderwerpen die ze kunnen gebruiken. Ik vertel daar in de les niets over en verwijs de leerlingen naar de website, ik wil dat ze leren om daar informatie te halen." 14

Bij de gebruikte lesmethodes horen vaak ook cd-rom's voor docenten en leerlingen maar deze worden op de scholen niet vaak gebruikt. Een aantal docenten verwijst er wel naar in de lessen zodat de leerlingen thuis met cd-rom's aan het werk kunnen gaan. Leerlingen zouden graag meer met deze cd-rom's doen in de les. Naast het zoeken van informatie kunnen de leerlingen de computer ook gebruiken voor het maken van verslagen. Het blijkt over het algemeen dat de leerlingen voornamelijk thuis de verslagen op de computer maken. Naast de reguliere lessen wordt op twee van de bezochte scholen de computer gebruikt voor projecten. Deze beide scholen doen mee aan het project "Code name Future", een vakoverstijgend project. Digitaal projectonderwijs Op een school wordt gewerkt met een pilot-project dat in samenwerking met Stichting Leerplan Ontwikkeling (SLO) is ontwikkeld. In het project, het "Rijn-project", zijn de vakken biologie, aardrijkskunde en Nederlands geïntegreerd. In het project leren de leerlingen veel verschillende aspecten over de rivier de Rijn. Doordat het project in samenwerking met de school is opgezet is er rekening gehouden met de wensen en behoeften van de school. In het project is onder andere rekening gehouden met de vaardigheden van vmboleerlingen. Zo zijn de teksten kort en bondig en wordt visuele en auditieve ondersteuning geboden. Daarnaast wordt directe feedback gegeven. Juist deze directe feedback wordt ervaren als een groot voordeel. Mogelijkheden computergebruik door leerlingen buiten de les De mogelijkheden die leerlingen op de scholen hebben om buiten de les op school met de computer te werken zijn over het algemeen zeer beperkt. Vaak kunnen leerlingen niet in het computerlokaal omdat dit lokaal bezet is. De mediatheek is op de meeste scholen niet vrij toegankelijk door de leerlingen. Op één school is het voor de leerlingen wel mogelijk om met computers om te gaan buiten de les om. Een docent op de school heeft een groot aantal oude computers verzameld en opgesteld in een apart lokaal. De computers werken allemaal op DOS. De leerlingen kunnen op de computers verschillende (educatieve) spelletjes doen zoals Words voor Engels en Lingo voor Nederlands. Deze computers worden verder niet voor onderwijskundige doeleinden ingezet (bv voor het maken van verslagen). De leraar die deze computers beheert wil dat de leerlingen vertrouwd raken met computers (knoppenkennis). De voorziening is enorm populair bij de leerlingen, om 8 uur 's ochtends en in de pauzes zit het hele lokaal vol. Inzet van computers: organisatie en klassenmanagement Uit de resultaten van de survey van de ict-monitor schooljaar 2000-2001 (IVA/ ITS, 2002) bleek dat driekwart van de docenten het aantal beschikbare computers op school het grootste knelpunt vond. Ook vond meer dan de helft van de docenten de betrouwbaarheid van het computernetwerk een probleem. De redenen die door docenten op de bezochte scholen in het huidige onderzoek worden genoemd voor het beperkte computergebruik tijdens de reguliere 15

lessen, zijn voornamelijk van infrastructurele aard. Op de scholen is vaak maar één computerlokaal aanwezig. Dit computerlokaal is bijna altijd bezet door een beperkt aantal vakken zoals het vak informatiekunde. Wanneer docenten gebruik willen maken van de computers in het computerlokaal moeten ze dit lang van tevoren regelen. Naast het computerlokaal staan er soms in een aantal klaslokalen ook een paar computers. De docenten geven aan dat deze computers vaak traag zijn. Het inzetten van computers in de les vergt van de docent ook een andere organisatie (zie kader). Docenten moeten zelf computervaardig zijn om problemen die zich op technisch gebied voordoen op te lossen. Naast de computertechnische vaardigheden blijkt het werken met computers ook een beroep te doen op andere vaardigheden op het gebied van orde en overzicht houden: leerlingen zitten met hun rug naar de docent, kijken bij de buurman/buurvrouw en gedragen zich anders. Organisatie van ict in de les "Wanneer je ict in wilt zetten in je lessen, moet je de lessen ook anders organiseren. Ten eerste moet je uit je lokaal weg. Daarnaast moet je materiaal pakken dat je gaat gebruiken. De leerlingen moeten vervolgens een hele wandeling maken om in het computerlokaal te komen. Het vraagt van de leerkracht en de leerling een andere organisatie. En de vmbo-leerling is erg gevoelig voor verandering. De vmbo-leerling heeft een gestructureerde les nodig, waarbij het materiaal dat wordt gebruikt op de plek moet staan. Wanneer de video gebruikt gaat worden, moet de video al in de klas staan. Wanneer dit niet het geval is en je de video moet halen buiten het lokaal, dan worden de leerlingen al onrustig. Ook wanneer je als docent aangeeft dat je naar het computerlokaal gaat tijdens de les, dan worden de leerlingen onrustig." Waarvoor wordt de computer gebruikt Het computergebruik in het vmbo-groen kan worden onderverdeeld in gebruik bij informatiekunde (eerste en soms ook tweede leerjaar), de avo-vakken en de praktijkvakken. Behalve bij het vak informatiekunde is de inzet van ict voornamelijk incidenteel van aard: de leerlingen hadden moeite om vakken op te noemen waar de computer bij wordt gebruikt. informatiekunde Informatiekunde is het vak bij uitstek waarin leerlingen met de computer werken. De leerlingen zeggen hier zowel theorie als praktijk te krijgen. Ze leren onder andere omgaan met Word, Acces, Excell en Paint en met zoeken op internet. avo-vakken Als er gebruik wordt gemaakt van ict in de avo-vakken (Nederlands, Duits, Engels, maatschappijleer, biologie, natuurkunde, wiskunde, scheikunde, econo- 16

mie) gaat het om internet-opdrachten, specifieke programma's (bv spelling), methodegebonden software (Cd-rom's bij de methode) en tekstverwerking (werkstukken). Op twee scholen wordt gebruikt gemaakt van een digitale leeromgeving bij het vakoverstijgende project Codename Future. praktijkvakken De praktijkvakken in het vmbo-groen zijn plantenteelt, groene ruimte, bloemschikken, dierverzorging, (agrarische) techniek en verwerking agrarische producten (vap). Deze vakken worden in het derde en vierde jaar aangeboden. Als in de praktijkvakken gebruik wordt gemaakt van de computer, gaat het om tekstverwerking (werkstukken), specifieke software (Cd-rom voor plantenkennis of een tuinontwerpprogramma), internet opdrachten (zoek op wat een paard eet; zoek op welke materialen er zijn om een bloemstukje op te maken; bekijk op de bloemenveiling wat de bloemen kosten), of toetsprogramma's voor specifieke onderdelen (agrarische techniek). Vmbo-groen 3.2 Ict-gebruik tijdens het onderwijsleerproces volgens docenten en leerlingen van de vier bezochte vmbo-groenscholen Programmatuur Reguliere programma's Tekstverwerker (Word) Database (Excel) Presentatieprogramma's (power point) Internet Methodegebonden educatieve software Eigen materiaal Gebruik - maken van lesmateriaal (werkbladen, toetsen etc.) - maken van lesplannen - maken van verslagen - berekeningen - presentaties op ouderavonden - instructie-presentatie die leerlingen zelf kunnen bekijken - zoeken van informatie - projecten (codenamefuture) - de docentendisk voornamelijk als informatiebron - de leerlingendisk als informatiebron, maken van toetsen, herhalingen - toetsmogelijkheid bij (agrarische) techniek - - een docent heeft een eigen website gemaakt 3.1.3 Evaluatie en toetsing Toetsing Het maken van toetsen op de computer gebeurt op de bezochte scholen nog weinig. Een uitzondering is het toetsen bij het vak techniek dat op twee van de bezochte scholen wordt gebruikt. Bij dit vak staan in het leslokaal meerdere computers. Deze computers zijn aangesloten op de computer van de docent. De leerlingen kunnen aan het eind van een blok een afsluitende toets maken 17

op de computer. De uitslag van de toets gaat automatisch van de leerlingcomputer naar de computer van de docent. Op een andere school is een experiment met toetsen voor Nederlands. Op één van de scholen zijn plannen om met elektronisch toetsen aan de slag te gaan in AOC-verband, zie paragraaf 3.4 (toekomstbeelden). Administratie In het survey van de ict-monitor schooljaar 2000-2001 (IVA/ITS, 2002) gaf bijna 70 procent van de ict-coördinatoren aan dat de leerlingadministratie geautomatiseerd was. Ook gaf 60 procent van de ict-coördinatoren aan dat op de scholen een elektronische cijferregistratie aanwezig was en bijna de helft van de scholen beschikte over een elektronisch leerlingvolgsysteem. Uit de survey onder leraren bleek dat de registratie van leervorderingen door meer dan 40 procent van de leraren wekelijks met behulp van de computer werd gedaan. Bijna 30 procent van de leraren gaf aan dit een paar keer per maand te doen. Op alle vmbo-groenscholen die in het huidige onderzoek zijn bezocht gebeurt de cijfer- en leerlingenadministratie van de leerlingen met behulp van de computer. Op veel van de scholen wordt gewerkt met puntboek. Deze cijferadministratie staat vaak op het interne netwerk van de school. Voor het invoeren van de cijfers hebben de docenten ieder een eigen inlogcode. De docenten geven aan dat het handig zou zijn wanneer ook van thuis uit in gelogd kan worden op het interne netwerk van de school. Dit is in de meeste gevallen nog niet mogelijk (zie ook hoofdstuk 2). Op één van de scholen wordt voor de bovenbouw een soort digitaal leerlingvolgsysteem opgezet. Informatie over een leerling hoeft dan niet meer handmatig in een map te worden opgezocht maar kan snel digitaal beschikbaar komen. Vmbo-groen 3.3 Ict-gebruik bij evaluatie en toetsing volgens docenten van de vier bezochte vmbo-groenscholen Programmatuur Toetsing Generieke programmatuur (Word) - maken van proefwerken Schooladministratie (Puntboek, excel) - cijfer- en leerlingenadministratie 3.2 ICT-GEBRUIK NADER BEKEKEN In deze paragraaf wordt ingegaan op factoren die docenten en studenten van vmbo-groenscholen als stimulerend en/of belemmerd ervaren bij het gebruik van ict in het onderwijsleerproces. De factoren worden onderverdeeld in vijf hoofdcategorieën, die in afzonderlijke subparagrafen besproken worden. De eerste vier categorieën komen overeen met de categorieën die genoemd worden in Vier in Balans (Stichting Ict op School, 2001), te weten beleid, infrastructuur, software en expertise. Eén andere categorie is toegevoegd, namelijk de meerwaarde van ict. 18

3.2.1 Beleid Beleid van directie Uit de quickscan weten we dat drie van de vier bezochte scholen een ictbeleidsplan hebben. Op de vierde school is het ict-beleidsplan in ontwikkeling. Op de bezochte scholen staat de directie positief tegenover ict. Docenten krijgen soms experimenteerruimte voor het meedoen aan projecten zoals bv het SLO-project (zie 3.1.2) of het elektronisch toetsen (zie 3.4). Eén directie gebruikt het verplicht stellen van ict-handelingen (DRO halen, verplicht digitale cijfer- en leerlingadministratie gebruiken) om ict-gebruik van docenten te bevorderen en weerstand vanwege onbekendheid met ict weg te nemen. Tijd Het werken met ict in het onderwijs vergt veel tijd en energie van de docenten. Niet alleen het bevorderen van de kennis en vaardigheden maar ook het onderhouden van ict-programma's kost tijd en energie. De docenten geven aan dat het beleid op de scholen hier niet op is ingesteld. De beperkte ondersteuning vanuit de schooldirectie wordt door de docenten als een belemmering ervaren om te investeren in het gebruik van ict in het onderwijs. Financiën Tevens zijn er volgens docenten financiële beperkingen voor het invoeren en onderhouden van ict in het onderwijs. Dit wordt ook door de ict-coördinatoren (zie resultaten quickscan hoofdstuk 2) als knelpunt genoemd. Wanneer scholen steeds meer zelf moeten gaan betalen voor de infrastructuur rondom ict, zullen de belemmeringen steeds groter worden. Naast de omvang van de uitgaven aan ict worden ook opmerkingen gemaakt over de relatieve verdeling van de gelden: geld dat aan computers wordt uitgegeven kan niet aan andere schoolbenodigdheden worden besteed. Eén docent merkt op dat hij de indruk heeft dat de bestedingen aan computers ten koste gaan van investeringen in groene vakken (denk aan plantmateriaal, bomen, gereedschappen). Hij vindt dat een slechte zaak omdat in zijn ogen een vmbogroen de nadruk moet leggen op groen en niet op computers. Visie op ict in het onderwijs Uit de gesprekken met de docenten is gebleken dat er op de meeste scholen geen gezamenlijke visie is op de inzet van ict in het onderwijs. Hoewel we uit de quick scan weten dat op drie van de vier bezochte scholen wel een visie is op ict-beleid, wordt dat door docenten kennelijk anders beleefd. Er zijn in de docententeams grote verschillen van mening over het nut van ict, de meerwaarde die ict kan bieden en de plek die ict zou moeten krijgen in het onderwijsleerproces. Het ontbreken van een gezamenlijke visie maakt het voor individuele docenten moeilijker om te bepalen wat ze zelf met ict willen in hun lessen. Centrale aansturing ict-beleid Alle vier de bezochte vmbo-groenscholen maken deel uit van een grotere organisatie, namelijk een AOC (Agrarisch Opleidings Centrum). Bij een tweetal scholen wordt ook het ict-beleid vanuit het centrale AOC-niveau geregeld. Ook 19

technische problemen op het gebied van ict moeten via het centrale punt worden opgelost. Het verhelpen van storingen duurt hierdoor langer. Eén van de bezochte vmbo-groenscholen is gehuisvest in hetzelfde gebouw als de MBO-vestiging van het AOC. De docenten vinden dat de aandacht van de directie vooral naar het MBO uitgaat en in veel mindere mate naar het vmbo. Dat uit zich bijvoorbeeld in de verdeling van computers (de nieuwe naar het MBO en de oude naar het vmbo) en toegang tot de mediatheek (alleen voor MBO). Aandachtsverdeling in het beleid Op één van de bezochte scholen spelen er binnen het team enkele discussiepunten over het ict-beleid. Met name de verdeling van computers binnen de scholengemeenschap was een punt van discussie. Volgens de vmbo-docenten kreeg het MBO alle goede computers en mochten de vmbo-leerlingen ook geen gebruik maken van de mediatheek. Ook op het gebied van de deskundigheidsbevordering en het delen van ict-kennis doen zich volgens de docenten binnen de school problemen voor. Zo zouden volgens hen cursussen slecht worden ondersteund en is het soms niet mogelijk om uitgeroosterd te worden voor het volgen van een cursus. Deze problemen zorgen voor een belemmering bij de implementatie en het gebruik van ict in het onderwijsleerproces op de school. Weinig aandacht voor RSI preventie Een aantal docenten heeft aangegeven dat er op het beleidsniveau van de overheid meer aandacht besteed moet worden aan preventie van RSI. Scholen worden geacht meer gebruik te gaan maken van ict zonder dat er gericht aandacht besteed wordt aan het voorkomen van RSI. Vmbo-groen 3.4 Stimulerende en belemmerende factoren met betrekking tot beleid volgens docenten van de vier bezochte vmbo-groenscholen Stimulansen Belemmeringen De directie is positief tegenover Ict - Scheve verdeling computers binnen AOC - Directie is volgens docenten niet stimulerend - Centrale aansturing door fusie scholen werkt stagnerend - Er is weinig aandacht voor RSI preventie - Er is weinig tijd en ruimte voor het updaten van programma's en deskundigheidsbevordering 20

3.2.2 Software Nieuwe mogelijkheden Hoewel de inzet van ict in de lessen in de praktijk niet vaak voorkomt, hebben docenten wel ideeën over de mogelijkheden die de computer kan bieden. Het gebruik van de computer biedt nieuwe en andere mogelijkheden om lessen in te richten. Het werken met de computer kan de routine van de lessen doorbreken. Door andere werkvormen te gebruiken kunnen leerlingen en docenten gemotiveerd worden. De computer biedt verschillende mogelijkheden om rekening te houden met leerstijlen van leerlingen, tempodifferentiatie en niveaudifferentiatie. Snelle leerlingen kunnen in een hoger tempo door de leerstof. Een aantal leerlingen geeft ook aan dat dit een voordeel is. Daarnaast biedt de computer ook de mogelijkheden voor leerlingen die juist meer herhaling nodig hebben. Deze leerlingen kunnen met de computer extra oefenen. Daarnaast kan het werken met computerprogramma's, bijvoorbeeld in de vorm van projecten, de mogelijkheid om vakoverstijgend te werken vergroten. Actieve of passieve leerlingen In het door ons bezochte vmbo-groenscholen zijn de meningen over de gevolgen van het werken met computers verdeeld. Eén docent is van mening dat de leerlingen door het gebruik van de computer passief worden. Op het vmbo-groen worden de leerlingen eigenlijk opgeleid om actief bezig te zijn. De computer ontneemt volgens hem een deel van deze actieve houding. Andere docenten zijn juist van mening dat werken met de computer passiviteit tegengaat. Volgens sommige docenten zijn leerlingen zelf actiever en gemotiveerder wanneer met de computer wordt gewerkt. In plaats van passief naar de docent te luisteren zijn de leerlingen zelf actief met de computerprogramma's bezig. Criteria software Goede programma's hebben een zelf corrigerende werking en laten leerlingen snel resultaat zien. Deze directe feedback biedt leerlingen mogelijkheden om zelfstandig en onafhankelijk te leren en werken. De software stuurt dan als het ware leerlingen in hun onderwijsleerproces. Zowel docenten als leerlingen geven aan dat dit een voordeel is. Het klassikale lesgeven (en toetsen) kan met behulp van de computer voor een deel worden los gelaten. Eisen aan software Goede software is erg belangrijk. Bij goede software is er keuze in werkvormen, is er sprake van opbouw in de leerstof, krijgen leerlingen direct feedback en kunnen leerlingen niet verder gaan wanneer voorgaande leerstof onvoldoende is begrepen. Voor veel vakken, voornamelijk de groene vakken, is volgens de docenten geen goede software aanwezig. De software die aanwezig is, is vaak te moeilijk 21