Vervangen deel ellebooggewricht Radiuskopprothese
Inhoud Inleiding 3 Het ellebooggewricht 3 Een versleten radiuskopje 3 De operatie 4 Na de operatie 4 Wond 4 Sling 5 Fysiotherapeut 5 Het ontslag 5 Leefregels na ontslag 5 Fysiotherapie thuis 6 Poliklinische controle 6 Registratie van operatiegegevens 6 Vragen 7 Tip 7 Colofon 8 2
Inleiding U bent onder behandeling bij de Sint Maartenskliniek voor elleboogklachten. In overleg met uw arts is gekozen voor een elleboogoperatie waarbij het kopje van het spaakbeen (radiuskop) in het ellebooggewricht vervangen wordt door een prothese. In deze folder leest u informatie over de operatie en over de periode thuis na de operatie. Het ellebooggewricht Het ellebooggewricht wordt gevormd door het uiteinde van het bot van de bovenarm en het begin van het spaakbeen (radius) en de ellepijp van de onderarm. De ellepijp heeft een kleine kom waarin het uiteinde van het bot van de bovenarm past. Naast de ellepijp ligt het spaakbeen (radius) dat ook met een klein kopje grenst aan het uiteinde van het bot van de bovenarm. Zowel de kom van de ellepijp als de kop van het spaakbeen (radiuskop) en het uiteinde van het bot van de bovenarm zijn bekleed met kraakbeen. Hiertussen bevindt zich een laagje gewrichtsvocht zodat het gewricht soepel kan draaien. Het geheel wordt omgeven door het gewrichtskapsel. Een versleten radiuskopje Het kraakbeen kan door diverse oorzaken slijtage gaan vertonen. Dit wordt artrose genoemd. Indien u reumatoïde artritis heeft, wordt de artrose van het gewricht veroorzaakt door ontsteking van het gewricht. Als het kraakbeen versleten is, kan het gewricht niet meer soepel bewegen. Dit veroorzaakt pijn, bewegingsbeperking en stijfheid van het gewricht. Door de irritatie die ontstaat bij het bewegen, wordt meer gewrichtsvocht aangemaakt, waardoor het gewricht kan zwellen. Het is ook mogelijk dat door een botbreuk het kopje van het spaakbeen onherstelbaar beschadigd is en daarom vervangen moet worden. De belangrijkste reden voor de operatie is de pijn. Deze pijnklachten zullen na de operatie vrijwel helemaal verdwenen zijn. Wel zult u hiervoor in de plaats een andere pijn voelen. Die pijn wordt na verloop van tijd geleidelijk minder, maar kan tot een jaar na de operatie aanhouden. 3
De operatie Tijdens de operatie worden het versleten of beschadigde kopje van het spaakbeen verwijderd. Daarna wordt een pin in de mergholte van het spaakbeen bevestigd. Tijdens de operatie beoordeeld de chirurg of de pin klemvast geplaatst kan worden of met botcement moet worden vastgezet. Daarna wordt bovenop de pin het kopje vastgeklikt. Er wordt een wonddrain achtergelaten. Röntgenfoto zijaanzicht Röntgenfoto vooraanzicht Na de operatie Na de operatie zal het gevoel in de hand nauwkeurig gecontroleerd worden. De eerste weken na de operatie is het belangrijk dat u de arm en elleboog goed hoog houdt. Dit om de zwelling van het wondgebied zo snel mogelijk af te laten nemen. Wond De wond wordt gesloten met oplosbare hechtingen, deze hoeven niet te worden verwijderd. Wel mag de huisarts als er knoopjes zichtbaar zijn na 14 dagen deze knoopjes verwijderen. 4
Sling De eerste dagen na de operatie is het belangrijk dat u de arm en elleboog voldoende steun geeft en regelmatig goed hoog houdt. Dit om de zwelling van de arm en het wondgebied zo snel mogelijk af te laten nemen. U krijgt na de operatie een collar-and-cuff aangemeten. Dit is een ondersteunende draagband waarin de arm de eerste weken gedragen wordt. Fysiotherapeut U mag de eerste 4 weken de pols niet heffen door de spieren van de onderarm aan te spannen. De eerste dag na de operatie komt een fysiotherapeut bij u langs om uitleg te geven over het oefenprogramma en wordt gestart met het oefenen. Vanaf de tweede dag tot aan uw ontslag gaat u door met het oefenprogramma onder leiding van de fysiotherapeut. De fysiotherapeut komt dagelijks bij u langs om tot het ontslag samen met u te oefenen. Tevens zult u de oefeningen 3 x daags zelfstandig moeten uitvoeren. Het is belangrijk dat naast de elleboog ook de schouder, de pols en de hand geoefend worden. Het ontslag De verwachte opnameduur is 3 dagen. De opnameduur kan variëren, afhankelijk van de individuele situatie kan het ontslag vervroegd of verlaat worden. De zaalarts of verpleegkundige bespreekt met u wanneer u na de operatie naar huis mag. Leefregels na ontslag - Niet fietsen, bromfietsen of autorijden tot de policontrole. - De eerste vier weken na de operatie niet de pols actief heffen Na 4 weken mag u starten met het heffen van de pols door de spieren aan te spannen en spierversterkende oefeningen uit te voeren. De fysiotherapeut zal u hierover uitvoerig inlichten. - Lees ook de folder Leefregels na ontslag. 5
Fysiotherapie thuis Na ontslag uit het ziekenhuis gaat u thuis verder met oefenen onder leiding van een fysiotherapeut. Het is verstandig om vóór de opname al een fysiotherapeut bij u in de buurt uit te zoeken en aldaar te vragen of de nabehandeling daar plaats kan vinden. Het is natuurlijk ook mogelijk de fysiotherapeutische behandeling voort te zetten bij het Sport Medisch Centrum Papendal (SMCP), op meerdere locaties in Nijmegen, Beuningen en Arnhem (tel. nr. 088 088 13 90). U kunt hiervoor een telefonisch een afspraak maken wanneer u de operatiedatum schriftelijk heeft ontvangen. U ontvangt van de fysiotherapeut in het ziekenhuis een overdracht voor de door u uitgekozen fysiotherapeut. Poliklinische controle Zes à acht weken na uw ontslag komt u voor controle bij de arts-assistent of physician assistant. Al tijdens uw opname wordt hiervoor een afspraak gemaakt. Als u naar de polikliniek komt, wordt eerst een röntgenfoto van de elleboog gemaakt. Daarna bespreekt de arts-assistent of physician assistant samen met u het resultaat van de ingreep en het verdere verloop van de behandeling. Drie maanden na de operatie komt u nogmaals op controle en wordt het vervolg met u besproken. Registratie van operatiegegevens Uw operatiegegevens worden opgenomen in de landelijke 'Registratie Orthopedische Implantaten' onder vermelding van uw burgerservicenummer. Door registratie van deze gegevens kunnen we een beter beeld krijgen van de levensduur van protheses. Hiermee kunnen we de kwaliteit van zorg verder verbeteren. Als u bezwaar heeft tegen registratie van uw gegevens in dit register, maak dit dan kenbaar bij uw behandelend arts. 6
Vragen Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, dan kunt u deze stellen tijdens het preoperatief onderzoek of contact opnemen met de orthopedisch consultenten. Tip Neem deze folder mee wanneer u wordt opgenomen. U kunt dan alle relevante informatie nog eens nalezen. 7
Meer informatie of vragen Colofon Voor vragen of meer informatie kunt u contact opnemen met de orthopedisch consulenten via telefoonnummer (024) 365 96 59 of e-mail orthopedie.consulenten@maartenskliniek.nl Uitgave van de afdeling Communicatie, i.s.m. afdeling Orthopedie Septmeber 2016 Bestelcode 001603223 Bezoekadres Hengstdal 3, 6574 NA Ubbergen (bij Nijmegen) Postadres Postbus 9011, 6500 GM Nijmegen Telefoon (024) 365 99 11 Internet www.maartenskliniek.nl