1 BESCHIKKING Globiscode DR 011800018 Aanvrager Onderwerp Provincie Drenthe Bodemsanering; locatie Evenblij te Hoogeveen, gemeente Hoogeveen, beschikking, wijziging en uitbreiding geval van verontreiniging, spoedige sanering noodzakelijk en instemming met het saneringsplan, wijziging beschikking van 27 juni 1995 Datum 18 november 2008 Kenmerk DO/2008013637 Bijlage 1. Kadastrale kaart met daarop de interventiewaardecontour van de grond 2. Overzichtskaart van de grondwaterverontreiniging Behandelend ambtenaar bij Duurzame Ontwikkeling de heer J. Bakker (0592) 36 58 20
2 1. Inleiding In opdracht van gedeputeerde staten van Drenthe is in 2008 een nader onderzoek Kern Evenblij Hoogeveen en een Nader onderzoek naar de omvang van de verontreinigde grondwaterpluim van Evenblij uitgevoerd. Daarnaast is een gecombineerd saneringsonderzoek en saneringsplan voor de kern en de pluim opgesteld. De desbetreffende stukken worden opgesomd onder punt 5.1. Bij beschikking van 27 juni 1995 is het geval aangemerkt als ernstig geval van bodemverontreiniging en bij beschikking van 27 juni 1995 hebben gedeputeerde staten goedkeuring gegeven aan het saneringsplan. De nadere onderzoeken hebben geleid tot het inzicht dat het geval van bodemverontreiniging (grondwater) groter is dan aanvankelijk werd aangenomen en dat de saneringsmethode moet worden gewijzigd. Daarom wordt in deze beschikking de eerdere beschikking waarin de omvang van de verontreiniging werd vastgelegd, gewijzigd en wordt de spoedeisendheid opnieuw vastgesteld en wordt ingestemd met een nieuw saneringsplan. Tevens wordt de in 1995 genomen beschikking opnieuw in verband met artikel 17b van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperking onroerende zaken aangeboden aan de Dienst voor het Kadaster en de openbare registers, waarbij een actualisering plaatsvindt naar de laatst bekende grondcontour en waarbij wordt aangesloten bij de Regeling beperkingenregistratie Wet bodembescherming 2. Besluit De ons verstrekte gegevens hebben wij op volledigheid en op juistheid beoordeeld. Aan de hand van deze gegevens besluiten wij het volgende. A. De bij beschikking van 27 juni 1995 vastgelegde bodemverontreiniging betrof de volgende kadastraal aangeduide percelen: Hoogeveen, sectie A, de nummers: 5089, 5455, 5458, 5616, 5801, 5803 en 5804. Deze nummers zijn inmiddels vernummerd zie tabel. Oud Nummer Nieuwe nummers 1995 5089 5809 (gedeeltelijk) 5455 ongewijzigd 5458 5945, 5947, 6310 en 6311 5616 5950, 6313 en 6312 5801 ongewijzigd 5803 ongewijzigd 5804 6216 en 6217 De kadastrale registratie van deze percelen kan vervallen en worden doorgehaald. B. De kadastrale aanduiding van de grondverontreiniging (interventiewaardecontour) luidt thans: Hoogeveen, sectie A, 5801, 5950, 6312 en 6313. Deze percelen worden ter registratie aan het kadaster aangeboden (zie hoofdstuk 6 van deze beschikking), aangezien hiervoor een beperkingenbesluit geldt als bedoeld in artikel 29 van de Wet bodembescherming.
3 De volgende percelen worden voor wat betreft het grondwater aangemerkt als ernstig verontreinigd: Hoogeveen, sectie A, de nummers: 4177, 4191, 4204, 4221, 4233, 4263, 4311, 4313, 4314, 4341, 4364, 4371, 4409, 4410, 4412, 4414, 4415, 4418 tot en met 4421, 4443 tot en met 4448, 4481, 4482, 4498, 4513 tot en met 4515, 4517 tot en met 4519, 4521, 4522, 4534, 4538, 5024, 5025, 5041, 5064, 5065, 5079, 5111, 5112, 5232, 5455, 5456, 5460, 5461, 5493, 5508, 5654, 5655, 5695, 5696, 5726 tot en met 5730, 5776 tot en met 5778, 5786 tot en met 5790, 5801 tot en met 5803, 5866 tot en met 5868, 5907, 5945, 5946, 5947, 5949 tot en met 5951, 5972, 5974, 5975, 6057 tot en met 6059, 6061 tot en met 6064, 6075, 6081, 6102, 6103, 6118 tot en met 6124, 6126 tot en met 6128, 6138, 6139, 6152 tot en met 6158, 6160 tot en met 6163, 6178 en A 6179. Hoogeveen, sectie O, de nummers: 523, 2388, 2596, 2612, 3653, 3687, 4022, 4026, 4029, 4030, 4528, 4643, 4707, 4721, 4792, 4809 tot en met 4816, 4818 tot en met 4823, 4825, 4826, 4828, 4831, 4869 tot en met 4880, 4884 tot en met 4887, 4894, 4896, 4897, 4943, 4952 tot en met 4954, 4991, 4992 tot en met 4997, 4999 tot en met 5001, 5003, 5004, 5238 tot en met 5242, 5269 tot en met 5282, 5452, 5563, 5571, 5572, 5593, 5594, 5681, 5903, 6042, 6287, 6659, 6660, 6796, 6813, 6815 tot en met 6817, 6891, 6893, 6895, 6897, 6899, 6901, 7018, 7202, 7240, 7242, 7270, 7271 tot en met 7273, 7275, 7276, 7279 tot en met 7281, 7402, 7470, 7575, 7668, 7698, 7700, 7701, 7754, 7884 tot en met 7891, 7915, 7919, 7920, 7936, 7937, 8004, 8005, 8027, 8119, 8232, 8233, 8275, 8303, 8304 en 8403. Deze grondwaterverontreiniging wordt volgens artikel 2 lid 2 Regeling beperkingenregistratie Wet bodembescherming niet geregistreerd. C. Op basis van artikel 37 van de WBB stellen wij maatregelen vast die van belang zijn voor de bescherming van de bodem. Deze worden genoemd in hoofdstuk 3 van dit besluit. D. Wij stemmen in met het vorenvermelde saneringsplan, zoals bedoeld in artikel 39 van de WBB. De saneringsdoelstelling is: - voor de bovengrond tot 1 m de bodem geschikt houden voor het gebruik als industrieterrein en woningbouw met tuin conform het huidige gebruik. - voor de ondergrond (inclusief grondwater) trede 4 van ROSA (Robuste Sanerings Afweging), gecontroleerde verspreiding die geen risico s veroorzaakt. 3. Maatregelen/Voorschriften I. De startdatum van de grond- en de grondwater sanering dient één week voorafgaand aan de sanering bij ons te worden gemeld.
4 Dit kan: a. schriftelijk: gedeputeerde staten van Drenthe, t.a.v. mevrouw H. Weijts, afdeling Duurzame Ontwikkeling, Team bodemsanering, Postbus 122, 9400 AC Assen b. per fax: idem, faxnummer (0592) 36 54 22 II. III. IV. Als de huidige gebruiksfunctie wijzigt voordat er wordt gesaneerd, kan deze wijziging gevolgen hebben voor de bepaling of spoedige sanering noodzakelijk is. Daarom moet een functiewijziging aan ons worden gemeld. (zie adres onder I). Dit geldt voor de eigenaren van de grondpercelen: Hoogeveen, sectie A de nummers: 5801, 5950, 6312 en 6313. Binnen zes weken zullen wij daarop schriftelijk reageren. De sanering dient volgens het saneringsplan en de beschikking te worden uitgevoerd. Wijzigingen van het saneringsplan dienen uiterlijk twee weken voorafgaand aan de uitvoering daarvan aan ons te worden gemeld (zie adres onder I). Op de uitvoering van de sanering is het besluit en de regeling Kwalibo van toepassing. De saneringswerkzaamheden dienen te worden uitgevoerd en begeleid door bedrijven die beschikken over voor deze bodemsanering vereiste certificeringen en erkenningen. V. Binnen 13 weken na afronding van de saneringswerkzaamheden dient bij ons ter instemming een evaluatieverslag te worden ingediend. Indien van toepassing dient tegelijkertijd, of zo spoedig mogelijk, na toezending van het evaluatieverslag een nazorgplan bij ons te worden ingediend. (zie adres onder I) VI. Binnen het geval van bodemverontreiniging gelden de volgende gebruiksbeperkingen: Het is niet toegestaan zonder voorafgaande toestemming van ons zowel voorafgaand als tijdens de sanering de volgende activiteit(en) te verrichten*) (zie adres onder I): - voor de grond (binnen de interventiewaardecontour grond - zoals weergegeven op de bijgevoegde kadastrale kaart); - grondverzet *) dit geldt niet voor die werkzaamheden opgenomen in het saneringsplan 4. Procedure Wij passen Afdeling 3.4, van de Algemene wet bestuursrecht toe. Op 25 augustus 2008 is een openbare hoorzitting gehouden. Aan belanghebbenden is van 18 september 2008 tot en met 30 oktober 2008 de gelegenheid geboden zienswijzen in te dienen. Ons voornemen tot instemmen met het saneringsplan is gepubliceerd in Het Gezinsblad van 17 september 2008.
5 Overeenkomstig artikel 28, vijfde lid, van de WBB hebben wij burgemeester en wethouders van de gemeente Hoogeveen in kennis gesteld. Verder is het betrokken waterschap in kennis gesteld en is de kennisgeving huis aan huis verspreid en hebben wij de NV Waterleidingmaatschappij Drenthe ingelicht omdat de grondwaterverontreiniging bij dit geval zo uitgebreid is. In het kader van deze procedure zijn geen zienswijzen naar voren gebracht. 5. Overwegingen die ten grondslag liggen aan deze beschikking 5.1. De volgende rapporten liggen ten grondslag aan deze beschikking. - Evenblij Hoogeveen nader onderzoek kern, rapport van DHV, nummer NN-MI20060231, van juni 2006. - Nader onderzoek van DHV, nummer NN-M120080369, van april 2008. - Gecombineerd saneringsonderzoek en saneringsplan Evenblij Hoogeveen van DHV, nummer NN-M120080407, van mei 2008. 5.2. Het nader onderzoek van de kern en de pluim omvatten samen het gehele geval van verontreiniging en is volgens het protocol nader onderzoek uitgevoerd. 5.3. Verontreinigingsbeeld Grond Uit de resultaten van het bodemonderzoek blijkt dat sprake is van bodemverontreiniging aanwezig op de volgende kadastrale percelen: Sectie Nummer Omschrijving A 5801 Niet beschikbaar A 5950 Erf-tuin A 6312 Industrie (erf-tuin) A 6313 Industrie (erf-tuin) In de bodem zijn de volgende verontreinigende stoffen aangetroffen. - VOCL (tetrachlooretheen, trichlooretheen, 1,2 dochlooretheen en vinylchloride). In de grond zijn gehalten boven de interventiewaarden aangetroffen van de stoffen: VOCL. In het grondwater zijn gehalten boven de interventiewaarden aangetroffen van de stoffen: VOCL. De hoeveelheden waarin de interventiewaarde wordt overschreden, bedraagt voor grond 27.500 m 3.
6 De verontreinigende stoffen in de grond komen hoofdzakelijk voor op een diepte van 1 m tot maximaal 12 m beneden maaiveld; in het grondwater tot maximaal 80 m beneden maaiveld. De omvang van de verontreiniging is weergegeven op bijgevoegde kadastrale tekening op basis van de streefwaardecontour in de grond. Grondwater Kadastrale percelen binnen de interventiewaardecontour grondwater Hoogeveen, sectie A, de nummers: 4177, 4191, 4204, 4221, 4233, 4263, 4311, 4313, 4314, 4341, 4364, 4371, 4409, 4410, 4412, 4414, 4415, 4418 tot en met 4421, 4443 tot en met 4448, 4481, 4482, 4498, 4513 tot en met 4515, 4517 tot en met 4519, 4521, 4522, 4534, 4538, 5024, 5025, 5041, 5064, 5065, 5079, 5111, 5112, 5232, 5455, 5456, 5460, 5461, 5493, 5508, 5654, 5655, 5695, 5696, 5726 tot en met 5730, 5776 tot en met 5778, 5786 tot en met 5790, 5801 tot en met 5803, 5866 tot en met 5868, 5907, 5945, 5946, 5947, 5949 tot en met 5951, 5972, 5974, 5975, 6057 tot en met 6059, 6061 tot en met 6064, 6075, 6081, 6102, 6103, 6118 tot en met 6124, 6126 tot en met 6128, 6138, 6139, 6152 tot en met 6158, 6160 tot en met 6163, 6178 en A 6179. Hoogeveen, sectie O, de nummers: 523, 2388, 2596, 2612, 3653, 3687, 4022, 4026, 4029, 4030, 4528, 4643, 4707, 4721, 4792, 4809 tot en met 4816, 4818 tot en met 4823, 4825, 4826, 4828, 4831, 4869 tot en met 4880, 4884 tot en met 4887, 4894, 4896, 4897, 4943, 4952 tot en met 4954, 4991, 4992 tot en met 4997, 4999 tot en met 5001, 5003, 5004, 5238 tot en met 5242, 5269 tot en met 5282, 5452, 5563, 5571, 5572, 5593, 5594, 5681, 5903, 6042, 6287, 6659, 6660, 6796, 6813, 6815 tot en met 6817, 6891, 6893, 6895, 6897, 6899, 6901, 7018, 7202, 7240, 7242, 7270, 7271 tot en met 7273, 7275, 7276, 7279 tot en met 7281, 7402, 7470, 7575, 7668, 7698, 7700, 7701, 7754, 7884 tot en met 7891, 7915, 7919, 7920, 7936, 7937, 8004, 8005, 8027, 8119, 8232, 8233, 8275, 8303, 8304 en 8403. De hoeveelheid waarin de interventiewaarde wordt overschreden bedraagt voor grondwater 6.000.000 m 3 5.4. De oorzaak van de verontreiniging is dat in het verleden bij de armaturenfabriek Evenblij, bij het ontvetten grote hoeveelheden chloorhoudende oplosmiddelen op de bodem en in het grondwater zijn terechtgekomen. 5.5. Of een geval van bodemverontreiniging al dan niet ernstig is, wordt beoordeeld aan de hand van: - de circulaire Streefwaarden en interventiewaarden bodemsanering van 4 februari 2000, nummer DBO/1999226863, gepubliceerd in de Staatscourant van 24 februari 2000. Volgens deze circulaire is er sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging, indien voor ten minste één stof de gemiddelde concentratie gemeten in grond in minimaal 25 m 3 bodemvolume of gemeten in grondwater in minimaal 100 m 3 bodemvolume, hoger blijkt te zijn dan de interventiewaarde.
7 5.6. Op basis van de punten 5.1 tot en met 5.5 is er sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging. 5.7. Volgens artikel 37 van de WBB moeten wij bij ernstige gevallen vaststellen of het huidige dan wel voorgenomen gebruik van de bodem of de mogelijke verspreiding van de verontreiniging zal leiden tot zodanige risico s voor mens, plant of dier, dat spoedige sanering noodzakelijk is. Of sprake is van een spoedige sanering wordt beoordeeld aan de hand van: - de circulaire bodemsanering 2006 (Staatscourant 2006, 83) - de risicobeoordeling zoals vastgelegd in het hierboven vermelde rapport Evenblij Hoogeveen, nader onderzoek van april 2008. Uit de risicobeoordeling blijkt dat de aanwezige bodemverontreiniging ter plaatse onaanvaardbare risico s meebrengt voor: - verspreiding in het grondwater Een motivatie hiervoor staat in de risicobeoordeling(en). Dit betekent dat voor dit geval van bodemverontreiniging spoedige sanering noodzakelijk is. Op basis van de rapporten hebben wij voor dit geval het huidige gebruik vastgesteld als industrieterrein en wonen met tuin voor de pluim en industrieterrein voor de pluim. Vanwege de onaanvaardbare risico s voor: - verspreiding in het grondwater stellen wij op grond van artikel 37, eerste lid van de WBB vast dat binnen vier jaar met de sanering moet zijn begonnen. 5.8. Saneringsplan Het plan is opgesteld voor het geval zoals omschreven bij 5.4. In het saneringsplan is de saneringsdoelstelling voor de bovengrond omschreven als de bodem geschikt houden voor het huidige gebruik als industrieterrein en wonen met tuin Te nemen maatregelen - Voor bovengrond: tot 1 meter, geen maatregelen noodzakelijk omdat de grond reeds is afgedekt met een betonvloer. Voor ondergrond (inclusief) grondwater geldt trede 4 als saneringsdoelstelling: Te nemen maatregelen - Kerngebied (brongebied) Door directe injectie wordt een substraat (koolstofbron) en dechlorerende biomassa in de kernzone aangebracht. Hierdoor wordt de biologische afbraak van de gechloreerde verontreiniging in de kernzone gestimuleerd en neemt de uitloging van verontreiniging naar de pluimzone af.
8 De insteek van deze brongerichte aanpak is tweeledig: - Vrachtverwijdering in de kernzone. Door het tot stand brengen van vrachtverwijdering in de kernzone neemt de uitloging van verontreiniging naar de pluimzone af, waardoor de sanerings- c.q. beheersmaatregel op termijn kan worden beëindigd. - Beheersing van de verontreiniging in de kernzone. Het beheersen van de verontreiniging door het verminderen van de uitloging van verontreiniging uit de kernzone naar de pluim. Doordat ook aan de randen en de onderkant de biologische afbraak wordt gestimuleerd zal de verspreiding naar verwachting sterk afnemen van 50 tot meer dan 90%. - Pluim De pluim zal blijvend worden gemonitord. De saneringsdoelstelling is conform trede 4 van ROSA, een gecontroleerde verspreiding die niet mag leiden tot actuele risico s voor volksgezondheid en milieu en kwetsbare objecten. De sanering in de kern begint de tweede helft van 2008 en duurt ongeveer 12 jaar. In 2020 zal de actieve sanering zijn gestopt en wordt er alleen gemonitord. 6. Registratie bij het Kadaster Vervallenverklaring: Op grond van nieuw onderzoek, vaststelling van de interventiewaarde contour grond en vernummering van percelen, is in onderstaande tabel aangegeven voor welke percelen de publiekrechtelijke beperking komt te vervallen. (Beschikking van 27 juni 1995.) Hoogeveen, sectie A: Oud nummer 1995 Nieuwe nummers 5089 5809 (gedeeltelijk) 5455 ongewijzigd 5458 5945, 5947, 6310 en 6311 5616 5950, 6313 en 6312 5801 ongewijzigd 5803 ongewijzigd 5804 6216 en 6217 De kadastrale percelen staan bij het kadaster geregistreerd onder MILnummer: 15 (1995). Beperkingenbesluit: Voor de percelen die zich bevinden binnen de interventiewaardecontour in grond vloeit een publiekrechtelijke beperking voort als bedoeld in artikel 1, onderdeel a, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken. Dit betekent dat er een beperking is van de bevoegdheid tot gebruik
van of beschikking over een onroerende zaak/zaken. Deze beperking houdt in dat voor het saneren of het verrichten van handelingen waardoor de verontreiniging wordt verminderd of verplaatst een saneringsplan ter instemming aan ons moet worden aangeboden. De instemming met het saneringsplan is met onderhavige beschikking verleend. 9 In onderstaande tabel is aangegeven voor welke percelen er een publiekrechtelijke beperking geldt. Gemeente Sectie Nummer Hoogeveen A 5801 Hoogeveen A 6312 Hoogeveen A 6313 Hoogeveen A 5950 Deze beschikking is een beperkingenbesluit zoals genoemd in artikel 1, onderdeel b, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken. Volgens artikel 3 van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken dient een beperkingenbesluit te worden ingeschreven in de openbare registers. Daarom zenden wij dit besluit aan de Dienst voor het Kadaster en de openbare registers in Groningen. Bijgevoegd is een kadastrale kaart met daarop de interventiewaardecontour en de kadastrale aanduiding van de onroerende zaken waarvoor de publiekrechtelijke beperking geldt. Het doel van de inschrijving in het openbare register is kenbaarheid van de publiekrechtelijke beperking. Voor betrokkene/belanghebbende is dit een signaal dat er in het verleden een beschikking op de percelen is genomen die te maken heeft met de toestand van de bodem. Bij het Kadaster en bij ons kan hierover nadere informatie worden opgevraagd. 7. Deze beschikking voldoet aan de artikelen 29, 37, 39, en 55 van de WBB, artikelen 2, 3 en 15 van de WKPB en hoofdstuk 6 van de POV Drenthe Over deze beschikking kan nadere informatie worden verstrekt door de behandelend ambtenaar, genoemd op pagina 1 van deze beschikking. Een afschrift van deze beschikking zenden wij aan de hiernavolgende personen: - de aanvrager: provincie Drenthe, Afdeling Duurzame Ontwikkeling, team Bodembeleid, t.a.v. de heer J. Bakker, Postbus 122, 9400 AC Assen; - het ingenieursbureau: DHV b.v., t.a.v. de heer H. van Vilsteren, Postbus 685, 9700 AR Groningen; - het college van burgemeester en wethouders van Hoogeveen, Postbus 20.000, 7900 PA Hoogeveen; - het dagelijks bestuur van het waterschap Reest en Wieden, Afdeling Emissiebeheer, t.a.v. mevrouw G. Vrielink, Postbus 120, 7940 AC Meppel - Klok & Smit Vastgoed BV, Marconistraat 15-17, 7903AG Hoogeveen - de gebruiker(s) van het pand, Marconistraat 4,7903AG Hoogeveen - de gebruiker(s) van het pand, Marconistraat 6, 7903AG Hoogeveen
- Ambrosius Opslag- en distributiecentrum BV, Postbus 365, 7900 AJ Hoogeveen - Waterleidingmaatschappij Drenthe NV, Lauwers 3, 9405 BL Assen - het Kadaster Arnhem, t.a.v. het WKPB-team, Postbus 9015, 6800 DT Arnhem 10 Gedeputeerde staten voornoemd, namens deze, P.J. van Eijk, manager Duurzame Ontwikkeling Bijlage(n): tk/coll. N.B. Met de uitvoering van het saneringsplan kan volgens artikel 39, tweede lid, van de Wet bodembescherming worden begonnen zodra deze instemmingsbeschikking is genomen. Deze beschikking wordt echter volgens artikel 20.3 van de Wet milieubeheer pas van kracht, nadat de termijn van zes weken voor het indienen van een beroepschrift is afgelopen. Als iemand een verzoek om schorsing of een voorlopige voorziening heeft gedaan, wordt deze beschikking van kracht, nadat de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op dat verzoek heeft beslist. Als de saneerder al eerder is begonnen, loopt deze het risico dat de werkzaamheden tussentijds stil worden gelegd. Wij adviseren daarom pas met de sanering te beginnen, nadat de saneerder zich ervan heeft overtuigd dat er geen beroep is ingediend en/of geen verzoek om schorsing of een voorlopige voorziening is gedaan bij de Raad van State. Tegen dit besluit kunnen belanghebbenden, die zienswijzen naar voren hebben gebracht, gedurende de ter inzage ligging van dit besluit (van 24 november 2008 tot 6 januari 2009) op grond van de Algemene wet bestuursrecht een beroepsschrift indienen bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA Den Haag. Beroep kan niet worden ingesteld door een belanghebbende aan wie redelijkerwijs kan worden verweten dat hij geen zienswijzen naar voren heeft gebracht.
Ondergetekende, mevrouw A.J.M. Huizinga-Cox, gemachtigd, juridisch medewerker beleidstoepassing van de provincie Drenthe, verklaart dat vorenstaand afschrift eensluidend is met het ter inschrijving aangeboden stuk. 11 Assen,