ONTWERPBESCHIKKING. Bijlage 1. Kadastrale kaart met daarop de situatie na sanering (interventiewaardecontour)

Transcriptie

1 ONTWERPBESCHIKKING Globiscode DR Aanvrager Onderwerp Datum Kenmerk gemeente Midden-Drenthe Bodemsanering; locatie Havenstraat 2 en Brunstingerstraat 5 te Beilen, gemeente Midden-Drenthe, ontwerpbeschikking instemming met het evaluatieverslag Bijlage 1. Kadastrale kaart met daarop de situatie na sanering (interventiewaardecontour) Behandelend ambtenaar de heer H.A. Booij, telefoonnummer (0592) bij de afdeling Duurzame Ontwikkeling

2 2 1. Inleiding Op 9 januari 2008 ontvingen wij van ingenieursbureau Grontmij namens de gemeente Midden- Drenthe een evaluatieverslag en nazorgplan van de bodemsanering op de locatie Havenstraat 2 en Brunstingerstraat 5 te Beilen, Globis-code: Voor dit geval van bodemverontreiniging hebben wij op 26 juni 2001 een beschikking genomen inhoudende dat sprake is van een geval van ernstige bodemverontreiniging, waarvoor sanering urgent is. Verder hebben wij op 26 juni 2001 op grond van artikel 39 van de Wet bodembescherming (WBB) onze instemming gegeven aan het saneringsplan. De doelstelling van de sanering (bovengrond) is voor Havenstraat 2, een functionele sanering waarbij wonen en intensief gebruikt openbaar groen (BGW-I) uitgangspunt zijn. De doelstelling van de sanering voor Brunstingerstraat 5 is ook een functionele sanering met bebouwing en verharding (BGW-III) als uitgangspunt. Doelstelling van de sanering (ondergrond) is het bereiken van een stabiele eindsituatie, waarbij de tussenwaarde als minimale terugsaneerwaarde wordt gehanteerd. 2. Besluit Het evaluatieverslag en het nazorgplan hebben wij getoetst aan de eisen die zijn gesteld in de artikelen 38, 39c en 39d van de WBB en artikel 6.1 van de Provinciale omgevingsverordening (POV). Verder hebben wij getoetst of de getroffen saneringsmaatregelen beschreven in het evaluatieverslag voldoen aan het saneringsplan en aan de beschikking. Daarbij is gekeken of de resultaten uit het evaluatieverslag voldoen aan de in het saneringsplan en de beschikking opgenomen doelstellingen. Evaluatieverslag Wij stemmen in met het evaluatieverslag omdat het voldoet aan de eisen gesteld in artikel 39c van de WBB en artikel 6.1 van de POV. De getroffen saneringsmaatregelen voldoen aan het saneringsplan en onze beschikking tot instemming met het saneringsplan van 26 juni 2001, kenmerk Bo/A2/ Vervallenverklaring publiekrechtelijke beperking De instemming met het evaluatieverslag heeft tot gevolg dat de publiekrechtelijke beperkingen, voortvloeiend uit een besluit als bedoeld in het Aanwijzingenbesluit Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken (beschikking als bedoeld in artikel 29, eerste lid, juncto 37, eerste lid, van de WBB), op de percelen bekend gemeente Beilen, sectie M, nummer 2547 en 2830 komen te vervallen. Nazorgplan Wij stemmen in met het nazorgplan zoals bedoeld in artikel 39d van de WBB onder het stellen van voorschriften. 3. Voorschriften/maatregelen I. Wijzigingen in het gebruik van de gesaneerde locatie dient te worden gemeld bij ons. Dit kan: a. schriftelijk: gedeputeerde staten van Drenthe, t.a.v. mevrouw A. Weijts, afdeling Duurzame Ontwikkeling, Team Bodemsanering, Postbus 122, 9400 AC Assen b. per fax: idem, faxnummer (0592)

3 3 II. III. IV. De eigenaar van het kadastrale perceel Beilen, sectie M, nummer 2547, dient een eigendomsoverdracht direct bij ons te melden (zie adres onder I). Gerekend vanaf datum van inwerkingtreding van de definitieve beschikking dienen vijfjaarlijks de monitorings- en controlegegevens aan ons te worden toegestuurd (zie adres onder I). Binnen het geval van bodemverontreiniging gelden de volgende gebruiksbeperkingen: Het is niet toegestaan zonder voorafgaande toestemming van ons de volgende activiteit(en) te verrichten (zie adres onder I): - voor de grond (binnen de interventiewaardecontour grond - zoals weergegeven op de bijgevoegde kadastrale kaart); - grondverzet 4. Procedure Wij passen hoofdstuk 4, titel 4.1 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) toe. Overeenkomstig artikel 28, vijfde lid, van de WBB hebben wij burgemeester en wethouders van Midden-Drenthe in kennis gesteld en is de kennisgeving gepubliceerd. Verder is het betrokken waterschap in kennis gesteld. 5. Overwegingen die ten grondslag liggen aan deze beschikking 5.1. De volgende rapporten liggen ten grondslag aan deze beschikking: - Evaluatieverslag grondwatersanering en nazorgplan, opgesteld door Grontmij, nummer EDU, van 7 januari Evaluatieverslag Het evaluatieverslag hebben wij getoetst aan de eisen die zijn gesteld in artikel 39c van de WBB. Verder hebben wij getoetst of de getroffen saneringsmaatregelen voldoen aan het saneringsplan en aan de beschikking. Daarbij is gekeken of de resultaten uit het evaluatieverslag voldoen aan de in het saneringsplan en de beschikking opgenomen doelstellingen. De grondwatersanering is gestart in oktober 2001 en in maart 2007 is de grondwatersanering beëindigd. Grond Uit het evaluatieverslag blijkt dat de getroffen saneringsmaatregelen voldoen aan het saneringsplan en onze beschikking instemming met het saneringsplan. De bodem van het gesaneerde perceel is geschikt voor de gebruiksfunctie I. Onder en direct grenzend aan de woning (Havenstraat 2) is een restverontreiniging achtergebleven. Deze restverontreiniging was al in het saneringsplan voorzien. In totaal is 320 m 3 verontreinigde grond ontgraven en afgevoerd naar een erkende verwerker. Hiervan was 310 m 3 sterk verontreinigd.

4 4 Grondwater De sanering van het verontreinigde grondwater is overeenkomstig de saneringsvariant, zoals vastgelegd in de beschikking instemming saneringsplan uitgevoerd. Het saneringsresultaat voldoet aan de zogenaamde trede 2, zoals vastgelegd in het eindrapport project "Doorstart A-5, Afwegingsproces voor de aanpak van mobiele verontreinigingen in de ondergrond, Procesbeschrijving en landelijke saneringsladder" van 2 juli Uit het evaluatieverslag blijkt dat na sanering een restverontreiniging achterblijft. De restverontreiniging bevindt zich vanaf 1 m beneden maaiveld. Verder is beschreven dat deze restverontreiniging wordt gevormd door licht tot matig verontreinigd grondwater. Deze restverontreiniging in het grondwater leidt op zichzelf niet tot beperkingen in het gebruik. In combinatie met de restverontreiniging van grond onder/bij de woning bestaat er een (beperkt) risico op het oplopen van de concentraties in het grondwater. In het nazorgplan opgenomen in het evaluatieverslag, hoofdstuk 9, zijn de beperkingen en maatregelen beschreven Nazorgplan Wij beschouwen hoofdstuk 9 in het evaluatieverslag als nazorgplan volgens artikel 39d, derde lid, van de WBB. In artikel 39d, derde lid, van de WBB is opgenomen dat het bevoegd gezag instemt met het nazorgplan, indien de daarin opgenomen beperkingen in het gebruik van de bodem of maatregelen voldoende zijn om er voor te zorgen dat de verontreiniging die na de sanering is achtergebleven niet zal leiden tot een vermindering van de kwaliteit van de bodem zoals beschreven in het verslag op grond van artikel 39c, eerste lid, onder b, van de WBB (evaluatieverslag). Uit het evaluatieverslag blijkt dat er sprake is van een restverontreiniging met minerale olie in de grond en grondwater. Hiervoor worden de volgende nazorgmaatregelen genomen: - wijziging van de gebruiksfunctie is niet toegestaan zonder instemming van het bevoegd gezag; - aanvullend op deze maatregelen/beperking dient de verontreiniging van het grondwater vijfjaarlijks te worden gemonitord op minerale olie. Deze monitoring kan worden beëindigd als bij twee opeenvolgende metingen alle concentraties beneden de tussenwaarde zijn gelegen. De maatregelen en/of beperkingen in het gebruik van de bodem beschreven in het nazorgplan en in deze beschikking zijn voldoende om er voor te zorgen dat de verontreiniging die na de sanering is achtergebleven niet zal leiden tot een vermindering van de kwaliteit van de bodem, zoals beschreven in het evaluatieverslag. De gemeente Midden-Drenthe is verantwoordelijk is voor de nazorg. Dit betekent dat de gemeente ervoor moet zorgen dat een opvolgend eigenaar/gebruiker/erfpachter op de hoogte wordt gebracht van de nazorgverplichting. 6. Registratie bij het Kadaster Dit geval van bodemverontreiniging is in 2001 geregistreerd bij het Kadaster Drenthe onder MIL-nummer: 514. Vervallenverklaring De instemming met het evaluatieverslag heeft tot gevolg dat de publiekrechtelijke beperkingen die voortvloeien uit de beschikking over de ernst en spoed artikel 29, eerste lid, juncto artikel 37, eerste lid, van de WBB hiermee komt te vervallen.

5 5 In onderstaande tabel is aangegeven voor welk perceel de publiekrechtelijke beperking komt te vervallen. Gemeente Sectie Nummer Beilen M 2830 Beperkingenbesluit De instemming op het nazorgplan is een beperkingenbesluit zoals genoemd in artikel 1, onderdeel b, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken. Voor de percelen die zich bevinden binnen de interventiewaardecontour in grond vloeit een publiekrechtelijke beperking voort als bedoeld in artikel 1, onderdeel a, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken. Dit betekent dat er een beperking is van de bevoegdheid tot gebruik van of beschikking over een onroerende zaak. In onderstaande tabel is aangegeven voor welk perceel er een publiekrechtelijke beperking geldt. Gemeente Sectie Nummer Beilen M 2547 Volgens de artikelen 3 en 15 van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken dient een beperkingenbesluit en vervallenverklaring te worden ingeschreven in de openbare registers. Daarom zenden wij dit besluit aan de Dienst voor het Kadaster en de openbare registers in Groningen. Bijgevoegd is een kadastrale kaart met daarop de interventiewaardecontour en de kadastrale aanduiding van de onroerende zaak/zaken waarvoor de publiekrechtelijke beperking geldt en waarvoor de publiekrechtelijke beperking is vervallen. Het doel van de inschrijving in het openbare register is kenbaarheid van de publiekrechtelijke beperking. Voor betrokkene/belanghebbende is dit een signaal dat er in het verleden een beschikking op het perceel/percelen is genomen die te maken heeft met de toestand van de bodem. Bij het Kadaster en bij ons kan hierover nadere informatie worden opgevraagd. 7. Deze beschikking voldoet aan de artikelen 39c, 39d en 55 van de WBB, de artikelen 2, 3 en 15 van de WKPB en hoofdstuk 6 van de POV Drenthe Over deze beschikking kan nadere informatie worden verstrekt door de behandelend ambtenaar, genoemd op pagina 1 van deze beschikking. Een afschrift van deze beschikking zenden wij aan de hiernavolgende personen: - de aanvrager: de gemeente Midden-Drenthe, t.a.v. de heer E. Menkema, Postbus 24, 9410 AA Beilen - het ingenieursbureau: Grontmij, t.a.v. de heer drs. J.J. Reeskamp, Postbus 29, 9400 AA Assen - het college van burgemeester en wethouders van Midden-Drenthe, Postbus 24, 9410 AA Beilen - het dagelijks bestuur van het waterschap Reest en Wieden, Afdeling Emissiebeheer, t.a.v. mevrouw G. Vrielink, Postbus 120, 7940 AC Meppel - de heer E. Huizinga, Brinkstraat 56, 9411 KN Beilen - de gebruiker(s) van Brunstingerstraat 1, 5a en 5b, 9411 EH Beilen - de heer R. Auwema, Havenstraat 2, 9411 EB Beilen - Interpand Vastgoed BV, Asserweg 19, 9411 LP Beilen

6 6 - de heer H.J. Kreeft en mevrouw M. Booij, Brunstingerstraat 2, 9411 EK Beilen - mevrouw G. Larkens, Brunstingerstraat 3, 9411 EH Beilen - de heer L. Pomper, De Snikke 10, 9411 EV Beilen - de heer W. Middelbos, Havenstraat 2a, 9411 EB Beilen Gedeputeerde staten voornoemd, namens deze, P.J. van Eijk, manager Duurzame Ontwikkeling Bijlage(n): re/coll. G:\CTB\Ontwerpen (brieven, enz.)\ob-do-havenstr2-brunstingerstr5 te Beilen.doc