12 september : Admiraal Trompstraat 2 (voormalig Wilton Fijenoord terrein) te Schiedam

Transcriptie

1 Huisman Vastgoed b.v. T.a.v. de heer I. Spijker Admiraal Trompstraat HH SCHIEDAM gemeente Schiedam Cluster Stedelijke Ontwikkeling afdeling Ruimtelijk gebruik Postbus EA SCHIEDAM Stadskantoor Stadserf DZ SCHIEDAM T F W UW KENMERK ONS KENMERK DATUM 11UIT oktober 2011 UW MELDING VAN DOORKIESNUMMER 12 september ag.v.vliet@schiedam.nl ONDERWERP Beschikking instemming evaluatieverslag ex artikel 39c Wet bodembescherming Locatie Wbb-code : Admiraal Trompstraat 2 (voormalig Wilton Fijenoord terrein) te Schiedam : SC Beschikking ingevolge de Wet bodembescherming 1. Melding Op 12 september 2011 ontvingen wij van Huisman Vastgoed B.V. een melding op grond van artikel 39c lid 1 van de Wet bodembescherming (verder: Wbb) met het verzoek in te stemmen met het verslag van een uitgevoerde sanering. De melding omvat de volgende stukken, die deel uitmaken van deze beschikking: - een meldingsformulier ondertekend op 7 september 2011; - een brief van 9 september 2011 met kenmerk L RRX-nnc-V01-NL; - een kadastrale tekening met daarop aangegeven de verontreinigingcontour; - het rapport Evaluatierapport sanering Admiraal Trompstraat 2 te Schiedam van 1 september 2011 met kenmerk , opgesteld door Tauw bv. Uit de aangeleverde stukken volgt dat u krachtens de Wbb van 27 januari 2011 tot en met 9 juni 2011 een sanering heeft uitgevoerd van een geval van ernstige bodemverontreiniging. 2. Procedure Op de totstandkoming van de beschikking zijn de Algemene wet bestuursrecht (titel 4.1) en de Wbb van toepassing. Daarnaast is de Verordening Bodemsanering Schiedam van toepassing. 3. Wijze van beoordelen van de aanvraag De melding is getoetst aan de volgende wet- en regelgeving: - Wet bodembescherming; - Verordening Bodemsanering Schiedam van 4 februari 2010; - Circulaire bodemsanering 2009, Staatscourant 1 april 2009, nummer 67; *11UIT25522* Voor meer informatie:

2 - nota Gezamenlijk bodemsaneringsbeleid van de provincie Zuid-Holland en de gemeenten Den Haag, Dordrecht, Leiden, Rotterdam en Schiedam (2003); - Bodembeleid gemeente Schiedam van mei 2003; - Nota bodembeheer gemeente Schiedam van 4 februari 2010; - Besluit bodemkwaliteit van 22 november 2007, Staatsblad jaargang 2007, nummer 469; - Besluit uitvoeringskwaliteit bodembeheer van 14 juni 2006, Staatsblad jaargang 2006, nummer 308; - de beschikking van 4 oktober 2006 met kenmerk 06uit02726 inzake het vaststellen van de ernst en urgentie/spoedeisendheid van een geval van bodemverontreiniging alsmede het instemmen met het bodembeheerplan voor de locatie Wiltonhaven en geregistreerd onder code SC en de bijbehorende voorschriften; - de brief van 2 december 2010 met kenmerk 10uit25275 betreffende instemmen plan van aanpak met betrekking tot de werkzaamheden ter plaatse van de Admiraal Trompstraat 2 (voormalige Wilton Fijenoord terrein. - het inspectieverslag van 12 januari 2011 met kenmerk / opgesteld door de DCMR - het inspectieverslag van 1 februari 2011 met kenmerk / opgesteld door de DCMR - het inspectieverslag van 10 februari 2011 met kenmerk / opgesteld door de DCMR - het inspectieverslag van 8 februari 2011 met kenmerk / opgesteld door de DCMR - het inspectieverslag van 17 augustus 2011 met kenmerk / opgesteld door de DCMR Milieudienst Rijnmond met de beoordeling van het evaluatieverslag. Inhoud afgegeven beschikking In genoemde beschikkingen zijn de volgende besluiten genomen: - vaststelling dat sprake is van een geval van ernstige verontreiniging (artikel 29, lid 1 Wbb); - vaststelling dat geen sprake is van zodanige risico s dat spoedige sanering noodzakelijk is (artikel 37, lid 1 Wbb); - instemming met het voornemen het geval van bodemverontreiniging conform het Bodembeheerplan van 18 mei 2006 met kenmerk en opgesteld door Tauw bv te saneren (artikel 39, lid 2 Wbb). Met het laatste besluit werd u op basis van artikel 39c, lid 1 Wbb gehouden om na uitvoering van de sanering een saneringsverslag op te stellen. Hieruit moet blijken of de sanering is uitgevoerd overeenkomstig het saneringsplan waarmee is ingestemd, de eventueel aanvullende voorwaarde(n) die zijn gesteld en overeenkomstig de voorschriften die aan de instemming waren verbonden. Doelstelling van de sanering is de verontreinigde bodem op kosteneffectieve wijze geschikt te maken voor de bestemming bedrijven door middel van het ontgraven van de verontreinigde grond en het aanbrengen van een gesloten verharding Wijzigingen van het plan van aanpak Met toepassing van het bepaalde in artikel 39, lid 4 Wbb hebben wij ingestemd met de volgende wijzigingen van het saneringsplan: - het omleggen van kabels en leidingen buiten de grenzen van de aangegeven saneringslocatie; - het ontgraven en separaat afvoeren van een onvoorziene aangetroffen verontreiniging met asbest; - het afvoeren van de ontgraven sterk verontreinigde grond in plaats van het terugplaatsen in de ontgravingsput. Pagina 2 van 6

3 De wijziging alsmede de instemming zijn als bijlage 7 opgenomen in het overgelegde Evaluatierapport sanering Admiraal Trompstraat 2 te Schiedam van 1 september Toetsing In artikel 39c lid 2 Wbb is opgenomen dat het bevoegd gezag met het evaluatieverslag instemt indien is gesaneerd overeenkomstig het bepaalde in artikel 38 Wbb. Dit artikel houdt in dat degene die de bodem saneert de sanering zodanig uitvoert dat: a) de bodem tenminste geschikt wordt gemaakt voor de beoogde functie waarbij het risico voor mens, plant of dier als gevolg van blootstelling aan de verontreiniging zoveel mogelijk wordt beperkt; b) het risico van de verspreiding van verontreinigde stoffen zoveel mogelijk wordt beperkt; c) de noodzaak tot het nemen van nazorgmaatregelen en beperkingen in het gebruik van de bodem zoveel mogelijk wordt beperkt. Saneringsverslag Uit de aangeboden rapportage blijkt het volgende: - de saneringswerkzaamheden zijn om logistieke redenen in vijf fasen uitgevoerd; - voor het aanbrengen van de fundering en verharding over een oppervlak van m 2 graafwerkzaamheden zijn uitgevoerd tot een gemiddelde diepte van 1,6 m-mv, waarbij ton verontreinigde grond is afgevoerd naar een erkende verwerker; - tijdens de saneringswerkzaamheden een onvoorziene asbest verontreiniging is aangetroffen die separaat is ontgraven, waarbij circa 58 ton met asbest verontreinigde grond van de locatie is afgevoerd naar een hiervoor erkende verwerker; - na afronding van de graafwerkzaamheden is de kwaliteit van de putbodem vastgesteld door middel van het nemen en analyseren van controlemonsters, waaruit is gebleken dat de verontreiniging tot onder de interventiewaarde is verwijderd; - de ontgravingspunt is aangevuld met m 3 gecertificeerd zand; - na afronding van de werkzaamheden geen verontreiniging is achtergebleven waarvoor nazorg noodzakelijk is. Op basis van de aangeleverde documenten hebben wij kunnen vaststellen dat de doelstellingen van de voorgenomen sanering zijn behaald, te weten: - de bodem tenminste geschikt wordt gemaakt voor de beoogde functie waarbij het risico voor mens, plant of dier als gevolg van blootstelling aan de verontreiniging zoveel mogelijk wordt beperkt; - de noodzaak tot het nemen van nazorgmaatregelen en beperkingen in het gebruik van de bodem zoveel mogelijk wordt beperkt. Gebruiksbperkingen en/of zorgmaatregelen Na afronding van de saneringswerkzaamheden zijn in de bodem geen verontreinigingen achtergebleven die (gebruiks)beperkingen met zich mee kunnen brengen. Om deze reden zijn in het evaluatieverslag geen maatregelen opgenomen waarin de beperkingen in het gebruik en de maatregelen die getroffen moeten worden staan beschreven. 5. Conclusie Op basis van de aangeleverde documenten concluderen wij het volgende: Pagina 3 van 6

4 Saneringsverslag De sanering heeft plaatsgevonden conform het Bodembeheerplan van 18 mei 2006 en het Plan van Aanpak van 19 november 2011, de aanvullende voorwaarde(n) die zijn gesteld en de bijbehorende voorschriften waarmee het bevoegd gezag heeft ingestemd (artikel 39 Wbb) en het gewenste saneringsresultaat conform het gestelde in artikel 38 Wbb is bereikt. Geschiktheid en beperking van de bodem na sanering Na de sanering is geen verontreiniging in de bodem aanwezig gebleven boven de interventiewaarde. Derhalve bestaan er geen beperkingen in het gebruik van de bodem en zijn geen maatregelen nodig ter bescherming van de bodem en het gebruik van de bodem. De bodem van de locatie is geschikt voor het beoogde bodemgebruik, te weten bedrijven. 6. Besluit Op grond van artikel 39c lid 2 van de Wbb stemmen wij in met de uitgevoerde sanering en het behaalde saneringsresultaat zoals verwoord in het saneringsverslag van 1 september 2011 met kenmerk Het opstellen van een nazorgplan wordt op grond van artikel 39d, lid 1 Wbb niet noodzakelijk geacht. 7. Registratie op grond van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken (Wkpb) Ter plaatse van het gesaneerde gedeelte is geen restverontreiniging achtergebleven boven de interventiewaarde waarvoor een saneringsmaatregel in stand moet worden gehouden. Dit betekent dat de publiekrechtelijke beperkingen die voortvloeien uit de melding volgens artikel 28 juncto artikel 39b van de Wbb hiermee komt te vervallen In onderstaande tabel is aangegeven voor welke percelen de publiekrechtelijke beperkingen komen te vervallen: gemeente sectie nummer Code *) gedeelte perceel waarop beperkingen betrekking heeft (in %) Schiedam N 744 WK 4% oppervlakte waarop beperkingen betrekking heeft (m²) *) Wk : Beperkingen in de zin van de Wkpb Krachtens het bepaalde in artikel 55 Wbb zenden wij, binnen 4 dagen na de dag van bekendmaking van dit Besluit (vervallenverklaring), het origineel dan wel een gewaarmerkt afschrift van dit besluit aan het gemeentelijke beperkingenregister. Hoogachtend, Burgemeester en wethouders van Schiedam, Namens dezen, cluster Stedelijke Ontwikkeling afdelingsmanager Ruimtelijk Gebruik, wnd. dhr. C.G. Henkelman Pagina 4 van 6

5 Bijlage(n): - Kadastrale kaart - Bekendmaking Kopieën: - Tauw bv; T.a.v. de heer R.A. Ripping, Rhijnspoor 209, 2901 LB Capelle a/d IJssel (AANGETEKEND); - DCMR Milieudienst Rijnmond, Afdeling Reststoffen en Bodem, Bureau handhaving, t.a.v. dhr. ing. J. v.d. Bos, Postbus 843, 3100 AV Schiedam; - Wkbp-registrator. Mogelijkheid tot het instellen van bezwaar Bezwaarschrift Tegen dit besluit kunnen belanghebbenden ingevolge artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht bij ons een gemotiveerd bezwaarschrift indienen. Dit bezwaarschrift moet binnen zes weken na de dag van bekendmaking van het besluit (verzenddatum) worden verzonden, onder vermelding van "Awb-bezwaar" in de linkerbovenhoek van de enveloppe en het bezwaarschrift. Dit bezwaar moet worden gericht aan het College van Burgemeester en wethouders van Schiedam, Postbus 1501, 3100 EA Schiedam. U wordt verzocht om bij het indienen van het bezwaarschrift een afschrift van het bestreden besluit mee te zenden. Voorlopige voorziening Krachtens artikel 6:16 van de Algemene wet bestuursrecht schorst het bezwaar de werking van dit besluit niet. Gelet hierop kan als tegen dit besluit bezwaar wordt aangetekend ingevolge artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht, in verbinding met hoofdstuk 20 van de Wet milieubeheer, én in verbinding met artikel 36 van de Wet op de Raad van State, bij de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA Den Haag, een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening worden ingediend. Wij verzoeken u een kopie van dit verzoek om voorlopige voorziening toe te zenden aan Burgemeester en wethouders van Schiedam, Postbus 1501, 3100 EA Schiedam. Pagina 5 van 6

6 Pagina 6 van 6