Beschikking ingevolge de Wet bodembescherming

Transcriptie

1 GEMEENTE AMSTERDAM Zaaknummer: Datum: Beschikking ingevolge de Wet bodembescherming MELDING Locatie: Locatiecode: Melder: Diverse locaties openbare weg Stadsdeel Zuid te Amsterdam AM0363/18020 Stadsdeel Zuid, Gemeente Amsterdam Op 9 december 2015 ontvingen wij (burgemeester en wethouders van Amsterdam) een melding op grond van artikel 28 van de Wet bodembescherming (verder: Wbb ) van een voornemen om de bodem te saneren op in ieder geval een vijftal locaties en nog nader te onderzoeken en te melden locaties. De gemeente Amsterdam, het stadsdeel zuid, heeft een raamsaneringsplan laten opstellen in verband met de aanplant van nieuwe bomen in stadsdeel zuid. Het onderzoek en de sanering van de locaties waar de aanplant van de nieuwe bomen gaat plaatsvinden vindt gefaseerd plaats. In 2016 en 2017 gaat de eerste fase van start waarbij voor een vijftal locaties handelingen plaatsvinden in sterk verontreinigde grond en waarbij slechts een gedeelte van de verontreiniging van de bodem wordt verwijderd of verplaatst. De saneerder verzoekt de procedure van titel 4.1 van de Algemene wet bestuursrecht (verkorte procedure) toe te passen. Het betreft de volgende vijf (deel)locaties: Omschrijving deellocatie Kadastrale sectie Kadastraal nummer Jaagpad Sloten F 3116 Beethovenstraat nabij 149 Amsterdam AB 2735 Vondelpark boring 26,27 en 28 Amsterdam U 9355 Vondelpark boring 64 en Vondelpark boring 73,74 en 75 In een volgende fase kunnen onder deze beschikking extra locaties worden aangemeld met een onderzoek. Op basis van dit onderzoek wordt bepaald of sprake is van handelingen in sterk verontreinigde grond en gelden de voorschriften zoals in het saneringsplan en in deze beschikking is opgenomen. De saneerder verzocht om de volgende beschikkingen: - instemming met het (deel)saneringsplan (artikel 40, lid 2 Wbb) De melding omvat de volgende stukken: - een meldingsformulier van 9 december historisch onderzoek boomplantvakken 2015 stadsdeel zuid te Amsterdam, HB milieukundig adviesbureau, projectcode 15HB0353, 1 september verkennend onderzoek boomplantvakken 2015 stadsdeel zuid te Amsterdam, HB milieukundig adviesbureau, projectcode 15HB0540, 12 november saneringsplan inboet bomen 2016/2017 stadsdeel zuid te Amsterdam, Stadsdeel Zuid, projectnr. 1617ban/amo1, 4 december 2015 PROCEDURE Op de totstandkoming van de beschikking zijn de Algemene wet bestuursrecht (titel 4.1), de Wet bodembescherming en de Verordening bodemsanering Amsterdam van toepassing. Op de voorbereiding van deze beschikking is in afwijking van artikel 2, eerste lid van de Verordening bodembescherming Amsterdam,

2 afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet toegepast omdat wij van oordeel zijn dat in dit geval aan die procedure geen behoefte bestaat. Deze beschikking is bekend gemaakt op de website onder bekendmakingen. Wij baseren ons besluit op de ingediende en de ons al bekende gegevens. Indien blijkt dat deze gegevens onjuist of onvolledig zijn, is het bevoegd gezag Wbb niet aansprakelijk voor eventuele schade als gevolg hiervan. TOETSING AANVRAAG De melding is getoetst aan: - de Wet bodembescherming - de Circulaire Bodemsanering de Verordening bodemsanering Amsterdam de Nota Bodembeheer Het Besluit bodemkwaliteit Uit de onderzoeksrapporten blijkt het volgende: Per (deel)locatie zijn de volgende overschrijdingen aangetroffen: Omschrijving deellocatie Overschrijding > I-waarde Bodemtraject Jaagpad koper en lood 0,0 0,9 m-mv Beethovenstraat nabij 149 Lood en zink 0,0 0,8 m-mv Vondelpark boring 26,27 en 28 PAK 0,0 0,5 m-mv Vondelpark boring 64 en 65 Koper, zink en nikkel 0,0 0,4 m-mv Vondelpark boring 73,74 en 75 lood 0,0 1,3 m-mv - De aangetoonde verontreinigingen maken onderdeel uit van de stedelijke ophooglaag in het betreffende gebied (zone B openbare weg) - Het grondwater is niet onderzocht omdat al het grondverzet plaatsvindt boven de grondwaterstand. - De locaties bevinden zich in voorloorlogs stedelijk gebied wat asbest onverdacht is. Visueel zijn geen asbestverdachte materialen op of in de bodem waargenomen Het huidige en beoogde gebruik van de locatie is openbare ruimte. Ernst Uit de melding blijkt dat er sprake is van een geval van ernstige bodemverontreiniging. Spoedeisendheid van de sanering De spoedeisendheid van de sanering wordt bepaald door de risico s van de bodemverontreiniging voor mens (humaan risico), plant en dier (ecologisch risico) en de risico s door verspreiding van de verontreiniging (verspreidingsrisico). Er is getoetst aan de bodemfunctie Ander groen, bebouwing, infrastructuur en industrie. humaan risico Uit de risicobeoordeling blijkt dat er geen concentraties boven het Maximaal Toelaatbaar Risico-niveau (MTR) en/of Toelaatbare Concentratie in Lucht (TCL) voorkomen. Er is namelijk geen ontoelaatbare blootstelling aan de verontreiniging te verwachten door: - gewasconsumptie - direct contact met de verontreinigde grond of vloeibaar puur product

3 - grondinname (kinderen) - doordringing van waterleidingen - uitdamping of inademing Bij het huidige bodemgebruik is er dan ook geen sprake van een onaanvaardbaar humaan risico. ecologisch risico Er is geen onaanvaardbaar ecologisch risico, omdat de locatie niet in een natuurgebied dan wel een ecologisch of natuurwetenschappelijk waardevol gebied gelegen is. verspreidingsrisico Het grondwater is niet onderzocht omdat de werkzaamheden plaatsvinden boven de grondwaterstand. Aangezien de aangetroffen verontreinigingen in de grond immobiel van aard zijn en er geen gevallen van verontreiniging nabij de locaties aanwezig zijn worden onaanvaardbare verspreidingsrisico s uitgesloten. Omdat er geen onaanvaardbare humane, ecologische en verspreidingsrisico s zijn, wordt de sanering als niet spoedeisend beschouwd. Sanering Op de locatie is één geval van ernstige bodemverontreiniging te onderscheiden waarbij sprake is van 5 deellocaties waar sanering gaat plaatsvinden. Saneringsdoelstelling Er is geen sprake van een saneringsdoelstelling omdat de graafwerkzaamheden om projectmatige reden worden uitgevoerd. Saneringsvariant immobiele verontreiniging De sanering bestaat uit: - Het ontgraven van de verontreinigde grond tot 1,0 m-mv (meter beneden maaiveld) voor het aanbrengen van teelaarde in verband met de aanplant van nieuwe bomen. Na uitvoering van de werkzaamheden zijn de contactmogelijkheden met de achterblijvende verontreiniging opgeheven door het aanbrengen van bomengrond. - Uitgangspunt is dat alle te ontgraven grond sterk verontreinigd is. - De sterk verontreinigde grond wordt met een afvalstroomnummer afgevoerd naar een erkende stortlocatie. - De ontgravingen worden aangevuld met gecertificeerde bomengrond. Deze saneringsvariant is conform de standaardaanpak zoals beschreven in de Circulaire bodemsanering 2013 en voldoet aan de saneringsdoelstelling van art. 38 Wbb. Deelsanering Er wordt instemming gevraagd om slechts een gedeelte van de ernstige bodemverontreiniging te saneren. Het belang van de bescherming van de bodem verzet zich niet tegen een deelsanering. CONCLUSIE Uit de toetsing blijkt dat er sprake is van een geval van ernstige verontreiniging. Er is geen sprake van spoedeisendheid om het geval te saneren. Door het uitvoeren van het saneringsplan wordt voldaan aan de saneringsdoelstelling van artikel 38 Wbb, nader uitgewerkt in de Circulaire Bodemsanering Door het uitvoeren van het saneringsplan zal het geval van ernstige bodemverontreiniging gedeeltelijk worden gesaneerd. Het belang van de bescherming van de bodem verzet zich niet tegen een deelsanering.

4 BESLUIT Er is sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging, en niet van spoedeisendheid om het geval te saneren. Wij bepalen dat kan worden volstaan met de ingediende onderzoeksresultaten en het saneringsplan voor het betrokken gedeelte. Wij stemmen in met het saneringsplan. Deze instemming vervalt als niet binnen één jaar na verzenddatum van deze beschikking gestart is met de sanering. Voorschriften Wij verbinden aan deze instemming de volgende voorschriften. 1. De sanering moet overeenkomstig het saneringsplan, deze beschikking en de daaraan verbonden voorschriften worden uitgevoerd. Uitvoering van de sanering in afwijking van dit saneringsplan, deze beschikking of de voorschriften moet worden gemeld aan de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied en is uitsluitend toegestaan na onze instemming. De link naar het webformulier vindt u op de website of op 2. De saneerder moet deze beschikking bekend maken aan de feitelijke uitvoerder van de werkzaamheden. Deze beschikking en het saneringsplan moeten tijdens de saneringswerkzaamheden op de locatie aanwezig zijn. 3. Bij het optreden van calamiteiten tijdens de sanering moet door of namens de saneerder onmiddellijk contact worden opgenomen met de afdeling Bodemtoezicht van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied op telefoonnummer (023) De instemming met het saneringsplan vervalt, als niet binnen één jaar na verzenddatum van deze beschikking is gestart met de sanering. Op verzoek van de saneerder kunnen wij besluiten tot verlenging van de instemming. Zo n verzoek moet ten minste drie maanden vóór het verstrijken van de instemmingstermijn worden ingediend. 5. De sanering moet binnen twee jaar na de start van de sanering zijn afgerond. 6. De in het kader van de sanering uit te voeren onderzoeken, de uitvoering van de sanering zelf en de milieukundige begeleiding van de sanering moeten worden uitgevoerd door een persoon en/of instelling die op grond van het Besluit bodemkwaliteit beschikt over een erkenning voor het uitvoeren van de betrokken werkzaamheden. 7. Alle locaties waar boomaanplant plaatsvindt en waar wordt gegraven dienen te worden gemeld bij de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen sterk verontreinigde locaties en niet sterk verontreinigde locaties. Verplichtingen ingevolge de Verordening bodemsanering Amsterdam De startdatum van de saneringswerkzaamheden moet door of namens de saneerder ten minste vijf werkdagen voor de feitelijke aanvang van de werkzaamheden schriftelijk worden gemeld bij de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied. Dit kunt u met behulp van het webformulier Start bodemsanering doen dat te vinden is op de website of op - De beëindiging van de saneringswerkzaamheden moet door of namens de saneerder uiterlijk vijf werkdagen na afloop van de sanering schriftelijk worden gemeld bij de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied. Dit kunt u met behulp van het webformulier Eind bodemsanering doen dat te vinden is op de website of op - Twee jaar na start sanering moet een evaluatieverslag van de sanering ter instemming bij de Omgevingsdienst

5 Noordzeekanaalgebied worden ingediend. Op grond van de beoordeling op de evaluatie wordt bepaald of onder dezelfde beschikking en afspraken nieuwe boomlocaties mogen worden gesaneerd. - De eisen die aan het evaluatieverslag worden gesteld staan in artikel 7 en bijlage 2 van de Verordening. Binnen zes weken na toezending van het evaluatieverslag moet indien van toepassing een nazorgplan ter instemming bij de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied worden ingediend. De eisen die aan het nazorgplan worden gesteld staan in artikel 8 en bijlage 3 van de Verordening. Bodemkwaliteit na sanering Na uitvoering van de bodemsaneringswerkzaamheden conform het saneringsplan en na goedkeuring van het evaluatieverslag van de sanering door Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied (besluit op grond van artikel 39c, Wbb), is de bodemkwaliteit van (een deel van) de locatie (opnieuw) geschikt voor het beoogde gebruik, te weten openbare ruimte. De beschikking heeft alleen betrekking op het deel zoals aangegeven in het saneringsplan. Als een wijziging optreedt in het gebruik van de bodem moet dit aan de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied worden gemeld. Het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, namens deze, de directeur van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied, voor deze, de heer J.T.M. Jansen Teammanager Advies & Expertise Portefeuille Bodem en Bouw Dit document is digitaal vastgesteld door de hierboven vermelde persoon namens het hierboven vermelde bevoegde gezag. Dit is vastgelegd in de zogenaamde audit trail van ons digitale zaaksysteem waarin dit document is te identificeren aan de hand van het zaaknummer en het unieke documentnummer. Het voorgaande vormt de digitale handtekening van dit document. Een fysieke of ingescande handtekening is daarom niet nodig.

6 Bezwaarprocedure Belanghebbenden kunnen schriftelijk bezwaar maken tegen deze beschikking binnen zes weken na de dag waarop deze beschikking wordt verzonden. Richt het bezwaarschrift aan het College van Burgemeester en Wethouders van Amsterdam, Directie Juridische Zaken, Postbus 202, 1000 AE Amsterdam. Bezwaarschriften moeten zijn ondertekend en minstens bevatten: uw naam en adres, de dagtekening, een omschrijving van het besluit waartegen u bezwaar maakt, en de grond van uw bezwaar. Graag een kopie van het besluit meezenden. Elektronisch ingediende bezwaarschriften worden niet in behandeling genomen. Het indienen van een bezwaarschrift schort de werking van dit besluit niet op. Om de inwerkingtreding van het besluit en de gevolgen daarvan op te schorten kan - indien onverwijlde spoed dit vereist - om een voorlopige voorziening worden verzocht. Dat kan alleen als bezwaar is gemaakt. Richt het verzoek aan de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA Den Haag. Voor een verzoek om een voorlopige voorziening zijn griffierechten verschuldigd. Zie voor meer informatie Verder verwijzen wij u naar de publicatie Bezwaar en beroep tegen een beslissing van de overheid. Zie: en typ de trefwoorden bezwaar en beroep in.