Definitieve BESCHIKKING. 22 maart J. Kolijn (0591)

Transcriptie

1 te Definitieve BESCHIKKING Globiscode Onderwerp Datum Kenmerk Bijlage Behandelend ambtenaar bij Cluster Bodem DROl Beschikking, ernst en spoedeisendheid en instemming met saneringsplan Eemslandweg 101 te Zwartemeer. 22 maart 2006 DROl / Kadastrale kaart met daarop de verontreinigingscontour van de grond J. Kolijn (0591)

2 2 Inleiding Het College van burgemeester en wethouders heeft op 14 december 2005 een melding als bedoeld in artikel 28 van de Wet bodembescherming (WBB) ontvangen van Ingenieursbureau Boorsma, Postbus 647, 9200 AP te Drachten, ingediend voor de heer J. de Vries, Postbus 17, 7894 ZG Zwartemeer. De melder is voornemens de bodem te saneren ter plaatse van de Eemslandweg 101 te Zwartemeer. Bij deze melding is een saneringsplan ingediend. Deze wordt vermeld onder punt 4.1. Het saneringsplan heeft betrekking op de volgende kadastrale percelen: gemeente Emmen, sectie I, de nummers 5803 en Inhoud besluit De ons verstrekte rapporten hebben wij op volledigheid en op inhoud beoordeeld. Aan de hand van deze gegevens besluiten wij het volgende. A. Ter plaatse van de Eemslandweg 101 te Zwartemeer, kadastraal bekend onder gemeente Emmen, sectie I, nummers 5803 en 6185 is sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging, zoals bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de WBB. B. Op basis van artikel 37 van de WBB stellen wij vast dat de verontreiniging geen onaanvaardbare risico's's voor de mens, het ecosysteem of uit oogpunt van verspreiding met zich mee brengt, waardoor spoedeisend saneren niet noodzakelijk is. C. Wij stemmen in met het vorenvermelde saneringsplan, zoals bedoeld in artikel 38 lid I juncto artikel 39 van de WBB. 3. Maatregelen en overige bepalingen a. Bij de vaststelling van de spoedeisendheid is uitgegaan van de gebruiksfunctie industrie. Indien deze functie wijzigt nog voordat er wordt gesaneerd, kan deze wijziging gevolgen hebben voor de spoedeisendheid van de bodemverontreiniging. Daarom dient een functiewijziging volgens artikel 37, vijfde lid van de Wbb aan ons te worden gemeld. b. Wanneer het saneringsplan niet binnen vijf jaar tot uitvoering komt, moet een actualisatieonderzoek plaatsvinden. Het onderzoeksrapport moet voor de start van de sanering aan ons worden toegezonden. c. De saneringswerkzaamheden worden milieukundig begeleid waarbij de begeleiding wordt uitgevoerd zoals bedoeld in de beoordelingsrichtlijn milieukundige begeleiding (BRL SIKB 6000) en waarbij de werkzaamheden worden uitgevoerd conform het VKB-protocol. 4. Procedure In overeenstemming met de Algemene Wet Bestuursrecht zijn belanghebbenden in kennis gesteld van ons voornemen tot instemming met het saneringsplan. Voorts is het betrokken waterschap van ditzelfde voornemen in kennis gesteld. Tevens wordt de kennisgeving gepubliceerd in het huis-aan-

3 3 huis blad de Zuidenvelder en heeft de ontwerpbeschikking ter inzage gelegen in de periode van 31 januari t/m 14 maart Op de ontwerpbeschikking zijn twee zienswijzen ingediend. De eerste zienswijze betreft een mondelinge zienswijze met betrekking tot het afperkend onderzoek en de wijze van sanering, ingediend op I februari jl. door de heren Meis en Schutte, eigenaren van de aangrenzende percelen Eemslandweg 106 en 108. Volgens hen heeft geen onderzoek op de aangrenzende percelen plaatsgevonden. De verontreinigingscontour zoals die vastgesteld is zou volgens hen niet kloppen. Daarnaast is bezwaar gemaakt op de voorstelde wijze van saneren. Zij verzoeken de initiatiefnemer om de verontreiniging multifunctioneel te saneren in plaats van de voorgestelde functionele variant. De tweede zienswijze betreft een een schriftelijke zienswijze, ingediend door de heer Mels. In deze zienswijze wordt nogmaals het verzoek gedaan om de verontreiniging multifunctioneel te saneren. De zienswijzen zijn in deze definitieve beschikking verwerkt. Met betrekking tot het eerste punt, vaststellen van verontreinigingscontour, is aanvullend onderzoek gedaan. De resultaten hiervan zijn in hoofdstuk 5.1 en 5.2 en geven geen wijzingen in het verontreinigingsbeeld. Met betrekking tot het tweede punt, de wijze van sanering, kan worden gesteld dat de voorgestelde saneringsmaatregel past binnen de toegestane maatregelen vastgelegd in de huidige bodemwetgeving, Wet Bodembescherming, artikel 38. Overwegingen die ten grondslag liggen aan deze beschikking 51 Algemene informatie Bronnen: De volgende rapportage ligt ten grondslag aan deze beschikking: a. Nader aanvullend bodemonderzoek en Saneringsplan Eemslandweg 101 te Zwartemeer, Rapportnummer R02, Ingenieursbureau Boorsma B.V., 8 december Naar aanleiding van de zienswijze heeft een aanvullende bemonstering plaatsgevonden, te weten: b. Zienswijzen m.b.t. ontwerp beschikking Eemslandweg 101 te Zwartemeer, ref , Ingenieursbureau Boorsma B.V., 27 februari Locatiebeschriiving: De locatie Eemslandweg 101 betreft een bedrijfsterrein met loods aan de zuid-oostrand van Zwartemeer. Ten noorden van de locatie bevindt zich woningbouw, ten oosten een weg en bedrijfsterrein. In zuidelijke richting grenst de locatie aan akkerland, gescheiden door een watergang. 5.2 Verontreinigingsituatie Algemeen Op de locatie Eemslandweg 101 vonden in de periode van 1948 tot 1982 bedrijfsactiviteiten plaats voor metaalbewerking (wikkelen van electromotoren). Deze activiteiten hebben geleid tot bodemverontreiniging. Op het terrein bevinden zich drie verontreinigingskernen waar een sterke verontreiniging met koper in de grond is aangetoond. Het betreft een verontreiniging ten zuiden van de fabriekshal en twee verontreinigingen ten oosten en noordoosten van de hal.

4 4 Grond De sterke koperverontreiniging in de grond ten zuiden van de fabriekshal is tot op een diepte van maximaal 4 meter minus maaiveld (m- mv) aangetoond en beslaat een oppervlakte van 400 m2. In totaal is m3 grond sterk verontreinigd met koper. De sterke koperverontreiniging in de grond ten oosten van de fabriekshal is tot op een diepte van maximaal 1,5 m mv aangetoond en beslaat een oppervlakte van 400 m2. In totaal is op het oostelijke deel van de locatie 400 m3 grond sterk verontreinigd. De sterke koperverontreiniging in de grond ten noordoosten van de fabriekshal is eveneens tot op een diepte van maximaal 1,5 m mv aangetoond en beslaat een oppervlakte van 200 m2. In totaal is op het noordoostelijke deel van de locatie 200 m3 grond sterk verontreinigd. De verontreiniging binnen de perceelsgrenzen is afgebakend tot in iedergeval beneden de interventiewaarde. Zintuiglijk onderzoek naar de kwaliteit van de bovengrond heeft aangetoond dat er geen verspreiding heeft opgetreden naar de naastgelegen percelen. Naar aanleiding van de indiende zienswijze is ter verificatie een aanvullende bemonstering uitgevoerd ter plaatse van de aangrenzende percelen. Uit deze bemonstering volgt dat de naastgelegen percelen Eemslandweg 106, 108 en 110 niet verontreinigd zijn met zware metalen (geen streefwaarde overschrijdingen). Grondwater Van de drie bovengenoemde kernen is eveneens het grondwater onderzocht. Ter plaatse van de verontreinigingskernen ten zuiden en oosten van de fabriekshal zijn in het grondwater slechts overschrijdingen van de streefwaarde voor koper en enkele andere zware metalen aangetoond. In het grondwater ten noordoosten van de locatie is in het grondwater een matig verhoogde concentratie koper aangetoond. Waterçianq Daarnaast is in de aangrenzende watergang ten zuiden van de locatie de waterbodem sterk verontreinigd met koper en zink, ingedeeld in klasse 4. Voor de voorgestelde saneringsmaatregel ten behoeve van de waterbodem is de provincie Drenthe het bevoegd gezag. Volledigheidshalve wordt gemeld dat de ontwerpbeschikking waterbodem van 23 januari tot 6 maart 2006 ter inzage ligt bij de provincie Drenthe en de geteente Emmen. 5.3 Ernst & Urgentie en spoedeisendheid Gevalsdefinitie In het kader van de Wet bodembescherming moet worden vastgesteld of er sprake is van één of meerdere gevallen van bodemverontreiniging. Er is sprake van één geval van bodemverontreiniging indien er sprake is van een ruimtelijke, een technische en organisatorische samenhang. Voor de aangetroffen verontreiniging met koper in de grond is sprake van één geval van bodemverontreiniging. De verontreinigingen houden vermoedelijk verband met de voormalige bedrijfsactiviteiten en zijn allen aangetoond rondom de fabriekshal. De verontreinigingen zijn zowel in horizontale als verticale richting tot aan streefwaarde afgebakend. De ligging van het verontreinigingsgeval is aangegeven op de kadastrale kaart in bijlage(*)

5 Vaststellen ernst verontreiniging Of een geval van bodemverontreiniging al dan niet ernstig is, wordt beoordeeld aan de hand van twee circulaires: > de circulaire Saneringsregeling Wet Bodembescherming: Beoordeling en Afstemming van 19 december 1997, paragraaf 2.3.3, nummer DBO , gepubliceerd in de Staatscourant van 12 januari 1998; > de circulaire Streefwaarden en interventiewaarden bodemsanering van 4 februari 2000, nummer DBO/ , gepubliceerd in de Staatscourant van 24 februari 2000 Op grond van deze circulaires is er sprake van een geval van bodemverontreiniging indien voor ten minste één stof de gemiddelde concentratie gemeten in grond in minimaal 25 m3 bodemvolume of gemeten in grondwater minimaal 100 m3 hoger blijkt te zijn dan de interventiewaarde. Ter plaatse van de drie verontreinigingskernen is in de grond een bodemvolume van m3 sterk verontreinigd met koper. Omdat voor het geval het volumecriterium wordt overschreden, is er sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging. Spoedeisendheid van sanering Op grond van artikel 37 van de Wbb moeten wij bij ernstige gevallen ook het huidige dan wel voorgenomen gebruik van de bodem vaststellen en of de mogelijke verspreiding van de verontreiniging zal leiden tot zodanige risico's voor de mens, plant of dier dat spoedige sanering noodzakelijk is. De sanering van een geval van ernstige bodemverontreiniging is spoedeisend als op basis van de risicobeoordeling blijkt dat het geval van ernstige bodemverontreiniging onaanvaardbare risico's oplevert voor de mens, het ecosysteem of uit oogpunt van verspreiding. Indien er geen onaanvaardbare risico's zijn, wordt het saneringscriterium niet overschreden en is spoedeisend saneren niet noodzakelijk. De circulaire waarin de uitwerking van het saneringscriterium staat en waarmee de spoedeisendheid wordt bepaald, is nog niet in werking getreden, Daarom hanteren wij voor het bepalen van de spoedeisendheid de saneringsurgentiesystematiek (SUS). Uit de SUS berekening (bron a) blijkt dat de aanwezige bodemverontreiniging niet urgent is. Aangezien, voorzover nu bekend, alleen van de urgente bodemverontreiniging, categorie I van de urgentiebepaling gelijk wordt gesteld met een verontreiniging met onaanvaardbare risico's waarvoor spoedig saneren noodzakelijk is, wordt voor deze verontreiniging gesteld dat sprake is van bodemverontreiniging waarvoor geen spoedeisende sanering noodzakelijk is. 6 Instemming saneringsplan Saneringsmaatregel De voorgenomen saneringsmaatregel bestaat uit een functionele sanering waarbij de grondverontreiniging door middel van een folie en verharding wordt geïsoleerd. In het saneringsplan is aangegeven dat het folie eveneens langs de oever van de watergang wordt aangebracht om herbesmetting op termijn van de waterbodem tegen te gaan. De isolerende voorziening dient ten alle tijden in stand te worden gehouden. Het een en ander wordt vastgelegd in een nazorgplan. Het grondwater wordt niet actief gesaneerd. De verwachting is dat als gevolg van van het afsluiten van de bovengrond, uitloging van verontreiniging wordt verminderd en concentraties koper in het grondwater zullen afnemen. Middels monitoring zal dit proces worden gevolgd.

6 De initiatiefnemer heeft het voornemen om in maart 2006 de sanering uit te voeren. De sanering zal circa twee maanden duren. 7. Aanvullende voorwaarden In verband met een controlebezoek dient de werkelijke startdatum van de sanering ten minste één week voor aanvang bij ons worden gemeld. Dat kan: - schriftelijk: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Emmen, t.a.v. de afdeling Toezicht, Postbus 30001, 7800 RA Emmen - per fax: idem, faxnummer Na afloop van de grondsanering zal op grond van de Bodemverordening gemeente Emmen binnen twee maanden een evaluatierapport ingediend moeten worden. Wij zullen naar aanleiding daarvan beoordelen of de sanering overeenkomstig het saneringsplan is uitgevoerd. 8. Kadastrale registratie Op grond van artikel 55 van de WBB zullen wij deze beschikking, waneer deze defintief is geworden, en de kadastrale tekening toezenden aan aan de Rijksdienst voor het Kadaster en Openbare Registers in Assen. Het Kadaster registreert vervolgens de verontreinigingscontour in de grond. Deze contour is weergegeven op de bijgevoegde tekening. De te registreren kadastrale percelen zijn: gemeente Emmen, Sectie nummer grootte in mz Verontreinigings-perc. contour in % , ,3 Over deze beschikking kan nadere informatie worden verstrekt door de behandelend ambtenaar, genoemd op pagina I van deze beschikking.

7 7 Een afschrift van deze beschikking zenden wij aan de hiernavolgende personen: - de aanvrager en eigenaar: De heer J. de Vries, Postbus 17, 7894 ZG Zwartemeer; - het adviesbureau: Ingenieursbureau Boorsma BV, t.a.v. de heer R.G.M. de Bruijn, Postbus 647, 9200 AP Drachten; - Euro Projects BV, Verlengde van Echtenskanaal nz 98, 7894 EG Zwartemeer; - Gemeente Emmen, dienst Gebied, afdeling Inrichtingen en Beheer, Postbus 30001, 7800 RA Emmen; - Mevrouw M.G.M. Hoorn, Kamerlingswijk wz 25, 7894 AL Zwartemeer; - De heer K. Strijker, Eemslandweg 102, 7894 AE Zwartemeer; - De heer W.F.C. Meis, Eemslandweg 106, 7894 AE Zwartemeer; - De heer J.H.M. Schutte en mevrouw H.M. Thole, Eemslandweg 108, 7894 AE Zwartemeer; - De heer J.G. Gustin, Eemslandweg 110, 7894 AE Zwartemeer; - De heer D. Bartelds, Verlengde Vaart zz 31, 7887 EM Erica; - De heer D.J. Bartelds, Noordersloot 53, 7887 TC Erica; - NV Nederlandse Gasunie, Postbus 17, 9700 MA Groningen. Hoogachtend, Burgemeester en wethouders van Emmen, namens deze, 0111M

8 /L Behoort bij bes!ut van Burgemeeter en Wethouders van de gemeente Emrnon Datum

9 e Bijlage beroep- en schorsingsmogelijkheden Tegen dit besluit staat beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de State. Zo'n beroepschrift kan alleen worden ingediend door: - degene die tijdig zienswijzen hebben ingebracht tegen het ontwerp van het besluit; - de adviseurs die gebruik hebben gemaakt van de gelegenheid advies uit te brengen over het ontwerp van het besluit; - de belanghebbenden aan wie redelijkerwijs niet kan worden verweten geen zienswijzen te hebben ingebracht tegen het ontwerp van het besluit; - degenen die zienswijzen hebben tegen wijzigingen die bij het nemen van het besluit zijn aangebracht ten opzichte van het ontwerp. Het beroepschrift moet geadresseerd worden aan: Raad van State, Afdeling bestuursrechtspraak, Postbus 20019, 2500 BA Den Haag en moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop het besluit ter inzage is gelegd. Voor het instellen van beroep is griffierecht verschuldigd: 141 indien door een natuurlijk persoon ingesteld 281 indien anders dan door een natuurlijk persoon ingesteld. Tegelijkertijd kunt u vragen het besluit te schorsen of een voorlopige voorziening te treffen. Zo'n verzoek richt u tot de voorzitter van genoemde afdeling. Voor het vragen van schorsing c.q. het treffen van een voorlopige voorziening is eveneens griffierecht verschuldigd. Dit griffierecht is gelijk aan het hierboven vermelde griffierecht bij instellen van beroep. Het niet betalen van het griffierecht leidt tot niet ontvankelijkverklaring van het beroep.