Deeltentamen Meet en Regeltechniek 14 juni 1996

Vergelijkbare documenten
Schriftelijke zitting Systeem- en regeltechniek 2 (WB2207) 31 januari 2008 van 9:00 tot 12:00 uur

Schriftelijke zitting Systeem- en regeltechniek 2 (WB2207) 29 januari 2009 van 14:00 tot 17:00 uur

Schriftelijke zitting Systeem- en regeltechniek 2 (WB2207) 26 oktober 2010 van 14:00 tot 17:00 uur

Regeltechniek Oefeningenbundel

Meet- en Regeltechniek

Schriftelijke zitting Regeltechniek (WB2207) 3 november 2011 van 9:00 tot 12:00 uur

II: De proportionele regelaar

Meet- en Regeltechniek

Schriftelijke zitting Systeem- en regeltechniek 2 (WB2207) Oefententamen

Regeltechniek. Les 6: Het wortellijnendiagram. Prof. dr. ir. Toon van Waterschoot

Hoofdstuk 3 Het wortellijnendiagram

Schriftelijke zitting Systeem- en regeltechniek 2 (WB2207) 31 oktober 2006 van 14:00 tot 17:00 uur

Deeltentamen Meet en Regeltechniek 14 juni 1996

Meet- en Regeltechniek

opgave 1. (2 pt) kies het juiste antwoord; motiveer kort je antwoord s b) de overdrachtsfunctie van een systeem is H( s) =

Berekenen van regelaars

1. Een magnetische levitatie systeem is schematisch weergegeven in figuur 1. r-- ~ rail

Figuur 1: Blok-schema van een DC motor, a) Geef de overdrachtsfuntie G(s) = T(s)/V(s). Schrijf G(s) in de vorm K B(s) A( s

V: Identificatie en regelaarsinstelling

Gevorderde onderwerpen

0.1. INVLOED VAN DE K-WAARDE OP DE STABILITEIT VAN GESLOTEN KETENS Invloed van de K-waarde op de stabiliteit van gesloten ketens

Hoofdstuk 6 Systeemidentificatie en Regelaarsinstelling

Oplossingen tentamen Systeemanalyse voor BMT (8E030) 26 januari 2007

Actieve demping helpt nauwkeuriger positioneren

Meet- en Regeltechniek

Meet- en Regeltechniek

Uitwerking studie stimulerende toets Embedded Signal Processing (ESP)

z-transformatie José Lagerberg November, 2018 Universiteit van Amsterdam José Lagerberg (FNWI) z-transformatie November, / 51

z 1 Dit tentamen bestaat uit zes opgaven (50 punten) Opgave 1 (8 punten) Gegeven het volgende systeem:

Examen Regeltechniek Take Home derde examenperiode

Dit tentamen bestaat uit vier opgaven verdeeld over drie bladzijden. U heeft drie uur de tijd.

Meet- en Regeltechniek

Tentamen Systeemanalyse (113117)

V: Snelheidsregeling van DC-motor

Trillingen & Golven. Practicum 1 Resonantie. Door: Sam van Leuven Jiri Oen Februari

De transferfunctie of de versterkingsfactor van een schakeling is gelijk aan de verhouding van de uitgangsspanning op de ingangsspanning.

Kennisdossier Regeltechniek

Notebook-tentamen Systeem- en Regeltechniek 1 (113115)

De toepasbaarheid van de Ziegler-Nichols regels

Procesbeheersing. Eigenschappen van processen

1. Opgave. We gebruiken de bilineaire transformatie om een digitaal laagdoorlaatfilter H(z) te ontwerpen met de volgende parameters:

! Dit kernbetrekkingenblad heb ik voor eigen gebruik gemaakt en kan dus incompleet zijn en fouten bevatten! Efficiency

Enkele voorbeeldbladzijden uit deel 2

Digitale systemen. Hoofdstuk De digitale regelaar

1. Gegeven een Lineair Stationair Systeem in continue-tijd. Als aan het systeem het ingangssignaal

Oplossing. Vraag 1. De hoogte h(t) van het waterniveau wordt gegeven door. A met D(t) in [m³/s], h in [m] en A = 2m². Gegeven: D(t) = 6 (t-3)

Systeemtheorie. Hoofdstuk Signalen aan de ingang

Hoofdstuk 2 De regelkring

Opgaven bij hoofdstuk 12

EE 2521: Digitale Signaalbewerking

Uitwerkingen Tentamen Elektronische Signaalbewerking (ET2405- D2) 18 juni 2007, 14:00 17:00 uur

Tentamen Inleiding Meten Vakcode 8E april 2009, uur

Uitwerkingen Tentamen Elektronische Signaalbewerking (ET2405- D2) 4 juli 2008, 14:00 17:00 uur

De parabool en de cirkel raken elkaar in de oorsprong; bepaal ook de coördinaten van de overige snijpunten A 1 en A 2.

Een mogelijke oplossing verkrijgen we door het gebruik van gyratoren. In de volgende figuur zien we het basisschema van een gyrator.

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica. Uitwerking van het tentamen Inleiding Signalen (2Y490) op 15 augustus 2003

Figuur 1: Laag-doorlaat. /j Res +1. b) Veronderstel de tijdsconstante van 2 seconden. Ret inputsignaal U1 (t), in Volt, is de functie:

REGELAAR. W- --i. x PROCES. Fig Blokschema geslolen regelkring

5.12 Afgerond op twee decimalen, is de effectieve waarde van deze spanning: a: U eff = 4,18 V b: U eff = 5,00 V c: U eff = 5,70 V d: U eff = 5,98 V

VOORBLAD SCHRIFTELIJKE TOETSEN

1. Gegeven x Y, waaraan is de fouriergetransformeerde gelijk? f g 1

Systeem 2 wordt beschreven door de differentiaalvergelijking y y x

DEC DSP SDR 5 Dicrete Fourier Transform

Uitwerkingen Tentamen Gewone Differentiaalvergelijkingen

Werking en verklaring van enkele basisbegrippen van de proportionele regelaar

Een snelheid (dimensie m/s) wordt gegeven door de formule v(t) = A (t-3). Teken deze snelheid in functie van de tijd. Welke dimensie heeft A?

Katholieke Hogeschool Limburg. Beknopte inleiding tot de regeltechniek

Hoofdstuk 9: Niet-lineaire differentiaalvergelijkingen en stabiliteit

Elektronische basisschakelingen Oefenzitting 3.

EXAMENONDERDEEL ELEKTRONISCHE INSTRUMENTATIE (5GG80) gehouden op woensdag 27 juni 2007, van tot uur.

Tentamen Inleiding Meten en Modelleren Vakcode 8C120 7 april 2010, uur. Het gebruik van een (grafische) rekenmachine is toegestaan.

KATHOLIEKE HOGESCHOOL LIMBURG. Automatisering. Regeltechniek. Deel I. Basis Regeltechniek. Dr ir J. Baeten. cursus gedoceerd aan

Vraag Antwoord Scores ( ) ( ) Voor de waterhoogte h geldt: ( 2h+ 3h 2h

Hertentamen Lineaire Schakelingen (EE1300)

Tentamen Elektronische Signaalbewerking (ET2405-D2) 18 juni 2007, 14:00 17:00 uur

Complexe getallen: oefeningen

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica. Uitwerking Tentamen Calculus, 2DM10, maandag 22 januari 2007

Circuits and Signal Processing ET2405-d2

FACULTEIT INGENIEURSWETENSCHAPPEN. Labo Systeem- en Controletheorie

Uitwerking notebook tentamen Systeem- en Regeltechniek 1 ( )

Examen Wiskundige Basistechniek 15 oktober 2011

Oefententamen Telecommunicatietechniek I (ET2505-D2)

Niet-lineaire systemen

FREQUENTIE-AFHANKELIJKHEID

Tentamen Inleiding Meten Vakcode 8E april 2009, uur

Tentamen Lineaire Schakelingen, 2 e deel (EE1300-B)

Naam Klas: Repetitie trillingen en geluid HAVO ( 1 t/m 6)

Katholieke Hogeschool Limburg. Beknopte inleiding tot de regeltechniek

Uitwerking notebook tentamen Systeem- en Regeltechniek 1 (113115)

Hoofdstuk 10: Tijdsgedrag van processen

Examen havo wiskunde B 2016-I (oefenexamen)

1 Inleiding proportionaal-hydrauliek

Circuits and Signal Processing ET2405-d2

Tentamen Elektronische Signaalbewerking (ET2405-D2) 25 augustus 2008, 14:00 17:00 uur. [Nienke, gefeliciteerd met je verjaardag!]

Inhoud deel 2 Modellering van configuraties. Transiënt gedrag

1E HUISWERKOPDRACHT CONTINUE WISKUNDE

toelatingsexamen-geneeskunde.be Gebaseerd op nota s tijdens het examen, daarom worden niet altijd antwoordmogelijkheden vermeld.

Digitale regelsystemen

Materialen in de elektronica Verslag Practicum 1

Niet lineaire stelsels differentiaalvergelijkingen en stabiliteit. Lorenz-attractor

Transcriptie:

Deeltentamen Meet en Regeltechniek 14 juni 1996 R0281 C:\Job\MC-word\Tentamens\Tent9606.doc 1 Gegeven: Van een verwarmingssysteem van een kamer zijn de volgende gegevens bekend: t 'Tkamer K1 Q0dW Q0 Qin Quit Quit K2' Tkamer Qin K3' Trad ' Tkamer ³ 0 'T kamer is de kamertemperatuur, 'T rad is de radiatortemperatuur Gevraagd: De tijdconstante van dit systeem als: K 1 = 10 4, K 2 = 10, K 3 = 10 a 500 s b 1000 s c 1500 s d 2000 s e Geen van de gegeven oplossingen voldoet. R0994 C:\Job\MC-word\Tentamens\Tent9606.doc 2 Gegeven: Een niveauregelsysteem, beschreven door de volgende vergelijkingen: t H K1³ F0dW 0 F0 Fin Fuit Fuit K2H F in K reg H gew H H is de te regelen hoogte, H gew is de gewenste hoogte, F in en F uit zijn vloeistofstromen, K reg is de versterking van een proportionele regelaar Gevraagd: De hoogte in het vat als de gewenste hoogte 100 cm is, en als K 1 = 1, K 2 = 0.25, K reg = 0.75 a 10 cm b 25 cm c 50 cm d 75 cm e Geen van de gegeven oplossingen voldoet. 3

Het antwoord is het eenvoudigst te vinden door eerst alle vergelijkingen in een blokschema weer te geven. De overdracht van Q in naar T kamer is: en de overdracht van T rad naar T kamer is: Invullen van de gegeven waarden van de versterkingsfactoren geeft:

Als we dit systeem omzetten in een blokschema, vinden we eenzelfde structuur als in het schema dat we bij vraag 1 hadden gevonden: Dat betekent dat ook de overdrachtsfunctie dezelfde vorm heeft: Alleen moeten we K 3 vervangen door K reg. De versterking van dit systeem in de stationaire toestand is: Bij een gewenste hoogte van 100 cm is de werkelijke hoogte H dus 75 cm.

Deeltentamen Meet en Regeltechniek 14 juni 1996 R0024 C:\Job\MC-word\Tentamens\Tent9606.doc 3 Gegeven: De versterkingsfactor K en het polen en nulpuntenbeeld van een proces: Gevraagd: Welke van de volgende stapresponsies hoort hierbij? e Geen van de gegeven oplossingen voldoet. R0034 C:\Job\MC-word\Tentamens\Tent9606.doc 4 Gegeven: Het polen en nulpuntenbeeld van een proces: Gevraagd: Welke van de volgende stapresponsies kan hierbij behoren? e Geen van de gegeven oplossingen voldoet. 4

Het polen en nulpuntenbeeld hoort bij een tweedeordesysteem. De piektijd is: π/β = 3.14 / 1.5 is ongeveer gelijk aan 2 en de relatieve demping, ζ = 0.7, dat wil zeggen een overshoot van 4%. Responsie d voldoet hieraan

Het polen en nulpuntenbeeld hoort bij een systeem met overdracht: Voor t 0 geldt s dat wil zeggen dat de stapresponsie naar de waarde -1 gaat. Voor t heeft het systeem het gedrag van een integrator Responsie d voldoet hieraan

Deeltentamen Meet en Regeltechniek 14 juni 1996 5 R0944 C:\Job\MC-word\Tentamens\Tent9606.doc 0 1 0 x x x 2 3¹ 3¹ Gegeven: De toestandsbeschrijving van een systeem: u, y 1 0 Gevraagd: Welke van de volgende overdrachtsfuncties H(s)=Y(s)/U(s) hoort hierbij? a Hs () s 3 ( s 1)( s 2) b Hs () 3( s 3) ( s 1)( s 2) c Hs () 1 ( s 1)( s 2) d Hs () 3 ( s 1)( s 2) e Geen van de gegeven oplossingen voldoet. 6 R0205 C:\Job\MC-word\Tentamens\Tent9606.doc K Gegeven: Het proces: H p () s ss ( W1 1 )( sw2 1 ). Dit proces wordt opgenomen in een teruggekoppeld systeem, in cascade met een regelaar H r met als overdracht: Hr gekozen dat het teruggekoppelde systeem stabiel is. K 1 1 Ks r ¹. De regelaarversterking wordt zodanig Gevraagd: Hoe groot is de stationaire fout als op de ingang van het teruggekoppelde systeem het volgende signaal wordt aangeboden: R(t) = 0 voor t < 0 en R(t) = At2 voor t t 0 a H 0 b H A 1 Kr c H A K r d H of e Geen van de gegeven oplossingen voldoet. R0083 C:\Job\MC-word\Tentamens\Tent9606.doc 7 Gegeven: Nevenstaand stroomschema: Gevraagd: Welke van de volgende overdrachtsfuncties hoort hierbij? a Cs 1 Rs 2 s 6s 4 b Cs 1 Rs 2 s 4s 1 c Cs 1 Rs 2 s 5s 4 d Cs 1 Rs 2 s 4s 2 e Geen van de gegeven oplossingen voldoet. 5

We kunnen dit systeem weer omzetten in een blokschema: Daaruit volgt met de regel van Mason direct:

We hebben hier te maken met een PI-regelaar en een type-1 proces. Proces plus regelaar maken het systeem tot een type-2 systeem. Voor een ingangssignaal van de vorm At 2, geldt in dat geval voor de stationaire fout:, met KL de lusversterking. De regelaar kunnen we schrijven als: De lusversterking is dus gelijk aan: en de stationaire fout aan: Geen van de gegeven oplossingen voldoet hieraan.

Uit de regel van Mason volgt direct: Voorwaartse weg: Determinant: Daaruit volgt de overdracht:

Deeltentamen Meet en Regeltechniek 14 juni 1996 R0365 C:\Job\MC-word\Tentamens\Tent9606.doc 8 Gegeven: Een systeem met overdracht H = H r H p. Dit systeem wordt voorzien van een negatieve terugkoppeling. Kp De overdracht H p (s) is: H s c p 2 s 20s 100, met K p c = 10. Gevraagd: Het snijpunt met de reële as van de asymptoten van de poolbaan voor variaties in H s Kc s b, met b = 10. r r a 0 b 5 c 15 d 20 e Geen van de gegeven oplossingen voldoet. K r c, indien geldt: 9 R0372 C:\Job\MC-word\Tentamens\Tent9606.doc Gegeven: Een proces met de overdracht: Hp s Dit proces wordt geregeld met de volgende regelaar: H s K s b r r c, met b = 2.5 en c = 10. s c s 10 10 2 Gevraagd: Onder welke hoek vertrekt de poolbaan voor variaties in H p (s)? a r90º b 0º en r120º c 0º en 180º d r60º en 180º e Geen van de gegeven oplossingen voldoet. K r c vanuit de polen die afkomstig zijn van 6

Uit de gegeven vergelijking volgt dat de polen van H p beide liggen in 10. De regelaar voegt daar een nulpunt in 10 aan toe, zodat er één pool in 10 resteert. Daarmee wordt de reële as zelf een asymptoot en zijn er dus geen snijpunten met de reële as: antwoord e is juist.

Er liggen 3 polen in 10 en één nulpunt in 2.5 Dit nulpunt levert een fasebijdrage van +180º ter plaatse van de polen. Op de poolbaan is de gezamenlijke fasebijdrage van de polen en de nulpunten samen altijd 180º. Dat betekent dat de polen vlakbij 10 een bijdragen moeten leveren van 3 x = 360º. Dat wil zeggen dat x = (± ) 120º. Dit bereiken we op lijnen die een hoek maken van 120º met de reële as. Antwoord b is juist.

Deeltentamen Meet en Regeltechniek 14 juni 1996 R1171 C:\Job\MC-word\Tentamens\Tent9606.doc 10 Gegeven: Een proces met de overdracht: Kc Hs ss 1s 10. Dit proces wordt voorzien van een negatieve eenheidsterugkoppeling. Van dit systeem wordt met behulp van de computer een poolbaan getekend. Op de printer verschijnt nevenstaande figuur. Tengevolge van beperkingen van de printer zijn eventuele delen van de poolbaan op de reële as niet zichtbaar. Bovendien is het aantal punten van de poolbaan dat kan worden berekend, beperkt. Gevraagd: Is deze poolbaan correct? Zo niet welke van de volgende elementen is kennelijk, per abuis, aan het proces toegevoegd a een nulpunt in 1 b een nulpunt in 15 c een pool in 1 d een pool in 15 e Geen van de gegeven oplossingen voldoet. T0091 C:\Job\MC-word\Tentamens\Tent9606.doc 11 Gegeven: Het polen en nulpuntenbeeld van een discreet proces dat, voorzien van een eenheidsterugkoppeling, wordt opgenomen in een teruggekoppeld systeem: Gevraagd: Welke van de volgende uitspraken over de stabiliteit van het gesloten systeem is juist? a Het gesloten systeem is slechts stabiel voor kleine waarden van K (K! 0) b Het gesloten systeem is slechts stabiel voor grote waarden van K (K! 0) c Het gesloten systeem is stabiel voor iedere waarde van K! 0 d Het gesloten systeem is nooit stabiel voor waarden van K! 0 e Geen van de gegeven oplossingen voldoet. 12 R0455 C:\Job\MC-word\Tentamens\Tent9606.doc Gegeven: Een systeem met de overdracht: Hs c K s b 2 s s a Dit systeem wordt voorzien van een negatieve terugkoppeling., met a = 10 en b = 100. Gevraagd: Wat is de meest vergaande uitspraak die u kunt doen over de stabiliteit van het systeem als verder is gegeven dat K c = 10 6? a Het systeem is voor K c! 0 altijd stabiel b Het systeem is voor deze waarde van K c stabiel c Het systeem is voor deze waarde van K c op de grens van instabiliteit d Het systeem is voor deze waarde van K c instabiel e Het systeem is voor K c > 0 altijd instabiel. 7

De gegeven poolbaan verlaat de imaginaire as in het punt 5 en volgt daarna direct twee asymptoten die een hoek van ± 90º maken met de reële as. Dit duidt op een systeem met twee polen, die symmetrisch gelgen zijn ten opzicht van 5. De polen van het proces die liggen in de oorsprong en in 10 voldoen hieraan. Er ligt dus kennelijk een nulpunt op de pool in 1. Antwoord a

Als we de poolbaan van dit discrete systeem tekenen zien we het antwoord onmiddellijk: Voor grote waarden van K kan dit systeem instabiel worden. Antwoord a

Als we de poolbaan van dit systeem tekenen zien we ook hier weer onmiddellijk het antwoord: Voor alle waarden van K > 0 is dit systeem instabiel. Antwoord e

Deeltentamen Meet en Regeltechniek 14 juni 1996 R0151C:\Job\MC-word\Tentamens\Tent9606.doc 13 Gegeven: De volgende polaire figuur: Gevraagd: Welke van de volgende stapresponsies past hierbij? e Geen van de gegeven oplossingen voldoet. R0124 C:\Job\MC-word\Tentamens\Tent9606.doc 14 Gegeven: Het volgende polen en nulpuntenbeeld: Gevraagd: Welke van de volgende polaire figuren past hierbij? e Geen van de gegeven oplossingen voldoet. 8

De polaire figuur begint met een een fasedraaiing van 90º, en eindigt met 0ºfasedraaiing. Dit duidt op de aanwezigheid van een pool in de oorsprong en tenminste 1 nulpunt. De vorm van de polaire figuur doet niet vermoeden dat er nog andere elementen aanwezig zijn. De overdracht heeft dus een vorm:. Daarbij hoort responsie a.

Twee polen in oorsprong laten de polaire figuur beginnen met een fasedraaiing van 180º. De volgende pool voegt hier nog extra fasedraaiing aan toe. De twee nulpunten zorgen er vervolgens voor dat voor hoge frequenties de fasedraaiing naar 90º gaat. Daarbij hoort polaire figuur d.

Deeltentamen Meet en Regeltechniek 14 juni 1996 15 R0535 C:\Job\MC-word\Tentamens\Tent9606.doc Gegeven: Het proces Hp s 1s 10 ss opgenomen in nevenstaand teruggekoppeld systeem. 10. Dit proces wordt Dit systeem heeft een fasemarge van ongeveer 67.5º. Gevraagd: Hoe groot is de versterking K r, als H r = K r? a 0.1 b 1 c 10 d 10 e Geen van de gegeven oplossingen voldoet. R0494 C:\Job\MC-word\Tentamens\Tent9606.doc 16 Gegeven: Het bodediagram van een proces dat wordt voorzien van een negatieve eenheidsterugkoppeling Gevraagd: Wat kunt u zeggen over de stabiliteit van dit systeem? a Het systeem is bij deze versterking stabiel b Het systeem is bij deze versterking instabiel c Het systeem is bij deze versterking op de grens van instabiliteit d Het systeem is nooit stabiel e Het systeem is altijd stabiel. 9

Als eerste schetsen we het asymptotische bodediagram van dit proces. Dit is in de volgende figuur in rood aangegeven. Vervolgens schetsen we in blauw de werkelijke fasekarakteristiek en we bepalen de frequentie punt waar de fasemarge ongeveer 67.5 graden is. Om de 0-dB doorsnijding van de moduluskarakteristiek bij deze frequentie te krijgen, moeten we de versterking 10 db (1/ 10) lager kiezen, dat wil zeggen K r = 1/ 10. Dit levert de blauwe (asymptotische) moduluskarakteristiek. Alleen oplossing e voldoet dus.

We kunnen deze vraag het snelst oplossen door de polaire figuur te tekenen. Die ziet er als volgt uit: Hieraan zien we onmiddellijk dat dit systeem nooit stabiel zal zijn. Antwoord d.

Deeltentamen Meet en Regeltechniek 14 juni 1996 R0515 C:\Job\MC-word\Tentamens\Tent9606.doc 17 Gegeven: De polaire figuur van een proces HjZ : H jz wordt voorzien van een negatieve eenheidsterugkoppeling. Gevraagd: Hoe ziet de polaire figuur van het gesloten systeem eruit? e Geen van de gegeven oplossingen voldoet. R1141 C:\Job\MC-word\Tentamens\Tent9606.doc 18 Gegeven: Nevenstaande afwijkingsverhouding: Deze afwijkingsverhouding hoort bij een regelsysteem waarvan wordt geëist dat de bandbreedte minimaal is en dat storingen in een bepaald frequentiegebied zo goed mogelijk worden onderdrukt. Gevraagd: Voor welke van de volgende stoorspectra is dit regelsysteem ontworpen? a Z 01. b 001. Z 1 c 01. Z 10 d 1Z100 e Geen van de gegeven oplossingen voldoet. 10

De polaire figuur van het gesloten systeem zal voor lage frequenties beginnen in 1, vanwege de aanwezigheid van een zuivere integratie. Voor hoge frequenties zal de polaire figuur van het gesloten systeem lijken op de polaire figuur van het open systeem. Zoiets dus: Antwoord d lijkt hier nog het meest op, maar mist de invloed van het nulpunt (de deuk ). Daarom is alleen antwoord e juist.

Er treedt alleen verzwakking op van stoorfrequenties als de afwijkingsverhouding kleiner is dan 0 db. Dat is slechts het geval als ω < 0.1. Het juiste antwoord is dus a.

Deeltentamen Meet en Regeltechniek 14 juni 1996 19 R1265 C:\Job\MC-word\Tentamens\Tent9606.doc Gegeven: Het proces: Hp 1 ss 1. Dit proces wordt opgenomen in nevenstaand teruggekoppeld systeem. De regelaarversterking K r wordt zo gekozen dat de stationaire fout voor rampvormige ingangssignalen gelijk is aan 100%. Gevraagd: Hoe groot is in dit geval de piektijd bij een stapvormig ingangssignaal? a 0.2 s b 0.4 s c 0.9 s d 1.8 s e Geen van de gegeven oplossingen voldoet. T0113 C:\Job\MC-word\Tentamens\Tent9606.doc 20 Gegeven: Nevenstaande poolbaan. In deze poolbaan is voor drie verschillende waarden van de systeemversterking K aangegeven waar de complexe polen liggen. Door het aanbrengen van een geschikt gekozen compensatienetwerk is het mogelijk om, afhankelijk van de situatie, òf de systeemversterking op te voeren, òf de relatieve demping te verbeteren. Daarbij streven we er in het algemeen naar om de versterking zo groot mogelijk te maken en de relatieve demping niet kleiner dan ongeveer z = 0.5 te laten worden. Gevraagd: Welke van de volgende netwerken zou u aan dit systeem willen toevoegen als K = 10? a HR 8s 1 08. s 1 b HR 80s 1 8s1 c HR s 5 8 1 08. s 1 d HR s 5 80 1 8s1 e Geen van de gegeven netwerken zal leiden tot een acceptabel gedrag van het systeem. 11

De oplossing vinden we hier snel met behulp van de poolbaan. Een stationaire fout voor rampvormige verstoringen van 100% betekent een lusversterking K L = 1. Het systeem heeft een pool in de oorsprong en een pool in 1. Daarmee kunnen we de volgende poolbaan tekenen: De piektijd volgt uit: Deze waarde wordt slechts gerepresenteerd door het antwoord e.

Voor een waarde van K L = 10 lijkt de demping OK. We zouden dus een integrerend netwerk kunnen toevoegen, met als voornaamste doel de versterking te vergroten. Toevoegen van een differentiërend netwerk maakt het mogelijk een grotere versterking te kiezen en bovendien de responsie nog sneller te maken. Bij de antwoorden vinden we alleen differentiërende netwerken. Een geschikt keuze voor het nulpunt van zo'n netwerk is in 0.1 of iets links daarvan. De pool komt dan bijvoorbeeld in 10 of nog iets verder naar links. Netwerk c met een nulpunt in 1/8 = 0.125 voldoet hieraan. Met een versterking 5 zal de demping zeker voldoende groot blijven.

Deeltentamen Meet en Regeltechniek 14 juni 1996 R1122 C:\Job\MC-word\Tentamens\Tent9606.doc 21 K Gegeven: Het proces: Hp. Dit proces wordt samen met s033. s 1 een proportionele regelaar H r = K r opgenomen in nevenstaand teruggekoppeld systeem. Gevraagd: Wat is de minimale waarde van de stationaire fout die met deze regelaar kan worden bereikt, als het ingangssignaal R(s) = 1/s2 en de relatieve demping z tenminste 0.7 moet zijn? a 1 b 0.67 c 0.5 d 0.33 e Geen van de gegeven oplossingen voldoet. R0661 C:\Job\MC-word\Tentamens\Tent9606.doc 22 Gegeven: Het blokschema van een teruggekoppeld regelsysteem: Gevraagd: Welke van de volgende regelaars H r is toegepast, als op een stapvormige verandering van S de nevenstaande responsie van E wordt gemeten? a H r 1 b H r 3 c Hr e Geen van de gegeven oplossingen voldoet. s 5 s 1 3 d Hr s 13 s 1 3 R1155 C:\Job\MC-word\Tentamens\Tent9606.doc 23 Gegeven: Van een regelsysteem wordt een relatieve demping geëist van ongeveer z = 0.7 en een settling time (t 2% ) van ongeveer 2 s. Gevraagd: Welke van de volgende polenbeelden hoort hierbij? e Geen van de gegeven oplossingen voldoet. 12

We tekenen de poolbaan voor dit proces en geven de polen voor z = 0.7 aan. De waarde van K L die hier bij hoort is (1.5 2) 2 = 4.5. Hierbij hoort een waarde van K L van 4.5/3 = 1.5. De stationaire fout voor rampvormige verstoringen is daarmee: 1/1.5 = 0.67, antwoord b.

We hebben hier te maken met een type 0 proces met twee polen in 1. Uit de responsie op een stapvormige verstoring zien we dat de stationaire fout ongeveer 50% is. Dit duidt op een een systeemversterking van 1. Immers de stationaire fout is 1/(1+K L ). De demping is ongeveer 0.7. Als we een proportionele terugkoppeling toepassen, krijgen we de volgende poolbaan: Hieruit zien we dat demping 0.7 wordt bereikt bij een poolbaanversterking van 1. In dit geval is de poolbaanversterking gelijk aan de systeemversterking. Een proportionele regelaar met versterking 1 voldoet dus. Het antwoord is a.

De settlingtime is gelijk aan t 2% = 4/zω n. Bij een settlingtime van 2s hoor dus een term zω n van 4/2 = 2. Bij een demping van 0.7 betekent dit dat de polen moeten liggen in 2 ± 2j. Hieraan kan alleen antwoord e voldoen.

Deeltentamen Meet en Regeltechniek 14 juni 1996 24 R0613 C:\Job\MC-word\Tentamens\Tent9606.doc 1 Gegeven: Het proces:. ss ( 1) Dit proces wordt voorzien van een negatieve terugkoppeling met in de voorwaartse weg een regelaar met de overdracht: Kp Kds. Aan de stapresponsie van het gesloten systeem stelt men als eisen: z = 0.5 en t piek = S 3. Gevraagd: Welke van de volgende regelaarinstellingen moet men hiervoor kiezen? a K p = 0.5, K d = 0 b K p = 1, K d = 0 c K p = 4, K d = 1 d K p = 8, K d = 3 e Geen van de gegeven oplossingen voldoet. R0633 C:\Job\MC-word\Tentamens\Tent9606.doc 25 Gegeven: Nevenstaand blokschema van een teruggekoppeld systeem en een gewenste stapresponsie voor de overdracht van R o C: Gevraagd: Welke van de volgende overdrachten moet worden gekozen voor de regelaar H r om de gewenste stapresponsie te realiseren? a H r 1 b Hr s 4 s 2 4 c Hr S 2 s 2 s 2 S d Hr 4 S 2 s s 2 4 S e Geen van de gegeven oplossingen voldoet. 13

Een tweedeordesysteem met een piektijd van π/ 3 en een demping z = 0.5 heeft polen met een imaginair deel gelijk aan 3 en een reëel deel van 1. De overdracht van het gesloten systeem is daarmee: Het proces voorzien van een terugkoppeling K p +sk d heeft gesloten lus overdracht: De noemers zijn aan elkaar gelijk als K d = 1 en K p = 4. Het antwoord is dus c.

Uit de stapresponsie volgt dat we te maken hebben met een systeem met een piektijd π/β van 1s en een relatieve demping z = 0.7. Dat betekent polen in -π ± jπ. Zouden we een proportionele terugkoppeling toepassen, dan zouden de polen met een demping z = 0.7 in -1 ± 1j liggen. Dat betekent dat we in ieder geval een nulpunt moeten toevoegen. Een eenvoudige manier om de polen op de gewenste plaats te leggen is het toevoegen van een nulpunt op de pool in -2 en toevoegen van een pool in -2π. Bij een poolbaanversterking van 2π 2 krijgen we dan de polen op de gewenste plaats. Omdat het proces zelf al een poolbaanversterking heeft van 2, voldoet netwerk c hieraan.

Deeltentamen Meet en Regeltechniek 14 juni 1996 R0851 C:\Job\MC-word\Tentamens\Tent9606.doc 26 Gegeven: In een bemonsterd systeem is een filter opgenomen met daarachter een nuldeorde houdschakeling. Deze combinatie heeft nevenstaande stapresponsie. Gevraagd: Welke van de volgende overdrachten hoort bij het filter? a b c d e 1 2 3 4 Hz z 3z 4z 2z 1 2 3 4 5 H z z 4z 7z 6z 2z 1 2 3 4 Hz z z 4z 2z 1 2 3 4 Hz z 5z 6z 2z Geen van de gegeven oplossingen voldoet. R0911 C:\Job\MC-word\Tentamens\Tent9606.doc 27 Gegeven: Een discreet systeem, waarvan de polen en nulpuntenconfiguratie is gegeven: Dit systeem wordt voorzien van een negatieve terugkoppeling, zodanig dat de poolbaanversterking van het gesloten systeem K c 1. Gevraagd: Welke van de volgende uitspraken over de stabiliteit is juist, indien aan het open systeem een nulpunt op z = 1/4 wordt toegevoegd? a Het gesloten systeem blijft stabiel b Het gesloten systeem wordt stabiel c Het gesloten systeem bereikt de grens van stabiliteit d Het gesloten systeem wordt instabiel e Het gesloten systeem blijft instabiel. 14

We lezen onmiddellijk uit de stapresponsie de volgende overdracht af: H(z) = z 1 3z 2 +4z 3 2z 4 Antwoord a

Het gesloten systeem was stabiel met een poolbaanversterking 1 (pool in 3/4) en blijft stabiel. Antwoord a.

Deeltentamen Meet en Regeltechniek 14 juni 1996 R0762 C:\Job\MC-word\Tentamens\Tent9606.doc 28 Gegeven: Een aantal processen waarvan de stapresponsies zijn gemeten. Voor elk van deze processen is één (of in één geval twee) van de bij de antwoorden gegeven regelaars het meest geschikt. Gevraagd: Welke regelaar is het meest geschikt voor het proces met responsie 5? a I b PI c P(I)D d PD e Geen van de gegeven oplossingen voldoet. T0022 C:\Job\MC-word\Tentamens\Tent9606.doc 29 Gegeven: Nevenstaande beschrijvende functie: Gevraagd: Welke van de volgende niet lineaire elementen hoort bij deze beschrijvende functie? e Geen van de gegeven oplossingen voldoet. 15

Responsie 5 kenmerkt zich door een kleine looptijd en een grote tijdconstante. Voor een dergelijk systeem is een PI regelaar het meest geschikt. Antwoord b is dus juist.

De beschrijvende functie hoort bij een relais met dode zone. De dode zone is gelijk aan 1. Het maximum van de beschrijvende functie is gelijk aan 2M/πd = 2. Daaruit volgt dat M = π. Oplossing b voldoet hieraan.

Deeltentamen Meet en Regeltechniek 14 juni 1996 T0051 C:\Job\MC-word\Tentamens\Tent9606.doc 30 Gegeven: Het volgende teruggekoppelde systeem en de polaire figuur van HjZ : Verder is gegeven dat in het niet lineaire element d = 0.5. Gevraagd: Voor welke waarde van K bevindt dit systeem zich op de grens van instabiliteit? a K = 0.25 b K = 0.5 c K = 1 d K = 2 e Geen van de gegeven oplossingen voldoet. 16

De niet lineariteit is weer een relais met dode zone. De dode zone is gelijk aan 0.5. Het maximum van de beschrijvende functie is gelijk aan 2M/πd = 2π/π0.5 = 4. De polaire figuur gaat precies door het punt 1. Als het systeem op de grens van instabiliteit is, moet de combinatie van K en het relais een maximumwaarde van 1 opleveren. Dit is het geval voor K = 0.25. Oplossing a voldoet hieraan.