Voedselpatronen en biodiversiteit Studium Generale - CDO - Universiteit Gent - 28 februari 2012 Harry Aiking Instituut voor Milieuvraagstukken Vrije Universiteit, Amsterdam 1
Hoofdpunten Milieu en duurzaamheid Belang van voedselproductie en consumptie Mondiaal centrale rol van eiwitvoorziening Cultuur, consumenten en communicatie Conclusies 2
Milieueffecten en duurzaamheid Per definitie: milieueffecten alléén door menselijke activiteiten, met name productie van voedsel, water en energie Deze drie zijn gekoppeld, want voedselproductie gebruikt: land 30%, water 70%, energie 20% - met gevolgen voor verontreiniging (pesticiden, eutrofiëring, klimaatverandering) hulpbronnen (biodiversiteit, water, fosfaat, brandstof) 3
Duurzaamheid is dynamisch Duurzaamheid: een paar honderd definities Hoofdaspecten: ecologie, economie, maatschappij Gezondheid, fair trade, dierenwelzijn? Afhankelijk van omstandigheden, plaats en tijd! Duurzaamheid is een bewegend doelwit! En de snelheid van verandering is verbijsterend... 4
Lang geleden: jager-verzamelaars 5
Historische trends Jagers en verzamelaars Ontstaan van de landbouw Middeleeuwen: schaarste en overvloed Plattelandsmaaltijd (calorierijk) Verstedelijking (gemaksvoedsel) Bevolkingsgroei (schaalvergroting) Industriële vervaardiging (afstandelijk) 6
world population (billion) De voedselproductie neemt toe... door groei van de wereldbevolking en door... 8 7 6 5 4 3 2 1 0 0 500 1000 1500 2000 year 7
... en door stijging van de welvaart jaar wereldbevolking vleesproductie (miljard) (miljard kg) 1950 2,7 45 2000 6,0 229 2050 9,1 465 8
En dus neemt ook de milieudruk toe Bron: Rockström et al. (2009) Nature 461, 472-475 9
Prioritering effecten (bovengrens = 1) 1. Biodiversiteitsverlies >10 2. Stikstofkringloop 3,45 3. Klimaatverandering 1,1-1,5 4. Fosfaatkringloop 0,77-0,86 5. Oceaanverzuring 0,81 6. Landgebruikverandering 0,78 7. Zoetwatergebruik 0,65 8. Ozonlaagafname 0,50 10
De natuurlijke koolstofkringloop 0,04% kooldioxide in de lucht dier plant mens 11
De koolstofkringloop nu 0,04% kooldioxide in de lucht dier plant mens + 1-2% verbranding kolen en olie 12
De natuurlijke stikstofkringloop 78% stikstof (N 2 ) in de lucht vorming ammoniak (NH 3 ) door bliksem en bacteriën ammoniak emissies afbraak door bacteriën dier eiwitvorming door plant mens 13
De stikstofkringloop nu 78% stikstof (N 2 ) in de lucht + 100-200% vorming ammoniak (NH 3 ) door Haber-Bosch proces vorming ammoniak (NH 3 ) door bliksem en bacteriën afbraak door bacteriën dier ammoniak emissies eiwitvorming door plant mens 14
Stikstof in het kort Menselijke bijdrage C cyclus 1-2%; N 100-200% N = onmisbaar element in eiwitten, DNA,... Stabiele vorm in lucht Bioactieve vorm: ammoniak Planten kunnen ammoniak gebruiken - Dieren hebben eiwit nodig (van planten of andere dieren) Snelheidsbepalende omzetting: bliksem + bacteriën Zonder kunstmest: 3 miljard mensen maximaal... 15
world population (millions) world population (% N-fed), fertiliser input (kg N / ha / yr), meat production (kg / capita / yr) Stikstof en eiwit staan centraal 7000 6000 50 world population 5000 4000 3000 2000 1000 40 30 20 10 world population (without N fertiliser) world population (% fed by N fertiliser) average fertiliser input (kg N / ha / year) meat production (kg / capita / year) 0 0 1900 1950 2000 vrije Universiteit amsterdam 16
Biodiversiteit N-cyclus C-cyclus Energieinhoud van stikstofkunstmest = 37% van alle energiegebruik in US landbouw Gewassen nemen 50% van de kunstmest op en het restant veroorzaakt effecten op: landecosystemen (via ammoniakemissies) zee-ecosystemen (via eutrofiëring) 17
Algenbloei in de Golf van Mexico 18
Dode zone in de Golf van Mexico 19
De gevolgen, ook in de Oostzee 20
De mondiale uitdaging... In 2050 nog geen 40 jaar! hebben we 70% meer voedsel nodig voor 2,3 miljard extra monden... (FAO, 2009), dus vereist: voedselzekerheid: verdubbeling van opbrengst / ha duurzaamheid: een kwart van de impact per ton! 21
Prioritering effecten (bovengrens = 1) 1. Biodiversiteitsverlies >10 2. Stikstofkringloop 3,45 3. Klimaatverandering 1,1-1,5 4. Fosfaatkringloop 0,77-0,86 5. Oceaanverzuring 0,81 6. Landgebruikverandering 0,78 7. Zoetwatergebruik 0,65 8. Ozonlaagafname 0,50 22
Vlees + zuivel = luxe eiwitbron Voor 1 kg dierlijk eiwit is 6 kg plantaardig eiwit nodig Voor dierlijk eiwit is 50 maal zoveel water nodig Veestapel consumeert 40% van de wereldgraanoogst en 70% van de soja 2004 voedergranen: 800.000.000.000 kg! 85% eiwitverlies Wereldwijd is het areaal voor diervoergewassen 400 Mha (ca. opp. EU-27); maar 25 Mha soja (ca. opp. UK) zou evenveel eiwit voor menselijke consumptie opleveren! 23
Mondiale trends 2050 (38 jaar!): +2,3 miljard mensen, +70% voedsel Voedselzekerheid is terug op de agenda en urgent Duurzaamheid is dynamisch: 1. biodiversiteit, 3. energie Eiwitvoorziening is cruciaal voor milieu en gezondheid Reductie diervoergewassen = Winst voor biodiversiteit, klimaat, water, gezondheid, dierenwelzijn, 3 e wereld 24
Welk land kan zichzelf voeden? 25
Europese jager-verzamelaars 26
EU-15: Hoezo globalisering? Eiwitbron (g/dag) B+L laag land hoog land Rund & kalfsvlees 7,2 4,6 DL 10,4 I Schapen & geitenvlees 0,6 0,1 SU 5,4 GR Varkensvlees 9,1 6,7 UK 22,7 AU Gevogelte 7,8 4,6 SV 11,7 EI Slachtafval 4,0 0,5 DK 9,6 EI Vis & schaaldieren 5,5 2,9 AU 15,7 P Zuivel (incl. kaas) 23,6 13,9 ES 28,2 NL Eieren 4,5 2,1 EI 5,0 F Granen 23,4 17,6 NL 35,5 I Aardappelen 4,7 1,6 I 5,5 P Peulvruchten 1,5 <0,1 4 3,7 ES Groenten 4,8 2,1 SU 7,7 GR Dranken (bier) 1,5 <0,1 6 2,6 EI Plantaardig eiwit 39,6 32,6 NL 53,3 GR Dierlijk eiwit 65,4 55,3 UK 76,2 F Totaal eiwit 104,9 95,8 DL 118,9 P 27
Gram/person in 2001 Plantaardig eiwit van 1961 tot 2001 Plant protein in 2001 and 1961 70 60 50 40 30 Greece Italy Portugal United Kingdom Ireland Germany Austria France Spain Denmark Finland Sweden Belgium + L Netherlands 30 40 50 60 70 Gram/person in 1961 28
Gram/person in 2001 Dierlijk eiwit van 1961 tot 2001 70 Animal protein in 2001 and 1961 Portugal Spain France Netherlands Denmark Austria Ireland Sweden 60 Italy Greece Germany Finland United Kingdom Belgium + L 50 40 30 30 40 50 60 70 Gram/person in 1961 29
Expenditure on meat (PPS/person) Vleesconsumptie en religie Italy 450 400 France Belgium + L 350 300 Portugal Spain Greece Ireland Austria Denmark Germany United Kingdom 250 Finland Netherlands 7,000 8,000 9,000 10,000 11,000 12,000 Overall expenditure (PPS/person) 30
Nationale trends in beleid Voor consumenten zijn voedselzekerheid (Z) en voedselveiligheid (N) sterkere stimuli dan duurzaamheid, maar nationale overheden ontwerpen voedselstrategieën (UK, SE, FI, NL) die alledrie aanpakken plus obesitas Communicatie met consumenten is cruciaal, zowel door de industrie als de overheid 31
Bijdragen door consumenten Als de consument 30% eiwit consumindert 30% dierlijk eiwit vervangt door plantaardig 30% dierlijk eiwit vervangt door scharrel 30% minder voedsel weggooit (nieuw!) Dan is dat een voordeel voor de volksgezondheid (obesitas en dierziekten als vogelgriep en Q-koorts) èn voor biodiversiteit, klimaat, dierenwelzijn, etc. Vrijwillig of gedwongen (bijv. door prijsstijgingen)? 32
Slotconclusies (1) Biodiversiteitsverlies is momenteel het belangrijkst Maar duurzaamheid is complex en dynamisch Dus moet worden gewerkt met heldere prioriteiten De complexe verbanden tussen biodiversiteit, klimaat, gezondheid, etc. en voedsel moeten worden uitgelegd De wijze van communicatie moet aansluiten bij de verschillende typen stakeholders en hun denkwerelden 33
Slotconclusies (2) Duurzaamheid gaat vooral over snelheden! De urgentie van dubbele productie (40 jaar) met een kwart van de impact wordt onderschat Voedselprijzen stijgen onvermijdelijk verder Minder luxe voedselpatronen Zuiniger met gewas, water, energie, voedsel Potentiële win-win-win: biodiversiteit, klimaat, gezondheid, fair trade, dierenwelzijn en meer... 34
www.profetas.nl Dank u voor uw aandacht! 35