Stichting Pensioenfonds ECI Verslag betreft Algemene deelnemersvergadering van 22 september 2012 aanwezig Het bestuur De heren H. Hylkema (voorzitter), W. van der Kooy, M. Muller, T. Cieraad en mevrouw I.M. Fluijter. Het verantwoordingsorgaan J. de Koeijer Namens de (gewezen)deelnemers en pensioengerechtigden 84 (gewezen)deelnemers en pensioengerechtigden De adviseur De heer T.J. van Wel Voormalig voorzitter A. Th. van Putten Namens AWVN: De heer W. van de Rotte Namens Syntrus Achmea De heer E. Gokcen van E. Gokcen datum 22 september 2012 kenmerk OPFRB.2012.ECI.VSL.1000798 1. OPENING De voorzitter opent de vergadering en heet iedereen welkom. Hij geeft aan dat de boodschap onplezierig is en met verstrekkende gevolgen voor alle deelnemers. Vervolgens neemt de spreker de agenda door en merkt op dat er tot nu toe bijna 50 schriftelijke vragen zijn gesteld. Alle vragen die de deelnemers schriftelijk hebben gesteld zullen onder agendapunt 4 worden doorgenomen. De kernboodschap is de liquidatie van het pensioenfonds na overdracht van de pensioenverplichtingen van het pensioenfonds ECI aan een ander(e) pensioenfonds/verzekeraar. De spreker geeft aan dat De Nederlandsche Bank (de toezichthouder op de Bladnummer 1 van 5
pensioenfondsen) het pensioenfonds er op wijst dat alleen de voorgenomen liquidatie van de stichting ter stemming kan worden gebracht. De instemming van de deelnemersvergadering zal dan ook slechts betrekking hebben op de liquidatie van het pensioenfonds en niet op de overdracht van de pensioenverplichtingen naar een ander(e) pensioenfonds/verzekeraar. 2. BESTUURSAMENSTELLING De voorzitter geeft aan wie er namens het bestuur aanwezig zijn en wie zij in het bestuur vertegenwoordigen. De heer Van der Kooy (secretaris), vertegenwoordiger van de (gewezen) deelnemers; De heer Muller, vertegenwoordiger van de (gewezen) deelnemers; De heer Cieraad, vertegenwoordiger van de werkgevers; De heer Hijlkema (voorzitter), vertegenwoordiger van de werkgevers; Mevrouw Fluijter, vertegenwoordiger van de pensioengerechtigden; Vacature. Daarnaast zijn ook de heren Van Putten (voormalig voorzitter), Van Wel (bestuursadviseur), De Koeijer (namens verantwoordingsorgaan), Van de Rotte van de AWVN en Gokcen van Syntrus Achmea aanwezig tijdens de vergadering. De heer Van de Rotte maakt deel uit van de technische commissie die ondersteunt het bestuur met het begeleiden van de overdracht van de pensioenverplichtingen van het pensioenfonds aan een ander(e) pensioenfonds/verzekeraar en bij het liquidatietraject. Vervolgens geeft de voorzitter aan dat, ondanks het feit dat de heer Van Putten geen bestuurslid (voorzitter) meer is, hij te kennen heeft gegeven graag de presentatie over de gang en stand van zaken te willen toelichten, waarvoor het bestuur hem erkentelijk is. 3. TOELICHTING DOOR BESTUUR OP STAND VAN ZAKEN De heer van Putten licht de financiële situatie en de ontwikkelingen toe van de afgelopen vijf jaar van het pensioenfonds. Hij geeft aan dat ondanks het feit dat het belegd vermogen vanaf 2007 met 23% gegroeid is, de verplichtingen meer dan verdubbeld zijn als gevolg van de toegenomen levensverwachting en de historisch lage rente waarmee de verplichtingen moeten worden berekend. Hoe heeft het zo ver kunnen komen? De heer Van Putten geeft aan dat het pensioenfonds ECI historisch gezien nooit een hoge dekkingsgraad heeft gekend, waardoor tegenvallers hard doorwerken. De renteafdekking was beperkt door het karakter van de beleggingsportefeuille. De beleggingsresultaten wegen niet op tegen de toename van de verplichtingen. De spreker geeft aan dat de vorige contractperiode voor de uitvoeringsovereenkomst eind 2011 is verlopen. In de vorige uitvoeringsovereenkomst was het afgesproken Bladnummer 2 van 5
premiepercentage vrij hoog (32%). De reden hiervoor is dat de regeling ervoor een eindloonregeling betrof. Dit was dan een tussenregeling. De werkgever wilde daarom in een nieuwe uitvoeringsovereenkomst per 1 januari 2012 een marktconforme premie (= ca. 18%) betalen. Het pensioenfonds en de werkgever wilden begin 2012 een premiepercentage overeenkomen van 20,5%. De Nederlandsche Bank (DNB) heeft vervolgens aangegeven dat zij van het fonds verwachten dat in de nieuwe uitvoeringsovereenkomst het met de werkgever afgesproken premiepercentage van 32% naar 20,5% ongedaan wordt gemaakt. DNB heeft aangegeven dat de verlaging van de premie van 32% naar 20,5% een herstelvertragende maatregel was en deze moest daarom ongedaan worden gemaakt. Dit betekent dat het fonds voor 2012 een premie moet innen die meer bedraagt dan 20,5% en die bijdraagt aan herstel, hetgeen uitkomt op een premie van 29,8%. Het pensioenfonds heeft de werkgever verzocht minimaal de premie die bijdraagt aan het herstel aan het fonds te betalen. De werkgever vond een premie van 29,8% te hoog en heeft aangegeven niet bereid te zijn tot het betalen van een hogere premie dan 20,5% en heeft vervolgens de uitvoeringsovereenkomst met het pensioenfonds met terugwerkende kracht per 31 december 2011 definitief opgezegd. Nu het pensioenfonds geen (premie-)inkomsten meer heeft is het een slapend fonds geworden en moet het uiteindelijk worden geliquideerd. Daarnaast verkeert het fonds in een situatie van dekkingstekort. Het fonds is bij liquidatie wettelijk verplicht tot collectieve waardeoverdracht (artikel 84 van de Pensioenwet). Zo verwacht DNB nu van het pensioenfonds, conform de wet (artikel 150 van de Pensioenwet) dat alle pensioenverplichtingen binnen enkele maanden (de termijn is gesteld op 31 december 2012) worden overgedragen aan een andere pensioenuitvoerder (pensioenfonds/ verzekeraar). Dit omdat de uitvoeringsovereenkomst tussen de werkgever en het pensioenfonds met terugwerkende kracht per 1 januari 2012 is beëindigd. In overleg met DNB is hiervoor een stappenplan opgesteld. Het bestuur is bezig zich te oriënteren op een overdracht aan een derde partij en zal op een zorgvuldige manier communiceren met alle betrokkenen. Wat zijn de gevolgen hiervan? Het pensioenfonds is genoodzaakt om bij een overdracht van de pensioenverplichtingen naar een andere pensioenuitvoerder (pensioenfonds/verzekeraar) over te gaan tot een korting op opgebouwde pensioenaanspraken en uitkeringen. Een exact percentage is nog niet te geven, maar naar alle waarschijnlijkheid zal het meer zijn dan de eerder aangegeven 17,5%. Het gaat hier om een korting van opgebouwde pensioenaanspraken en uitkeringen bij het pensioenfonds ECI. (Korten op de AOW is niet aan de orde). 4. BEANTWOORDEN VAN SCHRIFTELIJKE VRAGEN In de uitnodiging voor de algemene deelnemersvergadering is aan (gewezen) deelnemers en pensioengerechtigden verzocht om eventuele vragen met het oog op een vlotte Bladnummer 3 van 5
beantwoording voorafgaand aan de vergadering schriftelijk te sturen naar het pensioenfonds. Er zijn bijna 50 vragen binnengekomen. De schriftelijke vragen worden door het bestuur beantwoord. Tijdens de vergadering wordt aan het bestuur aanvullende vragen overhandigd. In het kader van efficiency wordt besloten om deze vragen schriftelijk te beantwoorden. Voor diverse vragen moet ook informatie erbij worden gehaald. 5. GELEGENHEID TOT STELLEN VAN MONDELINGEN VRAGEN Er wordt gevraagd of het misschien beter is het besluit tot liquidatie van het pensioenfonds door te schuiven tot er meer duidelijkheid is over de inhoud van het pensioenakkoord. Misschien dat de korting dan lager uitpakt. De heer van de Rotte meldt dat deze wijzigingen dan ook gelden voor het Bedrijfstakpensioenfonds. De situatie zal dan weinig veranderen en het verschil in dekkingsgraad tussen het Bedrijfstakpensioenfonds en het pensioenfonds ECI is naar verwachting eerder groter dan gelijk. Daarbij komt dat alle kosten van het pensioenfonds ECI doorlopen. Dat betekent dat dit ten laste is van het pensioenfonds. In een situatie van onderdekking is het bestuur al extra alert op alle uitgaven. Een gewezen deelnemer stelt zich aan de vergadering voor en geeft aan dat de deelnemers nu niet verplicht zijn om te beslissen dat het pensioenfonds geliquideerd wordt. Zij stelt voor om tegen het voorgenomen besluit van het bestuur te stemmen om het fonds te liquideren. Verder geeft zij aan dat door het instemmen het bestuur gevrijwaard wordt van haar eventuele aansprakelijkheid. Om een besluit te kunnen nemen moeten deelnemers meer achtergrond informatie hebben over het gevoerde beleid van het bestuur. De algemene deelnemersvergadering vraagt het bestuur om de zaal te verlaten zodat zij in de gelegenheid gesteld worden om zonder het bestuur te kunnen overleggen om tot een gezamenlijk standpunt te kunnen komen. Het bestuur komt (opnieuw) in de vergadering en de uitkomsten van het overleg worden vervolgens als volgt aan het bestuur meegedeeld: De algemene deelnemervergadering heeft besloten vandaag geen besluit te kunnen nemen over de liquidatie van het pensioenfonds. Daarom zal tijdens deze vergadering niet worden overgegaan tot stemming over de opheffing van het pensioenfonds ECI. Dit omdat de algemene deelnemersvergadering meer informatie wenst te ontvangen over het beleid van het bestuur van afgelopen paar jaren om te beoordelen of het bestuur een deugdelijk beleid heeft gevoerd. Verder is de vergadering van mening dat zij afgelopen jaren onvoldoende zijn geïnformeerd over de situatie waarin het fonds zich nu bevindt. Om een oordeel te kunnen vormen wil de vergadering twee vertegenwoordigers vanuit de algemene deelnemersvergadering benoemen die de komende periode inzicht/toegang krijgt in het (financiële) beleid van het fonds. Ook wil de vergadering dat deze twee Bladnummer 4 van 5
vertegenwoordigers namens de deelnemers betrokken blijven (eventueel via/samen met het verantwoordingsorgaan) bij de verdere afwikkeling van het fonds. Het bestuur geeft deze informatie door aan het Verantwoordingsorgaan. Zij kunnen de achterban raadplegen indien gewenst. Besloten is om het Verantwoordingsorgaan niet uit te breiden met 2 leden. Daarvoor zouden statuten moeten worden aangepast. Dat is in de huidige situatie niet opportuun. Over ca. 6 weken wordt opnieuw een nieuwe vergadering gepland waar de liquidatie wel in stemming zal worden gebracht. De voorzitter sluit de vergadering. De overige agendapunten zijn niet aan bod gekomen. 6. STEMMING OVER VOORGENOMEN BESLUIT Tot slot wordt er vanuit de deelnemers nadrukkelijk gevraagd om de stemming over het voorgenomen besluit tot liquidatie uit te stellen. Er wordt aangegeven, dat het voorgenomen besluit voor veel mensen onverwacht was. Het verschuiven van de stemming geeft de (gewezen) deelnemers en pensioengerechtigden meer ruimte om vragen te stellen waardoor er een beter beeld gevormd kan worden van wat er gepresenteerd is. 7. RONDVRAAG EN SLUITING Er wordt afgesproken dat de notulen vastgesteld zullen worden door het bestuur en het VO. Vervolgens zullen de notulen op de website worden geplaatst. Eventuele vragen of opmerkingen over de notulen kunnen aan de heer Gokcen worden gestuurd. Vervolgens kunnen de notulen bij de volgende algemene deelnemersvergadering worden goedgekeurd. Het bestuur geeft aan dat er over ca. 6 weken een nieuwe algemene deelnemersvergadering zal worden georganiseerd. Aldus vastgesteld op d.d., Voorzitter Secretaris Bladnummer 5 van 5