Handreikingen voor het bepalen van Omvang, Granulariteit en Context van leerobjecten

Vergelijkbare documenten
We zijn op de goede weg!

Door Pieter Swager, Lectoraat elearning, mei 2006

Blended Learning in de praktijk Welke keuzes moeten gemaakt worden binnen flexibel onderwijs? Pieter Swager, 21 november 2006

Scenario: Standaardmodule met schriftelijk tentamen, docent geen ICT-ervaring.

De omvang van leerobjecten

Recensie: Wat wij moeten weten over jongeren en hun digitale wereld

INHOLLAND Lectoraat elearning Innoveren in onderwijs 1. Innoveren in onderwijs? Investeer in mensen!

elearning and Blended Learning Guus Wijngaards INHOLLAND Lector elearning

Scenario: theoretisch blok (voorbeeldscenario / blauwdruk van een leerpraktijk)

Stichting NIOC en de NIOC kennisbank

Cursusontwikkeling / Centrale ELO

TeleTrainer: training in de e van het leren

Memo DARE,CMS en LCMS

ELO-definiëring. Lianne van Elk Hogeschool INHOLLAND. Notitie in opdracht van ELO-stuurgroep DU. 2 december 2004

Pieter Swager/ Jos Fransen lectoraat elearning

Universal Design for Learning Moet mijn lesmateriaal dan zo anders?

Vragenlijst vergelijking teleleerplatformen (de meeste vragen zijn met ja/ nee te beantwoorden) Productnaam:

ECTS- FICHE. Werken in en met groepen Academiejaar: Via secretariaat en/of website

BREDA UNIVERSITY OF APPLIED SCIENCES

Het maken van leerobjecten binnen de Digitale Universiteit A. Strijker

Delen en vinden van digitaal leermateriaal

ECTS- FICHE. Via secretariaat en/of website. Bij aanvang van dit opleidingsonderdeel dient de cursist over de volgende competenties te beschikken:

Professionalisering ontwikkelteam NID Duaal

De Centrale ELO bij de Open Universiteit

op (afnemende) sturing Een interventie gericht op docenten bij het opleiden en begeleiden van studenten naar zelfstandig beroepsbeoefenaars.

Blended Learning in de praktijk: een kwestie van kiezen

Handleiding importeren SCORM pakketten in it s learning

ZUYD HOGESCHOOL

3. Opleidingskader voor de opleiding Informatiecoördinator

Onderwijsconcepten gepersonaliseerd digitaal leren In lijn brengen van visie, deskundigheid, inhoud & toepassingen en infrastructuur.

Professionalisering ontwikkelteam NID Duaal

Eindverslag projectgroep assessmentvormen in een competentiegerichte lerarenopleiding. 1. Doel van het project en samenstelling van het projectteam

In drie fasen naar een digitale organisatie

Hordenloop naar open en online onderwijs. Wilfred Rubens Robert Schuwer

Competentiegericht Onderwijs

Het NHL InnovationLab : Learning outcomes, Design Thinking, UDL en Blended Learning in samenhangend perspectief. (draft version)

Stage/afstuderen/onderzoeksproject/overig Aantal studenten School(s) & locatie(s)

CST: Leergroep rond samenwerkend leren via on line discussiegroepen

Uitkomsten survey. Hamptonga.gov

Audio e-module Ontwerpen van een e-learning

Werken met Studienet Workshop BKO A-0211B

Werken met leeruitkomsten. 7 november 2016

CEL. Bouwstenen voor een elektronische leeromgeving

Werken met Studienet. Louise Stijnen, Steven Verjans, Leo Wagemans Kees Pannekeet, Khaled Zamani 22 maart 2012 Open Universiteit

LESSON STUDY IN DE TWEEDEGRAADS LERARENOPLEIDING

Gebruikerstest voor de arbocatalogus

1. Introductie Verleden De ENIAC ARPANET... 6

Media Outlook 2 HOGESCHOOL ROTTERDAM / CMI CDMMOU02-2. Aantal studiepunten:2 Modulebeheerder: Ayman van Bregt. Goedgekeurd door:

Kwaliteit van SLB en reflectie

Open & Online. De (mogelijke) rollen van bibliotheken. Onderwijs

COP Video 23 januari 14:00-16:00 Den Haag

Beschrijving Basiskwalificatie onderwijs

The Courseware Company BV Postbus AJ UTRECHT Tel: Fax: BTW: B.

ICT in Digi-Taal Presentatie titel

ICT & Onderwijsvernieuwing Leren op Maat

1 Extra-murosactiviteiten: Een vat vol opportuniteiten

Ad van Hest. Titel project Leerarrangementen samenstellen met Wimba Create

ECTS- FICHE. Via secretariaat en/of website. Bij aanvang van dit opleidingsonderdeel dient de cursist over de volgende competenties te beschikken:

Persoonlijke Competentie Ontwikkeling in Leernetwerken

Overzicht. Onderzoekstaal. TOHBO Inholland. Taalbeleid Inholland

2. Opleidingskader voor de opleiding Teamleider Preparatie nafase

Regeling ontwikkelen en gebruiken van streaming media in het MBO projectplan Drenthe College 5 maart 2007

Beschrijving leertraject Basiskwalificatie Didactische Bekwaamheid (BDB), inclusief de Basis Kwalificatie Examinering (BKE)

Opleiden in het digitale tijdperk Mary Dankbaar

WORKSHOP 1W7. Persoonlijke leerschema s: tussen dromen en werkelijkheid

Wetenschap en technologie in het basisonderwijs

Leertaken ontwerpen voor het leren van informatievaardigheden in het hoger onderwijs

Beoordelingscriteria afstudeervoorstel en voorstel ervaringsstage (opleiding Informatica Breda)

Leren werken met beleving

Basisdienstverlening LIC

Leer Opdrachten ontwerpen voor Blended Learning

Beschrijving leertraject Basiskwalificatie Didactische Bekwaamheid (BDB), inclusief de Basis Kwalificatie Examinering (BKE)

ICT en de onderwijsorganisatie. Michiel van Geloven juni 2002

MINOR SOFTWARE KWALITEIT EN TESTEN. 15 mei 2019 Maurice van Haperen

Massive Open Online Courses Droom of nachtmerrie? Wilfred Rubens

ICLON Powerpoint sjabloon

Quick Start Blackboard Eerste opzet Blackboard cursus

Bachelor of Business Administration (MER opleiding)

Trends en ontwikkelingen binnen de Hogeschool INHOLLAND

Kiezen voor leerobjecten

Samen verantwoordelijk voor studiesucces

Dia 2 Faculteit Psychologie en Pedagogische wetenschappen. Groepswerk. Dia 4 Faculteit Psychologie en Pedagogische wetenschappen. Dia 3.

Wikiwijs. Hoe metadateer je materiaal in Wikiwijs om hun plaats in een leerlijn vast te leggen? Ruud de Moor Centrum

Massive Open Online Courses voor de professionele ontwikkeling van medewerkers. Wilfred Rubens

OpenU, DLWO en curriculum. Wilfred Rubens

Hoe kies je een Learning Managment System (LMS)

TPACK in HO docentprofessionalisering

RELEASE NOTES Wat is er nieuw in ILIAS 5.3?

Inhoud. Introductie tot de cursus

Hoe werkt Lesson Study in de lerarenopleiding?

Op weg naar de (academische) opleidingsschool

Werkopdracht vijfde ontwikkelsessie. Opbrengsten ontwikkelsessie 5. Wat zijn bouwstenen?

Didactische meerwaarde van de ELO in het Primair Onderwijs

Blended learning. Waarom, wat en hoe? Steven Verjans

Integraal Automotive Onderwijs 11 september 2012 Ellen Klatter, Lector Didactiek van het Techniekonderwijs

Wat leren docenten in een community of practice? Hoe leren ze?

AkhMa at. Vraag en aanbod, ICT-alignment Paul van Uffelen

Klik op een van onderstaande linken om direct naar het betreffende onderdeel te gaan:

Aantekenformulier van het assessment PDG

Transcriptie:

Handreikingen voor het bepalen van Omvang, Granulariteit en Context van leerobjecten Guus wijnaards Pieter Swager Maart 2006 Binnen de discussie over herbruikbaarheid van onderwijsmaterialen in het algemeen en Learning Objects (L.O.) in het bijzonder speelt de omvang, granulariteit en context ervan een grote rol. Deze notitie met handreikingen levert een bijdrage aan de discussie rond inzet en hergebruik van L.O. Uitgangspunt bij het formuleren van handreikingen voor het bepalen van de omvang en context van LO blijft de vraag: Waarom wil ik eigenlijk een LO gebruiken/maken? Antwoorden hierop zullen altijd te maken hebben met één of meer van de volgende behoeftes of wensen: de herbruikbaarheid van (delen van) een LO de hervindbaarheid ervan technische vereisten opgelegd door een instelling of organisatie. Daarna zullen nog andere keuzes moeten worden gemaakt die ieder op zich de grootte, de granulariteit van en de hoeveelheid context binnen de LO s beïnvloeden. Dit zijn vooral keuzes die te maken hebben met het type LO en het doel dat ermee wordt beoogd. Handreiking 1: Maak een keuze: Waarom wilt u een LO gebruiken/maken? a. Wilt u een LO gebruiken vanwege de herbruikbaarheid van (delen van) een leerobject? Voorbeeld. Bij het Du project 5053 Kennisbank kleine vakken Lerarenopleidingen 1 lag de prioriteit bij het samenstellen van de LO s bij de herbruikbaarheid ervan. De verschillende groepen gebruikers van diverse instellingen moeten binnen de verzameling nuttige LO's voor hergebruik kunnen vinden die zeer uiteenlopend van type zijn: theoretische verhandelingen, praktische opdrachten, ICT opdrachten, woordenlijsten, etc. Vanwege de grote verscheidenheid aan typen LO's verschillen de omvang, granulariteit en de hoeveelheid context ook heel duidelijk. Hoe omvangrijker het LO, des te moeilijker is hergebruik, maar des te beter ondersteunt het deep learning. 1 http://www.leroweb.nl/projecten/algemeen/783 Lectoraat elearning Hogeschool INHOLLAND 1

b. Gaat het u vooral om de hervindbaarheid ervan? Voorbeeld. Het MERLOT project 2 is een voor iedereen vrij toegankelijke verzameling LO's vooral bedoeld voor het hoger onderwijs. MERLOT onderscheidt negen standaardtypen van LO s: Simulation, Animation, Tutorial, Drill and Practice, Quiz/Test, Lecture/Presentation, Case Study, Collection en Reference Material. Niet alleen moet degene die een nieuw LO wil toevoegen een keuze maken uit deze categorieën, maar ook aangeven hoe de LO s moet worden gebruikt of voor welk doel de LO kan worden ingezet. Gebruikers treffen een grote verscheidenheid aan typen LO s aan die dan ook duidelijk verschillen in de omvang, granulariteit en de hoeveelheid context. c. Zijn er technische LO-vereisten opgelegd door een instelling of organisatie? Voorbeeld. Bij projecten wordt vaak, nog voor een inhoudelijke discussie over keuzes m.b.t. LO s kan plaatsvinden, voorgeschreven dat de content als LO s dienden te worden opgeslagen binnen een voorgeschreven (L)CMS. De technische keuzes m.b.t. het gebruik van een (L)CMS vooraf, bepaalt en beperkt uiteraard keuzes van de individuele samenstellers van LO s. Handreiking 2: Maak een keuze: Welk type LO wilt u gebruiken en met welk doel? Een ander uitgangspunt is de relatie tussen omvang, granulariteit en context enerzijds en anderzijds of een of andere vorm van leren wordt nagestreefd en zo ja, welke soort leren. Dat betekent dat keuzes worden gemaakt als: surface learning versus deep learning Bronnenmateriaal versus materiaal waarmee een leertraject moet worden doorlopen LO zonder veel contextuele lading versus LO inclusief die lading. Opmerkingen. Deze keuzes hebben uiteraard direct gevolgen voor de granulariteit en contextgebondenheid van de LO. 1. Het lijkt handig om als meetlatten voor de mate van granulariteit van een LO de aggregatieniveaus aan te houden die binnen de IEEE LOM zijn beschreven. Het zal duidelijk zijn dat deze indeling voorbij gaat aan de werkelijke omvang (kilo- of 2 http://www.merlot.org/home.po Lectoraat elearning Hogeschool INHOLLAND 2

megabytes) van een LO, omdat een enkel asset een filmfragment kan zijn van behoorlijke grootte. Aan de hand een enkel concreet LO uit de praktijk kan duidelijk worden gemaakt op welke gronden de keuze voor een bepaald niveau wordt gemaakt en wat dan de bijbehorende inhoud is. Binnen de School of Health van Hogeschool INHOLLAND is een casus Hematologie beschreven binnen de Opleiding Biologie & Medisch Laboratoriumonderzoek 3. Het gaat om LOM niveau 4 cursussen met veel materiaal in de vorm van foto s en beschrijvingen van bloed(monsters), ziekten etc. met daarbij behorende opdrachten. De studenten doorlopen de cursus in groepjes. De geplande doorlooptijd is twintig weken en de cursus bevat ook praktijkelementen. Binnen deze cursussen kan op grond van de hier verder beschreven keuzemogelijkheden worden besloten kleinere LO s te maken. Dit zou binnen deze casus betekenen: Zie de gebruikte plaatjes als aparte assets) die worden gekenmerkt en met metadata voorzien. (LOM niveau 1) Kenmerk de bijbehorende opdrachten als Information objects (LOM niveau 2) die al met kleine aanpassingen herbruikbaar zijn in andere onderwijssituaties. Beschouw de readers hier als application objects ; het gaat om teksten en plaatjes die gebundeld zijn aan de hand van één thema (LOM-niveau 3). 2. De keuze voor LOM niveau 1-4 kan ook afhankelijk zijn van gebruik binnen WO en HBO: LO s binnen WO kunnen aan minder regels gebonden zijn in vergelijking met HBO (binnen HBO meer niveau 3 en 4, binnen WO meer niveau 1 en 2). Ook de keuze voor de mate van contextualisering kan afhankelijk zijn van gebruik LO binnen WO en HBO: gezien de aard van het onderwijs kan binnen het HBO meer sprake zijn van gecontextualiseerde LO s dan binnen het WO. 3. Keuzes spelen ook een rol m.b.t. optimaal leereffect versus optimaal hergebruik: optimaal leereffect wordt bereikt door maximale inbedding d.m.v contextualisering en optimaal hergebruik wordt bereikt door minimale contextualisering. 4. Een andere keuze: hoe minder specifiek de context, des te beter past deze in verschillende onderwijskundige omgevingen en omgekeerd. 5. Andere keuzes: gedecontextualiseerde LO leveren per definitie geen betekenisvolle context, maar zijn wel in meer verschillende situatie te gebruiken en beter herbruikbaar. 3 Publicaties Onderzoekstraject Learning Objects (INHOLLAND Lectoraat elearning - September 2005) zie op http://www.inholland.nl/index.html?sid=f956d045-45fe-47a9-b067-115fed4ffde9&folder=1585&page=2422 Lectoraat elearning Hogeschool INHOLLAND 3

6. Ten slotte deze keuze: LO met ingesloten context versus generieker bruikbaar LO met context toegevoegd als atachment a. Gebruikt u een LO ten behoeve van surface learning of deep learning [niveau leren]? b. Gebruikt u een LO als Bronnenmateriaal of als materiaal waarmee een leertraject moet worden doorlopen [Rol van LO in het leerproces]? c. Wilt u een LO maken zonder veel contextuele lading of inclusief die lading? [Wat wil je binnen en wat buiten de LO brengen aan betekenisvolle eenheden die in leerafspraken worden vertaald?] Opmerkingen. Een keuze uit de drie bovenstaande mogelijkheden, beïnvloedt niet alleen de omvang van de LO, maar ook de mate van homogeniteit van een verzameling LO s [Moeten alle LO s van hetzelfde type zijn en hetzelfde format kennen?] de toepassing van Rasenberg s law [LO s moeten zo groot mogelijk zijn. Delen die altijd met elkaar worden gebruikt, moeten apart worden gehouden. Alleen als delen apart worden gebruikt moeten ze als aparte LO s worden ontwikkeld.] De granulariteit van het te maken/gebruiken LO wordt dus mede bepaald door het soort leren dat wordt nagestreefd. De onderwijskundige sturing zal er anders uitzien bij surface learning waarbij het vooral gaat over het opdoen van kennis en feiten dan bij deeper learning die een verandering in gedrag en personaliteit bij een onderwerp voorstaat. In principe geldt: hoe omvangrijker het LO, des te beter ondersteunt het deep learning. Het project LCMS Psychology bewijst echter dat relatief kleine LO wel degelijk ook kunnen aanzetten tot deeper learning. Voorbeelden van LO s die bestaan uit cursussen zonder leerdoelen, -activiteiten en assessment zijn: LCMS Psychology, Com2Know en de Image Bank 4. SPINE en LOK zijn daarentegen voorbeelden van complexe LOs met duidelijke didactische lagen. 4 De hier vermelde voorbeelden komen uit het artikel A Model for Determining the Size of learning objects (Judith Schoonenboom, University of Amsterdam, SCO-Kohnstamm Instituut, 2006) Lectoraat elearning Hogeschool INHOLLAND 4

Bijlage: Een voorbeeld uit de praktijk DU project materiaal in LCMS Learn Exact (de on line etutoring course van de Digitale Universiteit) Het betreft hier een professionaliseringstool: een on line course etutoring. De course staat op hiervoor ingerichte website: www.du.nl/etutoring. Het is de bedoeling dat de gebruiker binnen zijn/haar eigen elektrische leeromgeving een elektronische werkruimte inricht. In deze ruimte wordt de ontwikkelde course geïmporteerd. (dit kan door de als scormpakket verpakte course te importeren of via een hyperlink door te linken naar de content die op een server is geplaatst). De LO s zijn geplaatst in het Learning Content Management System (LCMS) Learn Exact. De course bestaat uit 15 omvangrijke leerobjecten. Waarom LO s? Omdat bij de start van het project was afgesproken het aangeboden Learn Exact als LCMS te gebruiken, is hiervoor om pragmatische redenen gekozen. Er heeft vooraf (helaas) geen inhoudelijke discussie plaatsgevonden waarom (delen van de) course als LO zouden worden samengesteld. De technische vereisten opgelegd door het systeem bepaalden daarna de te maken keuzes. Vanwege het gering aantal LO s was hervindbaarheid niet het belangrijkste motief bij het samenstellen van de LO s. Herbruikbaarheid speelde wel een rol. Omvang De LO s zijn van grotere omvang omdat ze naast teksten en afbeeldingen ook andere materialen bevatten: Ppt presentaties, videofragmenten, webfilmpjes, e.d. De doorlooptijd voor de LO s waarvoor gekozen is bedraagt 10 uur. Context Omdat de course ontwikkeld is voor docenten in het algemeen) en niet voor die in specifieke sector, is gekozen voor generieke opdrachten die pas zinvol worden als ze door de docent zelf in de eigen situatie worden gecontextualiseerd. M.a.w. het leerobject heeft zo weinig mogelijk context, maar omdat volgens de makers betekenisvol leren alleen mogelijk is in een zinvolle context, moet de context door de cursist zelf worden vormgegeven/toegevoegd. Granulariteit De LO s bevatten alle een aantal vaste elementen: de mate van granulariteit is bewust beperkt gehouden. De LO s zijn onder te verdelen in deelobjecten die feitelijk alle gemetadateerd en als separaat LO zouden kunnen worden gedefinieerd. Hier is niet voor gekozen omdat dit geen voordeel opleverde voor de course en te veel werk met zich mee zou brengen. Onderwijskundige visie en de didactische uitgangspunten Er is gekozen voor grote LO s met alle een didactische component. De LO s worden aangeboden binnen het onderwijskundige principe van competentiegericht onderwijs. De LO s zijn steeds op de zelfde wijze opgebouwd: 1. benoemen deelcompetentie; 2. theorie; 3. opdracht; 4. aanwijzingen voor verwerking opdracht. Lectoraat elearning Hogeschool INHOLLAND 5

De LO s moeten binnen de course aanzetten tot deep learning. De LO s zijn zelfstandige delen van de course die door de cursisten zelfstandig gekozen en doorlopen worden. Het leerobject vervangt de begeleiders echter niet. Lectoraat elearning Hogeschool INHOLLAND 6