Een integrale geluidsopname van deze vergadering van de raadscommissie is te beluisteren op

Vergelijkbare documenten
BESLUITENLIJST VAN DE OPENBARE VERGADERING VAN DE RAADSCOMMISSIE ABZ d.d. 29 februari 2016 (reguliere aanvang: uur).

Besluitenlijst van de openbare vergadering van de raadscommissie Algemene Bestuurlijke Zaken d.d. 20 april 2009 (aanvang: uur).

GRz TWK/MX. GR3 06.o5.2oio 0029 x Papendrecht. Postbus AP DORDRECHT. Regiogriffie. Geachte heer, mevrouw,

Besluitenlijst Commissie Regionale aangelegenheden, Economie en Financiën

Afwezig met kennisgeving: De heer M.C. Hoogland (wordt vervangen door de heer C. de Kraker); De heer F. Welschen van het Willem de Zwijger college.

Presidium en in het verlengde daarvan Papendrechtse Raad functioneren anno 2015 ondemocratisch.

BESLUITENLIJST. Voorronde Open Huis. Datum: 10 september 2015 Onderwerp: Discussienota herziening subsidiebeleid

Reglement van orde voor de raad, verordening op de raadscommissies en huishoudelijk reglement van het presidium

Verslag van de openbare vergadering van de raad van de gemeente Papendrecht, gehouden op 24 april 2008, aanvang uur.

Adviezen commissie Algemene Bestuurlijke Zaken d.d. 30 augustus 2004 van uur tot uur.

VERSLAG VAN DE VERGADERING VAN DE RAADSSESSIE GEMEENTE HAARLEMMERMEER OP DONDERDAG 20 januari 2005

OORDEEL. Het klachtenformulier is gedateerd 14 april 2009 en bij het secretariaat ingeboekt op 15 april 2009 onder nummer

Memorie van antwoord. Convenant actieve informatieplicht

Vragen en antwoorden over de motiemarkt. Praktische zaken

Besluitenlijst Commissie Regionale aangelegenheden, Economie en Financiën

Praktische zaken. Waar wordt de ideeënmarkt gehouden? De ideeënmarkt wordt gehouden in de hal van het gemeentehuis.

Voorzitter: Van Miltenburg. Mededelingen

Gedragslijn integriteit Haarlemmermeer

Aan de orde is het VAO Persoonsgebondenbudget (AO d.d. 21/11).

Aanpassingen vergaderstructuur. Voorstel. Inleiding. Toelichting vergaderstructuur

Programma van de vergadering, lijst met onderwerpen die op de vergadering worden behandeld.

De raad van de gemeente Moerdijk, in zijn vergadering van 21 augustus 2007, VERORDENING VOOR DE REKENINGCOMMISSIE VAN DE GEMEENTE MOERDIJK

BESLUITENLIJST VAN DE OPENBARE VERGADERING VAN DE RAADSCOMMISSIE RUIMTE d.d. 26 november 2014.

Notitie functioneringsgesprekken

Verslag van de bijeenkomst van het PMV op 22 mei 2008 vanaf uur tot uur.

Besluitenlijst Commissie ABZ van 24 november 2014

Agenda. tweede openbare bijeenkomst formatieproces. 3. Uitleg De Lokale Partij tav benoeming formateurs Ab Krook en Arjan Dros

Laat Wijdemeren de gemeente Stichtse Vecht in de steek?

1. Opening. 3. Aanwijzing primus voor de hoofdelijke stemming. 4. Vaststelling agenda.

OORDEEL. Het klachtenformulier is gedateerd 13 november 2008 en bij het secretariaat ingeboekt op 17 november 2008 onder nummer

Introductie in effectief en bewust communiceren. Communicatie; wat is dat eigenlijk?

Initiatiefvoorstel Beter debatteren in commissie en raad

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 28 mei 2019;

WEBVTT. 0:00: > 0:00: goedenavond iedereen hierbij open ik het Delfts

RAPPORT. Bestuursorgaan : het College van burgemeester en wethouders Onderdeel : OCSW Dossiernummer :

Motie A, B en C over: - intrekking motie 8 december 2015 (motie A); - motie afkeuring gang van zaken bij wijzigingspogingen vijf Westlandse

VERSLAG VAN DE OPENBARE VERGADERING VAN DE GEMEENTERAAD VAN PAPENDRECHT GEHOUDEN OP 27 FEBRUARI 2014 OM UUR.

Een integrale geluidsopname van deze vergadering van de raadscommissie is te beluisteren op

De gemeenteraad is er voor u!

Kadernota Voorzitter,

HET WAALWIJKS VERGADERMODEL

Notulen van de openbare commissievergadering ABM

Stap 7 Nabespreking met het slachtoffer en nabespreking met de steungroepleden (apart)

Doel van de activiteit Bespreken van het raadsvoorstel en bepalen of het raadsvoorstel besluitrijp is t.b.v. de raadsvergadering van 16 januari 2014

Verslag van bevindingen. Verkennende fase

Uitnodiging. 1) Opening. 2) Mededelingen Mw. Gooijer heeft gemeld afwezig te zijn en haar reactie vooraf door te geven.

gelet op artikel 84 van de Gemeentewet; gelezen het voorstel van het presidium d.d. 7 november 2005, nr. 57;

Adviezen commissie Algemene Bestuurlijke Zaken d.d. 31 oktober 2005 Van tot uur.

VERGADEREN VOOR DUMMIES

21 Niveaus van interveniëren in groepen 22

Gemeente Hattem Verordening op de raadscommissies gemeente Hattem. gelezen het voorstel van het presidium d.d. 16 februari 2017,

RAPPORT. Het klachtenformulier is gedateerd 14 april 2013 en bij het secretariaat ingeboekt op 15 april 2013 onder nummer

Pendelbemiddeling, wat is het

Praat met de Gemeenteraad

Verslag van de OPENBARE KAMERRONDE POLITIEKE AVOND van de gemeenteraad van Nijmegen d.d. 14 december 2016

Vergadering van Commissie Onderzoek van de Rekening (COR) 14 februari Status verslag Concept

Wat is PDD-nos? VOORBEELDPAGINA S. Wat heb je dan? PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen.

Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 14 februari 2008 over de Raad voor het concurrentievermogen.

4 communicatie. Ik weet welke informatie anderen nodig hebben om mij te kunnen begrijpen. Ik vertel anderen wat ik denk of voel.

mening** R: 1 R: 1 R: 6 F: 7 F: 0 F: 0

Nr Vergadering: 24 mei 2016 Onderwerp: Besluitenlijst raadsvergadering 21 juni 2016

Mede aanwezig: de heren A. van Leeuwen, J.Tegelaar en A. Vogel, portefeuillehouders;

van het raadslid dhr. F. van den Broek (VVD) over Woensel - West

III. Schakelen tussen communciatieniveaus

Besluitenlijst Commissie ABZ van 02 juni 2014

BESLUITENLIJST VAN DE OPENBARE VERGADERING VAN DE RAADSCOMMISSIE SAMENLEVING d.d. 28 september 2017 (aanvang: uur).

Endelhovenlaan 1, 3601 GR Maarssen Postbus 1212, 3600 BE Maarssen T F

NIEUWSBRIEF18. Wij stáán er voor VAN HET BESTUUR NIEUWE LEDEN: 4/2015. Voor in uw agenda: NAJAARSVERGADERING 25 NOVEMBER

Afwezig m.k.:gerard van Krevel (penningmeester), Françoise Vaartjes, Ashley Timmer- Gerdsen(secretaris).

Voorstel : Vaststellen nota Dorpshuizen in Sint Anthonis, inclusief beleid ten aanzien van paracommercialisme

De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Werkdocument. Het presidium van Winterswijk. De werkwijze van. (laatstelijk gewijzigd door het presidium in zijn vergadering van 17 oktober 2011)

RAPPORT. Bestuursorgaan : het College van burgemeester en wethouders Onderdeel : directie Werk Dossiernummer :

2017D05509 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

BESLUITENLIJST VAN DE OPENBARE VERGADERING VAN DE RAADSCOMMISSIE RUIMTE d.d. 10 juni (aanvang: uur).

Verslag van de informateur Eric R.M. Balemans. aan de gemeenteraad van De Bilt

BESLUITENLIJST VAN DE OPENBARE VERGADERING VAN DE RAADSCOMMISSIE SAMENLEVING d.d. 27 november 2014.

BESLUITENLIJST VAN DE OPENBARE VERGADERING VAN DE RAADSCOMMISSIE SAMENLEVING d.d. 23 april 2015.

VERSLAG VAN DE RAADSSESSIE VAN DE RAAD DER GEMEENTE HAARLEMMERMEER OP DONDERDAG 11 FEBRUARI 2010

Besluitenlijst van de openbare vergadering van de raad van de gemeente Winsum op 25 september 2012 in de raadzaal

Besluitenlijst van de openbare vergadering van de raadscommissie Samenleving d.d. 13 januari 2011.

Artikel 3. Taken voorzitter

Les 2 Integratie Leestekst: Begeleid Werken. Introductiefase

BESLUITENLIJST VERGADERING VHL-BERAAD

Rapport. Zeggen wat je doet en doen wat je zegt

Verslag van de openbare vergadering van de raad van Papendrecht gehouden op 20 september 2012, aanvang uur.

De raadsvergadering is openbaar en wordt gehouden in het raadhuis in Schaijk (Pastoor van Winkelstraat 5).

i y Vereniging van Nederlandse Gemeenten onskenmerk BB/U

Rapport. Rapport over een klacht betreffende de raad en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hellendoorn. Datum: 11 oktober 2011

Notitie raadsvragen in soorten en maten

Hoofdstuk 2. Contact maken, inlichtingen verstrekken en onderhandelen

Onderwerp: Instelling werkgeverscommissie griffie ex artikel 83 Gemeentewet

Dossiernummer RAPPORT. Verzoeker Mevrouw X, hierna genoemd: verzoekster. De klacht betreft de gemeente Oldebroek.

1red , NOS, Gesprek met de minister-president, Ned.2, uur

U heeft een klacht over ons!

- C O N C E P T - M.M. van der Wyck-Helmer (VVD)

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, Nummer voorstel: 2014/67

RAPPORT. Het klachtenformulier is gedateerd 13 januari 2014 en bij het secretariaat ingeboekt op 14 januari 2014 onder nummer

Voordracht voor de raadsvergadering van <datum onbekend>

Melding van ronselen door stembureauvoorzitter niet onderzocht Gemeente Amsterdam Burgemeester Dienst Persoonsgegevens

Transcriptie:

Besluitenlijst van de openbare vergadering van de raadscommissie Algemene Bestuurlijke en financiële Zaken d.d. 05 september 2011 (aanvang: 20.00 uur). Een integrale geluidsopname van deze vergadering van de raadscommissie is te beluisteren op www.papendrecht.nl 0. Aanwezig: Dhr. A. van der Stelt (Voorzitter). De heer A. Stremler (PAB), de heer R.A. Groene (PAB), mevrouw C.A. Verver - van Geesbergen (VVD), de heer A. de Graaf (VVD), de heer F. Hoek (CDA), de heer E.B.A. Lichtenberg (CDA), mevrouw M. den Hartog - de Jong (PvdA), mevrouw J.A.M. Vermeulen (PvdA), de heer A. Rietveld (ChristenUnie; vanaf 20.10 uur), mevrouw T.C. van Es (D66), de heer M.C. Hoogland (SGP), de heer R.V. van Engelen (GroenLinks) en mevrouw J. Vos (GroenLinks). De heer C.J.M. de Bruin, burgemeester De heer H.A. Nieuwstraten, portefeuillehouder De heer R.T.A. Korteland, portefeuillehouder De heer C. Koppenol, portefeuillehouder. De heer A.P.M.A.F. Bergmans, griffier. Afwezig: de heer M.W. Huijzer (ChristenUnie), de heer R. Lammers (D66) en de heer C. de Kraker (SGP). 01. Opening. De voorzitter opent de vergadering om 20.00 uur en heet alle aanwezigen van harte welkom. Hij geeft op diens verzoek het woord aan de heer Hoogland die laat weten dat de BCA, de Begeleidingscommissie Accountants, nog niet voltallig de Accountantscontrole 2011 en de Aanbesteding van de accountantscontrole 2012 2014 heeft kunnen doornemen: dat staat nu voorzien in een extra ingeplande bijeenkomst van de BCA te houden op 13 september aanstaande. Het zal daarbij de bedoeling zijn, zo laat de heer Hoogland weten, dat deze onderwerpen in de besluitvormingscyclus van oktober aanstaande aan de orde zullen komen. 02. Vaststelling van de agenda. Mevrouw Den Hartog laat weten dat zij hedenavond graag aan de agenda ziet toegevoegd de brief van de burgemeester van 22 augustus 22 augustus 2011, die staat vermeld op de lijst van ingekomen stukken voor hedenavond onder C-h. De commissie stemt hiermee in en het betreffende punt zal als punt 6 op de agenda van hedenavond aan de orde komen. De heer Hoogland laat weten dat wat hem betreft punt 8 van de agenda van hedenavond kan vervallen omdat er onder dit punt, zo heeft hij begrepen, geen insprekers zich hebben aangemeld; wellicht dat dit punt in een volgende vergadering aan de orde kan komen. De commissie gaat met dit voorstel akkoord en punt 8 vervalt. Per saldo wordt de verzonden agenda in lijn met dit alles aangepast en omgenummerd (zie verder hieronder). 1

03. Ter inzage gelegde stukken en mededelingen. Zie hierboven, waar het gaat om de verzoeken van mevrouw Den Hartog en de heer Hoogland ten aanzien van de agenda. De heer Hoogland vraagt ten aanzien van de brief onder A-3 (een brief d,d. 15 juli 2011 van het Ministerie van Openbare Orde en Veiligheid, waarbij wordt toegezonden het rapport Aan de slag met BIBOB) wat de gemeente Papendrecht hiermee doet. De heer De Bruin laat daarop weten dat hij verheugd is met de aandacht die de heer Hoogland voor dit onderwerp vraagt en dat alhier intensief aan de uitvoering en toepassing van de wet BIBOB (via de Regio en het Veiligheidshuis) wordt gewerkt. De heer Hoogland laat ten aanzien van de brief onder B-1 (een brief van de heer De Kaper d.d. 22 juni 2011 betreffende het parkeren van een camper) weten dat hij aandacht voor dit onderwerp hierbij van harte aanbeveelt bij het college. De heer Lichtenberg laat ten aanzien van de brief onder C-f (een brief van het college d.d. 07 juli 2011 betreffende overleg met Fokker inzake een JSF -assemblagefabriek) weten dat hij graag ziet dat het college te gelegener tijd de commissie bij gaat praten en een toelichting gaat geven over de ontwikkelingen ter zake. Voor het overige zijn er onder dit punt geen bijzonderheden en gaat de commissie akkoord met de voorgestelde wijze van afhandeling van de ingekomen stukken. 04. Vaststelling van de besluitenlijst van de vergadering van 20 juni 2011. De heer Stremler vraagt naar aanleiding van pagina 5, waar het gaat om het verstrekken van een garantie voor ROM - D Noordoevers, hoe het zit met een mogelijke verevening van resultaten tussen het project Noordoevers en het project Dordtse Kil en of destijds op basis van de juiste informatie op raadsniveau is besloten. De heer Korteland zegt toe dat hij bij de fracties terugkomt zodra hij op dit punt relevante informatie mocht hebben. Voor het overige zijn er geen bijzonderheden en geldt de besluitenlijst als vastgesteld. 05. Spreekrecht. Er hebben zich geen insprekers aangemeld. 06. Brief van de burgemeester van 22 augustus 2011 betreffende een bezoek van burgemeester Brok. De voorzitter constateert dat mevrouw Den Hartog en vervolgens anderen om agendering gevraagd hebben, en hij stelt voor om conform de verordening in twee termijnen te discussiëren en af te sluiten. Ph CJMdB Mevrouw DEN HARTOG: fijn dat bijna het voltallige college aanwezig is, een goede zaak en het helpt misschien de zaken waarover we het gaan hebben in perspectief te zetten. Wij citeren burgemeester De Bruin volgens het AD van vrijdag 2 september jl.: "Is dit nu wel handig?". "Het lijkt of de kou uit de lucht is na een gesprek met locoburgemeester Korteland", zo reageert burgemeester De Bruin in de pers dat de uitnodiging van het college van Papendrecht aan de voorzitter van het Drechtstedenbestuur, de heer Brok, misschien niet zo handig was maar dat na een goed gesprek met de betrokken wethouder de spanning is weggenomen. Onze fractie is verontrust over de communicatie binnen het college. Wij vragen ons af of het zo handig was van de burgemeester om niet te beginnen met zijn eigen 2

college te vragen na de uitnodiging. In plaats daarvan wordt een brief naar de raad gestuurd waarin hij aandringt op uitstel van het bezoek. Het is een pittige brief van dik twee kantjes waarin gesproken wordt over een uitnodiging van de ene burgemeester aan de andere burgemeester en daarvan moet burgemeester De Bruin op de hoogte zijn. De heer Brok wordt echter uitgenodigd in zijn functie van voorzitter van het Drechtstedenbestuur en niet als burgemeester en alle fracties wordt gevraagd te reageren met het verzoek om het bezoek uit te stellen. Vervolgens verneemt de raad dat het bezoek niet door gaat en dat na een gesprek met wethouder Korteland de lucht is opgeklaard en de spanning is weggenomen. Case closed! De PvdA-fractie spreekt nogmaals haar zorg uit of het nu wel zo handig is geweest van de burgemeester om niet te beginnen met zijn college te vragen zijn bezoek op te schorten, want de raad wist immers nog van niets. In plaats daarvan stuurt hij een brief op poten naar de raad. Communicatie is het speerpunt van dit college. Als er intern binnen dit college al niet gecommuniceerd wordt hoe moet het dan verder met het speerpunt communicatie? Verder over communicatie: wij vinden met de burgemeester dat het vervelend is van het bezoek te horen via een collega burgemeester, maar we plaatsen hier wel kanttekeningen bij, want de burgemeester communiceert over de hoofden van het college met de raad en het college informeert de burgemeester niet over het bezoek. Wat is er aan de hand? Naar aanleiding van de uitnodiging heeft de burgemeester een onderhoud gehad met portefeuillehouder/regiowethouder Herman Nieuwstraten, die de heer Brok heeft uitgenodigd voor overleg met de commissie ABZ. Onderwerp van gesprek: kennisuitwisseling en bijdragen aan meningsvorming. Vervolgens is deze uitnodiging formeel gemaakt door een correcte uitnodiging aan de heer Brok door het voltallige college-op-smalle-basis. In deze uitnodiging staat expliciet dat er eerst overleg zou plaatsvinden met de voorzitter van de commissie ABZ zoals het hoort. Wat is nu de taak van de raad? De raad moet erop toezien of B&W goed functioneert. Dat is de rol van de raad. B&W dient bestuurskracht te tonen in plaats van het alleen te hebben over onderlinge verhoudingen. De raad hoort erop toe te zien dat B&W niet zal verzanden in zichzelf en zich op de samenleving richt. De inwoners van Papendrecht hebben recht op een daadkrachtig bestuur en hebben geen behoefte aan intern gekissebis. Dat is de reden waarom de PvdA-fractie deze discussie oppakt en zich afvraagt hoe de communicatie intern is verlopen. Daarom wil de fractie van de PvdA antwoord op de volgende vragen: * De spanning is weggenomen: is er sprake van spanning? * Waarom heeft burgemeester De Bruin niet zijn collegeleden gevraagd het bezoek op te schorten? * Is de loco-burgemeester van mening dat hij na de brief van de burgemeester en het artikel in het AD nog voldoende gezag en autoriteit heeft? * Is er sprake van een vertrouwensbreuk, zijn er werkbare verhoudingen in het college, is er sprake van een goede interne samenwerking en in hoeverre spreekt het college met één mond over regionale samenwerking? Speerpunt 3

van het college is communicatie, maar is men tevreden over de eigen communicatie? Op deze vragen zou ik graag een antwoord hebben waarop we in tweede termijn verder kunnen debatteren. De heer STREMLER: ik zou graag een toelichting van het college willen hebben op de brief. De heer DE GRAAF: aansluitend een algemene vraag ten aanzien van de positie van Papendrecht in de Drechtsteden: wat is de situatie momenteel met de voorzitter van het Drechtstedenbestuur en welke afspraken zijn er door andere gemeenten gemaakt die in dezelfde situatie zitten als onze raad qua visievorming rond de interregionale samenwerking? De heer HOEK: voor ons is het geen vraag: het is niet zo handig geweest. Het is volgordelijk niet zo gelopen als het hoort te lopen en als het niet handig is dan moet je er als raad een oordeel over hebben, dat dan na een discussie met elkaar volgt, maar als we nu ons oordeel geven "het is niet zo handig geweest", dan doe je dat in het perspectief dat als een college niet handig opereert het vooral aan het college is om haar eigen zaken op te lossen. Als je de problemen van een college niet intern op kunt lossen hoe moet je dan de problemen van een samenleving oplossen? De heer RIETVELD: volgens mij heeft de PvdA alle vragen gesteld die ook bij ons leefden. Ik moet zeggen dat de brieven die later zijn gestuurd een en ander wel afzwakten. Als je in de krant leest dat de spanning is weggenomen dan is dat hoopvol, maar ik zou graag van het college horen hoe de vlag er op dit moment bij hangt. Mevrouw VAN ES: net als de heer Hoek hebben wij ook in onze fractie diverse brieven bekeken en hetgeen er in de krant heeft gestaan. Te beginnen bij het versturen van de brief naar de heer Brok in de vakantie van de burgemeester. Dat hadden ze niet moeten doen. De vraag aan de wethouder is: is hij het hiermee eens? Dan de reactie van de burgemeester hierop per brief aan de raad: ik sluit me aan bij hetgeen de PvdA-fractie hierover zei. Ik had dat ook liever anders gezien. Inhoudelijk voor wat betreft de brief en het verschil van mening binnen het college: het is aan het college om dat op te lossen. Van de wethouder willen wij hier wel een reactie op. Wij willen als D66 ervan overtuigd zijn dat de problemen die er eventueel zijn worden opgepakt zodat de tijd zoals eerder is gezegd, besteed kan worden aan waar het om gaat: het oplossen van problemen die Papendrecht heeft, het uitvoeren van het coalitieakkoord. De uitnodiging van de heer Brok vindt D66 qua timing niet zo'n handig moment. Wij beginnen met de Drechtstedendiscussie nu eerst zelf. Wij willen als D66 graag mensen uitnodigen juist als we denken "misschien zitten we er niet mee op een lijn". Kortom: ik begrijp het belang van procedures en het scheiden van rollen en ambitie om je werk goed te doen etc., maar ik denk dat als inwoners de krant lezen er gedacht wordt: waar gaat dit over? Dat vind ik erg jammer, want ik weet dat de wethouders keihard werken en in het afgelopen jaar is ook gebleken wat er allemaal is opgepakt. Ik zou graag zien dat dat snel weer de onderwerpen zijn die in krant staan. 4

De heer HOOGLAND: ook de SGP heeft er in de fractie over gesproken en er o.a. ook met de burgemeester contact over gehad. Onze fractie waardeert, zoals in de brief is verwoord, dat de burgemeester de raad van Papendrecht zowel naar proces als naar inhoud in positie wil houden. Daaraan voegen we meteen toe dat wij ervan uit gaan dat het niet alleen de intentie is van de burgemeester, maar ook die van het college. Wij hebben kennis genomen van die brief en we zijn net als anderen van mening dat hetgeen de burgemeester aangeeft, het juist is dat met medeweten van de burgemeester, burgemeester Brok moet worden uitgenodigd. Wij zijn ook van mening dat je zo niet met gasten om moet willen gaan. Dan praten we over het proces: waarom uiteindelijk burgemeester Brok hier vanavond niet aanwezig is. Wat ons betreft had hij hier wel kunnen zijn. Alleen wat ook in de briefwisseling staat: dat er van een goede voorbereiding wel sprake moet zijn. Wat we niet goed hebben begrepen en dat hebben we uiteraard ook gecommuniceerd is dat we de brief van 22 augustus jl. niet goed begrijpen. Daar willen wij verder niet op ingaan, want we willen graag op inhoud oppositie voeren. Daarom willen we deze problematiek reduceren tot een vraag, tot een principieel element: je zou kunnen stellen, gelezen hebbend hetgeen je kunt lezen, dat het rommelt binnen het bestuur. De vraag die uit onze fractie rijst is: in hoeverre is de continuïteit, de besluitvaardigheid en de daadkracht van het bestuur van Papendrecht gewaarborgd? De heer VAN ENGELEN: het college kiest ervoor om de zaak op straat te gooien en dan vind ik ook dat we er recht op hebben om openheid te krijgen. Dus, ik verwacht antwoord op de volgende vragen: Waarom kiest de voorzitter van het college en raad ervoor om af spraken/uitspraken uit het burgemeestersoverleg en ook andere zaken zo open in een brief neer te zetten? Dat schaadt ook het informele smeerolie - achtige karakter van dergelijke bijeenkomsten. Aan de voorzitter van het college tevens voorzitter van de raad de vraag: waarom overlegt u niet eerst met de wethouders als u hier heel boos over bent? U doet het overigens op gepaste wijze. Ik kan me ook wel vinden in het punt dat u zegt: ik vind dat de raad eerst gekend had moeten worden en dat ik eerst gekend had moeten worden. Dat is ook zo, maar ik kan me zo voorstellen dat u achter de schermen de wethouder even de mantel uitveegt en dan komt u er vanzelf uit. Dan hebben wij niets gemerkt en zo hoort het: waarom heeft u dat niet gedaan? Dan de wethouder-van-dienst: volgens mij zijn dat de heren Nieuwstraten en Korteland. Normaal zou ik zeggen: het college spreekt met één mond, maar ik zal toch even wat namen moeten noemen. Ik ga er toch van uit dat u deze mededeling wel op het bureau van de burgemeester heeft neergelegd en de vraag is: is dat zo? Had de voorzitter van de raad en voorzitter van het college bij terugkomst van vakantie op de hoogte kunnen zijn van deze uitnodiging dat nog geen definitieve uitnodiging was overigens, dat u die had kunnen zien, hiervan op de hoogte had kunnen zijn. Een vraag ook aan de wethouder: waarom vonden jullie het niet nodig om de burgemeester te betrekken in deze besluitvorming? 5

Dan maakt de voorzitter van de raad een opmerking in zijn brief: tevens doet dit geen goed aan de bestuurlijke positie van de gemeente Papendrecht. Kan de voorzitter van de raad vertellen of de bestuurlijke positie van Papendrecht schade heeft geleden? De voorzitter stelt: framing hierbij dient de goede zaak niet. Dat is een zware term: ik vind het een zware beschuldiging op het bordje van de wethouders. Waarom heeft de voorzitter van de raad voor deze term gekozen? Dan komt de voorzitter van de raad tot de uitspraak inzake collega Brok dat hij er van uit gaat dat hij collegiaal alle begrip, respect zal hebben voor de afweging van de raad etc. Ik had diezelfde collegialiteit verwacht richting de wethouder van het eigen college. Waarom is dat niet zo gebeurd? Dan krijgen we een brief ondertekend door de heer Beek en de heer De Bruin van 31 augustus jl. waarin staat: hierbij wisselen wij, het gaat dan over de interne zaken bij het college, de verschillende beelden uit waarbij we niet verhelen dat hierbij zoals in elk bestuurlijk gremium gebeurt, discussie plaatsvindt over verschillen van interpretatie, de juistheid en volledigheid van de opgeroepen beelden en de beleving van de collegiale samenwerking binnen het college. Een prachtige zin, maar het zijn eigenlijk hele zware woorden. Ik sluit me aan bij de vraag van de heer Hoogland en wacht het antwoord af. Als ik de brief lees die op 2 augustus jl. is gestuurd dan vraag ik me af waar het allemaal over gaat, want het sluit volgens mij keurig aan bij de afspraken die we hebben dat er nog overleg zou plaatsvinden met onze voorzitter van onze commissie ABZ. Ik heb wel een vraag bij deze brief: ik weet dat de heer Nieuwstraten als lid van het DSB er zich regelmatig tussen voelt zitten. Je moet als bestuur van DSB meebesturen in Drechtsteden. Aan de andere kant heeft hij een kritische raad tegenover zich inclusief onze fractie en dat bemoeilijkt ook het functioneren. Is het ook zo dat het college er behoefte aan heeft om z.s.m. tot een werkbare situatie te komen in Drechtsteden? Dus, helderheid te krijgen hoe die zaken in Drechtsteden liggen, dat fracties zich uitspreken, dat dat mee gespeeld heeft in de uitnodiging van de heer Brok? Portefeuillehouder en burgemeester DE BRUIN: ik wil alle fracties danken voor hun inbreng. Ik begrijp ook dat een en ander vragen oproept. Waar gaat het in concreto om? Het gaat om het bezoek van de voorzitter van Drechtsteden aan de gemeenteraad van Papendrecht en de commissie ABZ. Er is in de vakantieperiode over gesproken en overleg over gepleegd. De bedoeling hiervan is uiteraard goed geweest. Dat hebben we ook allemaal in de brief kunnen lezen die op 2 augustus jl. is uitgegaan. De uitwerking had wat anders gekund, wat beter gekund en dat leidt tot vragen, die u vanavond ook stelt. Geconfronteerd met het voorgenomen bezoek van collega Brok aan Papendrecht heb ik mij als voorzitter van de raad afgevraagd: is dat nu wel het juiste moment? Zijn de raadsleden voldoende geprepareerd, is er voldoende afstemming tussen de voorzitter van het Drechtstedenbestuur en de raad zodat over de juiste dingen gesproken kan worden en is de relatie met het visietraject duidelijk? Dat zijn dingen die u ook in de brief kunt terugvinden. Ik heb het nodig gevonden als voorzitter van de raad om de vraag aan u voor te leggen of u dat wel het juiste moment vond voor dit belangrijke bezoek. Ik heb dat gedaan als voorzitter van de raad. 6

Wij weten natuurlijk allemaal dat de raad een voorzitter heeft, het college een voorzitter heeft en er is ook nog een burgemeester. Dat zijn drie functies die in een persoon verenigd zijn en die drie bestuursorganen op gemeentelijk niveau moeten alle drie in positie zijn en moeten elkaar ook in positie houden. Op dat moment heb ik gemeend de positie van de raad te moeten bewaken door de vraag aan u voor te leggen, en dan kom ik direct bij de vragen van mevrouw Den Hartog, want zij gebruikt een aantal bronnen, brieven, krantenartikelen etc. Nu zou ik mijn handtekening niet onder het krantenartikel willen zetten, maar dat is de journalistieke vrijheid. Daar ga ik verder niet over. Daar wil ik het verder ook niet over hebben, ook niet ten aanzien van de dingen die u op basis daarvan zegt. Ik constateer, mevrouw Den Hartog, dat u aangeeft dat ondergetekende aan zou dringen op uitstel. Dat heb ik geenszins gedaan. Ik heb de vraag open aan u voorgelegd. Er is een antwoord gekomen van alle fracties en dat antwoord heb ik geïnventariseerd. Ik heb in overleg met de voorzitter van deze commissie de brief verstuurd zoals u die afgelopen week gekregen heeft. In het antwoord is samengevat dat ons beider conclusie is dat u allemaal van mening bent dat de voorzitter van het Drechtstedenbestuur in principe altijd welkom is. Daarover is geen enkel misverstand, echter dat deze maandag minder geschikt is aangezien de fracties wel graag de gelegenheid voor afstemming en voorbereiding van het onderwerp wensen. Dat is, denk ik, ook een belangrijk element hierin. U had ook kunnen antwoorden: laat de heer Brok maar komen, want we vinden het wel belangrijk. Dan zou hij hier vanavond geweest zijn. Aan u is de vraag voorgelegd en u heeft het antwoord gegeven. Dat wil ik wel benadrukken. Ik heb nergens op aangedrongen. Ik heb u een bestuurlijke vraag voorgelegd en u heeft er een politiek antwoord op gegeven. De vraag is op welk moment de heer Brok komt en eventueel andere Drechtstedenbesturen of andere mensen van de Drechtstedensamenwerking. Dat is ook een vraag die mijns inziens aan u voorligt en die u ook zelf gaat beantwoorden. Ik heb getracht om u in positie te houden. Mocht u het zo anders gelezen hebben, mevrouw Den Hartog dan spijt me dat. Dan is dat niet goed overgekomen. Dan worden er een heleboel andere vragen gesteld, die te maken hebben met de aanloop in mijn brief van 22 augustus jl. waarin ook de aanleiding aangegeven wordt waarom ik die vraag aan u voorgelegd hebt en dat geeft vanavond ook een beetje beweging hier. Dat is ook heel begrijpelijk. Ik begrijp uw zorgen best en de vragen die er uit voortvloeien. Laat ik daar heel helder in zijn. Ik denk dat ik namens het hele college kan spreken als ik zeg dat we vinden dat het intern in dit huis anders had moeten lopen. De intenties waren goed en het is jammer dat het zo gelopen is in meerdere opzichten. Dat had anders gekund, maar hier leren we ook van. We hebben natuurlijk gezegd: zo moet dat niet. Dit is een leermoment. Hier gaan we mee aan de slag en het mag ook niet meer voorkomen, want terecht stelt mevrouw Den Hartog maar ook anderen de vraag: rommelt het nu binnen het bestuur? 7

Ik kan me voorstellen dat er zo'n beeld naar voren komt en is er nog wel voldoende continuïteit, besluitvaardigheid en daadkracht gewaarborgd, de vraag van de heer Hoogland van de SGP. Mevrouw Den Hartog citeert het krantenartikel: de spanning is weggenomen. Ja, het is niet handig geweest. Dat vinden wij ook. Dit mag niet meer voorkomen en hier gaan we natuurlijk ook met elkaar aan het werk. Het is een vakantieperiode geweest en u weet net zo goed als wij dat zo'n vakantieperiode lang duurt, het gaat om een periode van twee maanden. Dat betekent dat we geconstateerd hebben dat de afspraken die ten aanzien van het zomerreces gemaakt zijn nog eens goed tegen het licht gehouden moeten worden om ervoor te zorgen dat het voor iedereen helder is en er geen misverstanden meer zijn en dat zaken lopen zoals ze behoren te lopen. De heer De Graaf vraagt wat de situatie is met de voorzitter van de Drechtsteden. Ik denk dat ik daarop al antwoord heb gegeven. En: hoe staat het met de andere gemeenten? Dat antwoord moet ik u schuldig blijven, want daar hebben we ons momenteel niet zo in verdiept. De heer Rietveld citeert ook de krant: de spanning is weg en hoe hangt de vlag erbij. Ik heb, denk ik, duidelijk aangegeven hoe die vlag erbij hangt: hij hangt fier en netjes! Wij gaan met elkaar nog eens die afspraken na. We hebben ook het vertrouwen dat we er heel goed uit komen en een van u (de heer Van Engelen) duidt ook op die ene mooie zin in de brief van 31 augustus jl.: natuurlijk, de raad is een politiek gremium evenals het college en er is altijd discussie. Dat mag ook, dat moet ook en dat zal ook zo blijven. Dat neemt niet weg dat we er natuurlijk al met elkaar over gesproken hebben. Dat we er na deze avond nog eens uitgebreid met elkaar over spreken en dat we er alle vertrouwen in hebben dat we er uit komen met elkaar. Dat is een discussie die ook in het college plaatsvindt en die we daar ook moeten laten, want zoals ik zojuist zei hebben we een drietal bestuursorganen in deze gemeente en ieder orgaan moet in positie zijn en we moeten elkaar ook in positie houden. Mijn brief was er op gericht om de raad in positie te houden. Van de andere kant moet ik zeggen: u moet ook als raad het college in positie houden. Het college spreekt uit dat ze de werkafspraken van de zomerperiode nog eens tegen het licht houdt. Dus, daar vraag ik ook alle begrip voor en ik heb er vertrouwen in dat we dat gaan doen en aan de boezem van het college overlaten. Ik denk dat ik geprobeerd heb in algemene kaders te antwoorden zowel ten aanzien van de positie van de raad als de positie van het college en er in voldoende mate duidelijk over geweest ben. Punt van orde: De heer VAN ENGELEN: ik vind dit niet ordelijk. Ik heb zoiets van: ik stel een aantal concrete vragen en het college bedenkt, heeft het lef om brieven op straat te gooien met zeer zware woorden en nu komt het college aan zet met: u stelt wel concrete vragen over allerlei concrete dingen die er in staan en wij maken ons er hiermee van af. Nu is het ineens wel een interne zaak van het college geworden. Ik wil gewoon antwoorden op mijn vragen. Dat is volgens mij gewoon een politiek ordelijk recht. 8

De VOORZITTER: we gaan in de eerste termijn niet een discussie voeren. Mijn punt was dat er ook vanuit uw commissie concrete vragen zijn gesteld aan wethouder Korteland en wethouder Nieuwstraten o.a. door mevrouw Van Es e.a. Ik denk dat het goed is om die nog even op tafel te houden tenzij het college nu zegt: met de beantwoording door de voorzitter zijn ook alle andere vragen beantwoord, maar dat wil ik van het college weten. Wethouder KORTELAND: ik heb goed geluisterd en ik wil wijzen op, de burgemeester refereert er ook aan, de staatsrechtelijke rolverdeling zoals die er is. Dat hij als voorzitter van het college heeft gesproken en woordvoerder was/is op dat onderwerp. Er komen vanzelf in een tweede termijn nog een aantal dingen terug en dan kunnen we bezien of de beantwoording een ander woordvoerder - schap vraagt. Tweede termijn Mevrouw DEN HARTOG: ik ben door deze beantwoording niet meer gerustgesteld geworden. Het is alleen maar erger geworden: ik vind dat er aan de principes van de democratie wordt getornd. Ik ben er absoluut niet van overtuigd dat het college met één mond spreekt. Er wordt ons nu voorgehouden: het komt allemaal wel goed, we hebben hiervan geleerd. Ik heb aangegeven naar aanleiding van het voorstel het bezoek uit te stellen dat de fractie van de PvdA de heer Brok wel wilde laten komen. Wat andere fracties hebben gezegd weet ik niet. Dus: hoe inzichtelijk en democratisch is dit proces verlopen? Daarnaast vind ik het u sieren dat u als burgervader bezorgd bent over procedures, maar hiermee schoffeert u de raad, want die heeft een eigen verantwoordelijkheid. Hiermee zegt u: raad, jullie kunnen dat zelf niet, terwijl we er uitstekend toe in staat zijn. U intervenieert en daar heb ik moeite mee, want het is niet nodig. Die rol kunnen we als raad zelf vervullen. Ik ben niet gerustgesteld, omdat er in de communicatie zoveel mis gaat zoals: een uitnodiging van de heer Bandell aan de raad van Papendrecht voor een wandeling door het centrum van Dordrecht, deze uitnodiging is nooit bij de raad terechtgekomen; een uitnodiging van het Havenbedrijf Rotterdam voor een werkbezoek aan het CT 's Hertogenbosch samen met buurgemeente Alblasserdam, deze uitnodiging is nooit bij de raad aangekomen, wel in een later stadium, maar toen was Alblasserdam al geweest. De directie van het Servicecentrum had gevraagd zich te mogen voorstellen aan de raad. Dit voorstel heeft de raad nooit bereikt. De heer Brok heeft diverse malen aangeboden om in gesprek te gaan met de raad. Dit was ons niet bekend. Recentelijk heeft hij dat nog met de heer Van Engelen opgenomen en zoals burgemeester De Bruin aangeeft in zijn brief gaat de raad over zijn eigen agenda. Waarom heeft de raad niet zelf mogen beslissen over die genoemde uitnodigingen waarover ik het zojuist had? Het zal duidelijk zijn dat de fractie van de PvdA geen genoegen kan nemen met het feit dat uitnodigingen, die voor de raad bestemd zijn ergens in het gemeentehuis blijven steken. Wij vrezen dat hier sprake is van macht en machtstrijd, wie is er nu de baas in het gemeentehuis? De PvdA-fractie wil Schiedamse toestanden in het belang van Papendrecht en haar inwoners, vermijden. Het college is gevormd door vijf partijen, die allemaal een wethouder hebben willen 9

leveren. Zij hebben hun beste kandidaat wethouder naar voren geschoven. Dit college verstuurt een uitnodiging naar de voorzitter van het DSB, getekend door de loco-burgemeester, geïnitieerd door de heer Nieuwstraten als portefeuillehouder/regiozaken. Vervolgens en dat verbaast me helemaal, reageren alle fracties in lijn met de brief van de burgemeester en hiermee steunen zij verrassend genoeg niet het voorstel van hun eigen wethouder. Hoe liggen nu de verhoudingen tussen de wethouders en hun fracties? We hebben de indruk dat de wethouders hier niet de baas zijn en we roepen u op zeer snel orde op zaken te stellen en ons te laten zien dat er hard gewerkt wordt aan de toekomst van Papendrecht. De heer STREMLER: ik wil de voorzitter van de raad danken voor de duidelijke toelichting. Genoemd is een leermoment en belangrijk is dat aangegeven wordt namens het college dat dit niet meer voor mag komen. Het antwoord is voor onze fractie voldoende helder en duidelijk om met vertrouwen verder te gaan. Wat mij betreft kunnen we hier een punt achter zetten. Ik zou zeggen: we gaan weer aan het werk, we gaan zoals mijn buurvrouw zojuist zei: we gaan ons weer bezig houden met dingen die burgers van belang vinden. Wat ons betreft is hier een punt achter gezet. Wij hebben veel vertrouwen in het college dat dit niet meer wordt herhaald. Mevrouw DEN HARTOG: mijnheer Stremler, uw eigen wethouder, Nieuwstraten, zit in het college en is verantwoordelijk voor de regio: in hoeverre zitten jullie samen op een lijn ten aanzien van het beleid? De heer STREMLER: ik denk heel ver: we zitten op één lijn. Mevrouw DEN HARTOG: mag ik dezelfde vraag dan ook aan wethouder Nieuwstraten stellen? De VOORZITTER: nee, volgens mijn lijstje is de heer De Graaf nu aan de beurt voor de tweede termijn. De heer DE GRAAF: dank aan de burgemeester voor de uitvoerige beantwoording. Alleen het is een algemeen, generaliserend verhaal geworden. Terwijl, zoals in het punt van orde is aangegeven, er specifieke vragen gesteld zijn. Het college als orgaan gaat zelf over haar woordvoering, maar mijn fractie hecht er wel aan dat de openheid er is en als er vragen gesteld worden dat die ook beantwoord worden. Dat wil ik wel benadrukken. Dat is een principieel democratisch recht. Mijn vraag is overigens beantwoord. Dan het punt dat we als raad brieven ontvangen naar aanleiding van miscommunicatie in het college. Daarbij is de raad wel betrokken. Deze raad heeft dit college geïnstalleerd en is verantwoordelijk. Is niet verantwoordelijk voor het functioneren van het college. Daar gaat het college zelf over en moet het college ook zelf organiseren, maar we hebben als raad een controlerende en toezichthoudende rol. Vanuit die rol denk ik dat we als fractie bijvoorbeeld in het seniorenoverleg nog eens terug komen op hetgeen er gespeeld heeft. Het is niet onze verantwoordelijkheid om de collegiale samenwerking te organiseren. Dat is aan het college. Om dit op dit moment af te doen als een storm in een borrelglaasje doet geen recht aan het gevoel dat wij als raad gekregen hebben. Als de vragen die door de fracties van 10

de PvdA en GroenLinks gesteld zijn, beantwoord worden, dan kunnen we wellicht wel de conclusie trekken dat de principiële vraag is die door de SGP is gesteld: is het college nog in staat om de eigen problemen op te lossen en is ze nog in staat de problemen uit de samenleving op te lossen? Als we daar een goed gevoel bij krijgen kunnen we dit dossier als gesloten beschouwen met de toevoeging dat we als raad de toezichthoudende en controlerende rol houden. De heer HOEK: ik heb met genoegen de beantwoording door de burgemeester beluisterd. Ten aanzien van het bestuurlijke proces dat natuurlijk altijd om een politiek antwoord vraagt: in die fase zitten we nu waarbij de rol van de oppositie en coalitie duidelijk is. Het is goed te constateren dat de oppositie zich goed heeft voorbereid en het is van belang om er als coalitie goed naar te luisteren. Goed om te horen dat een lid van de coalitie dat ook benadrukt door te wijzen op de beantwoording van de vragen. In deze fase van het proces moet ik zeggen dat onze aanvankelijke stellingname van "het college moet in staat zijn haar eigen problemen op te lossen" er bij de beantwoording al een behoorlijke richting in aangegeven is. Mevrouw DEN HARTOG bij interruptie: mijnheer Hoek, wij hebben de toezegging van de burgemeester gekregen, mogen we er nu van uitgaan dat hij namens het hele college spreekt? Hoe zit u erin? De heer HOEK: als er namens het hele college gesproken wordt is er altijd de mogelijkheid dat tegenstellingen direct al aan de orde komen en dat kun je voor een deel zien aan de non verbale communicatie, maar ook uit het verdere proces. Ik heb niet begrepen dat er zich iets aankondigde uit het geheel dat de wethouder zich in een heel andere richting zou gaan begeven. Mevrouw DEN HARTOG bij interruptie: uw wethouder Koppenol zit in het college. Hij schrijft in zijn vakantie in het voltallige college zijn uitnodiging aan de heer Brok, en vervolgens zegt u: het was misschien niet zo handig. Steunt u uw eigen wethouder in dit verhaal? De heer HOEK: volledig. Mevrouw DEN HARTOG bij interruptie: uw wethouder heeft een keurig nette uitnodiging volledig volgens de normen de deur uit gedaan. Waarom bent u dan toch tegen en laat u uw eigen wethouder vallen? De heer HOEK: in het bestuurlijke proces is het gewoonte dat je met zo'n smal college ook al heb je op dat moment een meerderheid in de vertegenwoordiging, dan doe je dit soort uitnodigingen niet. Mevrouw DEN HARTOG bij interruptie: hiermee zegt u dat de locoburgemeester en de rest van de vier wethouders onvoldoende zicht hebben dat ze onverantwoord gehandeld hebben door de voorzitter van Drechtsteden uit te nodigen. De heer HOEK: ik heb al in eerste termijn gezegd dat ik het onhandig vond. 11

De heer VAN ENGELEN: inzake het detailniveau: is de heer Hoek het met mij eens dat de voorzitter van het college ook openlijk dat detailniveau op tafel heeft gelegd en naar buiten heeft gebracht en dat we daarom ook antwoorden horen te krijgen om echt schoon schip te maken? De heer HOEK: Ik denk dat toen voor die kwestie toen het aan de orde was, het juiste aggregatieniveau is gekozen: dat is aan de orde en daarop heeft hij geantwoord. De heer VAN ENGELEN: u vindt dus dat een college op detailniveau een brief naar buiten mag brengen, maar dat we geen antwoorden op detailniveau hoeven te verwachten? De heer HOEK: ik maak verschil tussen aggregatie- en detailniveau. Dat is geen detail, dat is een punt dat van belang is in deze context. De heer VAN ENGELEN: u vindt dat het college wel degelijk op die vragen moet antwoorden. De heer HOEK: ik vind dat de goede antwoorden al gegeven zijn. Ik wil opmerken dat het college duidelijk aangeeft dat men de richting gekozen heeft van een college dat laat zien dat ze met elkaar in dit proces waarvoor ze staan in gaan. Ik denk dat het van belang is aan te geven dat we niet in een proces zitten dat nu ophoudt en waarachter een punt gezet moet worden. Het bestuurlijke politieke proces is ook een dynamisch proces met alle spanningen, die bij een samenleving horen. Alleen ze moeten 'gehandled' worden en dat verwacht ik van een college en daar beoordeel ik hen op. Mevrouw DEN HARTOG bij interruptie: hoe kijkt u dan aan tegen het feit dat het hele college achter de brief staat en dat alleen de burgemeester het verzoek heeft gedaan om het bezoek niet te agenderen en wat vindt u nu van de loco-burgemeester: is zijn positie nu niet geschaad door deze actie, want hij wordt weggezet als een kleine jongen in mijn beleving. De heer HOEK: daar hebben wij een andere beleving over. Ik vind dat er juist goed gehandeld is door op dit moment als dit soort dingen ontstaan, te laten zien: we sluiten de rijen. Die indruk heb ik. Als het anders is dan merk ik dat nu of in de toekomst wel. Ik neem aan dat de burgemeester niet gesproken heeft zonder een goede dekking van het college te hebben. Mevrouw DEN HARTOG bij interruptie: wat denkt u zelf? We willen dit met de mantel der liefde bedekken? De heer HOEK: u hoeft niet te interrumperen, want ik was al klaar dus ik antwoord u op uw vragen. U vindt dat om het college met een mond te laten spreken, er geen ruimte is voor een afwijkende mening, begrijp ik. Mevrouw DEN HARTOG: vindt u dat het bedekken met de mantel der liefde een goede oplossing is en heeft u daar vertrouwen in? 12

De heer HOEK: het is niet zo dat ze gedwongen worden met een mond te spreken. Ik ga er van uit dat het een keuze is, want als het anders zou zijn dan zou ik wel een ander geluid horen. De VOORZITTER: het woord is aan de heer Rietveld in tweede termijn. De heer RIETVELD: dank voor de beantwoording door de voorzitter van de raad tevens de voorzitter van het college. Ik ben blij dat het vertrouwen is uitgesproken door de voorzitter op mijn vraag of de spanning nu echt is weggenomen zoals de krant citeert. Ik zou hier ook graag een punt achter zetten, maar ik ben nog niet helemaal blij met de informatie die ik heb gekregen. Het beeld zou zijn ontstaan dat het rommelt in het college. Ik denk dat het beeld niet alleen is ontstaan, maar ook is neergezet, want als je zegt de intentie is goed maar daartegenover staat het woord framing: dat staat toch wel haaks op elkaar. Dat kan ook niet anders als je de oorspronkelijke uitnodiging niet had gelezen. Toen de brief van de burgemeester is geschreven heeft hij echt de brief van 2 augustus jl. niet gelezen, anders zou je een hele andere intentie en inhoud zien van de uitnodiging. De inhoud was: bijpraten en de lezing was een soort input van het visietraject. Volgens mij zijn verschillende dingen uitgesproken. Er was blijkbaar sprake van een misverstand en het is communicatie. Het is weliswaar een zaak van het college, maar als raad zijn we meegetrokken in de discussie. Dus, ik vind dat we als raad daar de tijd voor moeten nemen willen we hier echt een punt achter kunnen zetten. De heer HOEK: als de heer Brok hier vanavond gekomen was, was dat zonder dat wij ons daarop hadden kunnen voorbereiden. De heer RIETVELD: de heer Brok was niet gekomen, want dat is het volgende punt dat ik wil maken. Deze brief was volgens mij onnodig geweest, want naar mijn mening was deze brief ook een overhaaste actie geweest. Interventie was niet nodig geweest, omdat de voorzitter van de commissie ABZ aan zet was en kon zeggen: nee, is niet handig dat we dat doen. Dan was aan de voorzitter van de commissie ABZ een mailtje gestuurd met: "wat zullen we doen, beste fractievoorzitters laten we de heer Brok komen ja of nee?". Het was onnodig en de heer Brok is uiteraard welkom. Alleen een goede agenda: wat verwachten we van de heer Brok? Alleen bijpraten of zeggen we ook: mijnheer Brok, geef ook inzage op uw visie inzake de Drechtsteden. Wat ons betreft mag dit niet meer voorkomen en lijkt me goed dat we dit zeker in het seniorenconvent nog eens nabespreken. Mevrouw DEN HARTOG bij interruptie: dat is achter gesloten deuren en daar zijn wij niet voor. Wij vinden juist dat deze discussie in de openheid moet plaatsvinden. Wij, als raad, hebben de taak om het college te controleren. Mevrouw VAN ES: om te beginnen met de opmerkingen van mevrouw Den Hartog: blijkbaar steunen de fracties hun eigen wethouder niet, want de heer Brok is uiteindelijk voor vanavond niet uitgenodigd. Voor ons was het nog los van het feit dat het waarschijnlijk niet echt het goede moment was om hem uit te 13

nodigen en te vragen naar zijn kijk op Drechtsteden, omdat we nu beginnen met onze Drechtstedendiscussie. Gevoelsmatig lijkt me een later moment beter, maar buiten dat was alleen al door het feit dat deze brieven er allemaal uitgegaan zijn onmogelijk geworden om hem voor vanavond nog uit te nodigen. Wij steunen het college volledig, de wethouder ook die vindt dat het nodig is dat we vaker mensen van de Drechtsteden over de vloer hebben zodat we vaker van gedachten kunnen wisselen. Juist als er een beeld is of een gevoel van 'het loopt niet lekker met Papendrecht of tussen Papendrecht en Drechtsteden' dan moeten we er iets aan doen. Die intentie is zuiver, is goed en daar is niets mis mee. De heer Brok zal dan ook gegarandeerd worden uitgenodigd in of na onze Drechtstedendiscussie en dat komt wel goed. Voor wat betreft het oplossen van de problemen van het college door het college: ik begrijp volledig de opmerkingen van de heer Van Engelen en mevrouw Den Hartog. Op het moment dat er brieven uitgaan met hele concrete woorden, zaken, op het moment ook als het in boosheid gedaan is bijvoorbeeld, ervoor is gekozen impliciet dat er ook op ingegaan moet worden wat mij betreft. Dat kan dan niet anders. Daarom heb ik ook in eerste termijn gezegd: meteen per brief reageren is niet altijd even handig. Dat er nu met een mond gesproken wordt is aan de ene kant een goed teken. Dan ga ik er van uit dat de burgemeester verwoordt wat het hele college vindt. Aan de andere kant is het uit communicatief oogpunt in dit soort zaken vaak beter als er een beetje los mee omgegaan wordt en iedereen antwoord geeft op de diverse vragen waarmee wordt getoond dat er niets te verbergen is. De een was op vakantie op het moment dat de brief eruit ging. De ander was op vakantie op het moment dat de andere brief eruit ging. Dus het is gewoon een communicatiestoornis en dat is ook een belangrijk punt hier: het is denk ik niet toevallig dat het zich voordoet over dit onderwerp, want als het om de Drechtstedendiscussie gaat en hoe verder met Drechtsteden dan zit iedereen er zeer gepassioneerd in. Het college, alle fracties en iedereen is hyper alert op hoe we dat moeten doen en wat de beste manier is. Mevrouw DEN HARTOG bij interruptie: het gaat ons om het proces en de procedure, die gevolgd is. Wij vinden eigenlijk de uitnodiging aan de heer Brok de kapstok waaraan we deze discussie ophangen. Ons gaat het gewoon om de onderlinge verhoudingen waarover we ons grote zorgen maken. Mevrouw VAN ES: de combinatie van dit onderwerp en de vakantie en dan de een en dan de ander is weg, dat is niet toevallig, denk ik dan. Ik heb de vraag aan wethouder Korteland gesteld. Waarom? Omdat de burgemeester er niet was op het moment dat die brief, die uitnodiging eruit ging en het is daarmee begonnen. Ik ben het eens met de heer Rietveld. Als het bijvoorbeeld in die vakantieperiode was gelopen via de voorzitter van de commissie met dezelfde intentie en dezelfde uitnodiging: misschien was het vanavond ook niet de avond geweest om de heer Brok uit te nodigen, maar dan was er verder niets aan de hand geweest. Dus, we moeten het ook niet groter maken dan het is, maar ik deel wel de zorg omdat het een soort onderliggend gevoel is, denk ik. Ik wil wel overtuigd raken nu en in de 14

komende weken dat de lucht is geklaard: we hebben een goede werkrelatie, we hebben goede afspraken liefst ook ten aanzien van Drechtstedenonderwerpen duidelijke en goede afspraken. Verder gaan we gewoon weer aan het werk. De heer HOOGLAND: voor onze fractie is het inmiddels klip en klaar. We hebben genoeg gehoord en gezien. Mijnheer Hoek zei het ook al: de gelederen sluiten zich en dat zien we ook. Letterlijk en figuurlijk is er gelukkig geen brok te zien. We hebben als fractie een vraag gesteld en die is meer dan voldoende beantwoord en het hele college is het er zo te zien mee eens. Dus wat ons betreft is die kou uit de lucht. Het is wel zo dat ten aanzien van gestelde vragen onze fractie zich aansluit bij hetgeen de heer De Graaf bepleit en hetgeen mevrouw Van Es onderschrijft: beantwoord nu gewoon de gestelde vragen, laat maar zien, wees transparant. Dan een ander punt ten aanzien van de verslaglegging: onze fractie heeft ingestemd met het verslag van de vorige vergadering van de commissie ABZ. Dat was een erg uitgebreid verslag, terwijl onze fractie zoiets had van: jôh, waarom? Onze fractie hecht eraan de verslaglegging van vanavond in dezelfde lijn te hebben als die van de vorige commissievergadering en niet beknopt zoals we vaker zien. De heer VAN ENGELEN: de voorzitter van het college en raad constateert terecht dat de aanloop in de brief inderdaad het probleem is. Ik ben ook blij dat de fracties van de ChristenUnie, D66, de VVD, de PvdA en de SGP onderschrijven dat het belangrijk is dat vragen beantwoord worden. U kiest er als college voor, ik spreek u toch maar even direct aan, om zo open mogelijk alles naar buiten te brengen. Dan kun je alleen maar schoon schip maken door er ook op te antwoorden. Wij vervullen onze rol als oppositie door die vragen concreet te stellen. Dat geeft u de ruimte om er antwoord op te geven. Alle fracties hebben hun steun betuigd aan de wethouders die benoemd zijn. In het verleden is de burgemeester ook benoemd. Dus die vraag speelt hier niet. Die vraag gaat wel spelen op het moment dat er vragen overblijven, die de ruimte laten van: hoe is het nu werkelijk gesteld? U kiest ervoor, maar ik vind niet dat we in een bananenrepubliek horen te leven. Dus, graag democratisch en dan wil ik graag antwoord op mijn vragen. Moet ik ze nog herhalen of zijn ze genoegzaam bekend? Dan vervolg ik mijn betoog. Ik vind het wel heel jammer dat het CDA ervoor kiest alles toe te dekken, want ik vind het wel bijzonder spijtig. Het college kiest voor openheid en heeft er spijt van betuigd. De heer HOEK: ik maak er toch even bezwaar tegen. Na deze vergadering stopt het proces namelijk niet. We gaan het niet toedekken. Het CDA heeft een stellingname ingenomen wat voor ons essentieel is. Dat is ons kader. Neem me nu niet kwalijk als ons kader gesloten wordt dat we daar genoegen meenemen, maar dat wil nog niet zeggen dat alles is afgelopen, gelet op de dynamiek die er onder ligt en daar ligt de uitdaging. De discussie die we gaan voeren over onze samenwerking in Drechtsteden. In die dynamiek zult u ons terugvinden. De heer VAN ENGELEN: maar u gaat voorbij aan alle concrete zaken die openlijk hier op straat liggen, omdat ze in de brief genoemd zijn. Daar is al van gezegd: dat is niet handig geweest. Ik vind dat we 15

ook op detailniveau moeten weten, maar oké, zegt u dan even concreet wat de antwoorden op mijn vragen zijn. De heer HOEK: dat is uw rol als oppositie die ik goed kan begrijpen, maar heb er begrip voor dat ik er nu niet zo erg op zit te wachten, want ik zie meer in energie te steken in die discussie van samenwerking in Drechtsteden dan dit op detailniveau helemaal uit te benen. Wij zijn meer gericht op de samenwerking in Drechtsteden waarvan ik denk dat Papendrecht er een belangrijke bijdrage aan kan leveren en wat ik aan de orde wil hebben is dat we uit die underdogpositie moeten. Ik denk dat we de discussie met onze inhoudelijke bijdrage aanmerkelijk kunnen verbreden. De heer VAN ENGELEN: wij vinden dat je dit goed van tafel moet halen en ten ene male klaar moet zijn en dat dan ook alle vragen beantwoord moeten worden. De manier die u voorstelt vinden wij toedekken. De heer HOEK bij interruptie: mag ik dat dan duiden als een rolconflict? De heer VAN ENGELEN: dat mag u weten. Ik vind het toedekken met de mantel der liefde, zoals mevrouw Den Hartog ook zei, jammer. Dan, tenslotte is het ook door anderen gezegd: het gaat om communicatie en daarom hechten we hier ook zo veel belang aan, omdat het zo naar buiten is gebracht. Daar moeten we als Papendrecht ook op letten. We hebben al de onrust rond de markt. Daarover moeten we ook nog discussiëren. Kortom: als het om communicatie gaat wordt er goed gekeken. Het college heeft het als speerpunt gekozen. Dus, ik vind ook als je zo communiceert dat je dan ook goed helder moet maken hoe het zit. Dan zijn we klaar. Als ik er dan een mening over heb als GroenLinks fractie dan is het maar net of het een meerderheid heeft ja of nee, maar feit is wel dat we wel concrete antwoorden moeten krijgen op de vragen om een standpunt in te kunnen nemen. De VOORZITTER: ik wil nog even kijken naar de rol van de voorzitter van de commissie ABZ. Met uw voorzitter van deze commissie is geen overleg gevoerd. Dus ik heb achteraf wel kennis genomen van de brief. Als de heer Rietveld zegt: de commissievoorzitter is aan zet, betekent het dat ik graag aan zet wil zijn voor hetgeen er nu nog gaat komen: uw wensen vertalen in concrete vragen. De heer Hoogland kan ik toezeggen dat er een uitgebreide verslaglegging komt. Beantwoording door het college in tweede termijn Portefeuillehouder en burgemeester DE BRUIN: ik zal de aftrap geven voor de beantwoording van het college in tweede instantie en vervolgens aan wethouder Korteland vragen of hij zijn deel hieraan wil bijdragen. Ik denk wel dat het van belang is. Ik denk dat u in tweede instantie inderdaad een aantal dingen heeft aangegeven die van belang zijn. In de discussie werd gezegd: dit is een onderwerp waarbij iedereen betrokken is. Wat dat betreft is het mooi te constateren dat iedereen er ook nadrukkelijk mee bezig is. Ik wil nogmaals benadrukken dat ik 16

begrijp dat sommigen het meer in de politieke sfeer willen trekken en anderen meer in bestuurlijke verhoudingen bekijken. Mijn benadering is in ieder geval de bestuurlijke. Dat heb ik u ook in eerste instantie al aangegeven door te spreken over de drie staatsrechtelijke bestuursorganen zoals we die in de gemeente kennen, maar ik begrijp ook de strekking en de intentie van uw vragen. Ik wil er nog een aantal dingen bij vermelden en kijken of dat in ieder geval voor een deel hierin tegemoet kan komen. Mevrouw Den Hartog had ook in eerste instantie geciteerd uit/gerefereerd aan het krantenartikel. Er stond in ieder geval de zin in: "De spanning is weggenomen". Ik kan u vertellen dat de vraag van de journalist natuurlijk was: is er nu sprake van een vertrouwensbreuk in het college? Is er sprake van verstoorde persoonlijke - of werkverhoudingen? Ik heb daarop geantwoord: nee, geenszins. Oh, zei hij: de spanning is uit de lucht. Ik zei: ja, de spanning is uit de lucht voor zover je dan over spanning kunt spreken. Dus, dat zeg ik ook nog eens in uw richting: er is geen sprake van een vertrouwensbreuk, geen sprake van. Mevrouw DEN HARTOG bij interruptie: het feit dat de journalist hiernaar vroeg heeft natuurlijk wel zijn achtergrond. Dat vragen ze niet zo maar. Die vraag is 'de spanning uit de lucht' is geen rare vraag. Dat u dat dan misschien niet met zoveel woorden zelf gezegd heeft en zij u dat in de mond gelegd hebben, maar de strekking van die boodschap blijft hetzelfde. Er is spanning en er zijn conflicten. Portefeuillehouder en burgemeester DE BRUIN: dat is uw conclusie, niet de mijne en ik ben het met u eens dat een journalist die zijn werk goed doet en gelukkig was dat een journalist die zijn werk goed doet, probeert er natuurlijk verder op in te zoemen en probeert dingen naar boven te halen. Dat hij die vragen stelde kan ik me ook goed voorstellen. Daar heeft hij ook een eerlijk antwoord op gekregen. Dus, in die zin probeer ik u aan te geven wat de vragen en de antwoorden geweest zijn. Ik geef dat antwoord bij deze ook aan u door. Ik denk dat ik hiermee ook in belangrijke mate uw vragen in eerste termijn heb beantwoord. Kijkend naar de tweede termijn haalt u er een aantal voorbeelden bij waarvan bij mij de een wat meer landt dan de ander, maar in feite geeft u aan: het blijft altijd lastig. We hebben de afgelopen jaren regelmatig geconstateerd dat de uitnodigingen zo af en toe komen of niet komen of ergens blijven hangen, dat mag niet. Mevrouw DEN HARTOG bij interruptie: burgemeester, ik dacht aanvankelijk dat het een incident was de stadswandeling door Dordrecht. Toen daarvan het verslag op de website van Drechtsteden kwam dacht ik: ik ben daar helemaal niet voor uitgenodigd. Hoe kan dat nu? Toen heb ik de griffie opgebeld: die gaf een ontwijkend antwoord en wist het gewoon niet, en kennelijk is die uitnodiging dus nooit bij ons terechtgekomen. U weet het heel goed, want ik heb u aangesproken over die uitnodiging van het Havenbedrijf Rotterdam die kwijt was geraakt. Het is geen incident meer, het gebeurt te vaak en dat stelt me zeker niet gerust. De heer STREMLER bij interruptie: ik krijg ook geregeld uitnodigingen om in Drechtsteden mee te gaan met wandelingen: ik ben met verschillende wandelingen mee geweest. Ik ben ook aanwezig geweest bij de ondertekening van het contract van het Veer van de 17