Voorstel : Vaststellen nota Dorpshuizen in Sint Anthonis, inclusief beleid ten aanzien van paracommercialisme

Transcriptie

1 Raadsvergadering : 15 september 2003 Agendapunt : 23. Voorstel : Vaststellen nota Dorpshuizen in Sint Anthonis, inclusief beleid ten aanzien van paracommercialisme Aan de Raad, In het coalitieprogramma is een aparte paragraaf opgenomen over de dorpshuizen waarin gesteld is dat er nader beleid ontwikkeld zal worden. Een tweetal thema s worden al specifiek benoemd welke aandacht moeten krijgen te weten de situatie in Wanroij en het paracommercialisme. Procedure In het najaar van 2002 is gestart met de voorbereidingen om te komen tot het vaststellen van een beleid ten aanzien van de dorpshuizen. Naast dossier onderzoek heeft met alle besturen van de dorpshuizen een gesprek plaatsgevonden om de stand van zaken door te nemen en te onderzoeken welke mening men heeft over de te volgen richting. Dit heeft geleid tot een conceptnota welke wij vervolgens besproken hebben in een tweetal gezamenlijke bijeenkomsten met de besturen van de dorpshuizen, gehouden op 6 mei en 7 juli Verslagen van genoemde bijeenkomsten treft u ter inzage aan. Opgemerkt moet worden dat wij in dit traject ook de gebruikers van de Gerardus Majella School hebben betrokken. Aangezien hier geen bestuur is dat het gebouw beheert, is direct met de gebruikers gesproken en zijn zij ook uitgenodigd voor de gezamenlijke bijeenkomsten met de besturen. Daarnaast is contact gezocht met een vertegenwoordiging van de horecaondernemers en het Bureau Eerlijke Mededinging (BEM) om ook hun zienswijze te leren kennen, met name daar waar het gaat om het paracommercialisme. Algemene uitgangspunten Ons streven is erop gericht om een algemeen beleid vast te stellen op grond waarvan vervolgens, waar nodig, specifieke situaties bekeken en aangepakt kunnen worden. Dit heeft geleid tot de nota zoals deze ter inzage ligt en waarvan wij u voorstellen om deze vast te stellen. In deze nota worden allereerst een aantal uitgangspunten bepaald hoe omgegaan zal worden met de dorpshuizen. Centrale gedachte hierin is dat, conform hetgeen is opgenomen in het coalitieprogramma, gestreefd moet worden naar behoud en

2 waar mogelijk naar verbetering van de leefbaarheid in al onze dorpen. Dit betekent ons inziens het realiseren en in stand houden van voorzieningen, maar ook het in goede banen leiden van alle ontwikkelingen zodat diverse ontwikkelingen elkaar niet tegen werken of waardoor anderen hinder kunnen ondervinden. Ten aanzien van de dorpshuizen hebben wij 5 uitgangspunten geformuleerd die richtinggevend kunnen zijn voor het gemeentelijk beleid te weten: 1. leefbaarheid in de dorpen moet bevorderd worden; 2. realiseren en in stand houden van dorpshuizen vormt hierin een speerpunt; 3. de rol van vrijwilligers in deze is cruciaal: indien mogelijk wordt het beheer van een dorpshuis dan ook overgedragen aan een vertegenwoordiging van het dorp, waar nodig moeten deze ondersteund worden; 4. uitgegaan moet worden van de eigenheid van ieder dorpshuis, afgestemd op de behoefte van de inwoners van het betreffende dorp; 5. Wetten en regels dienen nageleefd en gecontroleerd te worden. Paracommercialisme In de nota wordt expliciet aandacht geschonken aan de problematiek rondom het paracommercialisme. In essentie geldt dat horeca-activiteiten van dorpshuizen beperkt moeten blijven tot serviceverlening rondom de activiteiten waarvoor dorpshuizen eigenlijk in het leven geroepen zijn. Wet en regelgeving is redelijk duidelijk wat wel en niet mag in een dorpshuis. Desalniettemin blijft er een grijs gebied over. Leefbaarheid in dorpen gaat verder dan alleen de aanwezigheid van een school, dorpshuis of sportvoorziening. Ook andere voorzieningen, zoals winkels of horeca, dragen bij aan deze leefbaarheid. Het mag derhalve niet de bedoeling zijn dat dorpshuizen de rol van de reguliere horeca overnemen. Er zijn echter zeker wel situaties mogelijk waarbij horeca en dorpshuis elkaar kunnen aanvullen. Onze voorkeur gaat uit naar situaties waarin horeca en dorpshuis in een dorp elkaar aanvullen. Waar mogelijk moet gestreefd worden naar overeenkomsten tussen plaatselijke horeca en dorpshuis waarin duidelijke afspraken gemaakt worden hoe met elkaar omgegaan kan worden. Mocht dit echter niet lukken dan moeten zoveel mogelijk de wettelijke voorschriften nageleefd en vooral gehandhaafd worden. Dit kan betekenen dat bepaalde activiteiten in een dorpshuis dan niet langer toelaatbaar zijn. Gevolg kan zijn dat de exploitatie van een dorpshuis onder druk kan komen te staan. Indachtig de hierboven geformuleerde uitgangspunten moet in zo n situatie in gezamenlijkheid bekeken worden op welke wijze het beste gehandeld kan worden. De ter inzage liggende nota handelt over de dorpshuizen. Paracommercialisme heeft echter niet alleen te maken met mogelijke oneigenlijke concurrentie tussen reguliere horeca en dorpshuizen. Ook in sportkantines of diverse andere accommodaties kunnen horeca-activiteiten ontplooid worden die in feite niet tot de aard van de betreffende accommodatie gerekend mogen worden. Wij zijn van mening dat het in de nota dorpshuizen geformuleerde beleid ten aanzien van paracommercialisme ook van toepassing kan zijn om eventuele oneigenlijke horecaactiviteiten in andere accommodaties te beoordelen. Wij stellen daarom voor om het uitgestippelde beleid ten aanzien van paracommercialisme vast te stellen als algemeen beleidskader ten aanzien van het al dan niet toelaatbaar achten van horeca-activiteiten in accommodaties in onze gemeente. 2

3 Privatiseren Naast paracommercialisme hebben wij gemeend om specifieke aandacht te schenken aan het thema privatisering aangezien er geregeld gedachten zijn om accommodaties te privatiseren. De term privatisering kent geen éénduidige definitie. In de regel verstaat men er echter onder het overdragen van overheidstaken aan het particuliere initiatief. Het feit dat vrijwilligers een dorpshuis besturen kan derhalve gezien worden als een vorm van privatiseren. Ons uitgangspunt in deze is dat alleen daar sprake kan zijn van privatiseren waar dit mogelijk geacht wordt waarbij de continuïteit van het dorpshuis niet in gedrang komt. In alle gevallen moet hierbij ervoor gezorgd worden dat een dorpshuis voor alles een faciliterende rol moet vervullen voor het verenigingsleven in een dorp. Commerciële belangen mogen in dergelijke situaties niet ten koste gaan van het verenigingsleven. In de nota hebben wij een aantal punten geformuleerd waarmee ons inziens rekening gehouden moet worden. Om de continuïteit te waarborgen zijn wij van mening dat het eigendom van de gebouwen in principe zoveel mogelijk in handen van de gemeente moet blijven waarbij groot onderhoud ook voor onze rekening zal blijven. Dit sluit niet uit dat, als alle betrokkenen zich kunnen vinden in een andere oplossing, deze ook bespreekbaar moet kunnen zijn. Het gaat er vooral om dat er maatwerk geleverd kan worden waarbij optimaal tegemoet gekomen kan worden aan de plaatselijke behoeften, rekening houdend met diverse randvoorwaarden zoals o.a de financiële mogelijkheden. Overleg met betrokkenen Zoals gezegd is met ieder bestuur apart gesproken, heeft er 2 maal een overleg plaatsgevonden in een vergadering met alle besturen gezamenlijk en heeft er overleg plaatsgevonden met zowel een vertegenwoordiging van de plaatselijke horecaondernemers als met het Bureau Eerlijke Mededinging. Verslagen van de betreffende bijeenkomsten treft u ter inzage aan. De algemene teneur is dat men zich in hoofdlijnen kan vinden in de opzet van deze nota. De besturen kunnen zich met name vinden in de uitgangspunten waarbij voor hen uiteraard zwaar weegt dat er rekening gehouden zal worden met de eigenheid van ieder dorpshuis. Men acht het niet mogelijk om alle dorpshuizen op een identieke wijze te behandelen. Dit zou geen recht doen aan de specifieke functie die ieder dorpshuis op zich vervult in het eigen dorp. Bovendien zou dit vrij zeker funest zijn voor de betrokkenheid van de diverse vrijwillige besturen. Wij onderstrepen deze mening. Ten aanzien van het para commercialisme wordt er van hun kant op gewezen dat het eventueel handhaven gevolgen kan hebben voor de gemeente. Mogelijk dat de rekening dan bij de gemeente gelegd zal moeten worden. Wij zijn van mening dat dit één van de mogelijke consequenties kan zijn van een helder beleid dat ook in de praktijk nageleefd zal moeten worden. In de discussies werd ons inziens vooral ook duidelijk dat men graag helderheid verkrijgt in de handelwijze van de gemeente ten opzichte van de verschillende dorpshuizen. Met name op het financiële vlak is er sprake van grote verschillen in ondersteuning. Duidelijk werd echter ook dat ieder bestuur streeft naar een zo 3

4 goed mogelijke exploitatie van het dorpshuis waarbij enerzijds rekening gehouden wordt met de financiële situatie en anderzijds met de belangen en wensen van de gebruikers. Ook besturen zelf geven aan dat het vrijwel niet mogelijk is om het ene dorpshuis te vergelijken met het andere, dat het vooral van belang is om duidelijkheid te verschaffen over het verhaal achter de cijfers, en dat vooral gestreefd moet worden naar het in stand houden en optimaliseren van het gebruik van dorpshuizen afhankelijk van de behoeften van een dorp. Wij onderstrepen deze zienswijze waarbij wij uiteraard, samen met de besturen, trachten de exploitatie zo optimaal mogelijk te laten zijn. Met de vertegenwoordigers van de horeca heeft het overleg pas plaatsgevonden op 4 september waardoor het niet mogelijk was om de kern van hun bevindingen in dit voorstel op te nemen. Wij verwijzen u echter naar het ter inzage liggende verslag waarbij aansluitend ook ingegaan is op de mogelijke aanpassingen of consequenties van hun visie. Vervolg Indien de ter inzage liggende nota door u wordt vastgesteld dan zal deze als basis gebruikt worden om bepaalde specifieke zaken verder op te pakken en af te handelen. Hierbij moet gedacht worden aan het verstrekken van drank- en horecavergunningen waar dit nodig is (waarbij dit overigens niet alleen tot de dorpshuizen beperkt zal blijven) en het verder uitwerken van en komen tot voorstellen omtrent de situatie in Wanroij. Voorstel Samengevat stellen wij u voor in te stemmen met de ter inzage liggende nota Dorpshuizen in Sint Anthonis waarbij het hierin geformuleerde beleid ten aanzien van paracommerciële activiteiten als beleidskader gebruikt zal worden voor het beoordelen van alle eventuele oneigenlijke horeca-activiteiten. De op dit agendapunt betrekking hebbende bescheiden liggen voor u op de gebruikelijke wijze ter inzage. Sint Anthonis, 3 september Burgemeester en wethouders van Sint Anthonis, de secretaris, de burgemeester, Th.F. Peters J.M.J. Verbeeten 4

5 Behandeling Commissie De Commissie adviseert met integrale behandeling van het voorstel in te stemmen. De fractie CDA en Kern&Punt zijn daarbij voorstander van een afzonderlijke behandeling paracommercialisme, gelet op de stand van zaken van besluitvorming. Terinzagelegging Bij dit onderwerp liggen de volgende stukken ter inzage: 1. Nota dorpshuizen in Sint Anthonis; 2. College besluiten van 12 augustus 2003, 5 augustus 2003; 3. Verslagen overleg dorpshuizen 7 juli 2003 en 6 mei 2003; 4. Overzicht lasten en baten per dorpshuis; 5. Na te zenden: overleg met de horeca d.d. 4 september 2004; De volgende stukken zijn als bijlage meegezonden: 6. Nota Dorpshuizen in Sint Anthonis ; Sector : Burgerzaken Portefeuillehouder : wethouder H. van Heijster 5