Sociaal Plan Aqualysis



Vergelijkbare documenten
Sociaal Plan. Reorganisatie Waterschap Groot Salland. Sober en Slim. Van werk naar werk

Van werk naar werk. Sociaal Plan reorganisatie Groot Salland

Sociaal Plan. Gemeenschappelijk belastingkantoor Lococensus - Tricijn. Fase I (concept onderhandelingsakkoord)

Sociaal statuut. Waterschap Rijn en IJssel

Sociaal Plan LeerWerkbedrijf EmmenN.V.

Sociaal Plan Waterschap Rijn en IJssel

Sociaal statuut. Waterschap Rijn en IJssel. (1 januari 2017 tot 1 januari 2022)

22 REGELS BIJ REORGANISATIE

Sociaal statuut Waterschap Zuiderzeeland. Versie III 12 december 2008

CONCEPT BGO - Sociaal Plan (principe akkoord ) Sociaal Plan

CVDR. Nr. CVDR612057_1

Sociaal Statuut voor de samenwerking Gemeenten Boxmeer en Sint Anthonis

Van werk naar werk. Sociaal Statuut. Ambtelijke fusie waterschap Veluwe en waterschap Vallei & Eem 1 januari 2012

SOCIAAL PLAN INLEIDING

Sociaal Statuut Hefpunt 2014 / 2017

BIJLAGE 5: SOCIAAL STATUUT VAN DE GEMEENTE HARDERWIJK

FUSIE CONVENANT ADDENDUM BIJ DOORLOPEND SOCIAAL PLAN ORGANISATIEONTWIKKELING KWINTES. Inzake fusie Kwintes en Stichting Iks

SOCIAAL PLAN Waterschap Zuiderzeeland

SOCIAAL PLAN Zorgcentrum Horizon

Sociaal Plan In verband met definitieve instelling Regionaal Bureau Leerplicht. gemeenten De Ronde Venen, Stichtse Vecht en Woerden

Bijlage 4 bij de adviesaanvraag Bijzondere Ondernemingsraad. Versie met voorgestelde aanpassingen uit projectteam, directieteam en P&O werkgroep.

SOCIAAL STATUUT MEDEWERKERS CENTRUM VOOR MUZIEK EN DANS WAALWIJK - HEUSDEN

Rechtspositieregelingen. Taakafbakening Georganiseerd Overleg en Ondernemingsraad & Regeling Personele jaarcyclus

CVDR. Nr. CVDR471654_1. Sociaal Plan Meerinzicht. Artikel 1:1 Begripsbepalingen. 12 december Officiële uitgave van Ermelo.

Concept Sociaal plan privatisering Zwembad t Baafje

Personeelsplan. Samenwerking Leiden - Leiderdorp

SOCIAAL PLAN EMCO-GROEP. Voor Wsw-medewerkers. 1 maart januari Business Post

Sociaal Statuut Herindeling gemeente Hoogezand-Sappemeer, Menterwolde en Slochteren

BIJLAGE 10 SOCIAAL STATUUT GEMEENTE TEN BOER

Addendum Doorlopend Sociaal Plan. Stichting Eleos

Sociaal Overgangsprotocol. Triversum GGZ NHN

Synergorî allemaal kansen

Sociaal Statuut Wedeka Bedrijven. Voor ambtelijke medewerkers. 1 januari januari 2018

Model plaatsingsprocedure EUR. 1. Inleiding

Voor de toepassing van de sociale leidraad wordt verstaan onder:

SOCIAAL PLAN regelende de plaatsing van ambtenaren van gemeente Haarlem en Provincie Noord-Holland bij de Milieudienst IJmond.

Regeling Generatiepact Noord-Hollands Archief

Sociaal statuut Regionale Uitvoeringsdienst Groningen. Derde medewerkersbijeenkomst 10 december 2012

Sociaal Plan. Onderhandelingsakkoord, bereikt in het BGO op 5 juni 2012

B&W-Aanbiedingsformulier

RUD Utrecht. Procedureregeling functiebeschrijving en waarderingrud Utrecht

Sociaal statuut van de gemeente Olst-Wijhe 2014

Regeling bezoldiging gemeente Nieuwkoop 2011

CVDR. Nr. CVDR98200_2

TiU-Regeling vergoeding reiskosten woon-werkverkeer en verhuiskosten

Uitvoeringsregeling Beloning Delfland

SOCIAAL PLAN. enerzijds en. namens. de Vereniging ABVAKABO / FNV, de heer P. Weijland. CNV Publieke Zaak, de heer F. Doedens.

Bijeenkomst 17 december Organisatie & Formatierapport en plaatsingsproces ODRA

CVDR. Nr. CVDR122165_1. Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen

CONCEPT. Sociaal Plan Overdracht Algemeen Maatschappelijk Werk Zuidwest-Drenthe

SOCIAAL STATUUT ABILITY VOOR AMBTELIJKE MEDEWERKERS EN VOOR MEDEWERKERS DIE OP BASIS VAN EEN ARBEIDSOVEREENKOMST DE CAR-UWO VOLGEN

Regeling vergoeding reiskosten woon-werkverkeer en verhuiskosten

Sociaal Statu ut Wsw personeel Wedeka Bedrijven

SOCIAAL PLAN overname Tinkelbel door SKON 10 december De ondergetekenden,

SOCIAAL STATUUT ABILITY VOOR SW-MEDEWERKERS

SOCIAAL PLAN STEDELIJK JONGERENWERK UTRECHT (onderhandelaarakkoord)

Sociale regeling in het kader van de Reorganisatie van Schouwburg Almere. December Sociale regeling. Versie 3 d.d. december 2011 Pagina 1 van 8

SOCIAAL PLAN. SWAFacet BV KERN BV. ten behoeve van de fusie van. Versie d.d. 23 oktober 2007

Sociaal Plan Larcom 2014

Sociaal plan Mueller ten behoeve van de verhuizing naar de nieuw te bouwen locatie te Groenlo.

Overeenkomst. Algemene bepalingen

Medewerkers op afdelingen en/of functies waarin wordt verwacht dat (veel) boventalligheid zal ontstaan.

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

Sociaal Plan Stichting Baanderij en Werkstad B.V. en Wedeka Bedrijven. Sociaal Plan. Ten behoeve van

Overeenkomst. zowel gezamenlijk als afzonderlijk vormende partij enerzijds, verder te noemen de werkgever en. Algemene bepalingen

Sociale leidraad GR SW Fryslân /Caparis NV voor medewerkers die vallen onder de cao voor de sociale werkvoorziening

VERVOERSPLAN ODZOB. 18 mei

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Regeling procedure aanwijzing groepen functies en herplaatsing BZK 2008

CONCEPT ONDERHANDELAARSRESULTAAT. SOCIAAL PLAN WEENER GROEP S-HERTOGENBOSCH, behorend bij het Ondernemingsplan

VERORDENING BESTUURSCOMMISSIE OPENBAAR BASISONDERWIJS WEERT

Leidraad bij reorganisaties

Nota van B&W. Onderwerp Plaatsingsplan afdeling Financiën

SOCIAAL STATUUT 2005

95e Wijziging in de gemeentelijke Rechtspositieregeling

SOCIAAL PLAN Regio Gooi en Vechtstreek

Bijlage II Procedure FuWater

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

Veelgestelde vragen over de reorganisatie PostNL, branche Post en Pakketten.

3. - De ABVAKABO FNV gevestigd te Zoetermeer - De CNV Publieke Zaak gevestigd te s Gravenhage

Addendum behorende bij het Sociaal Plan ten behoeve van de fusie en reorganisatie van de stichting Libertas Leiden en betrekking hebbend op de

Overgangsprotocol regelende de plaatsing van medewerkers van de stichting Gooisch Natuurreservaat (GNR) bij de NV PWN Waterleidingbedrijf

1.1 Doel Het doel van dit sociaal plan is om de nadelige sociale gevolgen van reorganisaties voor

Sociaal Statuut. Gemeente Haarlem 2011

Addendum GGZ WNB. Looptijd: datum ondertekening tot en met 1 januari 2020 DE ONDERGETEKENDE: Werkgever: GGZ WNB, gevestigd te Halsteren.

FNV Bouw, gevestigd te Woerden, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer C. van der Veer;

Bezoldigingsverordening gemeente Leeuwarderadeel 2005.

CONCEPT SOCIAAL PLAN (onderhandelaar akkoord )

Magentazorg. Addendum. Doorlopend Sociaal Plan tot 1 juli 2015

10. Sociaal Statuut. Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen. Artikel 1:1 Definities

SOCIAAL STATUUT BIJ DE REGIONALISERING VAN

gelet op het bepaalde in artikel 4, eerste lid, van de Re-integratieverordening Participatiewet gemeente Deurne 2018

Sociaal Statuut. Van werk naar werk

LANDELIJK SOCIAAL BELEIDSKADER REGIONALE UITVOERINGSDIENSTEN OMGEVINGSRECHT

Sociaal Statuut Gemeente Haarlem 2011 Aanpassing per

SOCIAAL PLAN 24 februari september 2014

CVDR. Nr. CVDR104289_1. Sociaal statuut van de gemeente Wijchen

Sociaal Plan. Registratienummer:

SOCIAAL PLAN AMBTELIJKE FUSIE ALKMAAR, GRAFT-DE RIJP EN SCHERMER

Onderhandelaarsakkoord Sociaal Plan Henze 2.12

voor de o verplaatsings processe n naar GR BAR -organisatie per 1 januari 2014 ( overeenstemming is bereikt in B GO BAR-gemeenten op 8 oktober 2013)

Transcriptie:

Van werk naar werk Fusie laboratoria Waterschap Regge en Dinkel en Waterschap Groot Salland Tekst is onder voorbehoud van : 1. Afstemming met PHO en BGO 2. Juridische toetsing van de formulering 3. Instemming AB s Groot Salland en Regge en Dinkel Versie 1.2 (concept) Onderhandelingsakkoord 6 november 2013

INHOUDSOPGAVE Inleiding 3 Hoofdstuk 1 Algemeen 4 Hoofdstuk 2 Werkgelegenheid 8 Hoofdstuk 3 Salarisgarantie/verrekening 9 Hoofdstuk 4 Plaatsingsprocedure 11 Hoofdstuk 5 Mobiliteit 17 Hoofdstuk 6 Slotbepalingen 19 2 Fusie laboratoria Waterschap Regge en Dinkel en Waterschap Groot Salland per 1 januari 2014

INLEIDING Dit heeft betrekking op de fusie van de laboratoria van waterschap Regge en Dinkel en waterschap Groot Salland tot een nieuw laboratorium per 1 januari 2014. Dit geldt specifiek voor de medewerkers in vaste dienst van de laboratoria van waterschap Regge en Dinkel en waterschap Groot Salland. Voor waterschap Groot Salland geldt het zowel voor de medewerkers van het chemisch alsmede medewerkers van het hydrobiologisch laboratorium. Dit heeft betrekking op de fusie per 1 januari 2014. Indien er daarna sprake is van ingrijpende zaken: reorganisatie, privatisering, of het uittreden van een of meerdere deelnemende waterschappen, vindt opnieuw overleg met het GO en de vakbonden plaats. De vaststelling van dit is de bevoegdheid van het algemeen bestuur van waterschap Groot Salland en het algemeen bestuur van Regge en Dinkel. Met de fusie van de laboratoria van Groot Salland en Regge en Dinkel wordt een groter en daarmee een toekomstig bestendiger laboratorium organisatie beoogd. Dit nieuwe laboratorium zal diensten verlenen aan: Groot Salland, Vechtstromen, Reest en Wieden, Vallei en Veluwe, Zuiderzeeland en Rijn en IJssel. Het laboratorium zal bestuurd worden door deze deelnemende waterschappen en krijgt de publiekrechtelijke rechtsvorm van een gemeenschappelijk openbaar lichaam. De integratie van de laboratoria zal in twee fases plaatsvinden: per 1 januari 2014 zal er sprake zijn van een organisatie werkzaam vanuit 3 locaties (2 in Zwolle en 1 in Almelo). Per 1 januari 2017 zal er sprake zijn van een locatie in Zwolle. De invulling van de functie van directeur valt buiten de werking van dit en vindt plaats via de reguliere werving- en selectieprocedure, waarbij alle ambtenaren van waterschap Regge en Dinkel en waterschap Groot Salland mogen solliciteren. Het plaatsingsproces zal in twee fases plaatsvinden: In de eerste plaatsingsronde, in november of december 2013, zullen de teamleiders en overige medewerkers van wie de functie is gewijzigd of vervallen worden geplaatst. Ook zullen medewerkers met ongewijzigde functies administratief worden geplaatst. Ook bij medewerkers bij wie sprake is van administratieve plaatsing in verband met een ongewijzigde functie, vindt toetsing hiervan plaats door de plaatsingscommissie. In de tweede plaatsingsronde: (medio 2015) zal een plaatsingsprocedure plaatsvinden voor enkele functies waarvoor geldt dat door de gezamenlijke huisvesting van beide laboratoria in Zwolle per 1 januari 2017, sprake zal zijn van overtal. Naast dit is de SAW (Sectorale Arbeidsvoorwaardenregelingen Waterschapspersoneel) van toepassing. Omwille van de leesbaarheid zijn daarbij niet alle van toepassing zijnde teksten overgenomen in dit. Het treedt in werking op het moment dat de algemene besturen van de waterschappen van beide fuserende laboratoria dit hebben bekrachtigd. 3

HOOFDSTUK 1 ALGEMEEN Artikel 1 Begripsbepalingen In dit Statuut wordt verstaan onder: a. Afbouw: betaling van een geldbedrag in termijnen om een bestaande financiële verplichting finaal af te wikkelen. b. Afkoop: betaling van een geldbedrag ineens om een bestaande verplichting finaal af te wikkelen. c. Ambtenaar: hij die door of vanwege het waterschap is aangesteld om in openbare dienst werkzaam te zijn én die bij één van de laboratoria van de waterschappen Regge en Dinkel en Groot Salland een vaste aanstelling heeft. d. Directeur: de directeur van de ambtelijke organisatie van het nieuw op te richten laboratorium. e. Functie (profiel): het geheel van taken, werkzaamheden en/of (combinaties van) rollen met vermelding van het op basis van FuWater vastgestelde schaalniveau, alsmede het bijbehorende competentieprofiel zoals omschreven in het organisatieboek van het nieuw te vormen laboratorium. f. Organisatieboek: overzicht van de organisatiedoelstellingen, -opbouw, formatieomvang en functieprofielen van het nieuw te vormen laboratorium. g. Functiegebonden toelage: de toelage die onafhankelijk van de persoon, vanwege het vervullen van de functie wordt toegekend; deze toelage heeft niet het karakter van een onkostenvergoeding. h. Geschikte functie: een functie, die niet als passend is aan te merken, maar die de ambtenaar op grond van zijn werk- en denk/opleidingsniveau, zijn (gerichte) werkervaring, zijn ontwikkelpotentieel, zijn motivatie en zijn ontwikkelde competenties kan uitoefenen en waarbij de ambtenaar voldoet aan de eisen die aan het uitoefenen van een functie als opgenomen in het organisatieboek worden gesteld of hier binnen een termijn van een jaar aan kan gaan voldoen. Het geschiktheidsoordeel kan eventueel mede onderbouwd worden met behulp van een extern uit te voeren geschiktheidsonderzoek/assessment, een loopbaanoriëntatie, een persoonlijk portfolio en recente beoordelingsverslagen. Dit kan een functie binnen zijn dan wel een functie buiten wanneer een medewerker benoemd is als mobiliteitskandidaat zoals beschreven in hoofdstuk van 5 van dit. i. Passende functie: een functie die de ambtenaar redelijkerwijs in verband met zijn werk- en denkniveau, zijn persoonlijkheid, zijn omstandigheden en zijn competenties kan worden opgedragen. Onder persoonlijkheid en omstandigheden kan onder meer worden verstaan: interesses, capaciteiten, ervaring, gezondheidstoestand, scholing, competenties en ontwikkelingspotentieel. Het schaalniveau van de passende functie kan gelijk zijn aan de huidige functie, dan wel hoger, mits de medewerker hiervoor geschikt is, dan wel lager liggen dan het schaalniveau van de oude functie (peildatum inschaling=oktober 2013). In het laatste geval bedraagt het verschil maximaal 2 salarisschalen ten opzichte van de functieschaal van de functie die in het jaar 2013 van toepassing was bij de betreffende medewerker. De passende functie kan een functie binnen zijn dan wel een functie buiten wanneer een medewerker benoemd is als mobiliteitskandidaat. 4

j. Bevoegd gezag: tot het moment dat de nieuwe GR definitief is opgericht (streven= 1 januari 2014): het bestuur van waterschap Regge en Dinkel (dat overgaat in Vechtstromen op 1 januari 2014) en waterschap Groot Salland. Deze besturen kunnen een gedeelte van hun bevoegdheden in het kader van de totstandkoming van het geïntegreerde laboratorium overdragen aan de kwartiermaker van het laboratorium, behalve de plaatsingsbesluiten en de bezwaarprocedure. Vanaf 1 januari 2014 komen deze beslissingen toe aan het dagelijks bestuur dan wel algemeen bestuur van de nieuwe laboratoriumorganisatie, die een gedeelte van hun bevoegdheden kunnen overdragen aan de directeur van. Tot 1 januari 2014 is de bevoegdheid tot het nemen van een (voorlopig) plaatsingsbesluit gemandateerd aan de secretaris-directeur van waterschap Groot Salland. k. Outplacement: de begeleiding door een externe organisatie om de ambtenaar - op kosten van het organisatie waar de medewerker in dienst is - buiten het nieuw te vormen laboratorium aan een andere functie te helpen. l. Overtal: bezetting die de in het formatieplan van 2017 vastgelegde formatieomvang overschrijdt. Daarbij worden een of meerdere medewerkers boventallig verklaard. m. Salaris: Het bruto bedrag per maand, dat aan de ambtenaar is toegekend volgens een salarisschaal of, indien voor de functie een vast bedrag geldt, dit bedrag. n. SAW: Sectorale Arbeidsvoorwaardenregelingen Waterschapspersoneel. o. Standplaats/ plaats van tewerkstelling: de aangewezen plaats/locatie waar of van waaruit de ambtenaar gewoonlijk zijn werkzaamheden verricht. p. Studiekosten: kosten zoals gedefinieerd in de Studiefaciliteitenregeling artikel 11.2 SAW. q. Voorkeursfunctie: een functie waarvoor de ambtenaar via een belangstellingsregistratie heeft aangegeven zich kandidaat te willen stellen in het plaatsingsproces. r. Garantiesalaris bij plaatsing binnen het nieuwe laboratorium: het salaris(perspectief) waarop de ambtenaar, op het moment van plaatsing, in zijn oude functie bij één van de fuserende laboratoria recht had. s. Ongewijzigde functie: een functieprofiel zoals omschreven in het organisatieboek van het nieuwe laboratorium, waarvan de karakteristieken voor minimaal 80% overeenkomen met die van het functieprofiel zoals dat gold voor de desbetreffende ambtenaar bij een van de fuserende laboratoria. Bepalende elementen hierbij zijn: de inhoud van de werkzaamheden, waaronder niveaubepalende onderdelen die in de praktijk op structurele basis daadwerkelijk worden uitgevoerd, de omgevingscontext waarbinnen de werkzaamheden worden uitgevoerd, het bij de functie behorende competentieprofiel en verantwoordelijkheden en bevoegdheden. t. Nieuwe functie: Een functie die, hoewel de verschillende taken voor de reorganisatie wel voor konden komen, qua inhoud sterk afwijkend is van de oude functies, bijvoorbeeld door een andere combinatie van taken. u. Gewijzigde functie: Een functie die, qua aard en inhoud voor meer dan 20% is gewijzigd ten opzichte van voor de organisatieverandering. De bepalende elementen daarbij zijn gelijk als omschreven bij ongewijzigde functie. Alle leidinggevende functies worden geacht gewijzigde functies te zijn, gelet op de veranderende wijze van besturing en de hiermee samenhangende veranderde eisen en kwalificaties. 5

v. Anciënniteit bij plaatsingsproces: Het aantal jaren dienstverband bij het waterschap Regge en Dinkel dan wel waterschap Groot Salland of een van haar rechtsvoorganger(s). Voor medewerkers die in het verleden als collectief zijn overgegaan vanuit waterschap Veluwe naar het chemisch laboratorium van Groot Salland, geldt waterschap Veluwe als rechtsvoorganger. w. Persoonsgebonden toelage: Een toelage die niet een functie gebonden toelage en geen onkostenvergoeding is. Artikel 2 Leeswijzer 1. Daar waar wordt gesproken over bedragen of afkoopsommen wordt altijd het bruto bedrag bedoeld. Hierop worden de wettelijke inhoudingen voor belastingen/sociale premies door de werkgever in mindering gebracht en afgedragen. 2. Daar waar in het is vermeld werknemer, medewerker, man, hij, zijn of hem kan tevens de vrouwelijke vorm worden gelezen. Artikel 3 Doelstelling Het heeft, aanvullend op hetgeen hierover op landelijk niveau bindend in deel 1 van de SAW is vastgelegd, tot doel om de sociale en rechtspositionele gevolgen voortvloeiend uit de vorming van het nieuwe laboratorium vanuit de huidige laboratoria van waterschap Regge en Dinkel en waterschap Groot Salland voor betrokken ambtenaren zorgvuldig te regelen. De werkgever en de ambtenaar hebben een gezamenlijke verantwoordelijkheid zich maximaal in te spannen om recht te doen aan dit : Van werk naar werk. Artikel 4 Informatieverstrekking Het bevoegd gezag draagt er zorg voor dat alle ambtenaren tijdig en regelmatig worden geïnformeerd over de voortgang en de inhoud van het proces. Tevens wordt via publicatie op interne digitale media het aan alle ambtenaren beschikbaar gesteld. 6

Artikel 5 Verplichtingen bevoegd gezag Het bevoegd gezag van het nieuwe laboratorium heeft de verplichting de ambtenaar te begeleiden van werk naar werk. Primair wordt hieraan invulling gegeven door de wederzijdse verplichtingen in het kader van de plaatsingsprocedure. Secundair, door in geval van niet plaatsing van de ambtenaar binnen het nieuwe laboratorium na afronding van het plaatsingsproces, de medewerker te begeleiden naar een baan buiten het laboratorium. Een eventuele tijdelijke oplossing kan zijn het detacheren van de betrokken ambtenaar buiten het laboratorium. Het laboratorium spant zich in om de medewerker die op een functie is geplaatst waaraan een lagere functieschaal verbonden is, deze medewerker vroegtijdig te attenderen op mogelijk passende interne vacatures op het niveau van zijn oude functie en hieraan ook aandacht te besteden tijdens de POP-gesprekken. Artikel 6 Verplichtingen ambtenaar 1. De ambtenaar heeft de verplichting actief mee te werken aan zijn plaatsing binnen de nieuwe organisatie en in geval van boventalligheid aan één van de mogelijkheden als genoemd in hoofdstuk 5 van dit. 2. De ambtenaar die aanspraak kan maken op de financiële voorzieningen van het, verplicht zich aan het bevoegd gezag de noodzakelijke inlichtingen en gegevens tijdig en naar waarheid te verstrekken. 3. De ambtenaar is gehouden alle medewerking te verlenen die nodig is voor een juiste toepassing van dit. Artikel 7 Consequenties van het niet voldoen aan verplichtingen 1. Indien de ambtenaar naar het oordeel van het bevoegd gezag onvoldoende medewerking verleent aan de voor hem geldende verplichtingen uit dit zoals beschreven in artikel 6, zal de ambtenaar uitgesloten worden van toepassing van dit en zal voor de ambtenaar reorganisatie ontslag plaatsvinden op grond van artikel 8.1.4 SAW. 2. Het bevoegd gezag laat zijn oordeel toetsen door de plaatsingscommissie alvorens tot uitsluiting of ontslag te beslissen en informeert de ambtenaar over de uitkomst van deze toetsing. 3. Indien het bevoegd gezag in het kader van dit artikel tot ontslag van de ambtenaar overgaat, vindt ontslag plaats op grond van artikel 8.1.4. SAW, met inachtneming van een opzegtermijn van 3 maanden, maar zonder (verdere) inachtneming van de in artikel 2.3.2, lid drie van de SAW genoemde herplaatsingstermijn van 1,5 jaren, voor zover deze periode reeds is verstreken gerekend vanaf de datum van boventallig verklaring van de betrokken ambtenaar. 4. Het verstrekken van onjuiste en/of onvolledige inlichtingen alsmede oneigenlijk gebruik of misbruik van de geboden voorzieningen zal uitsluiting van dit tot gevolg hebben en kan leiden tot terugvordering van het inmiddels aan de ambtenaar betaalde. 7

HOOFDSTUK 2 WERKGELEGENHEID Artikel 8 Werkgarantie Het motto is het begeleiden van medewerkers van werk naar werk binnen of buiten de organisatie. Bij een plaatsingsmogelijkheid, dan wel toekomstige standplaatswisseling in de periode 2014-2017 binnen het nieuw op te richten laboratorium geldt een reistijd van maximaal 1 uur en 15 minuten (eigen vervoer, via ANWB snelste route gemeten) tussen woon- en werkadres ( deur tot deur ) als geografische grens bij de term passend werk. De medewerker heeft daarbij een keuze qua vergoeding; de kosten van eigen vervoer of openbaar vervoer kunnen worden gedeclareerd. Daarbij geldt de vergoedingsregeling van de SAW als basis, waarbij: Incidentele dienstreizen naar Zwolle voor medewerkers die nu werkzaam zijn in Almelo, en naar Almelo voor medewerkers die nu werkzaam zijn in Zwolle, welke plaatsvinden in de jaren 2014-2017, worden vergoed conform de dienstreizenvergoeding SAW. Bij wijziging van standplaats van Almelo naar Zwolle in de periode 2014-2017, ontvangt de betreffende medewerker, indien hij niet met het openbaar vervoer reist, een volledige vergoeding van reiskosten woon/werkverkeer (conform SAW, maar zonder de bovengrens van 30 kilometer enkele reis; vergoeding in 2013 0.19/km) tot 01-01-2020. Deze tijdelijke verhoogde reiskostenvergoeding geldt ook voor medewerkers die (al dan niet tijdelijk) van standplaats veranderen omdat zij boventallig zijn verklaard en werkzaam zijn bij een van de waterschappen die betrokken zijn bij deze fusie, dan wel tijdelijk gedetacheerd worden buiten de sector waterschappen. Reiskosten gemaakt per OV volledig worden vergoed. Voor medewerkers die structureel met het OV reizen voor het woon-werkverkeer, waarbij de reistijd enkele reis per trein boven de 40 minuten is, en te maken hebben met een standplaatswijziging van Almelo naar Zwolle vanaf het jaar 2014, geldt dat zij tot 1 januari 2020 recht hebben op een jaartrajectkaart 1 e klasse (op declaratiebasis). Daarbij is een verstrekken van een voorschot voor een jaartraject mogelijk. Indien er gedurende de periode 1 januari 2014 tot 1 januari 2020 sprake zal zijn van een kabinetsbesluit tot het substantieel verlagen van de kilometervergoeding, zal in overleg getreden worden met het GO van over de nieuw ontstane situatie. De medewerker, die een langere reistijd woon/werk heeft dan 1 uur en een kwartier, heeft eenmalig de mogelijkheid dit schriftelijk aan te geven bij het eerste plaatsingsproces (eind 2013). Met instemming van de kwartiermaker/directeur kan de medewerker dan in aanmerking komen als mobiliteitskandidaat. De medewerker zal dan in de periode 1 januari 2014 tot 1 januari 2017 nog tijdelijk werkzaam zijn bij het gefuseerde laboratorium. Daarbij geldt dat, omdat er geen sprake is van het aanbieden van een passende functie (reistijd eigen vervoer buiten 1 uur en een kwartier), er na afloop van de periode 1/1/2014 tot 1/1/2017 sprake is van reorganisatieontslag volgens artikel 8.1.4 van de SAW met bijbehorende WW rechten conform artikel 8.3 SAW. Indien er naar het oordeel van de medewerker sprake is van een zodanige lange reistijd dat de combinatie van privé en werktijd een structureel probleem geeft, maar er gezien de reisafstand eigen vervoer sprake is van een passende functie wat betreft de reisafstand, zal de medewerker uiterlijk in het eerste kwartaal van 2014, dan wel binnen een maand na standplaatswijziging, per 1 januari 2017 ontslag indienen op eigen verzoek. Er is daarbij geen sprake van recht op WW. 8

HOOFDSTUK 3 SALARISGARANTIE/VERREKENING Artikel 9 Salarisgarantie 1. De ambtenaar die binnen het nieuwe laboratorium in een functie wordt geplaatst met een lagere (indicatieve) functiesalarisschaal, heeft recht op de salarisperspectieven waarop hij, op het moment van plaatsing, in zijn oude functie bij één van de fuserende laboratoria recht op had. 2. De boventallig verklaarde ambtenaar die niet is geplaatst binnen het nieuwe laboratorium en (nog) niet geplaatst is in een passende functie bij een andere werkgever behoudt zijn salaris, IKB collectief en persoonlijke toelage, voor zover niet aan tijd gebonden, zoals dat voor hem geldt op de datum waarop hij boventallig is verklaard. Artikel 10 Afkoop functie gebonden toelagen 1. Indien de ambtenaar binnen het nieuw te vormen laboratorium wordt geplaatst op een functie waarvoor geen functie gebonden toelage geldt, of wanneer de ambtenaar boventallig wordt verklaard, vervalt het recht op een functie gebonden toelage. 2. Indien de ambtenaar op grond van het eerste lid van dit artikel zijn rechten op een functie gebonden toelage verliest, geldt een recht op afkoop hiervan. 3. De afkoop wordt berekend door het gemiddelde maandbedrag aan functie gebonden toelagen dat de betrokken ambtenaar in het jaar 2013 heeft ontvangen te vermenigvuldigen met factor 24. 4. Inconveniëntenvergoeding/toelage bezwarende omstandigheden Indien de ambtenaar in de oude situatie recht had op een inconveniëntenvergoeding dan wel een toelage bezwarende omstandigheden en er in de nieuwe situatie geen sprake is van een inconveniëntenvergoeding, wordt het verlies van deze vergoeding gecompenseerd conform de afkoopregeling beschreven in dit artikel. Indien de ambtenaar in de oude functie recht had op een inconveniëntenvergoeding/toelage bezwarende omstandigheden en hij in de nieuwe functie opnieuw recht krijgt op een andere inconveniëntenvergoeding, worden deze vergoedingen verrekend. Als het verschil negatief is, wordt overgegaan tot compensatie conform de afkoopregeling beschreven in dit artikel. De compensatie bestaat uit een eenmalige afkoopsom van 250% van het jaarbedrag van het verlies of vermindering van de vergoeding. Op verzoek van de medewerker kan er ook een afbouwregeling worden getroffen. De afbouw geschiedt dan in 4 jaar en bedraagt het eerste jaar 100%, het tweede jaar 75%, het derde jaar 50% en het vierde en laatste jaar 25%. Voor de berekening van de bedragen wordt uitgegaan van het op de dag van (voorwaardelijke) plaatsing geldende bedrag van de vergoeding. Indien voor de ambtenaar op de dag van de (voorwaardelijke) plaatsing of daarna een hogere salarisschaal gaat gelden, wordt de gegarandeerde inconveniëntenvergoeding/toelage bezwarende omstandigheden met het nieuwe salarisbedrag verrekend. 9

Indien een medewerker op 31 december 2013 recht had op een inconveniëntenvergoeding dan wel een toelage bezwarende omstandigheden, wordt dit recht behouden tot het moment waarop via de landelijke SAW een voor alle waterschappen bindende regeling wordt afgesproken. De nieuwe regeling van de SAW vervangt daarbij de oude regeling van Waterschap Groot Salland, Regge en Dinkel dan wel Vechtstromen. Medewerkers die in het jaar 2013 geen inconveniëntenvergoeding of vergoeding voor bezwarende omstandigheden ontvingen, ontvangen dit ook vanaf het jaar 2014 niet, tenzij er op enig moment sprake is van een landelijk bindende regeling, welke ook van toepassing is op de functie van de betreffende medewerker(s). Artikel 11 Afbouw persoonsgebonden toelagen bij plaatsing in een hogere salarisschaal 1. De medewerker behoudt het recht op een tijdelijke persoonsgebonden toelage totdat de termijn zoals die was afgesproken, is verlopen. 2. De medewerker behoudt het recht op een persoonsgebonden toelage, met inachtneming van artikel 11 lid 3, die niet aan tijd gebonden is, zolang hij voldoet aan de voorwaarden die aan de toekenning van de toelage ten grondslag liggen. 3. Indien voor de medewerker op de datum van de (voorwaardelijke) plaatsing of daarna een hogere salarisschaal gaat gelden, worden de gegarandeerde persoonsgebonden toelagen met het nieuwe salarisbedrag verrekend. Indien er na verrekening nog een bedrag overblijft, wordt dit resterende bedrag afgebouwd indien er in de toekomst opnieuw op enig moment sprake is van een inschaling in een hogere functie. 10

HOOFDSTUK 4 PLAATSINGSPROCEDURE Artikel 12 Algemeen / fasering plaatsingsproces De fusie zal gefaseerd worden uitgevoerd waarbij het nieuwe laboratorium start op 1 januari 2014. Bij de start van het nieuwe laboratorium worden drie locaties aangehouden, twee in Zwolle en een locatie in Almelo. Voor de start wordt er een (tijdelijk) bestuur en een kwartiermaker/beoogd directeur aangesteld. Er zal gebruik gemaakt worden van een tweefasen model voor de plaatsing van het personeel van. De eerste fase betreft het plaatsingsproces en het daarbij behorende organisatieboek voor het jaar 2014 (geldig tot eind 2016). Eind 2013 zal een sollicitatieprocedure plaatsvinden voor de medewerkers van wie de functie is vervallen of gewijzigd. Daarbij vindt selectie plaats op basis van kwaliteit. De tweede fase van het plaatsingsproces zal medio 2015 plaatsvinden. Daarbij zal sprake zijn van een aangepast organisatieboek. Omdat er sprake is van 2 plaatsingsrondes, worden 2 organisatieboeken opgesteld: 1 voor het plaatsingsproces van eind 2013 en 1 voor het plaatsingsproces van medio 2015. Het tweede organisatieboek wordt vastgesteld door het bevoegd gezag nadat een tussentijdse evaluatie van het totale veranderproces heeft plaatsgevonden. Daarbij wordt ook bekeken of de feitelijke aard en hoeveelheid werkzaamheden, inclusief mogelijke uitbreiding van werkzaamheden van het laboratorium, zijn veranderd ten opzichte van het in 2013 opgestelde formatieplan. De (B)OR heeft adviesrecht ten aanzien van beide organisatieboeken. Aansluitend op het organisatieboek zal in 2013 en 2015 een plaatsingsplan worden opgesteld die de volgende gegevens zal bevatten: Een overzicht van de te plaatsen medewerkers (per 1/1/2014 resp. 1/1/2017) Een weergave van alle ambtenaren die niet geplaatst kunnen worden Eventuele door de plaatsingscommissie te adviseren maatregelen. Schema: Tijdsfasering benoemingen binnen het nieuw te vormen laboratorium Sollicitatieprocedure en benoeming kwartiermaker/beoogd directeur (oktober 2013) buiten Fase 1: Plaatsing medewerkers: nov/dec 2013 Fase2: Tweede plaatsingsronde medio 2015 op basis van formatieplan 1/1/2017 11

Artikel 13 Formatieplan, organisatieboek, functieboek en oudnieuwlijst 1. Ter voorbereiding op het eerste deel van de plaatsingsprocedure stellen de directieleden (kerngroep) van Groot Salland en Regge en Dinkel een formatieplan, functieboek in de vorm van een organisatieboek, en oud-nieuw lijst vast. Deze stukken worden geplaatst op het Intranet van waterschap Groot Salland en Regge en Dinkel zodat iedere ambtenaar hiervan kennis kan nemen. 2. In het organisatieboek wordt per functie vastgelegd: a. de plaats in de organisatie; b. de omvang van de formatie; c. de standplaats van de functie (al dan niet tijdelijk bij aanvang). In het functieboek wordt per functie vastgelegd: a. de functieomschrijving b. de salarisschaal behorend bij de functie. 3. In de oud-nieuwlijst wordt vastgelegd of een functie een ongewijzigde functie is, een gewijzigde functie is, komt te vervallen of een nieuwe functie is ten opzichte van de functie in de vóór de organisatieverandering bestaande organisatie. 4. Voorafgaand aan de plaatsingsprocedure kunnen ambtenaren informatie inwinnen bij de reorganisatie betrokken P&O adviseurs van Regge en Dinkel en Groot Salland over de gevolgen van het organisatieboek en de oud-nieuwlijst voor hun functie. 5. Ambtenaren die bijzondere persoonlijke omstandigheden naar voren willen brengen voorafgaand aan de plaatsingsprocedure, kunnen hiervoor een oriënterend gesprek aanvragen bij de betrokken P&O adviseurs. Van dit gesprek wordt een kort rapport opgemaakt, dat wordt voorgelegd aan de aangewezen directieleden van het betreffende waterschap waar de ambtenaar in dienst is. Na instemming van de ambtenaar wordt dit rapport vervolgens voorafgaande aan de plaatsingsprocedure ter hand gesteld aan de plaatsingscommissie. Artikel 14 Samenstelling plaatsingscommissie 1. De plaatsingscommissie voor de eerste plaatsingsronde van 2013 bestaat uit de volgende leden: De kwartiermaker/beoogd directeur van het nieuwe laboratorium Een extern lid namens het werknemersdeel van de commissie voor Georganiseerd Overleg; Een externe onafhankelijke voorzitter, aan te wijzen in overleg tussen het werknemersdeel van de commissie voor Georganiseerd Overleg en de secretaris-directeur; Een P&O adviseur (zonder stemrecht). 2. Ook wordt een ambtelijk secretaris aangewezen die het plaatsingsproces ten behoeve van de plaatsingscommissies administratief ondersteunt. De ambtelijk secretaris is geen lid van de plaatsingscommissie en heeft geen stemrecht. 12

3. De plaatsingscommissie heeft de bevoegdheid de ambtenaren die hun belangstelling hebben kenbaar gemaakt voor deze functie te horen en alle voor de plaatsing van belang zijnde stukken in te zien, waaronder vastgestelde beoordelingen van maximaal de afgelopen 2 jaar. Artikel 15 Passende functie 1. Het streven is erop gericht om alle ambtenaren te plaatsen in een passende functie. 2. Indien er twijfel is over de passendheid van de functie (hetzij bij het bevoegd gezag, hetzij bij de medewerker) kan het bevoegd gezag bij wijze van uitzondering besluiten tot een voorwaardelijke plaatsing voor de duur van 1 jaar. Zowel het waterschap als de ambtenaar spannen zich in om van de voorwaardelijke plaatsing een succes te maken; de voorwaarden voor de plaatsing en de faciliteiten en ondersteuning die daarbij geboden worden, worden vastgelegd in het besluit tot voorwaardelijke plaatsing. Na 1 jaar wordt de voorwaardelijke plaatsing geëvalueerd door de ambtenaar, de direct leidinggevende van de ambtenaar en de directeur. Op basis van deze evaluatie besluit het bevoegd gezag of de voorwaarden voor de plaatsing vervuld zijn en of derhalve tot definitieve plaatsing kan worden overgegaan. Indien niet tot definitieve plaatsing kan worden overgegaan, dan wordt de ambtenaar aangemerkt als mobiliteitskandidaat als bedoeld in hoofdstuk 5 van dit. 3. Mocht de ambtenaar niet in een passende functie geplaatst kunnen worden, omdat er in het organisatieboek geen passende functieomschrijving voor hem is, dan kan hij met zijn instemming worden geplaatst in een geschikte functie. Indien hij niet in een geschikte functie geplaatst wordt, dan wordt hij aangemerkt als mobiliteitskandidaat. Artikel 16 Aard plaatsingsprocedure Onderscheiden worden twee hoofdstromen: Ongewijzigde functie Nieuwe of Gewijzigde functie Plaatsing volgens principe: "mens volgt werk" Open vacantstelling: plaatsing op basis van geschiktheid 2013-2016 Overtal toegestaan Vanaf 2017 geen overtal (plaatsingsproces medio 2015) 13

Artikel 17 Plaatsingsprocedure eerste ronde 2013 1. Als eerste vindt de plaatsingsprocedure voor het organisatieboek en formatieplan van 1 januari 2014 plaats. Alleen ambtenaren werkzaam in één van beide laboratoria, van wie de functie is gewijzigd of vervallen met ingang van 1 januari 2014, moeten hun belangstelling voor minimaal 1 en maximaal 2 functies kenbaar maken in volgorde van voorkeur. Medewerkers die administratief geplaatst worden kunnen in deze fase nog niet een eventuele andere voorkeur kenbaar maken. Dit is pas mogelijk nadat medewerkers, van wie de functie is vervallen of gewijzigd, zijn geplaatst in een passende of geschikte functie. 2. Het bevoegd gezag bepaalt op basis van het kwaliteitscriterium van dit de plaatsingsvolgorde. 3. Ambtenaren met een ongewijzigde functie worden administratief geplaatst in deze functie. Dit geldt ook indien de bezetting groter is dan de formatie die uiteindelijk per 1 januari 2017 is benodigd. Overtal is derhalve toegestaan. 4. Indien er na afloop van de in artikel 17 lid 1 en 3 genoemde plaatsingsprocedure nog vacatures resteren, worden deze opengesteld voor alle medewerkers, werkzaam in een van beide laboratoria van Groot Salland en Regge en Dinkel. Artikel 18 Tweede plaatsingsronde medio 2015 1. Tijdens de tweede plaatsingsronde, medio 2015, geldt het organisatieboek per 1 januari 2017. Er is daarbij sprake van reductie van formatie bij enkele functies. Daarbij geldt dat er in een aantal gevallen sprake is van meer te plaatsen ambtenaren dan het beschikbare aantal ongewijzigde functies. In het geval van formatiereductie geldt als plaatsingscriterium het afspiegelingsprincipe: alle betrokken ambtenaren worden ingedeeld in vijf leeftijdsgroepen: tot 25 jaar, van 25 tot 35 jaar, van 35 tot 45 jaar, van 45 tot 55 jaar en 55 jaar en ouder. Peildatum daarbij is 1 januari 2017. Binnen de genoemde leeftijdscohorten geldt anciënniteit als uitgangspunt bij de plaatsingsvolgorde. 2. Indien er sprake is van tussentijds vertrek van medewerkers in functies, waarbij sprake is van overtal na de plaatsingsronde van medio 2015, zal steeds opnieuw conform het afspiegelingsprincipe bepaald worden wie boventallig blijven en wie alsnog geplaatst kunnen worden. 3. Indien er bij de tweede plaatsingsronde besloten wordt tot het opstellen en openstellen van nieuwe of gewijzigde functies, kunnen alle ambtenaren werkzaam bij het laboratorium hiervoor aangeven in aanmerking te willen komen. Plaatsing geschiedt dan op basis van kwaliteit. Artikel 19 Voornemen tot plaatsing (eerste en tweede plaatsingsronde) 1 De plaatsingscommissie brengt een schriftelijk en gemotiveerd plaatsingsadvies uit aan het bevoegd gezag van waterschap Groot Salland en Regge en Dinkel (eerste plaatsingsronde) dan wel het bevoegd gezag van (tweede plaatsingsronde). Namens beide waterschappen neemt het bevoegd gezag van waterschap Groot Salland een voorlopig plaatsingsbesluit bij de eerste plaatsingsronde van december 2013. In de tweede plaatsingsronde neemt het bevoegd gezag van het plaatsingsbesluit. 2. Vervolgens maakt het bevoegd gezag aan de medewerker een schriftelijk en gemotiveerd voornemen tot plaatsing kenbaar. Dit kan ook een voornemen tot voorwaardelijke plaatsing zijn. 14

3. Indien de medewerker niet instemt met het voornemen tot plaatsing, dient hij binnen 3 weken na dagtekening van het voornemen als bedoeld in lid 2 van dit artikel schriftelijk en gemotiveerd zijn bedenkingen in bij het bevoegd gezag. Het bevoegd gezag vraagt de plaatsingscommissie vervolgens om advies uit te brengen naar aanleiding van de ingediende bedenkingen. 4. Indien de medewerker geen bedenkingen indient, dan wordt het voornemen tot plaatsing 4 weken na de kenbaar making als genoemd in lid 2 van dit artikel door het bevoegd gezag omgezet in een definitief plaatsingsbesluit, tenzij de medewerker bij de bedenkingenprocedure van een andere medewerker betrokken is. De medewerker ontvang hiervan schriftelijk bericht. 5. De medewerker die overweegt om bedenkingen in te dienen, kan zich binnen de in lid 3 genoemde termijn wenden tot de bij de fusie betrokken P&O adviseur van het waterschap waar hij werkzaam is, voor een vertrouwelijk gesprek hierover. De termijn voor het indienen van bedenkingen als genoemd in lid 3 wordt hierdoor niet opgeschort. Op verzoek van de medewerker kan de P&O adviseur een gesprek met de directeur faciliteren. Eveneens op verzoek van de medewerker kan de P&O adviseur bij dit gesprek aanwezig zijn. De medewerker besluit vervolgens of hij bedenkingen indient bij het bevoegd gezag. Het bevoegd gezag legt deze bedenkingen voor aan de plaatsingscommissie. 6. De plaatsingscommissie stelt de medewerker die bedenkingen heeft ingediend in de gelegenheid om een mondelinge toelichting te geven. 7. Binnen 4 weken na ontvangst van de bedenkingen brengt de plaatsingscommissie advies uit aan het bevoegd gezag van. Indien het advies gevolgen heeft voor (de) andere bij de bedenkingenprocedure betrokken medewerker(s), dan omvat het advies ook deze medewerker. Indien het advies strekt tot inpassing in een functie waarvoor al eerder een voornemen tot plaatsing is gedaan aan een andere medewerker, dan wordt deze medewerker voorafgaand aan het uitbrengen van het advies in de gelegenheid gesteld zijn standpunt mondeling toe te lichten. In de communicatie naar de medewerkers zal duidelijk worden gemaakt dat er pas zekerheid is over plaatsing na ontvangst van het besluit tot definitieve plaatsing. 8. Binnen 1 week na ontvangst van het advies als bedoeld in het vorige lid, neemt het bevoegd gezag van een besluit tot definitieve plaatsing en maakt dit schriftelijk en gemotiveerd aan de medewerker kenbaar. Ook een eventueel bij de bedenkingenprocedure betrokken andere medewerker ontvangt van het bevoegd gezag een schriftelijk en gemotiveerd besluit tot definitieve plaatsing. 9. De ambtenaar kan binnen 6 weken na de dag waarop het aanstellingsbesluit is verzonden, dan wel binnen 6 weken na de dag waarop het besluit om de ambtenaar boventallig te verklaren is verzonden, bij het dagelijks bestuur van schriftelijk bezwaar maken. Artikel 20 Vergaderingen plaatsingscommissie 1. De vergaderingen van de plaatsingscommissie zijn besloten. Alle vergaderstukken van de plaatsingscommissie hebben een vertrouwelijk karakter. 2. Besluitvorming in de plaatsingscommissie vindt plaats op basis van consensus tussen alle leden van de plaatsingscommissie. In die situaties, waarbij geen consensus kan worden bereikt, wordt dit gemeld aan het bevoegd gezag. 15

3. Het bevoegd gezag neemt een besluit op basis van het advies van de plaatsingscommissie. 16

HOOFDSTUK 5 MOBILITEIT Artikel 21 Mobiliteitskandidaat 1. De medewerker die niet in een passende of geschikte functie kan worden geplaatst, wordt aangemerkt als mobiliteitskandidaat. Daarbij geldt voor de eerste plaatsingsronde van 2013 dat het huidige van waterschap Groot Salland dan wel het Statuut Vechtstromen (alsnog) van toepassing wordt op betreffende medewerker. Daarbij geldt het dan wel Statuut van het waterschap waar de medewerker in het jaar 2013 werkzaam was of diens rechtsopvolger. De medewerker die na een voorwaardelijke plaatsing bij de evaluatie niet definitief geplaatst wordt, wordt ook aangemerkt als mobiliteitskandidaat. 2. Als uitzondering op artikel 1 geldt dat voor medewerkers die vanwege de lange reisafstand op tijdelijke basis geplaatst worden bij tot 1 januari 2017 (zie artikel 8), het van voor hen wel van toepassing is. 3. Medewerkers die in het jaar 2013 in een functie zijn geplaatst waarbij sprake is van overtal op basis van de beoogde formatie zoals vastgelegd in het organisatieboek van 2017, kunnen op eigen verzoek en met instemming van de directeur van het laboratorium worden aangemerkt als mobiliteitskandidaat, zolang er sprake is van overtal voor de betreffende functie. Indien er in de toekomst op enig moment geen sprake meer is van overtal, kan het mobiliteitstraject met wederzijds goedvinden worden stopgezet. 4. Ook als er geen sprake is van overtal in een functie, kan de directeur van het laboratorium op verzoek van de medewerker besluiten hem aan te merken als mobiliteitskandidaat, indien hiermee naar de mening van het bevoegd orgaan een overtalsituatie in een andere functie wordt opgelost of verkleind. Ook kan de reisafstand, zoals beschreven in artikel 8 van dit, aanleiding zijn tot aanmerking als mobiliteitskandidaat. 5. Indien een medewerker in de tweede plaatsingsronde van 2015 aangemerkt wordt als boventallig op grond van het afspiegelingsprincipe, wordt hij aangemerkt als mobiliteitskandidaat. 6. De aanmerking als mobiliteitskandidaat wordt schriftelijk als besluit aan de medewerker medegedeeld. Artikel 22 Mobiliteitstraject 1. Met de medewerker die op grond van artikel 21 als mobiliteitskandidaat wordt aangemerkt, wordt een mobiliteitstraject opgestart. Gedurende het mobiliteitstraject spannen zowel het laboratorium als de medewerker zich intensief in om binnen of buiten het laboratorium een andere passende of geschikte functie voor de medewerker te vinden. 2. Gedurende het mobiliteitstraject heeft de medewerker recht op de salarisaanspraken inclusief het salarisperspectief en het IKB-collectief waarop hij in zijn oude functie recht had. 3. Gedurende het mobiliteitstraject kan het bevoegd orgaan de mobiliteitskandidaat passende werkzaamheden opdragen die de mobiliteitskandidaat verplicht is te accepteren. Ook kan het bevoegd orgaan de mobiliteitskandidaat geschikte werkzaamheden aanbieden die de mobiliteitskandidaat bereid is te vervullen. 4. De mobiliteitskandidaat voert de regie over het mobiliteitstraject. De directeur of een door hem aangewezen persoon ondersteunt en begeleidt de mobiliteitskandidaat en stimuleert, begeleidt en faciliteert hem bij het vergroten van zijn inzetbaarheid en het 17

zoeken naar en verkrijgen van passend of geschikt werk binnen of buiten het laboratorium. 5. De directeur draagt zorg voor het (doen) opstellen en vaststellen van een trajectovereenkomst mobiliteit binnen 3 maanden na de datum van aanmerking als mobiliteitskandidaat als bedoeld in artikel 21 van dit. De trajectovereenkomst mobiliteit bevat de gemaakte afspraken en overeengekomen randvoorwaarden tussen medewerker en het laboratorium in het kader van een mobiliteitstraject met als doel het realiseren van plaatsing in een passende of geschikte functie binnen of buiten het laboratorium. 6. De kosten van de in de trajectovereenkomst mobiliteit afgesproken maatregelen zijn voor rekening van het laboratorium. 7. Indien een mobiliteitskandidaat zonder redelijke gronden heeft geweigerd te voldoen aan een op grond van dit hoofdstuk opgelegde verplichting, kan hem eervol reorganisatieontslag worden verleend conform artikel 8.1.4 van de SAW. Een besluit tot verlening van eervol reorganisatieontslag vindt uitsluitend plaats na advies van de plaatsingscommissie, waarbij de medewerker in de gelegenheid wordt gesteld zijn bedenkingen kenbaar te maken. 8. De inspanning van werkgever en werknemer is gericht op de overgang van werk naar werk. Daarbij geldt dat er geen sprake zal zijn van reorganisatieontslag, behoudens de situatie zoals beschreven in artikel 8 in het geval van een reisafstand boven 1 uur en een kwartier, waarbij de medewerker instemt met het reorganisatie ontslag. De werknemer heeft daarbij wel de plicht om een passende functie dan wel een geschikte functie (maximaal 2 schalen lager dan de inschaling die geldt voor de huidige functie) of geschikte werkzaamheden te accepteren. Daarbij geldt als maximale reisafstand: 1 uur en 15 minuten, enkele reis, met eigen vervoer op basis van de ANWB routeplanner, snelste route. Bij voorkeur wordt een functie gezocht binnen de organisatie of diens rechtsopvolger waar de medewerker van afkomstig is. Daarna wordt naar mogelijkheden gezocht binnen de andere deelnemende waterschappen. Vanaf 2014 zal de werknemer ook inzage worden gegeven in vacatures die in NAOWA verband aangeboden worden. 9. De medewerker die binnen wordt geplaatst, dan wel werkzaam blijft binnen de waterschapssector, blijft gedurende de looptijd van het binnen de werkingssfeer van dit vallen. Indien een medewerker ontslag op eigen verzoek indient, zonder dat hij boventallig is verklaard, is het niet meer van toepassing op deze medewerker. Dit geldt ook vanaf het moment dat een medewerker een betrekking heeft aanvaard buiten de waterschapssector. Indien er sprake is van tijdelijke detachering binnen of buiten de waterschapssector en dit met instemming van is geregeld, blijft het van kracht. 18

HOOFDSTUK 6 SLOTBEPALINGEN Artikel 23 Hardheidsclausule In die individuele gevallen waarin de toepassing van dit zou leiden tot een kennelijk onbillijke situatie voor een ambtenaar, kan het bevoegd gezag in voor de medewerker gunstige zin afwijkend beslissen. Artikel 24 Citeertitel Dit kan worden aangehaald als fusie laboratorium laboratorium Regge en Dinkel en laboratorium Laboratorium Groot Salland tot het nieuwe laboratorium. Artikel 25 Inwerkingtreding Dit treedt in werking op de dag waarop de algemeen besturen van de bij de fusie laboratoria betrokken waterschappen: waterschap Regge en Dinkel en waterschap Groot Salland, dit hebben vastgesteld. Het plan heeft een looptijd tot 1 januari 2018. Voor deze datum vindt overleg plaats met de ondernemingsraad van het laboratorium om te bezien of er nog sprake is van lopende zaken. Eventueel wordt de looptijd nog verlengd met maximaal 2 jaar indien zowel werkgever als werknemer hiertoe aanleiding zien. Een en ander laat onverlet dat individuele rechten ook na deze, nog te bepalen, datum nog zullen doorwerken. Dit geldt ook voor medewerkers die op 1/1/2018 nog boventallig zijn en nog niet definitief geplaatst zijn in een passende of een geschikte functie. 19

Vastgesteld in de vergaderingen van het algemeen bestuur van waterschap Groot Salland en Waterschap Regge en Dinkel en de bestuursvergaderingen van de vakbonden: Waterschap Groot Salland d.d. xxx november 2013 ir. H.H.G. Dijk ir. E. de Kruijk dijkgraaf secretaris-directeur Waterschap Regge en Dinkel d.d. xx november 2013 W. Stegeman ir. M.J.L.A. Langeslag-Linssen vice-voorzitter directielid CNV Publieke Zaak d.d. xx-2013 ABVAKABO FNV d.d.xx-2013 M. Matser W. Broersma regiobestuurder regiobestuurder 20