Standaaden Ziekenhuizen Vesie septembe 2010 Mw. E. Cox, MA, NVLF Mw. ds. C. Koolhaas, NVLF Mw. A. van Hemet, MA, NVLF 1
Inhoud 1..Inleiding...4 1.1 Doel standaaden en checklisten... 4 1.2 De logopedist in het Ziekenhuis... 5 1.2.1 De logopedist binnen het ziekenhuis...5 1.2.2 De ollen van de logopedist in het ziekenhuis...6 1.2.3 Recente ontwikkelingen binnen het ziekenhuis...6 2..Standaaden en checklisten...9 2.1 De standaaden en checklisten in de paktijk... 9 3..Tot slot...10 ONDERDEEL CURATIE...11 Vewijzing... 11 Anamnese en ondezoek... 11 Fomuleen van conclusies en beslissen wel of niet behandelen... 12 Opstellen behandelplan... 13 Uitvoeen van de behandeling... 13 Afsluiten van de behandeling... 14 ONDERDEEL BEHEER...15 CHECKLISTS...17 Inleiding... 17 Paktische tips voo het gebuik van de checklist... 18 Checklist cuatie... 19 Vewijzing... 19 Anamnese en ondezoek... 19 Fomuleen van conclusies en beslissen wel of niet behandelen... 20 Opstellen behandelplan... 20 Uitvoeen van de behandeling... 21 Afsluiten van de behandeling... 21 Belangijkste aandachtspunten m.b.t. Standaad Cuatie:... 21 Checklist behee... 22 Planning en administatie... 22 Dossievoming... 22 Jaaveslag... 22 Wet- en egelgeving... 23 Begoting... 23 Inichtingseisen... 23 2
Ondehoud... 23 Begeleiding stagiaies... 24 Documentatiesysteem... 24 Beleidstaken... 24 Belangijkste aandachtspunten m.b.t. Standaad Behee:... 24 Liteatuu...25 Begippen / Afkotingen / Wetten...26 Afkotingen... 26 Begippen... 26 BIJLAGEN...30 Bijlage I Nadee beschijving van de ollen van de logopedist (uit: Beoepspofiel, 2003)... 31 Bijlage II Aandachtspunten voo alle contactmomenten... 32 Bijlage III Infomatie ove Intenational Classification of Functioning, Disability and Health (ICF)... 33 Waaom ICF?... 33 Wat is de ICF?... 33 Wat is de ICF-CY?... 34 Wat is de ICF afgeleide vesie voo de logopedie?... 34 Samenvatting... 34 FOCUSGROEPEN...36 3
1. Inleiding Deze handleiding is bedoeld om het gebuik van de standaaden en de checklisten te vegemakkelijken en te bevodeen. In deze handleiding woden de standaaden voo logopedisten wekzaam in ziekenhuizen bescheven. De standaaden bestaan uit twee delen: cuatie en behee. Daanaast woden definities gegeven van divese begippen die in dit veband elevant zijn in de begippenlijst. De handleiding gaat ook ove manieen waaop de standaaden en de checklisten gebuikt kunnen woden. 1.1 Doel standaaden en checklisten De standaaden, zoals hiena gefomuleed, tachten het logopedisch poces in het ziekenhuis te beschijven. De plaats van de logopedische standaaden in het geheel van (elevante) logopedische kwaliteitsinstumenten wodt in figuu 1 weegegeven. Pe kwaliteitsinstument wodt weegegeven op welk niveau dit kwaliteitsinstument gebuikt wodt. Methodisch logopedisch handelen (landelijk) Logopedische standaaden (landelijk) Richtlijnen (landelijk / egionaal / multidisciplinai) Potocollen (pe instelling) Dossie (pe instelling) Figuu 1 Het geheel van (elevante) logopedische kwaliteitsinstumenten ondom de logopedische standaaden. De logopedist handelt confom het pivacyeglement van de oganisatie en de beoepscode logopedie (NVLF) voo zove deze niet stijdig zijn met wettelijke bepalingen. Het wek van de logopedist vindt plaats onde eindveantwoodelijkheid van de diectie van de beteffende oganisatie, zonde dat daabij zijn beoepsinhoudelijke veantwoodelijkheid in het geding is. De standaaden en de checklisten zijn ontwikkeld om de feitelijke en de gewenste logopedische zogvelening vast te stellen, zodat het zogniveau tanspaant en inzichtelijk wodt. De logopedist kijgt daadoo inzicht in wat goed gaat en op welke aspecten van de zogvelening vebeteacties geboden zijn. Doel is bevodeing en boging van de kwaliteit van de logopedische inteventie. Waa nodig kan de logopedist gemotiveed afwijken van de logopedische standaaden, indien deze niet oveeenkomen met intene wekafspaken. Daanaast kan de logopedist mondeling en schiftelijk aangeven dat doo keuzes van de instelling de minimale zog niet (mee) geleved kan woden en de logopedist bij klachten hievoo niet aanspakelijk kan woden gesteld. 4
1.2 De logopedist in het Ziekenhuis De logopedist kan in divese settings en met veschillende doelgoepen wekzaam zijn in dit wekveld. Dit heeft in veel gevallen tot specialisatie van de logopedist geleid. Logopedische poblematiek bij patiënten in het ziekenhuis manifesteet zich veelal binnen een complex van stoonissen en bepekingen. 1.2.1 De logopedist binnen het ziekenhuis Klinische behandeling Doo logopedisten wodt zog aangeboden aan patiënten die in het ziekenhuis opgenomen zijn. De opnameduu van patiënten in het ziekenhuis neemt steeds vede af. Doo deze vekote opnameduu, neemt ook het aantal logopedische behandelingen pe patiënt af, maa stijgt het aantal nieuwe patiënten (dus een hoge aantal vewijzingen logopedie). E wodt in de tijd dat de patiënt opgenomen is, wel hoogfequente theapie geboden. De patiënt gaat zo snel mogelijk naa huis, een vepleeg- of vezogingshuis of een evalidatiecentum. De logopedische wekzaamheden in het ziekenhuis hebben mee betekking op het vootaject van het methodisch logopedisch handelen (anamnese en (kot) ondezoek, voolichting ove de stoonis, e.d.). Bij klinische patiënten vindt het logopedisch ondezoek en/of de behandeling vaak op de vepleegafdeling plaats. Belangijk om te noemen is dat kindeen en oncologische patiënten vaak lange in het ziekenhuis veblijven. Voo de klinische logopedische behandeling kan de hele standaad gebuikt woden. Poliklinisch ondezoek Tijdens een poliklinisch ondezoek wodt e logopedische zog geboden aan patiënten die voo (multidisciplinai) diagnostisch ondezoek naa het ziekenhuis komen, bijvoobeeld een schisisteam, een foniatisch speekuu of een slikteam. Logopedisten die poliklinisch ondezoek veichten kunnen gebuik maken van deze standaad tot en met het opstellen van een behandelplan. De behandeling wodt vaak eldes vootgezet doo een collega-logopedist in een andee instelling of een vijgevestigde paktijk. Poliklinische behandeling Logopedisten die eestelijns behandelingen geven vanuit de polikliniek, kunnen ook gebuik maken van deze standaad. De NVLF adviseet om naast deze standaad ook gebuik te maken van de standaaden voo vijgevestigde logopedisten indien e een eestelijns patiënt behandeld wodt (bijvoobeeld via Diecte Toegankelijkheid Logopedie (DTL). Daanaast adviseet de NVLF om gebuik te maken van de standaaden Revalidatiecenta (veschijnt waaschijnlijk in 2011) indien e een evalidatiepatiënt wodt behandeld in de polikliniek. De logopedische wekzaamheden kunnen veschillen in vegelijking met de vepleegafdeling, en kunnen oveeenkomen met het weken in een evalidatiecentum. 5
1.2.2 De ollen van de logopedist in het ziekenhuis De logopedist heeft in het ziekenhuis divese ollen, die vedeeld zijn ove die competentiegebieden. In Tabel 1 staan deze gebieden weegegeven. Tabel 1: ollen van de logopedist Competentiegebied Peventie, zog, taining en advies Oganisatie Beoep Rollen Zogaanbiede/theapeut Taine Adviseu Coödinato Manage Ondeneme Begeleide/coach Beoepsbeoefenaa Innovato Nadee beschijving van de gebieden staat weegegeven in bijlage I van dit document en in het Beoepspofiel (NVLF, 2003). 1.2.3 Recente ontwikkelingen binnen het ziekenhuis Op vezoek van deelnemes aan het hezieningstaject van de standaaden Ziekenhuizen, is e algemene infomatie opgenomen ove enkele ecente ontwikkelingen binnen ziekenhuizen in Nedeland. Deze infomatie is met name inteessant voo states en/of heintedes in dit wekveld. Diagnosebehandelcombinatie (DBC) De financieing van de ziekenhuiszog is op basis van DBC s. Een diagnosebehandel-combinatie (DBC) is het totale taject vanaf de diagnose van de zogvelene tot en met de (eventuele) behandeling die hieuit volgt. Een DBC beschijft een gemiddeld zogpakket van een patiënt in vie codes. Die codes staan voo de zogvaag, het zogtype, de diagnose en de behandeling. De DBC benoemt elke activiteit in de behandeling van de patiënt, van het eeste contact tot en met de laatste contole. De diagnose en behandeling leiden samen tot één pijs die het ziekenhuis in ekening bengt (de zgn. DBC-code). Dit systeem geeft ziekenhuizen en zogvezekeaas de mogelijkheid om te ondehandelen ove de pijs en de kwaliteit van zog 1. 1 Dit geldt alleen voo de DBC s in het B segment. De oveheid heeft ziekenhuisbehandelingen vedeeld in twee segmenten: segment A en segment B. A-segment: Voo de behandelingen in het A-segment zijn de gemiddelde pijzen landelijk vastgesteld. Dit taief geldt voo de hele behandeling, inclusief alle veichtingen die ein plaatsvinden. Ook de kosten van het ziekenhuis (gebouwen, ondesteunend pesoneel, etc.) zijn een ondedeel gewoden van iedee DBC en daadoo kan de totaalpijs van een DBC veschillen pe ziekenhuis. De meeste ziekenhuisbehandelingen vallen in segment A. In pincipe mekt de patiënt niets bij een behandeling in het A-segment: de ekening gaat naa uw ziektekostenvezekeaa. B-segment: Onde segment B valt een klein aantal diagnose-behandeling combinaties, waaove het ziekenhuis met elke zogvezekeaa kan ondehandelen ove de pijs en contacten kan afsluiten. De pijzen voo deze DBC s kunnen dus pe vezekeaa veschillen. Is e geen spake van een contact, dan gelden de zogenaamde passantentaieven. Ziekenhuizen zijn veplicht de pijslijst daavan te publiceen. Het aantal DBC s in het B-segment neemt vede toe. 6
Zo kunnen zogvezekeaas betee mogelijkheden geboden kijgen bij het inkopen van kwalitatief goede zog, die ook nog betaalbaa is. Op deze manie pofiteet de patiënt van de afspaken die zogvezekeaas maken met zogaanbiedes, zoals een ziekenhuis. Daanaast geeft dit systeem mee inzicht in de behandelkosten. Ziekenhuizen kunnen doo de DBC s hun bedijfsvoeing vebeteen en betaalbae en doelmatige zog blijven leveen (NZa, 2010a). Na invoeing zijn knelpunten naa voen gekomen en kwamen betokken patijen gezamenlijk tot een vebeteplan (DBC s op weg naa Tanspaantie, kotweg DOT). Dit plan DBC s op weg naa Tanspaantie (DOT) intoduceet DBC-zogpoducten, die de huidige DBC s opvolgen. Het doel is om pe 2011 te weken met ongevee 3000 heldee zogpoducten. Deze zogpoducten zijn bete medisch hekenbaa, kostenhomogene en zijn specialisme-ovestijgend. Zie ook www.wekenmetdot.nl. Ketenzog Doo de veandeende samenstelling van de zogvaag en de toename van het aantal mensen met één of mee chonische aandoeningen, is samenweking tussen veschillende zogaanbiedes (ketenzog) een veeiste gewoden. In een zogketen weken divese patijen samen (zowel zelfstandig als afhankelijk van elkaa) omdat ze opeenvolgende, doelgeichte handelingen uitvoeen. Binnen de ketenzog staat de hulpvaag van de patiënt centaal. Wat heeft hij nodig en doo wie wodt deze zog geleved? Doo samen te weken kan e efficiënte gewekt woden en neemt de kwaliteit van de geboden zog toe (NZa, 2010b). Op dit moment woden divese zogketens opgeicht. Paktijkvoobeelden zijn de behandeling van CVA of COPD. Een CVA-patiënt gaat bijvoobeeld na opname in een ziekenhuis doo naa een evalidatiecentum voo evalidatie, waana hij wodt opgenomen in een vepleeghuis voo langduig veblijf. Paamedici hebben vaak egionale afspaken gemaakt ove het vevolgtaject van een CVA-patiënt, bijvoobeeld met betekking tot de ovedacht. Infomatie ove Wet BIG en voobehouden handelingen. Enkele logopedisten voeen voobehouden handelingen 2 uit, die vemeld staan in de Wet BIG (bijvoobeeld een FEES-ondezoek). Daanaast vinden e isicovolle behandelingen plaats voo de patiënt die niet diect vallen onde de voobehouden handelingen (bijvoobeeld otoscopie of neuomusculaie elektostimulatie). De logopedist mag alleen voobehouden handelingen uitvoeen, mits hij een opdacht hietoe heeft ontvangen van een ats. De ats moet zich evan vezekeen dat de logopedist: 1. Bevoegd is om de handeling uit te voeen; 2. Zichzelf bekwaam acht de handeling uit te voeen (Koolhaas, 2010). De NVLF adviseet het volgende uitgangspunt te hanteen: niet bekwaam, dan niet doen! Als je je als logopedist niet bekwaam voelt voo het wek dat je moet doen, doe het dan niet. Neem je eigen veantwoodelijkheid en vaag de opdachtgeve om een scholing. Dit geldt voo de voobehouden handelingen, maa ook voo alle andee wekzaamheden als logopedist (Koolhaas, 2010). 2 Voobehouden handelingen zijn (zie atikel 36 van de Wet BIG): heelkundige handelingen; veloskundige handelingen; endoscopiën; catheteisaties; injecties; puncties; nacose; het gebuik van adioactieve stoffen en ioniseende staling; electieve cadiovesie; defibillatie; electoconvulsieve theapie; steenveguizing; kunstmatige fetilisatie en het vooschijven van UR-geneesmiddelen. 7
Voo mee achtegondinfomatie hieove zie het appot Voobehouden handelingen tegen het licht. De egeling van atikel 35-39 Wet BIG heovewogen van Dute et al (2009) 3. In dit appot wodt de ministe van Volksgezondheid, Welzijn en Spot (VWS) aanbevolen paamedici voo een aantal voobehouden handelingen zelfstandige uitvoeingsbevoegdheid te geven. Veschuiving tweede lijn naa eeste lijn Voo logopedisten wekzaam in ziekenhuizen ligt het weken in de eeste lijn vaak andes. In ziekenhuizen hebben de zogvezekeaas veelal geen contact met de logopedist afgesloten. Logopedisten wekzaam in een ziekenhuis vaen mee op de afspaken die het ziekenhuis heeft gemaakt met de zogvezekeaas. De behandelingen in de ziekenhuizen woden vijwel allemaal vegoed via de zogenaamde diagnose behandelcombinaties (DBC s). Bij een toenemend aantal DBC s is de vaste vegoeding losgelaten en concueen instellingen op pijs om zo de vookeuspositie van een zogvezekeaa te kijgen. Vooalsnog hebben de meeste zogvezekeaas nog niet dezelfde kwaliteitseisen gesteld aan de zogvelenes in ziekenhuizen als bij AWBZ-instellingen en de vijgevestigde logopediepaktijken. Al zie je in veschillende poliklinieken steeds vake dat e doo logopedisten in het ziekenhuis een eestelijns oveeenkomst wodt afgesloten met de zogvezekeaa en de zog gedeclaeed wodt ten laste van de basisvezekeingswet. De NVLF adviseet naast deze standaad ook gebuik te maken van de standaaden voo vijgevestigde logopedisten indien e een eestelijns patiënt behandeld wodt. Deze standaaden gaan ook in op niet-patiëntgebonden wekzaamheden, zoals bijvoobeeld het declaeen van logopedische behandelingen. 3 Dit appot is o.a. te downloaden via de website: http://www.nvnp.nl/ontwikkelingen/beoepsontwikkelingen/rappot- Voobehouden-handelingen.pdf 8
2. Standaaden en checklisten Kwaliteitsstandaaden kunnen woden gedefinieed als een doo de beoepsgoep in een bepaald wekveld oveeengekomen niveau van zog en zijn de nom voo het handelen. Zog is een uim begip. Vandaa dat in de liteatuu wel ondescheid wodt gemaakt tussen de zogstuctuu, het zogpoces en het zogesultaat. Bij het ontwikkelen van standaaden voo de logopedie is vooal uitgegaan van het zogpoces, wat teug te vinden is in de standaaden Cuatie. In het zogpoces wodt ondescheid gemaakt tussen achteeenvolgens: anamnese, ondezoek en diagnosestelling, het ovewegen van behandelmogelijkheden, het uitvoeen van het behandelplan, evaluatie en nazog. Bij de ontwikkeling van de standaaden Cuatie is gebuik gemaakt van het taakgebied Velenen van zog uit het Beoepspofiel. Hiebij wodt e vanuit gegaan dat e altijd een vom van samenweking met andee disciplines aan de ode is. Voo zove dat in de paktijk niet zo is, willen wij hietoe een enstige aanbeveling doen. Naast de standaaden Cuatie woden de standaaden Behee gepesenteed, die de individuele behandeling ovestijgen en van toepassing zijn op de paktijkvoeing van de vakgoep logopedie binnen een ziekenhuis. Hieonde kunnen ook op zichzelf staande adviseingsactiviteiten vallen, die geen deel uitmaken van het logopedische zogveleningpoces aan individuen. Omdat het uitvoeingsniveau essentieel is in de standaaden en e een vegelijking mogelijk moet zijn tussen het feitelijke en het gewenste niveau, moeten de standaaden meetbaa zijn en dus in waaneembaa gedag gefomuleed zijn. Met behulp van de checklist die aan de standaaden gekoppeld is, kan een logopedist vaststellen in welke mate hij oveeenkomt of afwijkt van de gewenste nom die in de fomuleing van de standaad bescheven staat. 2.1 De standaaden en checklisten in de paktijk E zijn veschillende motieven denkbaa om met de kwaliteitsstandaaden en de checklisten aan de slag te gaan. Die motieven hebben allen te maken met de wens om mee inzicht te kijgen in de mate waain de logopedist aan de huidige kwaliteitsnomen voldoet. Met andee wooden: Doe ik de juiste dingen en doe ik die dingen juist?. Motieven en vagen voo logopedisten kunnen bijvoobeeld zijn: Ik heb lang geleden de opleiding tot logopedist gevolgd; doe ik mijn ondezoek nog volgens de huidige maatstaven? Ik wil elk jaa conceet twee zaken omtent het poces van mijn logopedisch handelen vebeteen; hoe kijg ik zicht op vebetepunten? Ik denk dat mijn patiënten teveden zijn ove mijn aanpak; kan ik dat op de een of andee manie meten? E zijn nieuwe wetten ontwikkeld, wat betekent dat voo het logopedische poces? Ik moet inzicht geven in de kwaliteit van mijn wek; meetgegevens ove het al dan niet opvolgen van de standaaden kunnen mij daabij helpen. Ik ben heintede (of state) en wil logopedisch handelen volgens de huidige logopedische standaaden. 9
3. Tot slot Eest volgen de standaaden en daana zal de wekwijze ondom de checklisten woden toegelicht. Tenslotte volgen twee checklisten. In deze standaaden wodt gespoken ove de logopedist, de patiënt 4 en zijn omgeving in de hij-vom. Oveal waa de hij-vom is gebuikt, kan ook de zij-vom woden gelezen. 4 In plaats van patiënt kan ook hulpvage gelezen woden, aangezien niet iedee patiënt zelf een hulpvaag heeft en dat soms de vewijzend specialist of de diecte omgeving van patiënt een hulpvaag heeft. 10
LOGOPEDISCHE STANDAARDEN VOOR HET ZIEKENHUIS ONDERDEEL CURATIE Vewijzing 1. 2. 3. De logopedist neemt kennis van en intepeteet de vewijzing, opgesteld doo de vewijze, van de patiënt met klachten op logopedisch gebied. De logopedist neemt bij onduidelijke en/of onvolledige vaagstelling voo logopedisch ondezoek en/of behandeling contact op met de vewijze. De logopedist vezamelt met toestemming van de patiënt elevante gegevens van deden. De logopedist kijkt na of de patiënt al bekend is binnen het ziekenhuis voo eedee logopedische behandeling. Anamnese en ondezoek 5 4. De logopedist ceëet (indien mogelijk) een optimale situatie voo de patiënt en zijn omgeving 6. 5. 6. 7. 8. De logopedist motiveet en infomeet de patiënt en zijn omgeving ove de opzet, het doel, de inhoud en de duu van het anamnesegespek. De logopedist: houdt ekening met de leeftijd en het ontwikkelingsniveau van de patiënt; houdt ekening met de inteesses, kaakteeigenschappen, de stemming, de belastbaaheid en de emotionele toestand van de patiënt. De logopedist toont invoelend vemogen ten aanzien van de patiënt en zijn omgeving. De logopedist toont flexibiliteit ten opzichte van de patiënt en de ondezoekswijze doo bij de keuze van de ondezoeksmethode ekening te houden met de patiënt en/of zijn omgeving. De logopedist vezamelt doo het afnemen van een (heteo-) anamnese elevante gegevens ten behoeve van de logopedische diagnose en de eventueel in te stellen behandeling uitgaande van het ICF-model (functie, activiteiten en paticipatie) 7. 8 9. De logopedist voet een kot logopedisch ondezoek uit met betekking tot communicatie en/of het slikpoces, afhankelijk van de hulpvaag en de belastbaaheid van de patiënt. De logopedist bepaalt hiena hoe hij zijn logopedisch ondezoek vevolgt. 5 Of zo optimaal mogelijke situatie. 6 Het ceëen van een veilige omgeving is belangijk, maa is afhankelijk van wekafspaken binnen het ziekenhuis, waa de patiënt zijn logopedische behandeling kan kijgen. 7 Zie Bijlage III Het ICF-model. 8 Een kot en snel ondezoek met als doel het opspoen van patiënten die vemoedelijk een logopedische stoonis hebben. 11
10. De logopedist vezamelt gegevens doo middel van logopedisch ondezoek 9, afhankelijk van de hulpvaag van de patiënt en de obsevaties van de logopedist. 11. De logopedist odent de vezamelde gegevens ten behoeve van de diagnosestelling en het ovewegen van behandelingsmogelijkheden uitgaande van het ICF-model. De logopedist appoteet deze gegevens in het daavoo bestemde dossie volgens de wekafspaken binnen het ziekenhuis. Fomuleen van conclusies en beslissen wel of niet behandelen 12. De logopedist stelt op basis van een analyse van de vezamelde obsevatie- en ondezoeksgegevens een (voolopige) diagnose. De logopedist plaatst de logopedische conclusies binnen het ICF-model (en/of het ICIDH-model), waabij hij ekening houdt met de ontwikkeling, de leeftijd, de pesoonlijkheid, gedagingen en nevenstoonissen en de sociale context van de patiënt. 13. De logopedist geeft infomatie omtent de conclusies van het ondezoek aan de patiënt en zijn omgeving, eventueel in samenweking met de vewijze. 14. De logopedist infomeet de patiënt en/of zijn omgeving ove de gevolgen c.q. mogelijke gevolgen van de logopedische stoonis (voo zove mogelijk). De logopedist geeft de patiënt en/of zijn omgeving alle elevante infomatie om te kunnen meebeslissen, zoals: theapiemogelijkheden en gevolgen van niet behandelen; vewachtingen indien gekozen wodt voo niet behandelen; vewachtingen indien gekozen wodt voo behandeling. 15. De logopedist ovelegt samen met de patiënt en/of zijn omgeving of logopedische behandeling gestat wodt. Indien besloten wodt dat e geen logopedische behandeling gestat wodt, ondt de logopedist de behandeling af, volgens standaaden 30 tot en met 32. 10 16. De logopedist appoteet mondeling en/of schiftelijk aan de vewijze en andee hulpvelenes ove ondezoeksesultaten en diagnose. In dit appot staan: de pesonalia; anamnesegegevens; obsevatie- en/of testgegevens; logopedische diagnose uitgaande van het ICF-model (en/of het ICIDH-model); de logopedische bevindingen en voostellen naast die van eventuele andee hulpvelenes, waana besloten wodt tot een inte-/multidisciplinaie aanpak en het stellen van pioiteiten; indien nodig adviezen voo nade ondezoek doo andee disciplines. 9 Doo gebuik te maken van obsevatie en het hanteen van analyse- en meetinstumenten. 10 Alleen na toestemming van de patiënt. 12
Opstellen behandelplan 17. De logopedist stelt de inhoud en de opbouw van het behandelplan vast uitgaande van het ICF-model (en/of het ICIDH-model), in oveleg met de patiënt en/of zijn omgeving. Hij daagt zog voo optimale afstemming met andee disciplines. De logopedist: houdt bij de keuze van behandelmogelijkheden ekening met de invloed van psychosociale factoen; 11 z oveweegt bij aanwezigheid van divese stoonissen welke behandeling pioiteit heeft, mede aangegeven doo de patiënt; oveweegt en geeft aan wat vaktechnisch de beste behandelingsvolgode of -methode of hulpmiddel is; ovelegt met de patiënt en/of zijn omgeving welke hulpmiddelen het meest geschikt zijn en toegepast woden. De logopedist ovelegt eventueel hieove met andee disciplines. geeft aan wat de minimale en optimale behandelfequentie is en een indicatie van de behandelduu; geeft inzicht in welke mogelijkheden e zijn ten aanzien van vedee diagnostiek en andesootige behandelingen; geeft bij de methodieken aan wat e van de patiënt en omgeving vewacht wodt; geeft de patiënt en/of zijn omgeving inspaak ten aanzien van aanpak, volgode, theapeut, theapiefequentie en behandelduu; geeft aan waa de genzen van het eigen vakgebied/handelen liggen. 18. De logopedist infomeet de patiënt ove de logopedische behandeling en het logopedisch taject voo de toekomst (voo zove mogelijk). De logopedist: geeft voolichting ove de te vewachten duu, de te investeen tijd, enegie en zelfwekzaamheid en de pognose van de behandeling; maakt afspaken omtent de logopedische behandeling met patiënt en/of zijn omgeving en legt deze schiftelijk vast. 19. De logopedist oveweegt de mogelijkheden tot inschakelen van een andee hulpvelene binnen de oganisatie in oveleg met de patiënt en/of zijn omgeving, en eventueel andee disciplines. 12 20. De logopedist appoteet mondeling en/of schiftelijk aan de vewijze en eventuele hulpvelenes in het daavoo bestemde dossie en/of het multidisciplinai oveleg. Uitvoeen van de behandeling 21. 22. 23. De logopedist schept de benodigde andvoowaaden voodat e gestat wodt met de logopedische theapie 13. De logopedist begeleidt en geeft voolichting aan de patiënt en/of zijn omgeving met betekking tot (het omgaan met) de logopedische stoonis en het logopedisch taject voo de toekomst. De logopedist past de gekozen wekwijze toe die de stoonis op logopedisch gebied positief beïnvloedt en stemt het handelen af op de oveige (paa-)medische hulpvelening. 11 De logopedist houdt hiebij wel in de gaten, dat de poblemen met de gootste kans op complicaties het eest woden behandeld. 12 Alleen na toestemming van de patiënt. 13 Hieonde wodt o.a. vestaan: het aanleggen van een communicatieschift. 13
24. De logopedist infomeet (tijdens de behandeling) de patiënt en/of omgeving ove het doel van de veschillende oefeningen, de gekozen behandeling of methode. 25. De logopedist geeft de patiënt en/of zijn omgeving instucties bij de uitvoeing van de divese aspecten/ oefeningen van de gekozen behandeling en/of methode. De logopedist bewaakt de manie waaop de patiënt en zijn omgeving de gegeven instucties opvolgen. 26. 27. De logopedist legt het veloop van de logopedische behandeling vast in het daavoo bestemde dossie. De logopedist evalueet met de patiënt en zijn omgeving de behandeling en stelt indien nodig het behandelplan bij. 28. De logopedist infomeet mondeling en/of schiftelijk de vewijze en/of het behandelteam omtent het veloop en de evaluatie van de behandeling. De logopedist infomeet naa de bevindingen van de andee hulpvelenes en vegelijkt deze met de eigen bevindingen. Afsluiten van de behandeling 29. De logopedist evalueet met de patiënt en zijn omgeving (het esultaat van) het logopedisch handelen. 14 30. De logopedist bengt de vewijze en andee hulpvelenes doo middel van een veslag op de hoogte van het afonden van de logopedische behandeling. De eindesultaten woden mondeling en/of schiftelijk bespoken. De logopedist oveweegt de mogelijkheden tot vewijzing naa een logopedist in de eeste lijn, een andee hulpvelene of hulpvelenende instantie en ovelegt dit met de vewijze, de andee teamleden en de patiënt. 31. De logopedist egelt de afhandeling c.q. nazog van de logopedische behandeling. De logopedist: wijst de patiënt en zijn omgeving op aspecten waa zij blijvend aandacht aan zullen moeten schenken; wijst de patiënt en zijn omgeving op blijvende isico s; geeft de patiënt en zijn omgeving adviezen mee om tansfe van de vaadigheden naa woon-, leef- en weksituatie zo goed mogelijk te gaandeen; ovelegt met patiënt en zijn omgeving ove afbouw van de behandeling; bespeekt met de patiënt en zijn omgeving de mogelijkheden t.a.v. contole-afspaken en/of de mogelijkheid om bij vagen, twijfels of nieuwe klachten contact op te nemen; daagt, indien nodig, zog voo een ovedacht naa een logopedist die de logopedische behandeling zal vootzetten 15. 14 Volgens de NVLF-ichtlijn Veslaglegging (2009). 15 Eventueel volgens gemaakte ketenzogafspaken. 14
LOGOPEDISCHE STANDAARDEN VOOR HET ZIEKENHUIS ONDERDEEL BEHEER 1. 2. De logopedist vezogt de benodigde planning en administatie omtent afspaken met de patiënt en zijn omgeving. De logopedist (indien van toepassing): egisteet de afspaken, daabij ekening houdend met de oveeengekomen behandelduu en fequentie; bengt de patiënt en zijn omgeving tijdig op de hoogte van het niet doogaan van een afspaak; infomeet de patiënt en zijn omgeving schiftelijk ove afmeldingsafspaken en consequenties van niet nagekomen afspaken; vewijst zo nodig doo naa collega s; legt zo nodig een wachtlijst aan. De logopedist vewekt ten behoeve van het patiëntendossie de instoom van inventaisatiegegevens in een databestand 16. In het databestand zijn opgenomen: pesoonsgegevens; anamnesegegevens; ondezoeksgegevens; logopedische diagnose; oozakelijke en instandhoudende factoen; de conclusies van het ondezoek voo de logopedische behandeling; de afspaken met betekking tot begindatum, dag, tijd, plaats, fequentie en duu van de behandeling; de naam van de behandelend theapeut. 3. 17 De logopedist achiveet ten behoeve van het patiëntendossie plan, veloop en esultaat van de behandeling. Hiein zijn opgenomen: behandeldoelen; behandelingsveloop; esultaten. 4. De logopedist maakt het jaaveslag van de vakgoep logopedie binnen het paamedisch team ( indien van toepassing). In het jaaveslag zijn opgenomen: pesonele aspecten; financiële aspecten; aantal logopedische veichtingen; aad logopedische veichtingen; contacten binnen en buiten de vakgoep logopedie; activiteiten in het kade van na- en bijscholing. 18 5. De logopedist handelt confom de geldende wet- en egelgeving, zoals de Wet BIG, de WGBO en de WBP. Daanaast handelt de logopedist confom het instellingsbeleid. 16 Volgens Richtlijn Veslaglegging (NVLF, 2009). 17 Volgens Richtlijn Veslaglegging (NVLF, 2009). 18 Mee infomatie ove deze wetgeving, zie www.oveheid.nl of www.nvlf.nl. 15
6. De logopedist houdt de uitgaven bij van de vakgoep logopedie ( indien van toepassing). De logopedist: zogt voo een goed ovezicht van de uitgaven van de vakgoep logopedie; neemt in de begoting de geplande uitgaven voo de vakgoep logopedie op (o.a. voo na- en bijscholing, mateialen). 7. 8. 9. De logopedist vezogt en beheet test-, theapie-, en vebuiksmateiaal in oveleg met het ziekenhuis. De logopedist bespeekt met zijn wekgeve de inichtingseisen, zoals deze zijn vastgesteld doo de NVLF voo de behandeluimten in instellingen. De logopedist bewaakt het ondehouden en testen van meetappaatuu en hulpmiddelen. De logopedist: zogt voo egelmatig ondehoud van meetappaatuu; ondehoudt de hulpmiddelen, die in de behandeluimte aanwezig zijn; bewaakt het ondehouden van de behandeluimte, zowel technisch als hygiënisch. De logopedist zogt voo de begeleiding van stagiaies van de Opleiding voo Logopedie confom de afspaken die e met de beteffende hogeschool zijn gemaakt. 10. De logopedist daagt zog voo een documentatiesysteem ove het eigen beoep en de ontwikkelingen daain. De logopedist: beschikt ove ecente liteatuu ove veschillende logopedische ondewepen; heeft ecente infomatie ove egelingen binnen de gezondheidszog m.b.t. de logopedie; heeft voolichtingsmateiaal voo veschillende doelgoepen in de instelling. 11. De logopedist adviseet de instelling inzake een te volgen handelwijze, doo het geven van ichtlijnen voo het optimaal uitvoeen van logopedische behandeling van patiënten. De logopedist ontwikkelt en/of heziet intene potocollen ove veschillende logopedische ondewepen. 16
CHECKLISTS Inleiding Deze checklist is bedoeld om het handelen van de logopedist in oveeenstemming te bengen met de pofessionele nom. De vagen van de checklist kunnen beantwood woden doo: de logopedist zelf ; de patiënt; de patiëntvetegenwoodige; een collega uit het multidisciplinaie team. Welke gegevensbon het beste gebuikt kan woden, hangt af van het ondewep, de eisen die gesteld woden aan de check zoals betouwbaaheid, validiteit en gebuiksviendelijkheid (snelheid en eenvoud van het vezamelen en veweken van de gegevens). Het begip egistatie moet uim gezien woden. Alle doo de logopedist in veslagen, bieven, notities en in de compute vastgelegde infomatie mag voo deze vagen geaadpleegd woden. In de checklist is zoveel mogelijk gekozen voo gesloten vagen, waabij het antwood gegeven kan woden doo ja of nee aan te kuisen. Opmekingen die de ondevaagde maakt te veduidelijking van zijn antwood kunnen apat genoteed woden. Ze zijn nadehand waadevol bij het veweken van de antwooden en het maken van een plan van aanpak te vebeteing. Aan het einde van de checklist kan de ondevaagde noteen welke vebetepunten belangijk zijn (indien van toepassing). A. Logopedist in een oganisatie Een logopedist kan aan de hand van de checklist een beoodeling maken tot in hoevee hij wekt aan de hand van de gestandaadiseede nomen. Voo een mee objectieve beoodeling kan de logopedist het invullen van de checklist vooleggen aan de patiënt zelf, de patiëntvetegenwoodige of een collega uit het multidisciplinaie team. Op basis hievan kan hij nagaan wat goed gaat of vebeted moet woden en conclusies tekken: Ik hoef niets te wijzigen, ik bied optimale zog en wek volgens de aangegeven nom. Ik wijk op bepaalde punten af van de nom, maa kan daa expliciete edenen voo aangeven en zie geen diecte noodzaak of mogelijkheid e iets aan te veandeen. Ik zie de noodzaak en heb de mogelijkheden om mijn handelen zo te veandeen dat ik mee volgens de nom wek. Ik zie de noodzaak maa heb niet de mogelijkheden om mijn handelen zo te veandeen dat ik mee volgens de nom wek. B. Goepen logopedisten in een oganisatie Een goep logopedisten die samen kitisch naa de doo hen geboden zog wil kijken, kan nagaan in hoevee ze volgens de standaaden wekt. Doo steeds (een gedeelte van) de vagen uit de checklist individueel te beantwooden en de antwooden daana met elkaa te vegelijken, kijgt men inzicht in iedes wekwijze. Vevolgens legt men vast welke vebetemogelijkheden en leepunten de goep van elkaa wil ovenemen, en welke vebeteacties gewenst zijn. Doo zo te weken kunnen ook plaatselijke potocollen ontstaan; een afgespoken wekwijze voo een bepaalde goep patiënten. C. Kwaliteitskingen De standaaden kunnen ondewep van gespek zijn in kwaliteitskingen. Doo egelmatig (ondedelen van) de standaaden ondewep te maken van intecollegiale gespekken kijgen de kingleden zicht op de kwaliteit van de gelevede zog. Het gebuik van de checklist kan daabij behulpzaam zijn. 17
Paktische tips voo het gebuik van de checklist Tijdens het uittesten van de checklisten wed een aantal evaingen opgedaan. De belangijkste conclusies zijn: Het is noodzakelijk om een evenwicht te vinden tussen enezijds begijpelijke fomuleingen voo de geïnteviewden (speektaal) en andezijds nauwkeuige fomuleingen in de checklist (schijftaal). Blijf, met het oog op unifomiteit en validiteit, toch zo dicht mogelijk bij de schiftelijke tekst van de checklist. 19 z Bij het afnemen van de checklist is het de bedoeling, dat de ondevaagde de vagen beantwoodt met betekking tot een van tevoen bepaalde patiënt. Ook de gegevens van die specifieke patiënt dienen dan als bon in de egistatie. Houd e ekening mee dat lange vagenlijsten (checklist) niet populai zijn. Gebuik lieve meedee kote (één A4tje) dan eenmalig een lange vagenlijst. Dit is niet alleen pettig voo de ondevaagde, maa het geeft de logopedist bovendien mee de gelegenheid ook een pobleemanalyse (mogelijke oozaken) te doen, conclusies te tekken en, indien nodig, vebeteacties op te stellen. Het is wenselijk, dat de vagen aan de patiënt en/of zijn omgeving gesteld woden in afwezigheid van de (be) handelend logopedist. De aanwezigheid van de (be)handelend logopedist kan sociaal wenselijke antwooden in de hand weken. Doo bij de beantwooding van de vagen opmekingen te noteen, is het intepeteen van de esultaten (waa voldoe ik aan de nom en waa wijk ik af) en daauit conclusies tekken efficiënte te doen. Het is in het algemeen niet aan te aden om de gehele checklist te gebuiken. De afname van de checklist vegt namelijk eg veel tijd. Bovendien levet de afname van het instument te veel vebetepunten op om ineens aan te pakken. Hie ligt een systematische aanpak voo de hand. In het algemeen maakt de logopedist voo zichzelf of in oveleg met andeen, een keuze voo die aspecten van het logopedisch handelen waavan hij de kwaliteit wil ondezoeken of wenst te vebeteen. Zo kan pe standaad gewekt woden, maa ook modulai: thematisch steeds een ande gedeelte van het instument afnemen waana vebeteplannen woden gemaakt. Naast het gebuiken van deze standaad en de bijbehoende checklist, kan e doo logopedisten in een ziekenhuis ook gebuik gemaakt woden van andee kwaliteitsinstumenten. Dit zijn bijvoobeeld: kote vebete cyclus; intevisie; casuïstiek; bekijken/bespeken van een ichtlijn; zelfevaluatie paktijkvoeing; kwaliteitsciteia patiëntenpespectief; kwaliteitsciteia Stage Logopedie; gids beoepspoducten; kwaliteitseisen logopedist; inichtingseisen instellingen; beoepscode; beoepspofiel; competentiepofiel; Methodisch Logopedisch Handelen. Mee infomatie ove al deze kwaliteitsinstumenten kan gevonden woden in de Toolkit Kwaliteitskingen (te downloaden op de website www.ikbenlogopedist.nl, onde Netwek, onde Kwaliteitskingen. 19 Dit kan de logopedist zelf zijn, maa ook de patiënt zelf of zijn mantelzoge. 18
Checklist cuatie Naam logopedist: Datum: Vewijzing Heeft de logopedist: kennis genomen van de doo de vewijze vestekte gegevens? bij onduidelijkheid contact opgenomen met de vewijze? elevante ondezoeksgegevens van deden vezameld (met toestemming van de patiënt)? Aanvullende opmekingen t.a.v. vewijzing: Ja Nee Anamnese en ondezoek Anamnesegespek Heeft de logopedist: (indien mogelijk) een optimale omgeving voo de patiënt en zijn omgeving geceëed? de patiënt en zijn omgeving gemotiveed en geïnfomeed ove de opzet, het doel, de inhoud en de duu van het ondezoek en is de logopedist ingegaan in op elevante vagen? invoelend vemogen getoond ten aanzien van de patiënt en zijn omgeving? flexibiliteit ten opzichte van de patiënt en de ondezoekswijze getoond doo bij de keuze van de ondezoeksmethode ekening te houden met de patiënt en/of zijn omgeving? doo het afnemen van een (heteo-) anamnese elevante gegevens vezameld ten behoeve van de logopedische diagnose en de eventueel in te stellen behandeling uitgaande van het ICF-model (functie, activiteiten en paticipatie)? Ondezoek Heeft de logopedist: een kot logopedisch ondezoek uitgevoed met betekking tot communicatie en/of het slikpoces, afhankelijk van de hulpvaag en de belastbaaheid van de patiënt en zijn omgeving? na de sceening bepaald hoe hij zijn logopedisch ondezoek vevolgt? gegevens vezameld afhankelijk van de hulpvaag van de patiënt en de obsevaties van de logopedist (doo middel van obsevatie en het hanteen van analyse- en meetinstumenten)? de vezamelde gegevens geodend en geappoteed ten behoeve van de diagnosestelling en het ovewegen van behandelingsmogelijkheden uitgaande van het ICF-model? deze gegevens geappoteed in het daavoo bestemde dossie volgens de wekafspaken binnen het ziekenhuis? Ja Ja Nee Nee 19
Aanvullende opmekingen t.a.v. anamnese en ondezoek: Fomuleen van conclusies en beslissen wel of niet behandelen Heeft de logopedist: op basis van een analyse van de vezamelde obsevatie- en ondezoeksgegevens een (voolopige) diagnose gesteld? bij de diagnosestelling de logopedische conclusies binnen het ICF-model (en/of het ICIDH-model) geplaatst, waabij hij ekening houdt met de ontwikkeling, de leeftijd, de pesoonlijkheid, gedagingen en nevenstoonissen en de sociale context van de patiënt? Aanvullende opmekingen t.a.v. fomuleen van conclusies en beslissen wel of niet behandelen: Ja Nee Opstellen behandelplan Heeft de logopedist: de inhoud en de opbouw van het behandelplan vastgesteld uitgaande van het ICF-model (en/of het ICIDH-model), in oveleg met de patiënt en/of zijn omgeving en daagt ook zog voo optimale afstemming met andee disciplines? de patiënt geïnfomeed ove de logopedische behandeling en het logopedisch taject voo de toekomst (voo zove mogelijk)? de mogelijkheden ovewogen tot inschakelen van een andee hulpvelene binnen de oganisatie in oveleg met de patiënt en/of zijn omgeving, en eventueel andee disciplines? mondeling en/of schiftelijk geappoteed aan de vewijze en eventuele hulpvelenes in het daavoo bestemde dossie en/of het multidisciplinai oveleg? Aanvullende opmekingen t.a.v. opstellen behandelplan: Ja Nee 20
Uitvoeen van de behandeling Heeft de logopedist: de benodigde andvoowaaden geschept voodat e gestat wodt met de logopedische theapie? voolichting en begeleiding gegeven aan de patiënt en/of zijn omgeving met betekking tot (het omgaan met) de logopedische stoonis en het logopedisch taject voo de toekomst? de gekozen wekwijze toegepast die de stoonis op logopedisch gebied positief beïnvloedt en het handelen afgestemd op de oveige (paa-) medische hulpvelening? (tijdens de behandeling) de patiënt en/of omgeving geïnfomeed ove het doel van de veschillende oefeningen, de gekozen behandeling of methode? de patiënt en/of zijn omgeving instucties gegeven bij de uitvoeing van de divese aspecten/oefeningen van de gekozen behandeling en/of methode? de manie waaop de patiënt en zijn omgeving de gegeven instucties opvolgen, bewaakt? het veloop van de logopedische behandeling vastgelegd in het daavoo bestemde dossie? met de patiënt en zijn omgeving de behandeling geëvalueed en indien nodig het behandelplan bijgesteld? mondeling en/of schiftelijk de vewijze en/of het behandelteam geïnfomeed omtent het veloop en de evaluatie van de behandeling? naa de bevindingen van de andee hulpvelenes geïnfomeed en vegeleken met de eigen bevindingen? Aanvullende opmekingen t.a.v. uitvoeen van de behandeling: Ja Nee Afsluiten van de behandeling Heeft de logopedist: met de patiënt en zijn omgeving (het esultaat van) het logopedisch handelen geëvalueed? de vewijze en andee hulpvelenes doo middel van een veslag op de hoogte gebacht van het afonden van de logopedische behandeling? de mogelijkheden tot vewijzing naa een logopedist in de eeste lijn, een andee hulpvelene of hulpvelenende instantie ovewogen en ovelegd met de vewijze, de andee teamleden en de patiënt? de afhandeling c.q. nazog van de logopedische behandeling geegeld? Aanvullende opmekingen t.a.v. afsluiten van de behandeling: Ja Nee Belangijkste aandachtspunten m.b.t. Standaad Cuatie: 21
Checklist behee Naam logopedist: Datum: Planning en administatie Heeft de logopedist: de afspaken geegisteed, daabij ekening houdend met de oveeengekomen behandelduu en fequentie? de patiënt en zijn omgeving tijdig op de hoogte gebacht van het niet doogaan van een afspaak? de patiënt en zijn omgeving schiftelijk geïnfomeed ove afmeldingsafspaken en consequenties van niet-nagekomen afspaken? zo nodig doovewezen naa collega s? zo nodig een wachtlijst aangelegd? Aanvullende opmekingen t.a.v. planning en administatie: Ja Nee Dossievoming Heeft de logopedist: een patiëntendossie aangelegd? een behandelplan opgesteld en behandelingsveloop bescheven? Aanvullende opmekingen t.a.v. dossievoming: Ja Nee Jaaveslag Heeft de logopedist een jaaveslag gescheven? Aanvullende opmekingen t.a.v. jaaveslag: Ja Nee 22
Wet- en egelgeving Heeft de logopedist gehandeld confom de geldende wet- en egelgeving, zoals de Wet BIG, de WGBO en de WBP en confom het instellingsbeleid? Aanvullende opmekingen t.a.v. wet- en egelgeving: Ja Nee Begoting Heeft de logopedist de uitgaven bijgehouden van de vakgoep logopedie en een begoting opgesteld voo de vakgoep logopedie? Aanvullende opmekingen t.a.v. begoting: Ja Nee Inichtingseisen Heeft de logopedist: test-, theapie-, en vebuiksmateiaal vezogd en beheed in oveleg met het ziekenhuis? met zijn wekgeve de inichtingseisen, zoals deze zijn vastgesteld doo de NVLF voo de behandeluimten in instellingen bespoken? Aanvullende opmekingen t.a.v. inichtingseisen: Ja Nee Ondehoud Heeft de logopedist gezogd voo egelmatig ondehoud van meetappaatuu en hulpmiddelen, die in de behandeluimte aanwezig zijn? het ondehouden van de behandeluimte bewaakt, zowel technisch als hygiënisch? Aanvullende opmekingen t.a.v. ondehoud: Ja Nee 23
Begeleiding stagiaies Heeft de logopedist gezogd voo de begeleiding van stagiaies van de Opleiding voo Logopedie confom de afspaken die e met de beteffende hogeschool zijn gemaakt? Aanvullende opmekingen t.a.v. pesoneelsbeleid: Ja Nee Documentatiesysteem Heeft de logopedist gezogd voo een documentatiesysteem ove het eigen beoep en de ontwikkelingen daain? Aanvullende opmekingen t.a.v. documentatiesysteem: Ja Nee Beleidstaken Heeft de logopedist: de instelling geadviseed inzake een te volgen handelwijze, doo het geven van ichtlijnen voo het optimaal uitvoeen van logopedische behandelingen van patiënten? intene potocollen hezien/ontwikkeld ove veschillende logopedische ondewepen? Aanvullende opmekingen t.a.v. vewijzing: Ja Nee Belangijkste aandachtspunten m.b.t. Standaad Behee: 24
Liteatuu Albes, G. e.a. (1996). Centale ontwikkeling en legitimeing van logopedische standaaden. Nijmegen: Uitgave Hogeschool Nijmegen. Appelman, A. (1993). Ondezoek ondezocht: algemene standaaden en meetinstumenten voo kwaliteitszog. Lezing op symposium, januai, Nijmegen. Ats, I. e.a. (1998). Implementatie van de logopedische standaaden en het meetinstument. Nijmegen: Uitgaven van de Hogeschool van Anhem en Nijmegen. Boekhuizen A., H. te Host en S. Meijs (2001). Unifome en gelegitimeede kwaliteitsstandaaden en bijbehoende meetinstumenten voo logopedisten in het Ondewijs. Hogeschool van Anhem en Nijmegen. Hendiks, L, Hollands, L e.a (1997). Elementen van kwaliteitszog. Hogeschool van Anhem en Nijmegen / CBO. Kalf, H., J. de Bee. (2004). Evidence-based logopedie. Logopedische handelen gebaseed op wetenschappelijke evidentie. Houten: Bohn Stafleu van Loghum. Koolhaas, C. (2010). Voobehouden handelingen en logopedie. Logopedie en Foniatie. Januai 2010. Lacoix, M., J. Lemmens, S. Beuskens. (2010). Evidence based pactise in het buitenschools leen van de opleiding logopedie. Wat zijn de bevodeende en belemmeende factoen? Logopedie & Foniatie. Febuai 2010. Nedelandse Veeniging voo Logopedie en Foniatie. (2001). Beoepscode voo logopedisten. Woeden: NVLF. Nedelandse Veeniging voo Logopedie en Foniatie. (2003). Beoepspofiel logopedist. Woeden: NVLF. Nedelandse Veeniging voo Logopedie en Foniatie. (2009). Richtlijn Veslaglegging. Woeden: NVLF. Nedelandse Zogautoiteit (NZa). (2010a). Online DBC-dossie. http://www.nza.nl/zogondewepen/dossies/ dbc-dossie/ Download 9-4-2010. Nedelandse Zogautoiteit (NZa). (2010b). Online Ketenzog-dossie. http://www.nza.nl/zogondewepen/ dossies/ ketenzog/ Download 9-4-2010. Meulenbeg-Bouwe, A., H. van de Pol-Top, C. Kuipe. (2008). Dialoog. Een theoetisch en paktisch pespectief op de beoepsollen van de logopedist. Utecht: Lemma Uitgeveij. Schellekens, W., W. den Hatog. (2000). Richtlijnen zijn hulpmiddel voo betee zog. ZetN. 25
Begippen / Afkotingen / Wetten Afkotingen DTL ICF ICIDH NVLF Diecte Toegankelijkheid Logopedie Intenational Classification of Functioning, Disability and Health Intenational Classification of Impaiments, Disabilities and Handicaps Nedelandse Veeniging voo Logopedie en Foniatie Begippen Anamnese Gespek waain de (medische) voogeschiedenis van de (logopedische) stoonis / ziekte bespoken wodt. Daanaast komt ook de fysieke en sociale context van de patiënt aan bod en wodt e gespoken ove de hulpvaag en de vewachting van de logopedische theapie. Ats Behandelend specialist (huisats, medisch specialist wekzaam in het ziekenhuis). Behandeling Behandeloveeenkomst Een totale behandeling doo één logopedist / binnen één logopedische paktijk. De behandeling wodt gekenmekt doo: een eeste zogcontact; een of meedee behandelsessies; een behandelevaluatie waana de logopedische behandeling (doo de logopedist) wodt beëindigd. De logopedische behandeling bij mensen met een meevoudige bepeking bestaat uit diecte behandeling, maa voo een goot deel ook uit indiecte behandeling. Zie ook: indiecte behandeling en diecte behandeling. Patiënten en hulpvelenes hebben echten en plichten. Deze staan vastgelegd in de Wet op de Geneeskundige Behandelingsoveeenkomst (WGBO). Deze wet is van belang voo iedeeen die met medische zog te maken kijgt. Zoda een ats een patiënt gaat ondezoeken of behandelen, is spake van een geneeskundige behandelingsoveeenkomst. De wet heeft tot doel de echtspositie van de patiënt te vesteken. Zowel de patiënt als de hulpvelene hebben op gond van deze wet een aantal echten en plichten. Volgens deze wet is de patiënt de opdachtgeve en moet hij kunnen instemmen met een behandeling. Daaom is het van belang dat de hulpvelene de patiënt infomeet ove wat e met hem aan de hand is, welke behandeling hij adviseet, wat de eventuele gevolgen en nadelen zijn, en of e altenatieven bestaan. De behandelafspaken zijn vastgelegd in de behandeloveeenkomst. 26
Beoepscode Beoepspofiel Coachen Cognitie Communicatiehulpmiddelen Diagnose Diecte behandeling Dossie Evidence based pactice Heteo-anamnese Logopedisten zijn gebonden aan nomen en waaden vastgelegd in gedagsegels. Deze egels zijn te vinden in de beoepscode voo logopedisten. Het hebben van een code betekent voo de beoepsbeoefenaen een manie om de beoepsgoep als pofessie gestalte te geven. Daamee geeft de logopedist aan tot een speciale goep te behoen met eigen nomen voo het gedag, met een eigen taditie en eigen goepsbewustzijn. Een gestuctueede vezameling uitspaken ove taken die als egel in de beoepsuitoefening van de logopedist vookomen. Het is geen toetsingsinstument maa een uitgebeide deskundigheidsomschijving. Op basis van het algemene beoepspofiel zijn speciale beoepspofielen ontwikkeld voo de veschillende wekvelden die als basis dienen voo de standaaden. De standaaden zijn ontwikkeld op basis van het beoepspofiel van 2003. Het logopedisch beoepspofiel bevat doo vakgenoten uit de die veschillende secties (ondewijs, vije vestiging en gezondheidszog) opgestelde vakinhoudelijke ontwikkelingen en beoepscompetenties ondevedeeld in die domeinen: vakinhoud, oganisatie en pofessionaliseing Pesoonlijke begeleiding van de (omgeving van) de patiënt in het leen omgaan met de aanwezige (logopedische) stoonissen. Het leevemogen van een patiënt dat uitgesplitst is in cognitieve functies als waaneming, aandacht, inpenting, geheugen, oiëntatie, denken, taalgebuik en vaadigheden. Voowepen of instumenten die een patiënt gebuikt ten dienste/ten behoeve van de communicatie. De logopedist behandelt de logopedische gevolgen van ziekte, niet de ziekte zelf. Voo de diagnosestelling van de logopedische gevolgen van ziekte wodt gebuik gemaakt van de ICIDH-classificatie voo de logopedie of het ICF-logopedie. De tijd waabij de patiënt bij de zogvelene aanwezig is. Hieonde valt echte ook de tijd die de logopedist besteedt aan het ontwepen en eventueel uitvoeen van een communicatiehulpmiddel. Alle documenten die op een patiënt betekking hebben, dit kan zowel een papieen als een elektonisch dossie zijn. Het gewetensvol, expliciet en oodeelkundig gebuik van het huidige beste bewijs om beslissingen te nemen voo individuele patiënten Gespek met de omgeving van de patiënt waain de (medische) voogeschiedenis van de (logopedische) stoonis / ziekte bespoken wodt. Daanaast komt ook de fysieke en sociale context van de omgeving van de patiënt aan bod en wodt e gespoken ove de hulpvaag en de vewachting van de logopedische theapie van de omgeving van de patiënt. 27