Aan burgemeester en wethouders Datum: 8 augustus 212 Sector/stafafdeling: SLZ/Beleid Portefeuillehouder: Wethouder Borgonjen Ontworpen door: D. Bosmans ingekomen: y ^[jf; 21? re g- nr - : /tfiocofóttr par.: par. afd.hfd. <OCj par. sec.hfd. mev YCG}*) medeparaaf: Onderwerp: se ^ 71 <:<: ZKjgL Voorschoolse educatie Gevraagde beslissing college: 1. Instemmen met het plan van de Kinderkoepel om te komen tot een voorschools aanbod in de peuterspeelzalen in de kern Brielle; 2. De bijgaande wijziging van de productenraming 212-215 vaststellen; 3. De commissie samenleving verzoeken de raad positief te adviseren om de financiële gevolgen, overeenkomstig de wijziging van de productenraming, te verwerken in de najaarswijziging 212. Gevraagde beslissing commissie 1. De raad positief adviseren om de financiële gevolgen, overeenkomstig de wijziging van de productenraming, te verwerken in de najaarswijziging 212. akkoord: bespreken: $ beslissing B & W d.d. 14 AU6 Z12 conform D afwijkend besluit D aangehouden pag. 1 van 5
Besluitvormingstraject Commissie B.Z.M. Samenleving Grondgebied D datum: 27 augustus 212 advies Bijz. projecten Raad Bezw. schr. OR/GO D n D Samenvatting 1. Inleiding Op 1 augustus 21 is de Wet Ontwikkelingskansen door Educatie (Wet Oke) van kracht geworden. Deze wet leidt tot wijzigingen van de Wet Kinderopvang, de Wet op het primair onderwijs, de Wet op het onderwijstoezicht en enkele andere wetten in verband met wijzigingen in het onderwijsachterstandenbeleid. De wet streeft door harmonisatie van regelgeving voor voorschoolse voorzieningen (peuterspeelzalen en kinderdagverblijven) naar een aantal verbeteringen bij de voorzieningen voor jonge kinderen. Tevens leidt de wet tot meer en betere voor-en vroegschoolse educatie (WE) en tracht deze de financiële drempels weg te nemen voor ouders van doelgroepkinderen om deel te kunnen nemen aan WE programma's. De maatregelen uit de wet zijn bedoeld om de kansen van jonge kinderen te verhogen. De wet beoogt de gemeentelijke regierol te versterken en geeft gemeenten de opdracht om zorg te dragen voor de volgende 4 punten: 1. afdoende kwaliteit in het regulier peuterspeelzaalwerk; 2. een dekkend en hoogwaardig aanbod van WE in de voorschoolse periode; 3. toezicht en handhaving op kwaliteit van peuterspeelzalen en voorschoolse educatie; 4. het voeren van een jaarlijks overleg binnen de gemeente en het maken van afspraken over kernpunten van voor-en vroegschoolse educatie. Dit advies gaat over punt 2. De gemeente is verplicht een hoogwaardig aanbod WE aan te bieden aan de doelgroep. Geschat wordt dat het aantal kinderen dat in aanmerking zou kunnen komen voor een WE indicatie 15 bedraagt over de gehele gemeente. De doelgroep ontvangt minimaal 1 uur WE aangeboden door minimaal 2 leidsters per groep, terwijl kinderen zonder indicatie aanspraak kunnen maken op 5 uur peuterspeelwerk. De kinderen van de doelgroep zijn niet verplicht tot het volgen van WE maar kunnen daartoe -bijvoorbeeld via het consultatiebureau- wel toe worden aangespoord. pag. 2 van 6
2. Beoogd effect De gemeente voldoet aan haar wettelijke taak met het oog op versterking van de voorschoolse educatie. 3. Argumenten De gemeente is verantwoordelijk voor het voorschoolse deel van WE. Bij de voorschoolse educatie gaat het om programma's uitgevoerd in kinderdagverblijven en peuterspeelzalen, uitgevoerd door gekwalificeerd personeel en gericht op doelgroepkinderen van 2 en 3 jaar. De Kinderkoepel verzorgt binnen de gemeente het peuterspeelzaalwerk. De gemeente kiest voor het versterken van het peuterspeelzaal werk tot WE niveau. In diverse overleggen met de directeur van de Kinderkoepel is bijgevoegd plan tot stand gekomen. De meest eenvoudige oplossing is het creëren van een aparte groep in de peuterspeelzaal voor de doelgroep kinderen. Omdat deze groep kinderen dan makkelijk aanwijsbaar zou zijn is hiervan afgezien. Voorstel is alle 5 groepen peuterspeelzaalwerk in de kern Brielle op WE niveau te brengen. Op deze 5 groepen zijn 2 professionele leidsters werkzaam. Zij draaien een WE programma voor alle kinderen. De kinderen met een WE indicatie gaan 1 uur per week naar de peuterspeelzaal. Helaas zijn die middelen niet toereikend om ook de groepen in Zwartewaal en Vierpolders op WE niveau te brengen. En enkel Zwartewaal op WE niveau brengen lukt praktisch niet, omdat daar geen dagdelen meer beschikbaar zijn. 4. Draagvlak en risico's Door deze manier van werken kan er een wachtlijst ontstaan voor de reguliere kinderen. Kinderen met een WE indicatie doen immers voor meer uren een beroep op peuterspeelzaalwerk dan kinderen zonder indicatie. Als er al een wachtlijst ontstaat dan schat de kinderkoepel in dat deze voor de kern Brielle niet langer zal zijn dan 2 maanden. Daar staat tegenover dat ook kinderen die geen WE indicatie hebben wel gebruik maken van peuterspeelzaalwerk met 2 leidsters per groep. Reguliere kinderen hebben altijd de mogelijkheid om een plaatsje te krijgen op een andere locatie (Vierpolders of Zwartewaal). De kinderkoepel houdt vooralsnog een slag om de arm en gaat uit van 1 doelgroepkinderen. Voor deze kinderen wordt een plaatsje beschikbaar gehouden. Hierdoor loopt de Kinderkoepel de ouderbijdrage mis. Deze rekening wordt bij de gemeente neergelegd. 5. Aanpak/uitvoering De start zal plaatshebben met ingang van 1 september 212. Het project eindigt op 1 augustus 215. Dit zal ook gecommuniceerd worden naar de Kinderkoepel i.v.m. personeelskosten. In 214 zal er een evaluatie plaatshebben, omdat de middelen voorschoolse educatie na 214 stoppen en verantwoord moeten worden. Bij de jaarlijkse subsidieafrekening zal de werkelijke ouderbijdrage vastgesteld worden (hangt af van aantal doelgroepkinderen in dat jaar). 6. Communicatie Na besluitvorming wordt de Kinderkoepel op de hoogte gebracht; ook zal de Wmo raad geïnformeerd worden. pag. 3 van 6
7. Organisatorische en /of personele aspecten N.v.t. 8. Juridische aspecten N.v.t. 9. Kosten, baten en dekking Kosten: eenmalige kosten aanschaf WE programma training aanschaf thema materialen/box totaal eenmalige kosten structurele kosten inzet personeel huisvestingskosten (door extra dagdelen) deskundigheidsbevordering compensatie ouderbijdrage Kosten activiteiten totaal structurele kosten 5. 2. 2.5 27.5 4. 3. 3.5 6.35 5. 57.85 De ingangsdatum is 1 september 212 zodat de structurele kosten voor inzet personeel, huisvesting en ouderbijdrage in 212 lager zijn (x 4/12). Ouderbijdrage: De Kinderkoepel houdt vooralsnog 1 plekken voor doelgroepkinderen "vrij". Voor deze plekken wordt geen ouderbijdrage ontvangen en bij bezetting door doelgroepkinderen wordt er enkel voor 2 dagdelen van de 4 ouderbijdrage ontvangen. De kinderkoepel loopt hoe dan ook jaarlijks 6.35 ouderbijdrage mis. Ouders van doelgroepkinderen, van wie uitgegaan wordt dat zij een lagere inkomen hebben, worden via de sociale dienst gecompenseerd in hun ouderbijdrage. De voorschoolse educatie moet voor ouders laagdrempelig en financieel toegankelijk zijn. Peuterspeelzalen zijn over het algemeen duurder dan kinderopvang voor ouders. In de Wet Oke is bepaald dat gemeenten aan ouders van wie de kinderen deelnemen aan voorschoolse educatie, een ouderbijdrage mogen vragen die maximaal de hoogte is van de bijdrage die zij op grond van de Wet kinderopvang zouden betalen in de kinderopvang indien ze de maximale toeslag ontvangen. Ouders betalen aan de Kinderkoepel de reguliere ouderbijdrage en worden via de gemeente, Sociale Zaken, gecompenseerd. pag.4 van 6
Baten: Via de algemene uitkering uit het gemeentefonds wordt voor de uitvoering van de wet Oke structureel 34.24 ontvangen. Het Ministerie OC&W heeft voor de voorschoolse educatie voor de jaren 211 tot en met 214 jaarlijks een bijdrage van 12.727 toegekend als specifieke uitkering onderwijsachterstandenbeleid. Deze middelen zijn bedoeld voor het maken van afspraken met schoolbesturen, houders van kindercentra en peuterspeelzalen over de toeleiding naar voorschoolse voorzieningen, de definiëring van de doelgroep en de organisatie van de doorlopende leerlijn tussen voor- en vroegschoolse educatie. Dekking: Zowel in 21 als in 211 is via de algemene uitkering een bijdrage van 34.24 ontvangen. Van het Ministerie OC&W is in 211 12.727 ontvangen. Deze baten, waar nog geen uitgaven tegenover stonden, zijn niet gereserveerd waardoor ze een onderdeel zijn gaan uitmaken van de rekeningsaldi 21 en 211. Deze rekeningsaldi zijn uiteindelijk verrekend met de algemene exploitatiereserve; de saldi in het hierna opgenomen overzicht worden via de najaarswijziging van de programmabegroting 212 ook weer verrekend met die reserve. In de begroting 212-215 is reeds een bedrag voor in het kader van de Wet Oke ad 34.24 opgenomen. Overzicht kosten, baten en dekking kosten eenmalig structureel baten bijdrage Ministerie van BZK bijdrage Min.OC&W 212 213 214 215 27.5 19.284 52.333 34.24 12.727 46.751 57.85 57.85 34.24 12.727 46.751 57.85 57.85 34.24 12.727 46.751 33.746 33.746 34.24 34.24 saldo (min is voordelig) 33 11.99 11.99-278 De middelen van het ministerie van Onderwijs (12.727,=) dienen besteed te worden aan Vroegtijdige en voorschoolse educatie in het kader van de wet Oke. Niet bestede middelen dienen in 214 terug betaald te worden aan het Rijk. De middelen van het ministerie van Binnenlandse Zaken maken onderdeel uit van het Gemeentefonds en hoeven niet terug gestort te worden. Voor de jaren 212 tot en met 214 doet zich een tekort voor van cumulatief 22.231,= hetgeen gedekt had kunnen worden -middels een overheveling- met middelen uit 21 en 211 die voor dit doel aan de gemeente beschikbaar zijn gesteld. Deze Rijksmiddelen (cumulatief 93.52, = ) zijn evenwel meegenomen in het rekeningsaldo van de jaren 21 en 211. Hierdoor is nu voor de jaren 213 en 214 een uitname uit de algemene middelen nodig. Totaal dient er per saldo extra budget vrijgemaakt te worden om in deze vorm het WE in Brielle uit te voeren conform de bijgevoegde wijziging van de productenraming 212-215. pag. 5 van 6
1. Advies 1. Instemmen met het plan van de Kinderkoepel om te komen tot een voorschools aanbod in de peuterspeelzalen in de kern Brielle; 2. De bijgaande wijziging van de productenraming 212-215 vaststellen; 3. De commissie samenleving verzoeken de raad positief te adviseren om de financiële gevolgen, overeenkomstig de wijziging van de productenraming, te verwerken in de najaarswijziging 212. Bijlage(n): 1. Plan van de Kinderkoepel pag. 6 van 6
Toelichting wijziging van de Productenraming 212-215 Product: 65. Kinderopvang Kostenplaats: Portefeuillehouder: Budgethouder: 44241 subsidie Wethouder Borgonjen W. de Koning SL Onderwerp: Voorschoolse educatie 212-215 Toelichting op de beleids/beheersmutatie: Voor de invoering van voorschoolse educatie per 1 september 212 moeten onderstaande baten en lasten bijgeraamd worden. Totalen Totaal lasten Totaal baten Saldo ( - = voordelig) 212 12.76 33 213 11.99 214 11.99 215 Specificatie financiële mutaties exploitatie naar economische categorie: BTWcode 212 213 214 215 Lasten 66521 44241 aanvullende subsidie WE 12.76 Totaal 12.76 Baten 66521 84117 Bijdrage Min. OC&W tbv onderwijs achterstand Totaal Wijzigingen Activa in vermogi sn (balansmutaties): Passiva Aldus besloten in de vergadering van burgemeester en wethouders van
De Kinderkoepel kinderopvang ingekomen 3 1 MEI 212 Gemeente Brielle T.a.v. De heer W. M. De Koning Postbus 11 323 AC BRIELLE Hellevoetsluis, 3 mei 212 Betreft: Subsidieaanvraag Uitvoering WE 213 Geachte heer van De Koning, Bijgaand ontvangt u de subsidieaanvraag 213 van het WE werk in de gemeente Brielle. De inhoudelijke uitgangspunten worden in bijlage I toegelicht. De begroting van kosten en baten vind u in bijlage II. Het totaalbedrag voor de subsidieaanvraag 213 bedraagt 85.35. Deze subsidieaanvraag is gebaseerd op een uitvoering van het WE programma als aanvulling op het bestaande regulier peuterspeelzaalwerk. Hierover hebben reeds een aantal gesprekken plaatsgevonden. Wij zijn uiteraard bereid eerftpelichting te geven op deze subsidieaanvraag. Met vriendelijke gkpet / / f. Knegt Algemeen Directeur Kinderkoepel Holding BV BIJLAGE I: Subsidieaanvraag uitvoering WE gemeente Brielle BIJLAGE II: Begroting van kosten en baten
De Kinderkoepel kinderopvano Bijlage I: subsidieaanvraag uitvoering WE gemeente Brielle Subsidieaanvraag met betrekking voor de uitvoering van WE (vroeg en voorschoolse educatie) in Brielle. Doel: Voor en Vroegschoolse Educatie (WE) biedt alle kinderen, en in het bijzonder die k nderen die extra ondersteuning nodig hebben, gelijke ontwikkelingskansen in het onderwijs. Door met effectieve voor- en vroegschoolse programma's de ontwikkeling te stimuleren worden achterstanden voorkomen of verkleind en de kansen op een goede schoolloopbaan vergroot. Voor- en vroegschoolse educatie houdt in dat kinderen op jonge leeftijd meedoen aan educatieve programma's, gericht op het voorkomen en inlopen van taalachterstanden van kinderen van twee tot zes jaar. Deze programma's beg nnen in de peuterspeelzalen (voorschoolse peri de). Een WE programma kent een gestructureerde didactische aanpak en neemt een aantal dag elen per week in beslag Eisen WE Programma: Om te kunnen voldoen aan e eisen is toepassing van een zogenaamd WE programma noodzakelijk. Dit WE programma wordt door de overheid voorgeschreven (keuze uit een 1- tal programma's) en moet worden aangekocht (eenmalig) en worden onderhouden (na ca. 3 jaar, afhankelijk van het programma) Training: Toepassen van het WE programma vereist specifieke training voor alle vaste en inval pedagogisch medewerkers Inrichting: De WE groep vraagt een inrichting met specifieke materialen (o.a. themaboxen) Locatie: De WE groep bevindt zich bij voorkeur op een plaats waar ook regulier peuterspeelzaalwerk wordt aangeboden om gedeeld gebruik te kunnen maken van geschikte ruimten en basismiddelen Dagdelen: De doelgroep kinderen kom n 1 uur of 4 dagdelen per week. Plan - Voldoen aan de eisen uit Wet Oké - Spreidingsbeleid voor de doelgroep kinderen - Locatie Brielle met 5 groepen bezetting is geschikt voor WE. - Goede voorzieningen en middelen voor het bereiken van WE niveau - Nauwe samenwerking met een basisschool - Verwachte doelgroep is maximaal 15 kinderen De Kinderkoepel - mei 212
Locatie De locatie in Brielle biedt de gelegenheid om daadwerkelijk WE verspreid over 5 groepen in te zetten. Hierdoor voorkomen we stigmatisering van de doelgroep. De locatie is centraal in de gemeente en zal in de toekomst verhuizen naar het nog te bouwen zorggebouw. Uitvoering Voor de opzet en uitvoering is een eenmalige investering nodig in geld (aanschaf programma en themamaterialen) en tijd (inrichting programma en training voor gebruik). De samenwerking met de basisschool garandeert goede uitwisseling over de uitvoering van de (warme) overdracht. Voor de uitvoering van de WE op deze groepen zijn 2 vaste gekwalificeerde pedagogisch medewerkers per groep nodig. Daarnaast is het uitgangspunt dat er één invalkracht kan worden ingezet. Al deze medewerkers moeten worden getraind in het gebruik van het WE programma. Voor deze opzet behoeven daardoor slechts 3 pedagogisch medewerkers te worden getraind. Samenvatting voorstel Opzetten van vijf WE groepen voor heel de gemeente Brielle. De locatie van de WE groepen is in Brielle. De keuze voor een WE programma wordt bepaald in overleg met gemeente en scholen. Training van pedagogisch medewerkers en invalsters. Financiële opstelling voor WE groep volgens bijgaand voorstel De subsidieaanvraag voor de aanbieding van dit WE pakket bestaat uit 2 delen. In verband met de opstart worden er eenmalige kosten gemaakt. Deze kosten maken alleen in het eerste jaar onderdeel uit van de subsidieaanvraag. In de komende jaren zal dit deel vervallen. Daarnaast zijn de reguliere kosten in het kosten en baten overzicht opgenomen. Dit is het jaarlijks terugkerende deel. Om toch een goed inzicht te geven in deze opstartkosten volgt hieronder een overzicht. Qpstartkosten (eenmalig, d.w.z. voor een periode van 3 jaar): Aanschaf WE programma (schatting, afhankelijk van keuze) 5. Training voor gebruik van WE programma - 3 medewerkers 2. - Cursus, tijd en certificering tot WE gecertificeerd medewerker Aanschaf thema materialen / box 2.5 Totaal opstartkosten 27.5 Het totaal van de opstartkosten wordt onder een regel in het kosten en baten overzicht genoemd. De Kinderkoepel - mei 212
De Kinderkoepel Kleine Geus BV WE voorziening Bijlage II: BEGROTING van KOSTEN en BATEN KOSTEN BEGROTING 213 Personeelskosten 4. Huisvestingskosten 3. Deskundigeheidsbevordering 3.5 Kosten activiteiten 5. Kosten opstartfase 27.5 TOTALE KOSTEN 79. BATEN Gemiste ouderbijdragen PSZ -6.35 Subsidie WE regulier Subsidie aanvulling regulier Subsidie WE opstartfase TOTALE KOSTEN 51.5 6.35 27.5 79.