Logica brengt je van A naar B verbeelding brengt je overal Einstein Heleen van den Broek februari 2013
Als je een kerk bezoekt met een klas kinderen en je ziet een toren zoals die van de foto, kan er dit gebeuren: wat een gekke cijfers op die klok wow, dat zijn veel vogels wat zit er achter die. eh. ramen? Deze en nog veel meer mogelijke spontane reacties van kinderen geven aanleiding tot verder onderzoek. Als leerkracht luister je naar de vragen, je neemt de kinderen serieus, je herhaalt ze, stelt vragen ter verduidelijking en probeert de kinderen zo precies mogelijk te laten omschrijven wat ze bedoelen. Je tast af of de vragen leven bij de hele groep, of slechts bij een enkeling. Soms zul je moeten beperken, de aandacht moeten vestigen op een belangrijk punt, dat verder uitgediept zou kunnen worden. Je kunt vragen problematiseren, zodat samen naar mogelijke oplossingen gezocht kan worden. In deze zoektocht heb je een begeleidende rol, je laat zoveel mogelijk kinderen zelf met voorstellen komen. De rol van het geheugen Op cognitief vlak gebeurt er nogal wat op het moment dat je met kinderen een kerk bezoekt. Want de kinderen zijn geen tabula rasa meer, ze hebben in hun korte leven al een boel meegemaakt en geleerd. Ze kunnen zich bepaalde dingen herinneren van een eerder bezoek of van een verhaal dat ze gehoord hebben. Het geheugen beïnvloedt op deze manier wat de kinderen op dit moment zien en ervaren. Het vergelijkt de nieuwe ervaring met de oude en stelt kinderen in staat verschillen te zien. Volgens Cultuur in de Spiegel zijn er vier culturele basisvaardigheden die de mens in staat stelt met verschil en verandering om te gaan. De eerste is waarneming. De ontmoeting met een toren geeft al aan hoeveel een simpele blik op een toren kan opleveren. Vanuit de waarneming ontstaan vragen en op het moment dat je met elkaar antwoorden gaat bedenken gaat de verbeelding een rol spelen. Volgens Cultuur in de Spiegel een tweede basisvaardigheid. Er worden verbanden gelegd met dat wat al bekend is. Maar ook is er ruimte voor associaties met zaken die er ogenschijnlijk niets mee te maken hebben. Alles kan in verbeelding.
Die cijfers zijn Romeins, want vroeger waren er hier Romeinen, zij bouwden deze toren, denk ik. Het zijn wel honderdduizend vogels, ze zitten lekker in de zon; het is één grote familie, toch?. Is er misschien een torenkamertje, met een prinses met heel lang haar? Of toch gewoon klokken? Cultuur in de Spiegel onderscheidt naast waarneming en verbeelding ook conceptualisering en analyse als derde en vierde basisvaardigheid. Kort gezegd wordt er in de fase van conceptualisering gezocht naar een universele vorm of uitdrukking van een bepaald begrip. Het uitdrukken in een taal is er een voorbeeld van. De analyse tot slot is het aanbrengen van structuren en modellen waardoor er systeem komt in de kennis. Deze stadia zijn ook te doorlopen na een ontmoeting met een kerk. Na de waarneming en verbeelding (kijken en luisteren, techniek) volgen conceptualisering en analyse (taal en rekenen). Cultuuronderwijs draait om reflecteren Cultuur in de Spiegel gaat een stap verder dan het benoemen en uitleggen van deze basisvaardigheden. Het zou moeten gaan om zelfwaarneming, zelfverbeelding, zelfbegrip en zelfanalyse. Reflecteren op jezelf dus, als het om cultuuronderwijs gaat. Jij ziet gelijk dat de cijfers anders zijn, wat zegt dat over jou? Jij ziet dat er verschillende vogels op het dak zitten, hou je van vogels? Hoe zou je het vinden om in zo n torenkamer te wonen? Cultuur in de Spiegel benoemt vervolgens vier dragers die passen bij de basisvaardigheden als het gaat over hoe gecommuniceerd kan worden. Bij waarneming past lichaam. Bij verbeelding past gebruiksvoorwerpen. Bij conceptualisering hoort taal en bij de analyse zijn grafische media in te zetten. Deze simpele indeling kan helpen bij het kiezen van verwerkingsopdrachten.
Een uurwerk en een slingertouw van de klokkentoren kunnen gebruiksvoorwerpen zijn om kinderen in staat te stellen hun verbeelding aan te spreken. Een vogelgids is een grafisch medium om op te zoeken om welke vogels het precies gaat. Een tekst over de toren is een talig medium. Emotie en schoonheid Tot slot kan het bezoeken van een kerk ook emoties oproepen. Dit heeft (alweer) te maken met het geheugen van de kinderen. Inventariseer vooraf hoe kinderen het bezoek denken te gaan ervaren, laat ze zichzelf bewust worden van de invloed van een ruimte. Er zijn misschien mooie dingen te zien, misschien ook heel akelige. Neem waar, observeer en bespreek het met de kinderen. Zorg voor verwerkingen die passen bij de kinderen. De keus voor Meervoudige Intelligenties Om het aanbod te structuren is gekozen voor de uitwerking van 8 leerlijnen, ingedeeld volgens de theorie van Howard Gardner. De 8 intelligenties (verbaallinguïstisch, logisch-mathematisch, visueel-ruimtelijk, lichamelijk-kinesthetisch, naturalistisch, muzikaal-ritmisch, interpersoonlijk en intrapersoonlijk) zijn te koppelen aan de theorie van Cultuur in de Spiegel. Zowel de basisvaardigheden als de dragers zijn terug te vinden in de leerlijnen. In de handleiding bij de leerlijnen is meer informatie over de achterliggende theorie te lezen.
De rol van de Stichting Oude Groninger Kerken Uiteraard is het prettig om uiteindelijk antwoorden te vinden op de (concrete en technische) vragen die de kinderen stellen. De Stichting Oude Groninger Kerken heeft in haar mediatheek en onder haar werknemers heel veel kennis die ze graag wil delen. Zij kunnen op veel vragen antwoord geven. Ze hebben bouwkundigen in dienst die veel kunnen vertellen over het gebouw, de ontstaansgeschiedenis en de taak van de Stichting. Ze hebben een overzicht van de beheerders/sleuteldragers van de kerkgebouwen die ze beheren en ook deze mensen weten vaak veel te vertellen over de kerk. Via de website is een werkblad en een handleiding te downloaden met veel algemene informatie over kerken. CONTACTGEGEVENS SOGK Stichting Oude Groninger Kerken Coehoornsingel 14 9711 BS Groningen T: +31(0)50 31 23 569 F: +31(0)50 31 42 584 E: info@groningerkerken.nl Heleen van den Broek, februari 2013