De lange weg naar herstel Jaap Koelewijn 23 november 2012 1
Agenda Crisis, welke crisis bedoelt u? De macro-omgeving: de diagnose De macro-economische omgeving Aanpak De zorg Er is geen snelle genezing, wonderen bestaan niet! 2
Iets over mijzelf Jaap Koelewijn, Studie financiële economie en promotie VU Bankentoezicht (1992) Werkzaam bij MeesPierson, Rabo/Robeco en AFM Sinds 2000 zelfstandig Adviseur bij pensioenfondsen en institutionele beleggers, hoogleraar Nyenrode 3
4
Uitgangspunt: de smalle marges Nederland is een vlekje binnen continentaal Europa EU of niet, wij zijn een extreem open economie 50% van ons BBP is export Wereldeconomie dicteert de ontwikkelingen in het binnenland Ontgroening en stijging aantal ouderen zijn autonome ontwikkelingen 5
Daarnaast De wereldeconomie moet nog steeds de exogene schok van de kredietcrisis verwerken In Nederland krijgen we nog een paar forse naschokken Herstructurering van de financiële sector Verteren daling huizenprijzen Druk op reële rendementen pensioenfondsen 6
Gevolgen Veel ontwikkelingen in Nederland worden in het buitenland bepaald De schuldencrisis De Eurocrisis De groei van de wereldhandel De lage rente Onze eigen beleidsruimte is zeer beperkt 7
De diagnose Tussen 1982 en 2000 was er sprake van een lange periode, gekenmerkt door: Stabiele, maar niet extreem hoge groei Dalende rentes en lage inflatie Sterke stijging van vastgoedprijzen Oplopende schuldenlast, vooral na 2000 Invoering nieuwe technologie 8
De succesfactoren na 1983 In 1983 zaten de Westerse economieën in een diep dal Dramatische overheidstekorten, werkloosheid en inflatie De crisis werd doorbroken door: Harde ingrepen in monetair en fiscaal beleid Een grote vooruitgang in de technologie 9
Rente en lonen na 1973 16,0 14,0 12,0 10,0 8,0 6,0 4,0 2,0 0,0-2,0 1970 1973 1976 1979 1982 1985 1988 1991 1994 1997 2000 2003 2006 2009-4,0-6,0 Contractual wages market sector Reële rente Reële lonen 10
De eerste harde schijf, 1956, 5 mb 11
In 2012 De iphone De wet van Moore In een iphone zit 70.000 keer de capaciteit van de eerste computer In 1956 kostte 1 Kb een gulden Een iphone zou 32 miljard moeten kosten 12
The great moderation: 20 jaar geen crisis Tussen 1983 en 2000 was er sprake van een relatief stabiele groei Groei was gematigd, gedreven door technologische vooruitgang en dalende rente Vooral na 1995 begon de financiële sector het klimaat in de reële sector te beïnvloeden Ruime beschikbaarheid krediet, stijgend vastgoed Technologie maakte globalisering arbeidsmarkt mogelijk 13
Welke crisis bedoelt u? Stabiele groei 14
Groei en investeringen na 1970 25,0 20,0 15,0 10,0 5,0 0,0-5,0-10,0-15,0-20,0-25,0 Economische groei) Consumptie huishoudens Investeringen bedrijvensector 15
Na 2000: drie crises Leeglopen internetbubbel in 2000, gevolgd door aanslagen en Irakoorlog in 2003 In 2007 2009 de kredietcrisis Na 2010 de schuldencrisis Veel beweeglijkheid, korte cycli Groei op een structureel lager niveau Veroorzaakt door demografie en beperking krediet 16
De demografie: ontgroening, vergrijzing en lange levensverwachting 17
Sterke schuldenopbouw na 2000 18
Oorzaken: niet alleen de bankiers Extreem ruim monetair beleid na 2000 Kredietverlening gebaseerd op mechanische modellen Mogelijkheid om via speciale constructies kredieten met de bijbehorende risico s door te verkopen Rating bureaus die niet onafhankelijk waren Gaten in het toezicht, race to the bottom 19
Groei kredietverlening NL na 2004 20
Hypothecaire kredietverlening NL 21
Na 2000: volatiliteit en concurrentie De wereld wordt voor ondernemers veel risicovoller: Beperking financiële ruimte, minder krediet Structureel lagere groei, ook door demografie Daarnaast: Meer concurrentie door globalisering Door grotere transparantie en technologie komen verdienmodellen en marges onder druk 22
De financiële positie van bedrijven Beleidsmakers hebben één kerncompetentie: Op het verkeerde moment de goede dingen doen Pensioenrechten en huizenprijzen dalen, terwijl de zorgkosten stijgen. "Wees bewust dat het er de komende jaren niet gemakkelijker op wordt", waarschuwt ze. 23
Zeer gematigde groeiverwachting 1996-2000 2001-2005 2006-2010 2011-2015 Bruto binnenlands product (marktprijzen) 4 1,3 1,4 1¼ Consumptie huishoudens 4,4 0,9 0,1 ¾ Overheidsbestedingen 2,3 2,3 4 0 Bruto investeringen bedrijven (excl. woningen) 8,3 2,4 0,1 4 Uitvoer van goederen (excl. energie) 9,5 4,2 4,3 6 w.v. binnenslands geproduceerd 4,5 0,7 1,2 3¼ wederuitvoer 17,4 8,4 7,3 8½ Invoer van goederen 9,9 3,9 4,2 5½ 24
Consumentenvertrouwen 25
Vijf dossiers die nu actueel zijn 1. Wonen 2. Arbeidsmarkt 3. Zorg 4. Pensioenen 5. Europa & euro Ik sta stil bij de euro, pensioenen en zorg 26
Wat bracht de euro? De eerste tien jaar was de euro een succes Geen aanvallen op individuele landen, ook niet in 2003 en 2008 ten tijde van crisis Convergentie van rente en inflatie Nederland heeft als handelsnatie een groot belang bij de euro 70% van onze export is intra-europees 27
Wat bracht de euro? Ook in Zuid-Europa plukte men de vruchten: Dalende rente en inflatie in landen als Italië, Spanje en Griekenland Stijgende welvaart, mede ook door stijgende lonen Wat ging er fout? Zuid-Europa maakte twee fouten 28
Verdrag van Maastricht In dit verdrag werden de volgende eisen vastgelegd: Staatsschuld 60% van het BBP Overheidstekort: maximaal 3% Inflatie niet meer dan 1,5% boven de beste drie landen Rente niet meer dan 2% boven beste drie Stabiele munt in de jaren vooraf 29
Verder Onafhankelijke centrale bank Geen monetaire financiering Geen bail out Niets vastgelegd over exit Kortom: feitelijk is de euro onomkeerbaar 30
31
De totstandkoming van de euro Eigenlijk waren de eisen zo geformuleerd dat de Zuidelijke landen niet aan boord zouden komen Dat lukte, met veel kunst- en vliegwerk, toch Verkoop staatsbedrijven, overdracht schulden etc. Griekenland kwam, onder druk van Italië, er toch in Dat was ook een politieke beslissing 32
De fouten (1) De budgetdiscipline ging in 2003 door toedoen van Frankrijk en Duitsland al overboord Er is geen centrale autoriteit die landen dwingende regels kan voorschrijven Na de kredietcrisis stegen de overheidstekorten (trage groei en steun aan banken) explosief Griekenland pleegde regelrechte fraude 33
De fouten (2) In Zuid-Europa zijn de loonkosten na 2000 even hard gestegen als in het Noorden, maar bleef de productiviteit achter Het Zuiden (vooral Griekenland) is ten opzichte van Duitsland 30% duurder geworden Concurrentiepositie is daardoor dramatisch verslechterd, groei stagneert daardoor Andere problemen; hardnekkige corruptie en starheid 34
35
Het gevolg Niet alleen in Griekenland, maar ook elders in het Zuiden liepen de tekorten op Griekenland is materieel failliet, dreiging voor andere landen Vertrek van Griekenland zou een ramp zijn: Banken gaan failliet, inkomens dalen, devaluatie, en vooral de uitstraling naar andere landen 36
Hoe erg is de situatie? 37
Hoe erg is de situatie? In verhouding is voor de hele Eurozone de situatie niet dramatisch: Tekort is 4%, schuldquote 90%, rente is relatief laag VS: tekort is 12%, quote nadert de 100% Japan: tekort is 8%, quote 200% Europa in zijn geheel heeft een overschot op de lopende rekening 38
Wat zijn de problemen? De grote verschillen in Europa Duitsland, Nederland, Finland en Oostenrijk hebben beheersbare tekorten, die ze tegen lage kosten kunnen financieren Andere landen zitten in de problemen en zakken verder weg Door het bankwezen zijn de landen met elkaar verbonden 39
40
Problemen Europa is niet bij machte een gecoördineerd beleid te voeren Elke keer komen er halfslachtige oplossingen Dat roept hevige reacties op bij financiële markten Op zichzelf is Europa in geheel gezonder dan de VS of Japan 41
Doormodderen Europa kan niet koersvast naar een einddoel gaan: Echte integratie Op het laatste moment komt er weer een stukje van de oplossing Dat duurt lang en het roept extreem veel onzekerheid op Niemand heeft belang bij een totale melt down en die verwacht ik ook niet 42
De pensioenen De pensioencrisis is niet veroorzaakt door de euro! Belangrijkste oorzaken: Lage rente Gedaalde aandelenkoersen Gestegen levensverwachting 43
Dekkingsgraden dramatisch gedaald 44
Oorzaken daling dekkingsgraad 45
De urgentie De rente zal langdurig laag blijven Daardoor worden harde ingrepen noodzakelijk De uitdaging is: Neem eerlijke maatregelen Benadeel de jongeren niet Bewaar draagvlak voor het systeem 46
Zorg & conclusies Ik ben geen zorgspecialist Op de korte termijn: Verbetering marktwerking, specialisatie ziekenhuizen, meer aandacht voor de eerste lijn Prikkels om onnodige zorgvraag te remmen Bijdragen aan woonkosten AWBZ Inkomensafhankelijke premie is niet effectief 47
Zorg Op de lange termijn Meer verantwoordelijkheid naar de burger Zorgsparen, vrijmaken waarde eigen woning Maken van strategische keuzes Dat zal ons voor morele dilemma s plaatsen Mijn hoop is op de nieuwe coalitie gevestigd 48
Zoek de verschillen 49
Voor de discussie Huidige coalitie zet eerste stappen Ze zijn helaas niet goed doordacht Uitruil leidt tot gespleten beleid Ik durf het bijna niet te zeggen, maar snelle bezuinigen zijn niet absoluut noodzakelijk Graag jullie reacties 50
Afronding Economie zal nog lang traag blijven groeien Eurocrisis moet beheerst worden, hoe dan ook Druk op de zorg neemt toe, strategische keuzes noodzakelijk Veranderende omgeving vraagt andere bestuurlijke en financiële competenties 51