Servicecentrum MER Maasgouw, Echt-Susteren en Roerdalen 2016 24 Februari 2015
Inhoudsopgave 1. Inleiding 1.1 De opdrachtnemersrol van het Servicecentrum MER i.r.t. de begroting 3 1.2 Meerjarige efficiencytaakstelling Servicecentrum MER-Omgevingsdienst in relatie tot het resultaat 4 1.3 Leeswijzer 5 2. Programma s 6 2.1 Programma afdeling Omgevingsdienst 6 2.1.1 Inleiding 6 2.1.2 Wat willen we bereiken? 6 2.1.3 Wat gaan we daarv0or doen? 6 2.1.4 Wat mag het kosten? 6 2.2 Programma Interne Organisatie Servicecentrum MER 9 2.2.1 Inleiding 9 2.2.2 Wat willen we bereiken? 9 2.2.3 Wat gaan we daarvoor doen? 9 2.2.4 Wat mag het kosten? 9 3. Paragrafen 11 3.1. Inleiding 11 3.2. Paragraaf bedrijfsvoering 11 3.3. Paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing 11 3.4. Paragraaf onderhoud kapitaalgoederen 11 3.5. Financiering 12 3.5.1 Bijdrage per gemeente 12 4. Financiële begroting 13 5. Staat reserves 15 2
1. Inleiding 1.1 De opdrachtnemersrol van het Servicecentrum MER in relatie tot de begroting swijzingen op basis van besluitvorming in 2015 Dit is nu de begroting van 2016.maar deze begroting zal in de loop van 2015 en 2016 wijzigen. De begroting 2016 moet in de eerste maanden van 2015 worden opgesteld. In de loop van 2015 zijn een aantal belangrijke besluitvormingsmomenten gepland. Deze besluitvorming heeft te maken met de implementatie van de uitvoeringsorganisatie Sociaal Domein. Ook de bedrijfvoeringsondersteuning voor deze uitvoeringsorganisatie en de Omgevingsdienst dient voor 1 januari 2016 te zijn georganiseerd en vervolgens financieel te worden vertaald. Dit laatste zal waarschijnlijk in de loop van 2016 plaatsvinden. De besluitvorming die in de loop van 2015 (en 2016) plaatsvindt heeft consequenties voor de begroting. De financiële effecten zijn niet meegenomen in de voorliggende meerjarenbegroting en zullen via een aparte begrotingswijziging aan u worden voorgelegd. Impact op begroting door scherpere invulling opdrachtnemersrol Deze begroting is de derde begroting van het Servicecentrum MER in successie. Deze begroting geeft inzicht in de taken die de gemeenten Maasgouw, Echt-Susteren en Roerdalen aan de in 2012 opgerichte gemeenschappelijke regeling (GR) Servicecentrum MER hebben overgedragen. Het Servicecentrum MER groeit in haar opdrachtnemersrol en de gemeenten in hun opdrachtgeversrol. Dit heeft gevolgen voor deze begroting. Was in de voorgaande jaren de ontwikkeling van het Servicecentrum een programma; in deze begroting vindt u dit programma (voorheen programma 1) niet meer terug. De ontwikkeling en voorbereiding van de samenwerking zijn ten principale een verantwoordelijkheid van de gemeenten Maasgouw, Echt-Susteren en Roerdalen. Planning en verantwoording over deze samenwerking horen in de begrotingscycli van onze opdracht gevende gemeenten. De focus in de begrotingen van het Servicecentrum ligt op planning en verantwoording van de al overgedragen taken en bijbehorende budgetten. Opbouw begroting Deze begroting kent twee programma s: Programma Omgevingsdienst en programma Interne Organisatie Servicecentrum MER. - Programma afdeling Omgevingsdienst. Dit programma bevat de budgetten van de afdeling Omgevingsdienst en bestaat voornamelijk uit personeelskosten (rond 4,5 miljoen) en voor een deel uit directe kosten of wel kosten die direct te relateren zijn aan de activiteiten die worden uitgevoerd, zoals bijvoorbeeld de opvang van zwerfdieren, de organisatie van evenementen (kermissen en straatmarkten) en de inzet van externe adviseurs/specialisten voor toezicht en handhaving (bij elkaar rond 0,6 miljoen). De extra kosten en budgetten verband houdend met de van de provincie overgehevelde taken in het kader van de VVGB zijn ook op dit programma verantwoord (rond 45.000). Tot slot is ook de taakstellende bezuiniging (bij elkaar rond 275.000) hierin opgenomen (zie ook 1.2). - Programma Interne Organisatie Servicecentrum MER. In dit programma worden de kosten geboekt voor intern ondersteunende activiteiten van het Servicecentrum MER ten behoeve van het programma Omgevingsdienst. 3
De begroting van het Servicecentrum MER is een begroting in ontwikkeling. Het Algemeen Bestuur heeft met de ervaringen vanuit het verleden als opdracht meegegeven deze begroting meer robuust te maken, zodat deelnemende gemeenten tijdig worden geïnformeerd over de financiën van het Servicecentrum MER. In het voorjaar 2015 zal aan het Dagelijks Bestuur een voorstel worden voorgelegd, hoe deze robuustheid in lijn met de rol van het Servicecentrum als opdrachtnemer te kunnen garanderen. Daarbij zal ook worden ingegaan op de wijze waarop moet worden omgegaan met taakstellingen en te maken afspraken daaromtrent. Er is geen apart jaarwerkplan 2016 opgesteld. Bij de tweede W-vraag is bij elk programma aangegeven wat wordt gedaan om de doelen te realiseren. Verdere uitwerking hiervan is vervolgens gegeven in het onderliggende Uitvoeringsplan. 1.2 Meerjarige efficiency taakstelling Servicecentrum MER Omgevingsdienst in relatie tot het resultaat. Taakstelling MER Omgevingsdienst De overgang van vergunningen, toezicht en handhaving naar het Servicecentrum MER- Omgevingsdienst stelt de gemeenten in staat te voldoen aan door het rijk opgelegde kwaliteitsdoelstellingen. De missie voor de MER-OD is meer kwaliteit van dienstverlening tegen minder kosten. Deze kostenreductie c.q. taakstelling loopt op tot een bedrag van 275.000 in 2016 tot 344.000 vanaf 2017, zoals in onderstaande tabel is te lezen. De geraamde taakstelling is fors, maar ook realistisch. In 2013 en 2014 heeft de MER Omgevingsdienst haar taakstelling ruim gerealiseerd. De taakstelling wordt gerealiseerd door te investeren in de (door)ontwikkeling van de eigen professionals om zo te besparen op (dure) inhuur. Door het realiseren van deze taakstellingen kunnen de bijdragen van de deelnemende gemeenten omlaag. In 2016 e.v. is sprake van een sluitende exploitatie. Voor 2016 is ten gunste van de exploitatie een onttrekking aan de reserve geraamd van 44.000. Dit bedrag is eerder van de gemeente Nederweert ontvangen voor reeds uitgevoerde werkzaamheden. Taakstelling Bedrijfsvoering De drie gemeenten hebben zich ten doel gesteld om vanaf 2017 structureel te bezuinigen op de kosten van de bedrijfsvoering en dan betreft het een structurele bezuiniging van 270.000. Het optreden van lagere kosten is een effect voor de onderscheiden gemeenten, maar komt cijfermatig niet tot uitdrukking in deze begroting. Immers, de uitvoering en verantwoording voor die taken en de bijbehorende budgetten ligt nu nog bij die gemeenten. Dit laat onverlet, dat bij formele besluitvorming omtrent de overheveling van bedrijfsvoeringtaken (en budgetten) en het doen van investeringen in de ICT (zaaksysteem) te zijner tijd het beeld weer moet worden bijgesteld en dus ook die effecten van de bezuinigingen op de bedrijfsvoering in de begroting van de MER terecht komen. Sprake is dus van communicerende vaten en om die reden wordt tekstmatig in deze begroting wel aandacht besteed aan de bezuinigingstaakstelling op de bedrijfsvoering (zie o.a. pagina 5). De kosten die nu op dit programma worden verantwoord, worden gedekt door enerzijds incidenteel (alleen in 2016 en 2017) te beschikken over het transitiebudget en anderzijds door bijdragen van de drie gemeenten. In 2016 wordt een sluitende exploitatie gerealiseerd, doordat voor de leasekosten ICT ad 120.000 wordt beschikt over het transitiebudget. Van dat transitiebudget resteert in 2017 nog 73.000, wat als eenmalige dekking voor dat jaar nog kan worden ingezet. Gevolg is dan wel dat de bijdragen van de gemeenten in dat jaar ten opzichte van 2016 in totaal met 47.000 toeneemt. Vanaf 2018 neemt de totale bijdrage van de drie gemeenten ten opzichte van 2016 toe met 120.000, omdat dan alle ramingen constant blijven echter niet meer kan worden beschikt over het transitiebudget. 4
Naar verwachting is pas na de zomer 2015 het aanbestedingstraject voor ICT afgerond. Dan zal blijken welke kosten voor ICT moeten worden gemaakt voor de latere jaren, vanwege toenemende omvang van activiteiten. Bij gelegenheid van de Bestuursrapportage 2015 zal worden gerapporteerd over de uitkomsten van de aanbesteding en zal een geactualiseerd beeld van verwachte kosten worden gepresenteerd. Hoewel de taakstellende bezuiniging op de bedrijfsvoering ten principale vooralsnog geen verantwoordelijkheid van het Servicecentrum MER behelst, wordt in onderstaand overzicht voor de volledigheid wel het beeld gegeven van de taakstellingen die zijn opgelegd aan het servicecentrum (als opdrachtnemer) en de drie gemeenten (als opdrachtgever). Het realiseren van de taakstelling bij de MER vertaalt zich grofweg in een lagere bijdrage van de drie gemeenten (zie tabel op pagina 8). Indachtig het positieve resultaat vanuit de jaarrekening 2014 (gerealiseerd resultaat 259.000 positief) is de opgelegde taakstelling voor de MER-omgevingsdienst een forse, maar wel reëel. 2016 2017 2018 2019 Taakstelling MERomgevingsdienst 275.000 344.000 344.000 344.000 Taakstelling drie gemeenten v.w.b. Bedrijfsvoering 0 197.000 270.000 270.000 Totaal bezuinigingsopgave 275.000 541.000 614.000 614.000 1.3. Leeswijzer Deze programmabegroting is als volgt opgebouwd, in hoofdstuk 2 komen de programma s aan bod. Hoofdstuk 3 bevat de paragrafen die van toepassing zijn op het Servicecentrum. De financiële begroting is te vinden in hoofdstuk 4. Tot slot is in hoofdstuk 5 een overzicht van de ontwikkeling van de stand van de reserve gepresenteerd. 5
2. Programma s 2.1 Programma afdeling Omgevingsdienst 2.1.1 Inleiding Dit programma omvat de budgetten van de afdeling Omgevingsdienst. De afdeling Omgevingsdienst is de eerste afdeling die in het Servicecentrum MER is ondergebracht. Het takenpakket van de afdeling is bepaald op basis van het door de colleges vastgestelde uitvoeringsprogramma 2015/2016 van de drie MER gemeenten. 2.1.2 Wat willen we bereiken? Het Bestuur van het Servicecentrum MER wil dat de Omgevingsdienst de landelijke vereiste kwaliteit levert, dat de klantgerichtheid verder verbetert waarbij de kosten worden gereduceerd (de 3K s). Specifieker voor de uitvoering van de VTH-taken is het de gezamenlijke doelstelling dat door het verlenen van vergunningen en ontheffingen, het houden van toezicht op naleving van regels en waar nodig het afdwingen daarvan de overlast wordt beperkt, de kwaliteit van de leefomgeving wordt behouden en waar mogelijk verbetert en de veiligheid zo veel mogelijk wordt gewaarborgd. Dit zijn immers de achterliggende doelstellingen van de wetten en regels die gelden binnen het Omgevingsrecht+. 2.1.3 Wat gaan we daarvoor doen? Er wordt uitvoering gegeven aan het uitvoeringsprogramma 2015/2016. Hierin wordt de uitvoering beschreven van de VTH taken en de gewenste opdrachten van de individuele gemeenten. Dit uitvoeringsprogramma: zorgt voor een betere dienstverlening naar onze inwoners en bedrijven; dereguleert; voldoet aan de landelijke kwaliteitscriteria; zorgt ervoor dat de landelijke RUD verplichtingen van de gemeenten worden ingevuld;; zorgt ervoor dat de vergunningverlening voldoet aan de landelijke toetsmodellen; zorgt ervoor dat het toezicht voldoet aan de landelijke toezichtprotocollen; vult de wettelijke beginselplicht tot handhaving in; bevordert het naleefgedrag; zet in op bestuurlijk en maatschappelijk relevante thema s; maakt bestuurlijke restrisico s inzichtelijk; geeft een goede basis voor het voldoen aan de (lange termijn) efficiency taakstelling; levert aan elke gemeente output naar rato van input, etc. 2.1.4 Wat mag het kosten? Taakstelling op materiële en personele kosten Het budget voor de omgevingsdienst is opgebouwd uit de budgetten die in de moedergemeenten beschikbaar waren voor de taken die naar de MER overgaan, verminderd met een taakstelling. Autonome stijging salariskosten en kosten goed werkgeverschapsverzekering Jaarlijks wordt bezien welke autonome stijging van de salarislasten in de begroting opgenomen gaat worden. De salarissen zoals die nu in de begroting zijn opgenomen zijn gebaseerd op het in 2014 gesloten Cao-akkoord van gemeente ambtenaren, waarvan in de vastgestelde Bestuursrapportage 2014 melding is gemaakt (verhoging kosten structureel met 80.000 met ingang van 2015). Verder is voor medewerkers in het kader van goed werkgeverschap een verzekering afgesloten tegen aansprakelijkheid en schade met motorvoertuigen en ongevallen. De kosten hiervan bedragen structureel 7.850 en zijn in de begroting meegenomen. 6
VVGB-middelen Sinds 1 januari 2014 is het bevoegd gezag voor de VVGB-inrichtingen van de provincie Limburg overgegaan naar de gemeenten. Vanuit het Gemeentefonds wordt, gerelateerd aan het aantal inrichtingen, budget beschikbaar gesteld voor de uitvoering van vergunningverlening, toezicht en handhaving bij deze bedrijven. Conform bestuurlijke afspraken kunnen de werkzaamheden uitgevoerd worden door de MER Omgevingsdienst, de RUD Limburg-Noord en de gemeenten zelf. Als onderdeel van deze werkzaamheden wordt in 2014 t/m 2016 in projectvorm een normalisatietraject doorlopen. De kosten van de reguliere werkzaamheden, het normalisatietraject en de projectkosten worden gefinancierd uit het VVGB-budget. Het budget voor het normalisatietraject wordt via een begrotingswijziging in totaliteit in 2015 geraamd. Het eventuele restant hiervan wordt overgeboekt naar eventuele volgende jaren. Voor de uitvoering van vergunningverlening, toezicht en handhaving van de voormalige VVGBinrichtingen is vanuit het Gemeentefonds budget beschikbaar gesteld. Afhankelijk van het aantal inrichtingen en de aard en omvang van die inrichtingen is het budget, dat eerder aan de provincies beschikbaar werd gesteld, verdeeld over de gemeenten. Op bestuurlijk niveau is besloten dat vergunningverlening (Wabo-breed) en toezicht (milieu) verplicht wordt weggezet als uitbestedingsopdracht naar de RUD Limburg-Noord. De medewerkers van de provincie Limburg die gerelateerd zijn aan vergunningverlening en milieutoezicht bij de VVGBinrichtingen zijn geheel of gedeeltelijk ondergebracht bij de gemeente Roermond. Toezicht op de overige aspecten en handhaving lag en blijft bij de gemeenten die bevoegd gezag zijn, bij de gemeenten Maasgouw, Echt-Susteren en Roerdalen dus bij het Servicecentrum MER, afdeling Omgevingsdienst. Uitzondering hierop zijn de complexe RO-procedures. Deze worden uitgevoerd door de moedergemeenten. Tevens is bestuurlijk afgesproken dat vanuit de gemeenten jaarlijks een structurele bijdrage wordt geleverd aan de RUD/Roermond. De benodigde middelen voor de uitvoering van de taken door de afdeling Omgevingsdienst van het servicecentrum bedragen: VVGB Totaal Maasgouw Echt-Susteren Roerdalen Budget 2015 357.000 234.000 91.000 32.000 Budget 2016 45.000 15.000 21.000 9.000 Budget 2017 128.000 63.000 46.000 19.000 Budget 2018 128.000 63.000 46.000 19.000 Budget 2019 e.v. 128.000 63.000 46.000 19.000 Nota bene: De in bovenstaande tabel genoemde bedragen wijken af van de bedragen die in de Bestuursrapportage 2014 zijn genoemd. Eind 2014 zijn namelijk bestuurlijke afspraken gemaakt met de partners van de RUD-Limburg Noord met betrekking tot de inzet van personeel en de verrekening van kosten. Via een begrotingswijziging worden deze in 2015 nog bijgesteld voor dat jaar. De inkomsten uit VVGB worden vanaf 2016 toegevoegd aan de post overige personeelskosten, omdat voor dit project via de RUD of via de markt extern personeel voor gelijke bedragen wordt ingehuurd. De bedragen in 2015 zijn hoger, omdat in deze bedragen ook de projectkosten voor de normalisatie zijn meegenomen naast de reguliere budgetten. Voor Maasgouw zijn de bedragen 7
in verhouding tot de andere twee gemeenten hoger, omdat in die gemeente relatief meer bedrijven en instellingen zijn gehuisvest die onder dit regime vallen. Het jaar 2015 was daarbij voor Maasgouw ook een jaar waarin een inhaalslag moet worden gemaakt, wat maakt dat in dat jaar een in verhouding veel hoger bedrag aan VVGB-budget is geraamd. Naast deze middelen houden de gemeenten zelf middelen, en verstrekken ze een bijdrage aan RUD/Roermond en RUD-Limburg Noord. Kosten ambtelijk secretaris Ondernemingsraad In de begroting is vanaf 2015 rekening gehouden met de kosten van een ambtelijk secretaris OR voor een bedrag van 16.837. Legesopbrengsten vergunningen Het opleggen van de leges blijft bij de moedergemeenten, daarom zijn er geen opbrengsten daarvoor in de begroting opgenomen. De bijdrage van de moedergemeenten is verdeeld op basis van de ingebrachte budgetten. Met ingang van het begrotingsjaar 2018 wordt een nieuw voorstel gedaan over de verdeling van budgetten. Bedragen x 1.000 Rekening Meerjarenbegroting 2014 2015 2016 2017 2018 2019 Lasten Directe kosten 438 908 553 538 538 538 Loonkosten 4.389 4.321 4.312 4.342 4.342 4.342 Totale lasten 4.827 5.229 4.865 4.880 4.880 4.880 Baten Bijdragen gemeenten - 4.858-5.172-4.822-4.880-4.880-4.880 Diensten voor derden - 129-57 - - - - Overige ontvangsten - - - - - - Totale baten - 4.987-5.229-4.822-4.880-4.880-4.880 Saldo voor bestemming - 160-44 - - - Mutaties reserves 25 - -44 - - - Saldo -185 - - - - - In 2016 wordt ten gunste van de exploitatie eenmalig een bedrag van 44.000 onttrokken aan de reserve. Dit bedrag is in 2013 al van de gemeente Nederweert ontvangen en de werkzaamheden hiervoor zijn reeds uitgevoerd. Met de onttrekking aan de reserve is het saldo van de begroting uiteindelijk nihil. 8
2.2 Programma Interne Organisatie Servicecentrum MER 2.2.1 Inleiding In dit programma worden de kosten geboekt van de interne organisatie van het Servicecentrum zoals de loonkosten, lease- en onderhoudskosten ICT en accountantskosten, kosten voor verzekering etc., waarvoor het Servicecentrum (en dus niet de drie moedergemeenten) verantwoording draagt. In 2016 zal de uitvoeringsorganisatie Sociaal Domein onderdeel uitmaken van het Servicecentrum MER. In 2015 vindt eveneens besluitvorming plaats over het bedrijfsplan Bedrijfsvoering. Dan wordt bepaald of en welke bedrijfsvoeringondersteuning vanaf 2016 onderdeel wordt van het Servicecentrum MER. De financiële gevolgen hiervan kunnen dan op dit programma worden verantwoord. 2.2.2 Wat willen we bereiken? Een goede voorbereiding en opvolging van besluitvorming in, en ondersteuning op het gebied van personeel, communicatie, informatie, automatisering, organisatie, financiën en facilitair, zodat de afdeling(en) hun doelstelling(en) kunnen behalen. 2.2.3 Wat gaan we daarvoor doen? Op het moment van samenstelling van deze begroting bevinden we ons in een overgangsperiode waarin de ondersteunende bedrijfsvoeringstaken voor het Servicecentrum MER door de moederorganisaties geleverd worden. Het gaat hierbij o.a. om P&O, financieel advies, communicatie, P&C en administratie. De ondersteuning van de directie, het Dagelijks Bestuur en het Algemeen Bestuur en de stuurgroep vindt nu al plaats in het Servicecentrum. Vooralsnog is de ambtelijke ondersteuning van de ondernemingsraad nog verantwoord bij het programma Omgevingsdienst. 2.2.4 Wat mag het kosten? Voor zo ver taken nog steeds door de moederorganisaties worden uitgevoerd, is informatie over de kosten en baten van die uitvoering te vinden in de begrotingen van die gemeenten. Dit betekent ook dat door de gemeenten afgesproken taakstellingen ook in bij die gemeenten moeten worden verantwoord (zie ook hoofdstuk 1.1). In 2016 sluit de begroting, doordat wordt beschikt over het transitiebudget voor een bedrag van 120.000 en de gemeenten in totaliteit bijdragen voor 580.000. De onttrekking van 120.000 houdt verband met het opvangen van de leasetermijnen van de ICT-omgeving (jaarlijks 120.000). In 2017 resteert van het transitiebudget nog een bedrag van 73.000. De begroting wordt in dat jaar sluitend gemaakt door dat bedrag eenmalig aan te wenden en door een totale bijdrage van de drie gemeenten van 627.000. Vanaf 2018 is de totale bijdrage van de gemeente vanwege het uitgeput zijn van het transitiebudget structureel 700.000 of wel 120.000 hoger ten opzichte van 2016. 9
Bedragen x 1.000 Rekening Meerjarenbegroting 2014 2015 2016 2017 2018 2019 Lasten Directe kosten 651 574 557 557 557 557 Loonkosten 109 143 143 143 143 143 Totale lasten 760 717 700 700 700 700 Baten Bijdragen gemeenten - 563-580 - 580-627 - 700-700 Eenmalig beschikbaar - 247-137 - 120-73 - - Totale baten - 810-717 - 700-700 - 700-700 Saldo voor bestemming - 49 - - - - - Mutatie reserves - - - - - - Saldo - 49 - - - - - In de inleiding van deze begroting hebben we gememoreerd dat in tegenstelling tot voorgaande begrotingen het programma Ontwikkeling Servicecentrum MER nu niet meer wordt genoemd. In het jaar 2014 zijn op dat programma nog wel kosten en baten geboekt en om daar toch inzicht in te geven en aansluiting te houden met de jaarrekening 2014, wordt onderstaande tabel gepresenteerd. Bedragen x 1.000 Rekening Meerjarenbegroting 2014 2015 2016 2017 2018 2019 Lasten Directe kosten 105 - - - - - Totale lasten 105 - - - - - Baten Bijdragen gemeenten - 25 - - - - - Eenmalig beschikbaar - 105 - - - - - Overige ontvangsten - - - - - - Totale baten - 130 - - - - - Saldo voor bestemming - 25 - - - - - Mutaties reserves - - - - - - Saldo - 25 - - - - - 10
3. Paragrafen 3.1 Inleiding Hier zijn de paragrafen opgenomen waarin de beleidslijnen zijn vastgelegd met betrekking tot de beheersmatige aspecten. Het doel van deze paragrafen is om onderwerpen die verspreid in de begroting staan, gebundeld weer te geven. Het betreft de verplichte paragrafen bedrijfsvoering, weerstandsvermogen en risicobeheersing, onderhoud kapitaalgoederen en financiering. De paragrafen verbonden partijen, grondbeleid en lokale heffingen zijn niet van toepassing voor het Servicecentrum MER. 3.2 Paragraaf bedrijfsvoering De paragraaf bedrijfsvoering heeft betrekking op alle ondersteunende taken die het Servicecentrum MER uitvoert voor de eigen afdeling Omgevingsdienst, de Directie, het Algemeen Bestuur en het Dagelijks Bestuur. Omdat de bedrijfsvoering samen uitgevoerd gaat worden met de drie gemeenten is er voor gekozen om de activiteiten in totaliteit onder te brengen in een programma. Zie hiervoor het programma Bedrijfsvoering. Vanuit dit programma wordt de bedrijfsvoering georganiseerd van de Gemeenschappelijke regeling en naar verwachting in de toekomst ook de bedrijfsvoering van de drie moedergemeenten. 3.3 Paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing Het weerstandsvermogen geeft aan hoe solide de financiële positie van de GR is. Het weerstandsvermogen wordt bepaald door de weerstandscapaciteit af te zetten tegen de omvang van de risico s. De risico s die van belang zijn bij de bepaling van het weerstandsvermogen zijn de risico s waarvoor geen maatregelen zijn getroffenen die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie. De weerstandscapaciteit bestaat uit de middelen en mogelijkheden waarover de GR beschikt om deze niet begrote kosten op te vangen. Het gaat dan bijvoorbeeld om reserves. In de gemeenschappelijke regeling MER is bepaald (art. 21, lid 1a) dat er niet meer reserves worden opgebouwd dan in het uiterste geval noodzakelijk is. In het bedrijfsplan van de afdeling Omgevingsdienst is dit verder uitgewerkt in een reserve die maximaal 3% van de salarislasten bedraagt met een maximum van 100.000. 3.4 Paragraaf onderhoud kapitaalgoederen Deze paragraaf is aan de orde voor wat betreft de aanschaf van 2 nieuwe auto s en 1 occasion in 2014. Bij deze deal is overigens de auto die oorspronkelijk van Roerdalen komt ingeruild. De totale investering hiervan is 73.000. Rekening houdend met een afschrijvingstermijn van 8 jaar bedragen de afschrijvingskosten 8.750 (met rente hoeft geen rekening te worden gehouden). In de toekomst is denkbaar dat het wagenpark nog verder wordt uitgebreid, wat in deze paragraaf verder tot uitdrukking komt 11
3.5 Financiering 3.5.1 Bijdrage per gemeente (exclusief bijdragen derden en beschikking transitiebudget) Bedragen x 1 Rekening Meerjarenbegroting 2014 2015 2016 2017 2018 2019 Bijdrage aan programma Omgevingsdienst (o.b.v. verdeelsleutel ingebracht budget) Maasgouw 1.620 1.622 1.614 1.605 1.605 1.605 Echt-Susteren 1.939 1.964 1.937 1.927 1.927 1.927 Roerdalen 1.227 1.230 1.227 1.220 1.220 1.220 Totaal progr. 2 4.785 4.815 4.777 4.751 4.751 4.751 Bijdrage aan programma Omgevingsdienst (verdeling o.b.v. verdeling VVGB-middelen) Maasgouw 50 234 15 63 63 63 Echt-Susteren 14 91 21 46 46 46 Roerdalen 9 32 9 19 19 19 Totaal progr. 2 73 357 45 128 128 128 Bijdrage aan programma Interne Organisatie (verdeling o.b.v. inwoneraantal) Maasgouw ¹) 320 325 325 339 362 362 Echt-Susteren 147 154 154 174 204 204 Roerdalen 96 101 101 114 134 134 Totaal progr. 3 563 580 580 627 700 700 Bijdrage aan programma Ontwikkeling Servicecentrum MER (verdeling o.b.v. inwoneraantal) Maasgouw 8 Echt-Susteren 10 Roerdalen 7 Totaal progr. 1 25 Totaal Maasgouw 1.998 2.181 1.954 2.007 2.030 2.030 Echt-Susteren 2.110 2.209 2.112 2.147 2.177 2.177 Roerdalen 1.339 1.363 1.337 1.353 1.373 1.373 Totaal bijdrage 5.446 5.752 5.402 5.507 5.579 5.579 ¹) de bijdrage van de gemeente Maasgouw is inclusief de vergoeding voor de ontvangen huur die de gemeente van het Servicecentrum ontvangt; tegenover deze hogere bijdrage staat dus ook een ontvangen huurinkomst. 12
4. Financiële begroting Omschrijving Functie Taak Rekening 2014 2015 (na wijziging) 2016 2017 2018 2019 Programma Omgevingsdienst Zwerfdieren Opvang zwerfdieren 47.111 55.000 55.000 55.000 55.000 55.000 Straatmarkten Kosten straatmarkten 81.816 82.325 82.325 82.325 82.325 82.325 Kermissen Kosten kermissen 123.975 81.482 81.336 81.336 81.336 81.336 Externe adviseurs/specialisten 138.630 254.154 254.154 254.154 254.154 254.154 Toezicht en handhaving 46.144 162.952 139.952 139.952 139.952 139.952 Taakstelling (10,0% in 2017) -33.132-59.669-74.586-74.586-74.586 Extra taakstelling -51.799 VVGB-budget Maasgouw 233.908 Echt-Susteren 90.535 Roerdalen 32.314 Directe kosten 437.676 907.739 553.098 538.181 538.181 538.181 Loonkosten afdeling omgevingsdienst 3.708.953 4.094.220 4.094.220 4.094.220 4.094.220 4.094.220 Kosten ambtelijk secretaris OR 16.837 16.837 16.837 16.837 16.837 Overige personeelskosten 680.239 372.011 416.993 500.395 500.395 500.395 Taakstelling (7,5% in 2017) -161.860-215.814-269.768-269.768-269.768 Loonkosten 4.389.192 4.321.208 4.312.236 4.341.684 4.341.684 4.341.684 Opbrengst werkzaamheden voor derden 128.653 56.740 Bijdrage deelnemende gemeenten (o.b.v. verdeelsleutel) Maasgouw 1.619.826 1.621.970 1.613.847 1.605.000 1.605.000 1.605.000 Echt-Susteren 1.938.587 1.963.802 1.936.508 1.926.642 1.926.642 1.926.642 Roerdalen 1.226.658 1.229.678 1.226.257 1.219.839 1.219.839 1.219.839 Bijdrage deelnemende gemeenten VVGB Maasgouw 50.357 233.908 14.589 62.614 62.614 62.614 Echt-Susteren 13.892 90.535 20.999 46.268 46.268 46.268 Roerdalen 8.682 32.314 9.394 19.502 19.502 19.502 Baten 4.986.655 5.228.947 4.821.594 4.879.865 4.879.865 4.879.865 Saldo voor bestemming -159.787-43.740 - - - Mutaties reserves -24.914 - -43.740 - - - Totaal programma Omgevingsdienst -184.701 - - - - - Programma Interne Organisatie Accountantskosten 10.014 10.000 10.000 10.000 10.000 10.000 Communicatie 2.625 5.000 5.000 5.000 5.000 5.000 Huur huisvesting Heel 210.000 210.000 210.000 210.000 210.000 210.000 Automatiseringskosten 315.455 212.100 212.100 212.100 212.100 212.100 Lease ICT 113.302 137.196 120.000 120.000 120.000 120.000 Directe kosten 651.396 574.296 557.100 557.100 557.100 557.100 Loonkosten 107.152 140.735 140.735 140.735 140.735 140.735 Overige personeelskosten en opleidingen 1.851 2.167 2.167 2.167 2.167 2.167 Loonkosten 109.003 142.902 142.902 142.902 142.902 142.902 Transitiebudget 240.283 137.196 120.000 73.254 - - Diverse baten 6.655 Bijdrage deelnemende gemeenten Maasgouw 319.584 324.878 324.878 339.391 362.135 362.135 Echt-Susteren 147.026 154.128 154.128 173.600 204.115 204.115 Roerdalen 96.342 100.996 100.996 113.756 133.752 133.752 Baten 809.890 717.198 700.002 700.002 700.002 700.002 Saldo voor bestemming -49.491 - - - - - Mutaties reserves - - - - - - Totaal programma Interne Organisatie -49.491 - - - - - 13
Omschrijving Functie Taak Rekening 2014 Programma Ontwikkeling Servicecentrum MER 2015 (na wijziging) 2016 2017 2018 2019 Opleidingen 105.346 Directe kosten 105.346 - - - - - Transitiebudget 105.346 Bijdrage deelnemende gemeenten Maasgouw 7.764 Echt-Susteren 10.415 Roerdalen 6.824 Baten 130.349 - - - - - Saldo voor bestemming -25.003 - - - - - Mutaties reserves - - - - - Totaal programma Ontwikkeling Servicecentrum MER -25.003 - - - - - Totaal -259.195 - - - - - 14
5. Staat van reserves Reserve Stand 1-1-2016 Toevoeging Onttrekking Stand 31-12-2016 Algemene reserve - - Bestemmingsreserve (inkomsten 45.198 45.198 - Nederweert) Totaal 45.198 45.198 - Reserve Stand 1-1-2017 Toevoeging Onttrekking Stand 31-12-2017 Algemene reserve - - - Totaal - - - Reserve Stand 1-1-2018 Toevoeging Onttrekking Stand 31-12-2018 Algemene reserve - - - Totaal - - - Reserve Stand 1-1-2019 Toevoeging Onttrekking Stand 31-12-2019 Algemene reserve - - - Totaal - - - Nb: In bovenstaand overzicht zijn de mutaties op grond van de bestemming van het positieve resultaat van de jaarrekening 2014 nog niet verwerkt, omdat deze jaarrekening nog ter besluitvorming moet worden voorgelegd aan het Dagelijks Bestuur respectievelijk het Algemeen Bestuur. 15