Financiële positie. Financieel perspectief. Financiële uitgangspositie

Transcriptie

1 Financieel perspectief Financiële positie Financiële uitgangspositie De ambities die we voor de komende periode hebben zijn op dit moment groter dan de financiële mogelijkheden die daarvoor beschikbaar zijn. Dit betekent dat we een kadernota presenteren die op dit moment niet sluitend is. Uiteraard zullen we werken naar een sluitende meerjarenbegroting, de resultaten van de meicirculaire en de financiën m.b.t. precario op kabels en leidingen van Stedin zijn hierop ook van invloed. De effecten van de meicirculaire voor Wijk bij Duurstede worden u nog voor de bespreking van de kadernota aangeboden. Mochten deze effecten onvoldoende bijdragen aan een sluitend resultaat, dan zullen wij u een voorstel voorleggen hoe we de ambities kunnen laten aansluiten op het financiële kader. Voorin dit boekwerk geven wij u alvast een overzicht met mogelijke keuzes. In deze kadernota nemen we de meerjarenbegroting 2017 als basis voor de bepaling van de financiële positie voor de jaren 2018 tot en met In de tabel op de volgende bladzijde zijn de volgende zaken weergegeven: de structurele doorwerking uit de Voorjaarsnota 2017(inclusief mutaties van de reserves) voorstellen bestaand beleid voorstellen nieuw beleid ( ambities). De kadernota geeft een tekort in de jaren 2018 en 2021 en een overschot in de jaren 2019 en Het totaal van de ambities (nieuw beleid) bedraagt in 2018 ruim oplopend naar (afgerond) in 2021.

2 Doorrekening kadernota FINANCIEEL OVERZICHT KADERNOTA Bedragen in euro's ( - = voordeel, + = nadeel) Begroting Omschrijving Begrotingsboek Ontwikkelingen Gemeentefonds Totaal begrotingssaldo Structuele doorwerking voorjaarsnota Totaal begrotingssaldo Kadernota Bestaand Beleid/Autonome Ontwikkelingen Totaal begrotingssaldo Nieuw Beleid Totaal begrotingssaldo Weerstandsvermogen en risicobeheersing Het weerstandsvermogen geeft een cijfermatig inzicht in de buffer die onze gemeente heeft om tegenvallers op te vangen. Hierbij worden de niet uit de exploitatie blijkende risico s vergeleken met onze reserves. Het gaat hierbij om risico s die niet zijn opgenomen in het inhoudelijke gedeelte van de exploitatie en niet zijn te ondervangen door bijvoorbeeld verzekeringen. Zowel de weerstandscapaciteit als de risicoinventarisatie zijn onderdelen die aan verandering onderhevig zijn. In de begroting en jaarrekening worden deze geactualiseerd. Weerstandscapaciteit De weerstandscapaciteit wordt gevormd door reserves. Hierbij valt te denken aan de algemene reserve, de bestemmingsreserves, de stille reserves, en de post onvoorzien. 2

3 Opbouw weerstandscapaciteit vermogen rekening 2016 Bedrag in onderverdeling Rekening 2016 algemene reserve bestemmingsreserve stille reserve 0 post onvoorzien weerstandscapaciteit capa excl best reserve Risico s De relevante risico s in het kader van het weerstandsvermogen zijn posten waarvoor geen dekking is aangewezen in begroting en waarvan de gevolgen, indien die zich voordoen, gedekt moeten worden uit het vermogen van de gemeente. Een risico is de kans dat een bepaalde gebeurtenis zich voordoet vermenigvuldigd met het financiële effect van die gebeurtenis. Tabel Recapitulatie risicobedragen Bedrag in Onderverdeling Bedrag rekening 2016 Mutatie ten opzichte van jaarrekening 2015 Uitvoering gemeentelijke taken Rampen en Calamiteiten Bedrijfsvoering en Financiën Projecten en grondexploitaties Bestuurlijke aangelegenheden Totaal risico s Indicator De verhouding tussen risico s en weerstandscapaciteit geeft een goede indicator van onze weerbaarheid. De capaciteit bedraagt 13,9 miljoen, het bedrag aan risico s bedraagt 3,3 miljoen. Dit resulteert in een weerstandsvermogen van 428%. Onze weerstandscapaciteit blijft hiermee voldoende om de bestaande risico s af te dekken. In het algemeen wordt een percentage boven de 100% als voldoende geacht. In vergelijking met vorige periode is de indicator gedaald door een toenemend risicobedrag. Financiële uitgangspunten ten behoeve van de begroting Inleiding Met deze kadernota willen we ook de meer financieel technisch getinte uitgangspunten voor de meerjarenbegroting aan u voorleggen. Uitgangspunt voor ons gemeentelijk beleid zijn met name ook de criteria die door de provincie in hun begrotingscirculaire zijn vastgesteld. 3

4 Criteria repressief toezicht in 2018 Er is een aantal kaders en criteria waar de begroting aan moet voldoen om voor repressief toezicht in aanmerking te komen. Deze zijn opgenomen in de Gemeentewet, de Algemene wet bestuursrecht, het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV), ons Gemeenschappelijk Financieel Toezichtkader een kwestie van evenwicht (GFT) (2014) en deze begrotingscirculaire De begroting 2018 dient structureel en reëel in evenwicht te zijn. Als dat niet het geval is, dient de meerjarenraming aannemelijk te maken dat dit evenwicht uiterlijk in 2021 tot stand zal komen. 2. De jaarrekening 2016 behoort structureel en reëel in evenwicht te zijn. Indien de jaarrekening niet in evenwicht is, zal het structureel tekort worden betrokken bij hert provinciale onderzoek van de begroting Dit betekent dat in de jaarrekening inzicht moet worden gegeven in het structurele en incidentele aandeel van het tekort. Bepalen van het structureel en reëel evenwicht Bij de provinciale toets of de begroting structureel en reëel in evenwicht is, spelen diverse onderwerpen een rol. Vaststellingsbesluit begroting Het vaststellingsbesluit van de begroting moet een volledig beeld geven van de besluitvorming door de raad. Indien van toepassing dient dit besluit ook de volgende zaken te bevatten: welke wijzigingen aangebracht zijn op de conceptbegroting (dit kan uiteraard ook via een afzonderlijke begrotingswijziging); investeringskredieten die bij vaststelling van de begroting beschikbaar gesteld worden; als het begrotingsjaar 2018 een tekort heeft, maar de meerjarenraming ( ) in evenwicht is, de wijze waarop het begrotingsjaar sluitend is gemaakt (bijvoorbeeld door een onttrekking aan de algemene reserve). De vastgestelde jaarrekening 2016 en de begroting 2018 dient tijdig, respectievelijk vóór 15 juli en 15 november 2017, aan de provincie te zijn toegezonden. Precario In de bijlage begrotingsrichtlijnen en toetsingsaspecten is het aandachtspunt precariobelasting opgenomen (blz. 12). De Tweede Kamer heeft echter recent de overgangstermijn voor de afschaffing van de precariobelasting voor nutsnetwerken beperkt. Gemeenten mogen tot uiterlijk 1 januari 2022 nog precariobelasting op nutsnetwerken heffen, vijf jaar korter dan het kabinetsvoorstel. 4

5 Conform het Coalitieakkoord wordt de OZB met de inflatie verhoogd (1%). Dit komt neer op in Bedrijfsvoering Aandachtspunten en aanvullende notities commissie BBV (Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten). Financiële kengetallen De verplicht op te nemen basisset van vijf financiële kengetallen is bedoeld om de gemeentelijke financiële positie inzichtelijker te maken en de vergelijkbaarheid tussen gemeenten te vergroten. Bij de invoering van de kengetallen is er bewust voor gekozen om geen normen op te leggen. Voor de provincie hebben de kengetallen een signaleringswaarde bij het krijgen van een completer inzicht in de financiële situatie van de gemeente. De provincie vraagt uitdrukkelijk aandacht voor het vormen van beleid over de samenhang en de duiding van de kengetallen. We lezen in uw begroting dat met het in de afgelopen jaren achterwege laten van preventief onderhoud er na 2019 op een aantal beheeronderdelen waaronder wegen en bruggen extra investeringskosten worden verwacht. Wij vragen uw aandacht voor het beschikbaar stellen van de noodzakelijke budgettaire middelen. Algemene uitkering uit het gemeentefonds Bij de beoordeling of er sprake is van een reëel en structureel sluitende (meerjaren)begroting wordt, voor wat betreft de algemene uitkering uit het gemeentefonds, tenminste uitgegaan van de meicirculaire (2017) met de daarin opgenomen uitkeringsfactoren en de effecten van de herijking van het gemeentefonds. Bij de bepaling van de accressen voor de jaren 2018 en later houden de beheerders van het gemeentefonds rekening met een mutatie van de prijsontwikkeling van het Bruto Binnenlands Product (BBP). Wij begroten de algemene uitkering op basis van constante prijzen. Looncompensatie In het kader van het realistisch ramen wordt verwacht dat wij integraal rekening houden met de budgettaire effecten van de in de meicirculaire genoemde loonstijgingen. Dit kan door verwerking in de ramingen van de personele lasten/organisatiekosten of door middel van het ramen van een stelpost (voor zover de eigen eerder vastgestelde uitgangspunten afwijken van die opgenomen in de meicirculaire). Naast het bovenstaande gelden voor de personeelskosten de werkelijke salarissen per 1 april 2017 van de aanwezige formatie vermeerderd met periodieke verhogingen als basis. Vacatures worden geraamd op basis van het maximum salaris van de functieschaal. Prijscompensatie Voor prijscompensatie zal de prijsindexering aangehouden worden zoals op basis van besluitvorming of contractueel (bijv. in huurovereenkomsten) is overeengekomen. Daarnaast zal prijscompensatie van 1% toe worden gepast op de onroerend zaakbelasting, overige belastingen en heffingen. 5

6 Vernieuwing Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) Zoals in programma 5 beschreven, stellen wij de begroting 2018 in overeenstemming met de nieuwe regels op. Rentetoerekening Rentetoerekening gaat o.b.v. de omslagrente (afwijking van max. 0,5%); conform de notitie rente. Voor de begroting 2018 wordt het omslagrente percentage berekend. In deze kadernota is als uitgangspunt 1,5% genomen conform de begroting Overzicht incidentele baten en lasten Het is essentieel om inzicht te hebben in het structurele en reële begroting- en jaarrekeningsaldo. Onderhoud kapitaalgoederen Volgens het BBV art. 12, lid 2 moet in de begroting ten aanzien van het onderhoud van tenminste wegen, riolering, water, groen en gebouwen worden aangegeven: het actueel beleidskader; het van toepassing zijnde kwaliteitsniveau en de financiële vertaling van de consequenties van het door de raad vastgesteld kwaliteitsniveau onderhoud in de begroting. Voor een uitgebreide toelichting verwijzen wij u naar de brief van de Provincie met de toetsingsaspecten en begrotingsrichtlijnen die eerder dit jaar aan uw raad is gestuurd. Technische aanpassing Gemeentefonds voor gezamenlijke uitvoering van gemeentelijke activiteiten De gemeenten werken op een aantal punten nauw samen om de uitvoering van publieksdiensten te stroomlijnen en de toegankelijkheid ervan te vergroten. Bijvoorbeeld in het kader van de Digitale Agenda De financiering van dergelijke gezamenlijke gemeentelijke activiteiten verliep tot en met 2017 door een uitname uit het Gemeentefonds (na goedkeuring ervan door de Algemene Ledenvergadering van de VNG), die BZK uitbetaalde aan de VNG. Met ingang van 2018 wordt de financieringsroute aangepast. De middelen voor de gezamenlijke gemeentelijke activiteiten worden vanaf dat moment niet meer onttrokken aan het Gemeentefonds maar naar rato bij alle gemeenten opgevraagd (gefactureerd) door de VNG, die de gezamenlijke gemeentelijke activiteiten organiseert en uitvoert. Daartoe wordt het Fonds Gezamenlijke Gemeentelijke Uitvoering in het leven geroepen. De bijdrage van de gemeenten aan het fonds is even groot als de uitname die het ministerie van BZK uit het Gemeentefonds zou hebben gedaan. De technische aanpassing pakt dus budgettair neutraal uit. Jaarlijks legt de VNG aan alle gemeenten verantwoording af over de gezamenlijke gemeentelijke activiteiten in de Algemene Ledenvergadering. Voor een uitgebreide toelichting verwijzen wij u naar de brief van de Provincie met de toetsingsaspecten en begrotingsrichtlijnen die eerder dit jaar aan uw raad is gestuurd. 6

7 Er is in de Kadernota geen structureel financieel tekort. Er zal een sluitende begroting worden aangeboden. 7