gemeente Eindhoven Inboeknummer 14bst00009 Beslisdatum B&W 14 januari 2014 Dossiernummer 14.03.252 Raadsvoorstel Wijziging Algemene Subsidieverordening Eindhoven- social return Inleiding Iedereen moet kunnen participeren op de arbeidsmarkt. In dat kader zijn we op verschillende terreinen bezig met social return. In eerste instantie op een vrijblijvende basis met name bedoeld om te zorgen voor bewustwording. Het is nu echter tijd om social return ook via regelgeving in te bedden. Social return kan in algemene zin omschreven worden als het door contractspartijen bijdragen aan de inzetbaarheid van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt, bij voorkeur in Eindhoven. Voorbeelden zijn het bieden van werk of werkervaringplekken aan werkloos werkzoekenden en WSW-ers maar ook het beschikbaar stellen van stageplaatsen, het aanbieden van traineeships en soms zelfs maatschappelijk relevante activiteiten. Social return wordt al ingezet bij inkoop door de gemeente Eindhoven en vormt een belangrijk selectie-en/of gunningcriterium bij aanbestedingen. Na gunning worden de gemaakte afspraken contractueel vastgelegd en gemonitord. Eindhoven heeft niet alleen inkooprelaties maar kent ook andere vormen van samenwerking. Gelijktijdig met dit voorstel bieden wij u ook een voorstel aan waarbij we social return ook een onderdeel laten zijn van ons beleid inzake verbonden partijen. Van gesubsidieerde instellingen verwachten wij ook dat zij social return inzetten. De Algemene wet bestuursrecht (Awb) vereist een wettelijke grondslag voor het opleggen van een dergelijke niet doelgebonden verplichting. Dit vereist een aanpassing van de Algemene Subsidieverordening. In dit dossier wordt voorgesteld om door middel van een kan bepaling het opnemen van een social return verplichting bij specifieke nadere subsidie regels mogelijk te maken. b Kerntaak gekoppeld aan het werkprogramma van het college
Doelstelling Een juridisch technisch kader voor het opleggen van verplichtingen bij subsidieverleningen. Voorstel De 2e wijziging Algemene Subsidieverordening gemeente Eindhoven vaststellen conform concept raadsbesluit. Argumenten 1. De gemeente Eindhoven vindt het belangrijk om met subsidierelaties social return in de vorm van PSO af te spreken Door middel van deze toevoeging in de Algemene Subsidie Verordening wordt vorm gegeven aan de verdere uitrol van Prestatieladder Socialer Ondernemen (PSO) bij subsidies. De Prestatieladder Socialer Ondernemen is een instrument voor werkgevers om onafhankelijk aan te tonen wat hun bijdrage is aan de werkgelegenheid voor mensen met een kwetsbare arbeidsmarktpositie. Het keurmerk is ontwikkeld door TNO in samenwerking met branche- en werkgeversorganisaties. Voor de gemeente Eindhoven is PSO onderdeel van het arbeidsmarktbeleid om werkgevers in de regio te stimuleren personen in dienst te nemen met een afstand tot de arbeidsmarkt. De gemeente Eindhoven heeft ook een subsidieregeling voor werkgevers met een PSO-erkenning. Verder wordt er ambtelijk een voorstel voorbereid om te bezien wat de voordelen zijn van een PSO certificaat zijn voor de gemeente Eindhoven en wat de impact hiervan is. De raad wordt over de besluitvorming geïnformeerd. 1.2. De voordelen van Social Return Het bieden van werkgelegenheid aan mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. De concrete invulling hiervan gebeurt aan de hand van reguliere banen, leerwerkplekken, stageplekken en (werk)ervaringsplaatsen aan mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt of jongeren zonder startkwalificatie. Hiermee wordt tegemoet gekomen aan de beleidsdoelstellingen van de gemeente Eindhoven 1.3.PSO is als instrument het meest geschikt. PSO stimuleert werkgevers om duurzaam personen met een afstand tot de arbeidsmarkt in dienst te nemen. Bij social return gelden de gemaakte afspraken voor de duur van de aanbesteding. Het keurmerk PSO kijkt daarnaast niet alleen naar het aantal personen, maar ook naar de kwaliteit van de inzet. Dit als onderdeel van het personeelsbeleid van de instellingen. Verder betrekt het keurmerk ook de inzet van de leveranciers. Dit kan leveranciers stimuleren om zich ook te laten certificeren. Ten slotte, een instelling met een PSO-erkenning hoeft niet meer door de gemeente te 2
worden getoetst. Dit betekent voor de instellingen dat zij minder verantwoording hoeven af te leggen aan de gemeente (en evt. andere gemeenten). 2. De aanpassing van de subsidieregelgeving is vergelijkbaar met voorbeelden in den lande. De gemeente Deventer als voorbeeld, is met dertien instellingen een duurzame samenwerking aangegaan om stageplaatsen, leer (werk) plekken en arbeidsplaatsen te creëren voor mensen met een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt. In dit kader is afgesproken dat de instellingen de PSO ladder introduceren binnen hun organisatie. De samenwerking is op vrijwillige basis aangegaan. Indien instellingen niet willen meedoen op vrijwillige basis krijgen ze alsnog de verplichting via de subsidiebeschikking. Deventer heeft op dit punt de ASV aangepast. Eindhoven sluit hierbij aan. 2.2 Het artikel maakt het mogelijk om een afweging te maken betreffende de toepasselijkheid van de verplichting. Vooralsnog is er sprake van een pilotfase waarin gekeken wordt in hoeverre het opleggen van de verplichting vruchten afwerpt. Dit gebeurt bij instellingen die minimaal 100.000, - aan subsidie ontvangen en een personeelsbestand van minimaal 30 professionals hebben. De formulering van het artikel maakt het mogelijk om in de toekomst de kring van instellingen uit te breiden. Tevens is het op basis van dit artikel mogelijk om een afweging te maken om voor specifieke subsidies, waarbij in het bijzonder gedacht wordt aan incidentele subsidies, de verplichting niet op te leggen omdat het niet in verhouding staat tot wat met de subsidie wordt beoogd. Kanttekeningen 1. Wetgever en rechtspraak zitten qua juridische houdbaarheid van de verplichting nog niet op een lijn. De verplichting rondom social returns valt onder het regime van artikel 4:39 Algemene wet bestuursrecht. Het betreft een niet doelgebonden verplichting. Niet doelgebonden omdat zij is gericht op een ander doel dan de doelstellingen die volgens de subsidie(regeling) worden nagestreefd. Deze verplichting is een soortgelijke verplichting als die voor de topinkomens. Op dit moment loopt een gerechtelijke procedure tegen deze verplichting. De rechtbank heeft daarin uitgesproken dat deze verplichting ontoelaatbaar is, in strijd met de Awb. Tegen deze uitspraak is de gemeente in hoger beroep gegaan. Het risico doet zich overigens alleen voor als iemand rechtsbescherming inroept. 2. Het kostenplaatje voor de instellingen Het kostenplaatje lijkt een belangrijk argument voor instellingen om zich niet aan te melden voor PSO. De kosten bestaan uit een jaarlijkse bijdrage voor PSO Nederland én kosten voor de audits (twee jaarlijks). Met de subsidieregeling komen we als gemeente voor een stukje tegemoet in de kosten. De vijf instellingen die meedoen 3
aan de pilot PSO en subsidies krijgen namelijk de kosten voor het eerste jaar vergoed. De instelling hebben echter nog steeds te maken met structurele kosten. De kosten voor een instelling tot 50 medewerkers zijn ongeveer 850,- per jaar. De kosten voor een bedrijf of instelling tot 250 medewerkers zijn ongeveer 2.200,- per jaar (gemiddeld). Er zijn geen personele consequenties aan dit voorstel verbonden. Kosten Er zijn geen personele consequenties aan dit voorstel verbonden. Communicatie De wijziging wordt gepubliceerd in het Gemeenteblad. Instellingen die onder de reikwijdte van het social return beleid en het juridisch kader vallen, worden per brief geïnformeerd over deze wijziging en de betekenis voor hun organisatie. Definitieve afspraken over PSO worden vastgelegd in de subsidiebeschikkingen 2015. Planning en uitvoering Op dit moment loopt een pilotproject waarin met 5 gesubsidieerde instellingen op vrijwillige basis afspraken gemaakt worden om een PSO-certificering te verkrijgen in het jaar 2014. In 2015 wordt een verdere uitrol op basis van beleid en ASV bewerkstelligd. Evaluatie Aansluiten bij de eerstvolgende evaluatie van de ASV, tenzij uit de praktijk blijkt dat eerdere evaluatie noodzakelijk is. Bijlage N.v.t. Een ontwerpraadsbesluit bieden wij u hierbij ter vaststelling aan. Burgemeester en wethouders van Eindhoven,, secretaris. 4
Ontwerp Raadsbesluit De raad van de gemeente Eindhoven; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 januari 2014; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet; overwegende: - gelet op de wens om het beleid inzake social return breder te trekken dan alleen via het inkoopbeleid; - voor sturing ten aanzien van gesubsidieerde instellingen een wettelijke grondslag op het onderdeel social return vereist is; besluit: I Vast te stellen de 2 e Wijziging van de Algemene Subsidieverordening gemeente Eindhoven Aan artikel 16 wordt een vierde lid toegevoegd, dat komt te luiden als volgt: 4. Het college kan bij subsidieverlening subsidieontvangers van minimaal 100.000 subsidie en een personeelsbestand van minimaal 30 professionals verplichten om een certificering Prestatieladder Socialer Ondernemen (PSO) te behalen. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van, voorzitter., griffier. 5