altijd op zoek naar de ja

Vergelijkbare documenten
Internationale Economie. Doorzettend, maar mager groeiherstel, veel neerwaartse risico s

Hoe (slecht) gaat het met de conjunctuur? Edwin De Boeck Fedustria 13 oktober 2011

Voorjaarsprognoses : Europees herstel houdt aan ondanks nieuwe risico's

Economie in 2015 Kans of kater?

Internationale varkensvleesmarkt

zakenreizen macro-economische reisgids voor Nederlandse ondernemers

Oktober Macro & Markten. 1. Rente en conjunctuur :

Het waren weekjes weer wel: 38 en 39

Michiel Verbeek, januari 2013

Dienstensector houdt vertrouwen

DOUBLEDIVIDEND OUTLOOK 2015 KWALITEIT ONAFHANKELIJK BETROKKEN

Emerging markets monitor

Van Lieshout & Partners Nieuwsbrief 3 e kwartaal Bron: Reuters

BBP Inflatie Lopende rekening Werkloosheid Europa 2,0 0,1 0,8 3,3 2,8 2,1 0,4 0,8 1,0

Economische prognose IMF voor het GOS

Terugblik. Maandbericht mei 2018

Statistisch Magazine Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012

Outlook Figuur 1: Invloed van Chinese groei op wereldwijde groei. (bron: Capital Economics) december 2015 Pagina 2 van 7

Economische visie op 2015

Beleggingsthema s What a difference a day makes (1975), Dinah Washington

10-jaars rente Duitsland. 10-jaars rente VS. Van Lieshout & Partners Nieuwsbrief 4 e kwartaal 2017

Europa in crisis. George Gelauff. Rijksacademie voor Financiën, Economie en Bedrijfsvoering

Care IS klantbijeenkomst. Hotel Van der Valk oktober 2015

Visie op de Nederlandse economie in 2014

Visie opkomende markten

De Wereldeconomie van Morgen: Op Zoek naar Groei

Hoofdstuk 27 Landenrisico

Export-update Noord- en Zuid-Amerika - juli 2014

Toerisme in perspectief. NBTC Holland Marketing Afdeling Research

Opkomende markten: do s en don ts

Veranderingen in de internationale positie van Nederlandse banken

Waarom loopt de economie nog steeds niet echt lekker? Michiel Verbeek, 2 december 2015

Economische prognose IMF voor het GOS

Is de Nederlandse economie klaar voor de volgende generatie? Jaap van Duijn Grip op je Vermogen 5 oktober 2018

Twaalf grafieken over de ernst van de crisis

De economische omgeving. Een cruciaal jaar voor Nederland en Europa

Kans op Amerikaanse dubbele dip is klein

Sterke toename van beleggingen in Duits en Frans schuldpapier. Grafiek 1 - Nederlandse aankopen buitenlandse effecten

Van Lieshout & Partners Nieuwsbrief 1 e kwartaal 2019

Hoofdstuk 2: Het Taylor-Romer model

Factsheet 1 WAAROM EEN INVESTERINGSPLAN VOOR DE EU?

Toerisme in perspectief. NBTC Holland Marketing Afdeling Onderzoek

2009 uitzonderlijk slecht economisch jaar voor Nederland

Economische najaarsprognoses 2013: geleidelijk herstel, externe risico's

Toerisme in perspectief. NBTC Holland Marketing Afdeling Research

Interpolis Obligaties 4e kwartaal 2013

CPB Notitie. Economierapportage maart De wereldeconomie. Datum : 27 maart 2003 Aan : De Minister van Economische Zaken

Licht op energie ( november)

Hoofdstuk 24 Valutamarkt

Marktontwikkelingen varkenssector

Druiven: Ontwikkeling wereldhandel en aandeel Chili (export) en Nederland (import) 10%

Economisch Kwartaalbericht Westen gaat weer meer bijdragen aan groei van de wereldeconomie

Olie en opkomende markten: Een tweesnijdend zwaard

Welkom bij Visie op Rabobank Noord- en Oost-Achterhoek

Datum : 4 december 2003 Aan : De Minister van Economische Zaken

Olie crisis? 24 juni 2014

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2014 t/m 31 maart Samenvatting: stijgende aandelen

VVMA Congres 18 mei 2010

GROEI TECHNOLOGIEBEDRIJVEN STAGNEERT IN 2012

De macro-economische vooruitzichten voor de wereldeconomie: evenwichtige groei in Europa, terugval in de Verenigde Staten en Japan

Macro-economische Ontwikkelingen

Economische vooruitzichten

Internationale vorderingen Nederlandse banken onder druk

De buitenlandse handel van België

Rabobank Noord- en Oost-Achterhoek Dick Sein

Atradius Landenrapport

27 april 2010 Emerging Markets Monthly Report

Economic Developments

Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België

Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België

Koopkrachtpariteit en Gini-coëfficiënt in China: hoe je tegelijkertijd arm én rijk kunt zijn.

Nederlandse economie in zicht

QE in de eurozone: bezit van de zaak, einde van het vermaak?

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2015 t/m 30 juni Samenvatting:

Centraal Planbureau 1 Europa in crisis

Macro-economische Ontwikkelingen

Visie op Wankel perspectief

Profit. Europa is een van s werelds meest welvarende regio s. en heeft een van de grootste interne markten. Deze

Nederland Handelsland

MEYS Emerging Markets Research MEYSFocus

Blijvende onrust op de beurs: hoe nu verder?

1.4 Factoren die bepalend zijn voor reële convergentie

Economie en financiële markten

Voorjaarsprognose : naar een licht herstel

Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)!

Persbericht ABP, eerste halfjaar 2008

Derde kwartaal Conjunctuurenquête Nederland. Provincie Gelderland

Conjunctuur enquête. Technologische Industrie Nederland

Nederlandse economie in zicht

Als de Centrale Banken het podium verlaten

Visie op Frans de Jong, directievoorzitter. Rabobank West Betuwe

Nieuwsbrief. Beleggen in emerging markets. Wat zijn emerging markets? VAN LIESHOUT & PARTNERS Vermogensbeheer

BEHEERSVERSLAG TRANSPARANTINVEST 4/3/2015. Macro & Markten, strategie. 1. Rente en conjunctuur : EUROPA

Beursdagboek 12 September 2013.

Gemiddelde hypotheekrentes in 2012 met NHG

BIJLAGE. bij de DISCUSSIENOTA OVER DE VERDIEPING VAN DE ECONOMISCHE EN MONETAIRE UNIE

Financial Markets weekly 17 oktober 2011

CRB CCR SR/LVN Conclusies van de sociale gesprekspartners op basis van de documentatienota Macro economische context

Transcriptie:

altijd op zoek naar de ja speuren naar sterren

altijd op zoek naar de ja Hein Schotsman, hein.schotsman@nl.abnamro.com, tel.: 020-6283800 Met medewerking van: Arjen van Dijkhuizen, arjen.van.dijkhuizen@nl.abnamro.com, tel.: 020-6288052 Serdar Küçükakın, serdar.kucukakin@nl.abnamro.com, tel.: 020-6295086 Jacques van de Wal, jacques.van.de.wal@nl.abnamro.com, tel.: 020-6280499 Marijke Zewuster, marijke.zewuster@nl.abnamro.com, tel.: 020-3830518 Danielle Linders, Van Zandbeek communicatie & creatie (interviews)

Altijd op zoek naar de ja 1 Inhoudsopgave Voorwoord Inleiding 1 De conjunctuur in 2011 en 2012 2 Schitterende landen 3 Schitterende sectoren 4 Schitterende ondernemers 5 Schitterende sterren 2 4 6 12 22 28 36

2 voorwoord

Altijd op zoek naar de ja 3 Een jaar geleden leek 2011 economisch gezien een succesvol jaar te worden. Maar al snel bleek er zand in de raderen te zitten. Onder meer steeds duurder wordende grondstoffen en de schuldencrisis in een aantal landen in de eurozone beperkten de groei. Ondertussen is het al weer 2012. De problemen in Griekenland en de angst voor besmetting van grotere landen zorgen nog steeds voor grote onrust. Het tast het vertrouwen aan in financiële instellingen met grote vorderingen op deze overheden. Het gevolg is dat de eurozone waarschijnlijk in een recessie is beland. Het meest prangende knelpunt is de begrotingsdiscipline in de eurolanden. Gelukkig is op dat terrein ondertussen vooruitgang geboekt. Het verhaal over een traag groeiende wereldeconomie en een recessie in Europa is een verhaal over gemiddelden. Gemiddelden krijg je door uitersten en alles wat daar tussen zit, samen te voegen. Onze economen zijn voor dit rapport juist op zoek gegaan naar positieve uitersten. Zij hebben zich gericht op landen, sectoren en bedrijven die het in winterachtige tijden bovengemiddeld goed doen. Het idee erachter is dat een ondernemer altijd zal blijven zoeken naar de ja, naar kansen om zich te onderscheiden, en dat er ook in een conjunctureel gezien lastige periode landen, bedrijfstakken en ondernemingen zijn die eruit springen. Zo hopen we u te inspireren. Zo n benadering past ook bij onze visie op ondernemerschap; goede ondernemers met visie kunnen alle statistieken verslaan. Joop Wijn Lid Raad van Bestuur ABN AMRO Zakelijke Relaties Januari 2012

4 inleiding

Altijd op zoek naar de ja 5 We willen u in deze publicatie de sterren laten zien. Dat doen we in de eerste plaats door landen en sectoren te vergelijken. Erg spannend klinkt dit niet. In de rapporten van het Economisch Bureau worden landen en/of bedrijfstakken voortdurend naast elkaar gezet. Maar dan gaat het meestal om het totaalplaatje. We tellen landen en sectoren bij elkaar op om te weten te komen wat zich op een hoger aggregatieniveau afspeelt. We kijken naar Frankrijk en Duitsland om te zien hoe de eurozone er voor staat. En we tellen uitvoer, consumptie en investeringen bij elkaar op om te zien hoe hoog de economische groei in Nederland is. Kijkend naar die aggregaten, zagen we in 2011 een grauw beeld. De wereldeconomie leek het jaar goed te beginnen, maar viel al snel terug. Dat gold in versterkte mate voor de eurozone. We gaan daar in hoofdstuk 1 op in. We kijken dan meteen vooruit naar 2012. Maar we willen in dit rapport vooral laten zien dat er verschillen zijn. Dat er sectoren zijn die het beter doen dan andere; dat er landen zijn die met kop en schouder boven de rest uitsteken. En dat er ondernemers zijn die zich daar bewust van zijn en daardoor in staat zijn om snelle omzetgroei te realiseren. De landen komen in hoofdstuk 2 aan de orde, de sectoren in hoofdstuk 3. En om de lijn van macro naar micro door te trekken, hebben we drie succesvolle ondernemers geïnterviewd, te weten de directeuren van Adversitement, CryoSave en Unitron. Alle drie kwamen ze voor in de ranglijst 2011 van de FD Gazellen, de lijst van snel groeiende Nederlandse bedrijven. De interviews vindt u in hoofdstuk 4. In het laatste hoofdstuk kijken we terug op de magie van het uitblinken. Economisch Bureau, januari 2012

6 hoofdstuk 1 de conjunctuur in 2011 en 2012

Altijd op zoek naar de ja 7 Het tegenvallende jaar 2011 Het jaar 2011 begon conjunctureel gezien sterk. En dat was goed nieuws. De grote economieën leken hun vorm te hebben hervonden. De kredietcrisis van 2008 had mondiaal tot een omvangrijke economische krimp geleid. Sinds het voorjaar van 2009 krabbelden de meeste economieën weer overeind, geholpen door stimulerende overheden en door centrale banken die de rente naar recordlaagte hadden gebracht. In 2010 was wel sprake van onrust in een paar landen van de eurozone, maar die leek zich te beperken tot Griekenland, Portugal en Ierland. Dankzij deze reeks factoren vielen de groeicijfers over het tweede kwartaal in de VS en de eurozone tegen. En ook de indicatoren van het consumenten- en het producenten-vertrouwen brachten slecht nieuws: ze liepen terug tot niveaus die duidden op matige groei of zelfs krimp. Voorlopende indicatoren VS ISM en Duitse Ifo 70 120 Mondiale economische groei Wereldhandel en mondiale industriële productie 60 110 20 50 100 15 10 40 90 5 0 30 05 06 07 08 09 10 11 80-5 -10-15 -20 06 07 08 09 10 11 Wereldhandel Mondiale industriële productie Bron: Thomson Reuters Datastream, CPB Al snel bleek dat 2011 helemaal geen rustig jaar zou worden. In 2010 zorgde aanvulling van voorraden door bedrijven nog voor een bijdrage aan de economische groei. Begin 2011 was dat voorbij. In veel landen, vooral in Europa, schakelden overheden over van stimuleren op bezuinigen. In enkele landen in het Midden-Oosten leidden hoge voedselprijzen en al lang bestaande ontevredenheid onder de bevolking tot grootschalige protesten en uiteindelijk tot omwentelingen. De industrielanden kregen daardoor te maken met duurdere olie. Die olieprijs liep op van USD 93 in januari naar een hoogtepunt van 125 eind april. Dat leidde tot oplopende inflatiecijfers en aantasting van koopkracht. Die hogere inflatie maakte centrale banken, vooral de Europese Centrale Bank, de ECB, onrustig. De ECB koos voor renteverhogingen om de inflatie in toom te houden. Daar kwam bij dat Japan in maart werd getroffen door een grote tsunami. Als gevolg daarvan hadden Japanse exporteurs enkele maanden grote moeite met het tijdig leveren van hun producten. En ten slotte de grootste boosdoener: er ging van alles mis met overheidsbudgetten in de VS en een aantal landen in de eurozone. In de VS moest het plafond voor de staatsschuld omhoog. Dat ging niet van een leien dakje. In augustus kwam er een voorlopige oplossing, maar de weg naar een structurele oplossing is nog lang en hobbelig. De problemen in een aantal eurolanden waren evenmin van voorbijgaande aard. Integendeel, ze liepen uit de hand en verspreidden zich naar steeds meer landen. ISM (l.a.) Ifo (r.a.) Bron: Thomson Reuters Datastream 2011 en 2012 We hebben in de vorige paragraaf geschetst hoe het kwam dat 2011 tegenviel: sombere ondernemers en consumenten en spanningen binnen de eurozone waar de beleidsmakers geen raad mee leken te weten. Het was allemaal waar, maar het is niet het hele verhaal. Wat dat betreft, is het goed om nog een keer stil te staan bij de factoren die de groeivertraging begin 2011 veroorzaakten. De olieprijs die eerder in 2011 omhoog vloog, is sinds april niet meer gestegen. Dat gold ook voor veel andere grondstoffenprijzen. De tsunami in Japan heeft grote schade aangericht en de onzekerheid over de energievoorziening van het land verder vergroot. De herstelwerkzaamheden verlopen moeizaam. Maar de leveringsproblemen van de grote Japanse concerns, die wereldwijd tot groeivertraging leidden, zijn verrassend snel opgelost. Er kwam een einde aan de negatieve bijdrage van de voorraadcyclus. En ten slotte de ECB. Zij heeft in de eerste helft van 2011 haar tarieven verhoogd, maar in de laatste maanden van dat jaar die verhoging ongedaan gemaakt. Ook enkele centrale banken in opkomende economieën, bijvoorbeeld die in Brazilië, verlaagden hun tarieven. En de Fed bleef de Amerikaanse economie ruimhartig stimuleren. Door deze meevallers is voorkomen dat de Amerikaanse economie is ingeklapt. Het tegendeel was het geval. In het derde kwartaal van 2011 groeide de economie met 1,8% (ten opzichte van het tweede kwartaal, geannualiseerd), duidelijk beter dan in de voorgaande kwartalen. Er zijn indicaties dat de Amerikaanse economie in 2012 blijft groeien, al zal het niet met spectaculaire cijfers zijn. Te

8 wijzen valt op de dalende werkloosheid, een weer verbeterend producentenvertrouwen en op de aanhoudende groei van de bestellingen van kapitaalgoederen. In de opkomende markten valt het tot nu toe met de groeivertraging mee. PMI s (enquêtes, gebaseerd op beoordelingen van inkoopmanagers) geven aan dat in deze landen evenmin een forse terugval valt te verwachten. De eurozone hoort niet in het rijtje thuis van landen waar we gematigd optimistisch over zijn. De groei is in de loop van 2011 vertraagd. Het derde kwartaal liet nog een stijging van 0,2% ten opzichte van het tweede kwartaal zien. Er zijn echter voldoende aanwijzingen dat een recessie is begonnen, met dank aan de schuldencrisis. In ons hoofdscenario nemen we aan dat de Europese regeringsleiders dit jaar vruchtbare besluiten nemen. Dan lijkt een licht herstel in de loop van het jaar haalbaar, al denken we wel dat de economie van de eurozone over het hele jaar gerekend zal krimpen. Maar er zijn stevige neerwaartse risico s; daarom denken we in scenario s. Omdat de schuldencrisis in de eurozone zo n sterke invloed heeft op de economische ontwikkeling in de eurozone en daarbuiten, wijden we er een aparte paragraaf aan. Eurozone-BBP % j-o-j In een groot deel van 2011 stond Griekenland centraal. De Griekse economie lijdt aan verschillende kwalen tegelijk. De economie is onvoldoende concurrerend (vandaar een groot tekort op de lopende rekening van de betalingsbalans). Bovendien zijn het begrotingstekort en de staatsschuld veel te groot en is de informatieverschaffing daarover niet altijd in orde geweest. Griekse banken zitten zwaar in staatspapier en zijn dus afhankelijk van het reilen en zeilen van hun eigen overheid. De verontrusting hierover bij internationale beleggers leidde in 2011 tot rentetarieven voor tienjarige Griekse staatsobligaties van meer dan 30%. Refirente ECB 5 4 3 2 1 0 07 08 09 10 11 12 Bron: Bloomberg 6 4 2 0-2 -4-6 00 02 04 06 08 10 Bron: Bloomberg Eurocrisis Op zich geeft die term eurocrisis de problemen niet goed weer. De eurozone als geheel heeft geen slechte papieren. Het heeft een klein extern tekort en het gezamenlijke begrotingstekort en de gezamenlijke staatsschuld van de eurolanden zijn lager dan in de VS. Het gaat om een crisis in een aantal landen binnen de eurozone en een gebrek aan goede instrumenten om daarmee om te gaan. Een crisisjaar was 2011 zeker. Aandelenkoersen en rentevoeten logen niet. De AEX daalde van 355 naar 312. Renteverschillen tussen Duitsland en Griekenland spraken boekdelen: begin 2010 ruim 2%, eind 2011 ruim 30% (tienjarige staatsobligaties). Tekenend was ook dat sinds het najaar van 2011 de bemoeienis van de G20, en dan vooral van de Amerikanen, zichtbaar en hoorbaar was. De terechte angst bestond dat als de crisis verder zou ontaarden, dit wereldwijd schade zou opleveren. Nou kon de EU de Griekse problemen op zich wel aan. Griekenland produceert slechts 2,5% van het BBP van de hele eurozone. Het probleem in 2011 was de besmetting van grotere economieën. Als beleggers zorgen over land x hebben, gaan zij zich ook zorgen maken over land y. De gevaarlijke besmettingsroute was die van Griekenland via Ierland en Portugal naar de veel grotere economieën Italië en Spanje. Die besmetting manifesteerde zich medio 2011 heftig. De Europese leiders besloten dat financiële instellingen deels voor de schade moesten opdraaien. Dat leidde tot grootschalige verkoop van Spaanse en Italiaanse staatsobligaties door banken en institutionele beleggers. Het gevolg was dat de rentes op die staatsobligaties omhoog schoten. Je zag, in lichtere mate, ook oplopende rentes in Frankrijk en België. Zelfs de Nederlandse rente liep iets op ten opzichte van het tarief in veilige haven Duitsland. Het zal duidelijk zijn dat hoge rentes de problemen van landen met schulden verergeren.

Altijd op zoek naar de ja 9 Renteverschil Duitsland met Italië en Spanje % 6 5 4 3 2 1 0 jun-10 sep-10 dec-10 mrt-11 jun-11 sep-11 dec-11 Italië Spanje De Europese instituties zijn niet ingericht op het snel en krachtig aanpakken van zulke problemen. Eén instituut kan wel slagvaardig opereren. De ECB zou op grote schaal staats-obligaties kunnen kopen van de probleemlanden. Maar het ondersteunen van lidstaten valt buiten het mandaat van de ECB; de ECB is er om inflatie (en deflatie) tegen te gaan. Het opkopen van staatsobligaties waar een luchtje aan zit, kan haar imago en daarmee het vertrouwen in de euro aantasten. Bovendien lijkt de ECB te denken dat als zij obligaties opkoopt, overheden minder geneigd zijn om knopen door te hakken. De ECB is daarom wel als koper van staatsobligaties op de secundaire markt aanwezig, maar niet van harte. In het najaar van 2011 had de schuldencrisis een bizar verloop. Eind oktober werden nieuwe maatregelen aangekondigd ( vrijwillige 50% afschrijving op Griekse schuld door banken, herkapitalisatie van de banken en vergroting van de slagkracht van het Europese noodfonds EFSF). Tot onvoorwaardelijke begrotingsdiscipline en structurele hervormingen kwam het echter nog niet. De financiële markten waren dan ook niet overtuigd. Dat de Griekse premier eerst wel en toen weer niet een referendum wilde organiseren, verergerde de toestand. Rentes in Spanje en Italië vlogen verder omhoog, op de voet gevolgd door die in Frankrijk en België. Politieke leiders in Italië, Griekenland en Spanje verdwenen van het toneel. In België zorgde de oplopende rente er zelfs voor dat nu wel een kabinet kon worden geformeerd. En de vrees groeide dat de eurozone niet in zijn huidige samenstelling zou kunnen voortbestaan. De financiële markten hadden ondubbelzinnig duidelijk gemaakt dat zij het laten afweten zolang het agendapunt begrotingsdiscipline niet goed geregeld is. In december kwamen de Europese regeringsleiders opnieuw bijeen. Zij maakten nu wel afspraken over (bijna) automatische sancties bij begrotingstekorten van meer dan 3% van het BBP (bijna, omdat een gekwalificeerde meerderheid het automatisme kan doorkruisen). Ook spraken ze ten aanzien van andere landen af dat private beleggers (vooral banken) niet weer gedwongen zouden worden op hun beleggingen af te schrijven. Dat laatste leidde afgelopen zomer tot een vlucht uit o.a. Italiaanse staatsobligaties. Ideaal waren de afspraken niet. Er was nog steeds geen sluitend vangnet voor landen die vastlopen en structurele hervormingen bleven buiten beeld. Toch ervoeren de financiële markten het als een stap vooruit. Het leidde er in elk geval toe dat de stress op de financiële markten niet verder opliep. Renteverschil Duitsland met Frankrijk en België % Bron: Bloomberg 4 3 2 1 0 jun-10 sep-10 dec-10 mrt-11 jun-11 sep-11 dec-11 Frankrijk België Bron: Bloomberg Wij denken dat uiteindelijk de crisis bezworen wordt. In december lieten de beleidsmakers sense of urgency zien. Bovendien kan men zich geen falen veroorloven. Als de crisis uit de hand loopt gaan overheden failliet, met alle kosten van dien. Griekenland zou het eerste slachtoffer zijn, maar ook Spanje en Italië lopen dan gevaar. Waarom zouden zij niet failliet kunnen gaan en Griekenland wel? Het zou leiden tot forse verliezen bij banken en pensioenfondsen. De pensioen-voorziening, de kredietverlening en de financiële stabiliteit zouden in het gedrang komen. De export naar de geraakte landen zou stagneren. Dat zou een scherpe krimp van de economie van de eurozone als geheel betekenen. Het uit de euro stappen van een land is geen goed alternatief. Juridisch is er niets voor geregeld. Operationeel is het een lastig traject, dat veel voorbereiding vergt terwijl dat in stilte zou moeten gebeuren. Die twee gaan niet samen. De inwoners van het vertrekkende land zullen massaal hun spaargelden het land uit willen brengen. Dat is rampzalig voor de liquiditeitspositie van de lokale banken. En de nieuwe munt van het land in kwestie zou in waarde kelderen ten opzichte van de euro, met alle gevolgen van dien voor de uitvoer van andere eurolanden, waaronder die van Nederland.

10 Omdat het opknippen van de eurozone ongewenst is en pappen en nathouden van kwaad tot erger leidt, zijn rigoureuze maatregelen nodig. Begrotingsdiscipline, vangnet en structurele hervormingen zijn de sleutelwoorden. We spraken al over de ondertussen genomen besluiten. Conclusie: we zijn op de goede weg, maar we zijn er nog niet. Zo vinden we meer aandacht voor het concurrerender maken van vastgelopen economieën nodig. In Griekenland en Italië ligt de stroperigheid van de economie aan de basis van de problemen. Bezuinigen sec is niet afdoende om staats-schulden te reduceren want bezuinigen tast in eerste instantie de groei aan. Het moet gepaard gaan met maatregelen om economieën weerbaarder te maken, zodat ze sneller groeien. We zien twee scenario s: een met desintegratie die leidt tot depressie en chaos. De andere is stappen voorwaarts zetten richting Europese integratie. De keuze lijkt ons niet moeilijk. Europese integratie is de moeite waard. Daarom zijn we blij met de in december gezette stappen: beter laat dan nooit. Nederland in 2011 en 2012 De Nederlandse economie ademt mee met die van de eurozone. Dat betekent dat er voor ons land ook sprake is van bleke groeivooruitzichten. Een recessie lijkt onvermijdelijk. De groei van de Nederlandse economie is in het voorjaar van 2011 fors afgezwakt. Door de verdere afkoeling van de wereldhandel en onzekerheid door de schuldencrisis is de Nederlandse economie in het derde kwartaal zelfs gekrompen. We verwachten ook negatieve groei in 2012. Nederland producentenvertrouwen index 15 10 De particuliere consumptie zal in 2012 waarschijnlijk nog niet stijgen, al loopt de inflatie terug door neerwaartse druk op de grondstoffenprijzen. De inflatie is in 2011 gestegen naar 2,7%. Onder meer dankzij lagere olieprijzen kan de inflatie dit jaar onder 2% uitkomen. De consument krijgt echter ook te maken met bezuinigingen door de overheid. Bovendien blijft de huizenmarkt kwetsbaar. De prijsdaling van koopwoningen is opgelopen. We denken dat ook in 2012 de huizenprijzen dalen. De consument zal in 2012 geen groeimotor zijn. Nederland huizenprijzen % j-o-j 20 15 10 5 0-5 -10 96 98 00 02 04 06 08 10 Bron: Thomson Reuters Datastream Afsluiting Voor 2012 hanteren wij een basisscenario waarin de Amerikaanse economie zo n 2% groeit. De opkomende economieën overwinnen hun groeivertraging door stimulerend beleid. De eurozone en Nederland verkeren momenteel waarschijnlijk in een recessie. Door de zwakke economische vooruitzichten en neerwaartse druk op de grondstoffenprijzen loopt de inflatie terug. De rentetarieven blijven over de hele linie laag. Wellicht dat de kapitaalmarktrentes in de tweede helft van het jaar wat oplopen. Dat is wel onder de aanname dat in de loop van het jaar het Amerikaanse herstel aan kracht wint en dat de economie van de eurozone weer groei laat zien. 1 5 0-5 -10-15 -20-25 00 02 04 06 08 10 Bron: Bloomberg De dominante factor is de uitvoer. De vooruitzichten op korte termijn zijn somber omdat de groei van de wereldhandel vertraagt. De verslechterende uitvoer tast ook de bereidheid van bedrijven om te investeren aan. 1 Zie abnamro.nl/economischbureau voor uitgebreide prognoses van het Economisch Bureau van ABN AMRO

Altijd op zoek naar de ja 11

12 hoofdstuk 2 schitterende landen

Bread crumb 13 Hoewel het sombere economische klimaat de opkomende markten niet onberoerd laat, zijn hun groeivooruitzichten vergeleken met die van de geïndustrialiseerde landen veel gunstiger. Opkomende markten die een redelijke tot sterke groei en een stijgende welvaart combineren met een aanzienlijke omvang van de economie, zijn volgens ons bij uitstek de landen waar het ook in de komende moeilijke tijden nog goed zakendoen is. Dit geldt voor de BRIC-landen (Brazilië, Rusland, India en China) maar in Europa ook voor Polen en Turkije. Op deze landen zullen we dieper ingaan, maar ook onder de kleinere opkomende economieën zijn mooie pareltjes te vinden. Van importmarkt naar afzetmarkt Als grove maatstaf voor de indeling in opkomende markten en ontwikkelde landen kan men de indeling in OESO- en niet-oeso-landen nemen. 2 De groei in de OESO-landen bedroeg in de afgelopen tien jaar gemiddeld 1,5% per jaar, tegen ruim 5% in de niet-oesolanden. Binnen de BRIC lieten China en India met ruim 10% en bijna 7% verreweg de sterkste groei zien. Dat opkomende economieën sneller groeien dan industrielanden komt door een aantal factoren. Zo kennen de opkomende economieën een sterkere bevolkingsgroei en een sterkere productiviteitsgroei. Dit gaat gepaard met een sterke opkomst van een koopkrachtige middenklasse. Opkomende economieën groeien niet alleen sneller dan industrielanden, hun kredietwaardigheid is ook zichtbaar verbeterd, dankzij een aanzienlijke versterking van de economische structuur. Opkomende economieën ontwikkelen zich hierdoor van spelers in de marge, die vooral reageren op ontwikkelingen in de industrielanden, naar krachtige, zelfstandig acterende landen. Daarbij verbreedt hun rol van leveranciers van goedkope grondstoffen, producten en diensten naar leveranciers van kapitaal, talent en innovatie. Bovendien worden de landen zelf een steeds belangrijkere afzetmarkt. Zo zullen volgens schattingen van The Economist (The World in 2012) de opkomende markten in 2012 al bijna de helft van de wereldwijde detailhandelsverkopen voor hun rekening nemen. Nemen we als grove maatstaf voor de welvaart het BBP per hoofd van de bevolking dan zien we voor de BRIC-landen dat de BBP s per hoofd van Rusland en van Brazilië vergelijkbaar zijn en dat die van China en India duidelijk lager liggen. Tegelijkertijd is onder de BRIC-landen de stijging van het BBP per hoofd sinds 1995 het sterkst voor China (factor 8,5), gevolgd door Rusland (6), India (4) en Brazilië (2,5). Dat de gestegen welvaart ook perspectief biedt voor het Nederlandse bedrijfsleven, blijkt uit het jaarlijkse onderzoek onder exporterende bedrijven in Nederland van krediet-verzekeraar Atradius en exportorganisatie Fenedex. 3 Van de 4000 bedrijven die in april 2011 aan het onderzoek hebben deelgenomen, zei 50% dat ze nieuwe exportmarkten hadden betreden. Daarbij werd Rusland met 8% het meest genoemd, gevolgd door Brazilië (7%), China (6%), Turkije (6%) en India (5%). Overigens is het aandeel van de Nederlandse export naar BRIC-landen in de totale uitvoer slechts 4%. Tellen we Polen en Turkije hierbij op dan wordt dit 7%. De export naar de VS beslaat 5% en ruim 60% van de export gaat nog altijd naar de eurozone. Maar waar het aandeel van de uitvoer naar de VS en de eurozone stagneert, is het aandeel van de export naar de BRIC snel groeiende. Het CPB verwacht in een recente studie 4 dat deze trend de komende jaren niet verandert. Bij de directe investeringen zien we een soortgelijk beeld: 4% van de totale directe investeringen van Nederland gaat naar de BRIClanden. Dit laat overigens onverlet dat Nederland voor veel van deze landen een uiterst belangrijke bron van directe investeringen is. Zo is Nederland de grootste investeerder in Brazilië met een aandeel van circa 20%. Binnen de EU behoort Nederland verder tot de topvijf als het gaat om directe investeringen in de BRIC s. BBP per hoofd BRIC s In USD 15000 10000 5000 0 Bron: EIU 95 97 99 01 03 05 07 09 11 Rusland Brazilië India China Opkomende markten, je kunt er niet meer omheen In 2011 behoorden in volgorde van grootte de volgende negen opkomende markten tot de toptwintig van grootste economieën: China, Brazilië, India, Rusland, Mexico, Zuid- Korea, Indonesië, Turkije en Saoedi-Arabië. Daarbij is het aandeel in het mondiale BBP van de opkomende markten die deel uitmaken van deze toptwintig toegenomen van bijna 10% in 1990 tot ruim 25% in 2011. De verwachting is dat dit in 2020 ruim 40% zal zijn. Deze toptwintig is overigens goed voor ongeveer 80% van het mondiale BBP. Het meest aansprekend is de opmars van China. Van een zesde 2 Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling; dertig welvarende industrielanden 3 Trends in Export 2011, een gezamenlijk initiatief van kredietverzekeraar Atradius en exportorganisatie Fenedex, 2011 4 The rise of the BRIC countries and its impact on the Dutch economy; Stefan P.T. Groot e.a., CPB Background document, 2011

14 plaats in 1980 en een aandeel in het mondiale BBP van nog geen 3%, is het land opgeklommen tot de tweede economie van de wereld, na de VS, met een aandeel in het mondiale BBP van bijna 10%. Het aandeel van Brazilië is in diezelfde periode slechts toegenomen van 2% tot net iets meer dan 3%. Daarmee was het land overigens in 2010 wel goed voor een zevende plek op de wereldranglijst, voor India op negen en Rusland op elf. 5 Tellen we de BRIC-landen bij elkaar op dan bedroeg hun gezamenlijke aandeel in het mondiale BBP in 2010 net 18%, en de verwachting van de EIU is dat dit aandeel in 2020 gegroeid is naar ruim 30%, waarvan China ruim 20%-punt voor zijn rekening neemt. Volgens deze schattingen van de EIU zal China daarmee al in 2020 de VS voorbij gestreefd zijn als grootste economie. Aandeel in mondiaal BBP % 70 60 50 40 30 90 93 96 99 02 05 08 11 Bron: EIU OESO Niet-OESO Sterke groeiers, meer dan BRIC alleen Naast de BRIC hebben ook kleinere opkomende markten de afgelopen jaren een sterke groei laten zien. Hiervoor zijn ook allerlei namen bedacht die de hoog gespannen toekomstverwachtingen weerspiegelen. Zo heb je de CIVETS (Colombia, Indonesië, Vietnam, Egypte, Turkije, Zuid-Afrika). De term Next-11 (Bangladesh, Egypte, Indonesië, Iran, Mexico, Nigeria, Pakistan, Filippijnen, Zuid-Korea, Turkije en Vietnam) is geïntroduceerd door Goldman Sachs. Willem Buiter, hoofdeconoom van Citibank, kwam met de term 3G- landen (Bangladesh, China, Egypte, India, Indonesië, Irak, Mongolië, Nigeria, Filippijnen, Sri Lanka, Vietnam); 3G staat in het Nederlands vertaald voor Globale Groei Generatoren, oftewel landen die in de komende decennia een groot groeipotentieel hebben. Verrassend is dat deze 3G lijst geen enkel Oost-Europees of Latijns-Amerikaans land bevat. Verder zijn er de EAGLEs (China, India, Brazilië, Indonesië, Zuid-Korea, Rusland, Mexico, Egypte, Taiwan and Turkije), wat staat voor Emerging And Growth-Leading Economies. Afrika speelt in de meeste rijtjes nauwelijks een rol en is ook voor veel investeerders nog vrij onontgonnen gebied. Toch lijkt het verloren continent aan een niet te stuiten opmars te zijn begonnen. De EIU voorspelt voor de periode van 2012 tot 2015 voor landen als Angola, Ghana, Mozambique, Nigeria en Tanzania een BBP-groei van gemiddeld meer dan 7% per jaar. De sterke groei in met name Sub-Sahara Afrika heeft natuurlijk alles van doen met de sterke vraag naar grondstoffen vanuit met name China. Maar volgens de Afrikaanse Ontwikkelings-bank (AfDB) 6, is een belangrijke oorzaak ook hier de forse toename van de middenklasse. Zij schatten dat de middenklasse in Sub-Sahara Afrika is toegenomen van 196 miljoen in 2000 tot inmiddels 355 miljoen nu, dit is circa 34% van de bevolking. Ruim 70% van deze groep is jonger dan veertig jaar en dit geeft in potentie een belangrijke impuls aan de bestedingen. Volgens een recent artikel in Finance and Development van het IMF zullen de consumptieve uitgaven in Afrika in de komende tien jaar bijna verdubbelen van USD 860 miljard in 2008 naar USD 1400 miljard in 2020. De gunstige ontwikkeling in met name Sub-Sahara Afrika lijkt ook goed uit te pakken voor Zuid-Afrika. Het land valt qua omvang bij de BRIC s in het niet, maar het is en blijft wel de grootste en meest welvarende economie van Afrika. Dit biedt investeringsmogelijkheden in het land zelf, maar maakt het land van de Bafana Bafana en de Springbokken ook een uitstekende springplank voor activiteiten in de rest van het continent. Naast de landen in de toptwintig zijn er dus nog veel landen die qua omvang van het BBP weliswaar minder groot zijn maar die qua groei met kop en schouders uitsteken boven de gemiddelde groei van het mondiale BBP. Het is op dit moment, gezien de kleinere afzetmarkt en een vaak lager welvaartsniveau, wellicht lastiger om zaken te doen met deze landen. Toch zijn ze zeker de moeite waard om in de gaten te houden. Zakendoen: cultuur is niet de enige hindernis Volgens de studie van het CPB vormen culturele verschillen een belangrijke hindernis voor Nederlandse bedrijven bij het zakendoen met de BRIC-landen, maar handelsbarrières en weten regelgeving spelen ook een rol. Kijken we bijvoorbeeld naar de Ease of doing business indicator van de Wereldbank dan scoren Brazilië, Rusland en India allemaal rond de 30, op een schaal van 0 tot 100. China komt er met een score van 57 beduidend beter van af, maar in vergelijking met de 84 punten die Nederland scoort is ook dit nog een wereld van verschil. Bij veel van de kleinere opkomende markten zullen de hindernissen alleen maar groter zijn. Dit neemt niet weg dat het gezien de groeiperspectieven zeker de moeite waard kan zijn om deze hindernissen te nemen. 5 Rusland kwam in 2011 op een tiende plaats uit 6 African Development Bank, Africa in 50 Years Time - The Road Towards Inclusive Growth, 2011

Altijd op zoek naar de ja 15 Kerngegevens 2011 Brazilië China India Rusland Polen Turkije BBP ($ mld) 2443 6939 1973 1798 522 736 Bevolking (mln) 193 1320 1202 142 38 77 BBP per capita ($) 12671 5257 1641 12707 13683 9542 Economische groei (%) 3,0 9,3 7,6 4,0 4,0 7,7 Inflatie (%) 6,6 5,5 9,0 8,5 4,3 6,0 Begrotingstekort# -2,5-1,8-5,4-0,8-5,6-1,8 Staatsschuld# 54 16 50 10 57 40 Lopende rekening# -2,4 2,9-3,5 5,0-4,8-9,8 Competitiveness* 53 26 56 66 41 59 Doing Business** 126 91 132 120 62 71 Corruption*** 73 75 95 143 41 61 en ijzererts tot de top drie producenten, maar het is ook een belangrijke producent van goud, bauxiet en tin. Verder biedt de ontdekking van olie in de zogenaamde pre-salt lagen nieuwe investeringsperspectieven. Ook de moderne op de export gerichte landbouwsector heeft een razendsnelle ontwikkeling doorgemaakt en is goed voor circa 25% van de exportopbrengsten. Het gaat daarbij om een verscheidenheid aan exportproducten, waarvan soja momenteel de belangrijkste is, maar koffie, citrusvruchten, suikerruit, en cacao, maïs en vlees dragen ook een belangrijk steentje bij. Verder heeft Brazilië een redelijk diverse industriële sector. Zo zorgt de automobielindustrie voor circa 10% van de exportopbrengsten. China staat inmiddels op de eerste plaats als belangrijkste exportbestemming, maar de Verenigde Staten en de Europese Unie zijn eveneens nog steeds belangrijke importeurs. Nederland kwam in 2010 op de vierde plaats en is ook een belangrijke buitenlandse investeerder. Rating S&P BBB AA- BBB- BBB A- BB Bronnen: ABN AMRO Economisch Bureau, EIU e.a. # % BBP * World Economic Forum, Global Competitiveness Index (rankings 1-142) ** Wereldbank, Ease of doing business survey (rankings 1-183) *** Transparancy International, Corruption Perception index (rankings 1-183) Brazilië: de toekomst is nu Brazilië heeft een enorme verscheidenheid aan delfstoffen, een omvangrijk landbouwareaal, een ontwikkelde industriële sector en een omvangrijke bevolking. Kortom een schitterend land. Neem daarbij het WK voetbal in 2014 en de Olympische Spelen in 2016, dan kan het niet anders dan dat er legio mogelijkheden tot zakendoen zijn. Een onuitputbaar potentieel Met een bevolkingsomvang van circa 190 miljoen mensen heeft Brazilië verreweg de omvangrijkste bevolking van Latijns- Amerika en neemt het een vierde plaats in op de wereldranglijst. Vergrijzing speelt in Brazilië amper een rol, want liefst 40% van de bevolking is jonger dan 24 jaar. Daarnaast is het gemeten naar oppervlakte het vijfde land van de wereld. Brazilië heeft zoals gezegd een brede economische basis en een sterk gediversifieerde exportsector, zowel naar producten als naar afzetmarkten. Het land heeft een enorme verscheidenheid aan delfstoffen, waaronder ook olie, een omvangrijk landbouwareaal en een belangrijke industriële sector. Zo behoort Brazilië voor tin Structurele problemen nog altijd aanzienlijk De laatste jaren is het economisch beleid verbeterd. Toch staan nog veel zaken de ontwikkeling van het enorme potentieel in de weg. Brazilië neemt in de Ease of doing business survey van de Wereldbank een 126e plaats in op een totaal van 183 landen. Daarbij spelen zaken als bureaucratie, corruptie, een hoge belastingdruk, gebrekkige infrastructuur en matig onderwijs een belangrijke rol. Brazilië scoort daarbij ook in vergelijking met de andere BRIC-landen slecht. Dit geldt eveneens voor de Global Competitiveness Index van het World Economic Forum, waar Brazilië uitkomt op een 53e plaats, van 142 landen. Brazilië kampt zoals de meeste ontwikkelingslanden met grote interne verschillen, vooral tussen de arme noordelijke regio s en het veel welvarender zuidoosten. Zo bedraagt het BBP per capita in de staat Sao Paulo, goed voor 40 miljoen inwoners, ruim USD 13.000, tegen slechts 3000 in een aantal van de noordelijke staten. En er zijn ten slotte grote verschillen tussen de formele en de omvangrijke informele sector. Bumpy road Ondanks de overvloed en verscheidenheid aan productiefactoren werd het land in de laatste decennia van de vorige eeuw keer op keer getroffen door zware economische tegenslag, niet in de laatste plaats door economisch wanbeleid. Vandaar de benaming land van de toekomst. Pas in de eerste tien jaren van deze eeuw kwam de economische motor dankzij vergaande economische hervormingen weer goed op gang en groeide het land gemiddeld met 3,6% per jaar. In vergelijking met China en India zijn dit geen spectaculaire cijfers, maar daar staat tegenover dat de welvaart in Brazilië al die jaren al veel hoger was.