Natuur.focus. De Harkwesp in de kustduinen. Algenbloei: een bedreiging in Vlaanderen? Klaverblauwtjes & co. Studie



Vergelijkbare documenten
Opdrachten bij hoofdstuk 3

Van woord tot tekst. Antwoordformulier Bij het onderdeel Argumenteren

Wat kun je met prestatieindicatoren?

WERKBLAD. Lessenserie CBS & EduGIS voor havo/vwo bovenbouw. weblink: hvb

Route H. Deze route start achter de grote volière.

De oppervlakte van de rechthoek uit de vorige opgave hangt van dezelfde variabelen af.

CAT B / Cursusafhankelijke toets

CAT B / Cursusafhankelijke toets

Hoe komt het dat elk organisme bepaalde kenmerken heeft? Waar ligt de informatie voor alle erfelijke kenmerken in elk organisme opgesla gen?.

VOORTPLANTING BIJ DE MENS

Inhoudsmaten. Verkennen. Uitleg. Opgave 1. Dit is een kubus met ribben van 1 m lengte. Hoeveel bedraagt de inhoud ervan?

CAT B / Cursusafhankelijke toets

Ajodakt. Rekenen. Cijferen. Cijferen groep 6. Colofon. Optellen, a rekken en vermenigvuldigen. Zelfstandig werken. Antwoorden. Rekenen.

Business performance measurement

Bijlage 1 - Technisch Reglement SVAR 2015

JOB-monitor 2014 Vragenlijst

Opgave 1 Je ziet hier twee driehoeken op een cm-rooster. Beide driehoeken zijn omgeven door eenzelfde

Wiskunde voor 3 havo. deel 1. Versie Samensteller

Handleiding voor het maken van Papierarchitectuur, PA.

Om welke reden heeft een kwak relatief grote ogen?

Algemene voorwaarden bij een accreditatieaanvraag van bij- of nascholing (januari 2013)

Wiskunde voor 3 havo. deel 2. Versie Samensteller

Adiameris. Beleggingsstrategie

WOONHUISWAARDEMETER. Toelichting. 1 Algemeen

Wiskunde voor 2 vwo. Deel 1. Versie Samensteller

Vlakdak. Taurox Afschot. Technisch productblad PRODUCTOMSCHRIJVING TOEPASSING

Ajodakt. Rekenen. Grote getallen. Hoofdrekenen. Hoofdrekenen groep 8 Optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen. Colofon. Zelfstandig werken

j. géén relatie: 4 en 5 zijn geen geordende paren (ook geen geordende ééntallen).

Van woord tot tekst. Opdrachten bij het onderdeel Argumenteren

= 152 W. De warmtestroom door de plaat

Ajodakt. Rekenen. Breuken. Breuken groep 8. Colofon. Zelfstandig werken. Antwoorden. Rekenen. Groep 8

Wiskunde B voor 4/5 havo

De route van de Bush start bij de ingang. Je kunt onderstaand kaartje gebruiken. Begin bij nr 1.

5 Straling en gezondheid

Het maakt bij een lamp niet uit vanaf welke kant de stroom komt, dus als je de spanningsbron omdraait brandt de lamp ook.

9 Sport en verkeer. Uitwerkingen basisboek. Arbeid, energie en vermogen vwo 9.1 INTRODUCTIE. = g 9,8 0, ENERGIE VOOR BEWEGEN

Oplossen van een vergelijking van de vorm ax 3 + bx 2 + cx + d =0

Auteurs: Renaud, De Keijzer isbn:

15 Financiële reorganisatie

Route F - Desert. kangoeroerat

K2 Technische automatisering

INTERVIEWEN 1 SITUATIE

Tentamen Schakeltechniek

Economische Topper 4 Evaluatievragen thema 3

Antwoorden 4 havo 3 Stedelijke gebieden

Bijlage 1: Privacyverklaring B/mak Bedrijfsmakelaars BV

Rapportage Enquête ondergrondse afvalinzameling Zaltbommel

Inhoud eindtoets. Eindtoets. Opgaven. Terugkoppeling. Antwoorden op de vragen. Context van informatica

K4 Menselijk lichaam. Uitwerkingen basisboek. Gezond sporten havo K4.1 INTRODUCTIE. = 11,1 m/s 3,6 F w,l = k v 2 = 0,23 11,1 2 = 28 N.

Auteur: Robert Westra isbn:

1 Uw secretaresse vraagt u wie u voor deze sessie wilt uitnodigen. Aan welke mensen denkt u?

8 Kostenverbijzondering (I)

CAT B / Cursusafhankelijke toets B Ouder worden prof. dr. M.W. Ribbe / Drs. A.A. Meiboom

Terrasverwarmer met RTS

GETALLENLEER 4 Rekenregels van machten

Ajodakt. Rekenen. Cijferen Mix. Cijferen groep 7. Colofon. Zelfstandig werken. Antwoorden. Rekenen. Groep 7

Niet waar: Ook glanzende oppervlakken zoals een glimmende auto kunnen als spiegel gebruikt worden.

8. Chemisch evenwicht

Naar een efficiëntere taalverwerving in het B.S.O. door een betere lesorganisatie en door aangepaste didactische middelen.

De route van de Ocean start in de Bush. Volg de bordjes naar de Ocean. De vragen staan in chronologische volgorde.

Wiskunde A voor 4/5 havo

De tijdens de training aangeboden ski-imitaties gebruiken we zowel als middel maar ook als doel.

3 Materialen. Uitwerkingen basisboek. Eigenschappen en deeltjesmodellen VWO 3.1 INTRODUCTIE. ThiemeMeulenhoff bv CONCEPTVERSIE Pagina 1 van 25

Faculteit Elektrotechniek - Capaciteitsgroep ICS Tentamen Schakeltechniek. Vakcodes 5A010/5A050, 20 januari 2003, 9:00u-12:00u

Assertiviteit. Agressiviteit

Wiskunde voor 1 havo/vwo

a) Bedenk een nieuwe kop voor het artikel. c) Waarin geloofden de Egyptenaren? Je mag internet gebruiken. b) Waar ligt de stad Luxor?

6,8. Antwoorden door Saskia 1137 woorden 21 januari keer beoordeeld. Aardrijkskunde. 1 Mexico en de Verenigde Staten: een wereld van verschil

Opdrachten bij hoofdstuk 2

Diagonaalvlakken. Verkennen. Uitleg. Opgave 1

Antwoorden 5 vwo 4 Stedelijke gebieden

CAT B / Cursusafhankelijke toets

les 1 1 Hoeveel kost de vakantie? 2 Hoe rekenen de kinderen? 3 Reken uit 4 Van verhaal naar rekentaal Hoe reken je? Ntumba cijferen Marit kolomsgewijs

Zelfstudie practicum 1

C 1 C 2 C 3 C 4. les 1 en 2. 2 blok 5. Reken uit. a. Maak sommen bij de plaatjes. Reken ze uit op een blaadje.

Medicatie HOOFDSTUK. Bloeddrukcontrole

Verkoop magazine. Hartstikke leuk wonen en winkelen! van s-gravenzande. appartementen. Hart van s-gravenzande

hormoonstelsel zenuwstelsel 1 groeien 2 arm bewegen 3 voortplantingscellen maken 4 reageren op geluid 5 snelheid van de stofwisseling

Nakomelingen van rendieren kunnen een paar uur na de geboorte al met de kudde meerennen. Zijn rendieren nestvlieders of nestblijvers?

1 Beheersing competenties

Privacyverklaring Donné Vastgoed

Verschil zal er zijn mvbo bovenbouw WERKBLAD

Getallenverzamelingen

Verschil zal er zijn hv bovenbouw WERKBLAD

Welke van de volgende beweringen over de kromme snavel is of welke zijn juist voor jonge flamingo's? Maak het hokje met een juiste bewering zwart.

Voorkennistoets wiskunde voor economie. is te herleiden tot b 12 c 3 4 d 4 3

Werkloosheid, armoede, schooluitval en criminaliteit. Er zal veel belastinggeld nodig zijn om al die problemen op te lossen.

De verhuisassistent is onderdeel van Bothenius B.V. Kontaktgegevens: T: +31(0) M: +31(0)

Pak jouw passer en maak de afstand tussen de passerpunten 3 cm.

Onder Auditoren. Zestien praktijksituaties door de ogen van. milieuauditors. Stichting Coördinatie Certificatie Milieuzorgsystemen

opgaven formele structuren procesalgebra

Werkkaarten GIGO 1184 Elektriciteit Set

Ajodakt. Aardrijkskunde. Afrika. Topografie. Afrika. Colofon. Zelfstandig werken. Aardrijkskunde. Antwoorden. Groep 8

Oefentoets + antwoorden CAT Het verhaal van de patiënt De vragen EEN tot en met ZES zijn gebaseerd op onderstaande casus:

C 2. blok 1. Reken snel en goed. M remediëring bij toetsopgave 1. naam... Reken uit het hoofd. d 18 : 6 = = x 7 = 14.

haal alles uit het leven parkappartementen

a _ (15 ( 2) 4 ) = ( ) = ( ) = = = = = 126

CAT / Cursusafhankelijke toets

V2.1 Eerlijk verdeeld?

Opdrachten Hoofdstuk 7

Transcriptie:

VLAAMS DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT OVER NATUURSTUDIE & -BEHEER SEPTEMBER 26 JAARGANG 5 NUMMER 3 Ntuur.fous Klverluwtjes & o De Hrkwesp in e kustuinen Algenloei: een ereiging in Vlneren? Stuie

76 Ntuur.fous A RTIKELS 5(3):76-8 ONGEWERVELDEN IN DE VLAAMSE DUINEN Ongewervelen in e Vlmse uinen Wrom 5 oelsoorten meer zeggen n 1 De Vlmse kustuinen zijn in vergelijking met het egin vn e vorige eeuw met zowt e helft in oppervlkte fgenomen. Door woningouw voor toerisme verwenen heel wt uingeieen en e resterene geieen groeien lngzm iht oor het verwijnen vn egrzing. Vele uingeieen n e kust woren momenteel eheer om er e typishe ioiversiteit te herstellen. In it rtikel gn we n hoe een goe gekozen groepje ongewervelen kn helpen ij het inshtten vn e kwliteit vn e resterene uinfrgmenten. Tevens kunnen ze ls leir ienen voor eheers- en ehousmtregelen. In het Vlmse ntuurehou ligt e nruk voornmelijk op het nkopen vn geieen, vk met iotopen ie volgens e Hittrihtlijn elngrijk of ereig zijn in Europ. Mr, vele onerzoekers heen l ngetoon t het exlusief toespitsen op het nkopen vn geieen of het ehou vn eologishe proessen kn leien tot het verwijnen vn soorten (Simerloff 1998). Het expliiet geruiken vn soorten ij eslissingen over e keuze vn n te kopen of te eheren geieen is tot op heen vrij zelzm, zeker in Vlneren (Mes & Vn Dyk 25). Het simultn ehouen vn iotopen en soorten kn het ntuurehou ehter veel effiiënter mken oort soorten ls miel geruikt kunnen woren ij e keuze vn geieen en ij e evlutie vn het gevoere eheer en/of elei (Lwton 1997). In e meeste NW Europese lnen is e oppervlkte uingeie sterk fgenomen, voornmelijk oor eouwing voor toerisme. In België is ie oppervlkte gel vn 6 h nr 38 h in e loop vn e 2ste eeuw. Hieroor, mr ook oor het vstleggen vn e uinen met Helm (Ammophil renri), oofe e znynmiek zo goe ls volleig uit en konen uinen nuwelijks nog stuiven (Provoost & Bonte 24). Drnst hen open mos- en helmuinen zwr te leien oner enerzijs vergrssing oor stikstofepositie mr ook oor het in elkr stuiken vn e konijnenpopultie oor een myxomtose epiemie in het egin vn e jren 195 (Provoost & Vn Lnuyt 21) en nerzijs oner verstruweling oor het stopzetten vn e egrzing (voornmelijk met pony s - Vn Lnuyt et l. 24). Reretie in e uinen en het kusttoerisme is in e tweee helft vn e vorige eeuw ijzoner sterk toegenomen en heeft er mee voor gezorg t e resterene uinen sterk versnipper, zwr vertrppel en klein geworen zijn. Al eze ftoren smen heen een ijzoner negtieve invloe geh op e gespeiliseere uinfun en - flor. Mos- en helmuinen zijn prioritire iotopen volgens e Europese Hittrihtlijn en krijgen oner nere rom veel nht in het Vlmse ntuurehou (Herrier & Killemes 21). Denk mr n het Duinenereet t e kwetsre uinen trht te eshermen. Het huiige ntuureheer in e kustuinen trht e voormlige soortenrijkom te herstellen met ehulp vn extensieve egrzing, e vroegere eheersvorm in e uinen (Termote 1992). De meeste vn eze egrzingsprojeten zijn ehter ps reent gestrt en het is nog te vroeg om l verregne onlusies te trekken omtrent e effiiëntie ervn voor het ehou vn typishe en ereige uinsoorten.angezien egrzing een weinig stuurre mnier vn eheren is, zl het vermoeelijk niet voorzien in e ehoefte vn elke typishe uinsoort en ijkomene, soortspeifieke mtregelen kunnen zih n ook opringen. Initoren Een interessnte mnier om soorten te geruiken in het herstel of eheer vn iotopen is het onept vn e initorsoort, ook wel prplu- of oelsoort genoem. Een prplusoort zou lle eologishe ehoeften vn een hele reeks nere soorten moeten omvtten ie in hetzelfe iotoop voorkomen (Fleishmn et l. 21). Mr, een enkele soort is zelen of nooit in stt om eze zwre tk lleen op zih te nemen en het geruik vn meerere (oel)soorten is rom ook een etere npk (Anelmn & Fgn 2). Meerere soorten rgen smen meer informtie en een verstnige seletie vn een groepje initorsoorten leit zelfs tot omplementire informtie (elke soort rgt zijn steentje informtie ij - Mes & Vn Dyk 25). Heel wt uteurs pleiten ervoor om ook ongewervelen op te

ONGEWERVELDEN IN DE VLAAMSE DUINEN A RTIKELS Ntuur.fous 5(3):76-8 77 Figuur 1:Vijf oelsoorten voor e uinen in Vlneren (lle foto s Dries Bonte).Vlnr:,,, e Grote pnterspin en e Znkrspin. nemen in eze zogenme multisoortengroepen ngezien zij e overgrote meererhei uitmken vn onze ioiversiteit (MGeoh 1998). In it rtikel estueren we e versheienhei en e verspreiing vn vijf ereige ongewervelen in mos- en helmuinen lngsheen e Westkust, een eel vn e Frns-Belgishe kust. We ekijken hun verspreiing in funtie vn e grootte, e versnipperingsgr, e reretieruk en e znynmiek vn het uingeie wrin ze voorkomen. De vijf oelsoorten De vijf estueere ongewervelen zijn e gvliners (Hipprhi semele) en (Issori lthoni), e (Oeipo erulesens), e Znkrspin (Xystius sulosus) en e Grote pnterspin (Alopeos frilis) (Figuur 1).Al eze soorten heen een gelijkrige verspreiing in Vlneren en heen, met uitzonering vn e, populties in zowel e Kempen ls in e kustuinen. In e Kempen komen ze voornmelijk voor in roge heie terwijl ze n e kust geonen zijn n mos- en helmuinen (Provoost & Bonte 24). De eie gvliners zijn vrij moiele soorten (Mes et l. 24), e is weinig moiel l kunnen sommige iniviuen l vliegen vrij grote fstnen fleggen (Mes et l. 24). De eie spinnen zijn zeer weinig moiel l kn e Znkrspin het zogenme llooning geruiken om zih te verpltsen (het met e win meerijven op een gesponnen r - Bonte et l. 23). Alle vijf e soorten zijn in minere of meerere mte ereig in Vlneren: e is Met uitsterven ereig, e eie spinnen zijn Bereig en e en e zijn Kwetsr op e respetieve Roe Lijsten (Deleer et l. 2; Melfit et l. 1998; Mes & Vn Dyk 1999). De onerzohte uinen Tijens e zomers vn 23 en 24 onerzohten we 133 uinstukjes met mos- en helmuingrslnen tussen Nieuwpoort en Bry-Dunes in Frnkrijk (Figuur 2). Voor elk uinplekje erekenen we e oppervlkte, per soort een mt voor e fstn tot e volgene uinplek, e etreingsgr (gne vn geen tot zeer intensief) en e gr vn ntuurlijke znynmiek. Om e eie gvliners en e sprinkhn wr te nemen weren lle 133 plekjes ezoht ij gunstige weersomstnigheen (>2 C, geen regen en win <3 Beufort).De nwezighei vn e spinnen wer epl met zogenme oemvllen (glzen potten ie in e gron gegrven woren) in ugustus en septemer. Angezien e vershillene soorten niet llen even moiel zijn, erekenen we per soort een mt voor e fstn tussen e vershillene plekken, zols elke soort ie ervrt. We geruiken hiervoor rie mten: 1) e fstn in vogelvluht tot e volgene uinplek, 2) een mt voor e intrinsieke moiliteit vn e soort en 3) e oppervlkte vn e te ereiken uinplek (hoe groter e plek hoe gemkkelijker een soort ie plek zl vinen). Hoe groter hoe meer soorten Een eerste vststelling is t e soortenrijkom n oelsoorten toeneemt met e grootte vn e plekken, met e onerlinge veronenhei vn e plekken en met e znynmiek. is n weer vrij lg in e meest soortenrijke uinplekken (geen tot lihte etreing). De soortenrijkste plekken zijn gemiel zo n 5 h groot en heen een vrij hoge mte vn znynmiek (6%, Figuur 3). Figuur 2: Typishe hitt voor e onerzohte soorten n e Belgishe Westkust. Vershillen tussen soorten Tussen e soorten zijn er uielijke vershillen vst te stellen. De plekken ie in eie onerzohte jren een popultie hen vn lle onerzohte soorten wren euien groter n plekken ie nooit een popultie herergen (Figuur 4). De en e Grote pnterspin ijvooreel heen plekken noig ie gemiel zo n 4 h groot zijn terwijl e gemiele plek voor e mr zo n 2 h groot is. De eie nere soorten evolkten

78 Ntuur.fous A RTIKELS 5(3):76-8 ONGEWERVELDEN IN DE VLAAMSE DUINEN 7 6 5 4 3 2 1 2.4 2. 1..8.6 1 2 3 4 5 plekken vn gemiel zo n 3 h groot. De heeft vermoeelijk vrij grote plekken noig omwille vn zijn ehoefte n zowel goee ei-fzetpltsen (plekken met veel en grote uinviooltjes Bekers 26) ls n voloene netr (in e meer ruige elen vn e uinen). De Grote pnterspin is een grote, grvene spin ie in lge ihtheen voorkomt, wroor grote stukken noig zijn om een voloene grote popultie te kunnen ontwikkelen. Ook plekken ie goe met elkr in verining stonen, wren vker ezet n plekken ie meer geïsoleer lgen (Figuur 4). Enkel Connetiviteit Dynmiek 2. 1..8.6 6 5 1 2 3 4 5 1 2 3 4 5 4 3 2 1 1 2 3 4 5 Figuur 3: Gemiele oppervlkte (), onnetiviteit (), etreing () en znynmiek () ten opzihte vn het ntl soorten per uinplek. 45 4 35 3 25 2 15 1 5 2. 1..8.6 Beie jren Beie jren.6.5.3.1 6 5 4 3 2 1 Connetiviteit Dynmiek Beie jren Beie jren Figuur 4: Vershillen in oppervlkte (, m 2 ), onnetiviteit (), etreing () en ynmiek (, % znverstuiving) tussen plekken met (luw) en zoner (roo) e vershillene soorten onerzohte ongewervelen. voor e ws veronenhei vn miner groot elng om e nwezighei in eple plekken te verklren. De is vermoeelijk moiel genoeg om lle onerzohte plekken te kunnen ereiken. De is e minst moiele vn e vijf soorten en kn vermoeelijk enkel nijgelegen plekken koloniseren ie innen een strl vn 1 m vn een ezette plek liggen (Mes et l. 24). Een te hoge etreingsgr leek negtief te zijn voor e nwezighei vn e eie spinnensoorten en e, mr net gunstig voor e en e (Figuur 4). Beie ltste soorten mken geruik vn open znplekken om territori te vereigen () of voor het fzetten vn eitjes (). De eie spinnen rentegen jgen voornmelijk op springstrten ie op e gron leven. Een stielere omgeving zorgt voor een groter no n eze prooien wroor e eie spinnen get zijn ij een geringe mte vn verstoring (Bonte et l. 22). Ook e grvene levenswijze vn e Grote pnterspin verklrt wrom eze soorten liever geen l te grote etreing verkiest. Znynmiek ws in lle gevllen hoger in plekken wr e soorten in eie jren voorkwmen n in plekken wrin e soorten nooit voorkwmen en vrieere tussen e 45-55% (Figuur 4). Nst hittkwliteit is ook hittheterogeniteit een elngrijk spet in e uingeieen; gevrieere plekken ieen immers meer potenties voor het smenleven vn soorten ie in hetzelfe iotooptype voorkomen, mr ie sutiel kunnen vershillen in meer speifiek geruik vn t iotoop. Drovenop komt nog t heterogene iotopen een veel etere uffering ieen tegen klimtshommelingen; in ijzoner wrme perioen, zols e julimn vn it jr, kn een soort het gepste miroklimt vermoeelijk ltij wel ergens vinen (in een jr ls it kn het op een noorhelling ijvooreel l voloene wrm zijn voor e ontwikkeling vn rupsen of lrven, terwijl t in een norml jr enkel op zuigerihte hellingen mogelijk zou zijn). Homogene uinplekken met enkel mos of enkel zn zijn rom miner geshikt voor het lngurig ehouen vn eze kieskeurige ongewervelen. Komen en gn Over e eie jren t het onerzoek gevoer wer, koloniseeren soorten plekken terwijl nere plekken n weer weren verlten. De oppervlkte vn e uinplek leek niet e eplene ftor voor e kolonisties, wel e mte vn onnetiviteit (Figuur 5 en ). Plekken ie oor e eie spinnen en oor e weren gekoloniseer, wren ovenien uielijk miner etreen n plekken ie ltij leeg leven, terwijl e plekken ie oor e en e gekoloniseer weren net meer etreen weren n ltij lege plekken (Figuur 5). Een reltief hoge znynmiek tenslotte speele een elngrijke rol ij het koloniseren vn plekken oor en (Figuur 5).

ONGEWERVELDEN IN DE VLAAMSE DUINEN A RTIKELS Ntuur.fous 5(3):76-8 79 De soorten verwenen voorl uit kleine plekken (ij e Grote pnterspin lijkt t niet zo te zijn, mr het ging hier mr om twee extinties wroor e etrouwrhei niet erg hoog is - Figuur 6). Een geringere mte vn onnetiviteit speele enkel ij e een rol om het verwijnen uit plekken te verklren (Figuur 6). Een te intensieve etreing zorge voor het verwijnen vn, en e uit eple plekken (Figuur 6). Znynmiek h n weer tegengestele effeten op twee vn e soorten: een vrij hoge znynmiek zorge voor het verwijnen vn e Grote pnterspin uit twee plekken terwijl e net verween uit plekken met een te lge znynmiek (Figuur 6). Beheer en ehou De vijf estueere ongewervelen zijn llen oelsoorten voor het ntuurehou in e kustuinen (Provoost & Bonte 24). Onnks het feit t hun verspreiing en hun popultieynmiek min of meer gelijkrige ptronen vertoonen, leek ook t ntuurlijke en menselijke verstoring e soorten op een vershillene mnier eïnvloeen. Grote grzers (runeren en pren) woren momenteel ingezet om het heterogene, mr oor verstruweling vrij gesloten lnshp, om te vormen tot een meer open uinlnshp, wrin roge uingrslnen en ntte uinpnnen overheersen (Provoost et l. 24). Mosuinen en uingrslnen zijn ehter zeker niet e geliefkoose plekken vn grzers omt ze een vrij lge voeingswre heen (Lmoot et l. 25). Deze open, shrle plekken in e uinen woren voornmelijk geruikt ls orrior tussen meer voeselrijke ruigtes ie versprei in e uinen voorkomen en woren roor vrij sterk vertrppel.angezien etreing enkel voor e een positief effet h, zl egrzing nuwelijks kunnen zorgen voor een veretering vn e hittkwliteit voor e vijf onerzohte soorten. Ntuurehou zl voornmelijk moeten trhten om ntuurlijke znynmiek te herstellen om zo niet lleen geshikte plekken te vergroten mr ook een hogere veriningsgr tussen e uingrslnen en/of mosuinen onerling te verwezenlijken. Typishe uinspinnen ijvooreel leken lleen voor te komen in vn nture ynmishe lnshppen (Bonte et l. 23). In e prktijk is het herstellen vn een ntuurlijke znynmiek ehter zo goe ls onmogelijk omt het e frk vn ijken, wegen en nere ouwwerken met zih mee 14 12 1 8 6 4 2 2. 1..8.6 nwezig zou moeten rengen. Bijgevolg moet er in ihtevolkte, mr sterk versnippere uingeieen voorl nht gn nr het interne eheer, meer epl nr het tegengn vn het te intensief etreen en vertrppelen vn kwetsre uingrslnen en mosuinen. Dt typishe soorten in onze uingeieen op een zeer korte tijspnne kunnen uitsterven, wer rees ij spinnen ngetoon (Bonte et l. 23). Door e sterke versnipperingsgr en e snelle overgroeiing vn geshikte hitts, kn e fstn tot e ihtstijzijne popultie een nwezig.6.5.3.1 6 5 4 3 2 1 onnetiviteit Dynmiek nwezig extr proleem vormen voor een eventuele herkolonistie. Onnks het feit t extensieve egrzing ls gunstig estempel wort in grote uingeieen (WllisDeVries & Rmekers 21), zijn er in e Belgishe uinsnippers zeker ijkomene mtregelen noig voor het ehou vn typishe uinongewervelen. Grote grzers zijn ijvooreel onvoloene in stt om ihte uinoornstruwelen opnieuw open te krijgen en het is rom n te ren om grote oppervlktes oornstruweel mehnish te verwijeren en ps vervolgens te lten egrzen. nwezig Figuur 5: Vershillen in oppervlkte (, m 2 ), onnetiviteit (), etreing () en ynmiek (, %znverstuiving) tussen gekoloniseere plekken (luw) en plekken ie ltij leeg leven (roo) voor e vershillene soorten onerzohte ongewervelen. 9 8 7 6 5 4 3 2 1.6.5.3.1 Connetiviteit 8 7 6 5 4 3 2 1 2.6 2.4 2. 1..8.6 Dynmiek Figuur 6: Vershillen in oppervlkte (, m 2 ), onnetiviteit (), etreing () en ynmiek (, % znverstuiving) tussen plekken wr soorten verwenen (luw) en plekken wr soorten ltij nwezig wren (roo) voor e vershillene soorten onerzohte ongewervelen

8 Ntuur.fous A RTIKELS 5(3):76-8 ONGEWERVELDEN IN DE VLAAMSE DUINEN Het geruik vn meer n 1 initorsoort Heel wt ehous- en herstelprojeten mken geruik vn slehts één initorsoort of een enkele txonomishe groep. Stees vker wort het geruik vn meerere soorten ls initorgroep voorgestel en ook onze resultten tonen n t het geruik vn meerere soorten leit tot meer genuneere uitsprken over het te voeren eheer. Het fstemmen vn het eheer op slehts een vn e onerzohte soorten zou gelei heen tot negtieve gevolgen voor nere vn e soorten (Mes & Vn Dyk 25). De hier geruikte ongewervelen lijken een geshikte groep vn soorten ie smen informtie rgen over oppervlkte, veronenhei, znynmiek en reretieruk lngsheen e Westkust. De en e Grote pnterspin zijn goee initoren voor oppervlkte, e is het meest gevoelig voor versnippering en het smen voorkomen vn eie spinnensoorten enerzijs en e en e nerzijs kn gehnteer woren ls een mt voor e heterogeniteit vn het uingeie. Het vooreel vn het geruik vn eze soorten is ovenien t ze llen gemkkelijk herkenr zijn oor onservtors en nere terreineheerers en roor op een grote shl geruikt kunnen woren. De n- of fwezighei vn elk vn eze soorten in een geie, kn rnst ook geruikt woren ls een signlfuntie en kn uiteinelijk leien tot het npssen of net verer zetten vn eple eheers- of herstelmtregelen. In it onerzoek heen we lleen geruikt gemkt vn enkele ongewervelen omt ie eken stn om hun snelle retie op verneringen. Anere, opvllene ongewervelen, zols e Hrkwesp (zie het rtikel op pgin 87-9 in it nummer) of e Julikever, mken zeker kns om het lijstje vn gemkkelijk op te volgen oelsoorten n e kust n te vullen. Bijkomene soorten, ie informtief zijn op een nog kleinere shl n ongewervelen zols e Drieistel (Crlin vulgris), e Kegelsilene (Silene oni) en het Duinviooltje (Viol urtisii), mr ook op een grotere shl zols e Rugstreepp (Bufo lmit), e Strnplevier (Chrrius lexnrinus) en e Tpuit (Oennthe oennthe) zouen het lijstje vn e multisoorten in e uingrslnen en e mosuinen lngsheen onze kust kunnen vervolleigen. SUMMARY BOX: MAES D. & BONTE D. 26. Thretene invertertes in the highly frgmente unes long the Flemish ost.why 5 speies sy more then 1. Ntuur.fous 5 (3): 76-8. We nlyse the ptterns of oupny of five thretene invertertes in highly frgmente ynmi grey une lnspe. During two yers (23-24), 133 une pthes etween Nieuwpoort (Belgium) n Bry-Dunes (Frne) vrying in re, onnetivity, eolin sn ynmis n trmpling isturne were smple for five fol speies: two spiers (Alopeos frilis n Xystius sulosus), two utterflies (Issori lthoni n Hipprhi semele) n one grsshopper (Oeipo erulesens). Overll iversity ws highest in lrge n well onnete pthes tht were hrterise y high eolin sn ynmis n n intermeite trmpling intensity. Pth oupny iffere gretly mong speies: ll speies signifintly ourre more often in lrge n onnete pthes. High trmpling intensity (y ttle n/or tourists) negtively ffete the two groun welling spiers, ut not the grsshopper or the utterfly speies. High eolin sn ynmis positively ffete the presene of the spier X. sulosus, the grsshopper O. erulesens n the utterfly H. semele, ut h no signifint effet on oth other speies. Colonistion ws minly expline y onnetivity n never y pth re, while extintion events in H. semele were expline y smll pth re.we isuss the implitions of using suite of fol speies for mngement n restortion purposes in the highly frgmente une re in Belgium n we promote the use of multispeies pproh for evluting n monitoring onservtion efforts in generl. DANK: Wr Verruysse enken we voor e gewreere hulp ij het velwerk. Ntuurwhter Wr De Brnere gf ons toestemming om onerzoek te verrihten in e reservten lngsheen e Westkust. AUTEURS: Dirk Mes is wetenshppelijk meewerker n het Instituut voor Ntuur- en Bosonerzoek. Dries Bonte is postotorl onerzoeker ij het FWO ij e groep Terrestrishe Eologie vn e Universiteit vn Gent. CONTACT: Dirk Mes, Instituut voor Ntuur- en Bosonerzoek, Kliniekstrt 25, B-17 Brussel, Tel. 2/558.18.37, Emil: irk.mes@ino.e Referenties Anelmn S.J. & Fgn W.F. 2. Umrells n flgships: effiient onservtion surrogtes or expensive mistkes? Proeeings of the Ntionl Aemy of Siene of the Unite Sttes of Ameri 97, 5954-5959. Bekers K. 26. Is e wrplntkeuze vn e fhnkelijk vn lnshpsynmiek? Universiteit Gent, Gent. Bonte D.,Vn Heuverswyn F. & Mertens J. 22.Temporl n sptil istriution of epigei Arthropleon springtils (Collemol: Hexpo) in ostl grey unes. Belgin Journl of Entomology 47, 17-26. Deleer K., Devriese H., Hofmns K., Lok K., Brenurg B. & Mes D. 2.Voorlopige tls en "roe lijst" vn e sprinkhnen en krekels vn België (Inset, Orthopter). SALTABEL i.s.m. IN en KBIN, Brussel. Fleishmn E., Blir R.B. & Murphy D.D. 21. Empiril vlition of metho for umrell speies seletion. Eologil Applitions 11, 1489-151. Herrier J.-L. & Killemes I. 21. Synopsis of the Flemish une onservtion poliy. In: es. J.A. Houston, S. E. Emonson, & P. J. Rooney, Proeeings of the Europen symposium Costl Dunes of the Atlnti Biogeogrphil Region Costl une mngement,shre experiene of Europen onservtion prtie.liverpool University Press, Liverpool, pp< pp. 316-325. Lmoot I., Meert C. & Hoffmnn M. 25. Hitt use of ponies n ttle forging together in ostl une re. Biologil Conservtion 122, 523-536. Lwton J.H. 1997.The siene n non-siene of onservtion iology. Oikos 79, 3-5. Melfit J.-P., Bert L., Jnssen M. & Alerweirelt M. 1998.A Re list for the spiers of Flners. Bulletin vn het Koninklijk Belgish Instituut voor Ntuurwetenshppen, Entomologie 68, 131-142. Mes D., Ghesquiere A. & Logie M. 24. Moiliteit en hittgeruik vn en in e Westhoek. Implities voor ntuurehou en eheer. Ntuur.fous 3, 82-86. Mes D. & Vn Dyk H. 25. Hitt qulity n ioiversity initor performnes of thretene utterfly versus multispeies group for wet hethlns in Belgium. Biologil Conservtion 123,177-187. Mes D. & Vn Dyk H. 1999. Dgvliners in Vlneren - Eologie, verspreiing en ehou. Stihting Leefmilieu i.s.m. Instituut voor Ntuurehou en Vlmse Vlinerwerkgroep,Antwerpen/Brussel. Mes D. & Vn Dyk H. 25. Doorreek e txonomishe hokjesmentliteit! Pleiooi voor een multisoortennpk in het Vlmse ntuurehou. Ntuur.fous 4, 24-26. MGeoh M.A. 1998.The seletion, testing n pplition of terrestril insets s ioinitors. Biologil Reviews of the Cmrige Philosophil Soiety 73, 181-21. Provoost S.,Ampe C., Bonte D., Cosyns E., Hoffmnn & M. 24. Eology, mngement n monitoring of une grsslns in Flners, Belgium. Journl of Costl Conservtion 1, 33-42. Provoost S. & Bonte D. 24. Levene uinen: een overziht vn e ioiversiteit n e Vlmse kust. Instituut voor Ntuurehou, Brussel. Provoost S. & Vn Lnuyt W. 21.The flor of the Flemish ostl unes (Belgium) in hnging lnspe. In: es. J.A. Houston, S. E. Emonson, & P. J. Rooney, Proeeings of the Europen symposium Costl Dunes of the Atlnti Biogeogrphil Region Costl une mngement, shre experiene of Europen onservtion prtie.liverpool University Press, Liverpool, pp< pp. 393-41. Simerloff D. 1998. Flgships, umrells, n keystones: Is single-speies mngement pssé in the lnspe er? Biologil Conservtion 83, 247-257. Termote J. 1992. Wonen op het uin, e ewoningsgeshieenis vn het uingeie tot n e Frnse Revolutie. In: e. J.Termote,Tussen ln en zee: het uingeie vn Nieuwpoort tot De Pnne.Lnnoo, Tielt, pp< pp. 46-87. Vn Lnuyt W., Provoost S., Leten M.,Ameeuw G. & Rppé G. 24.Vtplnten. In: es. S. Provoost & D. Bonte, Levene uinen: een overziht vn e ioiversiteit n e Vlmse kust.instituut voor Ntuurehou, Brussel, pp< pp. 46-83. WllisDeVries M.F. & Rmekers I.21.Does extensive grzing enefit utterflies in ostl unes? Restortion Eology 9, 179-188.