VWO-katern Globalisering - hoofdstuk 1 De economische kijk



Vergelijkbare documenten
V2.1 Eerlijk verdeeld?

Hoofdstuk 8 Beslissen onder risico en onzekerheid

1 De onderneming in de wereldeconomie

Economie. vragen. Donderdag 18 mei uur

4 De regio s in de wereldeconomie

Hoofdstuk 9 Investeringsbeslissingen

Economische Topper 4 Evaluatievragen thema 3

8 Kostenverbijzondering (I)

Werkloosheid, armoede, schooluitval en criminaliteit. Er zal veel belastinggeld nodig zijn om al die problemen op te lossen.

Inhoudsopgave. Voorwaarden Hypotheek SpaarVerzekering Model Delta Lloyd Levensverzekering NV. 1 Wat bedoelen wij met? 3

HOEVEEL KEREN WIJ UIT? 5.1 Keren we altijd alles uit? WANNEER KEREN WIJ NIET UIT? WAT DOEN WIJ BIJ FRAUDE? 9.1 Wat zijn de gevolgen van fraude?

Getallenverzamelingen

Praktische Opdracht Lineair Programmeren V5

Internetopgaven hoofdstuk 8

De formule van het opslagpercentage voor alle producten luidt:

6.4 Rekenen met evenwichtsreacties

4 De regio s in de wereldeconomie

Rapportage Enquête ondergrondse afvalinzameling Zaltbommel

Werkkaarten GIGO 1184 Elektriciteit Set

INTERVIEWEN 1 SITUATIE

1a Een hoeveelheid stof kan maar op één manier veranderen. Hoe?

Route F - Desert. kangoeroerat

Internetopgaven hoofdstuk 6

Kennistoets bij H3 havo - antwoorden De Verenigde Staten en hun federale overheid

Lespakket Belsimpel.nl

Om welke reden heeft een kwak relatief grote ogen?

1.3 Wortels. x x 36 6 = x = 1.5 Breuken. teller teller noemer noemer. Delen: vermenigvuldig met het omgekeerde.

Werkblad TI-83: Over de hoofdstelling van de integraalrekening

Verschil zal er zijn hv bovenbouw WERKBLAD

Verschil zal er zijn mvbo bovenbouw WERKBLAD

De route van de Ocean start in de Bush. Volg de bordjes naar de Ocean. De vragen staan in chronologische volgorde.

REGLEMENT BETREFFENDE DE SPAARLOONREGELING

1 Uw secretaresse vraagt u wie u voor deze sessie wilt uitnodigen. Aan welke mensen denkt u?

2 Mondiale demografische, ecologische en culturele ontwikkelingen

Bijlage agendapunt 7: Inhoudelijke planning overlegtafels 2015

opgaven formele structuren procesalgebra

Handreiking voor zij-instroom in de zuivelindustrie

HOOFDSTUK 1 BASISBEGRIPPEN

Makelaarschap B.V. Privacyverklaring

Opdrachten Hoofdstuk 7

Aanvulling Oefenboek rijbewijs B 20 e druk

Door Henk Jongsma, hoofdauteur Op niveau tweede fase, eerste editie. Pesten en klikken

Uitvoeringsregeling Dienstreizen Wageningen UR

Opdrachten bij hoofdstuk 2

Een CVA (beroerte) kan uw leven drastisch veranderen! 2009 Een uitgave van de Nederlandse CVA-vereniging

PEDAGOGISCHE STUDIEDAG LEERKRACHTEN ECONOMIE

In dit hoofdstuk introduceren we de hoofdrolspelers van het college: eindige automaten.

Stichting Het Schooltje van Dik Trom. Werkplan December 2013 JV

columbus Onrust in Iran: het begin van het einde of het einde van het begin? HAVO/VWO brengt het beste uit twee werelden samenlesbrief

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Donderdag 20 mei uur

Breuken en verhoudingen

Digitale informatieverwerking

Riante bouwkavel met ruime bebouwingsmogelijkheden

Zelfstudie practicum 1

Mytylschool De Trappenberg Peter van Sparrentak

edatenq is een toepassing die de ondernemingen de mogelijkheid biedt om hun statistische aangiften in te vullen en door te sturen via internet.

Van welke diensten van de NVM-makelaar/taxateur maakt u gebruik? U kunt op één of meerdere manieren in contact staan met de NVM-makelaar/taxateur.

Noordhoff Uitgevers bv

Boek 2, hoofdstuk 7, allerlei formules..

500 gestort. Elk jaar krijg je 3% interest over dit bedrag Eenmalige inleg. looptijd maanden.

Assertiviteit. Agressiviteit

Hoeveel betaal je in totaal? Hoe kun je dat bedrag narekenen? Hoe bereken je het bedrag dat je van de 20 euro terug krijgt?

Aanvulling oefenboek rijbewijs B 19 e druk

schets 10 Bergrede: tweeërlei fundament (7:24-29)

Privacyverklaring Kitty Blank Makelaars

Havo B deel 1 Uitwerkingen blok 1 Moderne wiskunde

Hoofdstuk 0: algebraïsche formules

Medicatie HOOFDSTUK. Bloeddrukcontrole

SVM~nivo MAKELAARDIJLEER.

Auteurs: De Kam, e.a. isbn: Vragen en opdrachten. Vragen en opdrachten bij Overheidsfinanciën 1

Vragenlijst Bijstand op Maat

De tijdens de training aangeboden ski-imitaties gebruiken we zowel als middel maar ook als doel.

Hoe maak je een huiswerkplanning?

Privacy Verklaring Lighthouse Property Services

Privacyverklaring Rademaker Vastgoed V.O.F.

gefragmenteerde bestanden Bestand Bestand Bestand Bestand Bestand a Bestand a Bestand a Bestand a Bestand Bestand Bestand Bestand c Bestand a

Van welke diensten van de NVM-makelaar/taxateur maakt u gebruik? U kunt op één of meerdere manieren in contact staan met de NVM-makelaar/taxateur.

Privacyverklaring Beleef wonen met Jacqueline Makelaars

Nakomelingen van rendieren kunnen een paar uur na de geboorte al met de kudde meerennen. Zijn rendieren nestvlieders of nestblijvers?

Eindexamen economie 1-2 vwo 2004-I

6.0 INTRO. 1 a Bekijk de sommen hiernaast en ga na of ze kloppen = = = = = 2...

Van welke diensten van de NVM-makelaar/taxateur maakt u gebruik? U kunt op één of meerdere manieren in contact staan met de NVM-makelaar/taxateur.

Wiskunde voor 2 havo. Deel 1. Versie Samensteller

Privacyverklaring Rien Treur Makelaardij

Privacyverklaring Donné Vastgoed

maatschappijwetenschappen pilot vwo 2019-II

Krommen en oppervlakken in de ruimte

AFLEIDING. Apparatuur tijdens het rijden

Aanvulling Oefenboek rijbewijs B 20 e druk

DOEL: Weten wat de gevolgen en risico s kunnen zijn van het plaatsen van (persoonlijke) informatie op internet.

Adiameris. Beleggingsstrategie

Beslagwerk voor bouw en constructie met hout

Onder Auditoren. Zestien praktijksituaties door de ogen van. milieuauditors. Stichting Coördinatie Certificatie Milieuzorgsystemen

Examen VWO. wiskunde B1,2 (nieuwe stijl)

Privacyverklaring Irene van Aken Makelaardij

Bemoeizucht staat laat geen diversiteit en flexibiliteit toe

Van welke diensten van AWHoreca Adviesgroep B.V. maakt u gebruik? U kunt op één of meerdere manieren in contact staan met AWHoreca Adviesgroep B.V.

15 5 omhoog. Hoofdstuk 26 RECHTE LIJNEN. 6 ad 26.0 INTRO

Noordhoff Uitgevers bv

Transcriptie:

VWO-ktern Glolisering - hoofdstuk 1 De eonomishe kijk Ktern Glolisering hoofdstuk 1 De eonomishe kijk Opdrht 1 Er komt meer eenheidsworst. Er wordt door de pltenindustrie minder gekeken nr uniek tlent, en meer nr muziek die de minstrem wil. Muziek is geen kunstuiting meer, mr een produt dt winst moet mken. Het uitwisselen vn llerlei estnden is door ijvooreeld internet veel mkkelijker geworden. Er ontstn zo nieuwe juridishe vrgstukken (mg je ijvooreeld muziek met elkr delen?). Miro-eonomie is de eonomie vn het individu of een individueel edrijf. Bedrijven worden geonfronteerd met toegenomen onurrentie. Individuele personen heen minder keuze. An de ndere knt zijn er ook mogelijkheden ijgekomen. Bnds zetten hun muziek rehtstreeks op het internet. d Mro-eonomie is de eonomie vn een lnd of een nog groter geheel. Sterk toegenomen onurrentie zou voor sterke prijsdlingen kunnen zorgen. Overheden krijgen minder grip op llerlei geld- en goederenstromen. Ntionle overheden worden steeds minder relevnt. e De interntionle hndel wordt elngrijker, dus ook de trnsportsetor (wr Nederlnd sterk in is). Onze exportmogelijkheden kunnen toenemen. Toegenomen onurrentie kn een prijsdrukkend effet heen voor de onsumenten. f Onze edrijven kunnen mrktndeel verliezen. Bedrijven kunnen hun produtiefdelingen nr het uitenlnd verpltsen. g Cees: vergrijzing leidt tot een stijging vn de uitkeringen. Die moeten etld worden door middel vn premies (omslgstelsel). De wig en de loonkosten zullen dn stijgen, mr de toegenomen onurrentie ls gevolg vn de glolisering mkt die stijging vn loonkosten vk onmogelijk. Annemrie: veel ouderen (werknemers) heen vi het kpitldekkingsstelsel een nvullend pensioen ij elkr gesprd. Bovendien levert een groeiende eonomie ruimte op om die gestegen kosten te drgen. Opdrht 2 Wrde = prijs x volume. Dus 102,1 = 100,8 x?/100 (geruik ltijd indexijfers).? = 101,3 (fgerond). Dit is dus een volumestijging (het ntl geprodueerde goederen en diensten = reële groei) vn 1,3%. De wrde vn dt volume is met 2,1% gestegen (zie tel). Wrde = prijs x volume. Dus 102 = 103 x?/100.? = 99,03. Dus de reële groei is met 0,97% gedld in 2003 ten opzihte vn 2002. In 2002 ten opzihte vn 2001 is de reële groei 0,58% (103,7 = 103,1 x?/100, dus? = 100,58). 2001 2002 2003 100 100,58? = 99,60 100 99,03 d Wrshijnlijk zit de groei vn de onsumptie in het feit dt er meer voedingsmiddelen worden gekoht. Consumentenvertrouwen slt toh meer op de duurzme onsumptiegoederen, zols uto s, tv s et. en de verkoop drvn is dus wrshijnlijk niet gestegen. e De groei vn de ruto investeringen over het eerste hlfjr 2004 edrgt 104,5 x 101,4/100 = 105,96 5,96%. 10% vn die groei komt voor rekening vn de netto investeringen. f De voorrden zullen wrshijnlijk dlen. De eonomishe groei is nr oven ijgesteld (2 x met 0,3%). Het gt dus eter wrdoor edrijven mkkelijker vn hun voorrden fkomen. 1

VWO-ktern Glolisering - hoofdstuk 1 De eonomishe kijk Opdrht 3 BNI f = 317 + 50 = 367 mld. BNP mp - BNI f = 402-367 = 35 mld. = (kostprijsverhogende elsting - kostprijsverlgende susidies). De susidies edrgen 9 dus de kostprijsverhogende elsting (= indirete elstingen) edrgen 26 mld. 95% = formeel dus geregistreerd. Dus: 26 mld. x 100/95% = 27,37 (fgerond) mld. Het vergelijken vn solute edrgen is vk etekenisloos. d De optelsom vn l het primir inkomen levert het NNI f = 317. De mro-eonomishe winst edrgt dus 317-250 - 20-10 = 37. De winstquote wordt dn: 37/317 x 100% = 11,7% (fgerond). Opdrht 4 d De reidstijd en de wereldhndel. Deze grootheden worden gegeven in het model. Ze zijn nergens resultnte vn. Strutureel: loonkosten per werknemer stijgen loonkosten per eenheid produt stijgen prijs vn reid ten opzihte vn kpitl stijgt innovties stijgen (reidsesprende) investeringen stijgen ntl reidspltsen dlt vrg nr reid dlt werkloosheid stijgt. Conjuntureel: loonkosten per werknemer stijgen looninkomen stijgt nod vn reid stijgt werkloosheid stijgt. De overheid kn de wig verlgen door ijvooreeld de trieven vn de inkomstenelsting te verlgen. Strutureel. Het eleid is voorl geriht op verlgen vn de loonkosten (wt goed is voor de nodknt vn de eonomie; denk ijvooreeld n goede interntionle onurrentiepositie) en niet zozeer op het vergoten vn het esteedre inkomen vn werknemers (wt de effetieve vrg zou stimuleren). Opdrht 5 Het etreft hier lleml geggregeerde grootheden; de EV = de totle vrg in heel de eonomie of het nnp = totle produtie in heel de eonomie enzovoort. Een verhoging vn de prtiuliere investeringen werkt diret door in een stijging vn de effetieve vrg (I stijgt EV stijgt W stijgt Y stijgt C stijgt in de volgende periode enzovoort). Een(zelfde) verlging vn de utonome elstingen zorgt wel voor een stijging vn de onsumptie en dus vn de effetieve vrg, mr het zorgt in dit model ook voor een stijging vn de rente en dus voor een dling vn de investeringen. Het netto effet op de effetieve vrg is dus een stuk minder. Door een verlging vn de utonome elstingen zl het ntionl inkomen groeien: Y = multiplier x Bo = -0,5 x -5 = 2,5. Door een verhoging vn de utonome investeringen zl het ntionl inkomen groeien: Y = multiplier x Io = 4 x 6,5 = 26. De totle verndering vn Y = 26 + 2,5 = 28,5 nieuwe Y = 546,5. Het overheidssldo edrgt dn: B - O = 0,4 x 546,5-215 = 3,6. d Een stijging vn de utonome rentevoet met 0,01 zl de rente met 0,01 doen stijgen. Hierdoor dlen de investeringen en de onsumptie, wrdoor de effetieve vrg zl dlen en drdoor het inkomen. Een dling vn het inkomen heeft onder meer effet op de elstingontvngsten. Lgere elstingontvngsten heen een negtief effet op het overheidssldo. Een dling vn het overheidssldo zorgt ervoor dt de rente nog verder stijgt. Opdrht 6 Uit de proentuele stijging vn de investeringen ten opzihte vn het vorige jr (tel 1). Uit tel 1 lijkt dt de onsumptie minder is gestegen dn het BBP. (69,2% x 100) + (30,8% x 93,3) = 97,9 een dling vn 2,1%. 2

VWO-ktern Glolisering - hoofdstuk 1 De eonomishe kijk Opdrht 7 Ev = % Qv/ P. In 2003 geldt: P = +2,5%. Qv = -10,3% (omzet = prijs x fzet 92 = 102,5 x?/100? = 89,7. (Let op, ltijd indexijfers geruiken.) Ev = -10,3/+2,5 = -4,12. Dit is elstisher dn -3. Die kruislingse elstiiteit is positief. Als de prijs vn d s stijgt, dn zl de vrg nr muziekestnden stijgen, omdt d s minder ntrekkelijk worden ten opzihte vn muziekestnden. De detilhndel ziet zijn inkomsten teruglopen. Door middel vn fusies met de nieders vn internetdiensten kunnen ze iets vn hun mrktpositie terug winnen. Opdrht 8 De rek-even-fzet ligt ij 10.000 en 70.000. Bij een fzet vn 70.000 (die wordt ntuurlijk gekozen) edrgt de omzet 525.000. De prijs is dn 525.000/70.000 = 7,50. J. Mximle omzet wordt ehld ij een fzet vn 50.000. De totle winst edrgt dn (TO - TK) 625.000-425.000 = 200.000. De gemiddelde winst = 200.000/50.000 = 4 euro. De verkoopprijs ij een fzet vn 50.000 edrgt 625.000/50.000 = 12,50. 30% hiervn is 3,75. Bij een fzet vn 50.000 is de omzet dus mximl en ligt de gemiddelde winst oven 30% vn de verkoopprijs. Als de prijs wordt verhoogd zl de fzet dlen. De figuur lt dn zien dt de oprengsten stijgen. Het gt dus hier om een prijsinelstishe vrg, omdt de prijsstijging proentueel hoger moet zijn dn de vrgdling (nders kn de omzet niet stijgen). d Het gt om een lineire lijn, dus twee punten op die lijn pkken. Bijvooreeld q = 10.000 prijs = 22,50 (225.000/10.000) en q = 70.000 prijs = 7,50 (525.000/70.000). P/ Q = -15/60.000 = - 0,00025 = rihtingsgetl. P = -0,00025Q + punt invullen levert: 22,50 = -0,00025 x 10.000 + 25. Dus: P = -0,00025Q + 25. en Qv = -4000P + 100.000. e TK = 5q + 175.000 MK = 5. TK/ Q = 5. f TO = p(q) x q = (-0,00025q + 25) x q = -0,00025q 2 + 25q. MO = -0,0005q + 25. MO = MK -0,0005q + 25 = 5 q = 40.000. g Bij q = 40.000 geldt: TO - TK = TW = 600.000-375.000 = 225.000. Opdrht 9 MK = 0,002Q + 12 (TK gedifferentieerd). De reidsprodutiviteit neemt dn f. De mrginle kosten stijgen immers ltijd. Het wordt steeds moeilijker (dus duurder) om een extr produt te mken door inzet vn extr werknemers. Het edrijf streeft nr mximle winst, dus geldt: MO = MK. MO = 25 (dit is de prijs op de mrkt Q = Qv; gezien het feit dt het hier om hoeveelheidsnpssers gt, geldt MO = GO = P). MK = 0,002Q + 12. MO = MK Q = 6500. TO = 25 x 6500 = 162.500. TK = 0,001 x 6500 2 + 12 x 6500 + 20.000 = 140.250. TW = TO - TK = 22.250. Dit is hoger dn het od, dus niet verkopen. 3

VWO-ktern Glolisering - hoofdstuk 1 De eonomishe kijk Opdrht 10 Q = 10.000p - 50.000 p = 1/10.000 Q + 5 p = 1/10.000 Q + 5 + 15 Q = 10.000 p - 200.000. Q = Qv p = 30. Let op: lleen de nodlijn verndert. De mrktprijs stijgt vn 25 nr 30, terwijl de heffing 15 edrgt. Het fwentelingsperentge edrgt dus: 5/15 x 100% = 33,33%. d TK wordt 0,001q 2 + 12q + 15q + 20.000 MK = 0,002q + 27. MO = 30. MO = MK q = 1500. GTK = TK/q = 62750/1500 = 41,83. e TW = TO - TK = (1500 x 30) - (0,001 x 1500 2 + 27 x 1500 + 20.000) = 45000-62750 = -17750. Opdrht 11 d Het minimumloon in Spnje edrgt 12.781 x 0,396 = 5.061,28. Het gemiddelde loon in Spnje edrgt dn dus 5.061,28/0,32 = 15.816,50. Indien de extr loonkosten ls gevolg vn de verhoging vn het minimumloon niet opwegen tegen de extr verdiensten vn de werknemer met een lge reidsprodutiviteit, zl hij of zij niet in dienst worden genomen of worden ontslgen. Nee. Er is een ntl lnden wr een hoge Kitz-index smengt met een lge werkloosheid onder reidskrhten met een lge reidsprodutiviteit. De puntenwolk geeft geen duidelijk eeld vn een stijgende lijn. Het lgemeen verindend verklren vn CAO s kn leiden tot reltief hoge lonen. Afsprken gn immers gelden voor de gehele edrijfstk. Indien het minimumloon gelijk lijft, zl dt dus leiden tot een lge index. 4

VWO-ktern Glolisering - hoofdstuk 1 De eonomishe kijk Opdrht 12 Opdrht 13 Het vertrouwen is lg en onsumenten stellen nkopen uit. Het onsumentenvertrouwen eïnvloedt de vrgknt vn de eonomie op korte termijn. Minder vrg nr huizen etekent meer werkloosheid in de ouw. Strutureel gezien zijn knt en klre woningen uit het uitenlnd goedkoper. Dit heeft met de nodknt te mken. De onurrentiepositie vn de Nederlndse ouwsetor is lijkr sleht. Dit zl op termijn tot meer werkloosheid gn leiden. De totle toegevoegde wrde vn het investeringsprogrmm edrgt 55% vn 800 miljoen = 440 miljoen euro (toegevoegde wrde = omzet - inkoopkosten). Dit levert dus 440 miljoen/62.500 = 7040 extr reidspltsen op. d Er worden 5000 huizen extr geouwd. Dit zorgt voor 15.000 verhuizingen. Als gevolg hiervn wordt er voor 15.000 x 4000 = 60 miljoen extr uitgegeven; 90% in Nederlnd (10% import). De impuls voor Nederlnd edrgt 0,9 x 60 miljoen = 54 miljoen. Dit levert 54 miljoen/50.000 = 1080 reidsjren werk op. 5

VWO-ktern Glolisering - hoofdstuk 1 De eonomishe kijk Opdrht 14 Vnwege de toegenomen onzekerheid zl een groter deel vn het extr inkomen geruikt worden om te spren (ppeltje voor de dorst), zodt de mrginle onsumptiequote kleiner wordt. Verder zullen de investeringen wrshijnlijk teruglopen omdt de winstvooruitzihten minder worden (vnwege de verslehterende eonomishe situtie). In vrint I is de mrginle onsumptiequote lger, wrdoor eenzelfde toevoeging n het inkomen zl leiden tot een kleinere toevoeging n de estedingen, zodt de hierop volgende toevoeging n het inkomen ook kleiner zl zijn. Y = 0,75 x 0,7Y + 400-0,41Y. 0,885Y = 400. Y = 452 (fgerond op miljrden euro s). d Nee (niet nvrdr). Y = 0,75 x 0,7Y + 20 + 33 + 170 + 200-0,41Y. Y - 0,115Y = 423. 0,885Y = 423. Y = 478 (fgerond), hetgeen etekent dt (O - B) = 170-0,3 x 478 = 26,6. e Het (grotere) tekort vn de overheid kn op termijn leiden tot elstingverhoging, hetgeen kn leiden tot ntsting vn de prtiuliere estedingen. Het (grotere) tekort vn de overheid kn leiden tot een grotere vrg op de kpitlmrkt, hetgeen de (lnge) rente kn opdrijven en drmee de prtiuliere investeringen kn verminderen. Opdrht 15 Netwinst gt niet leveren voor een edrg onder 30 per minuut. In dt gevl zouden ze niet eens de vriele kosten goedmken en zou elke verkohte minuut internet het verlies lleen mr groter mken. De mrginle kosten edrgen 30 (er zijn geen ndere vriele kosten en de onstnte kosten vllen weg ls je kijkt nr mrginle kosten). Bij mximle winst geldt: MO = MK en dt is ij Q1. d Indien klnten vn Netwinst veel meer gn internetten, kn de vergoeding die etld moet worden n Ringel groter zijn dn het vste edrg dt Netwinst innenkrijgt. 6

VWO-ktern Glolisering - hoofdstuk 2 Bedrijven en stten hoofdstuk 2 Bedrijven en stten Opdrht 1 Wll-Mrt Stores. Dit is een groot edrijf geriht op dienstverlening in de VS (supermrkten). Het is geen multintionl (ron 4) en de wrde vn de tiv is reltief lg. Er zou ook geordend kunnen worden op ijvooreeld de eurswrde of de fzet. De toegevoegde wrde (omzet - inkoopkosten) geeft een eter eeld vn de wrde vn de produtie dn de omzet. Bedrijven kopen nmelijk grondstoffen, hlffrikten en diensten in ij ndere edrijven. Deze wrde zit wel in de omzet en dt vertekent de wrde vn de produtie. d Generl Motors: $ 176.558.000.000/338.000 = $ 522.361,- omzet per werknemer. Exxon Moil: $ 163.881.000.000/106.000 = $ 1.546.047,- omzet per werknemer. Ford Motors: $ 162.558.000.000/365.000 = $ 445.364,- omzet per werknemer. Shell: $ 105.366.000.000/96.000 = $ 1.097.563,- omzet per werknemer. De omzet per werknemer is dus het grootst ij de oliemtshppijen. e De oliewinning is kpitlintensiever. Er wordt met minder mensen toh een hoge omzet ehld. De reidsprodutiviteit moet dus hoog zijn. Dit is een nwijzing voor een hoge kpitlintensiteit. f Wll-Mrt Stores. Dit is een dienstverlenend edrijf (supermrkten). Diensten zijn vk moeilijker te mehniseren/utomtiseren. g Een supermrkt kn ntuurlijk niet nr het uitenlnd. De klnten wonen in het eigen lnd en zullen niet nr een nder lnd gn om oodshppen te doen. Opdrht 2 Administrties kunnen worden smengevoegd; men kn vn elkrs filiteiten geruik mken, vliegtuigen kunnen effiiënter worden gevuld met klnten, gezmenlijke relmempgnes et. Door de kostenespringen zijn er minder pssgiers nodig om uit de kosten te komen.. llinties umultief % umultief % (kleine 16) kleine 16 + Skytem kleine 16 + Skytem + Wings kleine 16 + Skytem + Wings + Oneworld kleine 16 + Skytem + Wings + Oneworld + Str Alline mrktprtijen 80 80 + 5 = 85 85 + 5 = 90 90 + 5 = 95 95 + 5 = 100 mrktndeel 35 35 + 10 = 45 35 + 10 + 13 = 58 35 + 10 + 13 + 18 = 76 35 + 10 + 13 + 24 = 100 Zie verder de figuur ij opdrht e. d Grote llinties zullen wrshijnlijk shlvoordelen kunnen ehlen, d.w.z. een lgere kostprijs per vliegtuigstoel heen. Zij kunnen dus, zonder verlies te lijden, een lgere verkoopprijs vststellen. Kleinere llinties zullen ls er een prijzenoorlog gt ontstn eerder met verliezen te kmpen heen. Ze kunnen deze onurrentie dus niet volhouden. e Stel dt de onstnte kosten voor kleine llintie = 100, dn zijn de onstnte kosten voor de grote llintie 100 10 = 90. De GCK voor de grote llintie edrgen 90/120 x 100 = 75. Voor Esyjet geldt dn: 100/? x 100 = 75 133,3. Dus 134 stoelen. 7

VWO-ktern Glolisering - hoofdstuk 2 Bedrijven en stten f Ze zouden kunnen onurreren op servie (meer ruimte, eten et.). Opdrht 3 De zes grootste nieders heen in 2003 smen 61% vn de totle mrkt in hnden. Monopolistishe onurrentie. Het gt hier om de utodelers. Er zijn veel delers die een heterogeen produt verkopen (een Volvo-deler is iets nders dn een S-deler; ovendien is de ene S-deler nders dn de ndere). Er is een grote kns op een prijzenoorlog, omdt er mr een pr nieders zijn. En een prijzenoorlog is ndelig voor elke nieder. d Een prijsverlging zl ij een prijsinelstishe vrg slehts leiden tot een geringe vrgstijging (% prijsdling > % vrgstijging, wrdoor de omzet dlt). e Mrketingmix. Promotie: relmempgnes. Prijseleid: prijsverlgingen of juist -verhogingen (om het merk exlusiever te mken). Produt: innovties (veiligheid, snufjes). f Stel het totl ntl verkohte uto s in 2000 op 100. In 2003 worden er dn 95 uto s verkoht. In 2000 zijn er dn?/100 x 100% = 12%? = 12 PSA s verkoht In 2003 zijn er dn?/95 x 100% = 15%? = 14,25 PSA s verkoht. Dit is een toenme vn 14,25-12/12 x 100 = 18,75%. g GCK = 5 mld / 400.000 = 12.500. De oude GVK edroegen 7.500. In de oude situtie edroegen de loonkosten 0,15x 20.000 = 3.000 3.000 / 29 = 103,448 uur werk. Nieuwe kostprijs: 12.500 (GCK) 466 (loon 103,448 x 4,50) 4.050 (overige GVK 4500-450) 17.016 (nieuw kostprijs GTK) h - Toyot mkt zelf geen utoruiten meer, mr esteedt dt uit n een nder edrijf differentitie. - Toyot gt in rmere lnden in Zuidoost Azië voorl speil ontwikkelde, goedkope modellen verkopen integrtie. - Volvo gt lleen nog mr vrhtwgens produeren speilistie. - Generl Motors gt ook motoren voor tnks leveren n het Ameriknse leger prllellistie (rnhevervging). Opdrht 4 interntionlists Twee gevolgen voor deze ondernemingen zijn orret uitgewerkt. Te denken vlt n het voordeel vn een grotere/eter toegnkelijke fzetmrkt. 8

VWO-ktern Glolisering - hoofdstuk 2 Bedrijven en stten Te denken vlt n het voordeel vn meer/etere mogelijkheden om (extr) uitenlnds kpitl n te trekken. Te denken vlt n het ndeel vn meer/vernderende onurrentie op de exportmrkt door WTO-regelgeving (nti-dumping regels; verod op sttssteun e.d.). ntionlists Twee gevolgen voor deze ondernemingen zijn orret uitgewerkt. Te denken vlt n het voordeel dt de ntionlists nu gedwongen worden effiiënter en rendeler te gn werken om in de onurrentieslg te overleven. Te denken vlt n het ndeel vn toetreding vn uitenlndse onurrentie tot de innenlndse mrkt, wr de uitenlndse ondernemingen een sterke positie kunnen verwerven dnkzij de veel hogere reidsprodutiviteit, hetgeen kn leiden tot verlies vn omzet, verlies vn reidspltsen of het verdwijnen vn ondernemingen. lolists Twee gevolgen voor deze ondernemingen zijn orret uitgewerkt. Te denken vlt n het voordeel vn een lgemene stijging vn de levensstndrd in Chin, hetgeen de estedingen ij deze ondernemingen zl doen toenemen. Te denken vlt n het ndeel vn het verdwijnen vn een deel vn de fzet n de ntionlists, omdt deze mrktndeel verliezen n uitenlndse ondernemingen. keuzespet 1 Een gevolg voor de reidsmrkt is orret uitgewerkt. Te denken vlt n stijging vn de werkloosheid ls gevolg vn onurrentieverlies ij de reidsintensieve ntionlists. Te denken vlt n grotere vershillen tussen ruto eloningen ls gevolg vn de uiteenlopende mte wrin ondernemingen mee kunnen in de interntionle onurrentie. Te denken vlt n een (geleidelijke) verhoging vn het gemiddelde opleidingsniveu/ekwmheidsniveu vn Chinese werknemers ls gevolg vn de toenme vn uitenlndse investeringen in Chin. 2 Een gevolg voor de kpitlmrkt is orret uitgewerkt. Te denken vlt n een grotere toestroom vn Westers kpitl tot de Chinese eonomie in de vorm vn direte investeringen of vn leningen. 3 Een gevolg voor het trnsformtieproes is orret uitgewerkt. Te denken vlt n de versterkende werking die het lidmtshp vn de WTO zl heen op het funtioneren vn het mrktmehnisme in Chin. Te denken vlt n de onomkeerrheid vn dit trnsformtieproes ls gevolg vn de deelnme n een vrijhndelskkoord. Opdrht 5 d e Belstingklimt; infrstrutuur; kwliteit vn de eroepsevolking; ligging; loonkosten. Bedrijven kijken nr de loonkosten per eenheid produt (loonkosten per werknemer/reidsprodutiviteit). Dus ze kijken nr eiden. Onduidelijk. Een lge vennootshpselsting is voordelig voor edrijven, mr een hogere loonelsting kn tot looneisen leiden (prijsompenstie). Het netto effet vn de twee mtregelen is zonder verdere gegevens niet te eplen. Eonomish: de loonkosten zijn dr veel lger dn hier. Cultureel: veel mensen spreken dr Afrikns (lijkt veel op 17 e -eeuws Nederlnds). Geogrfish: Het ligt in dezelfde tijdzone ls Nederlnd. Werknemers in de industrie lopen het risio te worden weggemehniseerd (diepteinvesteringen). Opdrht 6 Winst Nederlndse moederedrijf 0,65 x 10 = 6,5 miljoen euro. Winst Ierse dohter 0,9 x 5 = 4,5 miljoen euro. Smen 11 miljoen euro. Winst Ierse moederedrijf 0,9 x 10 = 9 miljoen euro. Winst Nederlndse dohter 0,65 x 5 = 3,25 miljoen euro. Smen 12,25 miljoen euro. Winst Nederlndse moederedrijf 0,65 x (10-5) = 3,25 miljoen euro. 9

VWO-ktern Glolisering - hoofdstuk 2 Bedrijven en stten d e f Winst Ierse dohter 0,9 x (5 + 5) = 9 miljoen euro. Smen 12,25 miljoen euro. Ten opzihte vn de oorspronkelijke situtie neemt de winst nu dus met 1,25 miljoen euro toe. Hij moet dn 45% x 300.000 = 135.000 euro inkomstenelsting etlen. Over zijn looninkomen etlt hij 43% x 100.000 = 43.000 euro. Over de winst moet 35% x 200.000 = 70.000 euro vennootshpselsting worden etld. Smen dus 113.000 euro. Zijn mrginle trief voor de inkomstenelsting edrgt 52%. Elke euro minder loon levert hem een voordeel op vn 52% en kost hem 35% (een euro minder loon etekent immers een euro meer winst en die wordt tegen 35% elst). g Besprde vermogenselsting in Nederlnd 0,35 x 100.000 = 35.000. Belsting in Andorr 0% x 90.000 = 0. Besprd elsting 35.000. Totl voordeel 25.000 (10.000 kosten erf). Opdrht 7 Door de introdutie vn de etotx (verruikselsting op milieugrondslg) wordt het verruik vn energie zwrder elst met het doel mensen ewuster met energieverruik te lten omgn. De trieven vn de inkomstenelsting (shijventrief) zijn verlgd. Hierdoor konden de loonkosten in veel gevllen dlen, wrdoor de verkoopprijzen ook nr eneden konden (of minder stegen in verhouding tot het uitenlnd). Veel ftrekposten werden fgeshft en vervngen door heffingskortingen. Aftrekposten zijn reltief voordeliger voor hogere inkomens (ze heen een hoog mrginl trief) en heffingskortingen zijn reltief voordeliger voor de lgere inkomens (eenzelfde solute korting is voordeliger voor lgere inkomens). d Het BTW-perentge werd (in veel gevllen) verhoogd vn 17½% nr 19%. Dit is reltief elstender voor mensen met een lg inkomen. Bovendien zijn de trieven vn de inkomenssteunelsting verlgd op zo n mnier dt de progressie fnm. e J. Modl: 14.140 x 32,25% = 4795. 12.140 x 37,6% = 4565. 2991 x 42% = 1256. Totl = 10.616 heffingskorting = 1576 + 920 = 2496 te etlen elsting = 10.616-2496 = 8120 gemiddelde elstingtrief = 8120/30.000 x 100 = 27%. f P. de Rijk: elstr inkomen: 90.000-17.500 + 3200 = 75.700. 14.140 x 32,25% = 4795. 12.140 x 37,6% = 4565. 19.300 x 42% = 8106. 29.391 x 52% = 15.283. Totl = 32.749. Te etlen elsting = 32.749-2496 = 30.253 gemiddelde elstingtrief = 33,6%. g Bij de vlktks zijn l de gemiddelde elstingtrieven 35%. h Het drgkrhteginsel in de elstingheffing verliest terrein. Door de toegenomen individulisering in de smenleving is men steeds minder ereid om nr drgkrht ij te drgen n de pulieke setor. i Nee. Men wilde reid juist minder elsten in vernd met de toegenomen interntionle onurrentie ls gevolg vn de glolisering. Opdrht 8 d De te etlen premies zijn in een jr gelijk n de uit te keren edrgen. De groep 20-64 groeit minder snel dn de groep 65+. Hierdoor zullen minder tieven de premies moeten oprengen voor meer intieven. Bovendien stijgt de groep lleenstnden reltief meer dn de smenwonenden. De eerste groep krijgt reltief een hogere uitkering. (2.678.000 x 0,47 x 10.300) + (2.678.000 x 0,53 x 7.200) = 23.183.446.000 euro. De prijzen stijgen met 152-125/125 x 100 = 21,6%. Dus 23.183.446.000 x 1,216 = 28,2 (fgerond) miljrd. Nominle premie in 2010: 10.525 x 1,216 (= prijsstijging) = 12.798,40 euro. 10

VWO-ktern Glolisering - hoofdstuk 2 Bedrijven en stten Bedrg dt door tieven wordt opgerht = 9.997.000 x 12.798,40 = 127,95 miljrd euro. Het premieperentge edrgt dn dus 28,2/127,95 x 100 = 22%. Opdrht 9 d e Hoog- en lgonjuntuur. In hoogonjuntuur stijgt de prtiuliere onsumptie, de import en de reële produtie. In een lgonjuntuur dlen die grootheden juist. De reidsprodutiviteit is meer gestegen dn de produtie. Opdrht 10 Hndel met dit lnd zl soepeler en goedkoper kunnen verlopen. Dit iedt ntuurlijk etere exportmogelijkheden. Stiel tekort op de hndelslns, dt lleen mr toeneemt ls we de EMU niet meetellen, kn de wisselkoers onder druk zetten, omdt er dn meer nod vn vlut is. De totle liquiditeitenmss groeit meer dn het BBP. Er komt dus teveel geld in de eonomie, wt infltie tot gevolg kn heen. Het lnd ligt wt etreft infltie l oven de referentiewrde. 11

VWO-ktern Glolisering - hoofdstuk 2 Bedrijven en stten d e f Hoge infltie kn tot gevolg heen dt eleggers wegtrekken, wt de wisselkoers verder onder druk zet. Indien de infltie hoog is, zl de lnge rente ook hoog zijn. Infltie en kpitlmrktrente zijn n elkr gekoppeld. Infltie vermindert immers de reële wrde vn het sprgeld en dt zl geompenseerd moeten worden met een hogere rente. Omshkeling vn het udgetmehnisme nr een vrije mrkteonomie gt meestl geprd met grote sneringen. Onrendele edrijven moeten diht en er ontstt veel werkloosheid. Dit etekent minder inkomsten voor de overheid (en eventueel meer uitgven). Opdrht 11 d e f De produent weet zeker dt hij een eplde prijs krijgt voor zijn produt en zl dus meestl proeren zoveel mogelijk te produeren, ook ls er geen vrg is nr het produt op de mrkt. Een overshot zou dn etekenen dt de prijzen zouden dlen, wrdoor ook het nod zl gn dlen en de mrkt weer in evenwiht gerkt. De gemiddelde winst edrgt 1,50-1 = 0,50 euro per liter. Er wordt 160.000 liter geprodueerd en verkoht. De totle winst edrgt dus 160.000 x 0,50 = 80.000 euro. Melk werd minder ntrekkelijk en dus werden veel koeien ngeoden voor de slht. Veel nod vn vlees leidt tot lgere prijzen. De urger etlt vi elsting de opgekohte melk en in de winkel ook nog eens een te hoge prijs voor melk. Een stijging vn de (mrkt)melkprijs. Opdrht 12 d e f g h Glolisering rengt gevren, mr ook uitdgingen met zih mee. Zo zou het kunnen dt Europese edrijven de knsen op ndere mrkten enutten. Afzetgeieden worden gemkkelijker toegnkelijk. De toegenomen interntionle onurrentie zl edrijven dwingen tot reidsesprende vernieuwing. Hierdoor stijgt de reidsprodutiviteit. De zwkkeren in de smenleving krijgen het moeilijker. De overheid treedt terug en dus ook de soile zekerheid. Als je iets kunt, zit je goed en nders niet. Lggeshoolden moeten onurreren met lggeshoolde reid vn over de hele wereld. Regionle smenleving. De interntionle hndel en smenwerking wordt minder entrl gesteld. Men riht zih niet lleen op inkomensgroei, mr op welvrt in ruime zin. Trnstlntishe smenwerking. De AOW lijft gehndhfd en dit zorgt in een vergrijzende smenleving voor hoge lsten. Europ sluit zih f voor Azië. We zien duidelijk dt in Nederlnd ten opzihte vn de VS werknemers minder uren werken. De reidsprodutiviteit per uur is ehter iets hoger. Toh produeert een gemiddelde werknemer in Nederlnd veel minder (hij werkt minder uren). Wrshijnlijk zullen werknemers in Nederlnd onder druk komen te stn om lnger te gn werken en meer uren per week te gn werken. Meer werk etekent meer inkomen, mr ook minder vrije tijd. De welvrt in enge zin kn dus est stijgen, mr de welvrt in ruime zin? 12

VWO-ktern Glolisering - hoofdstuk 2 Bedrijven en stten Opdrht 13 Opdrht 14 De grntieprijs (interventieprijs) ligt oven de wereldmrktprijs. Indien die wordt fgeshft, zl de mrktprijs dus dlen. 40-17,50 = 22,50 ent per kilo grn. Het nodovershot edrgt 160-130 = 30 (mld. kilo). d De totle grnoprengst vn de oeren in de EU edrgt 40 ent x 160 (mld. kilo) = 64.000.000.000 euro. e Kosten EU: opkopen 30 mld. kilo x 40 ent = 12.000.000.000 euro. Oprengsten EU: dumpen 10 mld. kilo x 15 ent = 1.500.000.000 euro. Per sldo kost het de EU 10.500.000.000 euro. f De prijs wordt nu 35 ent en de oprengst 35 x 140 (mld. kilo) = 49.000.000.000 euro. g Afzet dlt met 160-140 = 20 mld kilo. Het oprengstverlies edrgt dn 20 mld x 35 ent = 7 mld euro. De kosten dlen met 5 mld euro. De inkomensompenstie moet dus 2 mld euro edrgen. Opdrht 15 1995 2000 eroepsevolking 0,63 x 10.470 = 6.596 0,67 x 10.727 = 7.187 (x 1.000 personen) tieven (6.063) 7.187-270 = 6.917 (x 1000 personen) intieven 533 + 0,114 x 6.596 = 1.285 270 + 0,111 x 7.187 = 1.068 (x 1.000 personen) Groter (dn 1995). Een stijging vn de verhouding personen/reidsjr kn etekenen dt meer personen één reidsjr invullen, hetgeen kn leiden tot een dling vn de werkloze eroepsevolking. Uit de tel lijkt dt de werkloze eroepsevolking is gedld met 263.000 personen, terwijl het ntl personen met een reidsongeshiktheidsuitkering is gestegen met 797.757 (0,111 x 13

VWO-ktern Glolisering - hoofdstuk 2 Bedrijven en stten 7.187.000) - 751.944 (0,114 x 6.596.000) = 45.813. d De prtiiptiegrd neemt toe, wrdoor er meer mensen elsting en premie gn etlen, terwijl de fnme vn de werkloze eroepsevolking leidt tot lgere olletieve uitgven. Opdrht 16 Het estn vn heffingskortingen ij het shijvenstelsel roomt een deel vn de reltief (fgezet tegen de vlktks ) hogere inkomsten uit de mrginle trieven f. Bovendien versmlt het estn vn ftrekposten de grondslg wrop deze hogere trieven worden geheven, hetgeen in reltief sterke mte de elstinginkomsten drukt, omdt deze ftrekposten voorl door de hogere inkomens opgevoerd worden. Shijvenstelsel. Met de progressieve trieven vn het shijvenstelsel kn ereikt worden dt de hogere inkomens reltief meer fdrgen dn de lgere, hetgeen de inkomensvershillen verkleint. deiel 4: elstr inkomen = 0,86 x 17.000 = 14.620. elsting = 0,325 x 14.620 = 4.751. 4.751/17.000 x 100% = 27,9%. deiel 10: elstr inkomen = 0,75 x 60.000 = 45.000. elsting 10.500 + 0,42 x (45.000-30.000) = 16.800. 16.800/60.000 x 100% = 280%. d Nivellerend. De vste heffingskorting vn 2.000 is voor de lgere inkomens een reltief groter elstingvoordeel dn voor de hogere inkomens, hetgeen de inkomensvershillen n elstingheffing verkleint. Opdrht 17 - BBP per hoofd groeit snel, ondnks het feit dt de evolkingsgroei nog wel flink hoger is dn in het westen. Toh zijn er nog grote hterstnden op veel geieden (nlfetisme; vrouwen, teleommunitie). Er is sprke vn een jonge evolkingsopouw. - Verder is er sprke vn een erg sheve inkomensverdeling. Het perentge vn de olletieve uitgven dt nr onderwijs gt zl hopelijk groeien. Er zl een vershuiving pltsvinden vn produtiewerk nr dienstverlening (voorl in filmindustrie en teleommunitie). Drnst estt er een grrishe setor die vele dorpen in Indi redelijk zelfvoorzienend mkt. - De ruilvoet vn Indi is spetulir vereterd; de interntionle hndel egint iets voor te stellen en ehlve textiel exporteert Indi steeds meer diensten. Het ndeel vn onewerkte produten in de export is l flink wt lger dn in Nederlnd. 14

VWO-ktern Glolisering - hoofdstuk 3 Vrijhndel vergroot de welvrt niet voor idereen hoofdstuk 3 Vrijhndel vergroot de welvrt niet voor iedereen Opdrht 1 Opkomende industrie mg in een nloopperiode eshermd worden tegen uitenlndse onurrentie. In de eginfse is het voor ijvooreeld een setor ls de uto-industrie vk onmogelijk te onurreren met l estnde onurrenten, gezien de enorme investeringen die gedn moeten worden en de verwerving vn de juiste kennis en produtieproessen. De esherming vn de industrie geeurt vi de prijs vn (de onurrerende) produten. Invoerontingent. Er mg dn simpelweg niet meer dn een eplde hoeveelheid goederen worden geïmporteerd. d Vrijhndel stimuleert interntionle reidsverdeling; dt wil zeggen dt elk lnd zih gt toeleggen (speiliseren) op dtgene wr het goed in is. Op die mnier worden lle produten op de meest effiiënte mnier gemkt. Een zo hoog mogelijke produtie tegen een zo lg mogelijke prijs is het gevolg. e Indirete elsting. De elsting wordt etld vi een tussenpersoon (de importeur). f Nederlnd is lid vn de Europese Unie. De EU kent een gemeenshppelijk uitentrief en dus zl zo n esluit op Europees niveu genomen moeten worden. g Q2 = -0,16 x (300 + 0,5 x 300) + 0,18 x 400 = 0. Er is dus geen import vn wsmhines. h E k = dq 2 /dp 1 x P 1 /Q 2 = 0,18 x 400/0 =? i Er moet gelden: Q2 = -0,16 x (300 + t300) + 0,18 x 440 = 0. Oplossen levert t = 0,65. Dus het invoertrief moet 65% worden. j Q2 = -0,16 x (300 + 0,1 x 300) + 0,18 x 440 = 26,4 duizend. Er worden dus 26.400 wsmhines uit de VS geïmporteerd. Elke wsmhine kost n de grens $ 300. De totle importwrde edrgt dn 26.400 x 300 = 7.920.000. 10% hiervn gt ls heffing nr de overheid; $ 792.000. k Ev = dq 2 /dp 2 x P 2 /Q 2 = -0,176 x 300/26,4 = -2. l Het gt om een elstish goed. Dit etekent dt de reltieve prijsverndering kleiner is dn de reltieve vrgverndering. Een prijsstijging zl dus tot een reltief grotere vrgdling leiden, wrdoor de wrde zl dlen. Opdrht 2 Stel dt 1 kilo pind s 1 geldeenheid oplevert. Dn kost 1 kilo ement in de uitgngssitutie 0,13333. Cement wordt dn duurder (of pind s goedkoper). Als 1 kilo pind s nog steeds 1 oplevert, dn kost 1 kilo ement 0,2. Ruilvoet = 100/150 x 100 = 66,7. Een dling vn 33,3%. De prijzen op de mrkt vn volkomen onurrentie worden epld door de mrkt. Individuele produenten kunnen hier geen invloed op uitoefenen. Vk stn deze prijzen onder druk. Geïmporteerde produten komen vk op mrkten wr de nieders meer mht heen om hun prijzen zelf te eplen. Vk zullen deze prijzen juist mkkelijker stijgen. Bij een prijs vn 20. De fzet ij mximle winst edrgt 10 (MO = MK). Bij deze fzet is de prijs (kijk nr de go-lijn) 20. d Q = 10 (zie ). GO = 20 (zie ). GTK = 10/2 + 80/10 = 13. Gemiddelde winst = 20-13 = 7. Totle winst = 7 x 10 = 70. e Evenwihtsprijs = 15. De MK-lijn geeft de nodlijn weer en de go-lijn is de vrglijn. Snijpunt levert een prijs op vn 15. f Q edrgt nu 15. TO = 15 x 15 = 225. TK = (15/2 + 80/15) x 15 = 192,5. TW = 225-192,5 = 32,5. De winst ws 70. Het vershil, de monopoliewinst, edrgt 37,5. g Ontwikkelingslnden etlen te veel voor hun import, omdt de nieders uit het westen sterker stn (minder onurrenten heen). Je zou kunnen zeggen dt ze misruik mken vn hun mht (je kunt het ook gewoon mrktwerking noemen). 15

VWO-ktern Glolisering - hoofdstuk 3 Vrijhndel vergroot de welvrt niet voor idereen Opdrht 3 Nee. Op de etlingslns stn de geldstromen in en uit het lnd over een eplde periode (ijvooreeld een jr). De totle shuld is (meestl) over meerdere jren opgeouwd. Het tekort op de lopende rekening neemt toe met 103,3-86,2 = 17,1 mld. terwijl de shuld stijgt met 547,1-464,8 = 82,3 mld. 17,1/82,3 x 100 = 20,78% vn de toenme vn de tekorten op de lopende rekening; is dus gedekt door een toenme vn de uitenlndse shuld. Over de uitenlndse shuld moet rente etld worden. Te etlen rente wordt op de inkomensrekening vn de lopende rekening geoekt en zl dus op den duur zorgen voor een verdere verslehtering vn de lopende rekening. d Zie tel. 2001 2002 2003 ruilvoet (103,5/97,2) x 100 = (95,8/97,4) x 100 = (95,9/112,6) x 100 = 106,5 98,4 85,2 % verndering +6,5% -1,6% -14,8% e Eonomishe groei in de Westerse lnden leidt tot inkomensstijging ldr. Het ndeel vn de Afriknse import in het totle importpkket zl fnemen. De produten die zij exporteren regeren zwk op een inkomensstijging ij ons (inkomensinelstish). f De uitvoerwrde is in 2003 met (95,9 x 105,9) / 100 = 101,6 dus met 1,6% gestegen (wrde = prijs x volume). De shuld in proenten vn de uitvoerwrde is in 2003 met (263 189) / 189 x 100 = 39,2% gestegen. Dit is meer dn de proentuele stijging vn de uitvoerwrde en dus moet de stijging vn de shuld dr de oorzk vn zijn geweest. g De renteetlingen over de uitenlndse shuld (die neemt toe) komen op de inkomensrekening vn de lopende rekening, zodt de totle lopende rekening negtiever is dn de hndelslns. Opdrht 4 De uffervoorrd ws sterk fgenomen. De BVB heeft moeten verkopen. De BVB iedt n ls de mrktprijs te hoog dreigt te worden. Door de verhoging vn de referentieprijs ws de vrije mrktprijs niet meer te hoog en hoefde de BVB niet meer te interveniëren (verkopen). De BVB moet ltijd zorgen dt ze een uffervoorrd heeft, nders kn ze niet interveniëren. De BVB ws verpliht om ls de prijs te lg werd ntuurruer op te kopen en ls de prijs te hoog dreigde te worden te verkopen. Ze koht dus ltijd 20% lger in dn de referentieprijs en verkoht 20% hoger dn de referentieprijs. Op deze mnier mkte de BVB winst. De ovenste interventiegrens is 200 + 20% vn 200 dollrent = 240 dollrent per kg. Uit de grfiek kn worden fgeleid dt ij 240 dollrent 75.000 ton ngeoden en 90.000 ton gevrgd wordt. Er is dus een nodtekort vn 15.000 ton of 15.000.000 kg en dit moet de BVB dus nieden (verkopen). Het edrg dt met de interventie is gemoeid, edrgt dus 15.000.000 x 240 dollrent = $ 36 mln. d Een meer prijselstish nod etekent dt een prijsstijging een sterkere stijging vn de ngeoden hoeveelheid tot gevolg zou heen. Als nu dus de prijs door een grotere vrg zou stijgen en hierdoor komt er nzienlijk meer nod, dn zou de prijsstijging worden fgeremd en is interventie minder snel nodig. e Op de lnge termijn zl een hogere prijs meer nod kunnen geven omdt het enige tijd duurt voordt de produtiepiteit kn worden uitgereid. Zo kost het in produtie rengen vn nieuwe rueromen veel tijd. f (Prijs 200; hoeveelheid 70) en (prijs 240; hoeveelheid 90). Opdrht 5 Ruilvoet 164/94,8 x 100 = 173 (Exportprijs 0,32 x 100/0,195 = 164 en importprijs 32,32 x 100/34,1 = 94,8.) Let op het omzetten vn dollrprijzen in euro s ij de import. De ruilvoet zl stijgen omdt de importprijzen voor olie zullen dlen (de dollr wordt immers goedkoper t.o.v. de euro). Berekening: in 2004 verndert het importprijspeil vn $ 32,32 nr $ 32,3 (olie wordt in dollrs duurder mr in euro s iets goedkoper). De noemer vn de ruilvoetvergelijking wordt dus kleiner wrdoor de uitkomst groter wordt. 16

VWO-ktern Glolisering - hoofdstuk 3 Vrijhndel vergroot de welvrt niet voor idereen Wnneer olie ontoegnkelijker (of duurder) wordt, worden lterntieven ntrekkelijker. Ardgs is zo n lterntieve energieron. d Een hoge prijs zou het utogeruik kunnen fremmen, hetgeen goed kn zijn voor het milieu of de vermindering vn de geluidsoverlst. e Benzine wordt duurder, wrdoor de koopkrht vn veel mensen zl dlen (welvrt in enge zin riht zih lleen op de koopkrht per hoofd vn de evolking). Opdrht 6 Op de Nederlndse Antillen. De reidsprodutiviteit op de Antillen groeit jrlijks met 1,5%. Met hetzelfde ntl mensen kn dn 1,5% meer geprodueerd worden. De stijging vn het ruto innenlnds produt is ehter 3%. Als de produtie eerst 100 ws, zl door de reidsprodutiviteitsstijging de produtie 101,5 worden, het wordt ehter 103. Er is zodoende (103-101,5)/101,5 x 100 = 1,48% meer werkgelegenheid gekomen. De reidsprodutiviteit op Aru groeit jrlijks met 2,5%. Met hetzelfde ntl mensen kn dn 2,5% meer geprodueerd worden. De stijging vn het ruto innenlnds produt is ehter 3,6%. Als de produtie eerst 100 ws, zl door de reidsprodutiviteitsstijging de produtie 102,5 worden, het wordt ehter 103,6. Er is zodoende (103,6-102,5)/102,5 x 100 = 1,07% meer werkgelegenheid gekomen. Op de Nederlndse Antillen is de jrlijkse proentuele groei vn de werkgelegenheid het grootst. Voor Aru. Op de Nederlndse Antillen is het ruto innenlnds produt gestegen met 3%. De netto investeringen in vste tiv (= uitreidingsinvesteringen) stijgen met 2,8%. De produtiepiteit is wrshijnlijk minder gegroeid dn de produtie en dit etekent een stijging vn de ezettingsgrd. Op Aru is het ruto innenlnds produt gestegen met 3,6%. De netto investeringen in vste tiv (= uitreidingsinvesteringen) stijgen met 5,7%. De produtiepiteit is wrshijnlijk meer gegroeid dn de produtie en dit etekent een dling vn de ezettingsgrd. De vrg nr toeristishe diensten is sterk fhnkelijk vn de eonomishe situtie in de VS en Europ. Een verslehtering vn de onjuntuur in deze lnden zl de toeristishe vrg sterk doen dlen. Omdt de Nederlndse Antillen een zeer eenzijdig produtiepkket heen, zl de totle produtie dus ook sterk dlen. d Als de dollr sterker shommelt ten opzihte vn de Europese vlut dn voorheen de Antillinse vlut shommelde ten opzihte vn de Europese vlut. e Een 5%-trief zou ondernemers kunnen ntrekken die edrijven opzetten in ndere setoren dn het toerisme. Opdrht 7 De goederenrekening (mr ook de dienstenrekening, inkomensrekening, lopende rekening) kn vereteren. Als een (westers) lnd geld shenkt in geonden vorm, dn verpliht men het ontvngende (ontwikkelings-)lnd dit geld te esteden in het lnd vn de donor (= shenker). Het ontwikkelingslnd zl zodoende gedwongen zijn om goederen (of diensten of kennis of een omintie hiervn) te kopen in het desetreffende (westerse) lnd. Door voedselhulp zl een extr nod op de mrkt komen. Dit nod zl grtis of tegen een zeer lge prijs fgezet worden. Hierdoor zl er nuwelijks vrg zijn nr de produten vn de lokle produenten. De lokle produenten kunnen hun produten niet of lleen tegen onrendele prijzen fzetten. Zij zullen zodoende geen geld heen om hun produtiemogelijkheden in stnd te houden (lt stn te vereteren of uit te reiden). Het nominle BNP indexijfer (ni) is 100 x 1,05 5 = 127,6 (er komt groei op groei op groei). Het prijsindexijfer (pi) is 116. Het reële BNP indexijfer (ri) is (127,6/116) x 100 = 110,0. Het evolkingsindexijfer is 100 x 1,01 5 = 105,1. Het reële BNP per hoofd vn de evolking is dn: (110,0/105,1) x 100 = 104,7. Het reële inkomen per hoofd in 2000 is dus met evolkingspolitiek: 1,047 x $ 300,- = $ 314,-. De extr groei is zodoende $ 314,- - $ 282,- = $ 32,-. d Als de evolkingsgroei ( met evolkingspolitiek ) lger uitvlt, zullen de mensen gemiddeld meer reëel inkomen heen. Hierdoor zouden de espringen hoger kunnen uitvllen, wrdoor er 17

VWO-ktern Glolisering - hoofdstuk 3 Vrijhndel vergroot de welvrt niet voor idereen middelen vrijkomen voor de investeringen. Ook: door een grote evolkingsgroei ( zonder evolkingspolitiek ) kunnen er soile spnningen optreden, wrdoor het investeringsklimt verslehtert en investeringen zullen uitlijven. Opdrht 8 Stel het indexijfer voor shuld op 100. Dn geldt voor 1996: (100/126) x 100 = 79,36 en voor 2004 (100/118) x 100 = 84,75. Dit zijn indexijfers voor de export. Toenme is dn: (84,75/79,36) x 100% = 106,7% + 6,7%. Indien er met de uitvoer genoeg vlut innenkomen om de rente en flossing te etlen is er niets n de hnd. Het zijn ook fzetgeieden. Met nme ls die lnden zih gn ontwikkelen en rijker worden, etekent dt dt wij onze export welliht kunnen opvoeren. Opdrht 9 1 Vooreeld vn een etoog dt het eens is met de stelling Ontwikkelingslnden zullen deviezen moeten verdienen. Hun etlingslns moet drom een mterieel overshot vertonen. Het is eter wnneer edrijven uit rme lnden zelf in stt zijn hun produten op de interntionle mrkt te verkopen dn fhnkelijk te lijven vn steun door IMF en/of Wereldnk. Om de ontwikkeling vn effiiënte edrijfstkken te evorderen en orruptie te voorkomen, is mrktwerking het este middel. Bedrijven worden door onurrentie effiiënt en hoeven niet meer eshermd te worden met invoerrehten. De wisselkoers moet vrij zijn, zodt er ook geen vergunningen meer nodig zijn om n hrde vlut te komen. Een vrije wisselkoers eperkt orruptie en kn het onurrerend vermogen vn edrijven in rme lnden versterken. 2 Vooreeld vn een etoog dt het oneens is met de stelling Bedrijven uit rme lnden die hun produten op de wereldmrkt willen verkopen, verkeren in een hterstndssitutie. Door onder meer de verslehtering vn de ruilvoet en de protetie door Westerse lnden vn hun eigen mrkten is de onurrentie niet eerlijk. Bovendien gt het edrijfstkken uit rme lnden vk om 'jonge industrie' die lleen kn worden opgeouwd wnneer de stt drij een tieve rol speelt. Om een mterieel overshot op de etlingslns te kweken is dn ook interne sttssteun zowel ls externe steun vn IMF en Wereldnk ijvooreeld in de vorm vn leningen in hrde vlut noodzkelijk voor een eplde periode. Nrmte de hterstnd wordt ingelopen kn de steun verminderen. Atieve rmoedeestrijding is voorl een zk vn verstndig mro-eonomish eleid. Opdrht 10 % lnden % lnden umultief % inkomen % inkomen umultief rmste 20 20 1,4 1,4 60 80 13,6 15 rijkste 20 100 85 100 Zet de luwe kolommen uit op een ssenstelsel. De Lorenzurve zl dihter ij de digonl komen te liggen. Door het fshffen vn lndouwsusidies zullen oeren uit ontwikkelingslnden meer kunnen verdienen en oeren uit Europ en de VS minder. De vershillen zullen dus fnemen. De rmste twee groepen estn smen uit 49% vn de evolking (1,4% + 47,6%). Het netto inkomen vn de rmste twee groepen edrgt 7.634.490.000,- (9.300 x 9.300 + 314.500 x 24.000). Het totle netto inkomen edrgt 28.827,64 x 660.300 = 19.034.890.692,-. De rmste twee groepen verdienen 40% (fgerond) vn het totle netto inkomen. 18

VWO-ktern Glolisering - hoofdstuk 3 Vrijhndel vergroot de welvrt niet voor idereen Opdrht 11 Opdrht 12 De produent zl 120.000 eenheden produeren (Pw > MK). Bij deze produtieomvng edrgt het gemiddelde verlies 50-35 = 15 en het totle verlies 15 x 120.000 = 1.800.000 dollr. De prijs ligt oven de GVK en dus wordt in ieder gevl nog een deel vn de onstnte kosten goedgemkt. Een verkoopprijs onder de GVK leidt tot onmiddellijke stopzetting vn de produtie, omdt elke extr geprodueerde eenheid ijdrgt n een groter verlies. De totle produtie edrgt 120.000 eenheden. De innenlndse vrg is 80.000 en het exportvolume dus 40.000. De exportwrde is dn 40.000 x 35 = 1.400.000 dollr. d De produtiekosten edrgen 50 x 120.000 = 6.000.000 dollr. De importwrde is 60% hiervn = 3.600.000 dollr. De ijdrge n het sldo vn de hndelslns is dus 1.400.000 (zie ) - 3.600.000 = -2.200.000 dollr. e Indien de produtie gestkt wordt, zl de importwrde 80.000 x 35 = 2.800.000 dollr edrgen en de exportwrde 0. Het sldo op de hndelslns wordt dn -2.800.000 en dit is een verslehtering ten opzihte vn het niet stken vn de produtie (zie d). f Prijs vn 115 (dr is vershil GO met GTK het grootst). g 115-35 (prijs op de wereldmrkt) = 80. h De winst die het edrijf mkt, kn dn geruikt worden om mtregelen te nemen om de interntionle onurrentie n te kunnen (ijvooreeld eplde investeringen). Opdrht 13 Een ruilvoetverslehtering. Ontwikkelingslnden exporteren vk grondstoffen en importeren industrieproduten. Een dling vn het reële prijsindexijfer etekent dt of de exportprijzen vn grondstoffen dlen of de importprijzen vn industrieproduten stijgen (of lleei). Ruilvoet = exportprijspeil/importprijspeil dit zl dus dlen. Bij een reessie dlt de vrg in de eonomie en dus ook de vrg nr grondstoffen. Minder vrg etekent een lgere prijs. 19

VWO-ktern Glolisering - hoofdstuk 3 Vrijhndel vergroot de welvrt niet voor idereen De eonomishe groei in het westen ging voorl zitten in de dienstensetor. De industrie groeide niet of slehts gering. Dit hd lles te mken met de opkomst vn lgelonenlnden die veel produtiewerk overnmen. d Indien de exportprijzen dlen, zullen deze lnden dus meer moeten exporteren om toh nog voldoende inkomsten te ehlen. Meer nod etekent dn ehter ook een verdere dling vn de prijs. e Er zl een verwerkende industrie moeten worden opgeouwd. Dit vergt nloopinvesteringen. Kpitlgoederen zullen voor het grootste deel moeten worden geïmporteerd. f Het nod zl dn 50 miljoen kg moeten edrgen. g De omzet ws 8 x 80 (mln.) = 640 (mln.). N de vrgdling zou de omzet 6 x 60 (mln.) = 360 (mln.) edrgen, een omzetdling vn 280 (mln.). Indien het krtel suesvol de prijsdling weet tegen te gn zl de nieuwe omzet 8 x 50 (mln.) = 400 (mln.) edrgen; een omzetdling vn 240 (mln.). De omzetdling wordt nu dus verminderd met 40 (mln.). h E = da/dp x P/A = 10 x (8/80) = 1. Q = 10P en P = 8 en Q = 80. Opdrht 14 De import kn nu minder mkkelijk etld worden uit de oprengsten vn de export. De exportprijzen vn de ontwikkelingslnden zijn immers gedld. De verwerkende industrie in het westen kn nu goedkoper produeren en dus de fzet vergroten. Extr produtie kn voor extr werkgelegenheid zorgen. De ontwikkelingslnden verdienen nu minder en kunnen dus op hun eurt minder importeren uit het westen. d Indien de flossingen groter zijn dn het tekort op de lopende rekening. e De renteetlingen over die shulden komen op de inkomensrekening (onderdeel vn de lopende rekening). f Wnneer ontwikkelingslnden hun shulden in eigen vlut kunnen terugetlen is er een grote prikkel om geld ij te drukken. Op die mnier verliest het geld (interntionl) snel zijn wrde. De dollr is een interntionl geepteerde vlut. g De hndelslns vertoont een negtief sldo en de overheidsshuld neemt ook toe (de kns is groot dt dit door uitenlnders is gefinnierd). h De totle shuld edrgt in 2000 147,2 mld. 10% is rente (14,72 mld.). In 2000 edrgt de rente/exportwrde x 100 = 76,2%. De exportwrde wordt dus: 14,72/0,762 = 19,32 mld. 20