Samenvatting 3. Inleiding 9. 1. Voorzieningen in de buurt 13 1.1 Voorzieningen 13 1.2 Het onderhoud 20



Vergelijkbare documenten
Leefbaarheid en veiligheid in Houten 2008

Veiligheidsmonitor Hengelo Wijkrapport Woolde Augustus 2010

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Resultaten gemeentebeleidsmonitor Veiligheid en leefbaarheid

Veiligheidsmonitor Hengelo Wijkrapport Buitengebied Augustus 2010

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Veiligheidsmonitor 2011 Gemeente Woerden

Monitor Veiligheid en Leefomgeving

Monitor Veiligheid en Leefomgeving Gemeente IJsselstein 2015

Empel. Wijk- en buurtmonitor 2016

Hoe beoordelen Almeerders de leefbaarheid en veiligheid in hun buurt?

Monitor Veiligheid en Leefomgeving

Leefbaarheid in Spijkenisse. Resultaten onderzoek over leefbaarheid en veiligheid onder inwoners van Spijkenisse

Toelichting bij "Tabellenboek", van Dimensus Monitor Veiligheid en Leefomgeving, 2014 IJsselstein 26 Juni 2014

Leefbaarheid en Veiligheid 2016

Empel. Wijk- en buurtmonitor 2018

Rosmalen noord. Wijk- en buurtmonitor 2016

Tabellen Veiligheidsmonitor 2008 Leiden

De wijken Slingerbos en Tweelingstad in cijfers. Achtergrondinformatie ten behoeve van raadsbezoek

Veiligheidsmonitor 2011 Gemeente Stichtse Vecht

Onderzoek Leefbaarheid en Veiligheid 2016

LEEFBAARHEIDSMONITOR EDE 2015 EN TRENDS WIJKEN/BUURTEN

Buurt-voor-Buurt Onderzoek Ittersum

Samenvatting WijkWijzer 2017

Tabellenboek. Leefbaarheidsmonitor Leiden 2000

Veiligheidsmonitor 2009 Gemeente Leiden

Sociale kracht in Houten Burgerpeiling 2014

Buurtprofiel: Heugemerveld hoofdstuk 11

Veiligheidsmonitor 2010 Gemeente Leiden

Fysieke leefomgeving I.B EELDKWALITEIT VAN DE STAD

Engelen. Wijk- en buurtmonitor 2016

trntrtrtr V td L O\'ERLASTMETINGEN IN DE GRAVII\TNESTEEG EN OMGEVING

Wijk- en buurtmonitor 2018 De Groote Wielen

Stadsmonitor. -thema Stad en Buurt- Modules. Datum: Stadsmonitor -thema Stad en Buurt- 1

Leefbaarheidsmonitor Houten 2012

Engelen. Wijk- en buurtmonitor 2018

Monitor Leefbaarheid en Veiligheid 2013 Samenvatting

Buurt-voor-Buurt Onderzoek Wipstrik

Buurtprofiel: Wyckerpoort hoofdstuk 10

Leefbaarheid in de buurt

Hoe veilig voelen Almeerders zich? Veiligheidsmonitor 2011

Wijk- en buurtmonitor 2018 Vinkel

Buurtprofiel: Pottenberg hoofdstuk 9

Stadswerven Zuid 2014 Een jaar na opening van het Energiehuis

Fact sheet. Veiligheidsmonitor Amsterdam-Amstelland Politie Eenheid Amsterdam. Veiligheidsbeleving buurt. nummer 4 februari 2013

Rosmalen noord. Wijk- en buurtmonitor 2018

Buurtprofiel: Limmel hoofdstuk 7

Enquête leefbaarheid in uw buurt

Notitie Veiligheidsmonitor Amsterdam-Amstelland

Inwoners laten van zich horen! Resultaten Bewonersenquête 2015

Leefbaarheidsmonitor 2011

GBM Etten-Leur Veiligheid en Leefomgeving 2013

Stadsmonitor. -thema Openbare Ruimte-

Wijk- en buurtmonitor 2016 De Groote Wielen

Rosmalen zuid. Wijk- en buurtmonitor 2016

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

Leefbaarheidsmonitor Hoogvliet 2009

Leefbaarheid en veiligheid

Gemeente Stichtse Vecht

Rosmalen zuid. Wijk- en buurtmonitor 2018

Buurtprofiel: Nazareth hoofdstuk 5

Wijk- en buurtmonitor 2018 Muntel/Vliert

WijkWijzer De tien Utrechtse wijken in cijfers.

LEEFBAARHEID EN VEILIGHEID IN DE BUURT 2017

TABELLENBOEK BIJ DE LEEFBAARHEIDSMONITOR LEIDEN 2002 Een onderzoek naar de leefbaarheid en veiligheid in het kader van het Grotestedenbeleid

Enquête leefbaarheid in uw buurt

Resultaten Leefbaarheid- en Veiligheidsenquête meting maart, april, mei en juni

De gegevens die worden gebruikt door de benchmark worden door de gemeente zelf aangeleverd. De burgerpeiling levert een deel van deze gegevens aan.

7. Vragenlijst Leefbaarheidsmonitor Leiden 2004

Wijk- en buurtmonitor 2018 Nuland

Buurtprofiel: Wittevrouwenveld hoofdstuk 3

GEMEENTE OSS Resultaten op hoofdlijnen

De mening van de inwoners gepeild. Leefbaarheid 2015

Leefbaarheid en veiligheid

Enquête leefbaarheid in uw buurt

Onderzoek Leefbaarheid en Veiligheid gemeente Oisterwijk 2010

Uitgevoerd door Dimensus GBM Montfoort 2017

Binnenstad. Wijk- en buurtmonitor 2016

Jaarrapport Integratie Bijlagen hoofdstuk 8 1

Leefbaarheid en Veiligheid Afdeling Beleidsonderzoek en Geo Informatie November 2007

Resultaten Leefbaarheid- en Veiligheidsenquête maart 2006 t/m januari

WijkWijzer De tien Utrechtse wijken in cijfers

Integrale veiligheid. resultaten burgerpanelonderzoek maart 2007

Achterhoeks Woonwensen en Leefbaarheidsonderzoek (AWLO) Bijlage 6.1 Leefbaarheid Achterhoek

7,5 50,4 7,2. Gemeente Enkhuizen, Leefbaarheid. Overlast in de buurt Enkhuizen. Veiligheidsbeleving Enkhuizen

Leefbaarheidsonderzoek Visbuurt 2010 Concernstaf / Onderzoek & Statistiek Mei 2010

5. CONCLUSIES. 5.1 Overlast

3.5 Voorzieningen in de buurt

Gemeente Harderwijk. Monitor Leefbaarheid en veiligheid, participatie en sport

Kijk op de Wijk 2005

Zelfredzaamheid Eenzaamheid Financiële zelfredzaamheid Participatie - Leefbaarheid - Veiligheid

Leefbaarheidsmonitor 2009 Gemeente Velsen

Buurt voor Buurt 2012

B A S I S V O O R B E L E I D

Leefbaarheidsenquête ALGEMENE VRAGEN. Dorpnr.: 1

GBM Moerdijk Veiligheid en Leefomgeving 2013

Enquête leefbaarheid in uw buurt

Transcriptie:

INHOUD Samenvatting 3 Inleiding 9 1. Voorzieningen in de buurt 13 1.1 Voorzieningen 13 1.2 Het onderhoud 20 2. Leefbaarheid in de buurt 23 2.1 Waardering van de woonomgeving 23 2.2 Gehechtheid en medeverantwoordelijkheid 28 2.3 Ontwikkeling van de buurt 31 3. Buurtproblemen 35 3.1 Veel voorkomende problemen 35 3.2 Indicatoren 39 3.3 Aandacht van gemeente en politie voor problemen 42 3.4 Belangrijkste buurtproblemen 44 4. Veiligheid in de buurt 47 4.1 Onveiligheidsgevoelens 47 4.2 Criminaliteit en slachtofferschap 52 5. Overige vragen 57 5.1 Woonwensen 57 5.2 Rinkeldekinkellijn 61 5.3 Vrije tijd, mantelzorg en internet 62 6. De vier gemeenten vergeleken 67 6.1 Voorzieningen en onderhoud 68 6.2 Leefbaarheid 70 6.3 Buurtproblemen 77 6.4 Veiligheid 86 BIJLAGEN 91 I II III IV Responsoverzicht en weging Wijkindeling De vragenlijst Tabellenboek 1

2

Samenvatting In het najaar van 2006 heeft de vierde meting plaatsgevonden van het tweejaarlijks onderzoek naar leefbaarheid en veiligheid in Houten. Het onderzoek heeft tot doel om de actuele situatie en problemen op het gebied van leefbaarheid en veiligheid op gemeente- en wijkniveau in kaart te brengen. Het onderzoek is evenals bij de vorige metingen opgezet conform de leefbaarheids- en veiligheidsmonitor van het Grote Steden Beleid (GSB). Voor het onderzoek zijn 2.250 schriftelijke enquêtes uitgezet. De respons bedraagt 52%. In het onderzoek komen verschillende aspecten van leefbaarheid en veiligheid aan bod. De voorzieningen in de buurt Als de bewoners wordt gevraagd aan te geven hoe tevreden zij zijn over een groot aantal voorzieningen in de buurt blijkt dat men hierover redelijk tevreden is. Als alle voorzieningen worden samengenomen, is gemiddeld bijna tweederde (63%) van de bewoners (zeer) tevreden over dit voorzieningenpakket. In Noord-West en Noord- Oost is men het meest tevreden (67%) over het voorzieningenpakket, in de Zuid- West (52%) en Zuid-Oost (55%) het minst. De mate van tevredenheid is in de wijken ten opzichte van 2004 licht gestegen, alleen in Noord-Oost is de tevredenheid sterker toegenomen. Met name het basisonderwijs, de vuilophaal, de hoeveelheid groen en de straatverlichting stemmen tot grote tevredenheid. Van de bewoners is 80 tot 90% over deze voorzieningen (zeer) tevreden. Ruim de helft (54%) tot bijna tweederde (63%) van de bewoners is (zeer) tevreden over de winkels voor dagelijkse boodschappen, speelmogelijkheden voor kinderen, het verenigingsleven en parkeerruimte. Veruit het minst tevreden zijn de bewoners, evenals bij de vorige metingen, over de hoeveelheid prullenbakken en buurt- en clubhuizen in de buurt en over horecavoorzieningen. Toch is de tevredenheid over de buurt- en clubhuizen gestegen van 28% in 2004 naar 40% (2006). De voorzieningen in de gemeente Naast de mate van tevredenheid over de voorzieningen in de buurt is gevraagd naar de tevredenheid over voorzieningen in heel Houten. Als alle voorzieningen worden samengenomen, is gemiddeld ruim de helft (56%) van de bewoners (zeer) tevreden over dit voorzieningenpakket. Over de fietsroutes in Houten, de sportvoorzieningen, bibliotheekvoorzieningen en fietsroutes naar plaatsen buiten Houten zijn de bewoners (zeer) tevreden (82% tot 92%). De helft tot bijna tweederde (65%) van de bewoners is (zeer) tevreden over de weekmarkt op Het Rond, de zorgvoorzieningen, recreatievoorzieningen, de parkeergelegenheid in het Centrum en de voorzieningen voor ouderen. Veruit het minst tevreden zijn de bewoners over het busvervoer in Houten en naar plaatsen buiten Houten (23%) en over de voorzieningen voor jongeren (24%). Onderhoud openbare ruimte De tevredenheid over het onderhoud en schoonhouden van de openbare ruimte is vergelijkbaar met 2004. Gemiddeld is 59% van de inwoners van Houten hier (zeer) tevreden over. De verschillen tussen de wijken zijn beperkt. 3

Het minst tevreden is men over het onderhoud van stoepen (49% is (zeer) tevreden) en over het onderhoud van grachten en sloten (52%). De woonomgeving De meeste bewoners van Houten zijn in het algemeen tevreden over hun directe woonomgeving. Zo vindt 97% van de bewoners de buurt (zeer) prettig om in te wonen. De bewoners geven hun buurt gemiddeld een ruime voldoende (7,7). De waardering van de buurt ligt hiermee op hetzelfde niveau als in 2004 en in 2002 (beiden 7,6). De verschillen tussen de meeste wijken zijn klein, alleen de bewoners van de Kleine kernen en het Buitengebied zijn meer dan gemiddeld positief (8,1). Het gemiddelde rapportcijfer voor de buurt (7,7) ligt hoger dan het gemiddelde cijfer voor Houten als gemeente (7,2). Sociale kwaliteit De leefbaarheid van de buurt is onder andere gerelateerd aan de sociale kwaliteit, de gehechtheid en betrokkenheid van de bewoners aan de buurt, de waardering van de woning en de mate waarin de bewoners overlast ondervinden. Voor deze aspecten zijn indicatoren berekend, die lezen als een rapportcijfer. In het algemeen geldt daarbij: hoe hoger de waarde, hoe gunstiger de situatie. De inwoners van Houten waarderen hun woning gemiddeld goed (8,0). De sociale kwaliteit heeft een gemiddelde indicatorwaarde van 6,3 en is vergelijkbaar met 2004 (6,2) en 2002 (6,3). Evenals bij de vorige metingen springen de Kleine kernen en het Buitengebied (7,4) er in positieve zin uit wat betreft de sociale kwaliteit. Hiermee samenhangend is ook de gehechtheid van bewoners aan de buurt het hoogst in de Kleine kernen en het Buitengebied (82% is (zeer) gehecht) en het laagst in Zuid-West (45%) en Zuid-Oost (48%). Van alle bewoners in Houten zegt 60% zich (zeer) gehecht te voelen aan de buurt en dat is evenveel als in 2004. De betrokkenheid bij de buurt is veel groter dan de gehechtheid. Als wordt gevraagd of men zich medeverantwoordelijk voelt voor de leefbaarheid en veiligheid in de buurt antwoordt bijna 90% positief. Veel bewoners zijn bereid zich actief op te stellen en zodoende een bijdrage te leveren aan de leefbaarheid in de buurt. Dat geldt voor alle wijken. Men denkt dan vooral aan het mee schoonhouden en onderhouden van de buurt of aan deelname aan bewonersoverleg. Ontwikkeling van de buurt Ondanks het positieve oordeel over de woonomgeving vindt 12% van alle bewoners dat de buurt het afgelopen jaar achteruit is gegaan. Dat is vergelijkbaar met 2004 (14%). Ongeveer 9% van de bewoners vindt juist dat de buurt in positieve zin is veranderd en dat is iets meer dan in 2004 (6%). De bewoners van Zuid-West zijn het meest tevreden over de ontwikkeling van hun buurt: 20% vindt dat de buurt vooruit is gegaan. Met name de bewoners van Noord-West zijn veel positiever over de ontwikkeling van hun buurt dan in de voorgaande jaren (in 2006 zag 10% een vooruitgang ten opzichte van 2% in 2004). Bewoners uit Noord-Oost zijn het meest negatief over de afgelopen jaren: 19% vindt dat de buurt achteruit is gegaan. Van de bewoners verwacht 10% dat de buurt de komende jaren vooruit zal gaan, wat vergelijkbaar is met 2004. Het aandeel dat verwacht dat de buurt de komende jaren achteruit (12%) zal gaan is wat groter dan het aandeel dat een vooruitgang voorziet, maar veel lager dan in 2004 (18% verwachtte een achteruitgang). Positiever dan gemiddeld zijn de inwoners van Zuid-West (28% verwacht een vooruitgang). De 4

bewoners van Noord-Oost (19% verwacht een achteruitgang) zijn pessimistischer dan gemiddeld over de nabije toekomst. Men relateert de verwachte achteruitgang evenals de vorige jaren vooral aan de nieuwbouw, de overlast van groepen jongeren, de veranderende samenstelling van de bevolking en de verkeersoverlast. Meest voorkomende problemen Als de bewoners een lijst met voorvallen wordt voorgelegd met de vraag hoe vaak deze in hun ogen voorkomen in de buurt, komen de volgende problemen het meeste voor volgens de bewoners: te hard rijden (33% vindt dat dit vaak voorkomt, 41% soms), overlast van scooters en bromfietsen (23% en 39%) en hondenpoep (21% en 40%). Ook bij de vorige metingen stonden deze voorvallen bovenaan. De intensiteit, waarmee de verschillende voorvallen voorkomen, verschilt per wijk niet veel. In de Kleine kernen en het Buitengebied en Zuid-West komt te hard rijden vaker voor dan gemiddeld. Ook vernielingen komen vaker voor in de Kleine kernen en het Buitengebied. Door de mate waarin verschillende voorvallen volgens de bewoners voorkomen te combineren, kunnen indicatoren worden berekend voor overlast, verloedering, verkeersoverlast, vermogensdelicten en dreiging. Deze indicatoren hebben vooral een relatieve waarde. Daarbij geldt dat hoe hoger de waarde is, hoe gunstiger de situatie (dus hoe lager de overlast). Overall gezien komen de Kleine kernen en het Buitengebied en Zuid-West als gunstigste wijken uit de bus, terwijl Noord-Oost duidelijk wat minder gunstig dan gemiddeld scoort. De situatie in Nood-Oost vertoont echter een lichte vooruitgang in vergelijking met 2004. De situatie in de andere wijken is vergelijkbaar met 2004. Overlast De mate waarin de bewoners van Houten overlast (door jongeren, omwonenden, horeca, stank en geluid) ervaren is beperkt. De indicatorwaarde voor de mate van overlast ligt op 8,3. De overlast is het kleinst in Zuid-West (8,7) en het grootst in Noord-Oost (8,1). Noord-Oost laat daarbij wel een lichte verbetering zien. Het Centrum van Houten scoort als buurt met 6,1 de laagste waarde op de mate van overlast. Verloedering De indicatorwaarde voor verloedering (zwerfvuil, hondenpoep, bekladding en vernieling) laat de afgelopen jaren in de gemeente een stelselmatige verbetering zien. De waarde stijgt van 6,4 in 2002 naar 7,0 in 2006. Met name in Noord-Oost en Noord-West is sprake van een verbetering. Verkeersoverlast De indicator voor verkeersoverlast (te hard rijden, agressief verkeersgedrag, geluid en stankoverlast, aanrijdingen) is vergelijkbaar met 2004. In de Kleine Kernen en het Buitengebied (6,8) is de verkeersoverlast het grootst. In Noord-Oost is de situatie ten opzichte van 2004 verbeterd. 5

Vermogensdelicten Ook voor vermogensdelicten (inbraak, diefstal en beschadigingen aan auto s) is een indicator opgesteld. Hiervoor krijgt Houten als geheel een 8,0, een verbetering ten opzichte van de vorige metingen. In de Kleine kernen en het Buitengebied is het aantal vermogensdelicten het laagst, in Noord-West het hoogst. In vergelijking met 2004 is de situatie als het gaat om vermogensdelicten in alle wijken, maar met name in Noord-Oost, iets verbeterd. Dreiging De mate van dreiging in Houten is zeer beperkt. De gemiddelde indicatorwaarde ligt op 9,3. De verschillen tussen de wijken zijn klein. Noord-Oost (8,9) wijkt het meeste af van het gemiddelde. Dit kan vooral worden verklaard door de iets hogere mate van dreiging in het Centrum van Houten (6,9). Aandacht van gemeente en politie voor problemen Van de bewoners vindt 58% dat de gemeente veel of voldoende aandacht heeft voor de problemen in de buurt. Dat is duidelijk meer dan in 2004 (45%). In Noord-West (64%) is men het meest tevreden over de aandacht van de gemeente. In alle wijken is het vertrouwen in de gemeente toegenomen, maar vooral in Noord-West en de Kleine kernen en het Buitengebied. Als gevraagd wordt voor welke problemen de gemeente te weinig aandacht heeft, wordt een veelheid aan problemen genoemd. Het meest genoemd zijn de overlast van jongeren, de overlast van parkeren en verkeersproblemen. De politie geniet in Houten evenveel vertrouwen van de bewoners: 58% vindt dat de politie veel of voldoende aandacht heeft voor de problemen en ook dit is wat hoger dan in 2004 (53%). De bewoners van Zuid-Oost en Zuid-West zijn over de aandacht van de politie het meest positief, in Noord-Oost (49%) is men het minst positief. Ook op dit punt is in bijna alle wijken sprake van een verbetering, met name in Zuid-Oost is men positiever over de aandacht van de politie. Problemen die prioriteit verdienen in de aanpak Als wordt gevraagd wat men het belangrijkste probleem in de buurt vindt, dat met voorrang zou moeten worden aangepakt, staat het parkeerprobleem bovenaan de lijst: 10% van de bewoners vindt dat dit als eerste moet worden aangepakt, gevolgd door de overlast van groepen jongeren (8%) en te hard rijden (7%). In 2004 vormde te hard rijden (9%) nog het probleem dat volgens de meeste bewoners met prioriteit moest worden aangepakt. Andere problemen die prioriteit verdienen zijn honden- of kattenoverlast, onderhoud van groenvoorzieningen en de overlast van brommers of scooters. 6

Gevoel van (on)veiligheid De meeste inwoners voelen zich in de buurt veilig. Slechts 13% van de bewoners voelt zich in de buurt wel eens (vaak of soms) onveilig. In de Kleine kernen en het Buitengebied (17%) en Noord-Oost (16%) is dit aandeel wat hoger dan gemiddeld. In Houten Zuid is het gevoel van onveiligheid in de buurt het kleinst (9%). Het gevoel van onveiligheid is groter als wordt gevraagd of men zich wel eens (vaak of soms) onveilig voelt in Houten: ruim een kwart (26%) van alle inwoners voelt zich wel eens onveilig in de gemeente, vergelijkbaar met de vorige metingen. Met name de inwoners van de Kleine kernen en het Buitengebied (34%) en Noord-Oost (30%) voelen zich vaker dan gemiddeld vaak of soms onveilig in de gemeente. Aan de bewoners is gevraagd of ze zich op bepaalde plaatsen in Houten onveilig voelen. Als meest onveilige locatie wordt Het Rond genoemd: 21% van de Houtenaren voelt zich er wel eens onveilig. Ook het Station (9%) en parken in Houten (7%) zijn locaties waar relatief veel bewoners zich wel eens onveilig voelen. Slachtofferschap Fietsendiefstal komt als misdrijf het meeste voor. Ongeveer een vijfde (22%) van de huishoudens heeft hiermee te maken gehad. Meestal gebeurt dit in Houten, buiten de eigen buurt. Evenals bij de vorige metingen komt diefstal of vernieling aan de buitenkant van de auto ook relatief vaak voor, gevolgd door overige beschadiging of vernielingen, bijvoorbeeld aan huis of aan de tuin, overige diefstal en diefstal uit de auto. Bij 7% van de huishoudens is in de woning ingebroken (3%) of een poging hiertoe gedaan (4%). Ook deze percentages liggen net als veel andere slachtofferpercentages wat lager dan in 2004. Er lijkt ook op dit punt sprake van enige verbetering. Van andere vormen van diefstal, bedreiging of mishandeling is maar een heel klein deel het afgelopen jaar slachtoffer geweest. Woonwensen Bijna een kwart van de bewoners van Houten verwacht binnen 5 jaar te verhuizen. De verhuisgeneigdheid is het grootst onder bewoners van Noord-Oost (29%). Bijna een derde van alle Houtense verhuisgeneigden wil naar een eengezinswoning verhuizen en een vijfde naar een meergezinswoning. Bijna tweederde (63%) van de bewoners, die verwacht in de komende 5 jaar te gaan verhuizen, wil deze woning kopen. Van de bewoners die op zoek zijn naar een koopwoning is 32% op zoek naar een woning die duurder is dan 350.000,-. Bijna tweederde (61%) van de bewoners, die op zoek zijn naar een huurwoning, zoekt een woning met een huur die lager is dan 400,- per maand. Ruim de helft van de Houtenaren wil bij verhuizing in Houten blijven wonen. Een derde wil binnen de regio Utrecht verhuizen en 16% buiten de regio. Voor de mensen die in Houten willen blijven wonen zijn het Houten Noord-West, het Oude Dorp en Houten Zuid-West de meest geliefde wijken. Daarentegen zijn de Kleine kernen en het Buitengebied en Houten Centrum locaties waar de minste bewoners naar toe willen verhuizen. 7

Rinkeldekinkellijn Sinds eind 2005 kunnen bewoners uit het Oude Dorp, De Lobben en Den Oord na een eenmalige aanmelding bij overlast de Rinkeldekinkellijn bellen. Van de bewoners uit deze buurten kent 39% dit meldpunt. Van de bewoners die de Rinkeldekinkellijn kennen, heeft 31% zich aangemeld als deelnemer. Dit is beduidend hoger onder bewoners uit Den Oord (56%) dan onder de bewoners uit het Oude Dorp (27%) en De Lobben (22%). Vrije tijd, mantelzorg en internet Aan de bewoners van Houten is gevraagd of zij in hun vrije tijd aan sport doen. Van alle Houtenaren doet 29% niets aan sport. Deze groep is onder bewoners van Zuid- West het kleinst (20%). Bijna een derde van de bewoners sport ongeorganiseerd, ongeveer een kwart als lid van een sportvereniging, 23% in een sportschool of fitnesscentrum en 4% via een sociaal cultureel centrum of via welzijnswerk. Ruim een kwart van de bewoners van Houten doet op dit moment vrijwilligerswerk. Het grootste deel van hen verwacht dit ook komend jaar te doen. De bewoners van de Kleine kernen en het Buitengebied zijn het meest actief als vrijwilliger (44%) en de bewoners uit Zuid-Oost het minst (20%). Ook is aan de bewoners gevraagd of zij mantelzorg verlenen. Een kwart van de Houtenaren verleent deze zorg: 11% doet dit minder dan 1 uur per week, 9% 1 tot 3 uur per week en 5% meer dan 3 uur per week. Net als voor het vrijwilligerswerk geldt dat de bewoners uit de Kleine kernen en het Buitengebied (36%) relatief het meeste hulp aan familie, vrienden of bekenden geven. In Houten heeft 90% van de bewoners thuis een internetaansluiting. Vooral veel bewoners van Zuid-West (95%) en Zuid-Oost (94%) hebben thuis toegang tot internet. De bewoners uit de Kleine kernen en het Buitengebied hebben met 80% daarentegen de minste aansluitingen. Vergelijking vier gemeenten Het leefbaarheids- en veiligheidsonderzoek heeft niet alleen in Houten plaats gevonden, maar ook in Nieuwegein, Lopik en Vianen. Ten opzichte van de andere gemeenten scoort Houten goed op de mate van tevredenheid over voorzieningen en het onderhoud in de buurt. Ook krijgt Houten als gemeente gemiddeld een hoog rapportcijfer, net als de buurt waarin de bewoners wonen. Houten scoort ook gunstig op de verschillende indicatorwaarden en scoort overall van alle vier de gemeenten het beste. Gemiddeld scoren de wijken van Houten dan ook het beste op het gebied van leefbaarheid. 8

Inleiding In het najaar van 2006 heeft de vierde meting plaatsgevonden van het onderzoek naar leefbaarheid en veiligheid in Houten. Primair doel van het onderzoek is het in kaart brengen van actuele problemen op het gebied van leefbaarheid en veiligheid op gemeente- en wijk- en buurtniveau. Het onderzoek is opgezet conform de leefbaarheids- en veiligheidsmonitor van het Grote Steden Beleid (GSB). Het onderzoek is ook uitgevoerd in 1998, 2002 en 2004. De resultaten van 1998 worden in deze rapportage niet meegenomen, omdat ze niet goed vergelijkbaar zijn met de andere metingen. Door de resultaten van de laatste enquête te vergelijken met 2002 en 2004 kunnen trends en ontwikkelingen zichtbaar worden gemaakt, met als doel om zonodig het beleid en de plannen bij te stellen. Het onderzoek is gelijktijdig uitgevoerd in Nieuwegein, Vianen en Lopik. Onderzoeksopzet In november 2006 zijn in Houten 2.250 schriftelijke enquêtes uitgezet, verdeeld over de wijken en kernen. Na een week is een herinneringsbrief gestuurd. Om de respons te stimuleren is de mogelijkheid geboden om mee te dingen in een verloting van 20 Iris-bonnen. Van 1.176 bewoners is de enquête ingevuld terug ontvangen. Daarvan zijn er 157 via internet ingevuld en 1.019 schriftelijk. De respons bedraagt 52% (bijlage I). Dit is lager dan in eerdere jaren: in 2004 was dit 60% en in 2002 58%. De enquête is omwille van de vergelijkbaarheid zoveel mogelijk gelijk gehouden met de vorige vragenlijsten. Dat geldt met name voor de uit de GSB-enquête afkomstige beoordelingsvragen over aspecten van leefbaarheid en veiligheid. Net als bij de vorige enquête zijn daarnaast enkele vragen toegevoegd en andere vragen weggelaten. Om betrouwbare uitspraken te kunnen doen over alle inwoners van de gemeente zijn de onderzoeksgegevens gecorrigeerd naar wijk, leeftijdsverdeling en geslacht. Dat betekent dat de verdeling in de respons naar deze variabelen door middel van een correctiefactor wordt rechtgetrokken naar de verdeling in de totale bevolking (bijlage I). Bij de weging is uitgegaan van de indeling van de gemeente in vijf deelgebieden (Noord-West, Noord-Oost, Zuid-West, Zuid-Oost en Buitengebied/Kleine kernen). De onderzoeksresultaten hebben betrekking op het gewogen bestand en worden primair weergegeven in de vorm van percentages en rapportcijfers. Daarnaast zijn, conform de GSB-werkwijze, voor een aantal onderwerpen uit het onderzoek indicatoren samengesteld om de situatie voor dat onderwerp te kunnen schetsen, door de resultaten van verschillende vragen over één onderwerp samen te voegen. Zo zijn er bijvoorbeeld indicatoren opgesteld voor de waardering van de woonomgeving, het sociale klimaat, overlast en verloedering. Deze indicator kan, net als een rapportcijfer, een waarde van 0 tot 10 hebben. Bij elke indicator geldt dat het cijfer 10 staat voor het meest gunstige situatie en het cijfer 0 voor de meest ongunstige situatie. 9

Voor de analyse en rapportage 2006 is de volgende wijkindeling gehanteerd: Noord-West (Oude Dorp, Den Oord, De Lobben, De Weerwolf, De Meent, Tiellandt, en De Wulven); Noord-Oost (Centrum, De Molenzoom, Schonenburg, De Geer, Wernaar en Rijsburg); Zuid-West (Leebrug, Schonauwen en De Hoon); Zuid-Oost (Wisselspoor, Loerik, Overdam en Hofstad); Kleine kernen (Schalkwijk, Tull en t Waal, t Goy) en het Buitengebied Deze indeling is hetzelfde als in 2004, maar wijkt af van de indeling van 2002. Een toelichting hierop is te vinden in bijlage II. Wijkindeling Houten Bron: gemeente Houten 10

De rapportage De opzet en lay-out van de rapportage is gewijzigd ten opzichte van de voorgaande rapportages. De waardering van de bewoners van de voorzieningen en het onderhoud in de woonbuurt komt in het eerste hoofdstuk aan de orde. De leefbaarheid staat centraal in hoofdstuk 2. Hierbij wordt onder andere ingegaan op verschillende aspecten van leefbaarheid, gehechtheid aan de buurt en de ontwikkeling van de buurt. De meest voorkomende problemen in de buurt vormen het onderwerp van hoofdstuk 3. In hoofdstuk 4 komt de veiligheidsbeleving van de bewoners aan bod. Ook gaat dit hoofdstuk in op slachtofferschap van delicten en voorvallen. De overige vragen uit de enquête komen in hoofdstuk 5 aan de orde. In het laatste hoofdstuk worden de belangrijkste resultaten van de metingen voor de vier deelnemende gemeenten vergeleken. Belangrijkste verschil met de voorgaande rapporten is dat het overzicht op wijkniveau is vervallen. De belangrijkste verschillen per wijk worden weergegeven in de hoofdstukken. Voor het totale overzicht is een tabellenboek opgesteld, waarin de enquêtegegevens per wijk en buurt worden weergegeven. 11

12

1 Voorzieningen in de buurt Goede voorzieningen en goed onderhoud dragen bij aan de aantrekkelijkheid en leefbaarheid van de buurt. De bewoners is gevraagd aan te geven hoe tevreden zij zijn over een aantal voorzieningen in de buurt en over het onderhoud. Daar waar mogelijk is een vergelijking met 2002 en 2004 gemaakt. Dit hoofdstuk gaat eerst in op het oordeel van de bewoners over de voorzieningen. Daarbij worden de voorzieningen in de buurt als eerste besproken en daarna de voorzieningen in heel Houten. Na de voorzieningen komt het onderhoud aan bod. 1.1 Voorzieningen 1.1.1 Voorzieningen in de buurt Als alle voorzieningen worden samengenomen, is gemiddeld 63% van de bewoners (zeer) tevreden over de voorzieningen in de buurt. Met name over de buurt- en clubhuizen en de straatverlichting is men in 2006 positiever dan in het verleden. Het meest tevreden is men over het basisonderwijs (90% is zeer tevreden), de vuilophaal (82%), de hoeveelheid openbaar groen in de buurt (82%) en de straatverlichting (80%). De meerderheid van de bewoners (meer dan 60%) is tevreden of zeer tevreden over de winkels voor dagelijkse boodschappen (63%), de speelmogelijkheden voor kleine kinderen (62%) en het verenigingsleven (61%). De hoeveelheid prullenbakken (36%), buurt- en clubhuizen (40%), horecavoorzieningen (42%) en de parkeerruimte (54%) in de buurt worden veel minder goed beoordeeld. Opmerkelijk is dat de mate van ontevredenheid over de parkeerruimte is gegroeid van 20% naar 26%. 13

Aandeel (%) (zeer) tevreden bewoners over de voorzieningen in de buurt (N varieert van 732 tot 1161) Basisonderwijs 90 Vuilophaal Hoeveelheid openbaar groen Straatverlichting 80 82 82 Winkels voor de dagelijkse boodschappen Speelmogelijkheden kinderen Verenigingsleven 62 61 63 Parkeerruimte/ parkeergelegenheid 54 Horecavoorzieningen Buurt en clubhuizen 40 42 2006 2004 2002 Hoeveelheid prullenbakken 36 GEMIDDELD 63 0 20 40 60 80 100 Naar wijk Als de mate van tevredenheid over de verschillende voorzieningen per wijk wordt gemiddeld, dan is men over het geheel aan voorzieningen in de buurt het meest tevreden in Noord-West en Noord-Oost. In de Kleine kernen en het Buitengebied is men gemiddeld tevreden, terwijl de bewoners in de wijken Zuid-West en Zuid-Oost minder tevreden zijn dan gemiddeld. 14

Aandeel (%) (zeer) tevreden en (zeer) ontevreden bewoners over de voorzieningen in de buurt, naar wijk Noord-West 67 19 14 Noord-Oost 67 18 14 Zuid-West 52 22 27 Zuid-Oost 55 20 25 Kleine kernen en Buitengebied 62 18 20 HOUTEN 63 19 18 0 20 40 60 80 100 (zeer) tevreden neutraal (zeer) ontevreden De onderstaande tabel geeft een overzicht van het aandeel bewoners dat per wijk (zeer) tevreden is over de voorzieningen in de buurt. Noord-West en Noord-Oost scoren op dit punt duidelijk vaker gunstiger dan gemiddeld, terwijl Zuid-West en Zuid-Oost veelal ongunstiger scoren dan gemiddeld. De Kleine kernen en het Buitengebied laten een wisselend beeld zien. Aandeel (zeer) tevreden bewoners (%) over voorzieningen in de buurt, naar wijk Voorzieningen Noord- West Noord- Oost Zuid- West Zuid-Oost Kleine kernen en Buitengeb. Hoeveelheid openbaar groen 88 92 62 68 85 82 Hoeveelheid prullenbakken 38 39 24 30 40 35 Straatverlichting 80 79 86 82 66 80 Parkeerruimte/ parkeergelegenheid 51 67 51 42 52 54 Winkels voor de dagelijkse boodschappen 85 83 27 28 43 63 Speelmogelijkheden kinderen 68 63 53 57 56 62 Basisonderwijs 91 96 85 89 79 90 Verenigingsleven 63 60 43 58 79 61 Buurt- en clubhuizen 34 35 25 54 54 40 Horecavoorzieningen 54 43 30 23 39 41 Vuilophaal 83 84 83 74 87 82 GEMIDDELD 67 67 52 55 62 63 Houten Ongunstiger dan gemiddeld (score ligt 5% of meer onder het gemiddelde ) Gunstiger dan gemiddeld (score ligt 5% of meer boven het gemiddelde) 15

Noord-West De bewoners van de wijk Noord-West zijn meer dan gemiddeld tevreden over de voorzieningen in de buurt. Het meest tevreden zijn zij over: het basisonderwijs (91% is (zeer) tevreden), de hoeveelheid openbaar groen (88%) en de winkels voor de dagelijks boodschappen (85%). Over de volgende voorzieningen in de buurt zijn de bewoners van Noord-West het minst tevreden: de buurt- en clubhuizen (34%), de hoeveelheid prullenbakken (38%) en de parkeerruimte (51%). Wanneer de resultaten van 2006 vergeleken worden met 2004 blijkt dat de bewoners in Noord-West meer tevreden zijn over de buurt- en clubhuizen in de buurt (34% in 2006 ten opzichte 27% in 2004). De tevredenheid over het basisonderwijs (van 98% in 2004 naar 91% in 2006), de vuilophaal (van 88% naar 82%) en de parkeerruimte (van 70% naar 51%) in de buurt is sterk gedaald. Voor de overige voorzieningen geldt dat de mate van tevredenheid vrijwel gelijk is gebleven. Noord-Oost De bewoners van Noord-Oost zijn over alle voorzieningen in de buurt vergelijkbaar of meer dan gemiddeld tevreden ten opzichte van Houten. De bewoners zijn het meest tevreden over: het basisonderwijs (96% is (zeer) tevreden), de hoeveelheid openbaar groen (92%) en de vuilophaal (83%). De voorzieningen waar de bewoners uit de wijk het minst tevreden over zijn, zijn: de buurt- en clubhuizen (35%), de hoeveelheid prullenbakken (39%) en de horecavoorzieningen (43%). Het basisonderwijs (van 90% in 2004 naar 96% in 2006), de straatverlichting (van 64% naar 80%) en het verenigingsleven (van 49% naar 60%) scoren in 2006 beduidend beter dan in 2004. De tevredenheid over de winkels voor dagelijkse boodschappen is daarentegen gedaald (van 89% in 2004 naar 83% in 2006). De tevredenheid voor de andere voorzieningen in de Noord-Oost is gelijk gebleven of licht gedaald of gestegen. Zuid-West De mate van tevredenheid over de voorzieningen in Zuid-West scoort veelal ongunstiger dan de gemiddelden van Houten. De bewoners zijn het meest tevreden over: de straatverlichting (86% is (zeer) tevreden), het basisonderwijs (85%) en de vuilophaal (83%). De bewoners uit Zuid-West zijn het minst tevreden over de volgende voorzieningen in de buurt: de hoeveelheid prullenbakken (24%), 16

de buurt- en clubhuizen (25%) en de winkels voor dagelijkse boodschappen (27%). De mate van tevredenheid over veel voorzieningen in Zuid-West is ten opzichte van 2004 vrijwel gelijk gebleven of licht gedaald of gestegen. De bewoners zijn alleen over het aanbod winkels voor dagelijkse boodschappen duidelijk meer tevreden dan in 2004 (een groei van 12% in 2004 naar 27% in 2006). De tevredenheid over de hoeveelheid prullenbakken in de buurt is gedaald van 29% in 2004 naar 24% in 2006. Zuid-Oost De bewoners van Zuid-Oost zijn vaker dan gemiddeld ontevreden over het aanbod aan voorzieningen in de buurt. Ze zijn het meest tevreden over: het basisonderwijs (89% is (zeer) tevreden) en de straatverlichting (82%), de vuilophaal (74%). De voorzieningen waar de bewoners uit de wijk het minst tevreden over zijn, zijn: de horecavoorzieningen (23%), de winkels voor dagelijkse boodschappen (28%) en de hoeveelheid prullenbakken (30%). Voor veel voorzieningen in Zuid-Oost geldt dat de tevredenheid (zeer) sterk gestegen of gedaald is. Over het basisonderwijs (van 82% in 2004 naar 89% in 2006), de hoeveelheid openbaar groen (van 59% naar 68%), het verenigingsleven (van 52% naar 58%), de buurt- en clubhuizen (van 17% naar 54%) en de winkels voor dagelijkse boodschappen (van 15% naar 28%) zijn de bewoners positiever geworden. De mate van tevredenheid over de vuilophaal en de parkeergelegenheid is sterk gedaald. Het aandeel zeer tevreden bewoners over de vuilophaal is gedaald van 87% in 2004 naar 74% in 2006 en de mate van tevredenheid over de parkeergelegenheid is van 53% naar 42% gegaan. Kleine kernen en Buitengebied De gemiddelde mate van tevredenheid van de bewoners van de Kleine kernen en het Buitengebied is vergelijkbaar met het gemiddelde van Houten. De bewoners van dit gebied zijn het meest tevreden over: de vuilophaal (87% is (zeer) tevreden), de hoeveelheid openbaar groen (85%), het basisonderwijs (79%) en het verenigingsleven (79%). In de Kleine kernen en het Buitengebied beoordelen de bewoners de volgende voorzieningen uit de buurt het minst positief: de horecavoorzieningen (39%), de hoeveelheid prullenbakken (40%) en de winkels voor dagelijkse boodschappen (43%). De tevredenheid van de bewoners uit de Kleine kernen en het Buitengebied is voor veel voorzieningen afgenomen. De tevredenheid over de straatverlichting en de buurt- en clubhuizen zijn de enige, waarbij de tevredenheid gestegen is. Over de vuilophaal zijn de bewoners even tevreden als in 2004. Voor de overige voorzieningen is de mate van tevredenheid 5 tot 7% gedaald. Het gaat hier om de 17

hoeveelheid openbaar groen, het basisonderwijs, het verenigingsleven, de speelmogelijkheden voor kinderen, de parkeerruimte de winkels voor dagelijkse boodschappen en de hoeveelheid prullenbakken. 1.1.2 Voorzieningen in Houten In 2006 is voor het eerst aan de bewoners gevraagd wat zij vinden van bepaalde voorzieningen in heel Houten. Als alle deze voorzieningen worden samengenomen, is gemiddeld 56% van de bewoners (zeer) tevreden hierover. In eerdere jaren is bij een aantal voorzieningen naar de tevredenheid gevraagd in de buurt en dus niet voor heel Houten. Het meest tevreden zijn de bewoners over de fietsroutes in Houten (92%), de sportvoorzieningen (86%), de bibliotheekvoorzieningen (84%) en de fietsroutes naar plaatsen buiten Houten (82%). Het busvervoer in Houten (23%), het busvervoer naar plaatsen buiten Houten (23%) en de voorzieningen voor jongeren (24%) scoren laag in de mate van tevredenheid. Dat geldt ook voor de andere culturele voorzieningen (39%) en de stallingsmogelijkheden voor fietsen bij scholen en sportvoorzieningen (44%). Aandeel (%) (zeer) tevreden bewoners over de voorzieningen in heel Houten (N varieert van 708 tot 1091) Fietsroutes in Houten 92 Sportvoorzieningen Bibliotheekvoorzieningen Fietsroutes naar plaatsen buiten Houten 82 84 86 Weekmarkt op 't Rond Zorgvoorzieningen Recreatievoorzieningen 59 62 65 Parkeergelegenheid in het Centrum Voorzieningen voor ouderen 51 50 Stallingsmogelijkheden voor fietsen bij scholen en sportvoorzieningen 44 Andere culturele voorzieningen 39 Voorzieningen voor jongeren Busvervoer naar plaatsen buiten Houten Busvervoer in Houten 24 23 23 0 20 40 60 80 100 18

Naar wijk De tevredenheid van de bewoners per wijk over de voorzieningen in heel Houten staan weergegeven in onderstaande tabel. De bewoners van Zuid-West zijn vaker (zeer) tevreden over het aanbod voorzieningen in heel Houten. De wijken Noord-Oost en Zuid-Oost scoren daarentegen vaker ongunstiger dan gemiddeld. De bewoners van Noord-West zijn gemiddeld (zeer) tevreden over de voorzieningen in heel Houten. Alleen over het busvervoer en de fietsroutes naar plaatsen buiten Houten zijn zij vaker dan gemiddeld (zeer) tevreden. De bewoners van de Kleine Kernen en het Buitengebied zijn wisselend tevreden over de voorzieningen in heel Houten. Aandeel (%) (zeer) tevreden bewoners over voorzieningen in heel Houten, naar wijk Kleine Noord- West Noord- Oost Zuid- West Zuid- Oost kernen en Buitengeb. Recreatievoorzieningen 58 56 60 62 70 59 Bibliotheekvoorzieningen 87 91 78 76 74 84 Andere culturele voorzieningen 38 37 44 38 50 39 Sportvoorzieningen 84 88 89 86 89 86 Voorzieningen voor ouderen 52 42 60 44 60 50 Voorzieningen voor jongeren 24 18 30 18 40 24 Weekmarkt op t Rond 68 69 61 54 70 65 Zorgvoorzieningen 64 56 70 62 63 62 Parkeergelegenheid in het Centrum 53 56 50 48 40 51 Stallingsmogelijkheden voor fietsen bij scholen en sportvoorzieningen 40 44 56 43 47 44 Busvervoer in Houten 26 13 31 25 26 23 Busvervoer naar plaatsen buiten Houten 29 18 24 22 15 23 Fietsroutes in Houten 92 92 95 89 91 92 Fietsroutes naar plaatsen buiten Houten 87 78 85 78 72 82 GEMIDDELD 57 54 59 53 58 56 Houten Ongunstiger dan gemiddeld (score ligt 5% of meer onder het gemiddelde ) Gunstiger dan gemiddeld (score ligt 5% of meer boven het gemiddelde) 19

1.2 Onderhoud Over het onderhoud is gemiddeld 59% van de inwoners van Houten tevreden. De verschillen in beoordeling tussen de onderhoudsaspecten zijn veel minder groot dan tussen de voorzieningen. Het minst tevreden is men over het onderhoud van de stoepen (49%) en het onderhoud van grachten en sloten (52%). Het meest tevreden is men over het groenonderhoud en het onderhoud aan fietspaden. De beoordeling is vrijwel vergelijkbaar met die van 2004, alleen de score op het onderhoud van straten verschilt. Dit laatste kan verklaard worden door de veranderende vraagstelling: in 2004 was het onderhoud van de straten gekoppeld aan het onderhoud van de fietspaden. De tevredenheid over het onderhoud van de stoepen is bij de laatste metingen afgenomen. De verschillen in beoordeling tussen de wijken zijn veel kleiner dan bij de voorzieningen. Aandeel (%) (zeer) tevredenheid bewoners over het onderhoud* in Houten (N varieert van 830 tot 1154) Onderhoud fietspaden 69 Onderhoud van groenvoorzieningen 67 Onderhoud straten 60 Onderhoud van speelvoorzieningen Onderhoud van grachten en sloten Onderhoud stoepen 49 52 57 2006 2004 2002 0 20 40 60 80 100 * in 2002 is gevraagd naar het onderhoud van fietspaden, in 2004 van fietspaden en straten tezamen, in 2006 naar de fietspaden en straten afzonderlijk 20

Naar wijk De onderstaande tabel geeft een overzicht van het aandeel bewoners dat per wijk (zeer) tevreden is over de verschillende vormen van het onderhoud in de buurt. Aandeel (%) (zeer) tevreden bewoners over onderhoud in de buurt in 2006, naar wijk Kleine Noord- West Noord- Oost Zuid- West Zuid- Oost kernen en Buitengeb. Houten Onderhoud van groenvoorzieningen 62 71 65 72 70 67 Onderhoud stoepen 46 51 45 54 58 49 Onderhoud straten 59 63 53 65 57 60 Onderhoud fietspaden 66 68 80 78 53 69 Onderhoud van grachten en sloten 45 55 56 55 57 52 Onderhoud van speelvoorzieningen 60 52 55 59 55 57 GEMIDDELD 56 60 59 64 58 59 Ongunstiger dan gemiddeld (score ligt 5% of meer onder het gemiddelde ) Gunstiger dan gemiddeld (score ligt 5% of meer boven het gemiddelde) Noord-West De bewoners uit Noord-West zijn wat minder dan gemiddeld tevreden over de het onderhoud in de buurt. Het onderhoud, waarover zij het meest tevreden zijn, zijn: het onderhoud van fietspaden (66% is (zeer) tevreden) en het onderhoud van groenvoorzieningen (62%). In Noord-West zijn de bewoners het minst tevreden over het onderhoud op: grachten en sloten (45%) en stoepen (46%). In vergelijking met 2004 is de tevredenheid over het onderhoud in Noord-West vrijwel gelijk gebleven. Noord-Oost De bewoners van Noord-Oost zijn over het onderhoud in de buurt gemiddeld tevreden. Alleen over het onderhoud van de speelvoorzieningen zijn zij vaker dan gemiddeld ontevreden. De bewoners zijn het meest tevreden over: het onderhoud van groenvoorzieningen (71% is (zeer) tevreden) en het onderhoud van fietspaden (68%). Het onderhoud waar de bewoners uit de wijk het minst tevreden over zijn, zijn: het onderhoud van stoepen (51%) en het onderhoud van speelvoorzieningen (52%). Net als voor Noord-West geldt voor Noord-Oost dat de bewoners in 2006 vrijwel net zo tevreden zijn over het onderhoud in de buurt als in 2004. Zuid-West De mate van tevredenheid over het onderhoud in Zuid-West scoort gemiddeld ten opzichte van heel Houten. De bewoners zijn het meest tevreden over: het onderhoud van fietspaden (80%) en het onderhoud van groenvoorzieningen (65%). 21

Het onderhoud waar de bewoners uit de wijk het minst tevreden over zijn, zijn: het onderhoud van stoepen (45%) het onderhoud van straten (53%). De tevredenheid over het onderhoud van straten en stoepen is in Zuid-West in 2006 sterk gedaald ten opzichte van 2004. De bewoners zijn over de overige vormen van onderhoud vergelijkbaar tevreden. Zuid-Oost De bewoners van Zuid-Oost zijn vaker dan gemiddeld tevreden over het onderhoud in de buurt. Het meest tevreden zijn zij over: het onderhoud van fietspaden (78%) en het onderhoud van groenvoorzieningen (72%). Het onderhoud, waarover de bewoners uit de wijk het minst tevreden zijn, zijn: het onderhoud van stoepen (54%) en het onderhoud van grachten en sloten (55%). Net als in Zuid-Oost is de mate van tevredenheid over het onderhoud van straten en stoepen in Zuid-West in 2006 sterk gedaald ten opzichte van 2004. Ook de tevredenheid over het onderhoud van grachten en sloten is gedaald. De bewoners zijn over de overige vormen van onderhoud iets meer tevreden. Kleine kernen en Buitengebied De mate van de bewoners van de Kleine kernen en het Buitengebied over het onderhoud laat een wisselend beeld zien ten opzichte van de gemiddelden van Houten. De bewoners van dit gebied zijn het meest tevreden over: het onderhoud van groenvoorzieningen (70%) en het onderhoud van stoepen (58%). De bewoners van de Kleine en kernen en het Buitengebied zijn het minst tevreden over het onderhoud van: fietspaden (53%) en speelvoorzieningen (55%). In 2006 scoort het onderhoud in de Kleine kernen en het Buitengebied vergelijkbaar met 2004. Alleen op het onderhoud van grachten en sloten wordt ruim slechter gescoord. 22

2 Leefbaarheid in de buurt Dit deel van het rapport geeft een beeld van de mening van de inwoners van Houten over de leefbaarheid in de gemeente en in de directe woonomgeving. Dit beeld komt tot stand door te bekijken wat de bewoners vinden van hun buurt en van hun woning. Er worden indicatoren gebruikt om inzicht te geven in de sociale kwaliteit, de mate van verloedering en in de mate waarin overlast voorkomt. Door deze indicatoren op dezelfde manier te berekenen als bij de vorige metingen kunnen wijken onderling worden vergeleken en kan een ontwikkeling in de tijd worden geschetst. Tevens wordt een beeld geschetst van de gehechtheid van de bewoners aan de buurt en de medeverantwoordelijkheid voor die eigen buurt. Tenslotte wordt ingegaan op ontwikkeling en de toekomstverwachting voor de buurt. 2.1 Waardering van de woonomgeving 2.1.1 De woonomgeving De beoordeling van de woonomgeving is gemeten aan de hand van een aantal stellingen over de woonomgeving en een rapportcijfer voor de buurt. Hieruit komt naar voren dat de bewoners van Houten over het algemeen tevreden zijn over hun woonbuurt. Waardering van de woonbuurt Uit de vraag hoe prettig men de buurt vindt, waarin men woont, blijkt dat 97% van de Houtenaren de buurt waarin men woont als prettig (70%) of zelfs zeer prettig (27%) kwalificeert. In 2002 en 2004 was dit 96%. De verschillen tussen de wijken zijn zeer klein. De Kleine kernen en het Buitengebied (98%) worden nog iets meer dan gemiddeld als (zeer) prettige buurten ervaren, Zuid-West (91%) scoort net als in 2004 iets lager. De verschillen naar geslacht, leeftijdsgroep en huishoudenstype zijn zeer klein. Personen die in een flat o.i.d. of een seniorenwoning wonen geven iets vaker aan de buurt waarin zij wonen (zeer) onprettig te vinden. 23

Aandeel bewoners (%) dat de buurt (zeer) prettig en (zeer) onprettig vindt, naar wijk (N=1165) Kleine kernen en Buitengebied 42 56 2 Zuid-Oost 28 69 3 HOUTEN 27 70 4 Noord-Oost 22 75 4 Zuid-West 21 75 4 Noord-West 27 69 4 0 20 40 60 80 100 zeer prettig prettig (zeer) onprettig Rapportcijfer voor de woonomgeving Een bruikbare indicator is het rapportcijfer dat de bewoners hebben toegekend aan hun buurt en aan Houten. Waardering van de woonbuurt aan de hand van een rapportcijfer (N=1159) Kleine kernen en Buitengebied 8,1 Zuid-Oost HOUTEN Noord-West Noord-Oost Zuid-West 7,7 7,7 7,6 7,6 7,6 2006 2004 2002 5 5,5 6 6,5 7 7,5 8 8,5 9 9,5 10 Evenals in 2004 scoort de woonbuurt in Houten gemiddeld een ruime voldoende (7,7). Dit is iets hoger dan in de andere metingen. 24

De bewoners van de Kleine kernen en het Buitengebied zijn nog altijd het meest positief over de buurt (8,1). De waardering van Zuid-West (7,6) is gestegen en is daarmee vergelijkbaar met Noord-West en Noord-Oost. Waardering van Houten (N=1137) en de buurt (N=1159), aan de hand van een rapportcijfer Kleine kernen en Buitengebied 6,7 8,1 Zuid-Oost 7,3 7,7 HOUTEN Noord-West Noord-Oost Zuid-West 7,2 7,7 7,2 7,6 7,4 7,6 7,4 7,6 Houten 2006 De buurt 2006 5 5,5 6 6,5 7 7,5 8 8,5 9 9,5 10 Net als in 2004 (7,1) is in het onderzoek gevraagd ook een rapportcijfer te geven voor Houten. Ook Houten als geheel krijgt een ruime voldoende (7,2). Het rapportcijfer voor Houten ligt in alle wijken onder de gemiddelde waardering van de buurt, waarin men woont. Dat geldt met name voor de Kleine kernen en het Buitengebied. In Zuid-West en Noord-Oost is het verschil het kleinst. Vrouwen zijn in tegenstelling tot 2004 een fractie positiever over de woonbuurt (vrouwen 7,7, mannen 7,6). Daarnaast zijn vrouwen net als in 2004 iets positiever over Houten als geheel (vrouwen 7,3, mannen 7,2), maar de verschillen zijn erg klein. Ook de verschillen naar leeftijdsgroep en huishoudenstype zijn zeer klein. Het maakt voor de beoordeling niet of nauwelijks uit hoe lang mensen in de buurt wonen. Bewoners van een koopwoning (7,7) zijn licht positiever over de buurt waarin ze wonen, dan bewoners van een huurwoning (7,5). Daarentegen zijn bewoners van huurwoningen (7,4) gemiddeld positiever over de gemeente Houten dan bewoners van koopwoningen (7,2). 25

Sociale kwaliteit Met sociale kwaliteit wordt gedoeld op de manier waarop de bewoners in Houten met elkaar omgaan. Om de mate van sociale kwaliteit te kunnen weergeven is een indicator samengesteld op basis van de antwoorden op vier stellingen. Daarbij komt een positieve waardering van de sociale kwaliteit van de buurt tot uiting in een hoge indicatorscore. De stellingen zijn: De mensen gaan in deze buurt op een prettige manier met elkaar om; Ik voel mij thuis bij de mensen die in deze buurt wonen; Ik woon in een buurt waar veel saamhorigheid is; De mensen kennen elkaar in deze buurt nauwelijks. Indicator voor de sociale kwaliteit van de buurt Kleine kernen en Buitengebied Noord-West 6,3 7,4 HOUTEN Zuid-Oost Zuid-West Noord-Oost 6,3 6,2 6,1 6,1 2006 2004 2002 5,0 5,5 6,0 6,5 7,0 7,5 8,0 8,5 9,0 9,5 10,0 De indicatorwaarde voor Houten bedraagt 6,3, vergelijkbaar met 2002 en een fractie hoger dan in 2004 (6,2). Hoewel in alle wijken van Houten beter wordt gescoord dan in 2004, zijn de verschillen klein. De sociale kwaliteit is het hoogst in de Kleine kernen en het Buitengebied van Houten (7,4). In de overige wijken komt de indicatorwaarde dichtbij het gemiddelde. Houten-Noord-Oost (6,1), Zuid-West (6,1) en Zuid-Oost (6,2) scoren iets lager dan gemiddeld. Jongeren tot 30 jaar vinden de sociale kwaliteit wat slechter dan de bewoners uit andere leeftijdsgroepen. De indicatorwaarde ligt bij 65-plussers op 6,6, bij 50-64- jarigen op 6,3, bij 30-49-jarigen op 6,4 en bij jongeren tot 30 jaar op 6,0. Tussen mannen en vrouwen bestaat geen verschil. Bewoners van koopwoningen zijn positiever dan die van huurwoningen. De indicatorwaarde bij bewoners van koopwoningen ligt op 6,4 en bij bewoners van huurwoningen op 5,8. 26

Waardering van de woning Ook de eigen woning is een belangrijk aspect bij de beleving van leefbaarheid. Voor de waardering van de woning is een indicator opgesteld op basis van vier stellingen: De woning waarin ik woon, is geschikt; De woning waarin ik woon, is te klein; De woning waarin ik woon, is slecht onderhouden; De woning waarin ik woon, ademt een goede sfeer. De indicator is zo omgerekend, dat een hoge score staat voor de meest gunstige situatie, ofwel een hoge waardering van de woning. Indicator voor de waardering van de woning Kleine kernen en Buitengebied Zuid-Oost Zuid-West HOUTEN Noord-West Noord-Oost 8,1 8,1 8,1 8,0 7,9 7,9 2006 2004 2002 5,0 5,5 6,0 6,5 7,0 7,5 8,0 8,5 9,0 9,5 10,0 De inwoners van Houten waarderen hun woning gemiddeld met een 8,0. Dit is iets hoger dan in alle eerdere jaren. De verschillen in waardering van de woning tussen de wijken zijn klein. In alle wijken is de indicatorwaarde hoger dan bij de vorige meting. Bij de waardering van de woning maakt het niet uit of men kort of lang in de buurt woont. Ook mannen en vrouwen waarderen hun woning vrijwel hetzelfde. De indicatorwaarde bij jongeren tot 30 is gestegen van 7,0 in 2004 naar 7,8 in 2006. Desondanks zit deze groep iets lager in hun waardering in vergelijking met de andere leeftijdsgroepen (8,0 of 8,1). De indicatorwaarde ligt bij bewoners van een koopwoning (8,1) duidelijk hoger dan bij bewoners van een huurwoning (7,4). 27

2.2 Gehechtheid en medeverantwoordelijkheid Gehechtheid aan de buurt De mate waarin de bewoners gehecht zijn aan de buurt is vergelijkbaar met de vorige meting. Van alle bewoners voelt 60% zich gehecht (52%) of zelfs zeer gehecht (8%) aan de buurt. In 2002 was dit nog 68%. Aandeel bewoners (%) dat (zeer) gehechtheid is aan de buurt (N=1168) Kleine kernen en Buitengebied Noord-West Noord-Oost HOUTEN 61 60 65 82 2006 2004 2002 Zuid-Oost Zuid-West 46 48 0 25 50 75 100 De gehechtheid aan de buurt is het grootst in de Kleine kernen en het Buitengebied (82%) en in Noord-West (65%). Binnen deze wijken scoren t Goy (91%) en het Oude Dorp (79%) hoog. De gehechtheid aan de nieuwe wijken is nog altijd niet groot (46% in Zuid-West en 48% in Zuid-Oost). In bijna alle wijken is het cijfer ten opzichte van 2004 gestegen, alleen Noord-West laat een lichte daling zien. Vrouwen zijn net zo gehecht aan de buurt als mannen. De hechting aan de buurt neemt toe naarmate men ouder is en naarmate men langer in de buurt woont. Van de bewoners die al meer dan 10 jaar in de buurt wonen voelt 73% zich (zeer) gehecht aan de buurt, van de bewoners die er nog geen twee jaar wonen 46%. Bewoners van een koopwoning voelen zich ook vaker (zeer) gehecht (61%) aan de buurt dan bewoners van een huurwoning (54%). 28

Betrokkenheid bij de buurt De betrokkenheid bij de buurt is gemeten aan de hand van de vraag of men zich medeverantwoordelijk voelt voor de leefbaarheid en veiligheid in de buurt. Aandeel van de bewoners (%) dat zich medeverantwoordelijk voelt voor de buurt (N=1168) Zuid-Oost Zuid-West Kleine kernen en Buitengebied Noord-West HOUTEN 91 90 90 89 89 Noord-Oost 86 0 25 50 75 2002 2004 2006 100 Veruit de meeste bewoners (89%) voelen zich medeverantwoordelijk voor de leefbaarheid en veiligheid in hun buurt. Dit aandeel is iets groter dan in 2002 (86%), maar wat kleiner dan in 2004 (92%). Het gevoel van medeverantwoordelijkheid leeft het meest in Zuid-Oost (91%) en het minst in Noord-Oost (86%). Het medeverantwoordelijkheidsgevoel is in alle wijken licht afgenomen. Onder mensen tussen 30 en 65 jaar is het gevoel van medeverantwoordelijkheid het grootst (95%). Bewoners van koopwoningen (91%) voelen zich duidelijk meer medeverantwoordelijk voor de buurt dan bewoners van huurwoningen (82%). Tussen mannen en vrouwen bestaat nauwelijks verschil. Bewoners die tussen de 5 en 10 jaar (92%) in de buurt wonen voelen zich vaker medeverantwoordelijk dan de anderen (tussen 87% en 89%). 29

Eigen bijdrage aan leefomgeving Net als in 2004 is gevraagd of men bereid is om zelf een actieve bijdrage te leveren aan de leefbaarheid en veiligheid in de buurt en zo ja, op welke manier. Aandeel bewoners (%) dat bereid is om een actieve bijdrage te leveren aan de leefbaarheid en veiligheid in de buurt, naar wijk (N=1163) Zuid-Oost 22 16 33 29 Noord-Oost 23 13 36 28 HOUTEN 24 15 36 25 Noord-West 26 15 35 24 Zuid-West 22 13 43 21 Kleine kernen en Buitengebied 27 18 34 20 0 20 40 60 80 100 doe ik al wil ik graag doen wil ik eventueel doen nee Een kwart van de Houtenaren is net als in 2004 niet bereid om een actieve bijdrage te leveren om de leefbaarheid en veiligheid in de buurt te verbeteren. Van de bewoners is reeds 24% actief. Dit percentage is iets groter dan het aandeel in 2004 (21%). Naast de mensen, die al actief zijn, geeft 15% van alle bewoners aan zeker wel een actieve bijdrage te willen leveren. Ruim een derde (36%) zegt eventueel een actieve bijdrage te willen leveren ( het hangt ervan af ). In de Kleine kernen en het Buitengebied (27%) is het aandeel reeds actieve bewoners groter dan in de andere wijken. In Zuid-Oost (22%) en Noord-Oost (23%) is dit aandeel het laagst. Overigens zijn de verschillen tussen de wijken klein. De bereidheid om zeker een bijdrage te gaan leveren is in elke wijk ongeveer even groot, maar is in de Kleine kernen en het Buitengebied iets groter (18%). Mensen die langer dan 10 jaar in de buurt wonen zijn vaker reeds actief (30%). De bereidheid om actief bij te dragen aan het verbeteren van leefbaarheid is het grootst onder bewoners van 30 tot 65 jaar, ouderen en jongeren zijn minder geneigd een actieve bijdrage te leveren. Tussen mannen en vrouwen doen zich nauwelijks verschillen voor. De meeste bewoners die al actief zijn of (zeker of eventueel) wel iets zouden willen doen om de leefbaarheid en veiligheid in de buurt te verbeteren, denken daarbij met name aan het opruimen van zwerfvuil (28%) of aan deelname aan 30