special offer De appels zijn in de a. Ze zijn vandaag extra goedkoop. de arm arm Ik kan vandaag niet zo goed schrijven, want ik heb pijn in mijn a.



Vergelijkbare documenten
indirim De appels zijn in de a. Ze zijn vandaag extra goedkoop. de arm kol Ik kan vandaag niet zo goed schrijven, want ik heb pijn in mijn a.

oferta De appels zijn in de a. Ze zijn vandaag extra goedkoop. de arm brazo Ik kan vandaag niet zo goed schrijven, want ik heb pijn in mijn a.

Woordenlijst bij hoofdstuk 3 (Arabisch) de agenda اليومية Ik schrijf de afspraak in mijn a.

MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1

de aanbieding reclame, korting De appels zijn in de a Ze zijn vandaag extra goedkoop.

Te huur HOOFDSTUK 4 WOORDEN. Kies het goede woord. 1 Ik woon in een flat op de vierde... a verdieping b appartement

Wat gaan we doen? Kies uit: bijzondere dagelijks gratis aanstaande praktisch. 1 Dick en Anna gaan vrijdag trouwen. Dat is over twee dagen.

Herhalingsoefeningen. Thema 3 Familie en relaties. 1 Woorden. Familie

Cursistenboek Taalklas.nl Hoofdstuk 3 Het weer

Kijk nog eens in het boek op bladzijde 80 naar Werkwoorden in een andere tijd.

Veertien leesteksten. Leesvaardigheid A1. Te gebruiken bij : Basisexamen Inburgering Studieboek. Ad Appel

Een retour Rotterdam

The secret key. Worksheet. flash info. Lees de tekst en kruis het juiste antwoord aan. Deze tekst hoort bij

Spreekopdrachten thema 4 Wonen

Spreekopdrachten thema 4 Wonen

Opstartles 10. EXTRA Oefenen met woorden bij de lessen

Spreekopdrachten thema 1 Nederland

Thema Kinderen en school. Lesbrief 20. Op het schoolplein

REGELS. Onderstreep de pluralisvorm in de zin.

Les 5. Tijd & het weer

Spreken Oefentoets spreken. SPREKEN NIVEAU A1

LES 3 Ik leer Nederlands. TESTEN TEST 1

ALFA A ANTWOORDEN STER IN LEZEN

afgeven de kleur gaat in de Dit rode overhemd moet je apart wassen, want het g a. andere kleren zitten

VOORZETSELS. EXERCISE 1 Bestudeer de bovenstaande voorzetsels en zinnen goed!

Dat is een koopje! HOOFDSTUK 8 WOORDEN. Kies het goede woord. Ik ga even naar de... Ik ga sla en tomaten halen. a groenteman b slager

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen

Werkwoordoefeningen bij les 5

Wat kan ik voor u doen?

Leesboekje de seizoenen

THE LANGUAGE SURVIVAL GUIDE

Rick de Leeuw. Hou me stevig vast

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen

ANTWOORDEN TAALCOMPLEET A1 THEMA 2 BOODSCHAPPEN

Spreekopdrachten thema 2 Boodschappen

Kijk op YouTube spreekvaardigheid A1

Cursistenboek Taalklas.nl Hoofdstuk 8 Openbaar vervoer

U leert in deze les "toestemming vragen". Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen.

Melkweg. Help je mee? Lezen van Alfa A naar Alfa B. Vrijwilligerswerk

2c nr. 1 zinnen met want en omdat

Het liedje van Jessie J gaat over wat je kunt kopen. Lees het informatiebord van het winkelcentrum. Hoe heet dit winkelcentrum?

Thema Kinderen en school.

Wat eten we vanavond?

Nederlands voor volwassen anderstaligen Basisleergang Inburgeringsexamen 0 A1

Wat eten we vanavond?

IMMI Montjoie Montjoielaan, Ukkel

Grammatica Zinsontleding. Werkboek Geschikt voor de groepen 5 en 6

Kies uit: schiet op jarig ziekenhuis sport laat. 1 Morgen is mijn dochter. Ze wordt zes jaar. 3 Ik op maandag, woensdag en vrijdag.

bruin bruin de kuil de ui de uil de muis het huis de tuin de fluit het fruit de huid a/aa, e/ee, o/oo, u/uu, i/ ie, ij/ei, oe, ui, eu, au/ou

REGELS. Kies het goede woord. 1 Ik vind de fiets niet mooi. Ik koop... niet. a het b hem

Antwoorden Thema 6 Wonen

1. Luisteren. 2. Luisteren

Melkweg. Wat leert je kind? Lezen van Alfa A naar Alfa B. Taal en ouders: de basisschool

de aanbieding (special) offer De appels zijn in de a Ze zijn vandaag extra goedkoop.

ANTWOORDEN TAALCOMPLEET A2 THEMA 1 NEDERLAND

Lees de tekst hieronder. Er staan geen leestekens: geen hoofdletters, geen punten en geen komma s in het verhaal.

Voor jou. Verhalen van mantelzorgers. Anne-Rose Hermer

Antwoorden Thema 5 woonomgeving. Oefening mag 2. moest 3. Mag 4. moeten 5. Mag 6. moeten 7. moet 8. mogen 9. mocht 10.

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen

Inleiding Waarom vind jij bewegen belangrijk?

Les 2 Uit welk land kom jij? TESTEN TEST 1

Take a look at my life 12

1c nr. 1: zinnen maken

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen

A escribir! Periode 2. Schrijfopdrachten Spaans mavo 4

Spreekoefeningen. Oefenen voor het eerste deel van het examen spreken: Vragen beantwoorden. 1 enkele vragen. (voor het inburgeringsexamen - spreken)

Spreekopdrachten thema 6 Werk zoeken

Melkweg. Goede reis. Lezen van Alfa A naar Alfa B. Reizen

Thema 3 Vervoer. Inhoudsopgave

Oefening 1: Bouw correcte enkelvoudige zinnen door de woorden in de juiste volgorde te plaatsen. Soms heb je een vraagzin.

Grammatica. Inhoud. 1. De en het. 2. Meervoud. 3. Werkwoord. 4. Vraagwoorden. 5. Zinnen maken Zinnen maken 2. 7.

Thema Gezondheid. Lesbrief 5. De tandarts

Cursistenboek Taalklas.nl Hoofdstuk 10 Vrienden

Johan van Caeneghem. Het Schemerhuis

Leesboekje de omgeving

studeerkamer open haard bad douche garage car exchange / use of car study

Antwoorden Thema 2 Feesten

Bijwoorden: meer informatie geven over een werkwoord, een bijvoeglijk naamwoord een hele zin of een ander bijwoord - uitleg

ANTWOORDEN TAALCOMPLEET A2 THEMA 7 WERKEN

Spreekopdrachten thema 7 Werken

REGELS. Wat hoort bij elkaar?

Een gevaarlijke vriend

Auteur: Mirjam Wind, docent en coördinator NT2, Educatie Video s: Gabe Dijkstra en Rick Biemolt, studenten Alfa-college, MultiMedia en Design

3 Is dit een jongen of een meisje? 7 Is dit een vork of een mes?

Een Zinnig Woord. L. Beheydt

april 2013 vanaf 4 jaar tekst: Marian van Gog muziek: Ton Kerkhof Buschauffeur

Thema Kinderen en school. Lesbrief 19. Samen naar de bibliotheek

Iris marrink Klas 3A.

OEFENSCHRIFT DEEL 2 A1-A2

VOORZETSEL. A) Vul in met een voorzetsel aan in met naast onder op uit. B) De klas : vul het juiste voorzetsel in. 1. Het boek ligt de tafel.

Melkweg. Waar woont u? Lezen van Alfa B naar Alfa C. Wonen: wie woont waar? Merel Borgesius Kaatje Dalderop Willemijn Stockmann

A) Schrijf het verbum in de best passende tijd en vorm, eventueel met een hulpverbum

Geregeld spreken. Ditte Oost & Monique Schoorl ANTWOORDEN

Thema Gezondheid. Les 2. De wachtkamer

Cursistenboek Taalklas.nl Hoofdstuk 12 Op straat

MIJN LAND. Oh mijn land. Ik mis het echt. Elke dag heb ik heimwee. Elke nacht droom ik erover. Ik mis mijn land. Ik mis elke straat. Ik mis alles.

ANTWOORDEN TAALCOMPLEET A1 THEMA 4 WONEN

Thema Gezondheid. Les 5. De tandarts

Thema Op het werk. Demet TV. Lesbrief 8. De eerste werkdag

Transcriptie:

Woordenlijst bij hoofdstuk 3 (Engels) de agenda agenda Ik schrijf de afspraak in mijn a. de aanbieding special offer De appels zijn in de a. Ze zijn vandaag extra goedkoop. de arm arm Ik kan vandaag niet zo goed schrijven, want ik heb pijn in mijn a. het bed bed De kinderen gaan om half 9 naar b. Dan gaan ze slapen. bekend familiar Meneer, bent u hier b? Ik zoek de Kinkerstraat. bewolkt cloudy Morgenochtend is het b, maar s middags gaat de zon weer schijnen. binnen inside Kom b, en doe snel de deur dicht, want het is koud. brengt rond delivers Hij b elke ochtend de krant r. het brood bread Mijn zoontje wil altijd kaas op zijn b. buiten outside Nee, hier binnen mag u niet roken. Dan moet u even naar b. de bus bus Het regent. Ik ga vandaag niet met de fiets, maar met de b. de bushalte bus stop De man staat bij de b en wacht op de bus. in de buurt in the neighbourhood Is hier een supermarkt in de b? daar there Nee, dit is mijn boek. Jouw boek ligt d. 1

de deur door Kom binnen, en doe snel de d dicht, want het is koud. dicht closed Het is zondag, dus de school is d. dichtbij near Nee, het is niet ver, het is heel d.. Maar 5 minuten lopen. duizend thousand Die tv kost 999 Euro. Dus bijna d Euro! dus so, therefor Sorry, ik moet morgen naar de dokter, d ik kom een beetje later. echt really Wat? Dat kan toch niet! Ja, sorry, maar het is e waar! de fiets bicycle Ik ga altijd op de f naar mijn werk. fietsen ride a bicycle Het is een uurtje lopen, of 15 minuten f, denk ik. geeft gives Ze g haar vriend bloemen, want hij is jarig. geen dank my pleasure Dank u wel! G d! gelukkig thankfully Vanmorgen regende het heel hard, maar nu is het g weer lekker weer. gisteren yesterday G was het koud, maar vandaag is het lekker weer. groot big Wilt u een klein broodje of een g brood? harde (hard) hard Ik ga niet naar buiten. Het regent en er is een h wind. heeft (hebben) has (have) Ze h 2 kinderen: een jongen en een meisje. 2

heerlijk delightfull, very nice Vind je die koffie lekker? Ja, h! helpt helps Ze h haar zoontje met zijn huiswerk. de herfst autumn Na de zomer komt de h. de hoek corner Hij woont daar, in het laatste huis, op de h van de Zaanstraat en de Hembrugstraat. hoog houdt van high Hij woont in een flat, heel h, op de 20 e verdieping. loves Hij h wel v koffie, maar zijn vrouw vindt koffie niet lekker. het ijs ice Het is heel erg koud. Er ligt ij op het water. het jaar year Mijn opa is heel oud. Hij is al 86 j. jarig to have a birthday Haar zoon is 20 juni j. Dan geeft ze een groot feest. jazeker certainly Vindt u taart lekker? J, ik vind het heerlijk! de jongen boy De j en het meisje spelen samen. koud cold Sneeuw en ijs zijn k. de krant newspaper Ik lees elke ochtend de k. kunnen can We k nu geen nieuwe auto kopen, want we hebben te weinig geld. de lente spring In de l worden de bomen weer groen. 3

links left Nee, je moet niet naar rechts, maar naar l. linksaf (go) left U moet eerst rechtsaf, en dan l. loopt de maand het meisje walks Ze l elke dag naar school. month In welke m ben jij jarig? In juli. girl Het m en de jongen lopen samen naar school. de mensen people Het is druk op de markt. Er lopen veel m. minder mooi less Gisteren was het heel koud, maar vandaag is het gelukkig m koud. beautiful Ik vind die muziek heel m.... Ik ga die CD ook kopen! na after N... het eten drink ik altijd een kopje koffie. de narcis narciss Deze bloemen zijn wit en geel en je kan ze in de lente kopen: n.... noord north Marokko en Egypte zijn twee landen die in N - Afrika liggen. het noorden de ochtend the north Onze woonkamer ligt op het n. Dus we krijgen nooit zon binnen. morning Ze werkt elke o van 8 tot 12 uur. oost east Deze bus rijdt helemaal van Amsterdam - West naar Amsterdam - O. het oosten the east Hij woont in het o van Nederland, vlakbij Duitsland. 4

open open O, de winkel is nog dicht. Hij gaat om 1 uur o. ouder older Mijn vader is 2 jaar o dan mijn moeder. de oudste oldest Mijn jongste broer is 18 jaar, en mijn o broer is al 34. de overkant pardon the other side Nummer 118? Dat is niet aan deze kant, maar aan de o van de straat. excuse me, pardon P mevrouw, mag ik u iets vragen? het postkantoor post office Ze koopt een strippenkaart en 10 postzegels op het p. rechtdoor straight on Het politiebureau? Dan moet u de eerste straat rechts en dan steeds r. rechts right Links ziet u het Centraal Station, en r een groot hotel. rechtsaf (go) right U moet eerst rechtdoor en dan bij de 2 e straat r. de regen rain Morgen komt er veel r, dus dan gaan we maar niet fietsen. regent rains Als het mooi weer is, is het feest buiten in de tuin. Als het r gaan we naar binnen. schijnt het seizoen shine Het is mooi weer. De zon s en het is 23 graden. season Er zijn vier s : de lente, de zomer, de herfst en de winter. slapen sleep In een goed bed kan je lekker s. slecht bad Het is s weer vandaag: het regent en er is veel wind. 5

sneeuwt snows In de winter s het soms. Dan is de straat helemaal wit. de soep soup Wil je een kop tomatens? Maar pas op, want hij is heet! soms sometimes Ik drink bijna altijd melk s ochtends, maar s drink ik koffie. de stoel chair Hallo, kom binnen, ga zitten. Daar achter is nog een s. het strand beach In de zomer gaan veel mensen naar het s : lekker in de zon liggen en zwemmen in de zee. tot en met through We hebben vakantie van 2 juli t e m 18 augustus. Dus 19 augustus is de eerste schooldag. tussen in between T 12 uur en 2 uur is de winkel dicht. ver far Woon jij dichtbij het centrum? Nee, v, het is wel een half uur fietsen. de verdieping floor Hij woont op drie hoog, dus op de 3 e v. verkoopt sells Deze winkel v ook tweedehands computers. voor in front of Ik ben bijna aan de beurt. Er staat nog één man v me. de vriend friend Ik ga vanavond naar de bioscoop met een v. de vriendin (female) friend Dat meisje is een goede v van mijn dochter. vroeg early Ik was vanmorgen heel v wakker, al om zes uur. waait the wind blows Ik ga niet fietsen, want het w heel hard. 6

waarheen where to W ga je h? Ik ga naar de markt. waar naartoe where to W ga je n? Ik ga naar school. wacht even wait a moment Kom nou, we moeten weg. Ja, w e, ik ben bijna klaar. warm warm In de zomer als de zon schijnt is het vaak lekker w. het weer weather Het is mooi w vandaag. Ga je mee naar het park? west west Nederland ligt in W Europa. het westen the west Amsterdam, Rotterdam en Den Haag liggen allemaal in het w van Nederland. de wind wind Het is een echte herfstdag: koud, regen en harde w. de winter winter In de w is het vaak koud, en soms sneeuwt het. wordt becomes Mijn dochtertje is morgen jarig. Ze w 5 jaar. ze she Het meisje huilt, want z heeft pijn. de zee sea Ga je zaterdag mee naar het strand? Lekker zwemmen in de z! de zomer summer In de z verkoopt ze ijs op het strand. de zon sun We gaan vandaag naar het strand. Gelukkig schijnt de z. 7

zonder without Ik drink koffie met melk, maar z suiker. zuid south Rotterdam ligt in de provincie Z Holland. het zuiden the south Zijn broer woont in het z van Nederland, vlakbij België 8