4 Verkeersveiligheid. Bij de analyse is ervan uitgegaan dat de registratiegraad in beide periodes gelijk is.



Vergelijkbare documenten
Actualisatie GVVP Tynaarlo

Wijk- en Stadszaken Nota 1. Inleiding

Bijlage 1: Verkeersongevallenmonitor 2015 Gemeente Eindhoven, november 2016

Evaluatie verkeersveiligheidseffecten 'Bromfiets op de rijbaan'

21 juni Besluit B&W d.d. 13 juli 2004 nummer: 1.9. Nijmeegse verkeersituatie is een quick-scan uitgevoerd.

Bevindingen ongevallengegevens

C. Verkeersongevallenanalyse

Verkeersveiligheids monitor. Gemeente Waterland

Verkeersveiligheidsmonitor. Gemeente Slochteren

De verkeersonveiligheid in Gelderland

Mededeling. Registratienummer Datum 18 juni 2019 Afdeling/Bureau SENB. Onderwerp Ongevallencijfers Flevoland 2018

Ouderen in het verkeer anno

Fors minder verkeersdoden in 2013

Aan de gemeenteraad, Vergadering: 21 november Agendanummer: 9

Ongevallenanalyse Quick-Scan WEGVAK N241 van N248 tot N242

De risico s van vrachtwagens

Letselongevallen van voetgangers en fietsers

SWOV-Factsheet. Verkeersdoden in Nederland

Ministerie van Infrastructuur en Milieu Ons kenmerk Bijlage(n) Vervolg

Verkeersveiligheidsonderzoek naar jongeren in het verkeer. Actuele stand van zaken op basis van de politieregistratie

Module verkeersveiligheid

Fact sheet. Verkeersveiligheid nummer 3 augustus 2008

Uitgevoerde maatregelen GVVP 1999

Analyse ONGEVALLEN LAND- EN BOSBOUWTREKKERS. Eindrapport 6 februari 2008

Fact sheet. Verkeersveiligheid in Amsterdam

Tweede Kamer der Staten-Generaal

SWOV-Factsheet. Verkeersdoden in Nederland

JAARVERSLAG VERKEER 2014

Verkeersveiligheid en fietsgebruik in Driebergen- Rijsenburg

Aantal ongevallen en aantal verkeersslachtoffers dalen

Fietskm per persoon per dag 2,9 3,4 Hoger dan gemiddeld

Databeheer ongevallen en verkeersveiligheidsaudits

Voorgesteld wordt het uitvoeringsprogramma verkeerseducatieprojecten 2013 vast te stellen.

Persbericht. Lichte stijging verkeersdoden in Centraal Bureau voor de Statistiek

Verkeersveiligheidsmonitor

Actualisatie GVVP Noordenveld

GVVP gemeente De Marne. Duurzame Mobiliteit in De Marne

Minder ongevallen door slimmer samenwerken

Memo. De leden van de raad 22 juni V^ Zoetermeer Afdeiing stadsontwikkeling Team Stedenbouw en Verkeer. Van Het college/ P.

Strategisch plan verkeersveiligheid. Kennisnetwerk SPV

JAARPLAN Afdeling Loon op Zand

De zomer in volle gang: toename e-bike ongevallen, het grijze imago van de e-bike neemt af. Ongevallenoverzicht 25 juli 2018

Cijfers over stijging aantal dodelijke fietsongevallen in 2006

Strategisch Plan Verkeersveiligheid Drenthe actueel

ANALYSE (BROM)FIETSONGEVALLEN MET DODELIJKE AFLOOP 1978 T/M 1981

EuroRAP Road Protection Score

Samenvatting WijkWijzer 2017

Verkeersveiligheidsbarometer. Het jaar Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid D/2017/0779/13

PERSBERICHT Brussel, 3 december 2015

Bijlage 10 Ongevallenanalyse

Ministerie van Infrastructuur en Milieu Ons kenmerk

Onze ref.: 2004/DPC/PB/276

Onderwerp: Evaluatie uitvoering VVP / Voortgangsnotitie verkeersveiligheid Datum: 10 mei 2007

SAMENVATTING. Speerpunt gordel. Achtergrond en doel perceptieonderzoek

Verkeersveiligheidsmonitor. Gemeente Valkenburg aan de Geul

PERSBERICHT Brussel, 7 juni 2017

voertuigen per etmaal) 2009 Zuid (naar Wijk bij Duurstede) % Noord (naar Maarn) % Totale intensiteit:

FLO/U Lbr. 12/065

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Verkeersveiligheidsbarometer. 1 ste semester Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid D/2016/0779/29

Aantal verkeersdoden en ernstige verkeersgewonden,

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Fietsongevallen. Ongevalscijfers. Samenvatting. Fietsers kwetsbaar. Vooral ouderen slachtoffer van dodelijk fietsongeval

Verkeersveiligheidsbarometer. 1 e trimester Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid D/2016/0779/27

Informatiebijeenkomst Son over Verkeersveiligheid 12 november Paul Gondrie Voorzitter VVN Noord-Brabant

Nr P&O. gemeente Barneveld. Aan het college van burgemeester en wethouders. Onderwerp: Trends in verkeersveiligheid

Figuur 1: Wegencategorisering gemeente Vlissingen

GVVP Gulpen Wittem. Op de goede weg! Gemeente Gulpen Wittem Juni 2007

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Verkeersveiligheid in Bronckhorst

Verplaatsingsongevallen in de openbare ruimte bij senioren: een andere problematiek

E K 0 N 3 J. betreft ons kenmerk datum Beleidsimpuls Verkeersveiligheid FLO/U juli 2012 Lbr. 12/065

Agenda nr. commissie: Waterstaat en Verkeer 1 september 1997 Gedeputeerde met de verdediging belast: Nr /411/22 Middelburg, 19 augustus 1997

Tijdreeksanalyse in verkeersveiligheidsonderzoek met behulp van state space methodologie

Ongevallenanalyse 2014

MAATREGELENPAKKET VERKEERSVEILIGHEID GRONINGEN

PERSBERICHT Brussel, 5 augustus 2013

Verkeersveiligheidsmonitor

2015: 1 ste t.e.m. 3 de kwartaal

Zeg niet te gauw t is weer een vrouw Vandaag 8 maart is het de internationale dag van de vrouw

Nationaal verkeerskundecongres 2016

Professioneel partner in verkeersveiligheid

Factsheet verkeerscijfers 2017

Verkeersbesluit oversteek Norgerweg Roden

: Team Ruimte en Economie : R.M. Kager Telefoonnummer : : rm.kager@deventer.nl

Ongevallenanalyse: Mogelijkheden en analyseniveaus

Monumentale bomenlijst Toelichting

Verkeersveiligheidsplan

2016: 1 ste t.e.m. 3 de kwartaal

JAARPLAN Afdeling Loon op Zand

Saneren oversteken N48 bladzijde 1/9

Verkeersveiligheidsbarometer

videosurveillance minder doden en gewonden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wat is eigenlijk het probleem? Speerpuntenanalyse wie is over het algemeen de klos. Strategie. Raadscommissie

Verkeersveiligheid. Hans Godefrooij

Leidraad Handhavingsplan Verkeer

Onderbouwing bromfiets naar de rijbaan

WijkWijzer De tien Utrechtse wijken in cijfers.

Mooi weer in het weekend: meer ongevallen met motoren. factsheet 6 april 2018

Transcriptie:

4 Verkeersveiligheid 4.1 Problematiek Het verbeteren van de verkeersveiligheid is een belangrijke doelstelling in het verkeers- en vervoerbeleid. Veel maatregelen, die de afgelopen jaren zijn uitgevoerd, hebben onder meer tot doel gehad, het verbeteren van de verkeersveiligheid. In dit hoofdstuk worden de ongevallen nader geanalyseerd om te kijken of het aantal ongevallen na de invoering van het GVVP 1999 ook daadwerkelijk is afgenomen. Tevens worden de tien meest onveilige locaties in de gemeente Noordenveld op een rij gezet, die de komende jaren om verbetering vragen. Naast de infrastructurele maatregelen is ook de gedragsbeïnvloeding belangrijk voor het verbeteren van de verkeersveiligheid. In dit hoofdstuk komt aan de orde wat de afgelopen jaren hieraan gedaan is en wat er de komende jaren aan activiteiten nodig zijn. 4.2 Ongevallenanalyse Analyse Deze ongevallenanalyse geeft een beeld van de objectieve verkeersveiligheid in de gemeente Noordenveld. Hierin is de verkeersveiligheid over de periode 2000 2004 (periode na vaststelling GVVP) vergeleken met de periode 1994 1998 (periode vóór vaststelling GVVP). Het jaar 1999 is hierin niet meegenomen, omdat dit het jaar is waarin het GVVP is opgesteld en vastgesteld. Ongevallen worden alleen geregistreerd als de politie ter plaatse is geweest. De volledigheid van de registratie van de ongevallen is sterk afhankelijk van de ernst van het daarbij opgelopen letsel. De mate van onderregistratie van ongevallen wordt groter naarmate de ernst van de afloop ervan afneemt. Dit betekent dat in de praktijk vier categorieën van verkeersongevallen worden onderscheiden met een afnemende registratiegraad: 1. verkeersdoden: circa 93%; 2. ziekenhuisgewonden: circa 60%; 3. gewonden bij spoedeisende hulp (SEH): circa 15%; 4. ongevallen met uitsluitend materiele schade (ums): circa (10%). De registratiegraad verschilt ook voor verschillende typen ongevallen. Zo is de registratiegraad hoger voor ongevallen met gemotoriseerd verkeer en bromfietsers dan voor ongevallen met alleen langzaam verkeer. Vooral bij fietsongevallen waarbij geen andere verkeersdeelnemer betrokken is, is de registratiegraad zeer laag. De registratiegraad van met name ziekenhuisgewonden en SEH-slachtoffers lijkt de laatste twee jaar lager te zijn geworden. Registratiegraden 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 Overleden 94% 94% 93% 92% 93% 92% 92% 94% 91% Ziekenhuisopnamen 62% 58% 63% 64% 63% 62% 60% 57% 52% Spoedeisende hulp 18% 16% 16% 15% 13% 15% 14% 10% n.b. Tabel 4.1 Registratiegraden. Bron: http://www.swov.nl Bij de analyse is ervan uitgegaan dat de registratiegraad in beide periodes gelijk is. Pagina 21 van 64

In de periode 2000-2004 zijn op alle wegen in de gemeente Noordenveld in totaal 2091 verkeersongevallen geregistreerd. Er zijn 303 letselongevallen te betreuren, waarvan 12 dodelijke ongevallen. Ten opzichte van de ongevallenperiode 1994-1998 (2457 ongevallen) betekent dit dat in een periode van vijf jaar het totaal aantal ongevallen is gedaald (-366 ongevallen). Hierbij moet wel worden opgemerkt dat vanaf 2003 de parkeerongevallen niet meer worden meegenomen in de ongevallencijfers. Hierdoor ligt het aantal geregistreerde ongevallen vanaf 2003 lager ten opzichte van de andere jaren. Tot en met 2002 vinden er jaarlijks gemiddeld 25 geregistreerde parkeerongevallen plaats in de gemeente Noordenveld. Tabel 4.2: Ongevallen 2000-2004 en 1994-1998 Het aantal letselongevallen (inclusief dodelijke) ligt in de periode 2000-2004 (315 letselongevallen) 2% lager dan in de periode 1994-1998 (322 letselongevallen). In de periode 2000 2004 zijn in totaal 393 slachtoffers gevallen, waarvan 17 doden en 149 ernstig gewonden (ziekenhuisopname). In totaal is er sprake van een daling van 9 (-2%) slachtoffers ten opzichte van de periode 1994-1998. Het aantal dodelijke slachtoffers is met 22% gedaald. Hierbij speelt het hoge aantal dodelijke slachtoffers in 1994 een grote rol. Het aantal zware (ziekenhuisopname) en lichte gewonden is nagenoeg gelijk gebleven. In bijlage 5 zijn de kaarten opgenomen met respectievelijk alle ongevallen en alle letselongevallen in de periode 2000-2004 in de gemeente Noordenveld. De gemiddelde letselgraad ligt in de periode 2000-2004 op hetzelfde niveau als in de periode 1994 1998, met 1,25 slachtoffers per letselongeval. Verder blijkt uit de statistieken het volgende: Kenmerk 2000-2004 1994-1998 Totaal aantal ongevallen 2091 2457 Totaal aantal ongevallen met doden en gewonden 315 322 Percentage ongevallen op gemeentelijke wegen 75% 78% Percentage ongevallen op provinciale wegen 25% 22% Percentage ongevallen op rijkswegen 0% 0% Ongevallen binnen de bebouwde kom 60% 64% Ongevallen buiten de bebouwde kom 40% 36% Tabel 4.3: Kenmerken ongevallen 2000-2004 en 1994-1998 Bebouwde kom Het totaal aantal ongevallen buiten de bebouwde kom is in de periode 2000 2004 gedaald met 6% ten opzichte van de periode 1994-1998 (zie tabel 4.4). Echter het aantal letselongevallen en slachtoffers steeg buiten de bebouwde kom met 12 ongevallen (+8%) en 19 slachtoffers (+9%). Pagina 22 van 64

Bebouwde kom Jaar ongeval Binnen Buiten Ongevallen 1994 344 180 524 1995 333 185 518 1996 313 181 494 1997 293 162 455 1998 291 175 466 totaal 1574 883 2457 2000 326 168 494 2001 314 203 517 2002 267 163 430 2003 198 161 359 2004 158 132 290 totaal 1263 827 2090 Tabel 4.4 Totaal aantal ongevallen binnen en buiten de bebouwde kom Binnen de bebouwde kom daalde het totaal aantal ongevallen met 20% in de periode 2000-2004 ten opzichte van de periode 1994-1998. Deels wordt dit veroorzaakt door het niet meer registreren van de parkeerongevallen. Het aantal letselongevallen (inclusief dodelijke) binnen de bebouwde kom daalde met 19 (-12%) en ook het aantal slachtoffers binnen de bebouwde kom daalde met 28 slachtoffers (-14%). Wegbeheerder In onderstaande tabel is af te lezen dat het aantal ongevallen op gemeentelijke wegen is afgenomen (-19%) in de periode 2000-2004 ten opzichte van de periode 1994 1998. Dit geldt ook voor het aantal ums-ongevallen, letselongevallen, slachtoffers en licht gewonden. De daling van het totaal aantal ongevallen wordt deels veroorzaakt door het niet meer registreren van de parkeerongevallen. Echter het aantal dodelijke ongevallen op gemeentelijke wegen steeg van 6 naar 7. Ook op de provinciale wegen daalde het totaal aantal ongevallen in de periode 2000 2004, maar minder sterk dan op de gemeentelijke wegen, namelijk een afname van 3%. Het aantal letselongevallen steeg echter met 31%. Hiermee steeg ook het aantal slachtoffers van 132 naar 157 (+19%) en het aantal lichtgewonden van 64 naar 87 (+36%). Gemeentelijke wegen Provinciale wegen Jaar ongeval Dodelijk Letsel Ums Ongevallen Jaar ongeval Dodelijk Letsel Ums Ongevallen 1994 2 46 344 392 1994 3 24 105 132 1995 0 54 364 418 1995 1 8 91 100 1996 2 50 345 397 1996 1 16 80 97 1997 1 46 317 364 1997 4 15 72 91 1998 1 26 322 349 1998 1 21 95 117 totaal 6 222 1692 1920 totaal 10 84 443 537 2000 3 45 331 379 2000 2 26 87 115 2001 2 48 342 392 2001 1 31 93 125 2002 0 29 292 321 2002 2 26 81 109 2003 1 36 220 257 2003 0 14 88 102 2004 1 35 184 220 2004 0 13 58 71 totaal 7 193 1369 1569 totaal 5 110 407 522 Tabel 4.5 Aantal ongevallen op gemeentelijke en provinciale wegen Type ongeval De meest voorkomende type ongevallen in de gemeente Noordenveld in de periode 2000 2004 zijn: rijongeval (545 ongevallen, waarvan 123 met letsel en 5 dodelijke afloop); parkeren (332 ongevallen, waarvan 8 met letsel); kop-staartongeval (302 ongevallen, waarvan 35 met letsel en 1dodelijke afloop); afslaand auto (300 ongevallen, waarvan 8 met letsel en 1 dodelijke afloop). Pagina 23 van 64

In bijlage 5 is een totaaloverzicht opgenomen. Deze top 4 ziet er bijna hetzelfde uit als in de periode 1994 1998. De typen kop-staartongeval en afslaand auto zijn verwisseld van de plaatsen 3 en 4. Grootste dalingen Het aantal parkeerongevallen is met 100 gedaald. Dit wordt mede veroorzaakt door het feit dat vanaf 2003 de parkeerongevallen niet meer geregistreerd worden. Opvallend is verder dat: het aantal ongevallen van het type kop-staart gedaald is van 360 naar 302 (-16%); het aantal ongevallen van het type afslaand auto daalde van 370 naar 300 (-19%); het aantal ongevallen van het type ongevallen met tegenligger daalde van 156 naar 124 (-21%); het aantal ongevallen van het type overig met dieren daalde van 149 naar 118 (-21%); het aantal ongevallen van het type voorrang auto daalde van 126 naar 92 (-27%). Het aantal ongevallen van het type voorrang fiets daalde van 49 naar 45 (-8%). Stijgingen Feitelijk is over de gehele linie een daling te zien in het aantal ongevallen. Er is een zeer geringe stijging van het aantal ongevallen te zien bij de typen afslaand fiets (+3, +3%) en nevenrijbaan (+2, + 2%). Als er wordt gekeken naar de letselongevallen, valt op dat er een vrij sterke stijging is te zien van het aantal letselongevallen van het type rijongeval van 104 naar 123 letselongevallen (+18%). Verder is er een relatief sterke stijging te zien van het aantal letselongevallen bij het type voorrang fiets van 19 naar 28 (+ 47%). Echter het aantal ongevallen van het type afslaand fiets nam af met 12 ongevallen. Het totaal aantal ongevallen en het aantal letselongevallen van de typen voorrang fiets en afslaand fiets gezamenlijk is niet noemenswaardig gewijzigd. Een sterke daling is te zien bij het aantal letselongevallen van het type afslaand auto. Deze daalde met 68%. Bij de dodelijke ongevallen is de grootste daling te zien bij de ongevallen van het type afslaand fiets van 3 naar 1 dodelijk ongeval. Er is een stijging te zien van het aantal dodelijke ongevallen van het type voetganger van 0 naar 3 dodelijke ongevallen. De meeste slachtoffers in de periode 2000 2004 vielen bij het type rijongeval (157 slachtoffers waarvan 7 doden). Ten opzichte van de periode 1994 1998 nam het aantal slachtoffers bij dit type ongeval met 25 toe (+19%). Ten aanzien van de andere type ongevallen valt het volgende op: stijging aantal slachtoffers bij het type voorrang fiets van 24 naar 32 (+33%); stijging aantal slachtoffers bij het type kop-staartongeval van 42 naar 53 (+26%); stijging aantal slachtoffers bij het type nevenrijbaan van 18 naar 25 (+39%); daling aantal slachtoffers bij het type voorrang auto van 28 naar 11 (-61%); daling aantal slachtoffers bij het type afslaand auto van 34 naar 14 (-59%); daling aantal slachtoffers bij het type afslaand fiets van 53 naar 46 (-16%). Alcohol In de periode 2000-2004 is er bij 87 ongevallen (4,3% van het totaal aantal ongevallen) sprake van alcoholgebruik. Bij 43 ongevallen (2,1% van alle ongevallen) is het alcoholpromillage dusdanig hoog dat men is bekeurd (artikel 8 WegenVerkeersWet ). Bij de andere 45 ongevallen heeft men wel alcohol genuttigd maar het promillage is volgens de wet toelaatbaar. Ten opzich- Pagina 24 van 64

te van de periode 1994 1998 is het alcoholgebruik bij ongevallen gestegen. In die periode was er bij 73 ongevallen sprake van alcoholgebruik (3,0%). Destijds was bij 52 ongevallen (2,1%) het alcoholpromillage dusdanig hoog dat men in overtreding is en een bekeuring kreeg voor rijden onder invloed (artikel 8 WVW). Uit jaarlijks onderzoek van AVV (Adviesdienst Verkeer en Vervoer) naar het gebruik van alcohol in het verkeer, waarin de gemeente Noordenveld één van de controlegemeenten is, blijkt dat in 2005 het aantal overtreders is gedaald. In de periode 1999-2005 is een trendmatige daling te zien. Het landelijke percentage van overtreders in 2005 is 2,8%. Verder blijkt dat de provincie Drenthe het kleinste aandeel overtreders heeft. Het percentage overtreders in Drenthe lag in 2005 op 1,1%. Leeftijden Tabel 4.6: leeftijden bestuurders 2000-2004 en 1994-1998 In de periode 2000-2004 zijn relatief sterke dalingen te zien in het aantal ongevallen met bestuurders in de jonge leeftijdklassen. Het aantal ongevallen in de klassen 12-15 jaar, 16-17 jaar en 18-24 jaar daalde het aantal ongevallen respectievelijk met 40%, 20% en 19%. Ook het aantal ongevallen in de klasse 25-39 jaar daalde sterk met 24%. Objecten Tabel 4.7: Objecten 2000-2004 en 1994-1998 Aangezien in de periode 2000-2004 een daling van het aantal ongevallen is te zien ten opzichte van de periode 1994-1998 is er bij de meeste objecttypen sprake van een daling. Het meest opvallend zijn de dalingen in het aantal auto s, vrachtauto s, bromfietsen, fietsen en voetgangers die bij ongevallen betrokken zijn. Deze dalingen zijn respectievelijk 20%, 31%, 21%, 20% en 39%. Verder is opvallend dat het aantal ongevallen met bestelauto s met 22% is gestegen. Top 37 verkeersonveilige locaties In tabel 4.8 is een lijst weergegeven met daarin de 37 locaties waarop de meeste ongevallen zijn geregistreerd in de gemeente Noordenveld in de periode 2000 t/m 2004. Veertien ongevallenlocaties bevinden zich op kruispunten, de overige allemaal op wegvakken. Zeventien ongevallenlocaties vallen onder het beheer van de gemeente, de overige onder het beheer van de provincie. Pagina 25 van 64

K: Kruispunt Top 37 ongevallenlocaties 2000-2004 Noordenveld P: Provincie G: Gemeente Nr. T_LOC STRAAT1 STRAAT2 STRAAT3 Letsel Ums Totaal 1 W G Julianaplein JULIANAPLEIN Groningerstraat 3 18 21 2 K P Asserstraat Kolonievaart Norgervaart 0 20 20 3 W P Kolonievaart De Fledders Asserstraat 5 13 18 4 K P Noordholt Oosteinde Oosteinde 2 14 16 5 W P Asserstraat De Fledders Kolonievaart 3 13 16 6 W P Groningerweg Brunlaan Langmadijk 4 12 16 7 K P Ceintuurbaan Noord Ceintuurbaan West De Zulthe 4 11 15 8 K P Bankenbosweg Hoofdweg Hoofdweg 6 7 13 9 K P HOOFDWEG Hoofdweg Hoofdweg 2 10 12 10 W G J P Santeeweg J P Santeeweg Natuurschoonweg 0 12 12 11 W P J P Santeeweg Meerweg Turfweg 4 8 12 12 K G Julianaplein JULIANAPLEIN Julianaplein 3 8 12 13 W P Norgerweg Markeweg Hoofdweg 4 7 11 14 K P Bunnerveenseweg Bunnerveenseweg Roderweg 2 9 11 15 W G Zevenhuisterweg Veldweg Veldweg 4 6 10 16 K P Hooilanden Hooilanden Hooilanden 0 9 10 17 W P Kolonievaart Hoofdweg De Fledders 1 9 10 18 W P Hoofdweg Norgerweg Westerstukkenweg 4 6 10 19 W G Albertsbaan Albertsbaan ALBERTSBAAN 0 10 10 20 W G Westeind Eenerstraat WESTEIND 1 9 10 21 K G Roderweg Roderweg Stinsenweg 4 5 9 22 K G Hullenweg Norgerweg Norgerweg 2 6 9 23 W G Kanaalstraat 1e Energieweg Gedempte Haven 0 9 9 24 W G Ceintuurbaan Noord Dwazziewegen Oosteinde 1 8 9 25 W P Asserstraat Asserstraat TONCKENSSTRAAT 0 9 9 26 W P Norgervaart Asserstraat Koelenweg 3 6 9 27 W G Hoofdstraat Schansweg Hoofdweg 0 8 8 28 W G Norgerweg Bankenbosweg Meidoornlaan 1 7 8 29 W G Julianaplein Kanaalstraat JULIANAPLEIN 0 8 8 30 K G Julianaplein Julianaplein Julianaplein 4 4 8 31 W P Langeloerweg Wiltenkamp Postmaatseweg 1 7 8 32 K G Ceintuurbaan Noord Oosteinde Oosteinde 0 8 8 33 K G Eenerstraat Langeloerweg Westeind 0 8 8 34 W P Groningerweg Weringsdijk Hamersweg 3 5 8 35 W P Groningerweg Drentselaan Hamersweg 2 6 8 36 W P Oosterwoldseweg Drentseweg Hoofdweg 1 6 7 37 K G Jasmijnlaan Leeksterweg LEEKSTERWEG 1 6 7 W G Westerbaan Westerstraat Molenweg 0 41 41 K G Brink Heerestraat Raadhuisstraat 1 18 19 W G Brink Norgerweg Brink 0 17 17 W G Albertsbaan ALBERTSBAAN Albertsbaan 0 17 17 W G Raadhuisstraat Brink JULIANAPLEIN 1 16 17 W G Vagevuurselaan Schapenweg Toutenburgsingel 5 11 16 W G Heerestraat Padkamp Nieuweweg 0 14 14 K G Ceintuurbaan Noord Ceintuurbaan Noord Kanaalstraat 3 11 14 K G Ceintuurbaan Zuid Norgerweg Norgerweg 3 9 12 W G Albertsbaan Albertsbaan Albertsbaan 1 11 12 W G Heerestraat Albertsbaan Brink 2 9 11 K G Bloemstraat Meidoornlaan Zulthereschweg 1 9 10 K G Nieuweweg Nieuweweg Westerstraat 1 8 9 K G Kanaalstraat Kanaalstraat Trambaan 0 8 8 K G Heerestraat Heerestraat Heerestraat 0 8 8 W G Noordesch Mensingheweg Centrum 0 9 9 Tabel 4.8: Top 37 ongevallenlocaties. Schuin gedrukt zijn uitgevoerde maatregelen. In tabel 4.8 zijn de locaties waar in de afgelopen jaren maatregelen zijn uitgevoerd buiten de top 37 gehouden. Deze locaties zijn cursief weergegeven. Deze locaties dienen nog wel als aandachtspunt. De effecten van de uitgevoerde maatregelen zal in de komende tijd geëvalueerd moeten worden. Pagina 26 van 64

Top 10 ongevallenlocaties op gemeentelijke wegen Uit de top 37 zijn vervolgens de 10 locaties met de meeste ongevallen op het gemeentelijk wegennet gehaald. Hierbij zijn de locaties op de provinciale wegen en de locaties waar reeds maatregelen zijn genomen (zie tabel 4.8) niet meegenomen. Tevens zijn de parkeerongevallen eruit gefilterd, aangezien dit type ongeval niet direct iets met verkeersveiligheid te maken heeft (maar veelal met een fout uitgevoerde manoeuvre). Hierdoor zijn ook enkele locaties uit de top 10 gevallen. Een en ander resulteert in een nieuwe tabel met daarin de 10 meest onveilige locaties op gemeentelijke wegen exclusief parkeerongevallen. Deze locaties zijn opgenomen in tabel 4.9 en weergegeven op de kaart in bijlage 5. Top 10 gevaarlijke locaties op gemeentelijke wegen 2000-2004 Noordenveld exclusief parkeren Nr. T_LOC STRAAT1 STRAAT2 STRAAT3 Dodelijk Letsel Ums Totaal 1 K Julianaplein JULIANAPLEIN Julianaplein 1 3 8 12 2 W Zevenhuisterweg Veldweg Veldweg 0 4 6 10 3 K Roderweg Roderweg Stinsenweg 0 4 5 9 4 K Hullenweg Norgerweg Norgerweg 1 2 6 9 5 W Hoofdstraat Schansweg Hoofdweg 0 0 8 8 6 W Norgerweg Bankenbosweg Meidoornlaan 0 1 7 8 7 K Julianaplein Julianaplein Julianaplein 0 4 4 8 8 K Ceintuurbaan Noord Oosteinde Oosteinde 0 0 8 8 9 K Eenerstraat Langeloerweg Westeind 0 0 8 8 10 K Jasmijnlaan Leeksterweg LEEKSTERWEG 0 1 6 7 Tabel 4.9: Top 10 gevaarlijke locaties gemeentelijke wegen exclusief parkeren Resultaten enquête Aan de respondenten is gevraagd welke onveilige locaties de komende jaren opgelost moeten worden. De volgende locaties zijn genoemd: Terheylsterweg; Hofstedenlaan/Kastelenlaan in Roden; Centrum van Norg; Heerestraat/Raadhuisstraat/Touwslager in Roden; Vijfde Verloting, verschillende wegen. Conclusie Ten opzichte van de ongevallenperiode 1994-1998 is het totaal aantal ongevallen in de gemeente Noordenveld in de periode 2000 2004 gedaald met 15%. Wanneer de parkeerongevallen over de gehele periode buiten beschouwing worden gelaten is er sprake van een daling van 13% van het totaal aantal ongevallen. Binnen de gemeente is sprake van een lichte daling van circa 2% wat betreft het aantal letselongevallen en slachtoffers in de periode 2000-2004 ten opzichte van 1994-2004. Op de gemeentelijke wegen is een positieve ontwikkeling te zien in het aantal ongevallen, het aantal letselongevallen en slachtoffers. Deze daalden respectievelijk met 18%, 12% en 12%. Opmerkelijk zijn verder de duidelijke daling van het aantal ongevallen met jonge bestuurders het totaal aantal ongevallen in de leeftijdklassen van 12 tot 24 jaar daalde met ruim 20% en een daling van het totaal aantal fietsen en bromfietsen dat bij ongevallen betrokken was met 20%. Van de ongevallen op de 10 meest onveilige locaties op gemeentelijke wegen vindt het grootste deel binnen de bebouwde kom plaats. Zes van de 10 locaties zijn gelegen in de bebouwde kom van Roden en één locatie binnen de bebouwde kom in Norg. Binnen de bebouwde kom gaat het om allemaal kruisingen. De overige locaties zijn wegvakken in het buitengebied. Pagina 27 van 64

De locaties waarop in de afgelopen jaren maatregelen zijn uitgevoerd, zijn buiten de top 10 gehouden. Voor deze locaties geldt dat de vinger aan de pols gehouden moet worden. De effecten van deze maatregelen zullen in de komende tijd geëvalueerd moeten worden. Maatregelen In de komende vijf jaar is het van groot belang de 10 meest onveilige locaties op de gemeentelijke wegen in de gemeente Noordenveld aan te pakken. Veelal gaat het om kruisingen binnen de bebouwde kom. Het gaat om de volgende kruisingen in Roden: kruising Julianaplein kruising Roderweg Stinsenweg kruising Ceintuurbaan Noord Oosteinde kruising Norgerweg Hullenweg kruising Jasmijnlaan-Leeksterweg. Julianaplein Roderweg-Stinsenweg Ceintuurbaan Noord-Oosteind Eenerstraat-Langeloërweg-Westeind De onveilige kruising Eenerstraat Langeloërweg Westeind in Norg wordt meegenomen in het project Centrum Norg. Voor de onveilige wegvakken buiten de bebouwde kom is het aan te bevelen om ten aanzien van de gevaarlijke locaties nadere ongevallenanalyses uit te voeren, om op die manier de oorzaken en mogelijke maatregelen in beeld te brengen. Het gaat om de volgende wegen: Zevenhuisterweg (tussen Nieuw-Roden en Zevenhuizen); Hoofdstraat (ten noorden van Een); Norgerweg (ten oosten van Veenhuizen). Bij de aanpak van de 10 onveilige locaties is het van belang rekening te houden met de omgeving en de inwoners/belanghebbenden, door deze bij het ontwerp te betrekken.

Naast de genoemde top 10 is tevens de aanpak van de kruising Ceintuurbaan Zuid Norgerweg in Roden in het uitvoeringsprogramma opgenomen. Uit de enquête kwam onder andere de Terheylsterweg naar voren. Op het deel buiten de bebouwde kom is reeds 60 km/u ingevoerd. In het uitvoeringsprogramma is het deel binnen de bebouwde kom opgenomen, dat ingericht zal worden als 30 km-gebied. Tevens worden de maatregelen rondom scholen positief beoordeeld. In het uitvoeringsprogramma wordt dan ook het voorstel opgenomen om voor de komende jaren geld beschikbaar te stellen voor het verbeteren van de verkeersveiligheid rondom scholen. In het uitvoeringsprogramma is eveneens opgenomen de monitoring van verkeersveiligheid. De bedoeling is om ieder jaar een overzicht te maken van de ongevallen die hebben plaatsgevonden. De effectiviteit van de maatregelen op de verkeersveiligheid wordt op basis van de jaarlijkse ongevallenanalyse beoordeeld. Verder biedt de analyse inzicht in zogenaamde ongevallenconcentraties. Het prioriteren van maatregelen kan hierop worden afgestemd. 4.3 Gedragsbeïnvloeding Analyse Infrastructurele maatregelen alleen zijn vaak onvoldoende. Het is zinvoller in combinatie met of in aanvulling op de infrastructurele maatregelen beleid te ontwikkelen, waarmee een beroep wordt gedaan op de eigen verantwoordelijkheid van de verkeersdeelnemer. Het doel van het verkeersveiligheidbeleid in de provincie Drenthe is dan ook als volgt geformuleerd: Inwoners van Drenthe worden van driewieler tot rollator ondersteund in veilige verkeersdeelname door middel van een samenhangend pakket van maatregelen op het gebied van infrastructuur, educatie, voorlichting, communicatie, participatie en handhaving. Ook de gemeente Noordenveld streeft deze doelstelling na. Om uitvoering te geven aan de niet-infrastructurele maatregelen in deze doelstelling, is in de provincie Drenthe gekozen voor een aanpak in regionaal verband. De gemeente Noordenveld valt onder de regio Noord Drenthe met drie andere buurgemeenten, namelijk gemeenten Aa en Hunze, Assen en Tynaarlo. Binnen dit samenwerkingsverband wordt het grootste deel van de projecten, met ondersteuning van de provincie, op decentraal niveau uitgevoerd. De afgelopen jaren heeft de gemeente bijgedragen aan diverse projecten op het gebied van gedragsbeïnvloeding. Ook de komende jaren gaat de gemeente zich hiervoor weer inzetten samen met de provincie en de drie andere noordelijke Drentse gemeenten. De projecten zijn zeer divers. Zo is er voor basisscholen het project Drentse Verkeersveiligheidslabel. Een school kan dit label verdienen door punten te scoren op (praktische) verkeerseducatie, verkeersveilige schoolomgeving en betrokkenheid ouders. Voor de middelbare scholen is er de Verkeersmarkt, een doe-markt, waarbij brugklassers bewust worden gemaakt van hun en andermans verkeersgedrag. Ook bijvoorbeeld gevaarlijke (kruis)punten op weg van huis naar school komen aan de orde. Verder is er voor middelbare scholieren de Clinic Veilig Uitgaan. Tevens zijn er diverse rijvaardigheidstrainingen voor uiteenlopende doelgroepen. Voor de aanstaande bromfietsers is er de Bromfiets(praktijk)cursus, voor motorrijders de Regionale Motortraining (RMT), een trial voor jonge automobilisten en voor oudere verkeersdeelnemers het project BROEM en Scootmobiel rijvaardigheidstraining. Tot slot zijn er nog vele andere projecten en campagnes, te denken aan de campagnes De scholen zijn weer begonnen en de Nationale Straatspeeldag. Maar ook het Dode hoek project met als doel het bevorderen van de veiligheid in het verkeer en het bewustzijn van verkeersveiligheid in relatie tot de vrachtauto bij schoolgaande kinderen. En de campagne De Derde Helft, waarbij informatie in sportkantines wordt verschaft over de gevaren van rijden onder invloed door middel van onder andere promotiemateriaal en ademanalyseapparatuur. Pagina 29 van 64

Voor de komende jaren is in het Verkeer- en Vervoersberaad besloten om de BDU-subsidie voor infrastructuur te koppelen aan de BDU-subsidie voor gedragsbeïnvloeding. In het Verkeeren Vervoersberaad is tevens besloten om het bedrag voor gedragsbeïnvloeding te koppelen aan het aantal inwoners. Per inwoner zal de gemeente één euro aan gedragsbeïnvloeding uit moeten geven. De provincie doet hier dan één euro BDU-subsidie per bewoner bij. Als deze bedragen niet worden uitgegeven aan gedragsbeïnvloeding, dan wordt minder of geen BDU-subsidie voor infrastructurele projecten ontvangen dan dat maximaal mogelijk is. Resultaten enquête Iets meer dan de helft van de respondenten vindt dat educatie en voorlichting heeft bijgedragen aan het verbeteren van de verkeersveiligheid. Degenen die vinden dat het geen bijdrage heeft geleverd geven als reden dat het veel mensen niet bereikt en dat ze er zelf ook niks van hebben gemerkt. Conclusie Naast het nemen van infrastructurele maatregelen is het nemen van niet-infrastructurele maatregelen (voorlichting, educatie, communicatie en handhaving) ook belangrijk voor het verbeteren van de verkeersveiligheid. De gemeenten werken samen in regio s om de maatregelen ten aanzien van gedragsbeïnvloeding te coördineren en uit te voeren. Ook in de komende jaren is het van belang geld beschikbaar te stellen om deze projecten uit te voeren. Maatregelen Activiteiten die met het jaarlijks beschikbaar te stellen budget kunnen worden gefinancierd zijn onder andere: Regionaal Bromfietscursus Trials Verkeersmarkt. Lokaal Drents verkeersveiligheidslabel Fietscontrole Verkeersexamen Verkeersouders Verkeersbrigadiers Straatspeeldag De scholen zijn weer begonnen Broemritten Scootmobielcursus Activiteiten Veilig Verkeer Nederland (VVN) Fietsverlichting RMT motortraining Trapvaardig Dode hoek project Verkeersmarkt Onderzoek naar schoolroutes Clinic Veilig Uitgaan (middelbare scholieren) Campagneborden (VVN).