Obesitas Enkel Lifestyle? B.J. Van der Schueren W. Van Der Borght
Disclaimer No Conflicts of Interest Member of the Committee for Medicinal Products for Human Use at EMA Subject famhp/entity/division-unit-cell Date
Disclaimer Disclaimer: The views expressed in this presentation are the personal views of the speaker and may not be understood or quoted as being made on behalf of or reflecting the position of EMA or one of its committees or working parties. Subject famhp/entity/division-unit-cell Date
Obesitaskliniek UZLeuven Artsen Matthias Lannoo Bart Van der Schueren Ann Mertens Katrien Laga Roman Vangoitsenhoven Diëtisten Liesbeth Renaerts Evy Weynants Mieke Roelants Laura Celis Psychologen Amber Van den Eynde Wout Van der Borght Kine Ilse Muylaert Ben Matters Coördinatoren Ann Desmet (obesitaskliniek) Mieke De Vadder (bariatrische chirurgie) Apotheker Ina Gesquière Wetenschappelijke Coördinatoren Christophe Matthys Ann Meulemans Studenten Brecht Gijbels
Body mass index (BMI) of Quetelet index De BMI of QI is een maat voor gewicht die (relatief) onafhankelijk is van de lengte. Wordt gebruikt als schatting van vetmassa. QI = (gewicht in kilogram)/(lengte in meter)2 (Eenheid: kg/m 2) Categorieën en definities: BMI < 18.5 : ondergewicht BMI tussen 18.5-25 : normaal BMI tussen 25-30 : overgewicht BMI tussen 30-35 : obesitas (klasse I obesitas) BMI > 35 : morbiede obesitas 35-40 : klasse II obesitas > 40: klasse III obesitas Nota: pas op met term «zwaarlijvigheid» : volgens sommigen overgewicht plus obesitas (dus BMI >25), voor anderen synoniem met «obesitas» (BMI > 30) 5
Een kwestie van karakter World Health organisation 2014
EEN KWESTIE VAN KARAKTER
Is obesitas een ziekte - clearly a threat to health and longevity - lacks a universal concomitant group of symptoms or signs and the impairment of function which characterize disease according to traditional definitions. International Journal of Obesity October 2001, Volume 25, Number 10, Pages 1401-1404
BM of Parents (kg/m 2 ) Relationship Between Adoptee Weight and Weight of Biological or Adoptive Parents Biological Parents Adoptive Parents Fathers Mothers Thin Median Overweight Obese Thin Median Overweight Obese Weight Classification of Adoptees Stunkard et al. N Engl J Med 1986;314:193. Copyright 1986 Massachusetts Medical Society. All rights reserved. Slide Source: www.obesityonline.org
Regulatie van gewichsthomeostase NPY AGRP galanin Centrale Signalen Stimuleren Orexin-A dynorphin Inhiberen α-msh CRH/UCN GLP-I CART NE 5-HT Externe factoren Emoties Voedselkenmerken Lifestyle Omgevingsstimuli Perifere signalen + Glucose CCK, GLP-1, Apo-A-IV Vagus Insulin Ghrelin Leptin Perifere organen Gastrointestinaal Vetweefsel Voedselopname + Cortisol Bijnieren
Look-ahead N Engl J Med 2013; 369:145-154July 11, 2013
Ghrelin defends body weight David E. Cummings, M.D., David S. Weigle, M.D., R. Scott Frayo, B.S., Patricia A. Breen, B.S.N., Marina K. Ma, E. Patchen Dellinger, M.D., and Jonathan Q. Purnell, M.D. N Engl J Med 2002; 346:1623-1630May 23, 2002
The answer to obesity is obvious Eat Less and Exercise More Conventional rule for slimming cut 500 calories each day and lose half a kilo (about a pound) a week BUT Baseline characteristics differ from person to person (shift in metabolism as kilo s pile up) http://bwsimulator.niddk.nih.gov The Lancet, Volume 378, Issue 9793, Pages 826-837, 27 August 2011
Eet wat minder en beweeg wat meer!! Huidige cultuur : grote nadruk op Zelfregulatie, zelfbeschikking Maakbaarheid van het menselijk lichaam + Veronderstelling dat gewicht een bij uitstek controleerbaar lichamelijk kenmerk is. Het grote publiek maar ook de hulpverleners en zelfs de obese persoon zelf hebben culpabiliserende overtuigingen omtrent overgewicht en obesitas. Vooral in de media worden de stereotypen van obese mensen gepromoot. Er mag gelachen worden met dikke mensen. veel positiever beeld van mensen met ondergewicht.
Eet wat minder en beweeg wat meer!! Niemand ontsnapt aan de stigmatiserende overtuigingen. Onderzoek bij eerstelijnsartsen in GB en Frankrijk : 30 % ziet obese patiënt als luier, meer genotzuchtig dan mensen met gewoon gewicht, verslaafd aan voedsel, persoonlijkheidsproblematiek. Ze hebben een gebrek aan motivatie en zijn niet compliment Zowel vragenlijstonderzoek als bij experimentele studies (casus ter beoordeling voorgelegd met enkel variatie in gewicht van de patiënt). : sterke lineaire trend hoe zwaarder de patiënt hoe ongezonder de patiënt, hoe minder goede zelfzorg, hoe minder gedisciplineerd de patiënt werd bevonden. Belangrijk deel van hulpverlening vindt het verloren tijd om met obese patiënten bezig te zijn, vinden het lastige patiënten die niet doen wat hen opgelegd wordt en daarvoor allerlei excuses aandraagt. Ook specialisten in obesitas ontsnappen er niet aan (Teachman & Brownell, 2003). Verder ook : verpleegkundigen, dietisten, sportcoachen, psychologen.
Dik, lelijk en lui. Patienten voelen dat zelf ook op min of meer subtiele wijzen. Gesprekken met voormalig obese mensen na bariatrische chirurgie. Voelen zich veel meer aanvaard door omgeving, veel meer gerespecteerd : ze worden frequenter aangesproken, worden positiever benaderd dan vroeger, er wordt meer rekening mee gehouden (vb straat oversteken). Ze zitten vast tussen eigen stereotype overtuigingen over obesitas en de noodzaak om gezonder te worden, beter uit te zien. Culpabiliseren van obese patiënt heeft desastreuze gevolgen op psychologisch en lichamelijk functioneren. Depressie : gepest worden owv uiterlijke (gewicht) kan verbonden zijn met verhoogde kwetsbaarheid tot depressie op latere leeftijd. Zelfbeeld : obese mensen nemen visie over. Lichaamsbeeld Eetgedrag : verstoord eetgedrag is verbonden met stigmatisatie op jonge leeftijd in combinatie met negatief zelfbeeld. Meer dan bij andere levensstijlproblemen??
De dieet-burnout Vooral wanneer een dieet mislukt, komt culpabiliseren op Je bent niet compliant met ons dieet Je maakt per ongeluk of onwetend zeker dieetfouten Je moet de caloriebeperking nog opvoeren Je moet meer bewegen Je moet meer gemotiveerd zijn Door de enorme toevloed van nieuwe dieten, wat wel en niet gezond is, door de opeenvolgende mislukte dieten, verliezen mensen niet alleen de moed maar ook een realistisch beeld van hun lichamelijk functioneren Ik word dik van water of ik kijk maar naar een gebakje en ik verdik een kg Dikwijls geinterpreteerd door hv als indicatie van gebrek aan informatie Maar ook dat is bijzonder culpabiliserende interventie : je weet niet hoe het werkt want je bent dom, dik
Realistische doelen Hét adagium van moderne gewichtsbehandeling: de hulpverlener stelde zijn verwachtingen al bij, nu nog de patiënt 10 % regel : patiënt is wel niet tevreden, wel gezonder Maar : Several studies have shown that more ambitious goals are sometimes associated with better weight-loss outcomes. Furthermore, studies showed that interventions designed to improve weight-loss outcomes by altering unrealistic goals resulted in more realistic weight-loss expectations but did not improve outcomes. (Casazza, Fontaine et al., NEJM, 2013)
Responsabiliseren van de obese patiënt in de klinische praktijk Vertrekpunt : De default state is er een van overconsumptie en onderactiviteit tenzij de persoon specifieke vaardigheden (voor altijd) in gang zet om deze toestand tegen te gaan. Samen met de patiënt zoeken naar wat écht belangrijk voor hem/haar is op lange termijn en dit gebruiken als leidraad of kompas bij de dagelijkse eetbeslissingen. De patiënt helpen te leven met onaangename sensaties van honger en goesting of zelfs drang naar eten (ze niet willen minimaliseren of laten verdwijnen) De patiënt helpen zich bewust te blijven van de impakt van de omgeving op eten en die veranderen
Responsabiliseren van de obese patiënt in de klinische praktijk Het niet overnemen van de patiënt en zeggen wat hij moet doen. Uitzoeken wat de persoon ZELF graag WIL bereiken, veranderen, Uitzoeken hoe de persoon zelf zijn probleem ziet
Responsabiliseren dmv de juiste vragen Hoe belangrijk is het voor u om te vermageren? Hoe gemotiveerd bent u om uw snoepgewoonten voor altijd anders te doen? Stel dat je zou beslissen om te veranderen, hoeveel kans geef je je om daarin te lukken? En wat zit er in dat cijfer van jou? Waarom zei je 7 en niet 5? En waarom nog? (x5)
Obesitaskliniek UZLeuven Artsen Matthias Lannoo Bart Van der Schueren Ann Mertens Katrien Laga Roman Vangoitsenhoven Diëtisten Liesbeth Renaerts Evy Weynants Mieke Roelants Laura Celis Psychologen Amber Van den Eynde Wout Van der Borght Kine Ilse Muylaert Ben Matters Coördinatoren Ann Desmet (obesitaskliniek) Mieke De Vadder (bariatrische chirurgie) Apotheker Ina Gesquière Wetenschappelijke Coördinatoren Christophe Matthys Ann Meulemans Studenten Brecht Gijbels