Werk Algemeen. Versie 1.0 INBURGEREN. daar gaan we werk van maken! 2007 ITpreneurs Nederland BV. All Rights Reserved

Vergelijkbare documenten
Werk Algemeen. Versie 1.0 DEMO INBURGEREN. daar gaan we werk van maken! 2007 ITpreneurs Nederland BV. All Rights Reserved

van tevoren vragen opschrijven om bij een sollicitatiegesprek te stellen.

Artikel 1 Werknemer treedt met ingang van bij werkgever in dienst als, voor het verrichten van werkzaamheden als bedoeld in artikel 11.

Praktijkopdrachten. Burgerschap. pob-v1.1. daar gaan we werk van maken! 2007 ITpreneurs Nederland BV. All Rights Reserved

Standaard Arbeidsovereenkomst bepaalde tijd

docenten handleiding CP03 Het arbeidscontract WZDH3-V1.1

Onderwerpen. Kennismaken met verschillende manieren van solliciteren. Zich voorbereiden op een sollicitatie. Wat kun je meenemen?

Standaard Arbeidsovereenkomst onbepaalde tijd

Wilt u meer informatie of heeft u vragen? Dan kunt u terecht bij de Werkgeverslijn land- en tuinbouw via T

Thema Op zoek naar werk

Inleiding. Deze voorbeeld arbeidsovereenkomst is een MUP-contract.

Wilt u meer informatie of heeft u vragen? Dan kunt u terecht bij de Werkgeverslijn land- en tuinbouw via T

Onderwerpen. Wat kun je meenemen?

ARBEIDSOVEREENKOMST (voor bepaalde tijd) I., gevestigd te, ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer/mevrouw,

1. de sportorganisatie/school/vereniging..., gevestigd te... overeenkomstig artikel... van haar statuten vertegenwoordigd door:

Wilt u meer informatie of heeft u vragen? Dan kunt u terecht bij de Werkgeverslijn land- en tuinbouw via T

Bijlage 12: Voorbeelden individuele arbeidsovereenkomsten

Model. Arbeidsovereenkomst cao Dierhouderij. Versie 6 maart 2013

Ik, leren en werken. Aan het werk

Werken in de horeca. 12 meest gestelde vragen door werknemers. L1NDA BV

Wilt u meer informatie of heeft u vragen? Dan kunt u terecht bij de Werkgeverslijn land- en tuinbouw via T

CP1. op zoek naar werk

Docentenhandleiding. CP15 het functioneringsgesprek. dh15-v2.0. daar gaan we werk van maken! 2007 ITpreneurs Nederland BV. All Rights Reserved

Model. Oproepovereenkomst (MUP) Versie 21 februari 2014

CP16. ziek- en betermelden

werkbladen thema 5 werk

[naam werkgever], gevestigd te.. [plaats/adres], in deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door.[naam],. [functie], hierna te noemen werkgever ;

Thema Nederlandse cultuur en gewoontes

CP11. op zoek naar werk

Als ik mijn baan kwijtraak. Voorkom dat u werkloos wordt Hoe komt u weer aan werk? Wat moet u doen voor een WW-uitkering?

Alles onder de knie? 1 Herhalen. Intro. Met de docent. 1 Werk samen. Lees het begin van de gesprekjes. Maak samen de gesprekjes af.

Fulltime arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd

[Naam werkgever], gevestigd te [plaats/adres], in deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door [ naam], [functie] hierna te noemen werkgever,

docenten handleiding CP02 Solliciteren WZDH2-V1.1

Herhalingsles van het thema Op zoek naar werk

Thema Op zoek naar werk

Model. Portfolio. Werk

Hierbij bevestigen wij de afspraak met betrekking tot het gezamenlijk opleiden van een leerling in de Beroeps Begeleidende Leerweg (BBL)

partijen zijn op de hoogte van de Richtlijn/Adviesregeling Arbeidsvoorwaarden Bestuurder kinderopvang van de NVTK (hierna: de Richtlijn).

Bijlage 15 Model Portfolio Geestelijke bedienaren, bij artikel 3.7, vijfde lid, van de Regeling inburgering

Voorbeeld Arbeidsovereenkomst. Werkboek BB Bladzijde 111 opdracht 2.4

Je kunt zoeken naar werk dat bij je past. Je kunt praten met een medewerker van een uitzendbureau. Je kunt informatie vragen over vacatures.

Bedrijf BV, gevestigd te Straat 1 te Stad, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer Voorbeeld Persoon, hierna te noemen "werkgever";

Hoe vraag ik een WIA-uitkering aan?

Oproepovereenkomst m.u.p. onbepaalde tijd

ARBEIDSOVEREENKOMST. 2. [naam DGA], geboren op [datum], wonende aan de [adres] te ([postcode]) [plaats], hierna te noemen: "werknemer";

Bedrijf VOF, gevestigd te Straat 1 te Stad, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer Voorbeeld Persoon, hierna te noemen "werkgever";

Thema Op het werk. Lesbrief 15. Het functioneringsgesprek.

Thema Op zoek naar werk

CP15. functioneringsgesprek

ORIËNTATIE OP DE NEDERLANDSE ARBEIDSMARKT

Werken via Attract Uitzendbureau, hoe werkt dat? PERSONEELSGIDS

Model. Portfolio. Werk

1. [Naam onderneming of natuurlijk persoon], gevestigd te [postcode] [plaats] aan de [straat & nummer], hierna te noemen: 'werkgever',

Inleiding. Kijk ook in onze kennisbank arbeid voor meer informatie over het werken met een BBL er. Arbeidsovereenkomst BBL 1

STAGEBOEK 2014 VAN AFDELING..

Ad Appel & Ellen Oostenbrink Ad Appel & Ellen Oostenbrink linguaincognita@kpnmail.

Sollicitatiebrief. De 10 Stappen. Op zoek naar werk? Wij maken jou sterk!

Het uurloon betreft een all-in uurloon inclusief vakantietoeslag (8%), vakantierechten en de eindejaaruitkering (5,7%).

2.6 model arbeidsovereenkomst voor de duur van een bepaald werk of bepaald project 1

Arbeidsovereenkoms vmbo-b34

Stagedagboek NAAM: BEDRIJF: PERIODE: TRAJECT:

Leren en werken bij De Belvertshoeve

maandag 11 mei inleveren!

TOELICHTING VOOR MEDEWERKERS. Datum: 9 oktober 2013

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 5. Werk vragen in een winkel

Goed voorbeeld van een voorovereenkomst (oproepcontract)

Thema Op het werk. Lesbrief 12. In de pauze.

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 7. Werk vragen in een winkel

Thema Op zoek naar werk

CP14. gesprek over arbeidsvoorwaarden

College van Bestuur n.v.t. (voorbeeld) Arbeidsovereenkomst Voorzitter/Lid College van Bestuur

Ontslag, en nu? werk.nl uwv.nl. Wat u moet weten als u ontslag krijgt. Wilt u meer weten?

Spreekopdrachten thema 3 Kinderen

maandag 11 mei inleveren! STAGE BOEK 2015 VAN.AFDELING...

Spreekopdrachten thema 3 Kinderen

ARBEIDSOVEREENKOMST MET UITGESTELDE PRESTATIEPLICHT VOOR BEPAALDE TIJD (NUL UREN)

Spreekopdrachten thema 7 Werken

Spreekopdrachten thema 6 Werk zoeken

Toelichting. U moet in het gesprek vertellen waarom u deze antwoorden heeft ingevuld. Daarom is het belangrijk dat u de Resultaatkaarten zelf invult.

Oefentoets 3 - Leesvaardigheid inburgeringsexamen

TOELICHTING RESULTAATKAARTEN TOELICHTING ORIËNTATIE OP DE NEDERLANDSE ARBEIDSMARKT

Herhalingsles van het thema Op zoek naar werk

Werkblad 2 2 Solliciteren Vanaf halverwege Niveau A1...

Thema Op zoek naar werk. Demet TV. Lesbrief 7. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken

Model. Portfolio GEESTELIJKE BEDIENAREN

werkbladen thema 1 naar een nieuwe school

Op eigen kracht maar niet alleen

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 6. Het sollicitatiegesprek Antwoord geven op vragen

Inkijkexemplaar. Dit deel gaat over de opdrachten tijdens de stage.

Thema Op zoek naar werk. Les 9. Het sollicitatiegesprek Antwoord geven op vragen

STAGEBOEKJE NEGENDAAGSE SNUFFELSTAGE

Voorbereidingsmateriaal bij voorbeeldexamens Staatsexamen NT2 Programma I

CP17. het werkoverleg

Bedrijf BV, gevestigd te Straat 1 te Stad, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer A. Persoon, hierna te noemen "werkgever";

College van Bestuur n.v.t.

Docentenhandleiding. CP11 Op zoek naar werk. dh11-v2.0. daar gaan we werk van maken! 2007 ITpreneurs Nederland BV. All Rights Reserved

Thema Informatie vragen bij een instelling

Thema Op het werk. Les 16. Herhaling thema. Wat leert u in deze les? Veel succes!

Proefexamen Schrijven 1 Deel 2

Transcriptie:

en Werk Algemeen Versie 1.0 INBURGEREN daar gaan we werk van maken! 2007 ITpreneurs Nederland BV. All Rights Reserved

Inhoudsopgave Inleiding 4 CP11 Op zoek naar werk 5 Praktijkopdracht 1* CH01 Informatie vinden over inschrijven als werkzoekende via internet. 6 Praktijkopdracht 2 CH01 Meer weten over inschrijven als 8 werkzoekende. Praktijkopdracht 3 CH01 U kunt zich inschrijven als werkzoekende. 9 Praktijkopdracht 4* CH01 U kunt zich inschrijven als werkzoekende. 10 Praktijkopdracht 5 CH02 U heeft meer informatie over waar u vacatures kunt zoeken. 11 Praktijkopdracht 6* CH02 U kunt vacatures zoeken op internet. 12 Praktijkopdracht 7* CH02 U kunt vacatures zoeken in een krant en op een vacaturebord. 13 Praktijkopdracht 8 CH03 U weet welke informatie u kunt vragen aan de medewerker van het CWI of het uitzendbureau. 14 Praktijkopdracht 9 CH03 U kunt vragen stellen over een vacature. U begrijpt de antwoorden. 15 Praktijkopdracht 10* CH03 U kunt vragen stellen over een vacature. U begrijpt de antwoorden. 16 CP12 Solliciteren 17 Praktijkopdracht 1 CH01 U weet hoe u zich voorbereidt op een sollicitatiegesprek. 18 Praktijkopdracht 2* CH01 U kunt zich voorbereiden op een sollicitatiegesprek. 20 Praktijkopdracht 3 CH02 U weet wat u bij een telefonische sollicitatie kunt zeggen. 22 Praktijkopdracht 4 CH02 U kunt een telefonisch sollicitatiegesprek voeren. 23 Praktijkopdracht 5* CH03 U begrijpt wat u op een sollicitatieformulier moet invullen. 24 Praktijkopdracht 6* CH03 U kunt een sollicitatieformulier invullen. 25 Praktijkopdracht 7 CH04 U kunt een uitnodigingsbrief voor een sollicitatiegesprek lezen. 26 Praktijkopdracht 8* CH04 U kunt een uitnodigingsbrief lezen. U haalt de belangrijkste informatie uit de brief. 27 Praktijkopdracht 9 CH05 U weet welke vragen u kunt krijgen tijdens een sollicitatiegesprek. U weet wat u kunt antwoorden. U weet ook welke vragen u zelf kunt stellen. 28 Praktijkopdracht 10* CH05 U kunt een sollicitatiegesprek voeren. 29 CP13 In gesprek over het arbeidscontract 30 Praktijkopdracht 1 CH01 Een gesprek over een arbeidscontract voorbereiden: U weet wat u nodig heeft en u weet wat u moet doen. 31 1

2* CH01 U kunt een eenvoudig arbeidscontract begrijpen. 32 Praktijkopdracht 3 CH01 U kunt vragen voorbereiden over het arbeidscontract. 35 Praktijkopdracht 4 CH02 U oefent met vragen stellen over het arbeidscontract. 36 Praktijkopdracht 5* CH02 U kunt vragen stellen over het arbeidscontract. 37 CP14 In gesprek over arbeidsvoorwaarden 38 Praktijkopdracht 1 CH01 Meer weten over arbeidsvoorwaarden. (1) 39 Praktijkopdracht 2 CH01 Meer weten over arbeidsvoorwaarden. (2) 41 Praktijkopdracht 3 CH01 U kunt vragen stellen aan collega s over 43 arbeidsvoorwaarden. Praktijkopdracht 4* CH02 Gesprek voeren over arbeidsvoorwaarden. 44 CP15 Het functioneringsgesprek 45 Praktijkopdracht 1 CH01 Meer weten over wat een functioneringsgesprek is en waar het over gaat. 46 Praktijkopdracht 2 CH01 Een takenpakket kunnen lezen. 47 Praktijkopdracht 3* CH02 Een lijstje kunnen maken met de mening over het eigen functioneren. 48 Praktijkopdracht 4 CH02 Kunnen noteren van vragen over het eigen functioneren. 49 Praktijkopdracht 5 CH02 Informatie kunnen geven en vragen beantwoorden over eigen werkzaamheden. 50 Praktijkopdracht 6 CH02 Vragen kunnen stellen in het functioneringsgesprek. 51 Praktijkopdracht 7* CH02 Een gesprek kunnen voeren met de leidinggevende over het werk en het functioneren. 52 CP16 Ziek- en betermelden 53 Praktijkopdracht 1 CH01 Informatie over ziekmelden zoeken op uw werkplek of stageplek. 54 Praktijkopdracht 2 CH03 Een telefoongesprek voeren om zich ziek te melden. 55 Praktijkopdracht 3 CH03 Een afspraak maken met een bedrijfsarts. 56 Praktijkopdracht 4* CH03 Een gesprek voeren met de bedrijfsarts over uw ziekte. 57 Praktijkopdracht 5* CH02 Een eigen verklaring invullen. 58 Praktijkopdracht 6* CH01 Een afspraak maken met de bedrijfsarts. 60 Praktijkopdracht 7* CH01 Een gesprek voeren met een bedrijfsarts. 61 Praktijkopdracht 8* CH01 Zich telefonisch ziek melden. 62 Praktijkopdracht 9* CH02 Meld u ziek door te bellen met uw werkgever. 63 CP17 Werkoverleg/teamvergaderingen 64 Praktijkopdracht 1 CH01 Eerste kennismaking met een werkoverleg. 65 Praktijkopdracht 2 CH01 U kunt zich voorbereiden op een werkoverleg. 66 2

3 CH01 U kunt begrijpen waar een werkoverleg over gaat. 67 Praktijkopdracht 4* CH01 U kunt een werkoverleg voorbereiden. 68 Praktijkopdracht 5* CH02 U kunt deelnemen aan het werkoverleg. 69 Praktijkopdracht 6* CH02 U kunt aantekeningen maken van een werkoverleg. 70 CP18 Overleggen met collega s 71 Praktijkopdracht 1 CH01 U kunt aangeven dat u (niet) begrijpt wat u moet doen. 72 Praktijkopdracht 2 CH01 U weet weten hoe u vragen kunt stellen over de werkverdeling; u weet hoe u kunt zeggen wat u liever (niet) doet. 73 Praktijkopdracht 3 CH02 U weet hoe u instructies kunt geven. 74 Praktijkopdracht 4 CH02 U kunt praten over hoe het werk is gedaan. 75 Praktijkopdracht 5* CH02 U weet welke onvoorziene situaties er op het werk kunnen ontstaan; U weet wat u in die situaties moet doen. 76 Praktijkopdracht 6* CH02 U kunt vragen stellen over de uitvoering van uw werk. 77 CP19 In gesprek met collega s 78 Praktijkopdracht 1 CH01 U kunt een collega hulp aanbieden en bedanken voor hulp. 79 Praktijkopdracht 2* CH01 U kunt een collega feliciteren. U kunt een verjaardagskaart schrijven aan een collega. 80 Praktijkopdracht 3* CH01 U kunt een collega vragen zich anders te gedragen. 81 Praktijkopdracht 4* CH01 Zichzelf voorstellen en een eenvoudig gesprek voeren. 82 Praktijkopdracht 5* CH01 Een alledaags gesprekje voeren met een collega of leidinggevende. 84 Praktijkopdracht 6* CH01 U kunt een collega feliciteren en of condoleren. 85 3

Inleiding In dit document is een verzameling te vinden van alle praktijkopdrachten van het domein Werk algemeen. De praktijkopdrachten zijn per Cruciale Pratijksituatie (CP) ingedeeld. Bij elke praktijkopdracht is aangegeven over welke Cruciale Handelingssituatie (CH) de opdracht gaat. Er bestaan twee soorten praktijkopdrachten: 1. De praktijkopdrachten waarvoor een bewijs verzameld kan worden voor het examenportfolio. Deze opdrachten zijn aangegeven met een *. 2. Extra praktijkopdrachten om bepaalde handelingssituaties te oefenen. De praktijkopdrachten zijn ook individueel te downloaden vanuit de les De praktijkopdrachten in de e-learning. 4

Op zoek naar werk CP11 Overzicht van praktijkopdrachten Praktijkopdracht 1 Zoek informatie over inschrijven als werkzoekende. 2 Bereid u voor op het inschrijven bij het CWI of bij een uitzendbureau. Wat moet u meenemen? Wat gaat u zeggen? 3 U gaat oefenen met u inschrijven als werkzoekende. 4* Schrijf u in als werkzoekende bij het CWI of bij een uitzendbureau. 5 Zoek uit op welke plekken u vacatures kunt vinden. Hulpkaart nr. Soort opdracht 13 Inventarisatieopdracht 1 2 Inventarisatieopdracht 1 5 Gespreksopdracht 1 14 Gespreksopdracht 1 5 Inventarisatieopdracht 2 CH nr. 6 Zoek een functie waarop u wilt solliciteren. 12 13 Verzamelopdracht 2 7 Ga naar het CWI en zoek daar een functie waarop u wilt solliciteren. - Verzamelopdracht 2 8 Vragen bedenken voor een gesprek over een vacature. 9 Een gesprek over een vacature oefenen. 2 3 5 6 Samen doen opdracht 3 Samen doen opdracht 3 10* Stel vragen over een vacature aan een medewerker van het CWI of het uitzendbureau. 2 Persoonlijke opdracht. 3 5

CP 11: Op zoek naar werk Informatie vinden over inschrijven als werkzoekende via internet. Zoek informatie over inschrijven als werkzoekende. Nummer 1* woorden zinnen vragen stellen lezen Plaats: Ik ga deze opdracht doen. Ik ga alleen / met deze opdracht doen. Wat gaat u precies uitzoeken? Schrijf dat hieronder op. Ik wil informatie over Ik wil weten hoe Ik Vindt u het moeilijk om informatie op internet te zoeken? Doe de opdracht dan samen iemand die dat niet moeilijk vindt. Zoek informatie op www.werk.nl en op een website van een uitzendbureau. Lees de teksten. Beantwoord uw eigen vragen. Wat weet u nu? 6

Ik kan op internet informatie vinden over inschrijven als werkzoekende. Ik kan me via internet inschrijven als werkzoekende. Heeft u een bewijs verzameld dat in het portfolio (*) kan? ja / nee 7

CP 11: Op zoek naar werk Meer weten over inschrijven als werkzoekende Bereid u voor op het inschrijven bij het CWI of bij een uitzendbureau. Wat moet u meenemen? Wat gaat u zeggen? Nummer 2 woorden zinnen vragen stellen verstaan luisteren Plaats: Ik ga deze opdracht doen. Ik ga alleen / met deze opdracht doen. Ik ga me bij het CWI of bij een uitzendbureau inschrijven. Ik neem mee: Vragen Antwoorden Praat samen met de ander over wat u mee gaat nemen naar het CWI of het uitzendbureau. Bedenk met de een ander nog meer vragen die u kunt krijgen bij het CWI of het uitzendbureau. Schrijf deze vragen op. Bedenk antwoorden die u kunt geven op de vragen. Schrijf deze antwoorden op. ja ja met hulp nee Ik weet wat ik meeneem als ik me inschrijf bij het CWI of bij het uitzendbureau. Ik weet welke vragen ik kan krijgen als ik me inschrijf bij het CWI of het uitzendbureau. Ik weet welke antwoorden ik kan geven op deze vragen. 8

CP 11: Op zoek naar werk U kunt zich inschrijven als werkzoekende. U gaat oefenen met inschrijven als werkzoekende. Nummer 3 woorden zinnen uitspraak verstaan luisteren spreken Plaats: Ik ga deze opdracht doen. Doe deze opdracht met iemand die u kent (vriend(in), collega, medecursist,..) Bedenk welk antwoord u kunt geven op de volgende vragen: Vragen: Antwoorden U komt zich inschrijven. Heeft u een identiteitsbewijs bij u? Ik neem eerst even uw gegevens met u door. Is dat goed? Wat is uw werkervaring? Welke opleiding heeft u gevolgd? Waar heeft u Nederlands geleerd? Wat voor werk zoekt u? Hoeveel uur per week kunt u werken? Hoeveel tijd wilt u maximaal besteden aan reizen? De ander stelt de vragen en u geeft antwoord. Ik kan vragen beantwoorden die ik krijg als ik me inschrijf als werkzoekende. Heeft u een bewijs verzameld dat in het portfolio (*) kan? ja / nee 9

CP 11: Op zoek naar werk U kunt zich inschrijven als werkzoekende. Schrijf u in als werkzoekende bij het CWI of bij een uitzendbureau. Nummer 4* woorden zinnen uitspraak verstaan luisteren spreken Plaats: Ik ga deze opdracht doen. Ik ga deze opdracht doen bij Bedenk wat u mee moet nemen naar het CWI. Kijk nog even bij opdracht 2. Lees de vragen en antwoorden bij opdracht 3 nog een keer door. Schrijf u in als werkzoekende bij het CWI of een uitzendbureau. Ik kan vragen beantwoorden die ik krijg als ik me inschrijf als werkzoekende. Heeft u een bewijs verzameld dat in het portfolio (*) kan? ja / nee 10

CP 11: Op zoek naar werk Nummer 5 U heeft meer informatie over waar u vacatures kunt zoeken. Zoek uit op welke plekken u vacatures kunt vinden. vragen stellen verstaan luisteren Plaats: Ik ga deze opdracht doen. Ik ga alleen / met deze opdracht doen. Waar kunt u vacatures vinden? Vraag iemand om hulp als dat nodig is. Schrijf op wat u heeft bedacht of heeft gevonden. Hier staan vacatures: Praat met een ander over vacatures zoeken. Schrijf ook informatie op die nieuw voor u is. Ik weet nu waar ik vacatures kan vinden. Ik weet ook hoe ik vacatures kan vinden die bij me passen. 11

CP 11 Op zoek naar werk Nummer 6* U kunt vacatures zoeken op internet.. Zoek een functie waarop u wilt solliciteren. Zoek bijpassende vacatures op internet. woorden vragen stellen verstaan luisteren lezen Plaats: Ik ga deze opdracht doen. Zoek op de website van het CWI naar vacatures bij deze functie. Doe dit samen met iemand die u kan helpen. De website is: www.werk.nl. Schrijf de tips op van de persoon die u helpt. Zoek daarna zonder hulp naar vacatures bij deze functie op een website van een uitzendbureau. Weet u geen naam van een uitzendbureau? Gebruik dan www.google.nl en zoek op: uitzendbureau. Ik ga zoeken naar de functie: Tips bij het zoeken naar vacatures op internet: Ik kan vacatures bij een functie zoeken op internet. Heeft u een bewijs verzameld dat in het portfolio (*) kan? ja / nee 12

CP 11: Op zoek naar werk Nummer 7* U kunt vacatures zoeken in een krant en op een vacaturebord. Ga naar het CWI en zoek daar een functie waarop u wilt solliciteren. woorden vragen stellen verstaan luisteren lezen Plaats: Ik ga deze opdracht doen. Zoek op de vacatureborden van het CWI naar vacatures bij deze functie. Of zoek een vacature in de krant (huis-aan-huisbladen, Metro etc. ). Doe dit samen met iemand die u kan helpen. Schrijf de tips op van de persoon die u helpt. Neem de vacatures mee. Zoek daarna zonder hulp naar vacatures bij deze functie op vacatureborden van een uitzendbureau. Weet u geen naam van een uitzendbureau? Zoek dan bij uitzendbureau in het telefoonboek van uw woonplaats. Of zoek zonder hulp een vacature in de krant. Neem de vacatures mee. Ik ga zoeken naar de functie: Tips bij het zoeken naar vacatures op een vacaturebord of in een krant: Ik kan vacatures bij een functie zoeken op een vacaturebord. Ik kan vacatures bij een functie zoeken in een krant. Heeft u een bewijs verzameld dat in het portfolio (*) kan? ja / nee 13

CP 11: Op zoek naar werk U weet welke informatie u kunt vragen aan de medewerker van het CWI of het uitzendbureau. Zoek een vacature op internet of op een vacaturebord. Bedenk vragen die u over deze vacature kunt stellen. Bedenk ook vragen die u kunnen helpen bij het krijgen van deze baan. Nummer 8 zinnen vragen stellen verstaan luisteren lezen Plaats: Ik ga deze opdracht doen. Ik ga alleen / met deze opdracht doen. Vragen over de vacature: Bijvoorbeeld: Werk ik hier elke dag op dezelfde tijden? Vragen die me helpen de baan te krijgen: Kan ik het beste mailen of is het beter een brief per post te sturen? Vindt u het moeilijk? Vraag dan iemand om hulp. Ik weet welke vragen ik kan stellen over vacatures. Ik weet ook welke vragen me kunnen helpen de baan te krijgen. 14

CP 11: Op zoek naar werk U kunt vragen stellen over een vacature. U begrijpt de antwoorden. Zoek een vacature op internet of op een vacaturebord. Bedenk vragen bij de vacature. Bedenk ook vragen die u kunnen helpen bij het krijgen van deze baan. Nummer 9 woorden zinnen uitspraak vragen stellen verstaan luisteren schrijven lezen Plaats: Ik ga deze opdracht doen. Ik ga alleen / met deze opdracht doen. Zoek een vacature op internet of op een vacaturebord. Bedenk vragen die u over deze vacature kunt stellen. Bedenk ook vragen die u kunnen helpen bij het krijgen van deze baan. Vragen over de vacature: Bijvoorbeeld: Werk ik hier elke dag op dezelfde tijden? Antwoorden: Vragen die me helpen de baan te krijgen: Antwoorden: Kan ik het beste mailen of is het beter een brief per post te sturen? Ik kan vragen stellen over een vacature. Ik kan vragen stellen die me helpen de baan te krijgen. Ik begrijp antwoorden op vragen over een vacature. Heeft u een bewijs verzameld dat in het portfolio (*) kan? ja / nee 15

CP 11: Op zoek naar werk U kunt vragen stellen over een vacature. U begrijpt de antwoorden. Stel vragen over een vacature aan een medewerker van het CWI of het uitzendbureau. Nummer 10* woorden zinnen uitspraak vragen stellen verstaan luisteren schrijven lezen Plaats: Ik ga deze opdracht doen. Ik ga alleen / met deze opdracht doen. Zoek een vacature op internet of op een vacaturebord. Bedenk vragen bij de vacature. Bedenk ook vragen die u kunnen helpen bij het krijgen van deze baan. Vragen over de vacature: Antwoorden: Vragen die me helpen de baan te krijgen: Antwoorden: Ik kan vragen stellen over een vacature. Ik kan vragen stellen die me helpen de baan te krijgen. Ik begrijp antwoorden op vragen over een vacature. Heeft u een bewijs verzameld dat in het portfolio (*) kan? ja / nee 16

Solliciteren CP12 Overzicht van praktijkopdrachten Praktijkopdracht Hulpkaart nr. Soort opdracht 1 Bereid een sollicitatiegesprek voor. 1 Inventarisatieopdracht 1 CH nr. 2* U heeft een sollicitatiegesprek. Bereid het gesprek voor. 23 Gespreksopdracht 1 3 Bereid een telefonisch sollicitatiegesprek voor. 23 Lees/ gespreksopdracht 2 4 Oefen een telefonisch sollicitatiegesprek met een ander. 23 Gespreksopdracht 2 5 Vacatureformulier invullen. 24 Lees/schrijfopdracht 3 6* Sollicitatieformulier invullen. 24 Schrijfopdracht 3 7 Uitnodiging voor sollicitatie lezen. 25 Leesopdracht 4 8* Notitie maken bij uitnodiging voor sollicitatie. 9 Zoek een vacature die bij u past. Praat met iemand over een sollicitatiegesprek voor deze vacature. 10* Zoek een vacature die bij u past. Bereid een sollicitatiegesprek voor bij deze vacature. 25 Schrijfopdracht 4 23 Inventarisatieopdracht 5 23 Gespreksopdracht 5 17

CP12: Solliciteren U weet hoe u zich voorbereidt op een sollicitatiegesprek. U wilt een sollicitatiegesprek voorbereiden. Hoe gaat u dat doen? Vraag het aan iemand die het al een keer gedaan heeft. Schrijf op wat u allemaal kunt doen. Nummer 1 vragen stellen luisteren schrijven Ik ga alleen / met deze opdracht doen. Plaats: Ik ga deze opdracht doen. Zoek een vacature die bij u past. U kunt ook de vacature van CP11 Praktijkopdracht 8 / 9 / 10 gebruiken! Bereid een sollicitatiegesprek voor bij de vacature die u heeft gevonden. Hoe gaat u het gesprek voorbereiden? Vraag het aan iemand die het al een keer gedaan heeft. Bespreek de vragen in het schema en vul het in. Informatie opzoeken die ik over de functie of het bedrijf wil weten Wat wil ik weten over het bedrijf? Waar zoek ik de informatie op? Wat wil ik weten over de functie? Waar zoek ik de informatie op? Informatie die ik over mezelf wil geven Wat vertel ik over mijn ervaring en Wat vertel ik over mijn privé-leven? opleiding? 18

Ik weet hoe ik me kan voorbereiden op een sollicitatiegesprek. 19

Nummer 2* CP12: Solliciteren U kunt zich voorbereiden op een sollicitatiegesprek. U heeft een sollicitatiegesprek. Bereid het gesprek voor. Vraag iemand om hulp als u dat nodig heeft. vragen stellen luisteren schrijven lezen Ik ga alleen / met deze opdracht doen. Plaats: Ik ga deze opdracht doen. Zoek een vacature die bij u past. U kunt ook de vacature van CP11 Praktijkopdracht 8 / 9 / 10 gebruiken! Bereid een sollicitatiegesprek voor bij de vacature die u heeft gevonden. Gebruik daarbij onderstaand schema. Informatie opzoeken die ik over de functie of het bedrijf wil weten Wat wil ik weten over het bedrijf? Waar zoek ik de informatie op? Gevonden informatie Informatie die ik over mezelf wil geven Wat vertel ik over mijn werkervaring en opleiding? Wat vertel ik over mijn privé-leven? 20

Ik kan me voorbereiden op een sollicitatiegesprek. Heeft u een bewijs verzameld dat in het portfolio (*) kan? ja / nee 21

CP12: Solliciteren U weet wat u bij een telefonische sollicitatie kunt zeggen. Zoek een vacature waarop u wilt reageren. Bereid een telefonisch sollicitatiegesprek voor. Vraag hulp aan een ander als u dat nodig heeft. Nummer 3 woorden zinnen schrijven lezen Ik ga alleen / met deze opdracht doen. Plaats: Ik ga deze opdracht doen. Zoek een vacature waarop u wilt reageren. Bereid een telefonisch sollicitatiegesprek voor bij de vacature die u heeft gevonden. Denk na over onderstaande vragen. Vraag hulp aan een ander als u dat nodig heeft. Hoe stelt u zich voor? Naar wie vraagt u? Zoek de juiste naam op in de vacature. Hoe zegt u dat u geïnteresseerd bent in de functie? Over welke onderwerpen kunt u vragen verwachten? Wat vertelt u over uw werkervaring Wat vertelt u over uw motivatie? Ik weet wat ik tijdens een telefonische sollicitatie kan zeggen. 22

Nummer 4 CP12: Solliciteren U kunt een telefonisch sollicitatiegesprek voeren. Oefen een telefonisch sollicitatiegesprek met een ander. Vraag de ander wat er goed gaat en wat niet. zinnen uitspraak verstaan luisteren Ik ga alleen / met deze opdracht doen. Plaats: Ik ga deze opdracht doen. Neem de gegevens over uit het schema van opdracht 3. Voer het gesprek. Hoe stelt u zich voor? Wat zegt of antwoordt u? Hoe ging het? Waar gaat u op letten? Naar wie vraagt u? Zoek de juiste naam op in de vacature. Hoe zegt u dat u geïnteresseerd bent in de functie? Wat antwoordt u op een vraag over werkervaring? Wat antwoordt u op een vraag over motivatie? Wat vertelt u over uw motivatie? Ik kan een telefonisch sollicitatiegesprek voeren. Ik weet wat ik kan zeggen en wat ik kan antwoorden op vragen. 23

Nummer 5* CP12: Solliciteren U begrijpt wat u op een sollicitatieformulier moet invullen U heeft een vacature gevonden. U kunt op de vacature reageren met een sollicitatieformulier. Lees het formulier. Weet u wat u moet invullen op de lege plaatsen? Vraag hulp als u dat nodig heeft. woorden zinnen vragen stellen verstaan luisteren lezen Ik ga alleen / met deze opdracht doen. Plaats: Ik ga deze opdracht doen. Bekijk het sollicitatieformulier, zie Bijlage CP12, Praktijkopdracht 5-6. Bedenk wat u moet invullen op de lege plaatsen van het formulier. Weet u niet wat u moet invullen? Zet er dan een kruisje voor: X Bespreek de delen met een kruisje met een ander. Ik kan een sollicitatieformulier lezen en begrijpen. Ik weet wat ik op de lege plaatsen moet invullen. Heeft u een bewijs verzameld dat in het portfolio (*) kan? ja / nee 24

Nummer 6* CP12: Solliciteren U kunt een sollicitatieformulier invullen U heeft een vacature gevonden. U kunt op de vacature reageren met een sollicitatieformulier. Lees het sollicitatieformulier. Vul uw gegevens in op een kopie schrijven lezen Ik ga alleen / met deze opdracht doen. Plaats: Ik ga deze opdracht doen. Lees het sollicitatieformulier (zie bijlage CP12, praktijkopdracht 5-6) en vul uw gegevens in. Als u klaar bent, laat u een ander het formulier bekijken. Kan het beter? Maak dan eerst verbeteringen op de kopie. Vul daarna het echte formulier in. Ik kan een sollicitatieformulier invullen. Ik weet dat ik het beste eerst mijn gegevens kan invullen op een kopie. Heeft u een bewijs verzameld dat in het portfolio (*) kan? ja / nee 25

CP12: Solliciteren U kunt een uitnodigingsbrief voor een sollicitatiegesprek lezen. Nummer 7 lezen Lees de uitnodiging. Weet u wat u moet doen? Ik ga alleen / met deze opdracht doen. Plaats: Ik ga deze opdracht doen. Den Haag, 2 juni 2007 Geachte, Naar aanleiding van uw sollicitatie naar de functie van medewerker keuken nodigen wij u uit voor een sollicitatiegesprek op maandag 20 juni a.s. om 9.00 uur in het kantoor van ons bedrijfsrestaurant. Adres: Kneuterdijk 10, 2253 Den Haag U heeft een gesprek met Ria Veldhoen (chef keuken) en ondergetekende. Het gesprek zal ongeveer 45 minuten duren. Wilt u uw diploma's meenemen? Mocht de datum of het tijdstip u niet schikken, dan kunt u contact opnemen met Martine Kaal (secretaresse manager bedrijfsrestaurant: 070-43394339) om een andere afspraak te maken. Wij hopen u binnenkort te ontmoeten. Met vriendelijke groet, Kaatje Freriks Manager Bedrijfsrestaurant Bijlage: routebeschrijving Ik kan belangrijke informatie halen uit een uitnodiging voor een sollicitatiegesprek. Heeft u een bewijs verzameld dat in het portfolio (*) kan? ja / nee 26

Nummer 8* CP12: Solliciteren U kunt een uitnodigingsbrief lezen. U haalt de belangrijkste informatie uit de brief. schrijven lezen Lees de uitnodigingsbrief. Maak daarna een notitie van de belangrijkste informatie uit de brief. Plaats: Ik ga deze opdracht doen. Ik ga alleen / met deze opdracht doen. Lees de uitnodigingsbrief. Maak daarna een notitie van de belangrijkste informatie uit de brief. Amsterdam, 23 juli 2007 Geachte meneer / mevrouw, Graag nodigen wij u uit voor sollicitatiegesprek met betrekking tot de functie van administratief medewerker op het secretariaat van ons taalinstituut. Het gesprek zal plaatsvinden op dinsdag 7 augustus 2007 in kamer 3.08 van het PC Hoofthuis, Spuistraat 134 te Amsterdam. Bij gesprek zullenl de directeur van ons instituut, D. Banning en de zakelijk manager, C. Eemhuizen, aanwezig zijn. Voor vragen kunt u contact opnemen met J. Petersen, 020-5436781, J.Petersen@suva.nl Met vriendelijke groet, J. Petersen secretarieel medewerker Bijlage: routebeschrijving Ik kan een uitnodiging voor een sollicitatiegesprek lezen. Ik kan de belangrijkste informatie op een briefje schrijven. Heeft u een bewijs verzameld dat in het portfolio (*) kan? ja / nee 27

Nummer 9 CP12: Solliciteren U weet welke vragen u kunt krijgen tijdens een sollicitatiegesprek. U weet wat u kunt antwoorden. U weet ook welke vragen u zelf kunt stellen. vragen stellen verstaan luisteren Zoek een vacature die bij u past. Praat met iemand over een sollicitatiegesprek voor deze vacature. Plaats: Ik ga deze opdracht doen. Ik ga alleen / met deze opdracht doen. Zoek een vacature die bij u past. Lees de vacature goed door. Laat hem ook aan een ander lezen. Bespreek met de ander welke vragen u kunt krijgen tijdens een sollicitatiegesprek voor deze vacature. Wat kunt u antwoorden? Welke vragen kunt u zelf stellen? Vul het schema in. Welke vragen kan ik krijgen? Wat kan ik antwoorden? Welke vragen kan ik zelf stellen? Ik weet welke vragen ik kan krijgen tijdens een sollicitatiegesprek. Ik weet wat ik kan antwoorden op de vragen. Ik weet welke vragen ik zelf kan stellen. Heeft u een bewijs verzameld dat in het portfolio (*) kan? ja / nee 28

CP12: Solliciteren U kunt een sollicitatiegesprek voeren. Zoek een vacature die bij u past. Bereid een sollicitatiegesprek voor bij deze vacature. Voer een sollicitatiegesprek Nummer 10* verstaan luisteren vragen stellen vragen beantwoorden Plaats: Ik ga deze opdracht doen. Ik ga alleen / met deze opdracht doen. Zoek een vacature die bij u past. Bereid een sollicitatiegesprek voor bij de vacature die u heeft gevonden. Vul het schema in. Voer daarna het sollicitatiegesprek. Gebruik het schema niet tijdens het sollicitatiegesprek. Welke vragen kan ik krijgen? Wat kan ik antwoorden? Welke vragen kan ik zelf stellen? Ik kan vragen beantwoorden in een sollicitatiegesprek. Ik kan zelf vragen stellen in een sollicitatiegesprek. Heeft u een bewijs verzameld dat in het portfolio (*) kan? ja / nee 29

Praten over het arbeidscontract CP13 Overzicht van praktijkopdrachten Praktijkopdracht 1 Praat met anderen: hoe bereid je een gesprek voor over een arbeidscontract? Hulpkaart nr. Soort opdracht Inventarisatieopdracht 1 CH nr. 2* Maak een kopie van uw arbeidscontract en lees het contract. 3 Lees uw arbeidscontract nog een keer goed door. Schrijf vragen over het arbeidscontract op. Bespreek met een ander de vragen. 4 Zet de goede vragen uit opdracht 3 bij elkaar. Laat een ander het arbeidscontract lezen. Praat met de ander over het gesprek. 5* Zet de goede vragen uit opdracht 3 bij elkaar. Stel uw vragen in een gesprek over het arbeidscontract. Als u geen écht gesprek gaat voeren, vraag dan om een oefengesprek. 11 Leesopdracht 1 11 Lees/schrijfopdracht 1 Lezen / gesprek 2 Gespreksopdracht 2 30

CP 13: In gesprek over het arbeidscontract Een gesprek over een arbeidscontract voorbereiden: U weet wat u nodig heeft en u weet wat u moet doen. Praat met anderen: hoe bereid je een gesprek voor over een arbeidscontract? Nummer 1 vragen stellen verstaan luisteren schrijven Plaats: Ik ga deze opdracht doen. Zoek iemand die al eens een gesprek over een arbeidscontract heeft gevoerd of die er veel van af weet. Met wie gaat u praten? Stel vragen: wat moet ik meenemen? Wat moet ik doen? Bedenk zelf ook vragen. Vul in wat u te weten bent gekomen: Wat heeft u nodig? Een woordenboek Wat gaat u doen? 1. 2. 3. Ik weet wat ik nodig heb als ik me voorbereid op een gesprek over een arbeidscontract. Ik weet wat eerst ik ga doen als ik me voorbereid op een gesprek over een arbeidscontract. 31

CP 13: In gesprek over het arbeidscontract Nummer 2* U kunt een eenvoudig arbeidscontract begrijpen. Maak een kopie van uw arbeidscontract en lees het contract. woorden zinnen vragen stellen verstaan luisteren schrijven lezen Plaats: Ik ga deze opdracht doen. Ik ga deze opdracht alleen / met doen. Maak een kopie van uw arbeidscontract. Heeft u nog geen arbeidscontract? Gebruik dan het arbeidscontract bij deze praktijkopdracht. Zet een streep onder de delen die u niet begrijpt. Zoek woorden op in het woordenboek. Begrijpt u het nog niet? Vraag dan hulp van een ander. Schrijf de moeilijke woorden in uw woordenschrift. Ik kan de moeilijke woorden opzoeken in een woordenboek. Ik kan een eenvoudig arbeidscontract begrijpen. Heeft u een bewijs verzameld dat in het portfolio (*) kan? ja / nee 32

Arbeidscontract bij praktijkopdracht 2 (CP 13, CH 1) Eenvoudige arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd Ondergetekenden: [naam bedrijf], gevestigd te [plaats], rechtsgeldig vertegenwoordigd door: [naam], in de functie van [functienaam], hierna te noemen werkgever, en [naam werknemer], geboren te [plaats], op [datum], woonachtig [adres] te [plaats], hierna te noemen werknemer, verklaren het volgende te zijn overeengekomen: Artikel 1 Indiensttreding en functie De werknemer treedt op [datum] in dienst bij de werkgever in de functie van [naam van de functie]. De werknemer zal de functie in of vanuit de vestiging [adres en plaats] uitoefenen. Artikel 2 Duur De arbeidsovereenkomst wordt aangegaan voor bepaalde tijd. Het dienstverband loopt van [datum] tot [datum]. De arbeidsovereenkomst eindigt van rechtswege op de laatstgenoemde datum. Artikel 3 Proeftijd De proeftijd bedraagt [aantal, maximaal twee maanden, bij een arbeidsovereenkomst van minder dan twee jaar maximaal een maand] weken/maanden. Tijdens deze proeftijd kunnen zowel de werkgever als de werknemer het dienstverband met onmiddellijke ingang beëindigen. Artikel 4 Arbeidstijden De arbeidsduur bedraagt voor de werknemer [aantal] uur per week. De werkweek loopt van [eerste werkdag in week] tot en met [laatste werkdag in week]. De werkdag begint om [aanvangstijdstip] uur en eindigt op [tijdstip beëindiging] uur. De pauze duurt [aantal] uur en valt in ieder geval tussen [vroegste tijdstip] uur en [laatste tijdstip] uur. Artikel 5 Salaris Bij indiensttreding bedraagt het bruto maandsalaris van de werknemer [bedrag]. Het salaris wordt uiterlijk op de laatste dag van de maand uitbetaald op een door de werknemer aan te wijzen bank- of girorekening. Artikel 6 Vakantiedagen De werknemer heeft recht op [aantal, bij volledige werkweek is 20 vakantiedagen het wettelijk minimum] vakantiedagen per kalenderjaar met behoud van salaris. De vakantiedagen kunnen in overleg met de werkgever worden opgenomen. Ten minste [aantal] weken moeten aaneengesloten worden opgenomen. In het jaar van indiensttreding heeft de werknemer recht op [aantal] vakantiedagen. Artikel 7 Vakantietoeslag De werknemer heeft jaarlijks recht op een vakantietoeslag van [percentage, 33

minimaal 8%] % van het bruto salaris. De vakantietoeslag wordt berekend over de periode die ligt tussen 1 juni en 31 mei. Als het dienstverband tussentijds is aangevangen of beëindigd, wordt de vakantietoeslag berekend naar rato van het aantal maanden dat de werknemer in dienst is. De vakantietoeslag wordt in één keer uitbetaald in juni. Artikel 8 Ziekte Bij ziekte is de werknemer verplicht zich voor [tijdstip] uur bij [naam van de functionaris] ziek te melden. Bij ziekte of arbeidsongeschiktheid heeft werknemer gedurende een periode van ten hoogste [aantal] weken recht op doorbetaling van [percentage, wettelijk minimumpercentage is 70% met als ondergrens het minimumloon] % van het loon. Deze periode zal echter pas na [aantal, maximaal 2] wachtdagen aanvangen.de loondoorbetalingsverplichting eindigt in ieder geval op het moment dat de arbeidsovereenkomst van rechtswege afloopt. Artikel 9 Arbeids- en bedrijfsregels De werknemer verklaart op de hoogte te zijn van en in te stemmen met de bij de werkgever geldende arbeids- en bedrijfsregels. Artikel 10 Pensioenfonds De werknemer neemt [wel/niet] deel aan het door de werkgever aangewezen pensioenfonds. Artikel 11 Geen CAO Op deze arbeidsovereenkomst is geen CAO van toepassing. Aldus overeengekomen, in tweevoud opgemaakt en ondertekend te [plaats], op [datum]. Handtekening werkgever: Handtekening werknemer: 34

CP 13: In gesprek over het arbeidscontract U kunt vragen voorbereiden over het arbeidscontract. Lees uw arbeidscontract nog een keer goed door. Schrijf vragen over het arbeidscontract op. Bespreek met een ander de vragen. Nummer 3 vragen stellen verstaan luisteren schrijven lezen Plaats: Ik ga deze opdracht doen. Ik ga deze opdracht alleen / met doen. Artikel van het contract Mijn vragen Is het slim om deze vraag te stellen? Ja of nee? Welk soort vragen kunt u beter niet stellen? Waarom niet? Kijk naar het voorbeeld. Vragen die ik beter niet stel. Wat betekent: ondergetekenden? Waarom kan ik deze vraag beter niet stellen? Deze vraag maakt geen goede indruk. Als u een woord niet kent, dan kunt u het beter opzoeken. Doe dit voordat u naar het gesprek gaat. Ik kan vragen voorbereiden over een arbeidscontract. Ik weet welke vragen ik beter niet kan stellen. 35

CP 13: In gesprek over het arbeidscontract U oefent met vragen stellen over het arbeidscontract Zet de goede vragen uit opdracht 3 bij elkaar. Laat een ander het arbeidscontract lezen. Praat met de ander over het gesprek. Nummer 4 uitspraak vragen stellen verstaan luisteren Plaats: Ik ga deze opdracht doen. Ik ga deze opdracht alleen / met doen. Mijn vragen De antwoorden Zijn er antwoorden die u niet begrijpt. Of zijn er antwoorden die u niet helemaal begrijpt? Schrijf die antwoorden in het schema hieronder. Schrijf ook op wat de antwoorden betekenen. Moeilijke antwoorden Wat betekent het antwoord? Ik kan vragen stellen in een gesprek over het arbeidscontract. Ik begrijp antwoorden op vragen over het arbeidscontract. 36

CP 13: In gesprek over het arbeidscontract U kunt vragen stellen over het arbeidscontract. Zet de goede vragen uit opdracht 3 bij elkaar. Stel uw vragen in een gesprek over het arbeidscontract. Als u geen echt gesprek gaat voeren, vraag dan om een oefengesprek. Nummer 5* vragen stellen verstaan luisteren schrijven Plaats: Ik ga deze opdracht doen. Ik ga deze opdracht alleen / met doen. Mijn vragen De antwoorden Ik kan vragen stellen in een gesprek over het arbeidscontract. Ik begrijp antwoorden op vragen over het arbeidscontract. Heeft u een bewijs verzameld dat in het portfolio (*) kan? ja / nee 37

In gesprek over arbeidsvoorwaarden CP14 Overzicht van praktijkopdrachten Praktijkopdracht 1 Praat met een collega of vriend over een arbeidsvoorwaarden. 2 Lees een tekst over arbeidsvoorwaarden. 3 U heeft een tekst gelezen over uw arbeidsvoorwaarden. U wilt meer weten over uw rechten en plichten. U gaat vragen stellen aan een collega. Hulpkaart nr. Soort opdracht 1 Inventarisatieopdracht 1 4 Leesopdracht 1 11 Kennisopdracht 1 CH nr. 4* U gaat praten met iemand van de afdeling Personeelszaken. 2 Leesopdracht / gespreksopdracht 2 38

CP 14: Arbeidsvoorwaarden Meer weten over arbeidsvoorwaarden Praat met een collega of een vriend over arbeidsvoorwaarden. Nummer 1 Woorden leren Goede vragen stellen Beter verstaan Arbeidsvoorwaarden zijn regels van het bedrijf. Het zijn rechten en plichten die gaan over vakantie, vergoedingen, salaris, ziekte enzovoort. Plaats: Ik ga deze opdracht doen. Ik ga deze opdracht alleen / met doen. Wat gaat u vragen aan uw collega of vriend? Hieronder staan voorbeelden van vragen. Bedenk nog andere vragen. Schrijf uw vragen ook hieronder of op de achterkant. Ik wil meer weten over arbeidsvoorwaarden. Bijvoorbeeld kinderopvang, verlofregels, veiligheidsregels Heb jij goede arbeidsvoorwaarden? Kun je een voorbeeld geven? Wat is goed geregeld? Wat is niet goed geregeld? Heb je een boekje over de arbeidsvoorwaarden? Kun je me iets vertellen over het boekje? Praat met vrienden of collega s over arbeidsvoorwaarden. Stel de vragen. Schrijf de antwoorden op. 39

Ik kan vragen stellen over arbeidsvoorwaarden. Ik begrijp de antwoorden van mijn collega s. Ik kan vragen stellen als ik het niet begrijp. Ik kan de antwoorden opschrijven 40

CP 14: Arbeidsvoorwaarden Meer weten over arbeidsvoorwaarden. Lees een tekst over arbeidsvoorwaarden. Nummer 2 Woorden Schrijven Beter lezen Vragen stellen Plaats: Ik ga deze opdracht doen. Ik ga deze opdracht alleen / met doen. Zoek een tekst over arbeidsvoorwaarden. Dit is waarschijnlijk een soort boekje. Meestal vindt u het bij uw contract. U kunt ook de tekst aan de afdeling Personeelszaken vragen. Denk eerst na over wat u wilt weten. Hieronder staan voorbeelden van vragen. Wat vindt u zelf belangrijk? Schrijf de onderwerpen op. Wat is de titel van dit boekje? Staat er iets in over vakantiedagen? Op welke bladzijde? Op bladzijde Op hoeveel dagen hebt u recht? Wat staat in het boekje over? Kijk naar de inhoudsopgave. Lees de stukken die u interessant vindt. Schrijf de antwoorden op uw vragen op. Heeft u nieuwe vragen over de tekst? Schrijf de vragen op. Praat met collega s of vrienden als u iets niet begrijpt. 41

Ik kan een boekje over arbeidsvoorwaarden zoeken of vragen. Ik kan een antwoord vinden op mijn vragen in het boekje. Ik kan vragen opschrijven bij het boekje. 42

CP 14: Arbeidsvoorwaarden U kunt vragen stellen aan collega s over arbeidsvoorwaarden. U heeft een tekst gelezen over uw arbeidsvoorwaarden. U wilt meer weten over uw rechten en plichten. U gaat vragen stellen aan een collega. Nummer 3 Beter praten Vragen stellen Beter luisteren Plaats: Ik ga deze opdracht doen. Ik ga deze opdracht alleen / met doen. Denk eerst na over wat u wilt weten.hieronder staan voorbeelden van vragen. Bedenk nog andere vragen. Schrijf de vragen ook hieronder. Ik heb een vraag over mijn arbeidsvoorwaarden. Heb je even tijd? Voorbeeld: Ik heb recht op 24 vakantiedagen. Ik heb dit jaar 20 dagen gekregen. Weet jij hoe dat kan? Wat kan ik doen als er een fout is gemaakt? Wie kan mij helpen? Bedankt voor je hulp. Praat met een collega. Stel de vragen. Luister goed naar de antwoorden. Schrijf op wat u wilt onthouden. Ik kan vragen stellen over arbeidsvoorwaarden aan mijn collega s. Ik begrijp de antwoorden van mijn collega over arbeidsvoorwaarden. Ik kan vragen stellen als ik het niet begrijp. Ik kan de antwoorden opschrijven. Ik weet nu meer over arbeidsvoorwaarden. 43

CP 14: Arbeidsvoorwaarden Gesprek voeren over arbeidsvoorwaarden Opdracht U gaat praten met iemand van de afdeling Personeelszaken. Nummer 4* Beter praten Vragen stellen Antwoord geven Plaats: Ik ga deze opdracht doen. Denk eerst na over wat u wilt weten. Schrijf dat hieronder op. Ik heb een vraag over mijn arbeidsvoorwaarden. Heeft uw even tijd? Ik wil iets weten over Ik denk dat er een fout is gemaakt. Volgens mij heb ik recht op Bedankt voor uw tijd. Maak een afspraak met een medewerker van de afdeling Personeelszaken. Leg uit wat u wilt: een echt gesprek of een oefengesprek? Vertel over uw probleem of situatie. Vertel wat u wilt. Stel vragen over uw rechten en plichten. Geef antwoord op de vragen van de medewerker van Personeelszaken. Stel vragen als u het niet begrijpt. U kunt voor deze opdracht een bewijsformulier gesprekken gebruiken. Ik kan vragen stellen over arbeidsvoorwaarden aan Personeelszaken Ik kan uitleggen wat ik wil. Ik kan uitleg geven over mijn eigen situatie. Ik begrijp de antwoorden van Personeelszaken over arbeidsvoorwaarden. Ik kan vragen stellen als ik het niet begrijp. Heeft u een bewijs verzameld dat in het portfolio (*) kan? ja / nee 44

Het Functioneringsgesprek CP15 Overzicht van praktijkopdrachten Praktijkopdracht 1 Zoek uit hoe een functioneringsgesprek gaat. Verzamel informatie op uw eigen werk of verzamel informatie bij iemand die u kent. Hulpkaart nr. 1 2 Soort opdracht Verzamelopdracht 1 CH nr. 2 Welke taken heeft u in uw werk? Zoek een lijst met de taken die u heeft in uw werk (of een lijst met de taken van iemand die u kent). 3* Hoe doet u uw werk? Maak een lijstje met wat u vindt van hoe u werkt. Doet u uw taken goed of niet zo goed? 4 Schrijf op welke vragen u kunt stellen in een functioneringsgesprek over uw werk. 5 Oefen met informatie geven en vragen beantwoorden over eigen werkzaamheden in een functioneringsgesprek. 6 Oefen met vragen stellen in het functioneringsgesprek. 4 Lees/schrijfopdracht 1 - Schrijfopdracht 1 26 Schrijfopdracht 1 26 Gespreksopdracht 2 26 Gespreksopdracht 2 7* Voer een gesprek met de leidinggevende (met de leidinggevende, of een collega, of een vriend) over het werk en het functioneren. 26 27 Gespreksopdracht 2 45

CP 15: Functioneringsgesprek Nummer 1 Meer weten over wat een functioneringsgesprek is en waar het over gaat. Zoek uit hoe een functioneringsgesprek gaat. Verzamel informatie op uw eigen werk of verzamel informatie bij iemand die u kent. woorden zinnen uitspraak vragen stellen verstaan luisteren schrijven lezen Plaats: Ik ga deze opdracht doen. Ik ga alleen / met deze opdracht doen. Bedenk waar u informatie kunt krijgen (bij wie kunt u vragen stellen, waar kunt u formulieren of andere teksten over het functioneringsgesprek vinden?). Bedenk welke vragen u kunt stellen. (Mag ik iets vragen, Ik wil graag iets weten over.., Kunt u mij iets vertellen over.., enz.) Zoek de informatie. Stel vragen aan iemand op uw werk of aan iemand die u kent. Welke vragen gaat u stellen? Bekijk de formulieren en andere teksten die u heeft gevonden. Wat weet u nu over het functioneringsgesprek? Schrijf daar hieronder zo veel mogelijk over op. Ik kan informatie vragen over een functioneringsgesprek. Ik weet wat een functioneringsgesprek is. Ik weet hoe een functioneringsgesprek gaat bij mij op het werk / op het werk van iemand die ik ken. 46

CP 15: Functioneringsgesprek Een takenpakket kunnen lezen Welke taken heeft u in uw werk? Zoek een lijst met de taken die u heeft in uw werk (of een lijst met de taken van iemand die u kent). Nummer 2 woorden zinnen lezen Plaats: Ik ga deze opdracht doen. Ik ga alleen / met deze opdracht doen. Zoek een takenlijst (van uw eigen werk of van het werk van iemand die u kent). Lees de takenlijst. Vraag om hulp als u iets niet begrijpt. Schrijf hieronder op wat uw taken zijn. Ik kan een takenlijst van mijn eigen werk vinden. Ik kan een takenlijst van mijn eigen werk lezen. Ik weet wat mijn eigen taken zijn. Heeft u een bewijs verzameld dat in het portfolio kan? ja / nee 47

CP 15: Functioneringsgesprek Een lijstje kunnen maken met de mening over het eigen functioneren Hoe doet u uw werk? Maak een lijstje met wat u vindt van hoe u werkt. Doet u uw taken goed of niet zo goed? Nummer 3* woorden zinnen schrijven lezen Plaats: Ik ga deze opdracht doen. Kent u genoeg woorden en zinnen om te zeggen wat u wilt (Ik vind dat, moeilijk, makkelijk, vervelend enz.)? Zoek anders de woorden en zinnen (met een woordenboek, door iemand te vragen, enz.). Deze vragen kunt u gebruiken om deze opdracht te doen: Hoe gaat het werk? Weet u genoeg om uw werk goed te doen? Dit gaat goed: Dit gaat niet goed (probleem): Zo kan het beter (oplossing): Ik weet wat ik goed doe en wat ik niet zo goed doe in mijn werk. Ik kan een lijstje maken met wat ik vind van hoe ik mijn werk doe. Heeft u nieuwe woorden geleerd? Schrijf de woorden in uw woordenschrift, eventueel 48

CP 15: Functioneringsgesprek Kunnen noteren van vragen over het eigen functioneren Schrijf op welke vragen u kunt stellen in een functioneringsgesprek over uw werk. Nummer 4 woorden zinnen vragen stellen verstaan luisteren schrijven Plaats: Ik ga deze opdracht doen. In het functioneringsgesprek gaat de leidinggevende vragen: Heb je nog vragen? Wil je nog iets zeggen? Vóór het functioneringsgesprek moet u hierover nadenken. Schrijf op welke vragen u kunt stellen in een functioneringsgesprek over uw werk. U kunt hierbij denken aan vragen over onderwerpen als: de taken die u heeft, de uitvoering van het werk, de samenwerking, de werkomgeving en de plannen voor de toekomst. Schrijf hier zoveel mogelijk vragen op: Ik kan vragen opschrijven om mijn functioneringsgesprek voor te bereiden. Ik weet welke vragen ik kan stellen in een functioneringsgesprek. Heeft u nieuwe woorden geleerd? Schrijf de woorden in uw woordenschrift, eventueel 49

CP 15: Functioneringsgesprek Informatie kunnen geven en vragen beantwoorden over eigen werkzaamheden. Voer een functioneringsgesprek. Nummer 5 woorden zinnen uitspraak vragen stellen verstaan luisteren Plaats: Ik ga deze opdracht doen. Ik ga alleen / met deze opdracht doen. Waarover kunt u informatie geven en vragen beantwoorden (denk aan: de taken die u heeft, de uitvoering van het werk, de samenwerking, de werkomgeving, plannen voor de toekomst)? Welke vragen gaat de ander u stellen? Welke informatie gaat u geven (zie ook praktijkopdracht 3)? Spreek af hoe u het gesprek gaat nabespreken (waar let degene met wie u praat allemaal op?). Voer een functioneringsgesprek met een leidinggevende of een collega. Beantwoord de vragen en geef zoveel mogelijk informatie (op het juiste moment). Bent u klaar? Bespreek met degene met wie u praat hoe het gesprek gegaan is. Wat ging goed, wat kon beter? Oefen zonodig nog een keer met het gesprek. Welke vragen heeft u beantwoord en welke informatie heeft u gegeven? Ik kan informatie geven en vragen beantwoorden over eigen werkzaamheden in een functioneringsgesprek. Ik weet welke vragen de leidinggevende kan stellen in een functioneringsgesprek. Heeft u een bewijs verzameld dat in het portfolio kan? ja / nee 50

CP 15: Functioneringsgesprek Vragen kunnen stellen in het functioneringsgesprek. Oefen met vragen stellen in het functioneringsgesprek. Nummer 6 woorden zinnen uitspraak vragen stellen verstaan luisteren Plaats: Ik ga deze opdracht doen. Ik ga alleen / met deze opdracht doen. Waarover kunt u vragen gaan stellen (denk aan: over hoe het gesprek gaat, over afspraken, in het gesprek zelf, enz.)? Welke vragen gaat u stellen? (zie ook praktijkopdracht 4). Spreek af hoe u het gesprek gaat nabespreken (waar let degene met wie u praat allemaal op?). Voer een functioneringsgesprek met een leidinggevende of een collega. Stel zo veel mogelijk vragen (op het juiste moment). Bent u klaar? Bespreek met degene met wie u praat hoe het gesprek gegaan is. Wat ging goed, wat kon beter? Oefen zonodig nog een keer met het gesprek. Welke vragen heeft u gesteld? Ik weet welke vragen ik kan stellen in een functioneringsgesprek. Ik kan vragen stellen in een functioneringsgesprek. Heeft u een bewijs verzameld dat in het portfolio (*) kan? ja / nee Heeft u nieuwe woorden geleerd? Schrijf de woorden in uw woordenschrift, eventueel 51

CP 15: Functioneringsgesprek Een gesprek kunnen voeren met de leidinggevende over het werk en het functioneren. Voer een gesprek met de leidinggevende (met de leidinggevende, of een collega) over het werk en het functioneren. Nummer 7* woorden zinnen uitspraak vragen stellen verstaan luisteren Plaats: Ik ga deze opdracht doen. Ik ga met deze opdracht doen. Hoe gaat u een afspraak maken? Over welke onderwerpen gaat u praten (denk aan: de taken die u heeft, de uitvoering van het werk, de samenwerking, de werkomgeving, plannen voor de toekomst)? Welke vragen gaat uw leidinggevende, collega of vriend stellen? Welke antwoorden gaat u geven? Wie schrijft op wat er gezegd is of afgesproken is / wie maakt een opname? Hoe gaat u het gesprek beginnen en afsluiten? Voer een gesprek met een leidinggevende, of een collega over het werk en het functioneren. Spreek eerst met elkaar af hoe het gesprek zal gaan. Sluit het gesprek af als het klaar is. Hieronder kunt u iets opschrijven over hoe het gesprek gegaan is.gebruik hiervoor de aantekeningen die bij het gesprek gemaakt zijn of de opname van het gesprek. Ik weet hoe een gesprek over het werk en het functioneren gaat Heeft u een bewijs verzameld dat in het portfolio (*) kan? ja / nee Heeft u nieuwe woorden geleerd? Schrijf de woorden in uw woordenschrift, eventueel 52

Ziek en beter melden CP16 Overzicht van praktijkopdrachten Praktijkopdracht 1 Wat zijn de regels op uw werkplek? Zoek informatie over ziek melden en beter melden. 2 U bent ziek. U moet zich ziek melden op uw werk. Oefen het telefoongesprek samen met een andere cursist. Hulpkaart nr. 1 2 11 5 6 Soort opdracht Leesopdracht 1 Telefoongesprek 3 CH nr. 3 U bent ziek en u wilt met de bedrijfsarts praten. U moet een afspraak maken. Hoe doet u dat? 4* Wat kunt u allemaal zeggen bij de bedrijfsarts? Oefen het gesprek met een bedrijfsarts. 15 Gespreksoefening 3 3 Gespreksoefening 3 5* Vul een eigen verklaring in. Als u geen eigen verklaring kunt vinden, vul dan het voorbeeld in. 6* Bent u echt ziek? Dan moet u een eigen verklaring invullen. 10 Schrijfopdracht: formulier 10 Persoonlijke opdracht: formulier 2 2 7* Maak een afspraak met de bedrijfsarts. 15 Telefoongesprek 1 8* Voer een gesprek met de bedrijfsarts. 9* Meld u ziek door te bellen met uw werkgever. 3 Persoonlijke opdracht: gesprek - Persoonlijke opdracht: gesprek 2 2 53

CP 16: Ziek en beter melden Nummer 1 Informatie over ziekmelden zoeken op uw werkplek of stageplek. Wat zijn de regels op uw werkplek? Zoek informatie over ziek melden en beter melden. vragen stellen verstaan luisteren lezen U gaat informatie zoeken over ziek en beter melden op uw werkplek. Plaats: Ik ga deze opdracht doen. Hoe gaat u de informatie zoeken? Ik vraag het aan mijn collega. / Ik vraag het aan mijn leidinggevende. / Ik vraag het aan de afdeling Personeelszaken. / Ik zoek een folder op het werk. De folder gaat in mijn portfolio. Zoek informatie over ziek en beter melden op uw werkplek. Naar welk telefoonnummer moet u bellen bij ziekte? Bij ziekte moet ik bellen naar het telefoonnummer: Wanneer moet u het telefoonnummer bellen? Ik kan 24 uur per dag bellen. / Ik moet bellen vóór Welke andere regels zijn er? Ik kan informatie lezen en begrijpen over ziekmelden. Ik weet hoe ik me moet ziek melden. 54

CP 16: Ziek en beter melden Nummer 2 Een telefoongesprek voeren om zich ziek te melden. U bent ziek. U moet zich ziek melden op uw werk. Oefen het telefoongesprek samen met een andere cursist. woorden zinnen uitspraak vragen stellen Zoek een andere cursist die deze opdracht ook wil doen. Als u geen andere cursist kunt vinden, mag u de opdracht ook met iemand anders doen (een vriend, familielid, of buurman / buurvrouw). Ik doe deze opdracht samen met Bedenk de volgende dingen: Wanneer ben ik weer beter? Waar ben ik tijdens mijn ziekte? Welke zinnen heeft u nodig? Voer nu het gesprek. U voert het gesprek twee keer: een keer bent u uzelf, en een keer bent u de leidinggevende op het werk. De leidinggevende op het werk kan de volgende zinnen zeggen: Goedemorgen, met Wat vervelend. Wanneer denkt u dat u weer beter bent? Wat is uw verblijfadres tijdens uw ziekte? Is het nodig om een afspraak te maken met de bedrijfsarts? U krijgt een formulier thuisgestuurd. U moet het invullen en naar de bedrijfsarts sturen. Begrijpt u? Ik wens u veel beterschap! Tot ziens. Ik kan duidelijke zinnen maken. Ik begrijp wat de andere persoon zegt. Ik kan me nu duidelijk ziekmelden op mijn werk. 55