Milieu-effectrapport voorde Reststoffenbewerkingsinstallatie te Delfzijl. Opgesteld door: Tebodin Consultants & Engineers te Hengelo (Ov)



Vergelijkbare documenten
Bijlage 3: Budgetbrief. Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant. Postbus AW Eindhoven. t.a.v. mevrouw H.F. van Breugel. Bergen op Zoom, 25 juni 2014

Centraal Bureau voor de Statistiek

1. Procedure. Tabel 1: vergunde situatie. Ammoniakemissie Geuremissie Fijn stofemissie Ammoniakemissiefactor. Geur- Emissiefacto r OU/sec/dier

In hoofdstuk 1 zijn algemene beschouwingen en de visie van ENECO Net- Beheer op de verdere ontwikkeling van het beheerde net opgenomen.

Standaarden Verpleeghuiszorg

Centraal Bureau voor de Statistiek

Westergracht 71 - Haarlem

- 1 - UITVOERINGSPLAN WMO BELEIDSPLAN RONDOM BURGERS

SCHUITEMAN ACCOUNTANTS & ADVISEURS

Casuariestraat 5, Postbus 370 NL-2501 C J Den Haag T +31 (0) F +31 (0)

UIZEN ARCHITECTEN STEDENBOUWKUNDIGEN. r r

SCHUITEMAN ACCOUNTANTS & ADVISEURS

Westergracht 71 - Haarlem

Pieter Oosterhout Buro voor Architektuur BNA BV

Een nieuw model voor de CBS huishoudensprognose

Advies: Het college gaat akkoord met verzending van bijgaande RIB naar de gemeenteraad.

Eenparige cirkelbeweging

Het woonplan in Oostende voor (2)

- gezonde dieren, gezonde mensen

L Garantievoorwaarden/Gebruikershandleiding DUCOTWIN/ DUCOSCREEN

Het Informatieportaal voor Financiële Veiligheid. De 4 bedreigingen voor je spaargeld vandaag

Uitvoeringsprogramma IHP

Reconstructie N221 te Soest

Onderzoek naar het effect van actief randenbeheer op akker- en weidevogels in West-Brabant

Visualisatie van het Objectgeoriënteerde Paradigma. Arend Rensink Faculteit der Informatica, Universiteit Twente

Tilburg University. Reclame-uitgaven in Nederland de Blok, J. Document version: Publisher final version (usually the publisher pdf)

Uitvoeringsprogramma Vastgesteld door benw op 30 mei 2006

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

collectieformules zorgt ervoor

Hardmetalen stiftfrezen voor ruw gebruik speciaal in gieterijen, werven en in de staalbouw

De raadsfracties zijn zodanig geïnformeerd dat zij goed toegerust hun standpunt kunnen bepalen bij de besluitvorming

Voor de warmteoverdracht Q van punt A naar punt B geldt de formule:

P&O ISD. ssc. Hieronder vindt u kort de conclusies en resterende vragen weergegeven. In de bijlage vindt u een toelichting hierop.

besluit hogere grenswaarden

B en W - advies. nr. \j nr. J / Openbaar. Onderwerp: Aanbesteding inkoop electriciteit en aardgas (6RNV gemeenten en 4 'aanhakers')

'2o. Cofl ,... ~... EK/

MAGNEETKOPPEN/SPOELEN & ACCESSOIRES fundamentele principes voor identificatie / codering van de spoelen

Damoclesbeleid gemeente Texel 2018

Handleiding leginstructies

TECHNISCHE VRAGEN RAAD bij JAARVERSLAG EN JAARREKENING 2015

VR DOC.1538/1BIS

Gemeente Delft 0 8 DEC Doc./bijlage

Raadsbesluit. ii r. Artikel 1 Begripsomschrijvingen. Artikel 2 Aard van de belastinq. ABI Zl De raad van de gemeente Boekel; BESLUIT:

Gebiedsinventarisatie Noordeindseweg/ Noordersingel

WOLFF A Brand of UFLOOR Systems

Eisenhowerlaan 112, Postbus NL-2508 EE Den Haag T +31 (0) F +31 (0)

SCHUITEMAN. Stichting JMetgezel. gevestigd te Voorthuizen. Accountantsrapport Voorthuizen, 15 juni 2018 INAA ACCOUNTANTS & ADVISEURS

Afleiding Kepler s eerste wet, op basis van Newton s wetten

Gemeenteraad gemeente Hardenberg Commissie Ruimte Gemeenteraad Hardenberg Gemeenteraad gemeente Ommen Commissie Ruimte Gemeenteraad Ommen

Examen VWO. wiskunde B (pilot) tijdvak 1 maandag 15 mei uur

MEDISCH TOEZICHT EN MEDISCHE GESCHIKTHEIDSCRITERIA VOOR BRANDWEERMANNEN

HOEKCONTACT KOGELLAGERS

Voor een stad om van te houden. Amsterdam Nieuw-West Osdorpplein kamer appartement op de eerste verdieping. Netto huurprijs 819 Per maand

Onderzoek naar de ecologische achteruitgang en het herstel van Zuid- Limburgse hellingschraallandcomplexen

- 1 - Vaststelling van de methodiek voor de rentetermijnstructuur

Ter info. a m/s² a = Δv/Δt Toetsvraag 1. v m/s v = 2πr/T Toetsvraag 4

Gevoeligheidsanalyse transportparameters

9. Matrices en vectoren

Fase 2-11 vrij kavels. Startebos. plezierig wonen in Meijel

nr. 37 van JOS DE MEYER datum: 20 oktober 2015 aan HILDE CREVITS Onderwijspersoneel - Afwezigheden wegens ziekte

Beschikking van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant van de ambtshalve wijziging van de vergunning krachtens de Waterwet van

Onderzoek naar de ecologische achteruitgang en het herstel van Zuid- Limburgse hellingschraallandcomplexen

Beredeneerd aanbod groep 1 en 2

ZA5881. Flash Eurobarometer 369 (Investing in Intangibles: Economic Assets and Innovation Drivers for Growth) Country Questionnaire Belgium (Flemish)

Voor een stad om van te houden. Amsterdam Nieuw-West Dr. H. Colijnstraat kamerappartement op de tiende en elfde verdieping

JOINT ARCHITECTURAL NETWORK FOR URBAN SYNERGY Betere Buurt Biotoop

Psychometrische kwaliteiten van de Recidive Inschattingsschalen (RISc)

Overeenkomst. Periodieke gift in geld. Belastingdienst. IStichting het Limburgs Landschap. 1 l Verklaring gift. Looptijd van de gift

Wiskundige Technieken 2 Uitwerkingen Tentamen 26 januari 2015

pietersma & spoelstra ruimtelijke ordening en milieu pbovinsje fryslan Doe. nr : Class, nr. Ingek.; 2 2 DEC 2015 Afde' I Cell. door. i Afd.

Een eenparige cirkelbeweging is een cirkelbeweging, waarbij de grootte van de snelheid niet verandert.

Theorieboekje CWO-Rb3

landschapskrant Noord-Hageland. Dag van de biodiversiteit Werchter zondag 22 mei in dit nummer

- > e en uitgave van de. Studiegroep voor Postmechanisatie. Nummer127 december Il NEDERLAND Il. 1 1 Il. Inhoud:

MUZIEK INHOUDSTAFEL. beknopte studiegids. Geduld wordt altijd beloond Pepijn Heirman. voor alle info:

De Creatieve Computer

Kids-Gea! Maak een beverburcht kijk op pagina 4. Alles over bevers op pagina 2. Kijk op pagina 6 en 7 voor leuke activiteiten

SERIE RESEBREHmEmORBnDB

Projectbesluit Bergbezinkbassin Wilsonsplein Ontwerp ruimtelijke onderbouwing

plannen HUISWERKTOOLS 5 TOOLS direct aan de slag! Your future is created by what you do today not tomorrow! SKUR Angelique Gerretsen & Petra Daemen

Quest for growth Privak, beleggingsvennootschap met vast kapitaal naar Belgisch Recht

Inclusie en Exclusie groep 1

Aanvraag van een vergunning voor het exploiteren van een taxidienst

1. Langere vraag over de theorie

Tevredenheidsonderzoek Wmo over 2010 Cliënten individuele voorzieningen Gemeente Haarlem

I n formatiebroch u re. Als u de huur wilt opzeggen

Aanvraagnummer Uw referentiecode Ingediend op Gefaseerd. Blokkerende onderdelen weglaten. Kosten openbaar maken

Inclusie en Exclusie groep 2

Colofon Teksten; Eindredactie; Vormgeving & Productie;

Factsheet Indicatoren Heupprothese

1 e Nota van Inlichtingen. Behorende bij offerteaanvraag. Bedrijfsafval

Op verzoek van Patrick Fey, voorzitter CNV Overheid & Publieke Diensten stuur ik u deze brief met de bijbehorende bijlage toe.

SCHUITEMAN ACCOUNTANTS & ADVISEURS

BIJLAGE TOELICHTING BIJ DE AANVULLINGEN

v v I I I 10 P I 316, 10

Beantwoord de vragen bij Verkennen. Denk aan de goniometrische verhoudingen sinus en cosinus!

r-- Sociaal Plan CWZ C 'i lz ~:~teon ~T_;!J ziekenhuis CYV ZORG R. WELZIJN werkt voor DE ZORG

12 Grafen en matrices. bladzijde a. Gemengde opgaven 99

BO BBE AF1 Biobased Doorloop (Agri-Food) BO BPM - Biobased Performance Materials

Wat doet dit programma?

Transcriptie:

Milieu-effectappot voode Reststoffenbewekingsinstallatie te Delfzijl Opgesteld doo: Tebodin Consultants & Enginees te Hengelo (Ov) in opdacht van de Nedelandse Aadolie Maatschappij B.v. Nedelandse Aadolie Maatschappij B.V.,-.. N (D (D :><: '-- t-cj In 0 co I N ~ NAM

_ Milio-effictappot voo de Restst()ffinbl!lUl!kingsinstallatil!,. Mil ieu-effeclappot voode Reststoffenbewekingsinstallatie te Delfzijl Opgesteld doo: Tebodin Consultants & Enginees te Hengelo (Ov) in opdacht van de Nedelandse Aadolie Maatschappij B. V. l I I BUGn.:279 NAMn.:24908 apil 1994

1

Milieu-eJfectappol voo de Reststo./fenbewekingsinstallatie Inhoudsopgave (vevolg) 4.2 Aanvoe, ops!ag, pocesvoeing en afvoe 29 4.2.1 Inleiding 29 4.2.2 Glycol 29 4.2.3 Pompen en appendages 30 4.2.4 Wamtewisselaas 30 4.2.5 Tanspotmiddelen 31 4.2.6 Viton-pakken en maskes 32 4.2.7 Zand 33 4.2.8 Slib 33 4.2.9 Actieve kool 35 4.2.10 Peco- en glycolfiltes 35 4.2.11 Schoot 36 4.2.12 Klein metallisch afval 37 4.2.13 Filtebussen 37 4.2.14 Puin 37 4.2.15 Niet-metallisch afval 38 4.2.16 Vij kwik 38 4.3 Balansen en tanspotbewegingen 39 4.3.1 Aangevoede hoeveelheden 39 4.3.2 Opslag 40 4.3.3 Watebalans 40 4.3.4 Tanspotbewegingen 41 4.4 Emissiebepekende maategelen 42 4.4.1 Lucht 42 4.4.2 Wate 44 4.4.3 Bodem 45 4.4.4 Geluid en tillingen 46 4.4.5 Extene veiligheid 47 4.5 Enegievebuik 49 4.6 Bedijfsvoeing 50 5 Altenatieven 51 5.1 Aigemeen 51 5.2 Bewekingsvaianten 51 5.2.1 Aigemeen 51 5.2.2 Reinigingsactiviteiten 52 5.2.3 Scheidingsbewekingen 53 5.3 Meest milieuviendelijke altenatief 55 5.4 Nulaltenatief (efeentiesituatie) 55 2

_ Miiiffl-4Jectappot voo de ReststofJenbewekingsimtallatie - I Inhoudsopgave (vevolg) 6 Bestaande toestand van het milieu 57 \. 6.1 Aigemeen 57 6.2 Geogafie en biota 57 6.2.1 Geogafie 57 6.2.2 Biota 59 6.3 Bodem 59 6.3.1 Geologische opbouw 59 6.3.2 Bodemopbouw 60 6.3.3 Gondwate 60 6.3.4 Gond- en gondwatekwaliteit 60 6.4 Oppevlaktewate 61 6.5 Lucht 62 6.6 Geluid en tillingen 63 6.7 Oveige aspecten 64 7 Gevolgen voo het milieu 65 7.1 Luchtveonteiniging 65 7.2 Wateveonteiniging 68 7.3 Bodem 68 7.4 Geluid en tillingen 69 7.5 Vekee 09 7.6 Extene veiligheid 70 7.7 Enegie 70 7.8 Aigemeen 71 8 Vegelijking van de altenatieven 72 I I. 9 Leemten in kennis 76 9.1 Samenstelling van de eststoffen 76 9.2 Omvang van de emissies en lozingen 76 9.3 Themische veweking 76 9.4 Meejaenplan vewijdeing gevaalijke afvalstoffen 77 9.5 Bestaande toestand van het milieu 78 10 Evaluatie 79 L I 11 Liteatuulijst 80 12 Begippenlijst 82! 13 Ajkotingenlijst 85 l 3

Milieu-tjfictappot voo de Reststojfonbeluekingsiutallatie Inhoudsopgave (vevolg) Bijlagen 1. Topogafische kaat van de omgeving van de inichting 2. Tijdschema 3. Reststoffenbewekingsinstallatie blad 1: lay-out fase 1 blad 2: plattegond gebouw blad 3: plattegond dienstgebouw blad 4: eststoffenbewekingsinstallatie bid's eye view 4. Schema's stof- en mateiaalstomen blad 1: etoumateialen blad 2: niet-etoumateialen blad 3: luchtstomen op de RBI blad 4: watestomen op de RBI 5. Geluid Aannamen geluidsbelasting Gestyleede 50 db(a) geluidsbelastingcontou 87 89 91 a b c d 93 95 97 99 101 103 105 107 4

,-- I Samenvatting De Nedelandse Aadolie Maatschappij B.V. (NAM) wint sedet enige decennia aadgas uit het Goningen-veld en uit tientallen andee, kleinee velden op het vasteland en het Nedelandse deel van het continentaal plat. In bovengonds gelegen installaties vindt de behandeling van het gewonnen aadgas plaats. Van natue bevindt zich kwik in de ondegondse gasesevois. Bij de winning en behandeling van het aadgas vinden dukvelaging, doging en koeling van het gas plaats en woden fomatiewate, aadgascondensaat (zie bijgevoegde begippenlijst) en kwik afgescheiden uit de aadgasstoom. Ten gevolge hievan aken onde mee installatie-ondedelen en bepaalde eststoffen (onde andee slib, filtes) met kwik veonteinigd. Op dit moment woden deze kwikhoudende eststoffen doo de NAM centaal ingezameld, opgeslagen en vepakt, waana afvoe plaatsvindt, deels naa een ondegondse beging in een zoutmijn van Kali & Salz in Duitsland en deels voo veweking bij de Afvalveweking Rijnmond (AVR). Op gond van nieuwe inzichten ten aanzien van de beweking van kwikhoudende eststoffen wil de NAM de nu daavoo in gebuik zijnde installaties vevangen. De beschikbae uimte te plaatse en de ligging van de locatie bieden echte onvoldoende mogelijkheden voo een effectieve en efficiente bedijfsvoeing, zodat de NAM de beweking van deze stoffen bij vookeu eldes wil doen plaatsvinden. Op gond van een aantal ovewegingen heeft de NAM vookeu voo vestiging van de zogenaamde eststoffenbewekingsinstallatie of RBI op een bestaand industieteein in Delfzijl. Deze ovewegingen beteffen o.a. zo kot en veilig mogelijke tanspotlijnen, beschikbaaheid van het benodigde teein op kote temijn en afstand tot milieugevoelige bestemmingen. Voo de voogenomen activiteiten zijn vegunningen op gond van de Wet milieu behee en de Wet veonteiniging oppevlaktewateen veeist. Het beteft activiteiten (beweking van gevaalijke afvalstoffen) en oveheidsbesluiten (op vegunningaanvagen) waavoo een milieu-effectappot wettelijk veplicht is. l,. L Op de RBI zullen de navolgende activiteiten plaatsvinden: a. het einigen van tankwagens, pompen, appendages, wamtewisselaas, vitonpakken en maskes voo hegebuik met behulp van wate; b. het beweken en afvoeen van kwikhoudend slib dat bij de aadgaswinning en -behandeling op locaties van de NAM vijkomt. Na beweking wodt deze eststof afgevoed naa een deponie die ove de daavoo veeiste vegunningen beschikt. Te voldoening aan de acceptatie-eisen van deze deponie vinden aan dit slib de volgende handelingen plaats: zeven, bezinken, ontwateen en vepakken; 5

c. het beweken, opslaan en afvoeen van kwikhoudende filtes, eveneens afkomstig van de bonnen genoemd onde b. Ook dit mateiaal wodt naa een deponie afgevoed of aan de Afvalveweking Rijnmond (AVR) aangeboden. d. het einigen en afvoeen van oveige kwikhoudende eststoffen, zoals puin en schoot. Deze stoffen woden na einiging aan deden te veweking aangeboden; e. het inzamelen van metallisch kwik dat bij divese activiteiten vijkomt uit de aadgasbehandelingsinstallaties. Dit metallisch kwik wodt in speciale containes ingezameld ten behoeve van hegebuik. E wodt 'ondescheid gemaakt tussen "etoumateiaal" en "niet-etoumateiaal". Retoumateiaal is mateiaal dat na beweking (dat wil zeggen einigen, eventueel gevolgd doo ondehoud) opnieuw wodt ingezet op een aadgaspoduktielocatie. Niet-etoumateiaal is mateiaal dat na beweking niet teuggaat naa de aadgaspoduktielocatie, maa naa eldes wodt afgevoed. Tabel O. 1 Inschatting van de jaalijks op de RBI aangevoede hoeveelheden. Retou Q. :.. =====i\ Reln lgen Puin (flln en got) Klein metallisch afval Schoot Tankwagens (te ultwendlge (elnlgln9) Tankwagens (te Inwendlge einlging) Pompen Appendages Wamtewisselaas/koeles Viton-pakken Maskes Vepakken Zand SUb (en glycol) Filtes Actieve kool en flltebussen Vij kwlk Niet-metallisch afval 25 stuks 60 stuks 80 stuks 100 stuks 10 stuks 125 stuks 1500 stuks 40 ton 20 ton afhankelijk van de opeationele activiteiten <10 ton 500 ton 100 ton 7 ton 0,4 ton 5 ton De capaciteit van de RBI is gebaseed op de jaalijks te vewachten aanvoe van kwikhoudende eststoffen en appaatuu afkomstig uit de aadgaspoduktie. 6

I Gemiddeld wodt jaalijks op de RBI 6 a 8 ton kwik met de divese eststofstomen meegevoed. Daavan is 3500 a 4000 kg dat met slib e.d. wodt meegevoed, 2800 a 3500 kg dat met filtes wodt meegevoed, 400 a 500 kg vij kwik. Op dit moment is e in Nedeland geen geschikte vewekingsmogelijkheid v~~ kwikhoudende afvalstoffen; eden waaom deze stoffen naa Kali & Salz A.G. woden gebacht en daa ondegonds woden opgeslagen. Het ligt in de bedoeling van de ijksoveheid om de expot van o.a. kwikhoudende afvalstoffen binnen afzienbae tijd vede aan banden te leggen. De expot voo ondegondse beging zal aileen woden stopgezet als e in eigen land een vewekingsmogelijkheid voo kwikhoudend afval zal zijn geealiseed. I L l l L I. Zo'n vewekingsfaciliteit maakt de voogenomen activiteit niet onnodig; integendeel. De activiteiten waavoo vegunning wodt aangevaagd en die thans ondewep zijn van dit MER, moeten woden gezien als een noodzakelijke voobeweking voo definitieve veweking eldes; of dit nu afvoe naa Duitsland of veweking in eigen land beteft. Indien, doo welke omstandigheid ook, doo de NAM niet tijdig van vewekingsfaciliteiten eldes gebuik kan woden gemaakt, is het denkbaa dat de installatie die thans ondewep van dit MER is in de toekomst wodt uitgebeid met een installatie voo de themische veweking van de kwikhoudende afvalstoffen. Doel van die veweking is het vewijdeen van kwik, zodanig dat definitieve veweking van deze afvalstomen binnen Nedeland mogelijk is. De techniek daavoo is op dit moment echte nog niet beschikbaa. Ondezoek enaa is gaande. Omdat deze techniek nog in ontwikkeling is, is e (thans nog) geen vegunning voo aangevaagd en is het geen ondewep van dit MER; ook niet als meest milieuviendelijk altenatief. Voobeeidingen voo de voogenomen RBI zijn bij de NAM al geuime tijd gaande. Divese mogelijkheden voo de beweking van de divese kwikhoudende afvalstomen zijn in de loop de jaen bestudeed. Aldus is de RBI geevolueed tot een installatie met exteem geinge milieubelasting. Altenatieven voo de veschillende deelbewekingen woden in dit MER aangegeven. Ook wodt inzichtelijk gemaakt waaom voo een bepaalde deelbeweking of unit-opeation is gekozen. Om edenen die in hoofdstuk 7 van dit MER zijn aangegeven, zijn de milieu-effecten van de veschillende deelbewekingen niet gekwantificeed en met elkaa vegeleken. 7

Op deze wijze zijn e in dit MER slechts 2 hoofdaltenatieven gepesenteed, n.!. de voogenomen activiteit, tevens het meest milieuviendelijke altenatief en het nulaltenatief, zijnde de vootzetting van de huidige activiteiten op de huidige locatie. Hiebij heeft een tweetal ovewegingen een ol gespeeld. Ten eeste is de milieubelasting van de voogenomen activiteit zo laag dat die valt binnen de vaiatie van het achtegondniveau, of dit nu lucht-, wate-, bodemkwaliteit, geluid, extene veiligheid of vekee beteft. (Om die eden wodt de milieubelasting vanwege de RBI in deze samenvatting ook niet in cijfes weegegeven. De emissies e.d. zijn in paagaaf 4.4 wei kwantitatief weegegeven). Ten tweede zijn ten aanzien van de milieubelasting van de huidige installatie te Noodboek geen kwantitatieve gegevens beschikbaa. Een kwantitatieve vegelijking van de milieubelasting van be ide hoofdaltenatieven kan daaom niet woden gegeven. Uit de beschijving die in dit MER gegeven wodt (zie met name hoofdstuk 8) kan evenwel duidelijk woden geconcludeed dat het vookeusaltenatief ten aanzien van lucht- en bodemveonteiniging, afvalstoffen, afvalwate en geluid (zee) veel gunstige is dan het nulaltenatief. Ten aanzien van extene veiligheid en vekee (gemiddeld 2 vachten pe wekdag) woden de veschillen tussen het vookeusaltenatief en het nulaltenatief niet significant geacht, tewijl het enegievebuik van het vookeusaltenatief ongunstige scoot dan dat van het nulaltenatief. Ten aanzien van abeidsomstandigheden, efficientie/effectiviteit en flexibiliteit van de bewekingen, de vewezenlijking van de doelstelling om zoveel mogelijk kwikhoudende stof- en mateiaalstomen van NAM-Iocaties te beweken en ten aanzien van de uitbeidingsmogelijkheden is de voogenomen activiteit Significant gunstige dan het nulaltenatief. De belangijkste leemten in kennis zijn: exacte omvang van de emissies en de lozingen (duidelijk is wei dat die geing zijn); kwaliteit van de buitenlucht, de wategangen ond de RBI en de bodem ten aanzien van de stoffen die doo de RBI zullen woden geemitteed esp. geloosd. Vewacht wodt echte dat geen van de leemten elevant is voo de te nemen besluiten op de aan te vagen vegunningen. In het evaluatiepogamma dat in het kade van dit MER wodt opgesteld, zal aan de genoemde aspecten aandacht woden besteed. 8

I '" Milieu-4fictappot voo de ReststoJfinbewekingsilstaliatie Inleiding 1.1 De voogenomen activiteit De Nedelandse Aadolie Maatschappij B.V. (NAM) wint sedet enige decennia aadgas uit het Goningen-veld en uit tientallen andee, kleinee velden op het vasteland en het Nedelandse deel van het continentaal plat. In bovengonds gelegen installaties vindt de behandeling van het gewonnen aadgas plaats. Van natue bevindt zich kwik in de ondegondse gasesevois. Bij de winning en behandeling van het aadgas vinden dukvelaging, doging en koeling van het aadgas plaats en woden fomatiewate, aadgascondensaat en kwik afgescheiden uit de aadgasstoom. Ten gevolge hievan aken onde mee installatie-ondedelen en bepaalde eststoffen (onde andee slib, filtes) met kwik veonteinigd. Op dit moment woden deze kwikhoudende eststoffen doo de NAM centaal ingezameld, opgeslagen en vepakt, waana atvoe plaatsvindt, deels naa een ondegondse beging in een zoutmijn van Kali & Salz in Duitsland en deels voo veweking bij de Afvalveweking Rijnmond (AVR). De huidige centale inzamelplaats is gesitueed op een teein aan de Scheemdeweg te Noodboek in de gemeente Mentewolde (Goningen). Het teein ligt diect naast een teein waaop de NAM-aadgaspoduktielocatie "Noodboek" is gevestigd. Teneinde ekening te houden met toekomstige ontwikkelingen voo de vedee eductie van de hoeveelheid te vewijdeen kwikhoudende eststoffen wil de NAM de nu in gebuik zijnde installaties vevangen. De huidige inzamelplaats biedt qua ligging en oppevlakte echte onvoldoende mogelijkheden voo een efficiente en effectieve bedijfsvoeing. Vanwege uimtegebek te Noodboek is tijdelijk een poefinstallatie voo het indikken van slib op de NAM-Iocatie te Siddebuen geplaatst. I I L l L De NAM heeft dan ook besloten om een geheel nieuwe inichting (de zogenoemde RBI: Reststoffenbewekingsinstallatie) op te ichten op een bestaand industieteein in de Povincie Goningen. De keuze hievoo is gevallen op een industieteein in de gemeente Delfzijl (zie de topogafische kaat in bijlage 1). Met de voogenomen installatie kunnen met kwik veonteinigde appaaten en voetuigen woden geeinigd en kwikhoudende eststoffen (die oveigens uitsluitend afkomstig zijn van NAM-Iocaties, zowel op land als op zee) milieuhygienisch en effectief woden bewekt. 9

Milieu-effictappot voo de ReststojJenbcwekilgsinstaiiatie 1.2 Vegunningaanvagen en m.e..-plicht De op te ichten eststoffenbewekingsinstallatie of RBI bewekt stoffen die van buiten de inichting afkomstig zijn en die volgens het Besluit aanwijzing gevaalijke afvalstoffen als gevaalijke afvalstoffen woden aangemekt. Voo die activiteit is een vegunning nodig kachtens de Wet milieubehee (Wm). Volgens de Wet veonteiniging oppevlaktewateen (Wvo) is voo de lozing van afvalwate doo bedijven die afvalstoffen opslaan, behandelen of veweken een Wvovegunning nodig. Op aanvagen voo beide vegunningen zijn Gedeputeede Staten van Goningen bevoegd om te beschikken. Voo beide vegunningen (op gond van de Wm en de Wvo) is afdeling 13.2 van de Wet milieubehee van toepassing (Beschikkingen op aanvaag om een vegunning of ontheffing). Het Besluit milieu-effectappotage schijft voo dat een MER veeist is bij de voobeeiding van een besluit op nade omscheven vegunningaanvagen, waaop afdeling 13.2 van de Wm van toepassing is. Dit is onde andee het geval voo het opichten van een inichting die bestemd is voo het vebanden, be- en veweken en venietigen van chemische (gevaalijke) afvalstoffen (categoie 19.1). 1.3 Leeswijze De inhoud van dit MER is afgestemd op de doo Gedeputeede Staten van Goningen op 24 augustus 1993 uitgebachte ichtlijnen voo het MER voo de Reststoffenbewekingsinstallatie te Delfzijl (lit. 3). Oveeenkomstig de ichtlijnen is dit MER bepekt van omvang gehouden. Mee gedetailleede infomatie ove de voogenomen activiteiten is opgenomen in de aanvagen voo de bouw- en milieuvegunningen. De indeling van dit MER komt oveeen met die van het Wekboek MER (lit. 4). Hoofdstuk 2 van dit MER beschijft de pobleemstelling en het doel van de voogenomen activiteit. In hoofdstuk 3 woden aile oveheidsbesluiten genoemd die nodig zijn om het voonemen te ealiseen. Tenslotte wodt in dat hoofdstuk de elevante egelgeving bescheven die invloed uitoefent op, of bepekingen oplegt aan de besluiten waavoo het MER is opgesteld. Hoofdstuk 4 beschijft de voogenomen activiteit. In dat hoofdstuk wodt ook een beschijving gegeven van de voogenomen maategelen te bescheming van het milieu. Hoofdstuk 5 beschijft de mogelijke altenatieven. 10

-- I Miluu-effictappot voo de Reststoffinbewekingsimtallatie In hoofdstuk 6 wodt de bestaande toestand van het milieu bescheven, tewijl hoofdstuk 7 de gevolgen van de voogenomen activiteit en van de bescheven altenatieven op het milieu beschijft. In hoofdstuk 8 voigt een vegelijking van de milieu-effecten van de voogenomen activiteit en de altenatieven. Leemten in kennis woden in hoofdstuk 9 bescheven. De beteffende gegevens zijn oveigens voo de besluitvoming niet essentieel. Hoofdstuk 10 geeft een aanzet tot een nazogpogamma met betekking tot de doelgeichtheid van de maategelen te bescheming van het milieu, nadat het voonemen zal zijn geealiseed. In dit MER zijn tenslotte een liteatuu-, een begippen- en een afkotingenlijst, alsmede bijlagen opgenomen. 1.4 Gegevens initiatiefneme en contactades Gegevens van de initiatiefneme: Nedelandse Aadolie Maatschappij B. V. Schepesmaat 2 Postbus 28000 9400 HH ASSEN L l l L Contactades: Nedelandse Aadolie Maatschappij B. V. Business Unit Goningen De Vosholen 66 Sappemee Postbus 25 9600 AA Hoogezand Contactpesoon: L.J. Huizinga Afdeling TSW/51 Telefoon 05980-11630 L. I 11

Milieu-effictappot voo de Reststoffinb(WekitlgsitlStallatie 2 Pobleemstelling en doel 2.1 Aigemeen Zoals in de inleiding is aangegeven, bevindt zich van natue kwik in de ondegondse aadgasesevois. Bij de winning en behandeling van aadgas aken installatieondedelen, zoals wamtewisselaas, pompen, afsluites, filtes e.d., met kwik veonteinigd. Deze installatie-ondedelen woden peiodiek geeinigd, geeviseed en/of geepaeed. Bij de einiging van de installatie-ondedelen komen kwikhoudende stoffen vij. Voots aken op een aadgaspoduktielocatie bepaalde stoff en en mateialen, zoals slib en glycol met kwik veonteinigd. Op de aad en omvang van de veschillende stofstomen wodt in mee detail ingegaan in paagaaf 4.3. Doo de NAM zijn in het veleden veschillende studies uitgevoed om de hoeveelheid kwikhoudende eststotfen te bepeken. Op gond daavan zijn divese maategelen ge'implementeed, zoals het toepassen van andee typen filtes, het vebeteen van het zogenaamde dain-/dipsysteem (systeem voo het opvangen van lekvloeistoffen) en het asfalteen van de locaties. Vedee mogelijkheden tot bepeking van de hoeveelheid kwikhoudende eststoffen woden momenteel niet aanwezig geacht. Indien zich in de toekomst nieuwe mogelijkheden voodoen te bepeking van de hoeveelheid kwikhoudende eststoffen die bij de aadgaswinning en -behandeling vijkomen, zal de implementatie evan woden ovewogen. Kwikhoudende installatie-ondedelen en eststotfen afkomstig van NAM-Iocaties (op land en op zee) woden op dit moment doo de NAM centaal ingezameld, bewekt of geeinigd en deels vepakt. Geeinigde appaatuu gaat, al of niet na epaatie, teug naa de aadgaswinnings- en -behandelingslocaties. De eststoffen die als gevaa-lijke afvalstoffen moeten woden aangemekt, woden deels afgevoed naa de AVR en dee Is naa een ondegondse beging in Duitsland. De niet-gevaalijke afvalstoffen woden naa een IBe-stot afgevoed. De huidige centale inzamelplaats is gesitueed in Noodboek, gemeente Mentewalde (Goningen); diect naast een aadgaspoduktielocatie van de NAM. De huidige inzamelplaats is oosponkelijk opgeicht als centale inichting voo de aanmaak en opslag van boospoeling (mudplant) bij de stat van de booactiviteiten in het Goningen-gasveld. Na het in gebuik nemen van de centale mudplant te Emmen op 1 decembe 1979 is dit soot activiteiten op de locatie Noodboek gestopt. Vevolgens is de locatie ingeicht voo de beweking van kwikhoudende eststoffen die op NAM-Iocaties vijkomen. De toegenomen omvang van deze activiteiten voeg om een uitbeiding van de locatie. Mede in veband met de betekkelijk nabij gelegen woningen achtte de gemeente Mentewolde die uitbeiding te plaatse ongewenst. De gemeente beval een locatie aan op een bestaand industieteein in Zuidboek-Oost; 12

Milieu-e./foctappot voo de Rmsto./fonbewekingsi1/StaLlatie eveneens deel uitmakend van de gemeente Mentewolde. De NAM heeft tegen deze locatie echte planologische bezwaen. Hieop en op andee aspecten van de locatiekeuze wodt in de volgende paagaaf vede ingegaan. Om bovengenoemde eden en vanwege het feit dat e buiten de NAM geen mogelijkheden zijn om de appaatuu en de eststoffen op de gewenste wijze te beweken, heeft de NAM het voonemen om eldes een centale Reststoffenbewekingsinstallatie (RBI) te ealiseen, waa appaaten en voetuigen, waaaan zich kwik heeft gehecht, geeinigd kunnen woden en waa kwikhoudende eststoffen, uitsluitend afkomstig van NAM-Iocaties (op land en op zee), op een milieuhygianisch veantwoode en effectieve wijze kunnen woden bewekt. Otschoon dat in theoie wei mogelijk zou zijn heeft de NAM niet het voonemen om de nieuwe installatie voo deden open te stellen. Het beweken van afvalstoffen beschouwt de NAM namelijk als niet behoend tot de zogenoemde "coe-business": het poduceen van aadolie en -gas. Een vezoek van deden om kwikhoudende eststoffen te beweken heeft de NAM ook nooit ontvangen. Op gond daavan is de capaciteit van de nieuwe installatie aileen uitgelegd op de behoefte van de NAM zelf. I l De NAM neemt deel aan het oveleg met de ijksoveheid, potentiale vewekes en andee pobleemhoudes van kwikhoudende afvalstoften, om te komen tot een landelijke oplossing van het pobleem van kwikhoudende afvalstoffen. De NAM sluit zich bij vookeu bij zo'n landelijke oplossing aan. Zo'n landelijke oplossing zal de noodzaak tot de in dit MER bescheven beweking van de NAM-specitieke eststoffen niet wegnemen. De activiteiten die thans ondewep van dit MER zijn, moeten - voo zove het niet de einiging van voetuigen en appaatuu beteft - woden gezien als een noodzakelijke voobeweking van kwikhoudende mateialen en stoffen voo een detinitieve veweking eldes (b.v. ondegondse beging of immobilisatie) ot eventueel op de RBI zeit. Indien een landelijke installatie voo de veweking van kwikhoudende afvalstoffen niet te vewezenlijken is en themische veweking van de kwikhoudende eststoffen, zoals die bij de NAM-activiteiten ontstaan, technisch mogelijk zal blijken te zijn, dan wit de NAM ovewegen om de RBI in de toekomst uit te beiden met een (themische) installatie voo de (vedee) teugwinning van kwik. L 13

Milieu-efJectappot voo de Reststo./fenbewekingsinstallatie _ 2.2 Locatiekeuze De NAM heeft besloten om de nieuwe RBI te vestigen op een bestaand industieteein in Delfzijl. Bij de locatiekeuze hebben de volgende ovewegingen een al gespeeld: logistiek optimale (zeg: centale) ligging ten opzichte van de NAM-aadgaspaduktielocaties; zowel naa aad als naa hoeveelheid van de kwikhoudende eststomen (als "activiteitencentum" is een plaats beekend tussen Siddebuen en de eeds bestaande wate/condensaatscheidingsinstallatie van de NAM, eldes in Delfzijl); voldoende teeinoppevlak om een efficiante beweking mogelijk te maken; voldoende uitbeidingsmogelijkheden, ook voo een eventuele themische veweking in de toekomst (in totaal tenminste 5 hectae); goede beeikbaaheid voo de tanspotmiddelen, waabij het tanspot uit het oogpunt van vekeesveiligheid zo weinig mogelijk poblematisch is (niet via de bebouwde kom en wei via een oute gevaalijke stoffen); beschikbaaheid van het teein op kote temijn (zowel qua bestemmingsplan als qua noodzakelijke voozieningen) en onde edelijke condities; zo mogelijk niet in de buut van milieugevoelige locaties of objecten (of schoon de estemissies etc. zodanig moeten zijn dat de aanwezigheid van die locaties in pincipe geen bezwaa zou behoeven te zijn). Op gond van het uitgangspunt dat de afstand tussen de nieuwe RBI en het hieboven genoemde activiteitencentum zo kot mogelijk dient te zijn, zijn doo de NAM 22 mogelijke locaties in de povincie Goningen nade ondezocht; 15 daavan vielen af omdat die locaties (nog) geen industiale bestemming hadden. Van de ovegebleven 7 locaties hadden e 3 een beschikbaa teeinoppevlak dat kleine is dan 5 hectae. Aldus esteeden de volgende 4 locaties: Delfzijl-Zuidoost (naast AgEvo); Delfzijl-Zuidwest (bij kanaal, bij NKF en Noth Refiney); Veendam-Nood (bij gote cementfabiek); Zuidboek-Oost. Het bestemmingsvekee van en naa laatstgenoemde locatie zou via de bebouwde kom van Zuidboek moeten plaatsvinden. Ais altenatief zou het beteffende industieteein kunnen woden ontsloten doo een aftakking van ijksweg N42 te ceaen en een bug ove het Winschotediep aan te leggen. Mede vanwege de daamee gemoeide tijd, is deze optie doo de NAM minde gunstig beoodeeld. 14

(- ( _ Milieu-effictappot voo de Restst()ffinbewekillgsimtallatie De afstand van de Delfzijlse locaties tot de bestaande wate/condensaatscheidingsinstallatie in Delfzijl is uiteaad veel kleine dan de afstand van de locatie Veendam Nood tot laatstgenoemde installatie. Om die eden is de locatie Veendam-Nood niet geselecteed. Uiteindelijk hebben de lagee vewevingskosten voo de locatie Delfzijl-Zuidoost de dooslag gegeven. Na ingebuikname van de nieuwe installatie zullen de activiteiten op de huidige locatie te Noodboek woden beeindigd en zullen de daa aanwezige installaties woden ontmanteld (zie paagaaf 3.2.6). RBI-Iocatie te Delfzijl 15

Milieu-effictappot voo de Reststoffenbewekingsinstallatie _ 3 Te nemen en genomen besluiten 3.1 M.e..-plichtig besluit Het vigeende Besluit milieu-effectappotage (20 mei 1987, laatstelijk gewijzigd pe 24 febuai 1992) stelt (onde mee) dat een MER moet woden gemaakt bij de voobeeiding van een besluit te zake van een aanvaag om een (milieu)vegunning voo de opichting van een inichting bestemd voo het vebanden, beweken, veweken en venietigen van chemische (gevaalijke) afvalstoffen en afgewekte olie (categoie 19.1 ). Vol gens het Besluit aanwijzing gevaalijke afvalstoffen (Baga) zijn (onde mee) kwikhoudend slib en kwikhoudend filtemateiaal dat bij de aadgaspoduktie ontstaat, pe definitie (d.w.z. onafhankelijk van de concentatie) gevaalijke afvalstoffen. Aangezien op de RBI deze gevaalijke afvalstoffen woden bewekt, is het vooliggende MER veeist bij de voobeeiding op een besluit op een aanvaag om vegunning kachtens de Wet milieubehee voo het opichten en in weking hebben van de ondehavige inichting. Omdat doo de RBI hemelwate '... odt ge!oosd en voe die lozing op gond van de Wet veonteiniging oppevlaktewateen vegunning is veeist, is bij de voobeeiding op een besluit op de beteffende aanvaag, eveneens dit MER wettelijk veplicht. Op beide vegunningaanvagen beschikt het College van Gedeputeede Staten van Goningen. GS bevodeen een gecoodineede voobeeiding en behandeling van het MER en de vegunningaanvagen. De m.e..-pocedue ging van stat met het indienen van de zogenoemde statnotitie MER doo de NAM bij Gedeputeede Staten van Goningen op 14 mei 1993 (lit. 1). Op 26 mei 1993 wed het voonemen in de Nedelandse Staatscouant, de Eemsbode en het Nieuwsblad van het Nooden gepubliceed. Naa aanleiding van de statnotitie zijn geen inspaakeacties ontvangen. Op 28 juli 1993 bacht de Commissie voo de milieu-effectappotage advies uit aan GS van Goningen ove de ichtlijnen inzake de inhoud van het MER (lit. 2). De definitieve ichtlijnen zijn doo GS van Goningen op 24 augustus 1993 vastgesteld (lit. 3). Zie voo het tijdschema bijlage 2. 16 - -----

Milieu-effictttppot voo de ReststoffonbcUlckingsinstaliatic 3.2 Te nenen besluiten 3.2.1 Wm-vegunning Op gand van at. 1.1 lid 3 en 5 en at. B.2 lid 2 van de Wet milieubehee, juncto bijlage I van het Inichtingen- en vegunningen besluit Wm (categoie 28.4) zijn Gedeputeede Staten het gezag dat bevoegd is te beschikken op vegunningaanvagen ten aanzien van inichtingen voo: a5 het opslaan van van buiten de inichting afkomstige chemische afvalstoffen [... J; b2 het oveslaan van evenbedoelde stoffen; c1 het ontwateen [... J mechanisch [... J of fysisch scheiden, mengen, vedichten [... ] van van buiten de inichting afkomstige [... ] bedijfsafvalstoffen; c2 het beweken, veweken of venietigen - andes dan vebanden - van van buiten de inichting afkomstige chemische afvalstoffen [... ]". Om deze eden wodt voo de opichting van de RBI een Wm-vegunning bij Gedeputeede Staten van Ganingen aangevaagd. 3.2.2 Veklaing van geen bedenkingen l Bijlage III van het Inichtingen- en vegunningenbesluit Wet milieubehee (Ivb-Wm) omschijft categoieen van inichtingen ten aanzien waavan een (Wm-)vegunning niet wodt veleend dan nadat de ministe van VROM heeft veklaad dat hij daategen geen bedenkingen heeft. Tot die categoieen behoen inichtingen voo het beweken, veweken of venietigen van kwikhoudende afvalstoffen, met uitzondeing van veonteinigde gond. Voo het velenen van een Wm-vegunning voo de RBI dient de Povincie Goningen dus een veklaing van geen bedenkingen bij de ministe van VROM aan te vagen. 3.2.3 Wvo-vegunning L. Op de RBI komen de volgende 3 afvalwatestomen vij: a. fomatiewate (afkomstig uit het slib), alsmede was- en spoelwate; b. hemelwate; c. afvalwate van huishoudelijke aad. 17

Milieu-e./fectappot voo de Reststo./finbnuekingsinstallatie _ Eestgenoemde watestoom wodt pe tankwagen afgevoed naa de centale wate/condensaatscheidingsinstallatie van de NAM eldes in Delfzijl. Voo de afvoe en beweking van die watestoom is geen additioneel oveheidsbesluit nodig. Hemelwate dat op het teein van de RBI neeslaat wodt vezameld in de hemelwateopvangbak. Deze bak wodt peiodiek geleegd op het oppevlaktewate (de langs het teein lopende sloot). Hemelwate dat niet aan de lozingseis voldoet, wodt op dezelfde wijze afgevoed als het uit slib afkomstige wate. Aileen hemelwate van de daken van gebouwen op het teein wodt diect op de langs het teein lopende sloot geloosd. Voo de diecte lozing van op het teein neegeslagen hemelwate op oppevlaktewate wodt bij de kwaliteitsbeheede van dat wate, i.c. GS van Goningen, een Wvo-vegunning aangevaagd. Het ligt in de bedoeling dat de onde c. genoemde afvalwatestoom op het open bae iool in de gemeente Delfzijl wodt geloosd. De bedijven die op het beteffende industieteein zijn gevestigd, zijn echte nog niet op het open bae iool van Delfzijl aangesloten. Volgens de gemeente Delfzijl zal dat medio 1995 zijn geealiseed. Het open bae iool is wodt aangesloten op de ioolwatezuiveingslnstallatie in Delfzijl die onde behee is bij de Povincie Goningen. Op gond van at. 1 lid 2 van de Wvo, dient voo een lozing van afvalwate doo bij Amvb aangewezen sooten van inichtingen, op een wek (iool) dat op een ande wek (ioolwatezuiveingsinstallatie) is aangesloten, een Wvo-vegunning te woden aangevaagd bij de beheede van laatstbedoelde installatie. Bedoelde Amvb is het Besluit aanwijzing sooten van inichtingen, 4 novembe 1983, dat o.a. de volgende sooten van inichtingen noemt: c. bedijven die afvalstoffen opslaan, behandelen of veweken; h. vatenwasseijen en tank(auto)cleaningbedijven. Om deze eden wodt ook voo de lozing van afvalwate van huishoudelijke aad, eveneens bij GS van Goningen, een Wvo-vegunning aangevaagd. 3.2.4 Oveige milieuvegunningen Voo de opichting en het in weking hebben van de RBI zijn geen andee milieuvegunningen of ontheffingen nodig. 18

\ Milieu-effictappot voo de Reststoffenbnvekingsinstallatie I ' 3.2.5 Niet-milieuvegunningen Voo de bouw van de RBI zal in het tweede of dede kwataal 1994 bij B&W van Delfzijl een bouwvegunning woden aangevaagd. Volgens at. 52 lid 1 van de Woningwet houden B&W een beslissing omtent een aanvaag voo een bouwvegunning aan tot de milieuvegunningen zijn veleend. Het vigeende bestemmingsplan "patieel bestemmingsplan v~~ gonden ten oosten van Famsum" van 1965 heeft de beteffende gonden bestemd als industieteein, eategoie A (zwae eategoie). V~~ de vestiging van de RBI hoeft het bestemmingsplan dus niet te woden gewijzigd. 3.2.6 Te nemen besluiten met betekking tot de huidige installatie Het ligt in de bedoeling om na ingebuikname van de RBI te Oelfzijl de huidige installatie te Noodboek te ontmantelen. Daavoo zal bij B&W van de gemeente Mentewolde een sloopvegunning woden aangevaagd. Kwikhoudende installatie-ondedelen zullen op de RBI woden bewekt. Niet-kwikhoudende afvalstoffen woden afgevoed ten behoeve van hegebuik of naa een I BC-stotplaats. Na sloop van de huidige installatie zal het vijkomende teein bij de aangenzende aadgaspoduktieloeatie Noodboek woden getokken. Oat zal te zijne tijd aan het bevoegd gezag, i.e. de ministe van Eeonomisehe Zaken, woden gemeld. I l L 3.3 Reeds genomen besluiten met betekking tot de voogenomen activiteit 3.3.1 Ruimtelijke odening Zoals in paagaaf 3.2.5 eeds is gesteld, staat het vigeende bestemmingsplan de vestiging van de RBI te plaatse toe. De RBI vaagt geen oveheidsbesluiten ten aanzien van de plaatselijke infastuetuu. Het industieteein Oostehon waaop de RBI zal woden gevestigd, is gezoneed ingevolge at. 53 van de Wet geluidhinde. Oit houdt in dat ond het industieteein 19

een geluidszone is vastgesteld, waabuiten ten gevolge van de (bedijfs)activiteiten op het industieteein geen hogee equivalente geluidsbelasting op mag teden dan 50 db(a) etmaalwaade. Tevens zijn voo woningen binnen de zone toelaatbae geluidsbelastingen vastgesteld. Ten tijde van de vaststelling van de zone was een belangijk dee I van het industieteein nog niet als zodanig in gebuik. Om te vookomen dat nieuw te vestigen bedijven etoe lei den dat het genoemde geluidsniveau wodt ovescheden is bij de vaststelling van de omvang van de zone ekening gehouden met een akoestische invulling van de nog baakliggende delen. Hietoe is aan deze teeindelen een immissieelevant (d.w.z. in de omgeving waaneembaa) bonvemogen toegekend, waavan de hoogte afhankelijk is van de positie ten opzichte van de woonomgeving. Voo het teeindeel waaop de RBI zal woden gevestigd, bedaagt dit geluidsvemogen 112 db(a) etmaalwaade pe hectae. Bij de vegunningvelening zal onde mee een toetsing aan deze waade plaatsvinden. 3.3.2 Lopende contacten Voo het tanspot van de kwikhoudende eststoffen van de divese NAM-Iocaties naa de RBI heeft de NAM een contact met een tanspoteu. Diens tanspotmiddelen voldoen aan de eisen die de Wet gevaalijke stoffen daaaan stell. Ook de gevaalijke afvalstoffen die op de RBI ontstaan, woden via ekende tanspoteus afgevoed naa extene vewekes in binnen- en buitenland, n.!. AVR-Chemie C.V. te Rottedam en een ondegondse deponie van Kali & Salz A.G. in Duitsland. Deze vewekes beschikken ove een vegunning voo de veweking van de beteffende afvalstoffen. De afgifte van gevaalijke stoffen aan deze vewekes wodt confom de Wm gemeld. De uitvoe van gevaalijke afvalstoffen geschiedt confom de "Regeling in-, uit- en doovoe van gevaalijke afvalstoffen". De gevaalijke afvalstoffen woden vepakt en geetiketteed zoals in het Besluit afleveing gevaalijke stoffen (BAGS) is voogescheven. De niet-gevaalijke bedijfsafvalstoffen, met uitzondeing van schoot, woden binnen het kade van de daavoo vigeende milieuvegunningen, op de egionale stotplaats De Stainkoel'n gestot. Schoot wodt afgevoed naa een gespecialiseede be- of veweke die ove de daavoo benodigde vegunningen beschikt. 20

j 3.4 Reeds genomen besluiten met een algemeen kaakte 3.4.1 Aigemeen Voo dit MER woden de volgende nota's, plannen en beslissingen voo het te nemen besluit voo vegunningvelening aan de RBI elevant geacht: Nationaal Milieubeleidsplan (Plus; 2) (NMP/NMP+ INMP-2); Meejaenplan vewijdeing gevaalijke afvalstoffen; Regeling in-, uit- en doovoe gevaalijke afvalstoffen 1993; Povinciaal Afvalstoffen Plan (PAP II); Richtlijnen voo de opslag van gevaalijke stoffen, chemische afvalstoffen en bestijdingsmiddelen in emballage (CPR 15-1/2); Besluit isico's zwae ongevallen; Besluit luchtkwaliteit benzeen; Nedelandse Emissie Richtlijnen (NER); Besluit emissie-eisen stookinstallaties B (BEES-B). 3.4.2 Nationaal Milieubeleidsplan Het Nationaal milieubeleidsplan (NMP) en het NMP-plus vomen de basis van het huidige Nedelandse milieubeleid. Hiein geeft de egeing aan waa de pioiteiten van het milieubeleid op hoofdlijnen in de planpeiode woden gelegd. Voo het omgaan met afvalstoffen is de volgende pioiteitsvolgode vastgelegd: a. peventie : doo bewust handelen en poduceen kan woden vookomen dat bepaald afval ontstaat; b. hegebuik: afval dat eenmaal is ontstaan kan opnieuw woden gebuikt, bij vookeu voo hetzelfde doel of doo het na veweking nuttig toepassen; c. vebanden: als hegebuiksopties niet aanwezig zijn, dan kan het afval d. stoten woden veband. Het doe I van de vebanding is vooal het volume te vekleinen, maa daanaast kan de vebandingswamte woden gebuikt voo bijvoobeeld elekticiteitsopwekking; : als hegebuik of vebanden onmogelijk is, dan dient het afval gestot te woden. Het stoten van afval moet dus bepekt zijn tot die stomen die op geen enkele andee wijze vewekt kunnen woden. 21

Milieu-efJectappot voo de Reststoffinbewekingsinsttlilatie _ Het NMP-2 bevat de stategie voo het milieubeleid voo de peiode 1995-1998. Het plan stelt dat de aanpak van peventie en hegebuik van pioitaie afvalstoffen zich in die planpeiode icht op het uitvoeen van eeds vastgestelde plannen. 3.4.3 Meejaenplan vewijdeing gevaalijke afvalstoffen Medio juli 1993 heeft de ministe van VROM het Meejaenplan vewijdeing gevaalijke afvalstoffen aan de Tweede Kame aangeboden. Het beteft het beleidsstandpunt van de ministe van VROM en het Intepovinciaal Oveleg (IPO) met betekking tot dit ondewep. Enkele punten uit dat plan zijn: a. totdat e povinciale beleidsplannen en veodeningen zijn, vomt het Meejaenplan vewijdeing gevaalijke afvalstoffen het toetsingskade voo de povinciale vegunningvelening; b. toetssteen bij de vegunningvelening inzake het inzamelen, bewaen, veweken en stoten van gevaalijke afvalstoffen vomt het begip doelmatigheid. Hieonde wodt vestaan: continu'iteit, effectieve en efficiente vewijdeing, capaciteit, evenwichtige speiding, effectief toezicht en nazog bij stotplaatsen. Ten aanzien van effectieve en efficiente vewijdeing wodt uitgegaan van de volgende vookeusvolgode: - peventie; - podukthegebuik; - mateiaalhegebuik; - nuttige toepassing; - vewijdeing met omzetting van enegie; vewijdeing op andee wijze dan stoten; - stoten van afvalstoffen; c. afvalstoffen die in Nedeland ontstaan, moeten in eigen land woden vewekt, uitzondeingen als onvoldoende capaciteit en hoogwaadige vewijdeing eldes daagelaten. C1-afvalstoffen (zie begippenlijst) woden nu meestal in een ondegondse deponie in Duitsland gebogen. De Nedelandse egeing acht de ondegondse beging niet acceptabel. E dient dehalve een eind te komen aan de uitvoe voo ondegondse beging zoals deze thans plaatsvindt. De ministe van VROM is voonemens om de huidige wijze van vewijdeing van C1-afvalstoffen pe 1 januai 1996 te beeindigen omdat e voo de veschillende kwikhoudende at- 22

,- ( ~~~~~~ ~jfitll-4fectappot voo de Reststoffinbewekingsi11$tallatie ~ C?)( valstoffen vewekingstechnieken beschikbaa zouden zijn. In 1993 is een plan van aanpak opgesteld om te komen tot toepassing van die technieken. 3.4.4 Regeling in-, uit- en doovoe gevaalijke afvalstoffen Met ingang van 1 januai 1994 is bovengenoemde egeling in weking geteden. Deze op de Wet milieubehee (Wm) gebaseede egeling vevangt de beteffende egeling op gond van de Wca. De egeling stelt onde mee (at. 10) dat het in de Wm neegelegde vebod op de in-, uit- en doovoe van gevaalijke afvalstoffen niet geldt indien ten behoeve daavan een volledig ingevuld meldingsfomulie aan het bevoegd gezag is gezonden. Dat fomulie moet zijn voozien van een veklaing van geen bezwaa van het ministeie van VROM. De uitvoe van kwikhoudende afvalstoffen die van de RBI atkomstig zijn, zal confom deze egeling plaatsvinden. 3.4.5 Povinciaal Afvalstoffen Plan Het Povinciaal Afvalstoffenplan (PAP II) heeft betekking op de volgende categoieen afvalstoffen: huishoudelijk afval, got huisvuil, bedijfsafvalstoffen die te zamen woden vewekt met huishoudelijke afvalstoffen, alsmede bouw- en sloopafval. Het PAP II heeft dus geen betekking op de gevaalijke afvalstoffen die op de huidige installatie en de RBI woden aangevoed. Het plan heeft wei betekking op de (nietchemische) bedijfsafvalstoffen en het bouw- en sloopafval dat op de RBI ontstaat en naa een stot wodt afgevoed. Het PAP" schijft oveigens voo dat bouw- en sloopafval zoveel mogelijk moet woden hegebuikt en zo weinig mogelijk moet woden gestot. Het PAP " zal naa vewachting pe 1 januai 1995 komen te vevallen. De beteffende egelingen zullen daana woden opgenomen in het povinciaal milieubeleidsplan. De bedijtsafvalstoffen die van de huidige installatie te Noodboek woden afgevoed, woden gestot op de egionale stotplaats de Stainkoel'n. Dit gebeut uiteaad binnen het kade van de v~~ die stotlocatie vigeende milieuvegunningen. Vewacht wodt dat ook de bedijfsafvalstoffen van de RBI op die stotplaats gestot kunnen woden. Het stoten van deze afvalstoffen op de stotplaats te Delfzijl zou ook tot de mogelijkheden behoen. Deze stot is echte naa vewachting in 1995 vol. 23

Milim-4{ectappot voo de R~n:stoffi"btw~kingsinsta'latie 3.4.6 Opslag van gevaalijke stoffen in emballage Doo de Commissie Peventie van Rampen doo Gevaalijke Stoffen (CPR) zijn ichtlijnen uitgebacht voo de opslag van gevaalijke stoffen (vaste stoffen en vloeistoffen) in emballage. Richtlijn CPR 15-1 icht zich op opslagen met een hoeveelheid van a tot 10 ton pe opslaguimte; CPR 15-2 op hoeveelheden gate dan 10 ton. Op de RBI zullen de gevaalijke afvalstoffen confom die ichtlijnen woden opgeslagen. In de vegunningaanvagen zal hieop nade woden ingegaan. 3.4.7 Besluit isico's zwae ongevallen In paagaaf 3 van het Besluit isico's zwae ongevallen (BRZO) wodt aangegeven welke categoieen van inichtingen een exten veiligheidsappot (EVR) moeten maken en welke gegevens een EVR dient te bevatten. In ondestaande tabel zijn de voo de RBI elevante stoffen aangegeven die in het BRZO zijn vemeld, de daabij behoende hoeveelheden waaboven een EVR dient te woden gemaakt en de op de RBI maximaal aanwezige hoeveelheid. Tabel 3. 1 Met be tekking tot het BRZO elevante stotten en hoeveelheden Licht ontvlambae stoffen Giftige stoffen (kwik en benzeen 50.000 ton 200 ton 30 ton (40 m' condensaat) 5 ton Op gand van dit ovezicht kan woden geconcludeed dat de hoeveelheid gevaalijke stoffen die op de RBI aanwezig is zodanig is dat e geen EVR behoeft te woden gemaakt. 24

I I ( _ Mitieu-4fictappot voo de &sttoffinbewekingsinstallatie ( 3.4.8 Besluit luchtkwaliteit benzeen Op 22 febuai 1993 is het Besluit luchtkwaliteit benzeen in weking geteden. Op gond van dit besluit mag in het algemeen de jaagemiddelde benzeenconcentatie in de buitenlucht niet hoge zijn dan 10 f.1g/m3 (genswaade). Langs dukke vekeeswegen en in de diecte nabijheid van tankstations gelden tijdelijk hogee genswaaden. De ichtwaade, dat wil zeggen het kwaliteitsniveau dat zoveel mogelijk moet woden beeikt of gehandhaafd, is 5 f.1g/m3 als jaagemiddelde concentatie. Voo zove benzeen doo de RBI wodt geamitteed wodt op dit punt nade ingegaan in paagaaf 7.1. 3.4.9 Nedelandse Emissie Richtlijnen (NER) Op 1 mei 1992 zijn de Nedelandse Emissie Richtlijnen in weking geteden. De NER bevat ichtlijnen te bepeking van luchtveonteiniging doo industiale pocessen. De NER is bedoeld als ichtsnoe voo oveleg tussen vegunningaanvage en het bevoegd gezag. V~~ de bestijding van emissies gaat de NER uit van de stand de techniek. Van in de NER opgenomen emissie-eisen kan slechts gemotiveed (in de consideans van de vegunning) woden afgeweken. Ten aanzien van continue emissies stelt de NER onde mee de volgende eisen: 1. benzeen valt in de categoie stoffen waavoo een minimalisatieveplichting geldt, dat wi! zeggen dat naa een nul-iozing moet woden gesteefd. Benzeen is ingedeeld in de klasse C3, waavoo een toelaatbae emissieconcentatie geldt van 5 mgtm 3, indien de ongeeinigde massastoom gote is dan 25 gth. Bij geingee massastomen schijft de NER geen emissieconcentaties voo; 2. kwik en anoganische kwikvebindingen vallen in de klasse stofvomig anoganisch sa. 1. Daavoo geldt een toelaatbae emissieconcentatie van 0,2 mg/m 3 indien de ongeeinigde massastoom gote is dan 1,0 gth; 3. oganische stoffen zijn in 3 klassen vedeeld: a. 0.1; massastoom > 0,1 kg/h, concentatie < 20 mgtm3; b. 0.2; massastoom > 2,0 kg/h, concentatie < 100 mgtm3; c. 0.3; massastoom > 3,0 kg/h, concentatie < 150 mgtm 3.!. I 25

Miliett-effictappot voo de ReststoffinbewekingsinItollatie _ Op de RBI woden geen stoffen vewekt die in de NER in categoie 0.1 zijn ingedeeld. In categoie 0.2 vallen onde andee koolwatestofmengsels, xylenen en tolueen. In categoie 0.3 vallen onde andee ethyleen- en methylglycol, methanol, alifatische, olefinische en paafinische koolwatestoffen. Indien zich meedee componenten in de afgasstoom bevinden, gelden de toelaatbaa gestelde emissieconcentaties voo aile componenten in diezelfde en lagee klasse(n) gezamenlijk. In de NER is voots een ovezicht opgenomen van de gens-, icht- en steefwaaden voo de kwaliteit van de buitenlucht, zoals die doo de ijksoveheid zijn uitgebacht. Voo de stoffen die voo de RBI elevant zijn, zijn deze waaden als voigt. Tabel3.2 Gens-, icht- en steefwaaden :1': Benzeen 10 Stank 1 5 1 llg/m 3, jaagemiddelde g.e.lm 3, 99,5- pecentiel (nieuw) Genswaaden zijn waaden die niet mogen woden ovescheden. Richtwaaden moeten zoveel mogelijk woden beeikt of gehandhaafd. Steefwaaden moeten op langee temijn woden beeikt. In paagaaf 7.1 woden de immissieconcentaties, voo zove ze doo de RBI woden veoozaakt, aan deze genswaaden getoetst. 3.4.10 Besluit emissie-eisen stookinstallaties B Het Besluit emissie-eisen stookinstallaties (Bees) is van toepassing op de inichtingen waa stookinstallaties met een themisch vemogen gate dan 2,5 MW woden gebezigd. De stookinstallaties op de RBI hebben een themisch vemogen van 2 x 600 kw, zodat het Bees op de RBI niet van toepassing is. 26

- I 4 Voogenomen activiteit f ( 4.1 Inleiding Uitgaande van een aadgaspoduktie van 65 miljad m3 pe jaa komen met de divese eststofstomen jaalijks globaal de volgende hoeveelheden kwik vij: Kg kwikljaa aadgas, geleved aan de Gasunie 400 a 500 aadgascondensaat 80 a 100 wate 30 a 40 zuive kwik 400 a 500 filtes 2800 a 3500 slib 3500 a 4000 Aadgas wodt aan de N.V. Nedelandse Gasunie geleved. Het aadgascondensaat en het wate woden naa de bestaande wate/condensaatscheidingsinstallatie van de NAM eldes in Delfzijl gevoed. Het daa afgescheiden aadgascondensaat wodt naa een affinadeij getanspoteed. L! ( l De RBI is bedoeld als de centale inzamelplaats van de NAM voo kwikhoudende eststoffen afkomstig uit de aadgas- en aadoliepoduktie. Naast kwik kunnen de stoffen en mateialen die op de RBI woden bewekt, ook koolwatestoffen, afkomstig uit aadgascondensaat, zoals benzeen, tolueen, xylenen, alsmede coosie-inhibito, zand- en kleideeltjes e.d. bevatten. Op de RBI woden aile eststoffen - die zee uiteenlopend van aad zijn - doo beweking geschikt gemaakt voo hegebuik of voo vedee veweking (b.v. vebanden of stoten) eldes. E is naa gesteefd een zo doelmatig mogelijke beweking pe eststof te laten plaatsvinden ten aanzien van de abeidsomstandigheden en de minimaliseing van de milieubelasting. Een substantiale volumeeductie van eststoffen (met name slib) kan met thans beschikbae technieken even wei niet woden beeikt. De eductie die wei op de RBI plaatsvindt is een velaging van de gehaltes aan pioitaie stoffen (kwik en benzeen) in aile te beweken eststofstomen. Op de RBI zullen de navolgende activiteiten plaatsvinden: a. het einigen van tankwagens, pompen, appendages, wamtewisselaas, vitonpakken en maskes voo hegebuik met behulp van wate; b. het beweken en afvoeen van kwikhoudend slib, dat bij de aadgaswinning en -behandeling op locaties van de NAM vijkomt. Na beweking wodt deze eststof afgevoed naa een deponie*. Te voldoening aan de acceptatie-eisen van deze deponie vinden aan dit slib de volgende handelingen plaats: zeven, bezinken, ontwateen en vepakken; * Met deponie wodt in deze een algemene facilitdt bedoeid. die voo de beging van de beteffende stoff en ove de veeiste vegunningen beschikt. Momenteel zijn dat de zoutmijnen van Kali & Salz A.G. te Duitsland. 27

c. het beweken, opslaan en afvoeen van kwikhoudende filtes eveneens afkomstig van de bonnen genoemd onde b. Ook dit mateiaal wodt naa een de ponie afgevoed indien het aan de acceptatievoowaaden voldoet. In veband met acceptatievoowaaden woden de filtes eest vekleind met behulp van een shedde-unit en vevolgens woden de vloeistoffen zoveel mogelijk afgescheiden, waana de vaste stoffen woden vepakt. Voo zove het niet mogelijk zou zijn om een mateiaal aan de daavoo geldende acceptatieciteia te laten voldoen, wodt het op de RBI opgeslagen in afwachting van afvoe naa een toekomstige vewekingsmogelijkheid; d. het einigen en afvoeen van oveige kwikhoudende eststoffen, zoals puin en schoot. Deze stoffen komen vij bij noodzakelijk ondehoud aan NAMinstallaties. Het puin en schoot woden na einiging aan deden te veweking aangeboden. Zand (gond) wodt op de RBI in elatief geinge hoeveelheden aangevoed. Het wodt op de RBI niet bewekt, maa opgeslagen in afwachting van een toekomstige vewekingsmogelijkheid. Klein metallisch en niet-metallisch gevaalijk afval alsmede actieve kool (toekomst; zie paagaaf 4.2.9) woden naa de Afvalveweking Rijnmond (AVR) afgevoed; e. het inzamelen van metallisch kwik dat bij divese activiteiten vijkomt uit de behandelingsinstallaties. Dit metallisch kwik wodt in speciale containes ingezameld en afgevoed naa een kwikecyclingbedijf (thans Claushuis B.V. te Zeewolde). V~~ de indeling van het bedijfsteein wodt vewezen naa de plattegondtekening op bijlage 3 (4 bladen). De capaciteit van de RBI is gebaseed op de jaalijks te vewachten aanvoe van kwikhoudende eststoffen en appaatuu afkomstig uit de aadgaspoduktie. E wodt ondescheid gemaakt tussen "etoumateiaal" en "niet-etoumateiaal". Retoumateiaal is mateiaal dat na beweking (dat wil zeggen einigen, eventueel gevolgd doo ondehoud) opnieuw wodt ingezet op een aadgaspoduktielocatie. Niet-etoumateiaal is mateiaal dat na beweking niet teuggaat naa de aadgaspoduktielocatie, maa naa eldes wodt afgevoed. Bij het einigen van etoumateialen komen stoffen vij die bewekt dienen te woden. Dit geschiedt in bewekingsspocessen die ook gebuikt woden voo de beweking van niet-etoumateialen. In dit MER woden niet sepaaat de aan- en afvoe en de beweking bescheven, 28