Hanzehogeschool Groningen, Groningen



Vergelijkbare documenten
Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [hbo-bachelor]: uitwerking voor Associate degree-programma s tijdens de pilotfase

Besluit. College van bestuur. Hanzehogeschool Groningen. Postbus RM GRONINGEN

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool Drenthe

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Communicatie van de NHL Hogeschool

Management & Organisatie

Christelijke Hogeschool Windesheim

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Opleiding: Financial Services Management HBO bachelor, locatie Arnhem Croho: Varianten: voltijd & deeltijd

Hanzehogeschool Groningen

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

AVANS Hogeschool, Tilburg

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-bachelor Game Architecture and Design van de NHTV

luit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Human Resource Management van de Saxion Hogeschool

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Hogeschool INHOLLAND, Rotterdam

Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs

Hanzehogeschool Groningen, Groningen

Ontwerpkaders: Leeruitkomsten. Versie 1.0/ november Ontwerpkaders: Leeruitkomsten/versie 1.0/november

Teamscan op accreditatiewaardigheid

Hanzehogeschool Groningen

Hogeschool Rotterdam, Rotterdam

Besluit. College van Bestuur van de Hanzehogeschool Groningen Postbus RM GRONINGEN

Fontys Hogescholen, Tilburg en Sittard

Fontys Hogescholen, locatie Eindhoven Opleiding: Fiscale Economie, hbo bachelor Croho: Varianten: voltijd/deeltijd

Fontys Hogescholen, Eindhoven

Hogeschool Zeeland. Opleiding: Management Economie en Recht hbo-bachelor Locatie: Vlissingen en Terneuzen Croho: Varianten: voltijd/deeltijd

PEER REVIEWS. Managementgroep Interactum September 2014

Hogeschool INHOLLAND. Visitatiedatum: 8 november 2006

Hogeschool INHOLLAND, Alkmaar

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Locatie: Arnhem Opleiding: Bedrijfseconomie, hbo bachelor; Croho: Varianten: voltijd en deeltijd

Hogeschool Zeeland, Vlissingen

Fontys Hogescholen. Opleiding: Financial Services Management hbo bachelor Varianten: voltijd, deeltijd, duaal Croho: Locatie: Eindhoven

AVANS Hogeschool, Breda

OPSTELLEN EINDKWALIFICATIES OPLEIDING

Noordelijke Hogeschool Leeuwarden Opleiding: Commerciële Economie, hbo bachelor Croho: Varianten: voltijd, deeltijd

Hanzehogeschool Groningen, Groningen

Hanzehogeschool Groningen, Groningen

Master of Laws De Master Legal Management (MLM) is in 2014 gestart als een door de NVAO geaccrediteerde, onbekostigde masteropleiding.

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Besluit. Raad van bestuur. Saxion Hogescholen. Postbus KB ENSCHEDE

Christelijke Hogeschool Windesheim

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bestuurskunde/Overheidsmanagement van de NHL Hogeschool

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Onderwijs- en examenregeling

Hanzehogeschool Groningen, Groningen

Besluit. College van Bestuur. Hogeschool van Amsterdam. Postbus AX AMSTERDAM

Besluit. College van Bestuur Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Postbus EJ ARNHEM

Avans Hogeschool, s-hertogenbosch

es Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor

Fontys Hogescholen, Eindhoven

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Locatie: Arnhem Opleiding: Communicatie, hbo bachelor Choho: Varianten: voltijd, deeltijd, duaal

Hanzehogeschool Groningen

Visitatiedatum: 11 september 2007

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. HBO-Bachelor Facility Management

Hogeschool Arnhem en Nijmegen

Noordelijke Hogeschool Leeuwarden

Bachelor of Business Administration (MER opleiding)

AVANS Hogeschool; s-hertogenbosch

Hogeschool Rotterdam, Rotterdam

Hogeschool Rotterdam. Bedrijfseconomie en Final Services Management, hbo-bachelor; voltijd en deeltijd (BE), voltijd (FSM) (BE), (FSM)

Hogeschool Zuyd, Sittard. Opleiding: Commerciële Economie Niveau: hbo bachelor Croho: Varianten: voltijd

Juridische Hogeschool Avans-Fontys

Fontys Hogescholen, Eindhoven

Besluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Business IT & Management van de Hogeschool Rotterdam

Hogeschool INHOLLAND, Rotterdam

AVANS Hogeschool, s-hertogenbosch

Visitatiedatum: 24 april 2007

AVANS Hogeschool, Breda

Noordelijke Hogeschool Leeuwarden

De NVAO beoordeelt het onderwerp doelstellingen opleiding derhalve voldoende.

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Noordelijke Hogeschool Leeuwarden

Hogeschool Rotterdam. HBO-Bachelor Logistiek en Economie Logistiek en Technische Vervoerskunde

Hogeschool HBO Nederland

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor

Noordelijke Hogeschool Leeuwarden

Avans Hogeschool, Breda

Bijlage A Competenties van de opleiding

Hogeschool Rotterdam, Rotterdam

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Human Resource Management van de Hanzehogeschool Groningen

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor

Hogeschool Zuyd, Sittard

Bijlage 2. Protocol toetsing Associatedegreeprogramma. 15 december 2009

Hanzehogeschool Groningen

Beoordelingskader Kader voor de beperkte toets nieuw Associate-degree (Ad-)programma van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 9832).

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Hogeschool INHOLLAND, Rotterdam

Hogeschool Zuyd, Sitard

Bachelors Hanzehogeschool Groningen: de onderzoekende professional centraal! Symposium Hogeschoolbeleid Onderzoek in Onderwijs, HvA 22 maart 2012

Hanzehogeschool, Groningen

Ontwerpkaders: Onderwijs. Versie 1.0/november 2016

Hogeschool Utrecht, locatie Utrecht

Advies van het visitatiepanel Samenvatting bevindingen en overwegingen van het panel.

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Besluit. College van Bestuur van de. Hogeschool INHOLLAND. Postbus CN DEN HAAG

Besluit. College van bestuur. Hogeschool van Amsterdam. Postbus AX AMSTERDAM

Naam/Datum/Versie document advies/verbeterpunten. Avans documenten

Besluit. Aan het Bestuur van de Leidse Onderwijsinstellingen (LOI) Postbus CA LEIDERDORP

HBO Bedrijfskunde Bachelor of Business Administration (BBA)

Transcriptie:

Hanzehogeschool Groningen, Groningen Opleiding: Management Economie & Recht; hbo-bachelor Croho: 34435 Varianten: voltijd/deeltijd/duaal Visitatiedatum: 14 mei 2009 Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, november 2009

2/67 NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen, hbo-bacheloropleiding MER (vt/dt/du)

Inhoud Inhoud 3 Deel A: Onderwerpen 5 1.1 Voorwoord 7 1.2 Inleiding 7 1.3 Werkwijze 10 1.4 Oordeelsvorming 12 1.5 Oordelen per facet en onderwerp 13 Deel B: Facetten 15 Onderwerp 1 Doelstelling van de opleiding 17 Onderwerp 2 Programma 21 Onderwerp 3 Inzet van personeel 35 Onderwerp 4 Voorzieningen 38 Onderwerp 5 Interne kwaliteitszorg 41 Onderwerp 6 Resultaten 44 Onderwerp 7 Bijzonder kwaliteitskenmerk 47 Deel C: Bijlagen 49 Bijlage 1: Onafhankelijkheidsverklaring panelleden 50 Bijlage 2: Deskundigheden panelleden 55 Bijlage 3: Bezoekprogramma 59 Bijlage 4: Overzichtslijst van door de opleiding ter inzage gelegd materiaal 60 Bijlage 5: Domeinspecifieke referentiekader en opleidingscompetenties 67 NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen, hbo-bacheloropleiding MER (vt/dt/du) 3/67

4/67 NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen, hbo-bacheloropleiding MER (vt/dt/du)

Deel A: Onderwerpen NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen, hbo-bacheloropleiding MER (vt/dt/du) 5/67

6/67 NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen, hbo-bacheloropleiding MER (vt/dt/du)

1.1 Voorwoord Dit rapport is het verslag van het panel dat in opdracht van NQA de opleiding Management Economie & Recht van Hanzehogeschool Groningen heeft onderzocht. Het beschrijft de werkwijze, de bevindingen en de conclusies. Het onderzoek heeft plaatsgevonden in het kader van de accreditatie van hogere beroepsopleidingen. Het onderzoek is begonnen in maart 2009, toen het zelfevaluatierapport bij NQA is aangeleverd. Als onderdeel van het onderzoek heeft het panel de opleiding gevisiteerd op 14 mei 2009. Het panel bestond uit: de heer drs. N.J.M. Kwantes RB (voorzitter, domeinpanellid); de heer drs. H.C.W.M. van Raak (domeinpanellid); mevrouw J.M.W. Amse (studentpanellid); de heer W.A.J. van Uden (NQA-auditor). Dit panel voldoet aan de eisen zoals gesteld in het document Protocol ter beoordeling van de werkwijze van visiterende en beoordelende instanties van de NVAO (oktober 2007). Het panel beschikt over relevante werkvelddeskundigheid en over vakdeskundigheid. Onder vakdeskundigheid wordt verstaan het vertrouwd zijn met de meest recente ontwikkelingen en vertrouwd met lesgeven en beoordeling en toetsing minstens op het niveau/oriëntatie van de te beoordelen opleiding. Daarnaast beschikt het panel over onderwijsdeskundigheid, studentgebonden deskundigheid en visitatiedeskundigheid (zie bijlage 2). Het rapport bestaat uit drie delen: Deel A: een hoofdrapport, het Onderwerprapport, waarin de oordelen van het panel over de basiskwaliteit van de opleiding op onderwerpniveau worden uitgesproken met daarbij de overwegingen waarop die oordelen zijn gebaseerd. Het gaat hier om oordelen in de gradatie positief/negatief. Tevens wordt hier het eindoordeel geformuleerd. Deel B: een Facetrapport waarin op facetniveau door het panel oordelen en argumenten ter onderbouwing van dat oordeel worden gegeven. De oordelen gaan uit van de vierpuntsschaal (onvoldoende, voldoende, goed en excellent) conform het voorschrift van de NVAO. Uitzondering hierop is facet 2.6, als gevolg van aanvullende instructies van de NVAO wordt hier het oordeel voldaan of niet voldaan gegeven. Dit Facetrapport vormt de basis van het Onderwerprapport. Deel C: hierin zijn alle relevante bijlagen opgenomen. 1.2 Inleiding Hanzehogeschool Groningen verzorgt ongeveer zeventig bachelor- en masteropleidingen aan circa 23.400 studenten. De hogeschool heeft ongeveer 2.700 medewerkers in dienst met een aanstellingsomvang van 1864 fte. De instroom van nieuwe studenten in de bacheloropleidingen is gegroeid van 5.773 in 2004 naar 6.776 in 2008 (bron: HBO-raad). Het College van Bestuur geeft leiding aan de hogeschool en wordt daarin ondersteund door vier stafbureaus: Personeel & Organisatie, Financiële & Economische Zaken, Onderwijszaken, en Marketing & Communicatie. Daarnaast is er een Facilitair Bedrijf. NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen, hbo-bacheloropleiding MER (vt/dt/du) 7/67

HanzeConnect biedt post-hbo-opleidingen voor werkenden en begeleidt onderzoeks- en adviestrajecten. De inspraak van medewerkers en studenten komt tot stand in Hogeschoolmedezeggenschapsraad en Schoolmedezeggenschapsraden. De stafdiensten, HanzeConnect en het Facilitair Bedrijf hebben gezamenlijk een Dienstenraad. Haar ambitie heeft de hogeschool als volgt samengevat: De Hanzehogeschool Groningen leidt ondernemende, maatschappelijk verantwoordelijke en internationaal georiënteerde professionals op en draagt bij aan de kenniscirculatie in Noord-Nederland. De kernwaarden die deze ambitie richting geven zijn: individuele ontplooiing; respect en actieve tolerantie; ondernemend, praktijkgericht en nuchter; en verantwoordelijk en duurzaam. De Hanzehogeschool Groningen heeft in het kader van het Sirius Programma subsidie verkregen voor het project Ruimte voor Excellentie dat een bijdrage moet leveren aan de individuele ontplooiing van studenten en hun ondernemerschap, praktijkgerichtheid en nuchterheid. Hanzehogeschool Groningen heeft haar opleidingen ondergebracht in negentien schools die worden geleid door een dean. Het Instituut voor Bedrijfskunde (IBK) is een van deze schools. Aan het IBK studeren 2484 studenten en er werken 155 medewerkers. IBK verzorgt drie opleidingen: Management, Economie en Recht (MER), Personeelsmanagement (PM), en Vastgoed & Makelaardij (V&M). De medewerkers van IBK maken deel uit van een van de acht resultaatverantwoordelijke teams. Daarvan zijn er drie verbonden aan de MERopleiding: de MER-teams A, B en C. De teamleiders vormen samen met de dean het managementteam van het IBK, dat uiteindelijk besluiten neemt. Advies en instemming worden, afhankelijk van het onderwerp, gevraagd van de instituutsmedezeggenschapsraad, de opleidingscommissie, een examencommissie, leerplancommissie of werkveldadviescommissie. De MER-opleiding wordt verzorgd te Groningen op de locatie Zernikeplein. De opleiding komt voort uit de vroege Economisch-Juridische opleiding van de toenmalige HEAO. In de tweede helft van de jaren negentig van de vorige eeuw is de naam veranderd in Management, Economie en Recht. De MER in Groningen kende een aantal specialisaties/afstudeer-richtingen die inmiddels zelfstandige opleidingen zijn geworden: HBO Rechten, Financial Services Management, en Vastgoed & Makelaardij. De opleiding heeft een missie en visie geformuleerd (najaar 2008): - MER Groningen: Méér dan alleen Bedrijfskunde! De bachelor Management, Economie en Recht uit Groningen is een praktijkgerichte, innovatieve bedrijfskundige, die zijn geïntegreerde kennis en vaardigheden inzet voor (inter-) nationale profit- en not-for-profitorganisaties. Hij is de verbindende professional tussen de verschillende bedrijfsprocessen in een organisatie en heeft daarbij bijzondere aandacht voor de mens. Deze professional weet aan maatschappelijk verantwoord ondernemen in een organisatie concreet vorm te geven. 8/67 NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen, hbo-bacheloropleiding MER (vt/dt/du)

- Visie Het optimaal functioneren van organisaties staat bij de bedrijfskundige opleiding Management, Economie en Recht centraal. De aandacht gaat daarbij uit naar de wisselwerking tussen de bedrijfsprocessen en dan voornamelijk de economische, juridische en managementprocessen met de mens als kritische succesfactor. Dit in de context van zowel profit als not for profit organisaties en met oog voor de snel veranderende (internationale) omgeving. Integratie, innovatie en creativiteit zijn vanzelfsprekende sleutelwoorden voor de opleiding, evenals de expliciete aandacht voor maatschappelijk verantwoord ondernemen. Dit brengt de afgestudeerde MER-Groningen bedrijfskundige meer, waardoor deze zich in een organisatie als professionele bruggenbouwer tussen de verschillende bedrijfsprocessen kan bewegen, en zich kan richten op: het managen van deze processen, het aangaan en onderhouden van relaties, het afwegen van oplossingsmogelijkheden voor complexe situaties en het komen tot een gefundeerd advies of besluit De opleiding vindt een aantal aspecten kenmerkend voor het curriculum van de voltijd- en deeltijdopleiding. Ieder blok heeft een project met een thema, waarnaar de ondersteunende vakken zich richten. Die ondersteunende vakken ontwikkelen de kennis, inzichten, vaardigheden en attitude (KIVA) van de studenten, zodat zij de beoogde competenties kunnen verwerven. Het curriculum bevat na het tweede jaar tevens keuzemogelijkheden: in de minorfase kunnen studenten hun eigen keuze maken; stage en afstuderen bieden keuzemogelijkheden; en er zijn enkele keuzeblokken. Doorheen het gehele curriculum is er veel aandacht voor maatschappelijk verantwoord ondernemen en creativiteit & innovatie. Tevens bevat het curriculum een Engelstalig blok. Het programma van de duale variant wijkt ten tijde van de visitatie nog af van dat van de twee andere varianten. Er is een gemeenschappelijk eerste jaar met de andere duale opleidingen in het economische domein (accountancy, bedrijfseconomie en commerciële economie), waardoor de propedeuse een wat algemener karakter heeft. Vanaf het tweede jaar is de duale variant opleidingsspecifiek. De keuzemogelijkheden zijn geringer en werkactiviteiten zijn gekoppeld aan de thema s van de blokken. Vanaf 1 september 2009 wordt het duale programma in lijn gebracht met dat van de voltijd- en deeltijdvarianten. De opleiding benoemt in het zelfevaluatierapport als pijlers van de voorgaande twintig jaar: - De sterke focus op bedrijfskunde en nieuwe ontwikkelingen - Goede relatie met werkveld - Betrokkenheid van docenten en studenten bij de opleiding - Actieve rol in landelijk overleg en profielontwikkeling - Eigen verantwoordelijkheid van student en medewerker - Keuzemogelijkheden voor studenten - Kleinschalige docententeams, zorgvuldige werving en selectie. NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen, hbo-bacheloropleiding MER (vt/dt/du) 9/67

De doelstelling van de opleiding is dat afgestudeerden aan de slag kunnen in bedrijfskundige functies bij nationale en internationale organisaties in de profit- en not-for-profitsector. Specifiek voor de MER-opleiding in Groningen is het sterke accent op maatschappelijk verantwoord ondernemen en duurzaamheid, en op creativiteit en innovatie. Voor het aspect duurzaamheid vraagt de opleiding een bijzonder kwaliteitskenmerk aan. De opleiding MER heeft drie varianten. De voltijdse variant is de grootste. Op 1 oktober 2008 staan er 790 studenten ingeschreven en de instroom bedraagt in dat jaar 284. Bij de deeltijdopleiding zijn dan 176 studenten ingeschreven met een instroom van 49 studenten. Het aantal ingeschreven studenten aan de duale variant bedraagt 66 en de instroom is 20 studenten. Het totaal aantal ingeschreven studenten is 1032. Het onderwijs wordt verzorgd door 49 docenten en 3 teamleiders met een aanstellingsomvang van 33,64 fte (op 1 november 2008). De fte/studentratio bedraagt dus 1:30,68. Sinds 1 september 2009 is er een lectoraat aan de opleiding MER verbonden, dat deel uitmaakt van het kenniscentrum Arbeid. Dit lectoraat Arbeidsorganisatie en productiviteit richt zich op sociale innovatie. Het sluit aan bij de Groningse MER-competentie het in gang zetten van innovatieve processen vanuit een creatieve houding in het licht van de strategie van de organisatie. Kenmerkend voor de MER-opleiding is het brede profiel: afgestudeerden komen in zeer diverse functies terecht. Om aankomende studenten te informeren over de beroepsmogelijkheden worden in diverse brochures start- en doorgroeifuncties genoemd als junior-controller, medewerker kwaliteitsmanagement, personeelsfunctionaris, stafmedewerker opleidingen, junior juridisch adviseur, zelfstandig ondernemer, projectmedewerker, HRM-consultant, junior procesontwerper, coordinator administratie. Naar aanleiding van de visitatie van 2004 heeft de opleiding zelfstandig of samen met het landelijk overleg gewerkt aan verbeteringen: - Een nieuw landelijk profiel - Internationale samenwerking (PrimeNetworking) en een engelstalig onderwijsblok - Versterken van de band tussen de opleidingsvarianten - Verbetering van de afstudeeropdracht en de beoordeling daarvan - Ontwikkelen van cursussen bestemd voor afstandsleren - Meten van de gerealiseerde studielast - Gebruik van rendementsanalyses voor sturing in het programma - Instelling van een leerplancommissie - Verbetering van de medezeggenschapsstructuur en het kwaliteitsmanagement 1.3 Werkwijze De beoordeling van de opleiding door het panel verliep volgens de werkwijze zoals die is neergelegd in het Beoordelingsprotocol van NQA. Deze werkwijze wordt hieronder beschreven. Het onderzoek vond plaats op basis van het domeinspecifieke referentiekader dat voor de opleiding geldt (zie facet 1.1). NQA onderscheidt drie fasen in het visiteren: de voorbereidingsfase, het eigenlijke bezoek door het panel en de rapportagefase. Hieronder volgt een korte toelichting per fase. 10/67 NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen, hbo-bacheloropleiding MER (vt/dt/du)

De voorbereidingsfase Allereerst heeft een NQA-auditor het zelfevaluatierapport gecontroleerd op kwaliteit en compleetheid (de validatie) en daarmee op bruikbaarheid voor de visitatie. Vervolgens bereidden de panelleden zich in de periode april/mei 2009 inhoudelijk voor op het bezoek d.d. 14 mei 2009. Zij bestudeerden het zelfevaluatierapport (en bijlagen), formuleerden hun voorlopige oordelen op basis van argumenten en zij formuleerden vraagpunten. Zij gaven hun bevindingen door aan de NQA-auditor. Op basis van een overzicht van voorlopige oordelen inventariseerde de NQA-auditor ten slotte kernpunten en prioriteiten voor materialenonderzoek en gesprekken. Tijdens een voorbereidende vergadering is het bezoek door het panel voorbereid. De opleiding heeft in haar zelfevaluatierapport kenbaar gemaakt voor welk domeinspecifiek referentiekader zij kiest. De NQA-auditor heeft met de domeindeskundigen in het panel bekeken of sprake is van adequate domeinspecifieke doelstellingen, of dat nadere aanvulling dan wel nadere specificatie nodig is. In het facetrapport is aangegeven op welke landelijke beroeps- en opleidingsprofielen het domeinspecifieke kader (en het opleidingsprogramma) is gebaseerd. Het bezoek door het panel NQA heeft een bezoekprogramma ontwikkeld voor de (dag-)indeling van het bezoek door het panel dat is aangepast aan de specifieke situatie van de opleiding (bijlage 3). Er vonden gesprekken plaats met het opleidingsmanagement, docenten, studenten, afgestudeerden en met werkveldvertegenwoordigers. Aan het begin en tijdens het bezoek heeft het panel ter inzage gevraagd materiaal bestudeerd. Tussen de gesprekken door heeft het panel ruimte ingelast om de bevindingen uit te wisselen en te komen tot gezamenlijke en meer definitieve (tussen-)oordelen. De bevindingen zijn door de panelleden beargumenteerd. Aan het einde van het bezoek heeft de voorzitter een mondelinge terugkoppeling gegeven van enkele indrukken en ervaringen van het panel, zonder expliciete oordelen uit te spreken. De fase van rapporteren Door NQA is, op basis van de bevindingen van het panel, een tweeledige rapportage opgesteld, bestaande uit een facetrapport en een onderwerprapport, waarin de kwaliteit van de opleiding is beoordeeld. Met dit rapport kan de opleiding accreditatie aanvragen bij de NVAO. De opleiding heeft in juli 2009 een concept van het Onderwerprapport (deel A) en het Facetrapport (deel B) voor een controle op feitelijke onjuistheden ontvangen. Naar aanleiding daarvan zijn enkele wijzigingen aangebracht, die in september 2009 door het panel zijn aangebracht en aan de opleiding zijn voorgelegd. Het definitieve rapport is door het panel vastgesteld in oktober 2009. Het visitatierapport is uiteindelijk in november 2009 ter beschikking gesteld aan de opleiding, die het samen met de accreditatieaanvraag kan indienen bij de NVAO. NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen, hbo-bacheloropleiding MER (vt/dt/du) 11/67

1.4 Oordeelsvorming In dit hoofdstuk wordt per onderwerp een oordeel uitgesproken op basis van weging van de facetten die van dat onderwerp deel uitmaken. Bij deze weging spelen de beslisregels zoals die door NQA in het Beoordelingsprotocol zijn geformuleerd en nader uitgewerkt in de notitie Handreiking voor oordeelsvorming een belangrijke rol. Tevens is bij de beoordeling rekening gehouden met accenten die de opleiding eventueel legt, het domeinspecifieke kader en een vergelijking met andere relevante opleidingen op een aantal aspecten. Het eindoordeel is voorzien van een aanvullende tekst als sprake is van: weging van de oordelen op facetniveau; benchmarking; generieke bevindingen die het facetniveau overschrijden; bepaalde accenten respectievelijk best practices. In de oordelen per onderwerp wordt steeds een herhaling gegeven van de oordelen op de facetten gevolgd door een weging die leidt tot het eindoordeel. De (uitgebreide) argumentatie is te vinden in het facetrapport. Daar waar een argumentatie/beoordeling voor de deeltijdopleiding afwijkt van de voltijd, is dit expliciet vermeld. Indien niet vermeld, gelden voor de deeltijd opleiding dezelfde argumentatie/oordelen als voor de voltijdopleiding, aangezien de deeltijdopleiding inhoudelijk voornamelijk zijn gebaseerd op dezelfde moduleinhouden als de voltijdopleiding. Volgorde en onderwijsmethodieken kunnen daarbij verschillen. Hetzelfde geldt mutatis mutandis voor de duale opleiding. 12/67 NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen, hbo-bacheloropleiding MER (vt/dt/du)

1.5 Oordelen per facet en onderwerp Totaaloverzicht van oordelen op facet- en onderwerpniveau Onderwerp/Facet voltijd deeltijd duaal Onderwerp 1 Doelstelling van de opleiding 1.1 Domeinspecifieke eisen goed goed voldoende 1.2 Niveau bachelor goed goed goed 1.3 Oriëntatie HBO bachelor goed goed goed Totaaloordeel positief positief positief Onderwerp 2 Programma 2.1 Eisen HBO goed goed goed 2.2 Relatie doelstellingen en inhoud programma goed goed goed 2.3 Samenhang in opleidingsprogramma goed goed goed 2.4 Studielast voldoende voldoende voldoende 2.5 Instroom goed goed goed 2.6 Duur voldaan voldaan voldaan 2.7 Afstemming tussen vormgeving en inhoud voldoende goed goed 2.8 Beoordeling en toetsing voldoende voldoende voldoende Totaaloordeel positief positief positief Onderwerp 3 Inzet van personeel 3.1 Eisen HBO goed goed goed 3.2 Kwantiteit personeel voldoende voldoende voldoende 3.3 Kwaliteit personeel goed goed goed Totaaloordeel positief positief positief Onderwerp 4 Voorzieningen 4.1 Materiële voorzieningen voldoende voldoende voldoende 4.2 Studiebegeleiding goed goed goed Totaaloordeel positief positief positief Onderwerp 5 Interne kwaliteitszorg 5.1 Evaluatie resultaten voldoende voldoende voldoende 5.2 Maatregelen tot verbetering goed goed goed 5.3 Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en het beroepenveld voldoende voldoende voldoende Totaaloordeel positief positief positief Onderwerp 6 Resultaten 6.1 Gerealiseerd niveau goed goed goed 6.2 Onderwijsrendement onvoldoende onvoldoende onvoldoende Totaaloordeel positief positief positief Onderwerp 7 Bijzonder kwaliteitskenmerk 7.1 Concretisering goed goed goed 7.2 Onderscheidend karakter goed goed goed Totaaloordeel positief positief positief NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen, hbo-bacheloropleiding MER (vt/dt/du) 13/67

Doelstellingen opleiding Alle facetten van het onderwerp zijn voor de voltijdse en de deeltijdopleiding als goed beoordeeld. Facet 1.1 is voor de duale opleiding als voldoende beoordeeld, de beide andere facetten ontvangen het oordeel goed. Het oordeel op het onderwerp is voor de opleiding derhalve positief. Programma De facetten 2.1, 2.2, 2.3 en 2.5 zijn voor alle opleidingsvarianten met goed beoordeeld. Een voldoende is bij alle varianten toegekend aan de facetten 2.4, 2.7 en 2.8. Aan het facet duur (2.6) is voldaan. Het oordeel op het onderwerp is voor de opleiding derhalve positief. Inzet van personeel De facetten 3.1 en 3.3 zijn met goed beoordeeld; aan facet 3.2 is het oordeel voldoende toegekend. De oordelen gelden voor de drie opleidingsvarianten. Het oordeel op het onderwerp is voor de opleiding derhalve positief. Voorzieningen Aan facet 4.1 is voor alle varianten het oordeel voldoende toegekend; facet 4.2 is als goed beoordeeld. Het oordeel op het onderwerp is voor de opleiding derhalve positief. Interne kwaliteitszorg Facet 5.2 is met goed beoordeeld; de beide andere facetten van dit onderwerp zijn met voldoende beoordeeld. De oordelen gelden voor de drie opleidingsvarianten. Het oordeel op het onderwerp is voor de opleiding derhalve positief. Resultaten Facet 6.1 is met goed beoordeeld; facet 6.2 is met onvoldoende beoordeeld. Het panel is van mening dat het gerealiseerde niveau van groter belang is dan het gerealiseerde rendement. Het oordeel op het onderwerp is voor de opleiding derhalve positief. Bijzonder kwaliteitskenmerk De opleiding vraag op grond van de behaalde resultaten in de DHO-audit het bijzonder kwaliteitskenmerk voor duurzaamheid aan. Gelet op de resultaten van dit onderzoek verdient de opleiding het oordeel goed voor dit kwaliteitskenmerk. Het oordeel op het onderwerp is voor de opleiding derhalve positief. Totaaloordeel Op grond van voorgaand schema en de inhoudelijke onderbouwing daarvan blijkt dat de opleiding op de zes onderwerpen positief scoort. De conclusie is dat het totaaloordeel over de opleiding positief is. 14/67 NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen, hbo-bacheloropleiding MER (vt/dt/du)

Deel B: Facetten NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen, hbo-bacheloropleiding MER (vt/dt/du) 15/67

16/67 NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen, hbo-bacheloropleiding MER (vt/dt/du)

Onderwerp 1 Doelstelling van de opleiding Facet 1.1 Domeinspecifieke eisen voltijd, deeltijd: goed duaal: voldoende Criterium - De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk). Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Voor de voltijdse en de deeltijdopleiding zijn de competenties die in 2008 door de HBO-raad zijn vastgesteld de doelstellingen van de opleiding. Deze competenties dienen door alle ingeschreven studenten verworven te worden. Ook studenten die ten tijde van de visitatie afstuderen zijn en worden beoordeeld op de nieuwste competenties. Het management heeft dit in het gesprek met het panel bevestigd. De competenties zijn beschreven in Management, Economie en Recht, Competentieprofiel voor de HBO- Bacheloropleiding (2008). Bij de totstandkoming van de kwalificaties zijn vertegenwoordigers geraadpleegd van regionale werkveldcommissies van de opleidingen die de competenties als opleidingsdoelstellingen gebruiken. Hun reacties zijn volgens bijlage 3 in het competentieprofiel verwerkt in de teksten. Werkveldvertegenwoordigers uit het hele land hebben gerespondeerd. Zij zijn werkzaam bij een breed scala aan organisaties en bedrijven zoals overheden, verzekeringsmaatschappijen, adviesbureaus, de advocatuur, zorginstellingen en enkele grote bedrijven. Als kenmerkende verschillen met de competenties van 1999 worden in het competentieprofiel genoemd de meer integrale, bedrijfskundige benadering, het beperken van het aantal competenties, de toevoeging van een MER-typering bij iedere competentie en de beroepsillustraties. Er zijn zes inhoudelijke competenties geformuleerd voor de opleidingen in het domein Business Administration, waartoe de MER-opleidingen zich rekenen. Deze zes competenties zijn vertaald naar de beroepscontext van de MER-afgestudeerde aan de hand van het benoemen van de beroepstaak en taakonderdelen, de organisatiecontext, beroepsproducten, prestatie- en beheersingsindicatoren, en een body of knowledge. De competenties zijn: 1. Ontwikkelen van een visie op veranderingen en trends in de externe omgeving en ontwikkelen van relaties, netwerken en ketens. 2. Analyseren van beleidsvraagstukken, vertalen in beleidsdoelstellingen en -alternatieven en voorbereiden van besluitvorming. 3. Toepassen van human resource management in het licht van de strategie van de organisatie. 4. Inrichten, beheersen en verbeteren van bedrijfs- of organisatieprocessen. 5. Analyseren van de financiële en juridische aspecten, interne processen en de bedrijfs- of organisatieomgeving om samenhang en wisselwerking te versterken. NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen, hbo-bacheloropleiding MER (vt/dt/du) 17/67

6. Ontwikkelen, implementeren en evalueren van een veranderingsproces. Ter illustratie een aantal aspecten van de MER-specifieke uitwerking van de tweede competentie. De beroepstaak is dat beleidsvraagstukken moeten worden geanalyseerd en vertaald in doelstellingen. Daaruit ontstaan taakonderdelen zoals strategisch beleid vertalen naar tactisch beleid voor diverse organisatieonderdelen, evalueren van beleid, optreden als penvoerder of directiesecretaris. De organisatiecontext kan zeer variëren van profitorganisaties tot overheden, van een beleidsafdeling van een gemeente tot een afdeling Research & Development van een multinational. De op te leveren beroepsproducten kunnen zijn een rapport, een beleidsnota, een convenant of een presentatie. Voor de beoordeling van de prestatie wordt gebruik gemaakt van procesindicatoren (bijvoorbeeld ondernemerschap, efficiëntie, creatie van draagvlak) en productindicatoren (bijvoorbeeld juridisch correct, foutloos en goed leesbaar, actueel). De te verwerven kennis komt uit de domeinen management (beleidskunde, informatiemanagement, projectmanagement en dergelijke), economie (algemene economie, overheidsfinanciën en financieel management) en recht (gemeenterecht, bestuursrecht, ondernemingsrecht, overeenkomstenrecht en argumentatieleer). Naast de domeincompetenties hanteert de opleiding twee algemene competenties, te weten de sociale en communicatieve competentie en de zelfsturende competentie, die niet verder zijn uitgewerkt. Ten slotte heeft de MER-opleiding van de Hanzehogeschool nog een tweetal eigen competenties geformuleerd: a. Het analyseren van conflicterende belangen tussen de 3 P s (people, planet, profit) op basis van een beargumenteerde afweging. b. In gang zetten van innovatieve processen vanuit een creatieve houding in het licht van de strategie van de organisatie. De eerste competentie heeft betrekking op het duurzaamheidskenmerk waarmee de opleiding zich wil profileren (zie facet 7.1). De tweede competentie is bedoeld om innovatief en creatief gedrag van studenten te bevorderen. De duale opleiding heeft de doelstellingen van 1999 nog als basis voor het programma. Het management heeft maatregelen genomen om de nieuwe competenties ook in de duale opleidingsvariant in te voeren. Daartoe is de opleiding vanuit de Gilde-context overgebracht naar de context van het Instituut Bedrijfskunde. Vanaf 1 september werken studenten in de duale variant aan dezelfde competenties als hun voltijdse en deeltijdse collega s. De invoering ervan geschiedt echter cohortsgewijs, waardoor het nog enkele jaren duurt voordat de eerste studenten afstuderen op basis van de nieuwe competenties. De opleiding heeft aandacht voor de internationale aspecten van het profiel. Als lid van PrimeNetworking werkt de opleiding aan internationale afstemming van de kwalificaties. Het resultaat daarvan moet de komende jaren duidelijk worden. In Nederland onderscheidt de opleiding zich van andere MER-opleidingen door aandacht te besteden aan duurzaamheid en creativiteit. Het panel beoordeelt het facet voor de voltijdse en de deeltijdse varianten als goed. De duale variant wordt als voldoende beoordeeld omdat de invoering van de nieuwe competenties nog enkele jaren duurt. 18/67 NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen, hbo-bacheloropleiding MER (vt/dt/du)

Facet 1.2 Niveau bachelor goed Criterium - De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een bachelor. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De zes domeincompetenties en de opleidingsspecifieke competenties zijn volgens het competentieprofiel gericht op de Dublin descriptoren kennis & inzicht, toepassen van kennis & inzicht en oordeelsvorming. De zevende competentie is gericht op de Dublin descriptor communicatie en de achtste op het verwerven van leervaardigheden op bachelorniveau. De opleiding heeft in het zelfevaluatierapport de Dublin descriptoren, de generieke hbo-kwalificaties en de competenties in een tabel gezet, waarmee de verbanden tussen de drie elementen zichtbaar worden. In haar Onderwijsregeling Hanzehogeschool Groningen Instituut voor Bedrijfskunde Opleiding MER (2008-2009) gebruikt de opleiding uitsluitend de generieke hbo-kwalificaties. Uit de tabel blijkt dat kennis & inzicht worden verworven voor de competenties 2, 5, 7 en 8. Het toepassen van kennis & inzicht gebeurt bij de competenties 2 tot en met 6 en 10. Leervaardigheden zijn uitsluitend gekoppeld aan de achtste competentie. Communicatie is gerelateerd aan competenties 1, 3 en 7. Oordeelsvorming is gekoppeld aan competentie 9. In het nieuwe competentieprofiel van de MER-opleidingen worden drie competentieniveaus beschreven. De complexiteit van de werkzaamheden of de context waarin ze plaatsvinden, en de verantwoordelijkheid van de student nemen toe naarmate het niveau stijgt. Het derde niveau is het hoogste niveau. In onderstaand overzicht (overgenomen uit Management, Economie en Recht, competentieprofiel voor de HBO- Bacheloropleiding, 2008) zijn de niveaus uitgewerkt. In de competentiebeschrijving van de voltijd en deeltijdopleiding zijn deze niveaus reeds overgenomen. NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen, hbo-bacheloropleiding MER (vt/dt/du) 19/67

De duale opleiding werkt nog met de competenties van 1999, die op een vergelijkbare manier aan de generieke hbo-kwalificaties zijn gekoppeld als bij de voltijdse en deeltijdse variant. De bovengenoemde niveau-indeling is nog niet van toepassing op de duale kwalificaties. Met ingang van 1 september 2009, als de duale opleiding overgaat op de nieuwe competenties, zal dat wel het geval zijn. Hoewel de duale opleiding nog niet met de nieuwe competenties en de bijbehorende niveaus werkt, beoordeelt het panel dit facet voor alle varianten als goed, omdat ook voor de oude kwalificaties een relatie met de generieke kernkwalificaties en de Dublin descriptoren is gelegd. Facet 1.3 Oriëntatie HBO bachelor goed Criteria - De eindkwalificaties zijn mede ontleend aan de door (of in samenspraak met) het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties. - De eindkwalificaties weerspiegelen het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar in een specifiek beroep of samenhangend spectrum van beroepen waarvoor een hbo-opleiding vereist is of dienstig is. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De landelijke competenties zijn na raadpleging van diverse werkveldvertegenwoordigers van de deelnemende opleiding vastgesteld (zie de opmerking hierover bij facet 1.1). Uit het gesprek met werkveldvertegenwoordigers en de verslagen van de werkveldadviescommissie blijkt dat de kwalificaties ook met het eigen, regionale werkveld zijn besproken. De opleiding MER heeft twee publicaties uitgebracht waarin start- en doorgroeifuncties worden beschreven. In Dit kun je worden met de MER Groningen!! worden startfuncties beschreven die afgestudeerden vervullen. Er worden functies genoemd als junior controller, medewerker kwaliteitszorg, personeelsfunctionaris, stafmedewerker opleidingen, coördinator zorgadministratie en projectmedewerker. Van elke startfunctie worden kenmerkende activiteiten genoemd en de benodigde kennis, inzichten, vaardigheden en attitude worden beschreven. MER in Beeld geeft een beschrijving van de competenties en beroepstaken waaraan getuigenissen van afgestudeerden met enkele jaren werkervaring zijn toegevoegd. Deze afgestudeerden werken inmiddels als manager, directeur/eigenaar, beleidsadviseur, advocaat (na vervolgstudie) en projectmedewerker. Beide brochures geven op een toegankelijke manier inzicht in de kwalificaties die afgestudeerden dienen te bezitten en het niveau waarop zij werken. De voorbeelden gelden voor alle opleidingsvarianten. Het panel is van mening dat uit de beschrijvingen en de portretten blijkt dat er een duidelijk beeld is van het niveau waarop de eindkwalificaties gerealiseerd dienen te worden om de beschreven functies te kunnen uitoefenen. 20/67 NQA - visitatie Hanzehogeschool Groningen, hbo-bacheloropleiding MER (vt/dt/du)