Regio FoodValley Inventarisatie en probleemanalyse Eerste stap naar een regionaal woningbouwprogramma?



Vergelijkbare documenten
Woningmarktmonitor provincie Utrecht: de staat van de woningmarkt medio 2016

Gemeente Valkenswaard

Woningmarktmonitor provincie Utrecht; de staat van de woningmarkt medio 2018

Woningmarktmonitor provincie Utrecht: de staat van de woningmarkt medio 2015

Onderzoek kleine kernen

Monitor Leerdamse woningmarkt 2006

Woningmarktmonitor provincie Utrecht: de staat van de woningmarkt medio 2014

Bijlage 1: Woningbouwprogramma Dommelkwartier en relatie Lage Heide Segment Nieuwbouw Sloop Verkoop Totaal

Woonwensen en Woningbehoefte. Kenneth Gopal Kathrin Becker

Woningmarktmonitor provincie Utrecht: de staat van de woningmarkt begin 2014

Woningmarktmonitor Regio Amersfoort 2017

Woningmarktmonitor provincie Utrecht; ontwikkelingen koop- en huurmarkt Inleiding. Koopmarkt: stijgende prijzen en afnemend aanbod

Woningmarktmonitor provincie Utrecht: de staat van de woningmarkt medio 2017

Masterclass woningmarktonderzoek. Companen 50 jaar 1 oktober 2015

De Stimuleringsregeling goedkope koopwoningen stand van zaken per 1 november Inleiding. 2. Doel van de goedkope koop-regeling

1 Inleiding. 2 Demografische ontwikkeling. Uitgangspunt demografische ontwikkeling voor de Woonvisie Gemeente Aa en Hunze. Uitkomsten prognose

Actualisatie cijfers plancapaciteit, koopen huurmarkt

Toepassing treden 1 en 2 ladder duurzame verstedelijking voor Oosterdalfsen

Oegstgeest aan de Rijn: realisatie van een woningbouwbehoefte

Analyse van de markt voor (bestaande) huurwoningen in de Gemeente Steenwijkerland

De gemeente heeft GroenWest gevraagd om een volkshuisvestelijke onderbouwing van het programma.

SAMENVATTING

5 Kwantitatief en kwalitatief regionaal woningbouwprogramma

Woningmarktstrategie Land van Cuijk. Themabijeenkomst Raden Land van Cuijk januari 2013

Gemeente Voorst. Nieuwbouw Terwolde. Onderbouwing woningbehoefte locatie Dorpszicht. 11 september 2014

1.4 REGIONALE AFSTEMMING OP DE WONINGMARKT

Informatiebijeenkomst Wonen raadsleden regio Arnhem e.o. 2 oktober 2013

WONINGMARKTAFSPRAKEN ZEEUWS-VLAANDEREN DEEL 2: DE BALANS. [jaarlijkse rapportage over het jaar20xx]

Commissie Ruimte en Milieu

Kwalitatieve onderbouwing bestemmingsplan Groendijck-Oost

Kwalitatief afwegingskader woningbouwontwikkeling

Hiermee zend ik u de antwoorden op de Kamervragen van het lid Albert de Vries (PvdA) over het bericht Groot tekort aan woningbouwlocaties.

Prioritering woningbouw. Voortgang woningbouwprogramma

Wonen in Dordrecht. De crisis voorbij?; trends en verwachtingen. 30 november 2010

Inleiding. Vervolgens worden uitgangspunten geformuleerd die van belang zijn voor de regionale woonvisie.

Woningmarktanalyse Wekerom Oost - deelgebied J 10 november 2016

Woningmarktanalyse Gooise Meren

Toename bevolking v.a. 2008

Verkoop door woningcorporaties

De Brabantse Agenda Wonen

Regionale en subregionale Woonagenda s

Woningbehoefte onderzoek

toelichting aanvaarding actualisering regionale woonvisie 2017

Kernenfoto s West Betuwe. West Betuwe beraad Janneke Rutgers & Sjors de Vries 24 september 2018

Wonen in Gelderland 2014

Trends op de woningmarkt: de mismatch tussen vraag en aanbod

Naar een woonvisie voor Waterland

Woondialoog Otterlo Donderdag 25 oktober 2018 Onderzoek kwalitatieve programmering dorpen

Nota Woningbouw Rijssen - Holten. Evenwichtig Groeien

Kernprofiel Zuiddorpe

WONINGBOUW- MONITOR

PFM PFM Wonen 2016

Monitor Woningproductie Noordvleugel 2016 Woningvraag, Plancapaciteit en Productie

Onderbouwing Ladder voor Duurzame Verstedelijking Gemeentehuis Leusden

Wonen in Súdwest-Fryslân. Presentatie woningbehoefteonderzoek 11 december 2018

Informatiebijeenkomst Wonen raadsleden regio Nijmegen e.o. 8 oktober 2013

Kernprofiel Zuiddorpe

Wonen in Súdwest-Fryslân. Presentatie woningbehoefteonderzoek 28 november 2018

RIGO Research en Advies Woon- werk- en leefomgeving Woningbehoefte voor de wijk Marickenzijde in De Ronde Venen

Wonen in Súdwest-Fryslân. Presentatie woningbehoefteonderzoek 29 november 2018

Woonmonitor Drechtsteden 2010

De bevolkings- en woningbehoefteprognoses Noord-Brabant actualisering 2011: een samenvatting

Woningmarktmonitor provincie Gelderland: ontwikkelingen koop- en huurmarkt

Verkoop nieuwbouwwoningen opnieuw lager Monitor Nieuwe Woningen Q Cijfers en analyses

Sprekende Cijfers Woningmarkten. Rogier Weck Researcher

INVESTERINGSMONITOR WONINGCORPORATIES Stec Groep. Stec Groep B.V. oktober 2012

Haalbaarheid ACM-locatie Vries

Kernprofiel Sas van Gent

De volkshuisvestelijke opgaven. Gennep, 6 januari 2015 Anne-Fleur Dijkstra

Wonen in Súdwest-Fryslân. Presentatie woningbehoefteonderzoek 10 december 2018

Samen naar de gewenste woningvoorraad in Odiliapeel

Kwalitatieve onderbouwing bestemmingsplan Notaris D'Aumerielaan 19-31, Reeuwijk-Brug

Inhoud. amsterdam woon. inhoud

Kernprofiel Zuiddorpe

WOONVISIE Uitvoeringsprogramma

Wonen. Overwoekerd door rampspo of zich zettend in een nieuw

prognoses in tijden van crisis

Wonen in Súdwest-Fryslân. Presentatie woningbehoefteonderzoek 27 november 2018

Informatiebijeenkomst Wonen raadsleden regio Liemers. 24 september 2013

Toelichting lokale en regionale woningbehoefte Waterland

Visie op Wonen en Leven In West Brabant en Tholen Deel II: onderzoeksrapport

Kernprofiel Zaamslag

Woningmarktcijfers 4e kwartaal 2012

Adviesnota voor de raad

11 juni 2014 PN

Woningmarktmonitor provincie Utrecht: ontwikkelingen koop- en huurmarkt

Nr: Schipluiden: 18 november Aan de Raad

BIJLAGE D KANTOREN-, HOTEL- EN WONINGMARKT WEERT

Aantal personen in instituties per 1 januari

Kernprofiel Koewacht

memo memo ladder voor duurzame verstedelijking Castor Veenendaal

Woonmonitor Limburg 2015 en Bevolkings- en huishoudensprognose Progneff 2016

TOEPASSING TREDE 1 EN 2 LADDER DUURZAME VERSTEDELIJKING V00R PLAN MULDERSWEG

Verkoop door woningcorporaties

Betreft: Kaderstellende notitie woningbouwprogramma s Langedijk

SAMEN. voor een sterke regio! Een perspectief voor het wonen in het stedelijk gebied Eindhoven

Regionale Analyse. Alkmaar e.o. (NVM regio n. Kennemerland) 2 e kwartaal , Alkmaar

Onderwerp Bevolkings- en woningbehoefteprognose Noord-Brabant, actualisering 2011

Bijlage Visie Oost : Cijfers & trends bevolking en woningvoorraad Hilversum

Projectopdracht Regionale Woonvisie

Transcriptie:

Regio FoodValley Inventarisatie en probleemanalyse Eerste stap naar een regionaal woningbouwprogramma? 15 oktober 2012

Projectnr. 2234.100 Boulevard Heuvelink 104 6828 KT Arnhem Postbus 1174 6801 BD Arnhem Telefoon (026) 3512532 Telefax (026) 4458702 E-mail nl Internet l info@companen. www.companen.n Regio FoodValley Inventarisatie en probleemanalyse Eerste stap naar een regionaal woningbouwprogramma 15 oktober 2012

Inhoud 1. Inleiding 1 1.1. Aanleiding 1 1.2. Doelstelling en onderzoeksopzet 1 2. Conclusies en aanbevelingen 3 2.1. Conclusies inventarisatie en onderzoek 3 2.2. Aanbevelingen voor de toekomst 5 3. FoodValley: één woningmarktregio? 9 4. Bepalen marktopnamecapaciteit in FoodValley 12 4.1. Gerealiseerde nieuwbouw 2002-2011 12 4.2. Huishoudensprognose 2012-2025 13 4.3. Ontwikkeling verkoop en verhuurgegevens 14 4.4. De plancapaciteit 16 4.5. Indicatie voor de marktopnamecapaciteit 19 5. Confrontatie plan- en marktopnamecapaciteit 22 6. Uitleg factsheets per gemeente 24 7. Gemeente Barneveld 26 7.1. Ontwikkeling woningvoorraad en demografische ontwikkeling 26 7.2. Planaanbod en marktopnamecapaciteit 29 8. Gemeente Ede 32 8.1. Ontwikkeling woningvoorraad en demografische ontwikkeling 32 8.2. Planaanbod en marktopnamecapaciteit 35 9. Gemeente Nijkerk 38 9.1. Ontwikkeling woningvoorraad en demografische ontwikkeling 38 9.2. Planaanbod en marktopnamecapaciteit 41 10. Gemeente Renswoude 44 10.1. Ontwikkeling woningvoorraad en demografische ontwikkeling 44 10.2. Planaanbod en marktopnamecapaciteit 47 11. Gemeente Rhenen 50 11.1. Ontwikkeling woningvoorraad en demografische ontwikkeling 50 11.2. Planaanbod en marktopnamecapaciteit 53 12. Gemeente Scherpenzeel 56 12.1. Ontwikkeling woningvoorraad en demografische ontwikkeling 56 12.2. Planaanbod en marktopnamecapaciteit 59 13. Gemeente Veenendaal 62 13.1. Ontwikkeling woningvoorraad en demografische ontwikkeling 62 13.2. Planaanbod en marktopnamecapaciteit 65 14. Gemeente Wageningen 68 14.1. Ontwikkeling woningvoorraad en demografische ontwikkeling 68 14.2. Planaanbod en marktopnamecapaciteit 71 Bijlage 1: Migratiestromen 1 Bijlage 2: Woningbouwlocaties 2012-2015 11 Bijlage 3: Woningbouw tegen de stroom in? 13

1. Inleiding 1.1. Aanleiding In de Regio FoodValley staan gemeenten, projectontwikkelaars en de woningcorporaties gezamenlijk voor een grote uitdaging: de woningbouwprogrammering in de komende jaren voorziet in grote aantallen nieuwbouw die deels niet goed aansluiten op de huidige vraag van de zeer kritische woonconsument. Afname verloopt niet voorspoedig en de huidige economische omstandigheden en de onderlinge concurrentie van plannen versterken dit natuurlijk aanzienlijk. Gezien het feit dat de komende jaren alweer de nodige nieuwbouw op stapel staat, vraagt dit om inzicht in en afstemming van de totale productie. Afgelopen tijd werd duidelijk dat als alle ontwikkelaars hun geplande projecten zouden proberen door te zetten, slechts een enkel plan het gaat halen. De terughoudendheid in de markt vereist op dit moment dat er niet teveel aanbod tegelijk beschikbaar komt. Anders verwatert de vraag die er wel is teveel over verschillende projecten, waardoor dus per saldo zeer weinig projecten tot uitvoering komen. Daardoor blijft de noodzakelijke toevoeging / differentiatie in de markt achterwege. Daarnaast dient te worden voorkomen dat de gemeenten elkaar onderling beconcurreren. In verschillende gemeenten worden dezelfde typen woningen en woonmilieus ontwikkeld. Deels voor eigen behoefte en deels voor instroom van buiten de regio. Met name bij de instroom van buitenaf vist men in dezelfde vijver. Kortom: De vraag naar woningen is fors terug gelopen. De kwaliteit van het geplande aanbod sluit lang niet altijd meer aan bij de wensen van de zeer kritische consument. De plannen beconcurreren elkaar en de vraag naar koopwoningen loopt sterk terug zodat weinig plannen de 70% verkoop halen. De gemeenten beconcurreren elkaar met nieuwbouwlocaties. 1.2. Doelstelling en onderzoeksopzet De Regio FoodValley wil inzicht ontwikkelen in de mismatch tussen vraag en aanbod. De doelstelling van dit onderzoek is om met dit inzicht maatregelen te kunnen nemen om het nieuwbouwaanbod beter te laten aansluiten bij de huidige woningvraag, rekening houdend met het lange termijnbeleid. De gemeenten in de Regio FoodValley willen daarmee ondanks de crisis in de woning(bouw)markt de bouwproductie in de regio stimuleren en zoveel mogelijk continueren. Woningvragers in de regio zijn daarmee het meest gediend. De portefeuillehouders Wonen van de regio hebben besloten om te starten met een inventarisatie en probleemanalyse van de geplande bouwproductie. Na deze analyse wordt besloten of en op welke wijze tot een beter woningbouwprogramma kan worden gekomen. Deze stap inventarisatie en probleemanalyse geeft: De input voor de kwantificering van de korte woningvraag. Een belangrijke bijdrage aan de kwantificering van de lange termijn behoefte. - 1 -

Een concrete inventarisatie van het bouwprogramma. Een beeld van de mismatch tussen vraag en aanbod op korte en lange termijn. Antwoord krijgen op de vraag in hoeverre er sprake is van een regionale woningmarkt. Voor deze inventarisatie en probleemanalyse zijn de volgende stappen doorlopen: Analyse van de migratiebewegingen in de regio. Vaststellen marktopnamecapaciteit per gemeente. Inventarisatie van de bouwplannen op hoofdlijnen. Achtergrond en hardheid van de plannen (type, prijsniveau en eigendomsvorm). Confrontatie vraag en bestaande aanbod. Samenhang en conclusies. In deze rapportage worden de resultaten beknopt weergegeven. Korte leeswijzer In hoofdstuk 2 staan de conclusies en aanbevelingen, met daaraan gekoppeld een adviesrichting. Hoofdstuk 3 is een uitgebreide analyse van de migratiestromen in het verleden om te bepalen in welke mate er sprake is van een woningmarktregio. In hoofdstuk 4 wordt de marktopnamecapaciteit in zijn totaliteit bepaald aan de hand van de productie in de afgelopen jaren, de huishoudensprognoses, ontwikkeling in de verhuur- en verkoopgegevens en de plancapaciteit. De confrontatie tussen plancapaciteit en marktopnamecapaciteit staat in hoofdstuk 5. In de hoofdstukken daarna wordt in factsheets de resultaten per gemeente weergegeven. - 2 -

2. Conclusies en aanbevelingen 2.1. Conclusies inventarisatie en onderzoek Geen gezamenlijke woningmarktregio, wel sterke relaties tussen buurgemeenten Er is een uitgebreide migratieanalyse uitgevoerd op basis van verhuisbewegingen tussen gemeenten in het verleden. Hieruit komt naar voren dat de regio FoodValley niet kan worden beschouwd als één gezamenlijke woningmarktregio. Daarvoor zijn de verhuisbewegingen tussen de acht gemeenten te diffuus. Ongeveer 45% van alle verhuisbewegingen vindt plaats binnen de gemeentegrenzen en 15% tussen de regiogemeenten. De regio als geheel is qua inen uistroom van huishoudens een open woningmarktregio. Wel is er binnen FoodValley sprake van migratierelaties tussen directe buurgemeenten. Hierbij geldt dat er relatief veel verhuisbewegingen plaatsvinden tussen Ede, Barneveld, Veenendaal. De gemeenten Nijkerk en Scherpenzeel zijn sterk georiënteerd op gemeenten buiten de regio, respectievelijk Amersfoort en Utrecht. De gemeente Wageningen heeft alleen een duidelijke migratierelatie met Bennekom (gemeente Ede). Jaarlijkse nieuwbouwproductie gemiddelde 1.500 woningen per jaar In de afgelopen tien jaar zijn jaarlijks gemiddeld ongeveer 1.500 nieuwbouwwoningen gerealiseerd. In aantal zijn er geen opvallende verschillen tussen de periode voor de crisis (2008) en erna. Wel heeft er een belangrijke verschuiving plaatsgevonden van de realisatie van koop naar huur. In 2011 betreft het aandeel huurwoningen zelfs bijna de helft van de productie. De inzet van met name de woningcorporaties heeft ervoor gezorgd dat de bouwproductie op peil is gebleven. Voor de komende jaren is het echter zeer de vraag of corporaties op dezelfde wijze hun nieuwbouwtempo vast kunnen houden, zowel gelet op hun investeringsvermogen als de plancapaciteit. Huishoudensprognose: groei tussen 4.000 a 5.550 huishoudens (2012-2015) Op basis van de provinciale prognoses (zowel Utrecht als Gelderland) is geprognosticeerd dat in de periode 2012 tot 2015 de huishoudensgroei ongeveer 5.550 huishoudens bedraagt. Hierbij geldt dat, met uitzondering van Ede, voor alle gemeenten wordt uitgegaan van een positieve instroom van huishoudens. Dit is een optimistische aanname ook als we terugblikken naar het verleden. In de periode 2002-2010 kende de regio FoodValley een licht vertrekoverschot van -81 huishoudens. Wanneer geen rekening wordt gehouden met instroom, maar sec wordt gekeken naar de autonome bevolkingsgroei, dan neemt het aantal huishoudens toe met bijna 4.000. Aantal transacties koopwoningen met ongeveer 40% afgenomen Het aantal transacties in de (bestaande) koopvoorraad is vanaf 2007 met ongeveer 40% gedaald, en ligt vanaf 2009 op een stabiel (laag) niveau. De gemiddelde transactieprijzen zijn met ongeveer 10% gedaald. De ontwikkelingen in de bestaande woningvoorraad zijn onlosmakelijk verbonden met de afzet van nieuwbouw. Immers om een nieuwbouwwoning te kopen, moet een huishouden vaak eerst zijn oude woning verkopen. Starters en huurder zijn hierop uiteraard de uitzondering, maar deze groepen richten zich vaak op het goedkopere segment. Niet alleen is het aantal transacties gedaald, maar ook is de doorlooptijd van bestaande koopwoningen die te koop staan in alle gemeente fors toegenomen. - 3 -

Verwachte marktopnamecapaciteit tussen de 800 en 1.100 woningen per jaar Op basis van de verschillende invalshoeken is de marktopnamecapaciteit in kwantitatieve zin bepaald. Deze invalshoeken zijn onder andere de productie in de afgelopen jaren, de huishoudensprognose, de vraaguitval in de koopsector en de plancapaciteit op korte termijn. De marktopnamecapaciteit ramen we in de periode 2012 tot en met 2014 tussen de 800 en in het meest gunstige geval op 1.100 woningen. Hierbij is een belangrijk uitgangspunt dat er een verwachte vraaguitval is van 40%. Dit is in belangrijke mate gebaseerd op de vraaguitval sinds 2009 en economische voorspelling van het EIB. De bandbreedte is bepaald op basis van een vraaguitval van 40% op de huishoudensprognose (bovengrens) en 40% op de realisatie van nieuwbouw in de afgelopen jaren (ondergrens). In de analyse is besloten de 40% vraaguitval voor alle gemeenten op een uniforme wijze uit te rekenen. Gemeentespecifiek zijn er mogelijk argumenten om de bandbreedte naar boven of beneden bij te stellen, maar gezien de huidige marktomstandigheden zal deze bijstelling niet groot kunnen zijn. Verwachte plancapaciteit tot 2015 bedraagt ongeveer 6.050 woningen Alle gemeenten in de FoodValley hebben in de periode 2012-2015 een gezamenlijke plancapaciteit van bijna 6.050 woningen in de pijplijn zitten. Hiervan bestaat ruim 60% uit eengezinswoningen, en het overige aanbod hoofdzakelijk uit appartementen. Het aandeel koopwoningen bedraagt ongeveer 65% van de in planning zijnde woningen, en 20% is huur. Van een aantal plannen (ca. 800 woningen) is nog onbekend of deze in de huur of de koop worden afgezet. Voor de huurplannen geldt dat het merendeel (83%) een huur heeft onder de liberalisatiegrens van 665, en 17% een huur in het vrije marktsegment. Voor de koopvoorraad geldt dat ruim 80% een verkoopprijs heeft boven de 170.000, en ongeveer 40% zelfs boven de 250.000. Te veel plannen voor de korte termijn Op korte termijn kent de regio FoodValley een forse overcapaciteit aan bouwplannen, dit geldt met name voor het planaanbod koopwoningen. Voor de huursector lijkt de plancapaciteit redelijk in lijn te liggen met de vraag. Dit geldt voor zowel de sociale huur als de huur boven de liberalisatiegrens. Het planaanbod koopwoningen staat in geen verhouding met de vraag. De (verwachte) vraaguitval is met name groot in de prijsklasse boven de 250.000. Daarnaast valt het grote aantal appartementen op. Met name de markt voor koopappartementen is zeker op korte termijn verzadigd, waardoor er een groot afzetrisico bestaat. Omvang van de programma s sluit redelijk aan op lange termijn vraag Op langere termijn (de komende 10 jaar) sluit de plancapaciteit in kwantitatieve zin beter aan op de woningbehoefte. Hoewel de marktopnamecapaciteit lastig te voorspellen is voor een langere periode, we weten immers niet hoe en wanneer we uit de huidige economische crisis komen, sluit de plancapaciteit beter aan op de uitgangspunten van de huishoudensprognose. - 4 -

2.2. Aanbevelingen voor de toekomst De bevindingen in deze rapportage hebben een belangrijke signaalfunctie voor de ontwikkeling van nieuwbouwwoningen in de komende jaren en bieden handvatten om de bouwproductie zo goed mogelijk op gang te brengen. Daarbij kijken we voor de korte termijn vooral naar de aansluiting van de plannen bij de kwaliteitseisen van de consumenten en de betaalbaarheid. Kortom; wat afzetbaar is kan worden gebouwd. De uiteindelijke doelstelling is immers om binnen de huidige marktvraag zoveel mogelijk woningen te realiseren. Het op peil brengen van de bouwproductie is van wezenlijk belang voor de grondopbrengsten van gemeenten, de werkgelegenheid en het binden van huishoudens aan onze gemeente/regio. We maken hierbij onderscheid tussen de korte en de lange termijn. Starten op gemeentelijk niveau Om op korte termijn resultaat te boeken is het wenselijk dat er wordt gestart op gemeentelijk niveau. Gemeenten hebben individueel de mogelijkheid om zich samen met hun bouwende partijen te beraden over hun plan van aanpak. Een aantal gemeenten is hier al mee gestart. De gemeentelijke planinventarisatie (woningbouwdatabase) die aan dit onderzoek ten grondslag liggen is beschikbaar voor alle gemeenten. Dit geeft een actueel inzicht in de woningbouwplannen en kan gebruikt worden voor de monitoring ervan. Naast de gemeentelijke aanpak blijft het echter ook belangrijk om het regionale belang niet uit het oog te verliezen. Uit de analyse blijkt dat tussen buurgemeenten sprake is van enige verhuisrelatie. Hoewel de samenhang binnen de regio als geheel beperkt is, kan er wel sprake zijn van concurrentie tussen buurgemeenten. Daar waar sprake is van een verhuisrelatie tussen gemeenten en bouwplannen van enige omvang, benoemen we daarom focusgebieden. Nadat binnen gemeentelijk verband gestart is met faseren en doseren is afstemming binnen deze focusgebieden wenselijk. Lange termijn: geen plancapaciteit schrappen Voor de lange termijn is het advies om vooralsnog geen plancapaciteit te schrappen, maar om de plancapaciteit actief te gaan faseren en doseren en kwalitatief (types en prijsklassen) beter op de markt af te stemmen. De aantallen woningen die voor de lange termijn staan gepland, passen redelijk bij de verwachte bevolkingsontwikkeling. Korte termijn: plannen toetsen op kwaliteit en afzetbaarheid Op de korte termijn vraagt de geconstateerde mismatch tussen vraag en aanbod in een aantal gemeenten om gericht faseren en doseren en een herprogrammering van bepaalde projecten. De kwantitatieve bandbreedte van de marktopnamecapaciteit geeft een belangrijke richting voor de afzetmogelijkheden. Zaak voor gemeenten en ontwikkelende partijen is om binnen deze bandbreedte de maximale ruimte te zoeken door goed in te spelen op de vraag. Hiervoor is een nieuwbouwprogramma noodzakelijk dat (zeer) goed aansluit bij de huidige marktvraag. Het is mogelijk dat elementen als een zeer aantrekkelijk woonmilieu, inzet van corporaties of beleggers, inzet van gemeenten of een sterke koopcultuur de bandbreedte iets oprekken. Enige lokale inkleuring is hierbij mogelijk, alleen zal dit op korte termijn niet leiden tot een sterke bijstelling van de bandbreedte. Gemeenten staan uiteraard zelf voor de keuze in welke mate ze dit willen doen. Dit kan door de plannen samen met ontwikkelaars te toetsen op kwaliteit en afzetbaarheid. Het uiteindelijke doel is immers om de beperkte vraag die nog wel aanwezig is in de markt, optimaal te benutten zodat de productie van woningen kan (blijven) plaatsvinden. Daarbij dient ook aandacht te zijn - 5 -

Afzetbaarheid korte termijn Negatief Positief voor planuitval die mogelijk kan ontstaan door onder andere vertraging in ruimtelijke ordeningprocedures. Daarom adviseren wij om per gemeente als volgt te werk te gaan: Faseren en doseren: Formeren van een project-/adviesgroep. De samenstelling kan per gemeente verschillen. Overwogen kan worden om ook vertegenwoordigers van externe partijen (makelaars, ontwikkelaars, corporaties) er deel van te laten uitmaken. Aanbevolen wordt een neutrale projectleider aan te stellen. Met het projectteam optuigen van een toetsingskader voor de woningbouwplannen. Dit toetsingskader bestaat uit drie elementen. o De korte termijn afzetbaarheid in woningtype en prijsklasse. Deze rapportage geeft daarvoor voldoende input. o De specifieke kenmerken per gemeente die een woning aantrekkelijk maken voor een koper. Afzetbaarheid is leidend. Dat betekent dat alles moet kloppen. De consument die zo breed kan kiezen (ook bij de bestaande woningen) zal alleen voor de nieuwbouwwoning kiezen als alles klopt. Daarom zijn goede ligging, goede locatie, goede plattegrond, goede buitenruimte, prijs per m2 bvo, etc. heel erg belangrijk geworden in de huidige kopersmarkt. De gemeente doet er goed aan om samen met de partners de plannen te toetsen op deze zaken. Dat vereist openheid en vertrouwen maar ook hier geldt: alleen de echt goede plannen maken een kans en slechte woningbouwplannen betekenen een vermorsing van de koopvraag. o De bijdrage aan de lange termijn ambities en doelen van de gemeente. Deze staan verwoord in beleidsplannen en strategische visies en dienen te worden geconcretiseerd in een beperkt aan toetsingselementen. Het concepttoetsingskader en proces in volledige transparantie bespreken en eventueel nog aanscherpen met het collectief van projectontwikkelaars en corporaties binnen de betreffende gemeente go or no go, want commitment van de ontwikkelaars is van groot belang. Aanscherping / nuancering / verdieping van het toetsingkader in de projectgroep en toetsing van de individuele plannen. Elke ontwikkelaar individueel uitnodigen om nog een toelichting te geven op zijn project(en) en om eventuele vragen van de projectgroep te kunnen beantwoorden (ontwikkelaarscarrousel). Definitieve beoordeling in de projectgroep, en daarbij ranking aangeven in termen van onderstaand analysemodel. De geplande projecten voor de komende jaren krijgen met behulp van de lange- en korte termijn score een plek in de matrix. Bijdrage lange termijn ambities Positief Negatief Plannen continueren / versnellen / bouwen Plannen herprogrammeren of woningen flexibiliseren Plannen anders faseren Plannen herprogrammeren of schrappen - 6 -

Op basis van deze resultaten, in overleg met de ontwikkelaars, de planvoorraad bijstellen in kwantitatieve en kwalitatieve zin. Stimuleren doe je samen! Faseren, doseren en aanpassen van plannen is een gezamenlijke opgave. Daarom wordt diverse malen aangegeven dat commitment van de ontwikkelende partijen van groot belang is. Parallel aan bovenstaand proces Faseren en doseren is het van belang om aan te geven welke nieuwe, kansrijke initiatieven de bouwproductie kunnen versnellen (denk aan CPO, wonen/zorg, goede locaties, etc.). Juist in deze tijd van vraaguitval op de woningmarkt is de gezamenlijke insteek van gemeenten en ontwikkelende partijen van ieders belang. Het onderzoek wijst uit wat de te verwachten woningbouwprestaties zijn als we niks doen. De mogelijkheden die er zeker zijn om die ondergrens ruim te overstijgen kunnen in goede samenwerking daadwerkelijk worden benut. Op lange termijn meer evenwicht: geen plancapaciteit schrappen, maar wel ander planvoorraad-management. Bij een realistisch scenario is de inschatting dat op langere termijn plannen in aantallen en bevolkingsontwikkeling meer in evenwicht zijn. Er is dus vanuit dat perspectief geen reden om toekomstige nieuwbouwlocaties c.q. voorziene plancapaciteit te schrappen. Wel is het verstandig om te bezien of extra renteverliezen voorkomen kunnen worden door niet te vroeg te starten met bouwrijp maken. Goed planvoorraad-management, met op de lange termijn vraag afgestemde timing van grondaankopen en bouwrijp maken, flexibele programmering en flexibele bestemmingsplannen zijn van wezenlijk belang om aan te sluiten bij de nieuwe marktomstandigheden. Samenvattend zijn de vereiste maatregelen voor faseren en doseren in de volgende categorieën maatregelen te vatten: Bijstellen van de kwantitatieve omvang van de planvoorraad voor de korte termijn door faseren en doseren; Plannen herprogrammeren zodat de plannen beter aansluiten op de kortetermijn vraag (qua prijsklasse, huur/koop, woningtype); Kwalitatief verbeteren van afzetbaarheid van plannen (verbeteren prijskwaliteitverhouding, alles moet kloppen ); Stimuleren van nieuwe kansrijke initiatieven (denk aan CPO, wonen/zorg, goede locaties, etc.); Goed planvoorraadmanagement, met op de lange termijn vraag afgestemde timing van grondaankopen en bouwrijpmaken, flexibele programmering en flexibele bestemmingsplannen. Vervolgens over de gemeentegrenzen heen kijken: Focusgebieden Op het moment dat op lokaalniveau de inzichten ten aanzien van de noodzakelijke stappen voor faseren, doseren en herprogrammeren zijn gerijpt, kan over de gemeentegrenzen heen worden gekeken. Welke plannen beconcurreren elkaar? Wat zijn de mogelijke effecten daarvan? Kunnen en willen we daarop ingrijpen? Als de gemeenten daar klaar voor zijn, dan kan gebruik worden gemaakt van de resultaten van dit onderzoek en kunnen afspraken gemaakt wordt binnen de focusgebieden (waar sprake is van een sterkere onderlinge - 7 -

samenhang) om over de gemeentegrenzen heen de woningbouw af te stemmen. Voor het benoemen van de focusgebieden hanteren we drie criteria: De migratie tussen de betreffende gemeenten is hoger dan 15% van het totale aantal verhuizingen. Het planaanbod is groot, hiervoor hanteren we de grens van ongeveer 500 woningen. In de gemeente zelf is het planaanbod tot 2015 te hoog voor de marktopnamecapaciteit. Op basis van deze criteria komen binnen de FoodValley de volgende focusgebieden naar voren: Veenendaal Ede Veenendaal Rhenen Wageningen- Ede (m.n. kern Bennekom) Barneveld Ede Uit de ambtelijke adviesmemo kan aan bovenstaand advies het volgende worden toegevoegd: Voor het maken van keuzes is meer feitelijke projectinformatie vereist Het voorliggende onderzoeksrapport zet de belangrijke informatie overzichtelijk op een rij. Voor het daadwerkelijk faseren en doseren van woningbouwplannen, al dan niet in intergemeentelijke samenwerking, is echter meer projectinformatie vereist. Ook valt te denken aan kwalitatieve informatie over de migratierelaties (waar zijn de recente kopers van nieuwbouwwoningen vandaan gekomen) en potentieel- concurrerende woningbouwplannen tussen gemeenten in de focusgebieden. De schaal van de regio (qua woningaantal een stad als Utrecht) dient gebruikt worden om kennis/expertise te bundelen en elkaar te stimuleren Het biedt voordelen als gemeenten samenwerken en afstemmen. Door af te stemmen kan voorkomen worden dat gemeenten door regionaal opererende partijen tegen elkaar worden uitgespeeld. Het stimuleert als gemeenten van elkaar weten dat zij aan dezelfde moeilijke klus werken. Het kan effectief zijn als gemeenten kennis, expertise en formatieve capaciteit uitwisselen. Bovendien biedt afstemming in een tijd van crisis de voedingsbodem om ook bij andere vraagstukken goed samen te werken, bijvoorbeeld bij het in 2013/2014 opnieuw afsluiten van regionale woonprogramma-afspraken met de provincie Gelderland (KWP-4). Regionale monitoring van programma s is vereist om mogelijke concurrentie te voorkomen Het is essentieel dat de regio monitort of de gemeenten de mismatch tussen vraag en aanbod weten te overbruggen. Indien de regio daar als totaal niet in slaagt, zal dat er toe kunnen leiden dat de woningmarktpositie en dus ook de economische positie van de regio verzwakt in relatie tot andere regio s. Dat belang van samenwerking en afstemming is er overigens altijd, ook na de crisis. Een goede regionale monitor kan leiden tot een intensievere regionale afstemming en indien nodig een regionaal aanpak. - 8 -

FoodValley: één woningmarktregio? Migratiebewegingen tussen gemeenten zijn een belangrijke indicator bij het bepalen of er sprake is van een samenhangende woningmarktregio, of dat er sprake is van deelgebieden. Voor de periode 2002 tot 2011 zijn de verhuisbewegingen van de acht gemeenten in de regio FoodValley geanalyseerd. Jaarlijkse verhuisbewegingen tussen regiogemeenten en daarbuiten Onderstaande tabel geeft een samenvatting van alle verhuisbewegingen die jaarlijks in de regio FoodValley plaatsvinden. Daarin is opgenomen het aantal verhuizingen van de regio naar buiten de regio en omgekeerd, het aantal verhuizingen tussen gemeenten binnen de regio en binnen de regiogemeenten. Tabel 2.1: Regio FoodValley. Gemiddeld aantal jaarlijkse verhuizingen naar type 2002-2010 1 Type verhuizingen Aantal gemiddeld per jaar Verhuizingen van regio naar buiten de regio 8.706 20 % Verhuizingen van buiten de regio naar de regio 8.487 20 % Verhuizingen tussen de regiogemeenten (in en uit) 6.399 15 % Verhuizingen binnen de regiogemeenten 19.336 45 % Totaal 42.928 100% Bron: CBS 2012. Ongeveer 45% van de verhuizingen vinden plaats binnen de gemeentegrenzen. Het aandeel verhuizingen tussen regiogemeenten ligt op 15%, en 40% van de verhuizingen heeft plaatsgevonden tussen de regiogemeenten en gemeenten buiten de regio. Daarmee is de regio (als geheel) een open regio. Uiteraard verschilt de mate van bovenregionale verhuisbewegingen per gemeente. In de onderstaande tabel is een uitsplitsing gemaakt naar gemeente. 1 In de analyse is ook gekeken of er afwijkende migratiepatronen zijn voor 2005 en na 2005 toen in veel gemeente sprake was van restrictief woonbeleid. Uit de analyse blijkt dat dit geen invloed heeft op de migratiepatronen. - 9 -

Barneveld Ede Nijkerk Renswoude Rhenen Scherpenzeel Veenendaal Wageningen Totaal Totaal % Tabel 2.2: Regio FoodValley. Bovenregionale migratie 2002-2010 Gemeente Aandeel inwoners Vestiging van buiten de regio Vertrek uit de regio Saldo Barneveld 16% 10.538 14% 10.522 14% 16 Ede 33% 22.609 30% 22.998 29% -389 Nijkerk 12% 9.218 12% 9.079 12% 139 Renswoude 1% 745 1% 642 1% 103 Rhenen 6% 4.437 6% 4.026 5% 411 Scherpenzeel 3% 1.830 2% 1.956 3% -126 Veenendaal 19% 10.295 13% 11.503 15% -1.208 Wageningen 11% 16.710 22% 15.737 21% 973 Totaal 100% 76.382 100% 76.463 100% -81 Bron: CBS 2012. Met name Wageningen speelt een relatief grote rol in het aantrekken van mensen buiten de regio FoodValley. De bevolking van Wageningen bedraagt ongeveer 11% van het totaal aantal inwoners in FoodValley, terwijl het aandeel vestigers maar liefst 21% bedraagt. Een logische verklaring hiervoor is de aanwezigheid van de universiteit en bijbehorende werkgelegenheid. Wanneer we kijken naar de verhuizingen per gemeente (onderstaande tabel), dan valt op dat Nijkerk (7%) en Wageningen (11%) relatief weinig verhuisrelaties hebben met de regiogemeenten en sterk zijn georiënteerd op gemeenten buiten regio (Nijkerk 47%, Wageningen 49%). De gemeente Renswoude is sterk op de regiogemeenten georiënteerd (46%) en Veenendaal heeft relatief veel binnengemeentelijke verhuizingen (51%) gehad. Tabel 2.3: Regio FoodValley. Procentueel aandeel verhuizingen naar type 2002-2010 Gemeente Verhuizingen binnen de gemeenten (%) Verhuizingen van en naar gemeenten binnen de regio (%) Verhuizingen van en naar buiten de regio (%) Totaal (%) Barneveld 45% 15% 40% 100% Ede 48% 15% 37% 100% Nijkerk 46% 7% 47% 100% Renswoude 26% 46% 29% 100% Rhenen 32% 27% 40% 100% Scherpenzeel 35% 22% 42% 100% Veenendaal 51% 16% 33% 100% Wageningen 40% 11% 49% 100% Totaal 45% 15% 40% 100% Bron: CBS 2012. Verhuisrelaties tussen gemeenten onderling Om meer zicht te krijgen op de onderlinge relaties tussen regiogemeenten is in kaart gebracht hoe de verhuisstromen tussen de gemeenten onderling liggen. Deze zijn in tabel 3.4 weergegeven. Het gaat hierbij om het gemiddelde aantal verhuizingen per jaar, waarbij de sterkste verhuisstromen in rood zijn weergegeven. Tabel 2.4: Regio FoodValley. Binnenregionale verhuizingen gemiddeld per jaar 2002-2010 naar van Barneveld 267 109 11 6 20 28 15 454 13% - 10 -

Ede 301 27 41 52 22 262 311 1.016 30% Nijkerk 102 24 1 2 4 9 4 146 4% Renswoude 13 38 1 4 25 34 2 118 3% Rhenen 8 51 2 6 6 192 68 333 10% Scherpenzeel 26 28 3 249 6 29 2 343 10% Veenendaal 28 289 7 41 183 21 52 621 18% Wageningen 10 290 4 1 49 2 34 391 11% Totaal 488 988 152 349 301 101 587 454 3.421 100% Bron: CBS 2012 14% 29% 4% 10% 9% 3% 17% 13% 100% Hieruit blijkt dat verhuisbewegingen tussen gemeenten in de regio vooral plaatsvinden met directe buurgemeenten. De belangrijkste verhuisrelaties (in absolute aantallen) tussen de regiogemeenten zijn: Barneveld => Nijkerk en Ede Ede => Barneveld, Veenendaal en Wageningen Nijkerk => Barneveld Rhenen => Veenendaal en Wageningen Scherpenzeel => Renswoude Renswoude => Ede en Veenendaal Veenendaal => Ede en Rhenen Wageningen => Ede (Bennekom) In bijlage 1 wordt per gemeente op kaart weergegeven hoe de migratiestromen procentueel verdeeld zijn over de gemeenten. Ook uit deze kaarten wordt duidelijk dat de relaties vooral liggen tussen de buurgemeenten en zeker niet over de gehele regio. Uit bovenstaande tabel en de kaarten in bijlage 1 wordt duidelijk dat tussen de gemeenten in het zuid-westen van de regio (Scherpenzeel, Renswoude, Veenendaal, Wageningen, Rhenen en Ede) relatief de meeste verhuisbewegingen zijn geweest. Conclusies: Voor de regio FoodValley als geheel geldt dat er geen sprake is van een samenhangend woningmarktgebied. Wel zien we dat gemeenten wel degelijk een relatie hebben met directe buurgemeenten binnen de regio. Met name Ede heeft een relatief sterke relatie met gemeenten binnen de regio FoodValley, waarbij relatief veel verhuisbewegingen plaatsvinden tussen Ede, Barneveld, Veenendaal en Wageningen. De gemeente Nijkerk en Scherpenzeel zijn daarentegen meer georiënteerd op gemeenten buiten de regio. Nijkerk is vanwege haar ligging sterk georiënteerd op Amersfoort, en Scherpenzeel op gemeenten binnen de provincie Utrecht. Omdat er geen sprake is van een samenhangende woningmarktregio rapporteren we de uitkomsten van deze analyse op zowel regionaal als gemeentelijk niveau. Met deze wijze van rapporteren is het mogelijk om in een eventuele vervolgfase de woningbouwprogramma s op verschillende schaalniveaus af te stemmen. - 11 -

3. Bepalen marktopnamecapaciteit in FoodValley De marktopnamecapaciteit is een weergave van het aantal woningen dat in de komende jaren kunnen worden afgezet op de woningmarkt. Om een inschatting te maken van de marktopnamecapaciteit die per jaar in de regio zou kunnen worden afgezet, brengen we een aantal ontwikkelingen en voorspellingen in beeld. We doen dit met behulp van de nieuwbouwproductie in de afgelopen jaren, huishoudensprognoses, de vraaguitval in de koopsector en ontwikkeling in de huursector als gevolg van de crisis en de geïnventariseerde plancapaciteit. 3.1. Gerealiseerde nieuwbouw 2002-2011 Allereerst kijken we naar de nieuwbouwproductie van afgelopen jaren. De nieuwbouwproductie in de afgelopen jaren is een belangrijke indicator voor het bepalen van de marktopnamecapaciteit. Het zegt namelijk wat er in de afgelopen jaren daadwerkelijk is afgezet. Hierbij blikken we terug voor de periode 2002 tot en met 2011, waarbij de productie voor aanvang van de economische crisis (2008) en erna is weergegeven. Tabel 3.1: Regio FoodValley. Aantal opgeleverde nieuwbouw koop en huur 2002-2011 Jaar Huur Koop Totaal Aantal Cumulatief Aantal Cumulatief Aantal Cumulatief 2002 126 126 1.220 1.220 1.346 1.346 2003 154 280 1.191 2.411 1.345 2.691 2004 515 795 1.198 3.609 1.713 4.404 2005 210 1.005 846 4.455 1.056 5.460 2006 216 1.266 1.116 5.571 1.377 6.837 2007 320 1.586 1.487 7.058 1.807 8.644 2008 316 1.902 989 8.047 1.305 9.949 2009 458 2.360 1.331 9.378 1.789 11.738 2010 392 2.752 1.118 10.496 1.510 13.248 2011 728 3.480 800 11.296 1.528 14.776 Gemiddeld 348 1.129 1.478 Bron: CBS 2012. In de afgelopen tien jaar zijn er gemiddeld bijna 1.500 woningen per jaar toegevoegd aan de woningvoorraad. In aantal zijn er geen opvallende verschillen tussen de periode voor en na 2008 (start crisis). Wel is er sprake van een grote verschuiving van het realiseren van koopwoningen naar huurwoningen. Vanaf 2009 is het aandeel nieuwbouwhuurwoningen sterk toegenomen, waardoor de totale bouwproductie op peil is gebleven. In 2011 betreft het aandeel huurwoningen zelfs 48% van de totale nieuwbouwproductie. Door de inzet van de woningcorporaties is de productie in 2011 op peil gebleven. Het is in de komende jaren echter de vraag of de corporaties in de FoodValley dit tempo kunnen vasthouden, voor wat betreft hun investeringvermogen en plancapaciteit. In figuur 4.1 staat dat nogmaals weergegeven. - 12 -

Figuur 3.1: Regio FoodValley. Aantal opgeleverde nieuwbouw koop en huur 2002-2011 2000 1800 1600 1400 1200 1000 800 600 400 200 0 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 Huur Koop Totaal Bron: CBS 2012 Aanname voor bepalen marktopnamecapaciteit: In de periode 2012, 2013 en 2014 is het niet realistisch om te veronderstellen dat de nieuwbouwproductie hoger ligt dan de gemiddelde productie in de afgelopen jaren. Het aantal nieuwbouwkoopwoningen is vanaf 2009 sterk gedaald; de productie is op peil gebleven door de inzet van corporaties. Daarom gaan we ervan uit dat de marktopnamecapaciteit op korte termijn niet boven de 1.500 woningen per jaar uit zal komen. 3.2. Huishoudensprognose 2012-2025 Een andere indicator voor het bepalen van de marktopnamecapaciteit zijn de huishoudensprognoses van de verschillende gemeenten. Hiervoor baseren we ons op de prognose van de provincie Utrecht en de provincie Gelderland. Deze prognoses zijn opgebouwd uit een raming van de natuurlijke groei van de bevolking en een verwachte aanname van migratieontwikkeling vanwege nieuwbouw van woningen. Volgens deze prognoses bedraagt voor de regio FoodValley de huishoudensgroei in de periode 2012-2015 ongeveer 5.550 huishoudens. In de periode tot 2022 ligt het op 16.250. Tabel 3.2: Regio FoodValley. Huishoudensprognose 2012-2025 2012 2015 2022 2025 2012-2015 2012-2022 Barneveld 19.410 20.260 21.960 22.710 +850 +2.550 Ede 44.410 45.550 48.880 50.110 +1.140 +4.470 Nijkerk 15.760 16.570 17.920 19.390 +810 +2.160 Renswoude 1.790 2.060 2.180 2.250 +270 +390 Rhenen 7.590 7.910 8.250 8.440 +320 +660 Scherpenzeel 3.640 3.810 4.110 4.230 +170 +470 Veenendaal 25.430 26.880 29.120 29.920 +1.450 +3.690 Wageningen 21.550 22.090 23.410 24.010 +540 +1.860 Totaal 139.580 145.130 155.830 161.060 +5.550 +16.250 Bron: Prognose provincie Gelderland, prognose provincie Utrecht, bewerking Companen. Voor alle prognoses geldt dat er op korte termijn wordt uitgegaan van een positief migratiesaldo. Ede vormt een uitzondering, in deze gemeente is het migratiesaldo beperkt positief. Dit betekent dat alle gemeenten meer mensen van buiten aantrekken dan de gemeenten verlaten. Dit migratieoverschot kan alleen ontstaan wanneer er woningen worden toegevoegd om deze - 13 -

mensen aan te trekken. Hier ligt nu juist het knelpunt; de productie in met name de koopsector dreigt stil te vallen, waardoor het verwachte migratieoverschot een erg optimistische gedachte is in deze tijd. Zeker als we terugblikken naar het verleden, waarbij de regio FoodValley als geheel een vertrekoverschot had van -81 personen met gemeenten buiten de regio (2002-2010). Ontwikkeling autonome huishoudengroei Om de effecten van een minder optimistische instroom van buiten de regio in kaart te brengen, is daarom een migratiesaldo = 0 scenario uitgerekend. Dit is een benadering waarbij uitgegaan wordt van de natuurlijke bevolkingsgroei waarbij instroom van mensen gelijk is aan uitstroom. Hiermee wordt de eigen woningbehoefte inzichtelijk, en dit is feitelijk ook een weergave van de ontwikkeling in de periode 2002-2011 waarbij het migratiesaldo bijna nul was. Onderstaande tabel geeft de huishoudensprognose 2012-2025 voor autonome woningbehoefte weer. Tabel 3.3: Regio FoodValley. Huishoudensprognose 2012-2025 (mig=0) 2012 2015 2022 2025 2012-2015 2012-2022 Barneveld 19.410 20.140 21.640 22.250 +730 +2.230 Ede 44.410 45.540 48.430 49.080 +1.130 +4.020 Nijkerk 15.760 16.300 17.300 17.690 +540 +1.540 Renswoude 1.790 1.880 2.020 2.080 +90 +230 Rhenen 7.590 7.760 8.020 8.120 +170 +430 Scherpenzeel 3.640 3.770 4.030 4.140 +130 +390 Veenendaal 25.430 26.550 28.410 29.110 +1.120 +2.980 Wageningen 21.550 21.590 21.650 21.590 +40 +100 Totaal 139.580 143.530 151.500 154.060 +3.950 +11.920 Bron: Prognose provincie Gelderland, prognose provincie Utrecht, bewerking Companen. De autonome huishoudensgroei ligt voor de gehele regio in de periode tot 2015 op bijna 4.000 huishoudens, en voor de periode tot 2022 op een groei van bijna 12.000 huishoudens. De autonome groei van het aantal huishoudens ligt bijna 1.500 lager dan de prognose waarin migratie-effecten wel zijn meegenomen. Voor de periode tot 2022 ligt het ruim 4.300 huishoudens lager. Aanname voor bepalen marktopnamecapaciteit: Het ligt niet in de lijn der verwachting dat in de komende drie jaar een omslag zal plaatsvinden in het aantrekken van mensen van buiten de regio. Wij gaan ervan uit dat het geprognosticeerde aantal instromers niet zal kunnen worden gerealiseerd. Het realiseren van het aantal woningen voor de autonome groei zal op korte termijn al een optimistisch doel zijn. Het aantal toe te voegen woningen in de regio voor komende jaren (2012, 2013 en 2014) zal op maximaal 4.000, dus zo n 1.300 per jaar, liggen. 3.3. Ontwikkeling verkoop en verhuurgegevens Om te kunnen inschatten hoe het effect van de crisis is geweest op de koopwoningmarkt (bestaande voorraad) kijken we hoe het aantal transacties en de prijsontwikkeling is geweest in de FoodValley. - 14 -

Aantal transacties Gem. transactieprijs ( ) Figuur 3.2: Regio FoodValley. Aantal transacties en gemiddelde transactieprijs 2002-2012 5000 4500 4000 3500 3000 2500 2000 1500 1000 500 0 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 300.000 280.000 260.000 240.000 220.000 200.000 180.000 160.000 140.000 120.000 100.000 Aantal transacties Gemiddelde transactieprijs Bron: Kadaster 2012. Het aantal transacties in de koopwoningmarkt is vanaf 2007 met ongeveer 40% gedaald, en ligt vanaf 2009 op een laag (stabiel) niveau. De gemiddelde transactieprijs is gedaald met ongeveer 10%. Tegelijkertijd constateren we dat het aantal te koopstaande woningen met name in de gemeenten Barneveld, Ede, Nijkerk en Rhenen sterk is toegenomen (Vastgoedmonitor 2012). Daarnaast is de doorlooptijd van te koopstaande woningen in alle gemeenten fors toegenomen. Met andere woorden: er staan niet alleen meer woningen te koop, maar deze woningen staan ook langer te koop. In de huursector zien we een beeld van toenemende druk op het aanbod vanaf 2009. Uit de vastgoedmonitor blijkt dat het aantal verhuurde woningen op jaar basis afneemt. In figuur 4.3. is dit weergegeven. Figuur 3.3: Regio FoodValley. Aantal verhuringen WERV-gemeenten 2000 1800 1600 1400 1200 1000 800 600 400 200 0 Bron: Vastgoedmonitor 2012. 2007 2008 2009 2010 2011 Aantal verhuringen per jaar Het aantal verhuringen van sociale huurwoningen in de afgelopen jaren is vanaf 2008 afgenomen. Er komen dus minder huurwoningen vrij op de woningmarkt. Tegelijkertijd is het aantal woningzoekenden in de periode 2009 tot april 2012 gestegen met ongeveer 3.000. Dit - 15 -

betekent dat de slaagkans voor een huurwoning daalt en de wachttijden stijgen. De druk op de huurmarkt neemt duidelijk toe. Factoren die hieraan ten grondslag liggen zijn onder andere onzekerheid over werkgelegenheid, de financierbaarheid van woningen en de negatieve verwachting ten aanzien van de ontwikkeling van de woningmarktprijzen. Figuur 3.4: Regio FoodValley. Aantal woningzoekenden in de WERV-gemeenten Bron: Kwartaalrapportage WERV 1 e kwartaal 2012. Aanname voor bepalen marktopnamecapaciteit: De afname van het aantal transacties in de koopsector zal op korte termijn doorzetten. Deze afname van het aantal transacties zet zich ook door in de afzetbaarheid van nieuwbouwwoningen. Immers, om een nieuwe woning te verkopen zijn veel mensen afhankelijk van de verkoop van hun oude woning. Voorspellingen van het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) geven aan dat de vooruitzichten op korte termijn ongunstig zijn. Daarnaast is het nog onzeker welke maatregelen worden genomen omtrent onderwerpen als hypotheekrenteaftrek en verplichte aflossing van hypotheken. Ook zijn er nog geen tekenen van economisch herstel op korte termijn. Daarom verwachten wij dat een afname van 40%, een reële afname is van de gemiddelde bouwproductie van afgelopen jaren. Dit houdt gelijke tred met de afname van het aantal transacties. Wij gebruiken dit percentage om de marktopnamecapaciteit voor de regio en de gemeenten afzonderlijk te bepalen. Dit percentage is niet wetenschappelijk te onderbouwen. Het is een aanname, gebaseerd op bovenstaande ontwikkelingen. Het is mogelijk dat door lokale kenmerken of kwaliteiten de bandbreedte iets kan worden opgerekt, maar dit geen grote verschuivingen opleveren. 3.4. De plancapaciteit De marktopnamecapaciteit over de periode 2012-2015 wordt ook beïnvloed door het geplande aanbod. Hierbij is essentieel dat het aanbod kwalitatief goed aansluit op de huidige marktvraag en wordt aangeboden in de juiste prijscategorieën. De huidige markt is immers een vragersmarkt, waarbij potentiële woningzoekenden veel keuzemogelijkheden hebben. Wanneer het aanbod kwalitatief niet aansluit op de behoefte (te duur, te klein, verkeerde ligging, etc,) zal de marktopnamecapaciteit lager zijn. - 16 -

De plancapaciteit is geïnventariseerd bij gemeenten en een aantal ontwikkelaars/corporaties. In de inventarisatie is rekening gehouden met de hardheid van de plannen, de periode van verkoop en start ontwikkeling en het type woningen dat wordt gerealiseerd. Uit deze inventarisatie volgt de plancapaciteit voor de periode 2012 tot 2015 en de periode 2015 tot 2020. Tabel 3.4: Regio FoodValley. Plancapaciteit 2012-2020 Gemeente 2012-2015 2015-2020 Totaal 2012-2020 Barneveld 1.288 1.426 2.714 Ede 1.865 2.649 4.514 Nijkerk 491 42 533 Renswoude 145 65 210 Rhenen 426 237 663 Scherpenzeel 222 284 506 Veenendaal 890 2.761 3.651 Wageningen 720 1.200 1.920 Totaal 6.047 8.664 14.711 Bron: Gemeenten en ontwikkelaars. In de periode 2012-2015 bedraagt de plancapaciteit gezamenlijk bijna 6.050 woningen. In de periode vanaf 2015 tot 2020 is er een plancapaciteit van ruim 8.660 woningen. Hierbij geldt uiteraard hoe verder in tijd, hoe zachter de plancapaciteit is. Voor veel plannen na 2015 is de locatie weliswaar bekend, maar nog niet uitgewerkt hoe de invulling eruit zal zien. Plancapaciteit 2012 tot 2015 Daarom zoomen we verder in op de samenstelling van de plancapaciteit voor de periode tot 2015. De geplande bouwproductie is uitgesplitst naar type woning, eigendomsvorm, huurprijs en beoogde verkoopprijs. Tabel 3.5: Regio FoodValley. Plancapaciteit 2012-2015 naar type Gemeente Eengezins Appartement GGB 0-treden Onbekend Totaal Barneveld 838 409 0 41 1.288 Ede 1.326 519 0 20 1.865 Nijkerk 198 237 56 0 491 Renswoude 87 55 3 0 145 Rhenen 142 223 2 59 426 Scherpenzeel 106 116 0 0 222 Veenendaal 493 397 0 0 890 Wageningen 529 171 0 20 720 Totaal 3.719 2.127 61 140 6.047 Bron: Gemeenten en ontwikkelaars. In de periode tot 2015 is het totaal van het geplande aanbod bijna 6.050 woningen. Hiervan bestaat een groot deel (62%) uit eengezinswoningen. Het overige aanbod bestaat uit appartementen. Het aandeel grondgebonden nultredenwoningen (GGB nultreden) is zeer beperkt. Mogelijkerwijs is een definitiekwestie hiervan de oorzaak, veel gemeenten houden namelijk niet bij of de woning een grondgebonden nultredenwoning betreft. Daarnaast is bij een deel van de nieuwbouwprojecten nog onbekend welk type woningen worden gerealiseerd. - 17 -

Tabel 3.6: Regio FoodValley. Plancapaciteit 2012-2015 naar eigendomsvorm Gemeente Huur Koop Onbekend Totaal Barneveld 215 1.032 41 1.288 Ede 347 961 557 1.865 Nijkerk 111 380 0 491 Renswoude 20 109 16 145 Rhenen 114 242 70 426 Scherpenzeel 105 117 0 222 Veenendaal 213 666 11 890 Wageningen 220 480 20 720 Totaal 1.345 3.987 715 6.047 Bron: Gemeenten en ontwikkelaars. Het aandeel koopwoningen van de planning is bijna 65%, het aandeel huurwoningen ruim 20%. Dit is sterk afwijkend van de gerealiseerde productie in 2011, waar we eerder zagen dat de verhouding ligt op 50% huur en 50% koop. De vraag naar koopwoningen is in de huidige woningmarkt sterk afgenomen, terwijl deze in de plancapaciteit stevig is vertegenwoordigd. Tabel 3.7: Regio FoodValley. Plancapaciteit 2012-2015 naar huurprijs Gemeente < 562 562-665 > 665 Totaal Barneveld 0 138 77 215 Ede 35 286 26 347 Nijkerk 55 51 5 111 Renswoude 20 0 0 20 Rhenen 40 57 17 114 Scherpenzeel 0 101 4 105 Veenendaal 117 70 26 213 Wageningen 0 147 73 220 Totaal 267 850 228 1.345 Bron: gemeenten, ontwikkelaars, bewerking Companen In de huursector valt het merendeel (83%) van de geplande huurwoningen onder de liberalisatiegrens van 665. Ongeveer 17% van de geplande nieuwbouwcapaciteit betreft een huurwoning in het vrije huursegment. Tabel 3.8: Regio FoodValley. Plancapaciteit 2012-2015 naar koopprijs Gemeente < 170.000 170.000-250.000 > 250.000 Totaal Barneveld 223 429 380 1.032 Ede 234 403 324 961 Nijkerk 88 124 168 380 Renswoude 15 73 21 109 Rhenen 24 110 108 242 Scherpenzeel 30 80 7 117 Veenendaal 0 337 329 666 Wageningen 93 158 229 480 Totaal 707 1.714 1.566 3.987 Bron: gemeenten, ontwikkelaars, bewerking Companen Van de plancapaciteit van koopwoningen heeft het merendeel (82%) een verkoopprijs van meer dan 170.000. Ongeveer 40% heeft een verkoopprijs van meer dan 250.000. - 18 -

3.5. Indicatie voor de marktopnamecapaciteit In de voorgaande paragrafen zijn vanuit verschillende invalshoeken de invloedsfactoren belicht die gezamenlijk de marktopnamecapaciteit op korte termijn bepalen. Het gaat hierbij om: De nieuwbouwproductie en huishoudengroei in afgelopen jaren. De huishoudensontwikkeling volgens de prognoses. De vraaguitval in de koopsector en de toenemende druk op de huursector als gevolg van de crisis. De kwantitatieve en kwalitatieve plancapaciteit op korte termijn. Marktopnamecapaciteit op basis van huishoudensprognose en nieuwbouw Op basis van deze invalshoeken maken wij een inschatting van de marktopnamecapaciteit van de regio in zijn totaliteit en de gemeenten afzonderlijk. Hierbij wordt een bandbreedte gegeven over de marktopnamecapaciteit in kwantitatieve zin. In tabel 4.9 brengen wij de aanname uit dit hoofdstuk samen tot een cijfermatige benadering van de marktopnamecapaciteit voor FoodValley als geheel. Waarbij een bandbreedte wordt gegeven voor de marktopnamecapaciteit: een zogenaamde ondergrens en een bovengrens. Dit is noodzakelijk omdat de opnamecapaciteit ook wordt bepaald door hetgeen op de markt wordt gebracht. Wanneer er sprake is van kwalitatieve mismatch zal de marktopnamecapaciteit lager uitvallen dan wanneer er goed wordt ingespeeld op de vraag. Kwantitatieve marktopnamecapaciteit 2012-2015 Voor de periode 2012 tot 2015 ramen we de marktopnamecapaciteit in de regio FoodValley tussen de 800 en in het meest gunstige geval op 1.100 woningen per jaar. Deze bandbreedte is gebaseerd op twee elementen: Een vraaguitval van 40% ten opzichte van de gemiddelde nieuwbouwproductie in de afgelopen jaren. Gelet op voorspellingen van het EIB, en de daling van het aantal transacties in de bestaande woningvoorraad zal de vraag naar nieuwbouwwoningen (beduidend) lager zijn dan in het verleden het geval was. Op deze manier is de ondergrens van de marktopnamecapaciteit bepaald. Een vraaguitval van 40% ten opzichte van de huishoudensprognose 2012-2015. In de afgelopen periode is het aantal verhuizingen afgenomen, en dus ook een daling van de migratiebewegingen in absolute zin. Het is niet waarschijnlijk dat er op korte termijn sprake zal zijn van een positief migratieoverschot. Daarnaast kiezen veel starters ervoor om langer thuis of op kamers te blijven. Dit heeft gevolgen voor de huishoudensontwikkeling op korte termijn. Op deze manier is de bovengrens van de marktopnamecapaciteit bepaald. In de onderstaande tabel zijn de cijfers nogmaals op rij gezet. Tabel 3.9: Regio FoodValley. Marktopnamecapaciteit 2012-2015 Aantallen per jaar Regio FoodValley Huishoudensprognose 2012-2015 1.820 Huishoudensprognose 2012-2015 (migr. saldo =0) 1.310 Gem.nieuwbouw per jaar 2006-2011 1.557 Gem.nieuwbouw per jaar 2006-2011 (koop) 1.140 Marktopnamecapaciteit ondergrens 800 p.j. Marktopnamecapaciteit bovengrens 1.100 p.j. In dit onderzoek is gekozen voor een generieke benadering voor alle gemeenten in de regio FoodValley. Uiteraard zijn er gemeentespecifiek altijd argumenten om de bandbreedte naar - 19 -

boven of beneden bij te stellen. Dit kan bijvoorbeeld een specifiek, aantrekkelijk woonmilieu zijn of een sterke spaarcultuur die in sommige gemeente aanwezig is bij de aankoop van een eerste woning. Alleen zal deze bijstelling in de huidige markt niet groot zijn. Het is belangrijker dat door goed in te spelen op de marktvraag de rek in de bandbreedte zoveel mogelijk wordt opgezocht. Kwalitatieve invulling marktopnamecapaciteit Bij de beoordeling van de marktopnamecapaciteit kan de kwantitatieve vraag niet los worden gezien van de kwalitatieve woningvraag. Hiervoor is gekozen om geen nieuw kwalitatief woningmarktonderzoek uit te voeren, maar gebruik te maken van beschikbare woningmarktonderzoeken die recent zijn uitgevoerd in de gemeenten. Omdat deze niet allemaal in dezelfde periode zijn uitgevoerd (variërend van 2010 tot en met 2012) is er in de vraagbepaling (voor de korte termijn, tot 2015) rekening gehouden met: Extra vraag naar (sociale) huur. Afname van vraag dure koopwoningen (verkoopgegevens). Afname van vraag naar koopappartementen (verkoopgegevens). Een belangrijk element bij het bepalen van zowel de kwantitatieve als de kwalitatieve marktopnamecapaciteit zijn vier marktkennerspanels. De marktkennerspanels bestonden uit lokale makelaars in de verschillende gemeenten die vanuit de praktijk een zeer goed beeld hebben van de lokale woningmarktsituatie. Deze panels zijn in de volgende gemeenten gehouden: Ede en Veenendaal. o Ditters makelaars o Van de Bunt NVM makelaars o V. Ginkel en v. Bemmelen NVM makelaars o Van Dijk van Essen makelaars Wageningen en Rhenen. o Fred Vermeer makelaars o Regio makelaars o Jeltes ten Hoor makelaars Scherpenzeel en Renswoude. o Schimmel makelaardij o Kroezen makelaardij o Rene Doornbos makelaardij Nijkerk en Barneveld. o Zijlstra ERA makelaardij o Midden Nederland Makelaars - Nijkerk o Midden Nederland Makelaars - Barneveld Bij de factsheets zijn per gemeente de belangrijkste conclusies van deze marktpanels weergegeven. Op deze manier is er op basis van woningmarktonderzoek en lokale marktkennis gemeentespecifiek maatwerk geleverd om de kwalitatieve vraag op gemeenteniveau in beeld te brengen. Zo is er rekening gehouden met de vraag naar huur of koopwoningen, de vraag naar woningtypen als eengezinswoningen en appartementen, en de vraag naar verschillende prijsklassen. In de factsheets per gemeente is de marktopnamecapaciteit afgezet tegen plancapaciteit. Deze analyses geven een goede indicatie van de kwantitatieve en kwalitatieve match tussen de vraag tot 2015 en het geplande aanbod. - 20 -

- 21 -

4. Confrontatie plan- en marktopnamecapaciteit Kwantitatief: regio als geheel Het totaal van het geplande aanbod in komende 2,5 jaar is ongeveer 6.050 woningen. Per jaar gaat het om een planvoorraad van ongeveer 2.420 woningen. De inschatting is dat de marktopnamecapaciteit voor de regio ligt tussen de 800 en 1.100 woningen per jaar. Er is dus in kwantitatieve zin sprake van een fors overcapaciteit van tussen de 1.400 en 1.600 woningen per jaar. Hierbij is overigens geen rekening gehouden met mogelijk planuitval als gevolg van juridische/planologische vertraging. Kwalitatief: regio als geheel Het aandeel koopwoningen bedraagt ongeveer 65%, en het aandeel huurwoningen 20%. Dit staat in geen verhouding met de gerealiseerde productie in 2011, waarbij ongeveer 50% van de nieuwbouwproductie uit huurwoningen bestaat. Ook uit de marktkennerspanels komt duidelijk naar voren dat de vraag naar huur toeneemt en dat deze ten koste gaat van de vraag naar koopwoningen. Dit zien we ook terug in de toenemende druk op de (sociale) huursector en de afname van het aantal transacties in de bestaande koopvoorraad. In de huursector valt het merendeel (ruim 80%) van de plancapaciteit in het huursegment tot 665 per maand. Dat lijkt redelijk in verhouding tot de vraag. Het deel dat wordt gerealiseerd in het vrije huursegment (bijna 20%) beantwoordt ook aan de huidige ontwikkelingen in de huursector. Voorwaarde is wel dat de locatie en de kwaliteit van deze huurwoningen in het vrije segment passend moet zijn om de verhuurbaarheid te waarborgen. Overigens, is de marktopnamecapaciteit voor de huursector minder hard te bepalen dan voor de koopsector. De realisatie van huurwoningen is immers sterk afhankelijk van de financieringscapaciteit van de (sociale)verhuurder. Zeker in het sociale huursegment is er op dit moment in principe altijd vraag. Daarbij is het toevoegen van sociale huurwoningen ook noodzakelijk voor het kwalitatief op peil houden van de totale voorraad van corporaties. Ook komen er eerste berichten dat pensioenfondsen en beleggers zich mogelijk meer gaan richten op investeringen in de vrije sector huur. Het is echter nog te vroeg om te bepalen in hoeverre zij gaan investeren in vrije sector huur in de regio FoodValley. Voor de koopsector is de marktopnamecapaciteit wat dat betreft harder te bepalen, omdat deze afhankelijk is van de potentiële koper. Op dit moment heeft het merendeel van de geplande koopwoningen een verkoopprijs van meer dan 170.000. Dit staat niet in verhouding tot de korte termijnvraag. De marktopnamecapaciteit op korte termijn ligt vooral in de goedkope segmenten tot 170.000 en in het middensegment tussen de 170.000 en 250.000. De vraag naar koopwoningen boven de 250.000 is (zeer) sterk teruggevallen. Dit terwijl de plancapaciteit voor ongeveer 40% bestaat uit woningen boven de 250.000. Daarnaast bestaat een groot deel van de nieuwbouwplannen uit (koop)appartementen. Ook dit staat in geen verhouding tot de korte termijnvraag. De markt voor appartementen in de koopsector lijkt zwaar verzadigd. - 22 -

- 23 -

Type Eigendom 5. Uitleg factsheets per gemeente Per gemeente zijn factsheets uitgewerkt die zijn opgebouwd uit de volgende gegevens: 1. De samenstelling van de woningvoorraad in 2012. 2. Een terugblik van de groei van de woningvoorraad, de huishoudens en de bevolking voor de periode 2002-2011. 3. De ontwikkeling van het aantal transacties en verkoopprijzen in de periode 2002-2011. 4. De migratieontwikkeling in de periode 2002-2011. 5. De huishoudensprognose van de provincie. 6. De confrontatie van de prognoses met resultaten uit het verleden. 7. De inventarisatie van het planaanbod. 8. De confrontatie van het planaanbod met de marktopnamecapaciteit. De confrontatie van het planaanbod met de marktopnamecapaciteit is weergegeven door middel van onderstaande (voorbeeld)figuur. De kwalitatieve vraag is opgebouwd op basis van de ondergrens van de marktopnamecapaciteit, de bovengrens van de marktopnamecapaciteit en het risico marktopnamecapaciteit. Daarnaast is per segment de plancapaciteit weergegeven. -VOORBEELD- Huur Koop Onbekend Eengezins Meergezins GGB 0-treden Onbekend 0 100 200 300 400 500 600 700 800 900 1000 Risico marktopnamecapaciteit Marktopnamecapaciteit ondergrens Marktopnamecapaciteit bovengrens Plancapaciteit De figuur moet als volgt geïnterpreteerd worden. Als de plancapaciteit even groot is als de marktopnamecapaciteit bovengrens (donkergroen) dan betekent dit dat de risico s op afzetbaarheid klein zijn. Indien de plancapaciteit gelijk is aan de marktopnamecapaciteit bovengrens (lichtgroen) nemen de risico s op afzetbaarheid toe. Wanneer de plancapaciteit in het oranje vlak (risico marktopnamecapaciteit) valt dan is er voorzichtigheid geboden. Deze figuren hebben daarmee een signaalfunctie voor het beoordelen van de afzetrisico s van nieuwbouwplannen. Als de plancapaciteit de marktopnamecapaciteit ruim overstijgt is het van belang om hierop te sturen. - 24 -

- 25 -

6. Gemeente Barneveld 6.1. Ontwikkeling woningvoorraad en demografische ontwikkeling Samenstelling woningvoorraad 2012 Tabel 6.1: Gemeente Barneveld. Woningvoorraad naar eigendom Aantal % Koop 13.090 70% Sociale huur 4.009 21% Particuliere huur 1.680 9% Totaal 18.779 100% Bron: Vastgoedmonitor 2012. Ontwikkeling woningvoorraad, bevolking en huishoudens 2002-2011 Figuur 6.1: Gemeente Barneveld. Groei woningvoorraad, huishoudens en bevolking 2002-2011 (saldo) 800 700 600 500 400 300 200 100 0 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 Bron: CBS 2012. Groei woningvoorraad Groei huishoudens Groei bevolking - 26 -

Aantal transacties Gem. transactieprijs ( ) Verkoopcijfers 2002-2011 Figuur 6.2: Gemeente Barneveld. Ontwikkeling aantal transacties en gemiddelde transactieprijs 2002-2011 700 600 500 400 350.000 300.000 250.000 300 200 100 0 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 200.000 150.000 100.000 Aantal transacties Gemiddelde transactieprijs Bron: Kadaster 2012. Migratieontwikkeling 2002-2011 Tabel 6.2: Gemeente Barneveld. Migratie naar richting 2002-2010 Barneveld Vestiging Vertrek Saldo 2002-2010 Ede 2.706 2.399 307 Nijkerk 915 982-67 Scherpenzeel 234 181 53 Wageningen 91 131-40 Putten 465 439 26 Overig provincie Gelderland 2.507 2.672-165 Totaal provincie Gelderland 6.918 6.804 114 Renswoude 121 98 23 Rhenen 69 50 19 Veenendaal 255 248 7 Amersfoort 911 963-52 Utrecht 327 533-206 Overig provincie Utrecht 1.433 1.095 338 Totaal provincie Utrecht 3.116 2.987 129 Overig Nederland 4.895 6.712 75 Totaal Nederland 14.929 14.611 318 Bron: CBS 2012. - 27 -

Figuur 6.3: Gemeente Barneveld. Migratie naar leeftijd 2002-2011 400 300 200 100 0-100 -200-300 -400 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 0-15 jaar 15-25 25-50 50-65 65+ Bron: CBS 2012. Bevolking- en huishoudensprognose 2012-2030 Tabel 6.3: Gemeente Barneveld. Bevolkings- en huishoudensprognose 2012-2030 Bevolkingsprognose 2012 2015 2020 2022 2030 Provincie 53.530 55.230 57.830 58.950 63.140 Provincie (mig = 0) 53.530 54.910 57.220 58.090 61.380 Huishoudensprognose 2012 2015 2020 2025 2030 Provincie 19.410 20.260 21.460 21.960 23.750 Provincie (mig = 0) 19.410 20.140 21.230 21.640 23.090 Vergelijking prognose met resultaten verleden Tabel 6.4: Gemeente Barneveld. Verwachte huishoudensgroei versus nieuwbouwproductie verleden Huishoudensgroei 2012-2015 Huishoudensgroei 2012-2015 mig =0 Gemiddelde nieuwbouwproductie 2006-2011 p.j. Gemiddelde productie koop 2006-2011 p.j. Marktopnamecapaciteit 850 (280 p.j.) 730 (240 p.j.) 347 p.j. 250 p.j. 170 à 200 wo/p.j. Toelichting In de periode 2006 tot en met 2011 zijn er relatief veel woningen gerealiseerd in Barneveld, gemiddeld bijna 350 woningen per jaar. Deze nieuwbouwproductie ligt daarmee boven de autonome behoefte en de huishoudensgroei inclusief positief migratiesaldo in de komende jaren. Gelet op deze bevolkingsprognose en de natuurlijke behoefte vanuit Barneveld is de verwachting dat dit relatief hoge productieniveau op korte termijn niet voortgezet kan worden. De verwachte marktopnamecapaciteit in Barneveld is geraamd op 170 à 200 woningen per jaar in de periode tot en met 2014. - 28 -

Type Eigendom 6.2. Planaanbod en marktopnamecapaciteit Planaanbod 2012-2022 Tabel 6.5: Gemeente Barneveld. Planaanbod 2012-2015-2020 naar type 2012-2015 2015-2020 2012-2020 Eengezins 838 997 1.835 Appartement 409 230 639 GGB 0-treden 0 55 55 Onbekend 41 144 185 Totaal 1.288 1.426 2.714 Tabel 6.6: Gemeente Barneveld. Planaanbod 2012-2015-2020 naar eigendom en prijsklasse 2012-2015 2015-2020 2012-2020 Huur 215 335 550 Koop 1.032 937 1.969 Onbekend 41 154 159 Totaal 1.288 1.426 2.714 < 562 0 0 0 562 665 138 250 388 > 665 77 85 162 < 170.000 223 149 372 170.000 250.000 429 345 774 > 250.000 380 443 823 Marktopnamecapaciteit korte termijn 2012-2015 Figuur 6.4: Gemeente Barneveld. Marktopnamecapaciteit en plancapaciteit naar eigendomsverhouding en type Huur Koop Onbekend Eengezins Meergezins GGB 0-treden Onbekend 0 200 400 600 800 1000 1200 Risico marktopnamecapaciteit Marktopnamecapaciteit ondergrens Marktopnamecapaciteit bovengrens Plancapaciteit - 29 -

Koop Huur Figuur 6.5: Gemeente Barneveld. Marktopnamecapaciteit en plancapaciteit naar prijsklasse < 560 560-660 > 660 < 170.000 170-250.000 > 250.000 0 100 200 300 400 500 Risico marktopnamecapaciteit Marktopnamecapaciteit ondergrens Marktopnamecapaciteit bovengrens Plancapaciteit Voorlopige conclusies De gemeente Barneveld heeft in de periode tot en met 2014 een geschatte marktopnamecapaciteit tussen de 170 en 200 woningen per jaar. Dat is fors lager dan het aantal opleveringen 2011, maar dit komt om dat In 2011 ruim 40% (ca 110) van het aantal opgeleverde woningen een huurwoning was. Het is niet de verwachting dat op korte termijn dezelfde afzet plaats zal vinden, omdat er vooral koopwoningen in de planning staan. Er is zowel overcapaciteit aan meergezinswoningen als eengezinswoningen. Op korte termijn vooral een overcapaciteit aan koopwoningen in de planvoorraad. Met name het aanbod in het middeldure en dure segment overstijgt ruim de vraag. Marktkennerspanel Barneveld: De gemeente Barneveld is sterker gericht op de regio Ede dan op de regio Amersfoort. In Barneveld is er met name vraag naar traditionele woningbouw die past binnen het karakter en de architectuur van de bestaande bebouwing. Naar woningen met een afwijkende architectuur, bijvoorbeeld met platte daken of zeer modern vormgegeven is duidelijke minder vraag. De markt voor 2-onder-1 kapwoningen loopt in de huidige markt redelijk, mits de prijzen niet te hoog zijn. Er lijkt een beperkte vraag te zijn naar koopappartementen voor starters. Maar dan moeten de prijzen wel in het lage segment vallen. Het vermoeden bestaat dat starters in Barneveld redelijk spaarzaam zijn en daardoor iets makkelijker de stap kunnen maken naar een koopwoning. Er bestaat veel vraag naar patiowoningen, ook wel grondgebonden nul-tredenwoningen. Het huidige aanbod is verouderd. Op dit moment geldt dat met name koopwoningen vanaf 300.000 (zeer) lang te koop staan. De verkooptijd van woningen in de prijsklasse tot 200.000 en 200.000 en 300.000 is doorgaans iets minder lang. Voor de huidige vraag naar nieuwbouwwoningen gelden de volgende prijsplafonds : Appartementen tot maximaal 160.000. Rijwoningen tot maximaal 200.000. 2-1-kapwoningen tot maximaal 350.000. De vraag naar vrijstaande woning is sterk weggevallen. Een algemene constatering van de makelaars voor de gemeente Barneveld is dat de vraag dun en veelzijdig is. Het is daarom van belang dat de ontwikkelaars en de gemeente het aantal woningen dat op de markt wordt gezet verlagen. Op deze manier haken potentiële kopers minder af, omdat de periode tussen aankoop en start bouw te lang duurt. - 30 -

- 31 -

7. Gemeente Ede 7.1. Ontwikkeling woningvoorraad en demografische ontwikkeling Samenstelling woningvoorraad 2012 Tabel 7.1: Gemeente Ede. Woningvoorraad naar eigendom Aantal % Koop 29.432 70% Sociale huur 9.657 23% Particuliere huur 2.791 7% Totaal 41.883 100% Bron: Vastgoedmonitor 2012 Ontwikkeling woningvoorraad, bevolking en huishoudens 2002-2011 Figuur 7.1: Gemeente Ede. Groei woningvoorraad, huishoudens en bevolking 2002-2011 (saldo) 1.250 1.000 750 500 250 0-250 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 Bron: CBS 2012. Groei woningvoorraad Groei huishoudens Groei bevolking - 32 -

Aantal transacties Gem. transactieprijs ( ) Verkoopcijfers 2002-2011 Figuur 7.2: Gemeente Ede. Ontwikkeling aantal transacties en gemiddelde transactieprijs 2002-2011 1600 1400 1200 1000 800 600 400 200 0 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 300.000 280.000 260.000 240.000 220.000 200.000 180.000 160.000 140.000 120.000 100.000 Aantal transacties Gemiddelde transactieprijs Bron: Kadaster 2012. Migratieontwikkeling 2002-2011 Tabel 7.2: Gemeente Ede. Migratie naar richting 2002-2010 Ede Vestiging Vertrek Saldo 2002-2010 Barneveld 2.399 2.706-307 Nijkerk 217 243-26 Scherpenzeel 254 196 58 Wageningen 2.614 2.802-188 Arnhem 1.279 1.854-575 Overig provincie Gelderland 5.771 6.253-482 Totaal provincie Gelderland 12.534 14.054-1.520 Renswoude 344 369-25 Rhenen 463 466-3 Veenendaal 2.602 2.361 241 Overig provincie Utrecht 3.544 3.666-122 Totaal provincie Utrecht 6.953 6.862 91 Overig Nederland 12.015 11.225 790 Totaal Nederland 31.502 32.141-639 Bron: CBS 2012. - 33 -

Figuur 7.3: Gemeente Ede. Migratie naar leeftijd 2002-2011 800 600 400 200 0-200 -400-600 -800 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 0-15 jaar 15-25 25-50 50-65 65+ Bron: CBS 2012. Bevolkings- en huishoudensprognose 2012-2030 Tabel 7.3: Gemeente Ede. Bevolkings- en huishoudensprognose 2012-2030 Bevolkingsprognose 2012 2015 2020 2022 2030 Provincie 108.650 110.020 113.890 114.610 121.060 Provincie (mig = 0) 108.650 110.000 112.530 113.560 117.460 Huishoudensprognose 2012 2015 2020 2025 2030 Provincie 44.410 45.550 47.980 48.880 51.850 Provincie (mig = 0) 44.410 45.540 47.400 48.430 50.310 Vergelijking prognose met resultaten verleden Tabel 7.4: Gemeente Ede. Verwachte huishoudensgroei versus nieuwbouwproductie verleden Huishoudensgroei 2012-2015 Huishoudensgroei 2012-2015 mig =0 Gemiddelde nieuwbouwproductie 2006-2011 Gemiddelde productie koop 2006-2011 Marktopnamecapaciteit 1.130 (375 p.j.) 1.130 (375 p.j.) 485 p.j. 345 p.j. 250 à 290 wo/p.j. Toelichting In de gemeente Ede zijn de afgelopen jaren gemiddeld 485 woningen per jaar gerealiseerd. De autonome bevolkingsgroei is geraamd op een groei van 375 huishoudens per jaar. Gelet op de plancapaciteit in de huursector en de plancapaciteit in de koopsector is de marktopnamecapaciteit geraamd tussen de 250 en 290 woningen in de periode tot en met 2014. Indien er financiers op de Edese woningmarkt toetreden die nieuwbouwprojecten realiseren, dan wel overnemen, voor het realiseren van huurwoningen in het vrije segment dan is het mogelijk dat de marktopnamecapaciteit iets hoger kan liggen. Dit kunnen beleggers of pensioenfondsen. Het is op dit moment echter nog onduidelijk of, en in welke mate deze financiers gaan investeren op de woningmarkt. - 34 -

Type Eigendom 7.2. Planaanbod en marktopnamecapaciteit Planaanbod 2012-2022 Tabel 7.5: Gemeente Ede. Planaanbod 2012-2014-2020 naar type 2012-2015 2015-2020 2012-2020 Eengezins 1.326 2.310 3.636 Appartement 519 339 858 GGB 0-treden 0 0 0 Onbekend 20 0 20 Totaal 1.865 2.649 4.514 Tabel 7.6: Gemeente Ede. Planaanbod 2012-2014-20220naar eigendom en prijsklasse 2012-2015 2015-2020 2012-2020 Huur 347 215 562 Koop 961 1.939 2.900 Onbekend 557 495 1.052 Totaal 1.865 2.649 4.514 < 562 35 45 80 562 665 286 170 456 > 665 26 0 26 < 170.000 234 246 480 170.000 250.000 403 536 939 > 250.000 324 1.157 1.481 Marktopnamecapaciteit en confrontatie planaanbod korte termijn 2012-2015 Figuur 7.4: Gemeente Ede. Marktopnamecapaciteit en plancapaciteit naar eigendomsverhouding en type Huur Koop Onbekend Eengezins Meergezins GGB 0-treden 0 200 400 600 800 1000 1200 1400 Risico marktopnamecapaciteit Marktopnamecapaciteit ondergrens Marktopnamecapaciteit bovengrens Plancapaciteit - 35 -

Koop Huur Figuur 7.5: Gemeente Ede. Marktopnamecapaciteit en plancapaciteit naar prijsklasse < 560 560-660 > 660 < 170.000 170-250.000 > 250.000 0 50 100 150 200 250 300 350 400 450 Risico marktopnamecapaciteit Marktopnamecapaciteit ondergrens Marktopnamecapaciteit bovengrens Plancapaciteit Voorlopige conclusies De gemeente Ede heeft voor de periode tot en met 2014 een geschatte marktopnamecapaciteit tussen de 250 en 290 woningen per jaar. In 2011 had Ede een forse oplevering van nieuwbouw, veel hoger dan de ingeschatte marktopnamecapaciteit. In 2011 waren dit voor een groot deel huurwoningen (ca. 400). Woningcorporatie Woonstede verwacht in verband met haar investeringsvermogen dat in de periode tot 2016 een vermindering van het aantal huurwoningen tot ongeveer 80 woningen per jaar zal plaatsvinden. De realisatie van sociale huurwoningen zal daarom in de komende jaren lager komen te liggen. Het knelpunt is op korte termijn een fors aanbod aan koopwoningen, en een fors aandeel woningen in de pijplijn waarvan de status nog onbekend is. De planvoorraad overstijgt zowel de behoefte aan eengezinswoningen als appartementen. Het aanbod in de huursector sluit aan op de woningbehoefte. Voor de koopsector geldt dat de plancapaciteit in alle segmenten de behoefte overstijgt, en dit in het bijzonder voor de voorraad in het dure segment. Marktkennerspanel Ede De teneur is dat er momenteel zeer veel woningen te koop staan in de bestaande woningvoorraad. Consumenten worden momenteel niet geprikkeld om te kopen, ze zijn onzeker over de ontwikkelingen op de woningmarkt en stellen daarom de aankoop van een woning uit. Dit geldt voor zowel de bestaande woningvoorraad als de nieuwbouw. De forse nieuwbouwproductie wordt de komende jaren als risicovol gezien, zeker omdat veel potentiële kopers afhankelijk zijn van de verkoop van hun bestaande woning. De concurrentiepositie van nieuwbouw ten opzichte van de bestaande voorraad neemt af. Dit komt door de prijsdaling van bestaande woningen. Daarnaast kan het uitponden van goedkope corporatiewoningen effect hebben op afzetbaarheid van nieuwbouwwoning in het goedkope segment. Over het algemeen is het prijsniveau in Veenendaal iets hoger dan bijvoorbeeld in Ede. Op dit moment geldt dat er weinig uitwisseling lijkt te zijn tussen de omringende gemeenten in de koopsector. Starters zijn steeds minder geneigd om een woning te kopen, en zijn eerder geneigd om te kiezen voor huur. Er lijkt dan ook (beperkte) vraag te zijn naar huurwoningen tussen de 665 en 800. - 36 -

Voor vrijstaande woningen geldt dat het belangrijk is dat de koper vanaf de start betrokken is bij het project, dat er creatief wordt gedacht bij het bouwproces en dat het om kleine aantallen gaat. Het probleem is namelijk dat de stap van een rijwoning, naar een 2-1-kapwoning naar een vrijstaande woning te groot is om te nemen. Voor de verschillende woningsegmenten gelden momenteel de volgende prijsplafonds: Koopappartementen tot circa 175.000. Rijwoningen tot circa 180.000. 2-1 kapwoningen tot circa 300.000. Vrijstaand tot circa 450.000. - 37 -

8. Gemeente Nijkerk 8.1. Ontwikkeling woningvoorraad en demografische ontwikkeling Samenstelling woningvoorraad 2012 Tabel 8.1: Gemeente Nijkerk. Woningvoorraad naar eigendom Aantal % Koop 11.113 72% Sociale huur 3.798 25% Particuliere huur 552 4% Totaal 15.463 100% Bron: Vastgoedmonitor 2012. Ontwikkeling woningvoorraad, bevolking en huishoudens 2002-2011 Figuur 8.1: Gemeente Nijkerk. Groei woningvoorraad, huishoudens en bevolking 2002-2011 (saldo) 600 500 400 300 200 100 0 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 Bron: CBS 2012. Groei woningvoorraad Groei huishoudens Groei bevolking - 38 -

Aantal transacties Gem. transactieprijs ( ) Verkoopcijfers 2002-2011 Figuur 8.2: Gemeente Nijkerk. Ontwikkeling aantal transacties en gemiddelde transactieprijs 2002-2011 500 450 400 350 300 250 200 150 100 50 0 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 350.000 300.000 250.000 200.000 150.000 100.000 Aantal transacties Gemiddelde transactieprijs Bron: Kadaster 2012. Migratieontwikkeling 2002-2011 Tabel 8.2: Gemeente Nijkerk. Migratie naar richting 2002-2010 Nijkerk Vestiging Vertrek Saldo 2002-2010 Barneveld 982 915 67 Ede 243 217 26 Scherpenzeel 25 37-12 Wageningen 34 40-6 Arnhem 64 75-11 Overig provincie Gelderland 1.546 1.807-261 Totaal provincie Gelderland 2.894 3.091-197 Renswoude 5 11-6 Rhenen 20 15 5 Veenendaal 60 77-17 Overig provincie Utrecht 4.071 3.613 458 Totaal provincie Utrecht 4.156 3.716 440 Overig Nederland 3.537 3.584-47 Totaal Nederland 10.587 10.391 196 Bron: CBS 2012. - 39 -

Figuur 8.3: Gemeente Nijkerk. Migratie naar leeftijd 2002-2011 400 300 200 100 0-100 -200-300 -400 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 0-15 jaar 15-25 25-50 50-65 65+ Bron: CBS 2012 Bevolkings- en huishoudensprognose 2012-2030 Tabel 8.3: Gemeente Nijkerk. Bevolkings- en huishoudensprognose 2012-2030 Bevolkingsprognose 2012 2015 2020 2022 2030 Provincie 40.140 41.520 43.320 43.890 45.870 Provincie (mig = 0) 40.140 40.830 41.960 42.370 43.810 Huishoudensprognose 2012 2015 2020 2025 2030 Provincie 15.760 16.570 17.560 17.920 19.100 Provincie (mig = 0) 15.760 16.300 17.010 17.300 18.240 Vergelijking prognose met resultaten verleden Tabel 8.4: Gemeente Nijkerk. Verwachte huishoudensgroei versus nieuwbouwproductie verleden Huishoudensgroei 2012-2015 Huishoudensgroei 2012-2015 mig =0 Gemiddelde nieuwbouwproductie 2006-2011 Gemiddelde productie koop 2006-2011 Marktopnamecapaciteit 820 (275 p.j.) 550 (180 p.j.) 170 p.j. 125 p.j. 100 à 150 wo/p.j. Toelichting De afgelopen periode zijn er jaarlijks 170 woningen aan de woningvoorraad toegevoegd. De huishoudensprognose gaat uit van een (forse) instroom van huishoudens. Rekening houdende met de autonome behoefte en de gemiddelde nieuwbouwproductie in de periode 2012-2015 is de marktopnamecapaciteit geraamd op 100 à 150 woningen per jaar. - 40 -

Type Eigendom 8.2. Planaanbod en marktopnamecapaciteit Planaanbod 2012-2022 Tabel 8.5: Gemeente Nijkerk. Planaanbod 2012-2014-2020 naar type 2012-2015 2015-2020 2012-2020 Eengezins 198 16 214 Appartement 237 26 263 GGB 0-treden 56 0 56 Onbekend 0 0 0 Totaal 491 42 533 Tabel 8.6: Gemeente Nijkerk. Planaanbod 2012-2014-2020 naar eigendom en prijsklasse 2012-2015 2015-2020 2012-2020 Huur 111 8 119 Koop 380 34 414 Onbekend 0 0 0 Totaal 491 42 533 < 562 55 4 59 562 665 51 4 55 > 665 5 0 5 < 170.000 88 10 98 170.000 250.000 124 24 148 > 250.000 168 0 168 Marktopnamecapaciteit korte termijn 2012-2015 Figuur 8.4: Gemeente Nijkerk. Marktopnamecapaciteit en plancapaciteit naar eigendomsverhouding en type Huur Koop Onbekend Eengezins Meergezins GGB 0-treden Onbekend 0 100 200 300 400 500 600 700 Risico marktopnamecapaciteit Marktopnamecapaciteit ondergrens Marktopnamecapaciteit bovengrens Plancapaciteit - 41 -

Koop Huur Figuur 8.5: Gemeente Nijkerk. Marktopnamecapaciteit en plancapaciteit naar prijsklasse < 560 560-660 > 660 < 170.000 170-250.000 > 250.000 0 50 100 150 200 250 300 350 Risico marktopnamecapaciteit Marktopnamecapaciteit ondergrens Marktopnamecapaciteit bovengrens Plancapaciteit Voorlopige conclusies: De geschatte marktopnamecapaciteit in Nijkerk ligt tussen de 100 en 150 woningen. De plancapaciteit loopt redelijk in de pas met de geschatte woningvraag. Alleen het aanbod aan koopwoningen is iets aan de hoge kant. Er staan wel relatief veel meergezinswoningen in de planning, dit overstijgt de kwalitatieve vraag ruimschoots. In de koopsector is er een klein risico voor wat betreft het goedkope segment. Voor de afzet van het dure segment zijn de risico s duidelijk groter. Marktkennerspanel Nijkerk De gemeente Nijkerk heeft vanwege haar ligging een sterkere binding met Amersfoort dan met de gemeenten in de regio FoodValley. Het prijsniveau ligt een fractie lager dan het niveau in Barneveld, maar is redelijk vergelijkbaar. Ook in Nijkerk lijkt het dat de 2-onder-1-kapwoningen redelijk lopen, mits de prijs-/kwaliteitverhouding goed klopt. Traditionele woningbouw sluit over het algemeen het beste aan op de wens van potentiële kopers. Verder lijkt er (beperkte) vraag te zijn naar huurwoningen in het vrije segment voor senioren. Er bestaat onder deze doelgroep een grotere vraag naar patiowoningen. Ook in Nijkerk is een algemene constatering dat de vraag flink is teruggelopen. Bij de ontwikkeling van nieuwbouw is het daarom belangrijk dat deze gefaseerd op de markt worden gebracht in kleine hoeveelheden. Voor de huidige vraag naar nieuwbouwwoningen gelden de volgende prijsplafonds : Appartementen tot maximaal 160.000. Rijwoningen tot maximaal 200.000. 2-1-kapwoningen tot maximaal 350.000. De vraag naar vrijstaande woning is sterk weggevallen. - 42 -

- 43 -

9. Gemeente Renswoude 9.1. Ontwikkeling woningvoorraad en demografische ontwikkeling Samenstelling woningvoorraad 2012 Tabel 9.1: Gemeente Renswoude. Woningvoorraad naar eigendom Aantal % Koop 1.239 75% Sociale huur 337 20% Particuliere huur 85 5% Totaal 1.661 100% Bron: Vastgoedmonitor 2012. Ontwikkeling woningvoorraad, bevolking en huishoudens 2002-2011 Figuur 9.1: Gemeente Renswoude. Groei woningvoorraad, huishoudens en bevolking 2002-2011 (saldo) 200 175 150 125 100 75 50 25 0 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 Bron: CBS 2012. Groei woningvoorraad Groei huishoudens Groei bevolking - 44 -

Aantal transacties Gem. transactieprijs ( ) Verkoopcijfers 2002-2011 Figuur 9.2: Gemeente Renswoude. Ontwikkeling aantal transacties en gemiddelde transactieprijs 2002-2011 60 50 350.000 300.000 40 30 20 10 0 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 250.000 200.000 150.000 100.000 Aantal transacties Gemiddelde transactieprijs Bron: Kadaster 2012. Migratieontwikkeling 2002-2011 Tabel 9.2: Gemeente Renswoude. Migratie naar richting 2002-2010 Renswoude Vestiging Vertrek Saldo 2002-2010 Barneveld 98 121-23 Ede 369 344 25 Nijkerk 11 5 6 Scherpenzeel 249 229 20 Wageningen 5 17-12 Overig provincie Gelderland 129 145-16 Totaal provincie Gelderland 861 861 0 Rhenen 51 35 16 Veenendaal 367 309 58 Overig provincie Utrecht 330 256 74 Totaal provincie Utrecht 748 600 148 Overig Nederland 286 241 45 Totaal Nederland 1.895 1.702 193 Bron: CBS 2012. - 45 -

Figuur 9.3: Gemeente Renswoude. Migratie naar leeftijd 2002-2011 125 100 75 50 25 0-25 -50-75 -100-125 Bron: CBS 2012. 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 0-15 jaar 15-25 25-50 50-65 65+ Bevolkings- en huishoudensprognose 2012-2030 Tabel 9.3: Gemeente Renswoude. Bevolkings- en huishoudensprognose 2012-2030 Bevolkingsprognose 2012 2015 2020 2022 2030 Provincie 4.870 5.490 5.730 5.830 6.270 Provincie (mig = 0) 4.870 5.010 5.290 5.340 5.750 Huishoudensprognose 2012 2015 2020 2025 2030 Provincie 1.790 2.060 2.130 2.250 2.390 Provincie (mig = 0) 1.790 1.880 1.870 2.020 2.190 Vergelijking prognose met resultaten verleden Tabel 9.4: Gemeente Renswoude. Verwachte huishoudensgroei versus nieuwbouwproductie verleden Huishoudensgroei 2012-2015 Huishoudensgroei 2012-2015 mig =0 Gemiddelde nieuwbouwproductie 2006-2011 Gemiddelde productie koop 2006-2011 Marktopnamecapaciteit 260 (85 p.j.) 90 (30 p.j.) 35 p.j. 30 p.j. 20 a 50 wo/p.j. Toelichting De marktopnamecapaciteit in de gemeente Renswoude is geraamd op een toevoeging van 20 à 50 woningen per jaar. Hierbij is rekening gehouden met een afslag van 40% op de gemiddelde nieuwbouwproductie in de afgelopen jaren, en de huishoudensprognose. - 46 -

Type Eigendom 9.2. Planaanbod en marktopnamecapaciteit Planaanbod 2012-2022 Tabel 9.5: Gemeente Renswoude. Planaanbod 2012-2014-2020 naar type 2012-2015 2015-2020 2012-2020 Eengezins 87 49 136 Appartement 55 8 63 GGB 0-treden 3 8 11 Onbekend 0 0 0 Totaal 145 65 210 Tabel 9.6: Gemeente Renswoude. Planaanbod 2012-2014-2020 naar eigendom en prijsklasse 2012-2015 2015-2020 2012-2020 Huur 20 0 20 Koop 109 0 109 Onbekend 16 65 81 Totaal 145 65 210 < 562 20 0 20 562 665 0 0 0 > 665 0 0 0 < 170.000 15 0 15 170.000 250.000 73 0 73 > 250.000 21 0 21 Marktopnamecapaciteit korte termijn 2012-2015 Figuur 9.4: Gemeente Renswoude. Marktopnamecapaciteit en plancapaciteit naar eigendomsverhouding en type Huur Koop Onbekend Eengezins Meergezins GGB 0-treden Onbekend 0 50 100 150 200 Risico marktopnamecapaciteit Marktopnamecapaciteit ondergrens Marktopnamecapaciteit bovengrens Plancapaciteit - 47 -

Koop Huur Figuur 9.5: Gemeente Renswoude. Marktopnamecapaciteit en plancapaciteit naar prijsklasse < 560 560-660 > 660 < 170.000 170-250.000 > 250.000 0 20 40 60 80 100 Risico marktopnamecapaciteit Marktopnamecapaciteit ondergrens Marktopnamecapaciteit bovengrens Plancapaciteit Voorlopige conclusies De geschatte marktopnamecapaciteit voor Renswoude ligt tussen de 20 en 50 woningen. Het aanbod koopwoningen vormt een beperkt risico. Een groter risico op afzetbaarheid vormt het aantal meergezinswoningen in de plancapaciteit. In de koopsector overstijgt met name het aanbod in het middensegment de kwalitatieve vraag. Dit vormt op korte termijn een risico voor de afzetbaarheid. Marktkennerspanel Renswoude De doorstroming in Renswoude is zeer laag. Veel sociale huurders stromen niet door omdat de huurprijzen laag zijn. De markt voor appartementen lijkt iets beter te lopen, maar hierbij geldt dat er momenteel geen vraag is naar koopappartementen. Er is nog wel vraag naar huurappartementen waarvan de oppervlakte 90m 2 of meer is. Voor 2-onder-1 kap en vrijstaande woningen geldt dat deze sinds 2009 zeer sterk in prijs zijn gedaald. Alleen de woningen met een goede prijs/kwaliteitverhouding lopen nog, mits de ligging zeer goed is. De sterke prijsdalingen zorgen ook in Renswoude dat huishoudens zich zeer afwachtend opstellen om een woning te kopen. Het prijsniveau is vergelijkbaar met het niveau in Scherpenzeel. Voor de verschillende woningsegmenten gelden momenteel de volgende prijsplafonds: De verkoop van appartementen verloopt zeer moeizaam, hier is dan ook geen prijsplafond voor te geven. Rijwoningen tot circa 200.000 (voor 1990) tot 215.000 (na 1990). 2-1 kapwoningen tot circa 300.000. Vrijstaand tot circa 450.000. - 48 -

- 49 -

10. Gemeente Rhenen 10.1. Ontwikkeling woningvoorraad en demografische ontwikkeling Samenstelling woningvoorraad 2012 Tabel 10.1: Gemeente Rhenen. Woningvoorraad naar eigendom Aantal % Koop 4.981 66% Sociale huur 2.146 29% Particuliere huur 416 6% Totaal 7.543 100% Bron: Vastgoedmonitor 2012. Ontwikkeling woningvoorraad, bevolking en huishoudens 2002-2011 Figuur 10.1: Gemeente Rhenen. Groei woningvoorraad, huishoudens en bevolking 2002-2011 (saldo) 600 500 400 300 200 100 0-100 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 Bron: CBS 2012. Groei woningvoorraad Groei huishoudens Groei bevolking - 50 -

Aantal transacties Gem. transactieprijs ( ) Verkoopcijfers 2002-2011 Figuur 10.2: Gemeente Rhenen. Ontwikkeling aantal transacties en gemiddelde transactieprijs 2002-2011 300 250 400.000 350.000 200 150 100 50 0 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 300.000 250.000 200.000 150.000 100.000 Aantal transacties Gemiddelde transactieprijs Bron: Kadaster 2012. Migratieontwikkeling 2002-2011 Tabel 10.2: Gemeente Rhenen. Migratie naar richting 2002-2010 Rhenen Vestiging Vertrek Saldo 2002-2010 Barneveld 50 69-19 Ede 466 463 3 Nijkerk 15 20-5 Scherpenzeel 54 50 4 Wageningen 443 614-171 Overig provincie Gelderland 1.522 1.607-85 Totaal provincie Gelderland 2.550 2.823-273 Renswoude 35 51-16 Veenendaal 1.645 1.727-82 Overig provincie Utrecht 1.323 1.090 233 Totaal provincie Utrecht 3.003 2.868 135 Overig Nederland 1.592 1.329 263 Totaal Nederland 7.145 7.020 125 Bron: CBS 2012.. - 51 -

Figuur 10.3: Gemeente Rhenen. Migratie naar leeftijd 2002-2011 200 150 100 50 0-50 -100-150 -200 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 0-15 jaar 15-25 25-50 50-65 65+ Bron: CBS 2012. Bevolkings- en huishoudensprognose 2012-2030 Tabel 10.3: Gemeente Rhenen. Bevolkings- en huishoudensprognose 2012-2030 Bevolkingsprognose 2012 2015 2020 2022 2030 Provincie 19.110 19.690 20.090 20.210 21.360 Provincie (mig = 0) 19.110 19.330 19.640 19.740 20.180 Huishoudensprognose 2012 2015 2020 2025 2030 Provincie 7.590 7.910 8.130 8.250 8.720 Provincie (mig = 0) 7.590 7.760 7.950 8.020 8.240 Vergelijking prognose met resultaten verleden Tabel 10.4: Gemeente Rhenen. Verwachte huishoudensgroei versus nieuwbouwproductie verleden Huishoudensgroei 2012-2015 Huishoudensgroei 2012-2015 mig =0 Gemiddelde nieuwbouwproductie 2006-2011 Gemiddelde productie koop 2006-2011 Marktopnamecapaciteit 320 (85 p.j.) 170 (55 p.j.) 85 p.j. 70 p.j. 40 à 45 wo/p.j. Toelichting: De marktopnamecapaciteit in de gemeente Rhenen ligt naar verwachting tussen de 40 en 45 woningen per jaar in de periode tot en met 2014. De gemiddelde nieuwbouwproductie in de afgelopen jaren lag op een gelijk niveau als de huishoudensprognose. - 52 -

Type Eigendom 10.2. Planaanbod en marktopnamecapaciteit Planaanbod 2012-2022 Tabel 10.5: Gemeente Rhenen. Planaanbod 2012-2015-2020 naar type 2012-2015 2015-2020 2012-2020 Eengezins 142 216 358 Appartement 223 16 239 GGB 0-treden 2 5 7 Onbekend 59 0 59 Totaal 426 237 663 Tabel 10.6: Gemeente Rhenen. Planaanbod 2012-2015-2020 naar eigendom en prijsklasse 2012-2015 2015-2020 2012-2020 Huur 114 115 229 Koop 242 122 364 Onbekend 70 0 70 Totaal 426 237 663 < 562 40 0 40 562 665 56 109 166 > 665 17 6 23 < 170.000 24 14 38 170.000 250.000 110 18 128 > 250.000 108 90 198 Marktopnamecapaciteit korte termijn 2012-2015 Figuur 10.4: Gemeente Rhenen. Marktopnamecapaciteit en plancapaciteit naar eigendomsverhouding en type Huur Koop Onbekend Eengezins Meergezins GGB 0-treden Onbekend 0 50 100 150 200 250 300 Risico marktopnamecapaciteit Marktopnamecapaciteit ondergrens Marktopnamecapaciteit bovengrens Plancapaciteit - 53 -

Koop Huur Figuur 10.5: Gemeente Rhenen. Marktopnamecapaciteit en plancapaciteit naar prijsklasse < 560 560-660 > 660 < 170.000 170-250.000 > 250.000 0 20 40 60 80 100 120 140 Risico marktopnamecapaciteit Marktopnamecapaciteit ondergrens Marktopnamecapaciteit bovengrens Plancapaciteit Voorlopige conclusies De marktopnamecapaciteit voor de gemeente Rhenen wordt geschat tussen de 40 en 45 woningen. Met name het grote aanbod koopwoningen overstijgt de kwalitatieve vraag op korte termijn. Hetzelfde geldt voor het grote aantal appartementen. In de koopsector zijn er met name risico s voor de afzet van middeldure en dure woningen. Marktkennerspanel Rhenen De verkoop van (bestaande) koopwoningen in Rhenen verloopt momenteel zeer moeizaam. Veel potentiële kopers stellen de aankoop van een woning uit vanwege de onzekerheid en de financiële onzekerheid. Daarnaast is er een grote groep woningbezitters die niet kan verhuizen vanwege een (te) grote restschuld. Voorheen had Rhenen een redelijke aantrekkingskracht op huishoudens uit de omgeving van Utrecht als alternatief voor duurdere gemeenten als Driebergen en Zeist. Op korte termijn lijkt het aantal te grote bouwprojecten in Rhenen risicovol wat betreft de afzetbaarheid. Voor de verschillende woningsegmenten gelden momenteel de volgende prijsplafonds: De verkoop van appartementen verloopt zeer moeizaam, hier is dan ook geen prijsplafond voor te geven. Rijwoningen tot circa 225.000. 2-1 kapwoningen tot circa 325.000. Vrijstaand tot circa 500.000. - 54 -

- 55 -

11. Gemeente Scherpenzeel 11.1. Ontwikkeling woningvoorraad en demografische ontwikkeling Samenstelling woningvoorraad 2012 Tabel 11.1: Gemeente Scherpenzeel. Woningvoorraad naar eigendom Aantal % Koop 2.688 75% Sociale huur 659 18% Particuliere huur 262 7% Totaal 3.609 100% Bron: Vastgoedmonitor 2012. Ontwikkeling woningvoorraad, bevolking en huishoudens 2002-2011 Figuur 11.1: Gemeente Scherpenzeel. Groei woningvoorraad, huishoudens en bevolking 2002-2011 (saldo) 300 250 200 150 100 50 0-50 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011-100 Bron: CBS 2012. Groei woningvoorraad Groei huishoudens Groei bevolking - 56 -

Aantal transacties Gem. transactieprijs ( ) Verkoopcijfers 2002-2011 Figuur 11.2: Gemeente Scherpenzeel. Ontwikkeling aantal transacties en gemiddelde transactieprijs 2002-2011 250 350.000 200 300.000 150 250.000 100 200.000 50 150.000 0 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 100.000 Aantal transacties Gemiddelde transactieprijs Bron: Kadaster 2012. Migratieontwikkeling 2002-2011 (Cbs) Tabel 11.2: Gemeente Scherpenzeel. Migratie naar richting 2002-2010 Scherpenzeel Vestiging Vertrek Saldo 2002-2010 Barneveld 181 234-53 Ede 196 254-58 Nijkerk 37 25 12 Wageningen 22 20 2 Overig provincie Gelderland 216 327-111 Totaal provincie Gelderland 652 860-208 Renswoude 229 249-20 Rhenen 50 54-4 Veenendaal 192 258-66 Woudenberg 394 335 59 Overig provincie Utrecht 696 710-14 Totaal provincie Utrecht 1.561 1.606-45 Overig Nederland 524 584-60 Totaal Nederland 2.737 3.050-313 Bron: CBS 2012. - 57 -

Figuur 11.3: Gemeente Scherpenzeel. Migratie naar leeftijd 2002-2011 200 150 100 50 0-50 -100-150 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 0-15 jaar 15-25 25-50 50-65 65+ Bron: CBS 2012. Bevolkings- en huishoudensprognose 2012-2030 Tabel 11.3: Gemeente Scherpenzeel. Bevolkings- en huishoudensprognose 2012-2030 Bevolkingsprognose 2012 2015 2020 2022 2030 Provincie 9.380 9.670 10.020 10.180 10.860 Provincie (mig = 0) 9.380 9.570 9.870 9.980 10.430 Huishoudensprognose 2012 2015 2020 2025 2030 Provincie 3.640 3.810 4.020 4.110 4.400 Provincie (mig = 0) 3.640 3.770 3.960 4.030 4.230 Vergelijking prognose met resultaten verleden Tabel 11.4: Gemeente Scherpenzeel. Verwachte huishoudensgroei versus nieuwbouwproductie verleden Huishoudensgroei 2012-2015 Huishoudensgroei 2012-2015 mig =0 Gemiddelde nieuwbouwproductie 2006-2011 Gemiddelde productie koop 2006-2011 Marktopnamecapaciteit 180 (60 p.j.) 130 (45 p.j.) 45 p.j. 35 p.j. 25 à 35 wo / p.j. Toelichting: De geschatte marktopnamecapaciteit van Scherpenzeel ligt op korte termijn tussen de 25 à 35 nieuwbouwwoningen per jaar. Dit is een afname van 40% van de gemiddelde.nieuwbouwproductie in de afgelopen jaren, en dezelfde afname op de huishoudensgroei. - 58 -

Type Eigendom 11.2. Planaanbod en marktopnamecapaciteit Planaanbod 2012-2022 Tabel 11.5: Gemeente Scherpenzeel. Planaanbod 2012-2014-2020 naar type 2012-2015 2015-2020 2012-2020 Eengezins 106 0 106 Appartement 116 14 130 GGB 0-treden 0 0 0 Onbekend 0 270 270 Totaal 222 284 506 Tabel 11.6: Gemeente Scherpenzeel. Planaanbod 2012-2014-2020 naar eigendom en prijsklasse 2012-2015 2015-2020 2012-2020 Huur 105 0 75 Koop 117 14 71 Onbekend 0 270 360 Totaal 222 284 506 < 562 0 0 0 562 665 101 0 71 > 665 4 0 4 < 170.000 30 14 34 170.000 250.000 80 0 30 > 250.000 7 0 7 Marktopnamecapaciteit korte termijn 2012-2015 Figuur 11.4. Gemeente Scherpenzeel. Marktopnamecapaciteit en plancapaciteit naar eigendomsverhouding en type Huur Koop Onbekend Eengezins Meergezins GGB 0-treden Onbekend 0 25 50 75 100 125 150 175 200 Risico marktopnamecapaciteit Marktopnamecapaciteit ondergrens Marktopnamecapaciteit bovengrens Plancapaciteit - 59 -

Koop Huur Figuur 11.5. Gemeente Scherpenzeel. Marktopnamecapaciteit en plancapaciteit naar prijsklasse < 560 560-660 > 660 < 170.000 170-250.000 > 250.000 0 20 40 60 80 100 120 140 Risico marktopnamecapaciteit Marktopnamecapaciteit ondergrens Marktopnamecapaciteit bovengrens Plancapaciteit Voorlopige conclusies De geschatte marktopnamecapaciteit in Scherpenzeel ligt tussen de 25 en 35 woningen per jaar. Op korte termijn valt op dat van een groot deel van de planvoorraad onbekend is of er huur of koop wordt gerealiseerd. Daarnaast overstijgt het aanbod meergezinswoningen de kwalitatieve vraag ruimschoots. Dit vergroot de risico s op de afzetbaarheid van deze woningen. Het overschot aan huurwoningen in de prijsklasse tussen de 560 en 660 is theoretisch vanwege de vervangingsbehoefte en de toegenomen druk op de huurmarkt. In de koopsector lijkt de huidige planvoorraad binnen de marges van de marktopnamecapaciteit te liggen. Marktkennerspanel Scherpenzeel Veel huishoudens in Scherpenzeel hebben een sterke binding met de gemeente. Er is sprake van een sterk dorpscultuur, hetgeen zich vertaald in de voorkeur voor een huis met een tuin. Dit is de reden dat de vraag naar appartementen zeer beperkt is. Senioren willen niet graag verhuizen naar een appartement, en jongeren slechts in beperkte mate. Het toevoegen van koopappartementen is op korte termijn zeker niet kansrijk. Starters willen niet snel een appartement kopen in Scherpenzeel en kiezen eerder voor een rijwoning. In Scherpenzeel is van oudsher een hele sterke koopcultuur, waarbij jongeren flink sparen voor de aankoop van een woning. Hierdoor kunnen jongeren een stevige stap in hun wooncarrière zetten. Toch valt op dat de laatste maanden meer jongeren zich oriënteren op de huursector, omdat ze de prijsontwikkeling afwachten. De makelaars constateren dat op dit moment de markt voor 2- onder-1- kapwoning en vrijstaande woningen verzadigd is en dat het verstandig is om op korte termijn deze woningsegmenten niet meer toe te voegen in de nieuwbouw. Voor de verschillende woningsegmenten gelden momenteel de volgende prijsplafonds: De verkoop van appartementen verloopt zeer moeizaam, hier is dan ook geen prijsplafond voor te geven. Rijwoningen tot circa 200.000 (voor 1990) tot 215.000 (na 1990). 2-1 kapwoningen tot circa 300.000. Vrijstaand tot circa 450.000. - 60 -

- 61 -

12. Gemeente Veenendaal 12.1. Ontwikkeling woningvoorraad en demografische ontwikkeling Samenstelling woningvoorraad 2012 Tabel 12.1: Gemeente Veenendaal. Woningvoorraad naar eigendom Aantal % Koop 15.313 61% Sociale huur 8.784 35% Particuliere huur 928 4% Totaal 25.025 100% Bron: Vastgoedmonitor 2012. Ontwikkeling woningvoorraad, bevolking en huishoudens 2002-2011 Figuur 12.1: Gemeente Veenendaal. Groei woningvoorraad, huishoudens en bevolking 2002-2011 (saldo) 800 700 600 500 400 300 200 100 0 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 Bron: CBS 2012. Groei woningvoorraad Groei huishoudens Groei bevolking - 62 -

Aantal transacties Gem. transactieprijs ( ) Verkoopcijfers 2002-2011 Figuur 12.2: Gemeente Veenendaal. Ontwikkeling aantal transacties en gemiddelde transactieprijs 2002-2011 900 800 700 600 500 400 300 200 100 0 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 280.000 260.000 240.000 220.000 200.000 180.000 160.000 140.000 120.000 100.000 Aantal transacties Gemiddelde transactieprijs Bron: Kadaster 2012. Migratieontwikkeling 2002-2011 Tabel 12.2: Gemeente Veenendaal. Migratie naar richting 2002-2010 Veenendaal Vestiging Vertrek Saldo 2002-2010 Barneveld 248 255-7 Ede 2.361 2.602-241 Nijkerk 77 60 17 Scherpenzeel 258 192 66 Wageningen 307 466-159 Overig provincie Gelderland 2.619 2.960-341 Totaal provincie Gelderland 5.870 6.535-665 Renswoude 309 367-58 Rhenen 1.727 1.645 82 Overig provincie Utrecht 2.925 3.396-471 Totaal provincie Utrecht 4.961 5.408-447 Overig Nederland 4.751 5.147-396 Totaal Nederland 15.582 17.090-1.508 Bron: CBS 2012. - 63 -

Figuur 12.3: Gemeente Veenendaal. Migratie naar leeftijd 2002-2011 500 400 300 200 100 0-100 -200-300 -400-500 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 0-15 jaar 15-25 25-50 50-65 65+ Bron: CBS 2012. Bevolkings- en huishoudensprognose 2012-2030 Tabel 12.3: Gemeente Veenendaal. Bevolkings- en huishoudensprognose 2012-2030 Bevolkingsprognose 2012 2015 2020 2022 2030 Provincie 62.190 63.960 66.430 67.286 71.250 Provincie (mig = 0) 62.190 63.170 64.912 65.666 68.170 Huishoudensprognose 2012 2015 2020 2025 2030 Provincie 25.430 26.880 28.560 29.110 31.160 Provincie (mig = 0) 25.430 26.550 27.910 28.410 30.050 Vergelijking prognose met resultaten verleden Tabel 12.4: Gemeente Veenendaal. Verwachte huishoudensgroei versus nieuwbouwproductie verleden Huishoudensgroei 2012-2015 Huishoudensgroei 2012-2015 mig =0 Gemiddelde nieuwbouwproductie 2006-2011 Gemiddelde productie koop 2006-2011 Martkopnamecapaciteit 1.450 (480 p.j.) 1.120 (370 p.j.) 220 p.j. 155 p.j. 125 à 220 p.j. Toelichting: De marktopnamecapaciteit is geschat tussen de 125 en 220 woningen. Dit heeft ermee te maken dat in het verleden, in vergelijking tot de prognose, relatief weinig woningen zijn gebouwd in Veenendaal (220 per jaar), maar dat de huishoudensprognose en de natuurlijke behoefte hoger zijn geraamd. - 64 -

Type Eigendom 12.2. Planaanbod en marktopnamecapaciteit Planaanbod 2012-2022 Tabel 12.5: Gemeente Veenendaal. Planaanbod 2012-2014-2020 naar type 2012-2015 2015-2020 2012-2020 Eengezins 493 1.688 2.181 Appartement 397 1.043 1.440 GGB 0-treden 0 0 0 Onbekend 0 30 30 Totaal 890 2.761 3.651 Tabel 12.6: Gemeente Veenendaal. Planaanbod 2012-2014-2020 naar eigendom en prijsklasse 2012-2015 2015-2020 2012-2020 Huur 213 652 865 Koop 666 2.053 2.719 Onbekend 11 56 67 Totaal 890 2.761 3.651 < 562 117 341 458 562 665 70 247 317 > 665 26 64 90 < 170.000 0 0 0 170.000 250.000 337 1.100 1.437 > 250.000 329 953 1.282 Marktopnamecapaciteit korte termijn 2012-2015 Figuur 12.4: Gemeente Veenendaal. Marktopnamecapaciteit en plancapaciteit naar eigendomsverhouding en type Huur Koop Onbekend Eengezins Meergezins GGB 0-treden Onbekend 0 100 200 300 400 500 600 700 800 900 1000 Risico marktopnamecapaciteit Marktopnamecapaciteit ondergrens Marktopnamecapaciteit bovengrens Plancapaciteit - 65 -

Koop Huur Figuur 12.5: Gemeente Veenendaal. Marktopnamecapaciteit en plancapaciteit naar prijsklasse < 560 560-660 > 660 < 170.000 170-250.000 > 250.000 0 50 100 150 200 250 300 350 400 450 500 Risico marktopnamecapaciteit Marktopnamecapaciteit ondergrens Marktopnamecapaciteit bovengrens Plancapaciteit Voorlopige conclusies De marktopnamecapaciteit in de gemeente Veenendaal is geraamd op 125 tot 220 woningen per jaar. De overcapaciteit ligt met name op het aanbod koopwoningen en het aanbod meergezinswoningen dat is opgenomen in de plancapaciteit. In de plancapaciteit zijn veel woningen in het dure segment opgenomen. De afzetbaarheid van deze woningen vormen op korte termijn een groot risico. Marktkennerspanel Veenendaal De teneur is dat er momenteel zeer veel woningen te koop staan in de bestaande woningvoorraad. Consumenten worden momenteel niet geprikkeld om te kopen. Ze zijn onzeker over de ontwikkelingen op de woningmarkt en stellen daarom de aankoop van een woning uit. Dit geldt voor zowel de bestaande woningvoorraad als de nieuwbouw. De forse nieuwbouwproductie wordt de komende jaren als risicovol gezien, zeker omdat veel potentiële kopers afhankelijk zijn van de verkoop van hun bestaande woning. De concurrentiepositie van nieuwbouw ten opzichte van de bestaande voorraad neemt af. Dit komt door de prijsdaling van bestaande woningen. Daarnaast kan het uitponden van goedkope corporatiewoningen effect hebben op afzetbaarheid van nieuwbouwwoningen in het goedkope segment. Over het algemeen is het prijsniveau in Veenendaal iets hoger dan bijvoorbeeld in Ede. Op dit moment geldt dat er weinig uitwisseling lijkt te zijn tussen de omringende gemeenten in de koopsector. Starters zijn steeds minder geneigd om een woning te kopen, en zijn eerder geneigd om te kiezen voor huur. Voor vrijstaande woningen geldt dat het belangrijk is dat de koper vanaf de start betrokken is bij het project, dat er creatief wordt gedacht bij het bouwproces en dat het om kleine aantallen gaat. Het probleem is namelijk dat de stap van een rijwoning, naar een 2-1-kap naar een vrijstaande woning te groot is om te nemen. Er lijkt dan ook (beperkte) vraag te zijn naar huurwoningen tussen de 665 en 800. Voor de verschillende woningsegmenten gelden momenteel de volgende prijsplafonds: Koopappartementen tot circa 200.000. Rijwoningen tot circa 200.000. 2-1 kapwoningen tot circa 300.000. Vrijstaand tot circa 450.000. - 66 -

- 67 -

13. Gemeente Wageningen 13.1. Ontwikkeling woningvoorraad en demografische ontwikkeling Samenstelling woningvoorraad 2012 Tabel 13.1: Gemeente Wageningen. Woningvoorraad naar eigendom Aantal % Koop 7.447 55% Sociale huur 5.255 39% Particuliere huur 791 6% Totaal 13.493 100% Bron: Vastgoedmonitor 2012. Ontwikkeling woningvoorraad, bevolking en huishoudens 2002-2011 Figuur 13.1: Gemeente Wageningen. Groei woningvoorraad, huishoudens en bevolking 2002-2011 (saldo) 1.200 800 400 0-400 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011-800 -1.200 Bron: CBS 2012. Groei woningvoorraad Groei huishoudens Groei bevolking - 68 -

Aantal transacties Gem. transactieprijs ( ) Verkoopcijfers 2002-2011 Figuur 13.2: Gemeente Wageningen. Ontwikkeling aantal transacties en gemiddelde transactieprijs 2002-2011 500 450 400 350 300 250 200 150 100 50 0 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 280.000 260.000 240.000 220.000 200.000 180.000 160.000 140.000 120.000 100.000 Aantal transacties Gemiddelde transactieprijs Bron: Kadaster 2012. Migratieontwikkeling 2002-2011 Tabel 13.2: Gemeente Wageningen. Migratie naar richting 2002-2010 Wageningen Vestiging Vertrek Saldo 2002-2010 Barneveld 131 91 40 Ede 2.802 2.614 188 Nijkerk 40 34 6 Scherpenzeel 20 22-2 Renkum 1.558 1.093 465 Overig provincie Gelderland 3.984 3.996-12 Totaal provincie Gelderland 8.535 7.850 685 Renswoude 17 5 12 Rhenen 614 443 171 Veenendaal 466 307 159 Overig provincie Utrecht 1.613 2.436-823 Totaal provincie Utrecht 2.710 3.191-481 Overig Nederland 9.555 8.212 1.343 Totaal Nederland 20.800 19.253 1.547 Bron: CBS 2012. - 69 -

Figuur 13.3: Gemeente Wageningen. Migratie naar leeftijd 2002-2011 800 600 400 200 0-200 -400-600 -800 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 0-15 jaar 15-25 25-50 50-65 65+ Bron: CBS 2012. Bevolkings- en huishoudensprognose 2012-2030 Tabel 13.3: Gemeente Wageningen. Bevolkings- en huishoudensprognose 2012-2030 Bevolkingsprognose 2012 2015 2020 2022 2030 Provincie 37.760 38.570 40.090 40.780 43.780 Provincie (mig = 0) 37.760 37.690 37.690 37.720 37.220 huishoudensprognose 2012 2015 2020 2025 2030 Provincie 21.550 22.090 23.010 23.410 24.800 Provincie (mig = 0) 21.550 21.590 21.640 21.650 21.370 Bron: Provincie Gelderland 2012, bewerking Companen. Vergelijking prognose met resultaten verleden Tabel 13.4: Gemeente Wageningen. Verwachte huishoudensgroei versus nieuwbouwproductie verleden Huishoudensgroei 2012-2015 p.j. Huishoudensgroei 2012-2015 mig =0 p.j. Gemiddelde nieuwbouwproductie 2006-2011 Gemiddelde productie koop 2006-2011 Marktopnamecapaciteit 2012-2015 540 (180 p.j.) 40 (15 p.j.) 170 p.j. 130 p.j. 100 à 110 p.j. Toelichting: De verwachte marktopnamecapaciteit is geraamd op 100 à 110 woningen per jaar in de periode tot en met 2014. Hierbij is rekening gehouden met een vraaguitval van 40% op korte termijn ten opzichte van de bouwprestaties in het verleden. Dit ligt ongeveer in lijn met de geprognosticeerde huishoudensontwikkeling. - 70 -

Type Eigendom 13.2. Planaanbod en marktopnamecapaciteit Planaanbod 2012-2022 Tabel 13.5: Gemeente Wageningen. Planaanbod 2012-2014-2020 naar type 2012-2015 2015-2020 2012-2020 Eengezins 529 853 1.382 Appartement 171 147 318 GGB 0-treden 0 0 0 Onbekend 20 200 220 Totaal 720 1.200 1.920 Tabel 13.6: Gemeente Wageningen. Planaanbod 2012-2014-2020 naar eigendom en prijsklasse 2012-2015 2015-2020 2012-2020 Huur 220 213 433 Koop 480 759 1.239 Onbekend 20 228 248 Totaal 720 1.200 1.920 < 562 0 0 0 562 665 147 145 292 > 665 73 68 141 < 170.000 93 134 227 170.000 250.000 158 207 365 > 250.000 229 418 647 Marktopnamecapaciteit korte termijn 2012-2015 Figuur 13.4: Gemeente Wageningen. Marktopnamecapaciteit en plancapaciteit naar eigendomsverhouding en type Huur Koop Onbekend Eengezins Meergezins GGB 0-treden Onbekend 0 100 200 300 400 500 600 Risico marktopnamecapaciteit Marktopnamecapaciteit ondergrens Marktopnamecapaciteit bovengrens Plancapaciteit - 71 -

Koop Huur Figuur 13.5: Gemeente Wageningen. Marktopnamecapaciteit en plancapaciteit naar prijsklasse < 560 560-660 > 660 < 170.000 170-250.000 > 250.000 0 50 100 150 200 250 Risico marktopnamecapaciteit Marktopnamecapaciteit ondergrens Marktopnamecapaciteit bovengrens Plancapaciteit Voorlopige conclusies De geschatte marktopnamecapaciteit voor Wageningen ligt tussen de 100 en 110 woningen per jaar in de periode 2012 tot en met 2014. In de huidige plancapaciteit overstijgt het aanbod koopwoningen de korte termijnvraag, waardoor er risico s voor de afzetbaarheid van deze woningen zijn. Ook overstijgt de plancapaciteit meergezinswoningen de korte termijnvraag, al is dit minder groot. In de huidige planvoorraad ligt het accent met name op de bouw van woningen in het duurdere woningsegment. Op korte termijn vormt de afzetbaarheid van deze woningen een risico. Marktkennerspanel Wageningen De gemeente Wageningen neemt een bijzonder positie in de regio in. Er is veel instroom van studenten en de werkgelegenheid in Wageningen trekt relatief veel hoog opgeleide mensen aan. Op de langere termijn lijkt er hierdoor in vergelijking tot andere gemeenten een iets sterkere vraag te zijn naar woningen in het duurdere prijssegment. De huidige crisis zorgt echter op korte termijn dat deze vraag is weggevallen. In de afgelopen jaren zijn er zeer veel appartementen gerealiseerd in Wageningen. Op korte termijn is het zeer risicovol om koopappartementen op de markt te zetten. Er lijkt wel behoefte te zijn aan grondgebonden nultredenwoningen. Er lijkt vraag te zijn naar huurwoningen in het vrije marktsegmenten boven de 665 per maand. Deze woningen zijn met name aantrekkelijk voor (nieuwe) werknemers in de gemeente, die hoger opgeleid zijn en zich nog niet willen binden aan een koopwoning. Voor de verschillende woningsegmenten gelden momenteel de volgende prijsplafonds: De verkoop van appartementen verloopt zeer moeizaam, hier is dan ook geen prijsplafond voor te geven. Rijwoningen tot circa 250.000. 2-1 kapwoningen tot circa 400.000. Vrijstaand tot circa 500.000. - 72 -

Bijlage 1: Migratiestromen - 1 -

Gemeente Nijkerk 5-6% 7-9% 10-14% 15-19% >19% aandeel van vestiging of vertrek Vertrek / vestiging vanuit overige Gelderse gemeenten (excl. Food-Valley, Arnhem, Apeldoorn, Buren, Neder-Betuwe, Nijmegen, Putten en Renkum) Vertrek / vestiging overige Utrechtse gemeenten (excl. Food-Valley, Amersfoort, Leusden, gemeente Utrecht en Woudenberg) 1.189 1.140-1 -

Gemeente Barneveld 5-6% 7-9% 10-14% 15-19% >19% aandeel van vestiging of vertrek Vertrek / vestiging vanuit overige Gelderse gemeenten (excl. Food-Valley, Arnhem, Apeldoorn, Buren, Neder-Betuwe, Nijmegen, Putten en Renkum) Vertrek / vestiging overige Utrechtse gemeenten (excl. Food-Valley, Amersfoort, Leusden, gemeente Utrecht en Woudenberg) 1.643 1.630-2 -

Gemeente Scherpenzeel Regiototaal 5-6% 7-9% 10-14% 15-19% >19% aandeel van vestiging of vertrek Vertrek / vestiging vanuit overige Gelderse gemeenten (excl. Food-Valley, Arnhem, Apeldoorn, Buren, Neder-Betuwe, Nijmegen, Putten en Renkum) 5-6% Vertrek 7-9% / vestiging 10-14% overige 15-19% Utrechtse gemeenten >19% (excl. Food-Valley, aandeel van Amersfoort, vestiging of Leusden, vertrek gemeente Utrecht en Woudenberg) Vertrek / vestiging vanuit overige Gelderse gemeenten (excl. Food-Valley, Arnhem, Apeldoorn, Buren, Neder-Betuwe, Nijmegen, Putten en Renkum) Vertrek / vestiging overige Utrechtse gemeenten (excl. Food-Valley, Amersfoort, Leusen en gemeente Utrecht) 297 341 297 341-3 -

Gemeente Renswoude 5-6% 7-9% 10-14% 15-19% >19% aandeel van vestiging of vertrek Vertrek / vestiging vanuit overige Gelderse gemeenten (excl. Food-Valley, Arnhem, Apeldoorn, Buren, Neder-Betuwe, Nijmegen, Putten en Renkum) Vertrek / vestiging overige Utrechtse gemeenten (excl. Food-Valley, Amersfoort, Leusden, gemeente Utrecht en Woudenberg) 209 187-4 -

Gemeente Veenendaal 5-6% 7-9% 10-14% 15-19% >19% aandeel van vestiging of vertrek Vertrek / vestiging vanuit overige Gelderse gemeenten (excl. Food-Valley, Arnhem, Apeldoorn, Buren, Neder-Betuwe, Nijmegen, Putten en Renkum) Vertrek / vestiging overige Utrechtse gemeenten (excl. Food-Valley, Amersfoort, Leusden, gemeente Utrecht en Woudenberg) Stad Utrecht 1.711 1.902-5 -

Gemeente Ede 5-6% 7-9% 10-14% 15-19% >19% aandeel van vestiging of vertrek Vertrek / vestiging vanuit overige Gelderse gemeenten (excl. Food-Valley, Arnhem, Apeldoorn, Buren, Neder-Betuwe, Nijmegen, Putten en Renkum) Vertrek / vestiging overige Utrechtse gemeenten (excl. Food-Valley, Amersfoort, Leusden, gemeente Utrecht en Woudenberg) 3.503 3.520 Arnhem - 6 -

Gemeente Wageningen 5-6% 7-9% 10-14% 15-19% >19% aandeel van vestiging of vertrek Vertrek / vestiging vanuit overige Gelderse gemeenten (excl. Food-Valley, Arnhem, Apeldoorn, Buren, Neder-Betuwe, Nijmegen, Putten en Renkum) Vertrek / vestiging overige Utrechtse gemeenten (excl. Food-Valley, Amersfoort, Leusden, gemeente Utrecht en Woudenberg) Stad Utrecht 2.269 2.144-7 -

Gemeente Rhenen 5-6% 7-9% 10-14% 15-19% >19% aandeel van vestiging of vertrek Vertrek / vestiging vanuit overige Gelderse gemeenten (excl. Food-Valley, Arnhem, Apeldoorn, Buren, Neder-Betuwe, Nijmegen, Putten en Renkum) Vertrek / vestiging overige Utrechtse gemeenten (excl. Food-Valley, Amersfoort, Leusden, gemeente Utrecht en Woudenberg) 785 772-8 -

Regiototaal 5-6% 7-9% 10-14% 15-19% >19% aandeel van vestiging of vertrek Vertrek / vestiging vanuit overige Gelderse gemeenten (excl. Food-Valley, Arnhem, Apeldoorn, Buren, Neder-Betuwe, Nijmegen, Putten en Renkum) Vertrek / vestiging overige Utrechtse gemeenten (excl. Food-Valley, Amersfoort, Leusden, gemeente Utrecht en Woudenberg) 1.189 1.140 1.643 1.630 297 341 209 187 3.503 3.520 Stad Utrecht 1.711 1.902 Arnhem 785 772 Stad Utrecht 2.269 2.144-9 -

- 10 -

Bijlage 2: Woningbouwlocaties 2012-2015 Inventarisatie nieuwbouwplannen van 50 woningen of meer in de periode 2012-2015 - 11 -

- 12 -

Bijlage 3: Woningbouw tegen de stroom in? Vooral korte termijn afzetbaarheid, maar vergeten we de lange termijn niet? Woningmarktregisseurs in een Spagaat De woningmarkt zit op slot. De verkoop stagneert. Hoe lang dat duurt is zeer onzeker. Woningbouwplannen komen hierdoor moeilijk van de grond. De bouwsector is fors aan het inkrimpen, de dynamiek is uit de gemeenten. Hoe kun je in deze onduidelijke markt toch plannen tot ontwikkeling brengen, dan ook nog de juiste plannen en misschien zelfs versnellen? Wat is momenteel belangrijker: alleen die woningen bouwen waar vandaag vraag naar is of een transformatie van de woningvoorraad met het oog op de toekomst? Kortom: Hoe vinden we balans tussen korte en lange termijn? Tegenstrijdige beelden Bij veel planontwikkelingen staan marktbeelden tegenover elkaar, omdat verschillende partijen plannen vanuit eigen inzichten en belangen taxeren. Beleidsmakers kijken vaak enkel naar lange-termijnvisies voor hun gebied. Ontwikkelende partijen leggen, zeker onder druk van de huidige stagnatie, de focus bij de afzetbaarheid. En om ontwikkelingen nu toch mogelijk te maken, lijkt het ook logisch om je vooral te richten op die afzetbaarheid. In de praktijk zien we dat dit betekent: weinig kwaliteit tegen een lage prijs, en relatief veel huurwoningen. Maar voorzien die ook in de lange-termijnbehoefte? Resultaat van de huidige impasse is dat de bouwproductie stil ligt. Uiteindelijk is het natuurlijk het mooist als lange en korte termijn samenkomen; ook in deze tijd. En dat blijkt in de praktijk moeizaam te verlopen. Partijen blijven vasthouden aan hun eigen visies en realiteit, en stappen maar moeilijk over de eigen schaduw heen om ook de belangen van de ander te zien. Het gesprek tussen gemeente en ontwikkelaars speelt zich af in de ROprocedure, maar onvoldoende in een gezamenlijke taxatie van de markt. En juist daar is winst te halen. Deze oplossing lijkt simpel, maar vraagt om het bij elkaar brengen van twee werelden. Dat vraagt een mix van kennis (over de korte en lange termijn) en procesvaardigheden. Korte termijn afzetbaarheid Het bouwen van op korte termijn afzetbare woningen is de enige mogelijkheid om de bouwproductie op peil te houden en woningen aan de voorraad toe te voegen. Bouw wat afzetbaar is; in koop- en huursector of iets daar tussenin! Alleen als alles klopt aan de woning en de omgeving wordt er nog verkocht. Waar je dan op moet letten, werken we in het vervolg verder uit. De angst van beleidsmakers dat je met deze productie de woningmarkt daarmee verpest, is ongegrond. In één of twee jaar kunnen we de woningmarkt in de meeste gemeenten / regio s niet verpesten. Het aantal toevoegingen is daarvoor procentueel te beperkt. Wel moeten we natuurlijk waken dat we geen nieuwe herstructureringswijken of complexen gaan bouwen. De kans daarop is kleiner dan bij de wijken die we in de naoorlogse periode bouwden. Toen was er, in verhouding tot nu, sprake van massaproductie geconcentreerd in één wijk. Nu is de bouw veel meer gespreid over uitleg- en (kleinere) binnenstedelijke locaties. Lange termijnvisie Maar nu de woningmarktcrisis langer duurt, wordt de lange termijn visie belangrijker bij het programmeren. Vooral in regio s waar nog maar beperkte productie mogelijk is door krimp of ruimtelijke beperkingen. Past de op korte termijn afzetbare voorraad wel bij de lange termijn transformatieopgave? Vaak vraagt een lange termijn perspectief om aanvullingen op de voorraad die momenteel moeilijker verkopen (of verhuren). Dat kan bijvoorbeeld (via het demografisch perspectief) gaan om woningen die geschikt zijn voor senioren. Of, vanuit een transformatieambitie, om woningen in een ander (vaak duurder) segment te bouwen. Evenwicht en lokaal maatwerk De logische oplossing ligt in een evenwicht tussen korte termijn afzetbaarheid en lange termijnambities. Die wordt dus niet zomaar gevonden, omdat men onvoldoende in staat blijkt - 13 -

om buiten de eigen kaders te denken, en beide belangen aan elkaar te verbinden. Om hierin evenwicht te vinden hebben wij een analysemethode ontwikkeld, die korte- en lange termijn wel aan elkaar verbinden. Door plannen te toetsen binnen dit analysemethode schema krijgen we snel inzicht in de waarde van een plan. Dit helpt woningmarktregisseurs bij het toetsen van plannen en sturing op de woningmarkt. Voor ontwikkelende partijen geeft dit helderheid over de afzetbaarheid en de vormgeving van plannen. De geplande projecten voor de komende jaren krijgen met behulp van de lange- en korte termijn score een plek in de matrix. De parameters die de score op beide assen bepalen zijn sterk lokaal afhankelijk. De korte termijn as is relatief eenvoudig. De lokale/regionale makelaars hebben een uitstekend zicht op welke woningtypen, in welke prijsklassen, afzetbaar zijn in de koop. De woningcorporaties weten heel goed naar welke huurwoningen momenteel veel vraag is. Ieder project, ook die met meerdere type woningen, kan een score krijgen voor de korte termijn afzetbaarheid. Het blijkt dat de crisis zorgt voor een grote mate van overeenkomst tussen de begrippen: kwaliteit en afzetbaarheid. Anders gezegd: alleen die woningen en projecten waarbij alles klopt blijken afzetbaar. En alles klopt betekent dan onder andere goede buitenruimten, goede plattegronden, goede locatie, juiste prijs-/kwaliteitverhouding etc. Maar het betekent natuurlijk ook: woningen (in de aantallen) waar onder de huidige omstandigheden toch nog vraag naar is. De lange termijn as is complexer. Welke parameters laat je meewegen? Zijn dit de volkshuisvestelijke transformatieopgaven vanuit de demografische (ontgroening en vergrijzing) ontwikkelingen? Zijn dit de ambities van de gemeente of regio om andere bevolkingsgroepen (bijvoorbeeld starters of huishoudens met hogere inkomens) te behouden of aan te trekken? Zijn dit kwaliteitsambities op het gebied van woonmileu s en duurzaamheid? Of zijn het de ruimtelijke criteria (zoals inbreiding of uitbreiding) en wellicht zelfs de grondposities van de gemeente? Deze parameters zijn net als de korte termijn parameters sterk lokaal afhankelijk. Het aantal criteria moet beperkt blijven om het overzichtelijk te houden. De criteria zijn bij voorkeur gestoeld op vastgesteld beleid door de gemeenteraad of regiogemeenten. Welke keuzes hierin ook worden gemaakt, transparantie naar de ontwikkelende partijen is hierbij belangrijk. Samenwerkingsproces De hiervoor getoonde analysemethode is geen wiskundig model. Er komt het nodige bij kijken om te beoordelen of een project kansrijk is. Dit vraagt een uitgekiend proces, waarbij partijen geholpen worden in het belang van de ander te denken. Uit onze ervaringen is gebleken dat bij een dergelijke beoordelingsproces een aantal zaken belangrijk is: a. Primair is het belangrijk dat partijen samen plannen gaan beoordelen: marktpartijen, corporaties, makelaars en gemeente(n). Gebleken is dat dit zorgt voor een breed draagvlak. En tevens heb je de kennis van al deze partijen nodig om in de lokale of regionale situatie de plannen te beoordelen. - 14 -