Besluitenlijst van de openbare vergadering van de raadscommissie Algemene Bestuurlijke en financiële Zaken d.d. 6 januari 2014 (aanvang: 20.00 uur).



Vergelijkbare documenten
BESLUITENLIJST VAN DE OPENBARE VERGADERING VAN DE RAADSCOMMISSIE ABZ d.d. 29 februari 2016 (reguliere aanvang: uur).

Besluitenlijst Commissie Regionale aangelegenheden, Economie en Financiën

Besluitenlijst Commissie Regionale aangelegenheden, Economie en Financiën

GRz TWK/MX. GR3 06.o5.2oio 0029 x Papendrecht. Postbus AP DORDRECHT. Regiogriffie. Geachte heer, mevrouw,

Notitie. Inzet Sliedrecht voor toekomst Drechtstedensamenwerking v

BESLUITENLIJST. Voorronde Open Huis. Datum: 10 september 2015 Onderwerp: Discussienota herziening subsidiebeleid

Besluitenlijst Commissie ABZ van 03 februari 2014

Afwezig met kennisgeving: De heer M.C. Hoogland (wordt vervangen door de heer C. de Kraker); De heer F. Welschen van het Willem de Zwijger college.

Verslag van de bijeenkomst van het PMV op 22 mei 2008 vanaf uur tot uur.

Nieuwe raad met een open blik! Anders vergaderen, anders omgaan met elkaar en met onze inwoners

Vergadering van De commissie Onderzoek van de Rekening. 15 april 2009 COR Status verslag Concept. de heer Romijn

Behandelend ambtenaar: J. van der Meer, (t.a.v. J. van der Meer)

Netwerkdemocratie Drechtsteden

10 tips over besluitvorming

Adviezen commissie Algemene Bestuurlijke Zaken d.d. 30 augustus 2004 van uur tot uur.

Besluitenlijst Commissie ABZ van 23 juni 2014

Vergadering van Commissie Onderzoek van de Rekening (COR) 14 februari Status verslag Concept

Besluitenlijst Commissie ABZ van 02 juni 2014

VERGADEREN VOOR DUMMIES

Besluitenlijst van de openbare vergadering van de raadscommissie Algemene Bestuurlijke Zaken d.d. 20 april 2009 (aanvang: uur).

Plan van aanpak Evaluatie Drechtstedendinsdag

VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD

BESLUITENLIJST VAN DE OPENBARE VERGADERING VAN DE RAADSCOMMISSIE ALGEMENE BESTUURLIJKE EN FINANCIELE ZAKEN d.d. 3 februari 2014 (aanvang: uur).

2: vergaderen VASTE VOORZITTER EN NOTULIST

Initiatiefvoorstel Beter debatteren in commissie en raad

Reglement van orde voor de raad, verordening op de raadscommissies en huishoudelijk reglement van het presidium

Voorzitter Secretaris Lid Lid Lid Lid Wethouder Accountant Financiën Hoofd Financiën Rekenkamercommissie

18 DECEMBER 2008: Besluit project Atalanta ( project dierenpark / centrum / theater)

Aanpassingen vergaderstructuur. Voorstel. Inleiding. Toelichting vergaderstructuur

Besluitenlijst van de commissievergadering Ruimtelijke Zaken van 8 december 2011

Bijlage. Vooraf: algemeen uitgangspunt

Ervaringen met functioneringsgesprekken

Strategische agenda Drechtsteden en de programmering

Openbaar ja. * Indien openbaar vertrouwelijke feiten opnemen in afzonderlijke bijlage.

Besluit vast te stellen de:

Notulen van de openbare commissievergadering ABM

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, Nummer voorstel: 2014/67

Checklist Gesprek voeren 2F - handleiding

Persoonlijk Actieplan voor Ontwikkeling

Uitnodiging. 1) Opening. 2) Mededelingen Mw. Gooijer heeft gemeld afwezig te zijn en haar reactie vooraf door te geven.

BESLUITENLIJST VAN DE OPENBARE VERGADERING VAN DE RAADSCOMMISSIE SAMENLEVING d.d. 23 april 2015.

Informatieprotocol. Gemeenschappelijke regelingen gemeente Heumen

Voordracht voor de raadsvergadering van 7 en 8 november 2012

BESLUITENLIJST VAN DE OPENBARE VERGADERING VAN DE RAADSCOMMISSIE SAMENLEVING d.d. 28 september 2017 (aanvang: uur).

Gemeente Langedijk. Voorstel aan de raad

Training. Vergaderen

Concept-verslag Carrousel Bestuur d.d. 14 mei 2013

Ridderkerk dragen we samen!

Verslag ouderavond FIT(s) OP DE KRING

2. De beslispunten binnen het regionale en lokale beleidskader over te nemen, met uitzondering van de regionale beslispunten 1, 5 en 9.

Aan de orde is het VAO Persoonsgebondenbudget (AO d.d. 21/11).

- C O N C E P T - M.M. van der Wyck-Helmer (VVD)

Dienst Stadsontwikkeling In DT Nee. Ambtenaar Bas Kranenborg In college

Een integrale geluidsopname van deze vergadering van de raadscommissie is te beluisteren op

WERKBOEK AANBIEDERS RONDE 1 WERKBOEK AANBIEDERS RONDE 1

Raad V versie 3 december Verordening functioneringsgesprekken burgemeester

Communiceren met de achterban

Hoofdstuk 2. Contact maken, inlichtingen verstrekken en onderhandelen

Lesbrief 14. Naar personeelszaken.

Notitie functioneringsgesprekken

BESLUITENLIJST VAN DE OPENBARE VERGADERING VAN DE RAADSCOMMISSIE RUIMTE d.d. 10 juni (aanvang: uur).

Rapport Rekenkamercommissie BBLM Recreatief handhaven? Commissie Bestuur. Commissie Ruimte. Commissie Sociaal. Informerende Commissie.

Portefeuillehouder: M.A.P. Michels Behandelend ambtenaar J. van der Meer, (t.a.v. J. van der Meer)

Stijn Smeulders / september 2017

De colleges, burgemeesters en raden van Alblasserdam, Hendrik Ido Ambacht, Papendrecht, Sliedrecht en Zwijndrecht

Verordening Auditcommissie Wetterskip Fryslân

FVO. Doorkiesnummer : (0495) Agendapunt: 20 ONDERWERP. Instemmen met de vergaderstructuur en het vergaderschema september-december 2014.

Besluitenlijst van de openbare vergadering van de raad van de gemeente Winsum op 11 mei 2010 om uur in de raadzaal

B&W-Aanbiedingsformulier

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Wijk bij Duurstede (Utrecht)

Verslag vergadering rekenkamercommissie d.d. 11 januari Aanwezig:

Besluitenlijst Commissie ABZ van 24 november 2014

Raadscommissievoorstel

Advies voor burgemeester en wethouders. Tel.:

Vijf uitdagingen en aanbevelingen voor de commissievergaderingen Gemeente Dordrecht

Aanbevelingen Rekenkamer Breda in relatie tot nota Verbonden Partijen

EVALUATIE FUNCTIONEREN COMMISSIE SAMENLEVING 14 formulieren retour AGENDA. 1. Zijn de agenda's en stukken tijdig ontvangen?

VERGADERVERSLAG (kort)

Akkoord afdelingshoofd/manager. Akkoord hoofd organisatieonderdeel. Akkoord teamleider/manager

Behoort bij V.R. 2010/110 Gewijzigd exemplaar * is aangevuld

Raadsvoorstel Registratienummer: Portefeuillehouder: J. Boskeljon

Onderwerp: Instelling werkgeverscommissie griffie ex artikel 83 Gemeentewet

Onderwerp Kredietaanvraag ten behoeve van het traject bestuurlijke bedrijfsvoering gemeente Noordenveld

Notitie raadsvragen in soorten en maten

KINDEREN LEKKER IN HUN VEL

Handleiding Vergadertechnieken

BESLUITENLIJST VERGADERING VHL-BERAAD

Begrijpen Verbinden Meedoen communicatieplan transities sociaal domein Rivierenland

VERSLAG VERGADERING AUDITCOMMISSIE DD. 2 OKTOBER 2017

Besluitenlijst van de openbare vergadering van de raad van de gemeente Winsum op 25 september 2012 in de raadzaal

Zaaknr.: Par. coördinator: Par. afdelingshfd: Par. PH : Documentnr.: Van afdeling: PenO. Opgesteld door: A. Franken. Datum: 23 december 2015

Advies: Bijgaande Raadsinformatiebrief betreffende een aantal items op de Lange Termijn Agenda (LTA)vaststellen en verzenden aan de raad

Communicatie op de werkvloer

HET WAALWIJKS VERGADERMODEL

Raadsvoorstel (gewijzigd) 26 september 2013 AB RV

Ideeën presenteren aan sceptische mensen. Inleiding. Enkele begrippen vooraf

Wat is PDD-nos? VOORBEELDPAGINA S. Wat heb je dan? PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen.

Notitie namens Westland Verstandig door Peter Duijsens inzake alternatief voorstel op het eerder besproken concept spreektijdregeling

VOORSTEL DRECHTRAAD 3 DECEMBER 2013

Praat met de Gemeenteraad Zakboekje voor inwoners en instellingen

Transcriptie:

Besluitenlijst van de openbare vergadering van de raadscommissie Algemene Bestuurlijke en financiële Zaken d.d. 6 januari 2014 (aanvang: 20.00 uur). Een integrale geluidsopname van deze vergadering van de raadscommissie is te beluisteren op www.papendrecht.nl 0. Aanwezig: Dhr. A. van der Stelt (voorzitter). De heer A. Stremler (PAB), de heer R.A. Groene (PAB), de heer M. van der Valk (VVD), de heer E.B.A. Lichtenberg (CDA), de heer H.F. Spek (CDA), mevrouw M. den Hartog - de Jong (PvdA), de heer A. Rietveld (ChristenUnie), de heer C. de Ruijter (ChristenUnie), de heer R.V. van Engelen (GroenLinks), mevrouw J. Vos (GroenLinks) en de heer R. Lammers (Lijst Lammers). De heer C.J.M. de Bruin, burgemeester De heer H.A. Nieuwstraten, portefeuillehouder De heer C. Koppenol, portefeuillehouder De heer Blase, regionaal portefeuillehouder, inzake agendapunt 09 (vanaf 21.40 uur). De heer A.P.M.A.F. Bergmans, griffier. Afwezig: Mevrouw C.A. Verver - van Geesbergen (VVD), de heer L. van Halm (PvdA), mevrouw T.C. van Es (D66), de heer M.C. Hoogland (SGP) en de heer C. de Kraker (SGP). 01. Opening. De heer Van der Stelt opent de vergadering, roept de namen af van diegenen die zich hebben afgemeld, heet alle aanwezigen van harte welkom en wenst eenieder een voorspoedig 2014 toe. 02. Vaststelling van de agenda. De verzonden conceptagenda wordt aangehouden. 03. Ter inzage gelegde stukken en mededelingen. Er zijn geen bijzonderheden en de commissie heeft geen opmerkingen ten aanzien van de ter inzage gelegde stukken. 04. Vaststelling van de besluitenlijst van de vergadering van 25 november 2013. Met betrekking tot punt 8 op pagina twee inzake de drank -en horecaverordening, merkt de heer Stremler op dat men zich goed moet beseffen dat Papendrecht er (gezien de besluitvorming in de raad van 12 december 2013) geen heeft. Voor het overige zijn er geen opmerkingen en de besluitenlijst geldt als vastgesteld. - 05. Spreekrecht. Niemand heeft zich opgegeven voor het spreekrecht. 06. Essay Een waard met een eigen aard. Ph CK Dit agendapunt is opgevoerd op verzoek van de heer Lammers van de fractie Lijst Lammers. Er wordt over diverse punten van 1

gedachten gewisseld. Een ieder is van mening dat de heer Van de Graaf een interessant stuk geschreven heeft. Men vindt dat er reeds sprake is van een goede samenwerking en onderling overleg tussen Papendrecht, de Drechtsteden en de andere gemeenten binnen de Alblasserwaard. Men ziet de meerwaarde van nog meer overleg voeren niet. Papendrecht moet zelfstandig blijven opereren, maar bepaalde zaken zul je samen moeten doen. Wethouder Koppenol is positief over de bestaande onderlinge samenwerking. Hij bestrijdt dat er niet veel gebeurd is, er zijn juist veel formele zaken tot stand gebracht. Hij geeft aan dat de heer Van de Graaf schrijft vanuit een cultuur historische achtergrond en dat het stuk ook als dusdanig gelezen moet worden. Na de afsluitende reactie van de portefeuillehouder concludeert de voorzitter dat de boodschap duidelijk is en sluit de discussie. Er zijn verder geen bijzonderheden en er worden geen afspraken gemaakt. 07. Eén Drechtstad NEE. Ph HN/RK Dit agendapunt is opgevoerd op verzoek van de heer Lammers van de fractie Lijst Lammers. Er wordt uitgebreid gediscussieerd en van gedachten gewisseld. Men vindt het over het algemeen, afgezien van het feit of men het al dan niet eens is met zijn standpunt, jammer dat de heer Lammers de discussie op deze wijze zoekt. Deze discussie had hij afgelopen jaar in de commissie en binnen de Drechtsteden kunnen en moeten voeren. Als volksvertegenwoordiger heeft hij de plicht dit te doen, ook al is hij het met de discussies en structuren niet eens. Ook is men niet gecharmeerd van het feit dat hij niet aanwezig wil zijn op vergaderingen. Hoe kan iemand op de hoogte blijven en zijn standpunten verwoorden, wanneer deze niet aanwezig is? Men spreekt zich uit voor een creatief, zelfstandig Papenrecht, dat van deze tijd is en de samenwerkingsverbanden zodanig goed construeert, zodat men elkaar verstrekt. De heer Lammers betreurt het dat geen enkele fractie een gemotiveerde reactie geeft. 08. Terugblik op de Drechtstedendinsdag van 03 december 2013. - De heer Lichtenberg is blij dat de Drechtraad heeft besloten de Drechtstedendinsdag gematigd te rouleren -zoals men dat nu pleegt te doen- over alle deelnemende gemeenten. 09. Voorbereiding op de Drechtstedendinsdag van 14 januari 2014. (Opm. griffier: de voorzitter heeft onder verwijzing naar de importantie van de aanhangige materie, verzocht om dit punt integraal uit te werken). - De heer Lammers geeft aan dat hij volgende week dinsdag niet aanwezig zal zijn, omdat PKC een huldiging/ontmoeting heeft met officials. Dit is niet omdat hij niet wil. De heer Lichtenberg: voorzitter, ik zou zo benieuwd zijn naar zijn inhoudelijke inbreng. De heer Lammers: dit is de inbreng, u weet dat ik een éénmans fractie ben, ik kan mij moeilijk opsplitsen. De voorzitter: we hebben een uitgebreide agenda voor 14 januari, de Carrousels en ook de formele raad. Bij de uitnodiging hebt u gezien dat de Drechtsteden bestuurder de heer Blase, net als in andere gemeenten, bereid is een toelichting te geven op een niet onbelangrijk onderdeel van de voortgang van projecten en samenwerking. Hij zal rond half 10 hier zijn, we zullen dan een informeel deel hebben, waarin hij ingaat op de notitie die voorligt 2

op hoofdlijnen, wat verder van ons als raad verwacht wordt en dat hij het vervolgproces aangeeft. Dan is er voor de commissie de gelegenheid om vragen te stellen aan de heer Blase. Ik stel voor om dan het formele deel af te sluiten en dit te laten volgen door het opiniërende deel en de discussie tussen de commissieleden en het college te voeren. Dan hebben we daar een scheiding aangebracht, waarbij u gewoon in positie blijft. Tot dat moment stel ik voor om alle onderdelen die te maken hebben met de agenda van 14 januari af te wikkelen. Is dat akkoord? De heer Lichtenberg: de heer Blase komt om half 10 en dan gaan we de oplegnotitie bespreken die gaat over de programmering. Betekent dat dan dat daarmee de lokale bespreking en de inhoudelijke programmering ook plaatsvindt of doen we dat op een ander moment, waarbij we dat nog beter onderling voorbereiden? Of is daarmee geacht de lokale discussie ook gevoerd te zijn? De voorzitter: het is geen advisering die vooruit loopt op besluitvorming in de raad, u bent opiniërend. U bent vrij aan te geven wat u wilt. Ik heb het idee, dat mede gelet op de brief die het college heeft geschreven, waarbij ze ook reageren op dat stuk, dat het mogelijk is - in het kader van de voorbereiding van die discussie - een mening te formuleren, zonder dat u daaraan gehouden bent, omdat dat besluittraject nog komt. Ik denk dat het een goede gelegenheid is, zonder dat er een formele status aan het advies gegeven hoeft te worden. Het was denk ik ook wel de bedoeling van de brief van het college om zo te werken. Als u het anders wilt doen, wil ik dat graag van u horen. De heer Lichtenberg: ik heb geen brief van het college gezien, maar dat kan ook aan mij liggen. Kunt u daar mee helpen? De voorzitter: de brief van 23 december, de uitwerking van de programmering. De heer Lichtenberg: die brief heb ik niet gelezen. De voorzitter: ik zal er even dat uithalen wat het college heeft geschreven en wat wel van belang is voor u. Het college geeft u als suggestie mee, ter voorbereiding op de Carrousel Bestuur van 14 januari 2014, de procesnotitie opiniërend te bespreken in de commissie ABZ van 6 januari 2014. De coördinerende portefeuillehouder de heer Blase kan daarbij aanwezig zijn, om nadere toelichting te geven op de procesnotitie, de daarin opgenomen exercitie en het voorziene proces van behandelingen in de huidige en volgende raadsperioden. Uiteraard is er ook gelegenheid tot het stellen van vragen. Naar verwachting zal het overdrachtsdocument worden vastgesteld in de Drechtraad van 11 februari 2014. Indien gewenst kunt u besluiten dit in uw vergadering van 27 februari te bekrachtigen. Dat is de achterliggende gedachte. Dan allereerste de agenda van de Drechtstedendinsdag 14 januari 2014. Van 17.00 tot 18.00 uur een toelichting op hoogwaardig openbaar vervoer in de Drechtsteden, de HOVD. Om 19.00 uur het fractieoverleg en om 19.30 uur begint de Carrousel Integraal, de Carrousel waar dit punt, uitwerking programmering procesnotitie voor debat regionaal en lokaal aan de orde zal komen. Dus dat parkeren we even. De voorzitter van de Carrousel is de heer Van Engelen. Dan komen we bij de Carrousel Bestuur en Middelen, de wijziging van de gemeenschappelijke regeling Drechtsteden: opiniërend. 3

Vervolgens instellen en werkwijze adhoc commissies: opiniërend. De wijziging van het reglement van orde van de Drechtraad: opiniërend. Het overdrachtsdossier komt straks ook aan de orde. Ondersteuning Drechtraad toekomst regio griffie. Daar staat bij mij nog nazenden bij, dat zal later komen. De heer Van Engelen: daar wil ik nog wel wat over zeggen. We hebben daarover hier al eerder met elkaar van gedachten gewisseld en het stuk is er nog niet. Het lijkt me verstandig hier kritisch naar te kijken. Ik zal dit in mijn regiofractie ook doen en doe hier ook een oproep aan de anderen. Dit was wel een punt waar wij de vorige keer wat kritische noten bij hadden met elkaar. Dus ik denk dat wanneer het stuk er is, het goed is om het goed te lezen. De voorzitter: dan komt vervolgens het Inkoop en aanbestedingsbeleid Drechtsteden 2014, ook onder leiding van de heer Van Engelen. Dan hebben we daarnaast de Carrousel Sociaal: stand van zaken Jeugdzorg, informerend, portefeuillehouder de heer Nieuwstraten, deelportefeuille de heer Van der Vlist. De heer Nieuwstraten: het beleidsplan Zorg voor Jeugdigen en het voorstel Serviceorganisatie komt morgen in het college en komt daarna naar de raad, zodat u tijd heeft hier eventueel vragen over te stellen. De voorzitter: dan de Carrousel Fysiek, agenda Openbaar Vervoer Drechtsteden: opiniërend. De Duurzaamheidstrategie Drechtsteden: opiniërend. Dat waren de onderwerpen van de Carrousels. De formele agenda Drechtraad voor 14 januari met als hamerstukken: woonstrategie Drechtsteden, ruimtelijke Strategie Drechtsteden, Verrekensystematiek SCD, kaders implementatie nieuwe bezuinigingen bij de GrD. De bespreekstukken: Agendapunt 10: detailhandelvisie Drechtsteden. Agendapunt 11: geactualiseerde begroting 2014 GRD. Geactualiseerde begroting 2014. Personeel en Organisatie, het afscheid van de heer Stoop en de benoeming van een nieuw lid in het Drechtstedenbestuur. Zijn er naar aanleiding van de agenda nog punten van discussie voor onderling beraad? De heer Groene: in de eerste plaats over duurzaamheid zijn er bij onze fractie nog een aantal zorgen. Op pagina 3 staat dat 40% van de betrokken ambtenaren nog niet bekend is met de criteria van duurzaamheid. Nog erger: sommigen vinden dit ook niet belangrijk. Bij het stimuleren van regionale bedrijvigheid: 40% van de ambtenaren betrekt lokale bedrijven niet bij de aanbestedingen en 24% weet niet dat ze mogen afwijken van het aanbestedingsbeleid. We hebben de portefeuillehouder op een eerder moment wel horen zeggen dat er aan gewerkt wordt, maar zijn fractie vindt dit onderwerp dusdanig belangrijk in verband met de financiële consequenties, dat hij wil aandringen op enige spoed. Kan de portefeuillehouder bij benadering zeggen wanneer dit op een aanvaardbaar niveau is? En met betrekking tot de financiële consequenties: er staat 700 uur en 40.000, - werkbudget opgenomen. Maar het is nog niet door de Drechtraad vastgesteld. Daar willen we ook wat uitleg over hebben. Dan vervolgens agendapunt 10: hoewel er over de detailhandel en kantorenvisie inhoudelijk geen problemen zijn, vinden wij dat we er 4

per definitie ook niets over horen te zeggen. Dit valt onder de verantwoording van de gemeente en hoort niet in de Drechtraad thuis. In verband met de Inkoop en aanbesteding zijn we positief dat de drempel meervoudig aanbesteden verhoogd wordt en de mogelijkheid opdrachten te verdelen in percelen bestaat. Het is van belang dat dit op de juiste manier wordt behandeld. Tenslotte het openbaar vervoer: in het voorstel staat niets over de financiële consequenties. Dit vinden we jammer, want we hebben er eigenlijk niets over te zeggen. We kunnen hooguit lobbyen. Onze fractie ondersteunt de brief van het Drechtstedenbestuur van 11 oktober aan de commissie Infrastructuur inhoudelijk wel. De heer Lichtenberg: mag ik nog even reageren op de brief van het college over de oplegnotitie? Deze brief geeft ondersteuning voor het gevoel dat wij hebben als wij recht willen doen aan onze inbreng zelf, dat wij vinden dat we in de nadere definiëring van de programmering vooral lokaal bepalen wat er moet gebeuren op regionaal niveau en dat we daar zelf ook een scherpte in moeten kiezen. En dat niet de aanwezigheid van de portefeuillehouder van het DSB moet volstaan. We kunnen die opiniërende discussie hier straks wel hebben, maar ik ben het met het college en de burgemeester in de brief eens, om ook nadrukkelijk met elkaar een moment te vinden om inhoudelijk de verdieping en scherpte te zoeken en vast te stellen, omdat het ons wel raakt. Zeker omdat we daarmee ook naar de gemeenteraad zelf een overdrachtsdocument creëren. Ik vind het wel waardevol om in de paar maanden die ons nog rest in deze samenstelling, de momenten te zoeken om dit te doen. Ik weet niet of de rest van de commissie dit onderschrijft, want dat betekent dat we daar met elkaar een procesaanpak voor moeten formeren. De heer Stremler: ik onderschrijf dit in grote lijnen, dat we er vooral als gemeenteraad lokaal over moeten praten en ons niet laten leiden door het af te raffelen naar een deadline van de gemeenteraadsverkiezingen. Maar dat het zo nodig ook na de gemeenteraadsverkiezingen, wel met een overdrachtsdocument, over de gemeenteraadsverkiezingen gebracht kan worden, zodat de nieuwe Drechtraad hiermee aan de slag kan gaan om dat verder uit te werken. Het is een valkuil om overhaaste besluiten te nemen waar we veel spijt van kunnen krijgen. Het gaat om belangrijke zaken, zaken die zelfs de autonomie van Papendrecht raken. De voorzitter: het is duidelijk dat men in de reikwijdte van dit stuk nog wat verdieping wil aanbrengen, maar dat we daar ook tijd voor nodig hebben. Ik denk dat dat een signaal is om bij de heer Blase als portefeuillehouder neer te leggen. Dat is ons gevoelen en dat kunnen we hem ook melden. Ik denk dat in de brief van het college ook nog een moment zit voor voorbereiding, om tot formele besluitvorming te komen. Dat kan dus in de volgende commissie en daarmee kunnen we ook die scherpte en verdieping aanbrengen. De heer Lichtenberg: we hebben in februari vorig jaar een avond gehad, waarbij we zelf onderwerpen en ringen hebben ingedeeld. Dit was een avond die deels wel geslaagd was, maar deels ook niet het gewenste resultaat heeft gehad. We hebben daar met elkaar een eerste poging gewaagd. Ik denk dat er nu een voorzet 5

voor een discussie vanuit de regio wordt aangeleverd en we eigenlijk die avond moeten herhalen en dat met elkaar moeten willen bespreken in de diepte. Omdat het er echt wel over gaat of we met elkaar willen bepalen of we iets regionaal in coördinatie willen doen of dat we dat straks in delegatie in de regio willen laten doen. Ik betwijfel of we dat in een commissieavond kunnen doen. Ik zou daar gezien het belang, we gaan daar een aanzet voor geven richting voor de volgende gemeenteraad en richting de regio, een avond voor uit willen trekken om de voorgaande avond vervolg te geven. Deze heeft plaatsgevonden onder regie van het college en de griffier en wat mij betreft zou dat op eenzelfde manier plaats kunnen vinden. Met een dergelijk onderlegger zou ik een dergelijk avond graag samen met de commissieleden willen doen. Dit als een soort overdrachtsdocument naar de volgende raad. De heren De Ruijter en Stremler ondersteunen dit voorstel. De voorzitter: het regionale komt aan de orde en wordt vastgesteld in de Drechtraad van 11 februari. Er lopen twee trajecten: het regionale waarvan we binnenkort van de portefeuillehouder het één en ander te horen krijgen. Daarbij kan ook de wens worden neergelegd van verdieping en verscherping. Daarnaast is er een voorstel om over een eigen overdrachtsdocument te denken. De heer Lichtenberg: er zijn twee dingen voorzitter, op de agenda staat een overdrachtsdocument voor de Drechtsteden. Dat is prima, want dat zijn volgens mij allemaal documenten die we de afgelopen jaren daar ook besproken hebben en die worden benut om straks een regionaal meerjarenplan op te stellen. Dus het lijkt mij een evidente zaak om dat zo te doen. Waar het mij om gaat, is het voorstel Programmering van de Drechtsteden. De discussie die we in september in de Drechtsteden gevoerd hebben ging over: wat gaan we lokaal doen, wat gaan we lokaal doen met afstemming, wat gaan we regionaal doen in coördinatie en wat in delegatie? Van die discussie over de onderwerpen hebben we toen in Papendrecht gezegd: er moet scherpte en verdieping in komen. Daar zit nu een voorzet voor de discussie bij vanuit de Drechtsteden. Nu moeten we het lokaal en in de Drechtsteden voeren. Dat lokale debat kan wat mij betreft ook een overdrachtsdocument naar de volgende gemeenteraad zijn. Deze volgende gemeenteraad die we gaan kiezen, zal moeten besluiten over de nieuwe gemeenschappelijke regeling Drechtsteden, waarin wij gaan bepalen welke onderwerpen wij in welke mate van bevoegdheden regionaal willen doen. Daar gaat het mij om, specifiek over de programmering, niet over het overdrachtsdocument met al die stukken die er bij zitten, maar de discussie over de programmering. De heer Stremler: het is mij helder, maar dat overdrachtsdocument van de Drechtsteden hangt helemaal af van de regionale portefeuillehouder. De programmering is daar ook een onderdeel van en je zou het los moeten koppelen. De voorzitter: dat is het punt, naar mijn idee komt de programmering gewoon aan de orde en wordt deze vastgesteld op 11 februari. Mijn vraag is: ben je dan niet te laat als het overdrachtsdocument, waar een hoofdstuk programmering in zit, wordt vastgesteld in de Drechtraad van 11 februari 2014? En voor de gemeenteraad is er blijkbaar alleen de 6

mogelijkheid dit te bekrachtigen. De heer Lichtenberg: voorzitter, dat is niet juist, de notitie programmering staat ook als voorzet voor de discussie op de Carrousel Bestuur en middelen. Die discussie moet in 6 gemeenten gevoerd worden. De heer Stremler: daarom is mijn angst groot, dat dit -in verband met de komende gemeente- Raadsverkiezingen onder druk door de Drechtraad wordt gejaagd, en dat we geen tijd hebben om dat behoorlijk in de lokale raden te behandelen. Het is uiterst belangrijk, want het gaat om overdracht van bevoegdheden en hier moeten we goed over nadenken. De heer Lichtenberg: vandaar mijn procesvoorstel. De heer Van der Valk: ik ben het hier mee eens, maar het is moeilijk als je een besluit gaat nemen in de totaliteit, waarbij je gaat zeggen wij voegen ons in dat totale stuk. De heer Lichtenberg zegt dat er mogelijkheden zijn het lokaal in te brengen en er met gemeentelijke fracties over te praten. Ik denk dat wij een aantal zaken duidelijk neer moeten zetten en die niet af moeten spreken in die vergadering, maar open moeten houden, zodat er intern nog een andere discussie gevoerd kan worden. En dan moeten we dat besluit om daar ja of nee tegen te zeggen ophouden tot een volgende vergadering. De heer Stremler: het overdrachtsdocument kan ook bestaan uit enkele hoofdlijnen en de zienswijze van de diverse gremia en zijn gemeentes. Dat hoeft niet tot in alle finesses uitgewerkt te worden. De zienswijze kan overgedragen worden als onderdeel van het overdrachtsdocument aan de nieuwe gemeenteraad c.q. Drechtraad. Als we er nog niet aan toe zijn, hoeven we er niet verplicht over te beslissen. De voorzitter: mijn vraagt blijft als uw voorzitter: als u meer ruimte nodig heeft om te verdiepen en aan te scherpen, en is meer tijd voor nodig dan tot het overdrachtsmoment aan de Drechtraad op 11 februari. Is er dan nog tijd om dat gevoel van de raad door te geven aan het Drechtstedenbestuur, dat daar bij de besluitvorming op 11 februari rekening mee gehouden kan worden? Het is mooi dat dat besluit van de Drechtraad op 27 februari kan worden bekrachtigd, maar dan is er geen weg meer terug. Ik zit nog even in dubio of er toch niet iets moet worden georganiseerd, zodat uw mening ik weet niet of dat kan onder de formule van de heer Lichtenberg- op dat moment al bekend is. Die verdieping en aanscherping van wat lokaal gewenst wordt, de discussie over de ringen. De heer Stremler: er zijn geluiden bekend dat er in de Drechtraad geen besluit meer genomen gaat worden over dit stuk. Ik wil graag van de regionaal portefeuillehouder horen of 11 februari wel klopt. De heer Lichtenberg: volgens mij is het formeel juridisch zo dat wij met de nieuwe gemeenteraad opnieuw de Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden gaan vaststellen. Dat betekent dat wij daarvoor alle ruimte hebben als oude en nieuwe raad, om precies te bepalen wat we in welke ring en welke bevoegdheid willen hebben. Als we dat helemaal zelfstandig zouden doen, wordt het natuurlijk een Poolse landdag in de Drechtsteden, dus dat gaan we niet doen. We moeten het wel een beetje gecoördineerd doen, vandaar dat ik op zichzelf ook heel blij ben met de voorzet en de discussie, maar het is het wel waard deze discussie te voeren. En 7

tot de gemeenschappelijke vaststelling hebben we daar alle vrijheid in. De voorzitter: dan denk ik dat het wel goed is de heer Blase te bevragen of die ruimte er nog is. Ik zie hem net binnenkomen. De heer Groene: voorzitter, ik had nog vragen gesteld aan de heer Korteland. De heer Korteland: voorzitter, ik heb goed geluisterd naar de heer Groene en bespeurde ook een goede consistentie in zijn vragen toen we dat hier lokaal behandelde en daarmee instemde overigens. En we gaan dit straks ook regionaal bespreken. Mijn antwoord als regionaal portefeuillehouder is gelukkig ook consistent en dezelfde als de lokale opvatting. Dat moet tussen de oren. Ik vind dat u, of u nou in deze raad zit of in de Drechtraad zit, het bestuur erop mag aanspreken dat dat gebeurt, dat het tussen de oren komt. En dat we periodiek naar het aanbestedingsbeleid kijken en daarover ook rapporteren of dat gelukt is, zodat u dat ook kunt zien. Ik meen dat dat de vragen waren over de duurzaamheid. De heer Groene: in had in verband met het stimuleren van de regionale bedrijvigheid de opmerking gemaakt over de financiële consequenties: de 700 uur en 40.000, = werkbudget. Dit is volgens de stukken nog niet door de Drechtraad vastgesteld. Hoe kan dat? De heer Korteland: ik denk dat dit plaatsvindt na de besluitvorming. Dat zou ik even op moeten zoeken. Maar ongetwijfeld stelt u die vraag dinsdag ook, dan zorg ik dat ik het antwoord paraat heb. De vergadering wordt op dit moment enkelen minuten geschorst (van 21.30-21.38 uur). De voorzitter: ik heropen de vergadering. Voor het volgend onderdeel van de agenda is de heer Blase, lid van het Drechtsteden bestuur, aanwezig om een toelichting te geven op de uitwerking van de programmering, de procesnotitie voor debatten lokaal en regionaal. Ik heb bij het begin van de vergadering gezegd dat we de notitie samen met de brief van het college kunnen bespreken, volgens de format dat we eerst een informeel deel hebben, waarbij de heer Blase toelichting kan geven op de notitie, waarom deze notitie, inhoud op hoofdlijnen, wat wordt van de raad verwacht en hoe ziet het vervolgproces er ongeveer uit? Aansluitend kunnen er verdiepingsvragen gesteld worden om dingen die niet helder zijn helder te krijgen. Daarna het informele deel afsluitend, gevolgd door een onderling, opiniërend debat. Over circa drie kwartier kunnen we kijken wat dan de eindconclusie is. De heer Blase: ik denk dat het goed is als ik een toelichting geef op het waarom en nu van deze notitie, dit gesprek en welke samenhang dit heeft met andere documenten die u al heeft gezien. En dat het goed is als we kijken naar de notitie zelf in hoofdlijnen: in welke fase bevindt deze notitie zich, zodat u weet wie waar over gaat spreken en hoe gaat het uiteindelijk - na de verkiezingen - leiden tot mogelijke besluitvorming? Misschien is het goed als ik even iets schets over wat discussies die ook in deze raad/commissie eerder geweest zijn, bijvoorbeeld de toekomst van het Papendrechts bestuur in de regio en vice versa. Dat is gebeurd in alle Drechtsteden in de afgelopen twee jaar. Bij sommige raden zijn daar de notities van de heer Nijdam bij 8

betrokken, die een keer een evaluatie heeft gehouden over het functioneren in de Drechtsteden. Er is ook een rapport Scholten II, wat vier jaar geleden opgeleverd is en wat ook geleid heeft tot een aantal voorstellen tot verbeteringen van het Regionaal Bestuur. Verder zijn er ook lokaal opvattingen uitgewisseld en opgeschreven over de positie van het lokale bestuur richting verbonden partijen en in het bijzonder richting de gemeenschappelijke Drechtsteden. Al die discussies in die 6 raden hebben geleid tot een soort tussenstanden en verschillende documenten. De belangrijkste is waarschijnlijk de hoofdnotitie, waarin al die verschillende componenten zijn samengevat, die bij u een paar maanden geleden ook geagendeerd is geweest in de commissie en in ieder geval daarna ook in de Drechtraad. Daar ging het over: waar willen we inhoudelijk lokaal en regionaal onze speerpunten formuleren, het lokale en regionale meerjarenprogramma en de interactie tussen die twee. Er is ook besproken hoe dat netwerkbestuur dat we aan het formeren zijn, effectiever, efficiënter, en beter toegerust kan zijn voor de taken die we van hen en onszelf verwachten? Er is gesproken over de programmering en ook over de ambtelijke organisatie en hoe dat zich goed toerust. De uitgangspunten daarvan zijn in de hoofdnotitie verwoord, met de lokale autonomie en zelfstandigheid als uitgangspunt. Raden die aan het stuur staan van de strategische agenda, lokaal maar daar waar de raden daar voor kiezen ook regionaal, omdat je samen op een aantal punten kracht wilt maken. Zo zijn er nog een aantal punten die benoemd zijn en die u allemaal al kent, die in veel raden ook verzameld zijn en voorgelegd zijn aan de raden en Drechtraden, Waarin ook gewerkt wordt aan een draagvlak voor een soort grote gemene deler. Waarbij we proberen te leren van opgedane ervaringen: wat gaat er goed, wat kan er beter en waarbij we die externe input ook gebruikt hebben. Verbeteringen op het gebied: hoe kunnen we focus aanbrengen in onze regionale agenda en ook zorgen dat daar de goede daadkracht wordt georganiseerd, inclusief de juiste democratische controle. Hoe kunnen we dat netwerkbestuur verbeteren, maar in dit geval ook: wat bektent dit voor de programmeringen? Het gevoel was dat er te weinig helderheid was over wat lokaal en wat regionaal belegd is. Kiezen we daar bewust genoeg voor, of moeten we dat bewuster tegen het licht houden, zodat je weet wat er lokaal op de agenda staat en hoe de lokale agenda ook leidend is over die regionale agenda? Maar wat betekent dit ook voor de politieke sturing? Er was ook het gevoelen dat die politieke kaderstelling op die regionale agenda onvoldoende uit de verf kwam. De helderheid en het benoemen van de bevoegdheden was een belangrijk punt en ook: hoe zorg je er voor dat je als lokale raden grip blijft houden op de regionale agendering? Dat zou kunnen betekenen dat je taken die je regionaal belegt periodiek tegen het licht moet houden: vinden we nog steeds dat dit op de juiste plek belegd is? Is het beter dat iets lokaal of regionaal is? In veel gemeente heb je onder het lokale niveau ook nog de wijken en buurten waar je zaken wilt beleggen, zodat je kunt schakelen naar die schaal waarop je denkt dat het bestuurlijke, politiek en maatschappelijke vraagstuk het beste belegd kan worden. Deze discussie wordt primair door de politiek - door uw raden en afgeleid door de Drechtraad - gevoerd, de doelstellingsvraag is de primaire politieke. Het idee is dat u als raden en ook als Drechtraad actiever betrokken gaat worden bij de formulering van 9

het nieuwe Regionaal Meerjarenprogramma. De kritiek daarop was dat het een te bestuurlijk document was en dat de politici te weinig vanuit hun lokale agenda een opgave kon formuleren wat men samen wil doen. Nu is er best in onze regio een soort van consensus aan het ontstaan: welke lokale punten zijn er overeenkomstig tussen die zes gemeenten, zodat we die regionaal willen beleggen om meer kracht te maken? Dat betekent bijvoorbeeld op het gebeid van decentralisatie, economie, of het punt van bereikbaarheid, dat veel gemeente voelen dat ze daar samen meer kracht kunnen maken. Dit betekent ook dat je het af en toe tegen het licht wilt houden: we hebben nu iets regionaal belegd, maar is dit wel het meest effectief/efficiënt? Bijvoorbeeld op het gebied van cultuur of duurzaamheid: zou je daar bij niet juist je lokale sturing meer het heft in handen willen nemen? Wat we nu geprobeerd hebben is helder in te delen: waar kun je welke bevoegdheden beleggen? Regionaal en lokaal zijn natuurlijk de twee helderste in het pallet, maar er is ook nog een niveau wat we hebben benoemd als coördinatie. Je probeert het met elkaar te bedenken, maar het is en blijft de lokale politieke bevoegdheid die uiteindelijk dat besluit neemt. In de discussies die tot nu toe gevoerd zijn dan vat ik samen de lokale raden, maar ook de Carrousels en de Drechtraad - zie je dat er veel behoefte is om het helder te beleggen, ofwel in het regionale ofwel in het lokale, om niet te veel zaken te veel te definiëren in de zin van coördineren, omdat dit ervaren wordt als minder duidelijk. Waarbij je, als je in de diepte van de discussie duikt, je merkt dat soms coördineren wel weer behulpzaam is, omdat je bepaalde bevoegdheden echt niet zou willen overdragen naar een regionaal gremium. Maar tegelijkertijd het wel belangrijk is dat je afstemmingen met buurgemeenten hebt, om te zorgen - als het bijvoorbeeld om woningbouwproductie gaat - dat je niet in elkaars vaarwater zit. Maar waar je, bijvoorbeeld bij bestemmingsplannen, lokaal je bevoegdheden wilt behouden. Zo is er een ordening aangebracht, waarvan we hopen dat die helderheid schept en waarvan het idee is om deze in de nieuwe preiode aan te leggen tegen de politieke doelstellingen. Na de verkiezingen. U hebt allemaal in uw partijprogramma s zaken opgeschreven die u graag gerealiseerd wilt hebben. Het idee is dat na de verkiezingen met die 6 gemeenten gekeken wordt of je een aantal van die doelstellingen beter kunt realiseren met elkaar. En als je dat wilt, hoe definieer je je doelen en hoe beleg je de bevoegdheden? Om die discussie voor te bereiden, proberen we nu eigenlijk zoveel mogelijk met de zittende raadsleden al te bespreken en vooruit te denken, om te kijken of we tussen die 6 gemeente een gemeenschappelijk opvatting kunnen ontwikkelen. Zodat als uw opvolgers er na de verkiezingen zitten en zij met elkaar politieke doelen gaan formuleren in lokale formaties (maar de gedachte is dat die formateurs met elkaar contact kunnen hebben om te zoeken wat in de lokale agenda beter regionaal belegd kan worden) dat in dat proces dat we na de verkiezingen meemaken - waarbij de politiek meer het stuur in handen heeft over welke kant moet het op en welke doelen hebben we? - ook nagedacht is, hoe kunnen we dat het beste in de bevoegdheden belegd hebben en onderbouwen?. Daar is dit eigenlijk allemaal voor bedoeld: om de gedachten te spiegelen en ordenen, om te kijken of het mogelijk is 10

de grootste gemene deler tussen 6 gemeenten te formuleren. Dat gaat soms een beetje voorzichtig, want als je het met elkaar ergens over eens wilt worden, kies je niet de meest extreme posities, maar probeer je ergens in de middenkoers consensus te vinden. Dat is wat we aan het proberen zijn, ons realiseren dat na de verkiezingen de besluitvorming zal kunnen moeten plaatsvinden over dat nieuwe Regionale Meerjarenprogramma. En in het verlengde daarvan: als je dat wilt realiseren, waar beleg je dan je bevoegdheden? Het gevoelen is dat je een Meerjarenprogramma in de regio zou moeten hebben met meer focus dan nu, minder breed, meer echt op die thema s waarvan je het met elkaar eens bent, dat je met elkaar mogelijk meer kracht kunt maken. Tegelijkertijd dat je bij het beleggen van bevoegdheden die daarbij horen, dat niet voor oneindige periodes zou moeten doen en voor eens en altijd overdragen, maar cyclisch gaat kijken om de 2 of 4 jaar waar je het beste bevoegdheid kunt te leggen, om dat moment de doelstelling te realiseren. Zo kan men zich bij een decentralisatie voorstellen dat je in een bepaalde fase van een ontwikkeling meer samen wilt doen en dat je, als dat uitgekristalliseerd is, zegt nu zou je dit weer wat meer in de individualiteit of bij de eigen gemeente willen beleggen. Zo kun je natuurlijk dat schaakbord heel systematisch proberen langs te lopen en in te vullen. Wat deze notitie geprobeerd heeft, uitgaande vanuit die grootste gemene deler aan opvattingen, het huidige RMJP als ware naast een dergelijk formulering te leggen van meer focus en heldere bevoegdheden en waar je dan op zou kunnen uitkomen. U ziet, er is een schema in deze notitie opgenomen, waarmee een soort vingeroefening gedaan is, om u uit te nodigen/dagen hier het gesprek over aan te gaan. Nu is het idee, dat dit gesprek in alle raden/commissies - dat we ook proberen in de Drechtsteden Carrousel te voeren- leidt tot opvattingen en verslagen, die we zullen voegen bij de notitie die voorligt. Misschien de notitie nog aanscherpen op basis van wat er geproefd en gezegd is, zodat we dat mee kunnen geven aan onze opvolgers. Lokaal keer zes en bij de Drechtraad, zodat in de eerste maanden na de formatie deze onderliggende documentatie er is, om in al die raden tot afbakening te komen van de lokale agenda uiteraard, de regionale agenda waar u dat verstandig vindt. En we proberen natuurlijk te kijken of dat door die zes raden gelijkelijk gevoeld kan worden. Want als dat zo is, kun je gemakkelijker met elkaar optrekken na de verkiezingen, om te zorgen dat er een regionale agenda wordt geformuleerd, met politieke sturing, maar belegd met bevoegdheden die op dat moment door de raden ook verstandig worden gevonden. De besluitvorming van deze exercitie is pas na de verkiezingen gepland, omdat pas dan de raden in positie zijn om te richting te geven aan wat ze willen bereiken. En ook omdat in formele zin de verordening van de gemeenschappelijke regeling zodanig moet worden aangepast/toegesneden, dat wat u politiek wenselijk vindt, dit ook formeel juridisch verankerd is. Die bevoegdheden liggen uiteraard bij de zes raden en ik kan me zo voorstellen, dat we dan proberen de oogst van al deze gesprekken te bundelen aan de politieke agenda van dan, en dat we dan proberen dat weer zo goed mogelijk te plooien. Het voorwerk is allemaal bedoeld om uw opvolgers zo goed mogelijk in positie te hebben, zodat ze op redelijk korte termijn na de verkiezingen heldere uitspraken kunnen 11

doen, om de komende twee of vier jaar met een heldere lokale en politieke agenda te kunnen opereren. Vragen vanuit de commissie: De heer Van Engelen: als ik de heer Blase goed heb begrepen, wordt er van ons verwacht de discussie te voeren en dat het verslag hiervan wordt meegenomen in het overdrachtsdossier. Wanneer we deze inhoudelijke discussie op maandag 3 februari wensen te voeren, omdat we dan meer tijd hebben en er die week een verslag komt, is dat voldoende. Want dat is de bedoeling: dat er een verslag meegaat uit onze raad in dat overdrachtsdossier. Is dat een correctie conclusie? De heer Blase: u noemt 3 februari? De heer Van Engelen: of 11 februari, maar het gaat alleen om de discussie, het is geen besluitvorming De heer Blase: ik zat aan de datum te denken, maar begrijp dat dat prima zou kunnen. Op welk moment u dat bespreekt is aan u. Ik denk dat het wel handig is het gesprek ook te voeren met parallelle benadering als waar anderen het mee voeren. Dan kun je ook nog een beetje beïnvloeden, dat is over het algemeen wel prettig. Alle raden zijn in deze periode bezig dit besprek te voeren, de Carrousel is volgende week, dus dan hoor je ook wat de politieke fracties vinden of met elkaar hebben bedacht. Dan kun je ook afstemming zoeken tussen de verschillende collega s van andere gemeenten. Dus daarom hebben wij gemeend - en daar hebben we het ook met het commissiebestuur in de regio over gehad - dat het verstandig is dit parallel te doen, zodat je elkaar een beetje kunt beïnvloeden en horen van elkaar wat je vindt. Maar dat gezegd hebbende, kan ik verder bevestigen wat u zegt. De heer Van der Valk: er komt een aantal keer in uw gesprek terug, dat we een soort beslissing moeten nemen met betrekking tot de afstemming van bepaalde zaken voor 2 of 4 jaar. Waarom zegt u dat? In welke richting zit u dan te denken of zegt u dat in zijn algemeenheid. U zegt ook je gaat naar doelstellingen kijken met 6 gemeenten, gemeenschappelijke opvolgingen: hoe ga je die doelen neerzetten, lokaal of regionaal? Ik neem aan dat in het Drechtsteden functioneren van het bestuur ook een bepaalde vorm is, die men na wil streven, waar men eigenlijk naartoe wil? Natuurlijk is het zo dat wij als raad altijd onze eigen inbreng zullen behouden en zullen inbrengen. Maar dat u ook als bestuur een bepaalde vorm heeft waar u naartoe wilt. Misschien kunt hier iets meer over zeggen. De heer Blase: eerst even over die 2 en 4 jaar: wat ik herken is dat wij in de Drechtsteden ervaring aan het opdoen zijn met regionaal besturen en hoe zich dit verhoudt tot lokaal. Ook als een soort vorm waarbij je niet meteen opschaling van gemeente als panacee ziet voor bestuurlijke vraagstukken in ons land. En om die reden wil je wel een aantal taken belegd hebben, zodat je regionaal kracht kunt maken, zoals voor onderwijsvraagstukken en de arbeidsmarkt. Wat ik zie, is dat we in het beleggen van onze bevoegdheden, wat allemaal keurig in de regionale verordening is vastgelegd, ook wel merken dat loopt eigenlijk wel goed en andere punten niet. Eén van de punten die we overgedragen hebben als bevoegdheid is, rondom het sociaal domein van de Sociale Dienst. Het zou best kunnen zijn dat je na 4 jaar ervaring misschien 12

zegt: we vinden dat het over een brede linie goed loopt, maar het minima beleid zouden we toch graag wat meer in onze lokale sturing willen brengen. Dus dat je na het opdoen van ervaring zegt lerende uit die ervaring, zou ik vinden dat je iets toch misschien beter lokaal kunt beleggen - of in buurten of in wijken - en soms juist regionaal. Vanuit dat leerproces lijkt het ons als bestuur verstandig om geen beslissingen te nemen voor een oneindige periode, maar deze regelmatig tegen het licht te houden. Zeker als je economische projecten wilt beginnen, die je niet alleen wilt doen of met 6 gemeente samen, dan zou je voor de duur van het project bepaalde verantwoordelijkheden kunnen beleggen bij de Drechtsteden. Maar op het moment dat het project afgelopen is, is het daarmee ook afgedaan en hoeven bevoegdheden niet langer belegd te zijn dan voor de duur van het project.. Ik noemde ook al de decentralisaties. Het is de vraag of je de bevoegdheden die je daarvoor wilt overdragen in de ontwikkelfase, of je dat ook voor 8 of 12 jaar zou willen doen. Daar pleit ik voor: regelmatig tegen het licht houden, waardoor je flexibel wordt om soms te kiezen voor de regionale schaal en soms voor de lokale schaal. Juist naar gelang wat je vind dat goed werkt, wat effectief is en wat je lokale/regionale doelstellingen zijn. De heer Van der Valk: is het ook niet zo dat de vertaling van de bestuurlijke beslissingen die genomen zijn en de effecten daarvan wat duidelijker gemaakt kunnen worden op kwartaal- of jaarbasis, zodat er meer inzicht komt ook voor raadsleden? Dat er niet een idee is we zien het over een jaar wel. Dan valt het soms heel erg tegen en soms gaat het heel erg goed. Net zoals in een bedrijf, niet en detail maar in de vorm van een kwartaalrapportage. De heer Blase: wat de heer Van der Valk bedoelt, is iets dat vaker opgemerkt is. Laten we in dat regionale programma meer focus aanbrengen, minder breed en ook duidelijke doelen benoemen en daar ook over rapporteren. De heer Korteland heeft ook in de portefeuille dat hij wil proberen de begroting van de Drechtsteden veel meer toe te snijden op deze prioritering en de focus die dat Regionaal Meerjaren Programma dan heeft. Ik denk dat je daarmee probeert een soort cyclus in te brengen, zoals u verwoordt. Misschien dan nog even die doelstelling van die 6 gemeente, want die is daaraan gekoppeld. Elke lokale raad heeft doelstellingen die in het belang van zijn bevolking zijn. Wat je ziet is dat een deel van die zes gemeenten deze doelstellingen redelijk parallel aan elkaar definieert. Dat is niet zo raar, omdat we qua bereikbaarheid en economisch profiel en onderwijs en arbeidsmarkt redelijk vergelijkbare vraagstukken hebben, die we vergelijkbaar definiëren. Dan kun je er met zijn zessen voor kiezen om het in één keer goed te doen, in plaats van zes keer een zesde. Die keuze is natuurlijk aan de lokale raden om te maken. We hebben in het verleden besloten tot een Verordening Gemeenschappelijke Regeling. Daarin ziet u allemaal wat we eerder besloten hebben, maar dat is niet in beton gegoten. Daar kunt u iets van vinden, daar kunt u van vinden dat het goed werkt en gecontinueerd moet worden of dat het beter kan en dat u het anders wilt. En zo proberen we het tegen het licht te houden en te kiezen: wil je het doen zoals je het de vorige keer deed of kan het beter? Wij denken als bestuur dat het beter kan, door de agenda minder breed te formuleren (ik noemde net al wat voorbeelden waaraan wij hebben gedacht en we hebben ook een rondje 13

gemaakt langs de portefeuillehouders in de Drechtsteden). En dat is de discussie die je met elkaar voert en de vingeroefening die gedaan is en in dit stuk staat, die is ook in het Drechtstedenbestuur besproken. En dan zie je dat veel bestuurders zeggen we zouden op punten van economie, arbeidsmarkt en in dat sociale domein echt wel wat meer vaart en kracht willen. Maar we vinden tegelijkertijd duurzaamheid, cultuur en milieu, er zijn een aantal dingen benoemd waarvan we zeggen dat zou misschien nog wel beter in de lokale agenda kunnen landen. Dus eigenlijk zie je in die vingeroefening al wel opvattingen van het bestuur terugkomen. Met dien verstande dat wij - en daar heeft collega De Bruin ook wel eens wat van gezegd - bij sommige onderwerpen misschien nog fijnmaziger inzoomen, wat nu precies verstaan wordt onder een bepaald domein en wat je dan overdraagt. Maar we zoeken nu eerst met elkaar naar een hoofdrichting, zodat je kunt zeggen in die domeinen denken we dat we samen kracht willen maken en in die domeinen denken wij dat juist de lokale sturing meer vol moet ontwikkelen. Om dan te kijken hoe je in de goede finetuning die regionale agenda het beste kunt beleggen. De heer Stremler: als ik het goed begrepen heb, wordt er voor de verkiezingen in de Drechtraad niets gedaan, geen besluitvorming meer, alleen discussie in de Carrousel? Ik hoop dat ik dat goed begrepen heb, want ik ben wel blij dat de besluitvorming na de verkiezingen gepland is en dat het niet afgeraffeld wordt. Is er ook rekening gehouden in het proces met een inhoudelijke discussie na de verkiezingen? Want ik denk dat het ook erg belangrijk is dat die ook mogelijk moet zijn. Straks willen we in de raad/commissies de programmeringdiscussie gaan voeren, maar die vraagt extra tijd, want er is nog geen inhoudelijk voldragen stuk, we hebben alleen maar procesnotities. We hebben geen basis, waar vanuit we kunnen discussiëren, dit zelf realiseren kost extra tijd. Die tijd moet de commissie en de gemeenteraad gegund worden. Dus daar doe ik een beroep op, om ons die tijd te gunnen. De heer Groene: ik zat nog even te denken wat de heer Blase zei over 2 of 4 jaar en daarna evalueren. Dan kan je tot de conclusie komen dat je het eruit wilt halen of in wilt zetten. Maar wat als de ene gemeente dat wel wil en de andere niet? Hoe voorkom je dan een Poolse landdag? De heer Blase: de heer Stremler heeft gelijk, dat er geen besluitvorming voor de verkiezingen zal plaatsvinden. Dat kan ook niet, omdat de regionale agenda - die tenslotte bestaat uit 6 lokale agenda s - pas na verkiezingen definitief zal worden geformuleerd. U hebt gelijk, dat de besluitvorming over dat Regionale Meerjaren Programma en over de daarbij te beleggen bevoegdheden, daarna gebeurt. Nu proberen we wel vooruit te denken, zodat onze opvolgers niet in een lege bladzijde stappen, maar iets mee krijgen van deze 4 jaar. Omdat we met elkaar deze 4 jaar niet alleen de Regionale Agenda hebben geformuleerd, maar ook hebben bedacht wat gaat er goed en wat kan er beter? Het idee is om die lessen mee te geven aan onze opvolgers. Dus de heer Stremler, als u vraagt wat er wordt besloten. Er wordt nog in de Carrousel over gesproken en het verslag daarvan wordt ook bijgevoegd. En de Drechtraad zal in mijn ogen niets meer doen dan het overdrachtsdossier vaststellen als overdrachtsdossier. Ook een overdrachtsdossier moet vastgesteld worden en dat is wel een 14

besluit. Dat is het enige besluit, maar niet een besluit dat al geldingskracht heeft voor de volgende periode daarna. Begrijpt u wat ik bedoel? De heer Stremler: ik probeer het te begrijpen. Dat overdrachtsdossier bestaat dus feitelijk uit het verslag van de bespreking overdragen, zodat de nieuwe gemeente - en Drechtraadsleden daarmee verder kunnen. Anders moeten zij weer blanco beginnen en zijn we voor niets bezig. Dus niet meer. De inhoudelijke discussie kan na de verkiezingen onbelemmerd plaatsvinden. De heer Blase: ja, maar daarbij is het wel zo dat deze gesprekken niet plaatsvinden in een soort van vrijblijvendheid. Je probeert natuurlijk wel door nu dit gesprek te voeren - want zoals de heer Groene vroeg hoe probeer je een Poolse Landdag te voorkomen?- argumenten op tafel te leggen en door naar elkaar te luisteren, probeer je die gedachtevorming van 6 gemeenten als grootste gemene deler mee te geven. Zodat onze opvolgers weten als we die kant opkijken, is dat wel in lijn met wat onze voorgangers dachten dat verstandig was. Dit is zoals het lokaal volgens mij ook gaat, als je een overdrachtsdossier voor je opvolgers maakt, doe je dat niet vrijblijvend zie maar wat je er mee doet. Je zegt het omdat je denkt dat het verstandig is, maar uiteraard ben je je bewust dat de bevoegdheden liggen bij de opvolgers. Die dan door dit proces zo zorgvuldig mogelijk te bewandelen, door iedereen aan het woord te laten, door te proberen tot die grootste gemene deler te komen, zodat die nieuwe raadsleden en het bestuur zich gefaciliteerd voelen om in een redelijk tempo - niet twee jaar durend, maar in een sneller tempo - tot een agendering te komen, zodat de volgende periode optimaal benut wordt om de resultaten te boeken die je verwacht. De heer Stremler: ik zou ook graag een toelichting willen van de burgemeester op zijn eigen stuk tekst uit de van brief 23 december jl. Die toelichting zou ik ook graag willen hebben naast de toelichting van de heer Blase, voordat we er in het tweede deel er formeel over gaan praten. De heer Lichtenberg: mijn vraagt heeft toch wel te maken met de opmerking die de heer Blase maakte over misschien moeten we dit wel elke 2 jaar gaan doen. Ik heb in het stuk niet gelezen of het Drechtstedenbestuur hier al een mening over heeft. Ik kan me dit goed voorstellen, dat we daar een twee jaarlijkse cyclus van maken, omdat in de nieuwe periode de nieuwe (Drecht)raad op basis van een overdrachtsdocument besluiten gaat nemen. En als je het gevoel hebt dat je daar vier jaar aan vast zit, dan zou het aardig zijn dit elke twee jaar te evalueren. Aan de andere kant kan ik me ook voorstellen dat dat elke twee jaar een nieuwe discussie gaat opleveren, waar niet iedereen op zit te wachten. Heeft het DSB hier al een mening over gevormd of is dit een uitnodiging van de heer Blase aan ons, om hier een mening over te vormen? Blase: in ieder geval is het gesprek dat we nu voeren ook een soort evaluatiemoment, als we terugblikken naar de afgelopen vier jaar. Dat hebben we geprobeerd te inventariseren, met aan de ene kant de inhoudelijke resultaten, die al dan niet geboekt zijn en aan de andere kant opvattingen over hoe het bestuurlijk systeem op dit 15

moment aan het functioneren is. Dus dit evaluatiemoment is er. U hebt wel gelijk, om dit te organiseren vraagt best veel energie om dat op al die tafels te doen. Daar heeft de heer Groene gelijk in, als iedereen alle kanten op gaat, kun je je verordening moeilijk veranderen, want dan moet je die zes keer veranderen. Dat zou een nadeel kunnen zijn, om het elke twee jaar te doen. Maar het Drechtstedenbestuur vindt het toch wel erg de moeite waard om het op zijn minst te proberen, om na die twee jaar te evalueren en te kijken: wat loopt goed, wat loopt niet goed, wat zou je anders willen beleggen of welke reparaties zou je willen laten plaatsvinden zodat het de komende twee jaar alsnog goed loopt? En van een dergelijk moment is het Drechtstedenbestuur voorstander. In die gesprekken ben ik er zelf ook wel meer van overtuigd geraakt, dat het voor raadsleden ook veel meer comfort geeft, te weten dat het niet definitief is en dat je zelf onderdeel bent van zo n evaluatie. Je luistert natuurlijk wel naar collega s, want niemand heeft het alleen voor het zeggen, maar je kunt daar in zo n gesprek wel scherper op zijn. Ik noemde ook wat voorbeelden, die in mijn ogen op dit moment in aanmerking zouden komen om terug te nemen. En dat doe ik juist opzettelijk, om te laten zien dat het in mijn ogen een dynamisch proces zou kunnen zijn, waarbij je niet per se altijd alles alleen maar aan opschaalt, maar soms ook juist weer afschaalt. De heer Lammers: ik zit het stuk te lezen en zie dat het een uitnodiging is om tot debat te komen. Het valt mij wel op dat er in die kolom van exercitie ten behoeve van het debat over de programmering, meer hardere economische thema s regionaal gedelegeerd worden in dit voorstel, wat dus nog besproken wordt. En dat de meer softe thema s als cultuur en duurzaamheid weer gerelokaliseerd worden. Nu is het natuurlijk nog een procesvoorstel en is het nog in bespreking, maar kan de heer Blase iets zeggen over de mate waarin het regiobestuur in de nabije toekomst wat krachtiger wil gaan optreden, althans volgens dit procesvoorstel? De heer Blase: uw eerste opmerking over hard en zacht herken ik niet helemaal in die zin. De vraag is ook of je deze woorden van toepassing kunt verklaren als je het over decentralisatie hebt, die toch in het sociale domein plaatsvindt, waarvan we meestal zeggen dat die zacht is, maar qua budget heel hard op onze agenda s terecht komt. In het voorstel ziet u dat op het gebied van arbeidsmarkt en decentralisatie ook wordt voorgesteld, om in de ontwikkelfase bepaalde taken regionaal te belegen. Dus dan zie je economie, arbeidsmarkt, decentralisatie enerzijds en van cultuur hebben wij het idee dat daar onvoldoende reden is om zo n regionale agenda te blijven voeren. Van duurzaamheid weet ik ook niet of dit een zacht thema is. Inzake duurzaamheid en economie heb ik niet het idee dat een regionale agenda - met regionale kracht- op dit moment toegevoegde waarde heeft. Nu willen we wel graag toetsen of u dit ook vindt. Dus die indeling herken ik niet helemaal. Het Regiobestuur zou wel graag willen horen geef ons een duidelijke opdracht voor vier jaar, zorg ook dat we goed verantwoording afleggen en daar ook mee geconfronteerd worden: politieke controle. En evalueren na een dergelijk termijn of je dit wilt blijven doen. Dan kan je en meters maken, maar ook lerend blijven in je eigen proces. Mevrouw Den Hartog bij interruptie: begrijp ik het dan goed dat u 16

zegt laten we als Drechtstedenbestuur een RMJP maken met een aantal duidelijk benoemde aandachtsvelden, zoals economie, onderwijs, wonen, arbeidsmarkt, want dan brengen we focus aan en hebben we met elkaar veel meer begrip en kunnen controle uitvoeren en bekijk dan nog eens welke onderwerpen je regionaal zou willen behandelen? Dat maakt het voor ons allemaal veel makkelijker te behappen en inzichtelijker. Is dat correct? De heer Blase bevestigt dit. De voorzitter: ik kijk even of er nog mensen zijn die nog niet aan bod zijn geweest, maar dat nog willen. Nee, de toelichting van de heer Blase is voldoende geweest. We gaan nu met elkaar in debat. De heer Lichtenberg: in dat geval heb ik nog een vraag, met name over het onderwerp delegatie. Ik lees in de voorzet voor de discussie dat op een aantal onderwerpen wordt voorgesteld - met name in de harde kant en dan noem ik even infrastructuur en economie - om daar de bevoegdheid van regionale coördinatie naar delegatie te verleggen. Wat is de inhoudelijke argumentatie die het Drechtstedenbestuur daarbij voor ogen heeft? Wat maakt dat delegatie daar meer nodig is dan regionale coördinatie? De heer Blase: je moet in dat domein - dat is waar ik net ook al even aan refereerde omdat collega De Bruin dat ook al eerder heeft ingebracht- onderscheid maken: wat wil je wel en wat wil je niet delegeren? De bestuurders die ik gesproken heb, zeggen zodra zich iets heel erg op lokaal grondgebied afspeelt, zou men moeten willen coördineren en niet delegeren. Zodat je niet lokaal grondgebiedbevoegdheden overdraagt. Dus dat is zo n element, dat je volgens mij niet zou moeten delegeren. Maar op het moment dat het te maken heeft met de economie voor het hele gebied, dan zou je dat wel kunnen doen. Visievorming zou dus wat meer in de coördinerende sfeer belanden, maar bij de uitvoering zou je er voor kunnen kiezen, om projecten die bijvoorbeeld op meerdere grondgebieden liggen, met bevoegdheden el al over te dragen voor de duur van het project. Ik ben maar even heel concreet. Op het gebied van de arbeidsmarkt heb je vaak te maken met zaken die je met onderwijspartners ook wilt doen, dat zou zich ook goed kunnen lenen voor gedelegeerd optreden. De heer Lichtenberg: ik snap de voorbeelden, maar probeer het voor mezelf even scherp te hebben. Zoals ik het meen te lezen, is dat we bevoegdheden soms zouden moeten willen delegeren om juist vanuit de Drechtsteden een krachtige vuist richting extern (Rijksoverheid, provinciale overheid) te maken. Dat gaat buiten het grondgebied/de inwoners zelf om, het gaat meer naar de externe partijen. Zo heb ik dat gelezen en dat daar delegatie meer gewenst zou zijn dan alleen maar regionale coördinatie, om juist die vuist daarin te maken. Of zie ik dat dan verkeerd? De heer Blase: Ja en bij die externe partijen zou ik dan nog toevoegen: die regionale partners, die niet per se in de provincie zitten, maar bijvoorbeeld een onderwijsinstituut dat over onze hele regio actief is. Maar met die toevoeging ben ik het verder met u eens. Daar waar ik het net over grondgebied had, daar waar het raakt aan bestemmingsplannen, moeten we niet de indruk wekken dat we daar met gedelegeerde bevoegdheden willen werken. Daar 17

zou je wel kunnen coördineren, om in afstemming te komen over wat je qua bedrijventerreinen of woningbouw zou willen ontwikkelen. Maar dat moet altijd wel weer landen - althans dat is de gedeelde opinie - in lokale bevoegdheden. En dat je daar dus geen delegatie zou toepassen. Dat is wat ik een verstandige kijk vind op wat je delegeert en wat niet. De heer Lichtenberg: een laatste vraag, die hier voor mij aan is gekoppeld, daarom stel ik deze ook zo. Omdat er nu één onderwerp is en de heer Blase haalde dat zelf al aan, dat wij met elkaar gedelegeerd hebben, dat zit hem in het sociale domein. En de afgelopen vier jaar - maar dat is een indruk die ik persoonlijk heb - heb ik wel gemerkt bij veel Drechtraadsleden dat dit wat onbevredigend is, omdat daarmee feitelijk elke invloed die je als (Drecht)raadslid hebt feitelijk verdwenen is. We kunnen in de Carrousel met een portefeuillehouder wat van gedachten wisselen over het sociale domein, maar heel veel verder dan dat komen we niet. Als de argumentatie die u nu hanteert voor de delegatie in het fysieke domein zo wordt neergelegd, zou toch ook de vraag aan de orde kunnen zijn vanuit het DSB of je juist vanuit dat sociale domein niet meer terug moet vanuit delegatie naar regionale coördinatie. Zeker ook gezien de decentralisatieoperaties. De heer Blase: ik heb niet voor niets dat voorbeeld genoemd. Overigens kan ik dat ook redelijk makkelijk noemen, ook omdat ik daarmee een wat andere opvatting formuleer dan ik van veel raadsleden hoor. De discussie zal je echt moeten voeren, omdat dat gevoelen dat u verwoordt zo gevoeld wordt. Ik heb het gevoel dat in het sociale domein de spanning vaker wordt gevoeld tussen de bevoegdheden, tussen het algemeen bestuur van de GAB en het dagelijks bestuur. En dat in de verdeling van die twee wel eens een spanning zit. Overigens is dat ook een relevante discussie, wat heb je als AB bij het DB belegd en vind je dat je die knip goed gelegd hebt? Ik heb het idee dat in dat sociale dienst domein, die discussie daar wat meer over gaat dan regionaal lokaal. Die kun je ook tegen het licht houden, waarom niet? Ik bedoel: je wilt naar een optimum en voor welk domein geldt dat? Over het algemeen is het gevoelen, dat het voor het arbeidsmarktbeleid wel weer nuttig zou zijn hier een regionale visie op te formuleren. Dat heb ik net ook geprobeerd toe te lichten. De voorzitter: hartelijk dank voor de uitgebreide beantwoording en toelichting. Ik denk dat we hiermee verrijkt zijn en onze eigen discussie ook beter kunnen voeren. Ik kijk even naar de situatie nu: ik denk dat we twee dingen kunnen doen. De rest van de discussie beperken tot de hoofdlijnen (o.a. de brief van het college). Het zou ook zo kunnen zijn dat er met de informatie die we vanavond hebben gekregen en de brief van 23 december die we hebben gelezen, een stukje duidelijkheid is gekomen over de besluitvormingstermijn, dat is nu ook helder. Natuurlijk is er nog wel de noodzaak om te komen tot een overdrachtsdocument. Doen we hier vanavond nog wat aan of maken we een agenda, waarbij de resterende punten aan de orde kunnen komen? Ook met betrekking tot de discussie van een paar maanden geleden die niet helemaal uit de verf is gekomen, die de heer Lichtenberg genoemd heeft. Ik zou me ook kunnen voorstellen dat het college in het kader van de voorbereiding van 18

de besluitvorming komt met een uitgewerkt definitief voorstel, waar men alles tegen het licht houdt en deze discussie op waarde schat. Ik laat het aan u over om dat goed te vinden of iets anders te willen. Mevrouw Den Hartog: dank voor uw poging om het wat meer helder en duidelijk in kaders te zetten. Ik ben vanavond wel verrast door de gang van zaken en manier waarop het geagendeerd is. Het staat weliswaar in de agenda bij de Drechtsteden, maar niet dat we dit op deze manier met een presentatie en discussie zouden behandelen en dat we ook inhoudelijk met elkaar in discussie zouden gaan. Daarnaast hebben we net de discussie al gehad met de heer Lichtenberg over de eerdere sessie, die we dit voorjaar gehad hebben, die op onderdelen best leuk was. Aan de andere kant vloog het alle kanten op en iedere werkgroep had een eigen invulling. Dit zouden we veel beter moeten doen. Ik heb ondertussen de brief van het college gelezen en het verbaast me dat er twee standpunten zijn. In ieder geval dat de burgemeester zijn eigenstandige aanvulling heeft, waarvan ik me afvraag of die ook door het college gevolgd wordt. Maar dat even terzijde. Mij lijkt het beter - ook gezien de kwaliteit en inhoud van de discussie - dit goed voorbereid door te schuiven naar 3 februari. Dit zodat iedereen weet wat er van hem/haar verwacht wordt. Nu is alles erg onduidelijk. De heer Lichtenberg: ik heb mijn voorstel al gedaan. Ik zou er, behalve de datum van 3 februari, wel een extra avond aan durven wijden met een bredere betrokkenheid dan alleen de commissie ABZ. En ik kan mij ook voorstellen dat daar vanuit het college nog een voorzet voor gegeven wordt, zodat we dat én én doen. Het onderwerp is belangrijk genoeg om alle krachten daarin te benutten. De heer Stremler: ik ben het eens met de heer Lichtenberg, zeker - wat ik ook wel mis met een voorstel vanuit het college. Daarom heb ik ook gevraagd om toelichting op de brief van het college. Die hoop ik wel te krijgen vanavond, zodat ik daar ook mee richting de Carrousel kan en mezelf kan voorbereiden. De heer Van der Valk: ik denk dat het goed is om hier een extra avond aan te wijden. Ik denk alleen dat het wel goed is, dat er nu op de brief van het college wel een stukje toelichting gaat komen. Zodat het in ieder geval duidelijk is en geen discussie gaat geven. De heer Rietveld sluit zich wat betreft de conclusie aan bij de woorden van mevrouw Den Hartog. Hij is voor een raadsbreed debat op 3 februari. Mevrouw Vos sluit zich aan bij de heer Rietveld en mevrouw Den Hartog, mee eens. (De heer Lammers heeft geen mening.) De voorzitter: de behoefte bestaat van de burgemeester een toelichting te krijgen op zijn standpunt, zoals verwoord in de brief van 23 december. Hij stelt voor dat de brief van het college en de toelichting geagendeerd wordt voor 3 februari, waarbij het verschil tussen standpunten dan ook toegelicht kan worden. De heer Stremler begrijpt deze voorkeur (in de huidige situatie) en 19

gaat hiermee akkoord. 10. Regionale aangelegenheden (overig); a. Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid; b. Alblasserwaard-Vijfherenlanden. Er zijn geen opmerkingen en/of vragen. Ph CJMdB Ph CK 11. Rondvraag. De heer Lichtenberg informeert hoe de jaarwisseling is verlopen en vraagt of de burgemeester zich aansluit bij het pleidooi van het genootschap van burgemeesters, om toe te groeien naar het verbod op vuurwerk. De burgemeester geeft aan dat de jaarwisseling - afgezien van een enkel incident - relatief rustig is verlopen. Vooralsnog lijkt de schade mee te vallen, verwacht wordt dat dit tussen de 10.000,- en 15.000,- zal liggen. Door preventieve inzet (van politie, brandweer en gemeentelijke instellingen die samenwerken) konden veel incidenten worden voorkomen. In het centrumgebeid was een goedwerkend vuurwerk - en alcoholverbod afgekondigd. Hij zou op zich een voorstander zijn van het geconcentreerd op bepaalde plekken laten afsteken van vuurwerk door professionals. Hij spreekt zijn zorg uit over de ieder jaar toenemende zwaarte van het vuurwerk. Er zijn verder geen vragen. 12. Sluiting. Er zijn verder geen bijzonderheden en de voorzitter sluit de bijeenkomst, onder dankzegging aan eenieder voor diens inbreng, om 22.45 uur. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de commissie Algemene Bestuurlijke en financiële Zaken op 03 februari 2014, A.P.M.A.F. Bergmans (griffier) A. van der Stelt (voorzitter). Actiepuntenlijst commissie Algemene Bestuurlijke en financiële Zaken (zoals deze luidt na de vergadering op 06-01-2014) Cie-datum Omschrijving Status 20