Beleggingsvisie. Jaargang 16 - November 2013. Langetermijnscenario s 2014-2017. Wereldhandel



Vergelijkbare documenten
Beleggingsvisie. Jaargang 16 - November Langetermijnscenario s Wereldhandel

Welkom bij het webinar over de beleggingsresultaten van de Life Cycle Fondsen van Aegon PPI in het derde kwartaal van 2015

Als de Centrale Banken het podium verlaten

Waarom loopt de economie nog steeds niet echt lekker? Michiel Verbeek, 2 december 2015

Samenvatting Economie Internationale handel

Care IS klantbijeenkomst. Hotel Van der Valk oktober 2015

Veranderingen in de internationale positie van Nederlandse banken

Beleggingsthema s What a difference a day makes (1975), Dinah Washington

Handelsstromen Rozenstruiken 2009 / 14. Zoetermeer, Maart 2009 Peter van der Salm Productschap Tuinbouw, Afdeling Markt en Innovatie

Valutamarkt. De euro op koers. Havo Economie VERS

Welkom bij webinar over beleggingsresultaten van de Life Cycle Fondsen van Aegon PPI over het eerste kwartaal 2016

Samenvatting Economie Internationale Handel

Internationale Handel. HOVO 2016 College 3 Dr. Hein Roelfsema

Examen HAVO. Economie 1

Examen economie thema 2 deel 1 Theorie thema 2: Produceren voor de wereldmarkt

Internationale varkensvleesmarkt

Het Nederlandse geldstelsel is als een timmerman zonder hamer

Een internationale analyse van het saldo van de lopende rekening van de betalingsbalans,

Samenvatting Economie Lesbrief Internationale handel

Internationale handel visproducten

Eindexamen economie vwo II

Presentatie beleggingsresultaten over eerste kwartaal van 2017 van de Life Cycle Fondsen van Aegon PPI. Bas Endlich Jacob Vijverberg 1

Economie in 2015 Kans of kater?

Handels- en investeringscijfers Verenigd Koninkrijk-Nederland 1

Landenanalyse H4. Week 1 Landenrisico

Antwoorden Economie Handel

Terugblik. Maandbericht april 2018

Oktober Macro & Markten. 1. Rente en conjunctuur :

DOUBLEDIVIDEND OUTLOOK 2015 KWALITEIT ONAFHANKELIJK BETROKKEN

ECONOMIE. Begrippenlijst H7 VMBO-T2. PINCODE 5 e editie vmbo-kgt onderbouw. Bewerkt door D.R. Hendriks. Sint Ursula Scholengemeenschap, Horn

UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2002-I VAK: ECONOMIE 1,2

Van Lieshout & Partners Nieuwsbrief 1 e kwartaal 2019

Care IS klantbijeenkomst. Hotel Van der Valk april 2016

Tabel 1: Economische indicatoren (1)

Handels- en Welvaartseffecten van Vrijhandelsakkoorden

Handels- en investeringscijfers Ierland-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Zwitserland-Nederland 1

De buitenlandse handel van België

Profit. Europa is een van s werelds meest welvarende regio s. en heeft een van de grootste interne markten. Deze

Handels- en investeringscijfers Spanje-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Zuid-Afrika-Nederland mei 2019

Terugblik. Maandbericht mei 2018

Handels- en investeringscijfers Australië-Nederland 1

Perspectief Mid Year Update Economie & Beleggingsstrategie Ineke Valke

Handels- en investeringscijfers Verenigde Arabische Emiraten- Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Canada-Nederland 1

Conjunctuur enquête. Technologische Industrie Nederland

Hoofdstuk 27 Landenrisico

Statistisch Magazine Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012

Deel 3. Wat doet de Europese Unie? 75

Handels- en investeringscijfers Zuid-Korea-Nederland 1

Innovatie, modernisering, goede scholing - een land levert dan goede kwaliteit. Afnemers; goede verhouding prijs en kwaliteit

Handels- en investeringscijfers Duitsland-Nederland 1

Onderzoek gunstige prijsligging.

Valutamarkt. fransetman.nl

Marktontwikkelingen varkenssector

Michiel Verbeek, januari 2013

Ontstaan van de EU Opdrachtenblad Schooltv-beeldbank

Buitenlandse handel. Europese Schoolagenda De volgende pagina s zijn afkomstig uit de Europese Schoolagenda 2009/2010.

Internationale handel H7 1. Internationale handel. Waarom importeren: Waar komt het vandaan?

Marktwaardedekkingsgraad per 31 maart 2014: 128,6%, een toename van 3,3%-punt ten opzichte van 31 december 2013.

Exportstatistiek Bloemkwekerijprodukten FEBRUARI 2012

Handels- en investeringscijfers Hongarije-Nederland 1

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag. Datum 13 november 2015 Betreft Impact van TTIP op lage-inkomenslanden

Handels- en investeringscijfers Luxemburg-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Zweden-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers België-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Bulgarije-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Italië-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Frankrijk-Nederland 1

Eindexamen vwo economie 2014-I

Internationale Economie. Doorzettend, maar mager groeiherstel, veel neerwaartse risico s

UIT arbeidsdeling

27 april 2010 Emerging Markets Monthly Report

De Toekomst van Europa. Hovo 2017 College 6 (6 november) Dr. Hein Roelfsema

Handels- en investeringscijfers Estland-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Mexico-Nederland 1

= de ruilverhouding tussen 2 munten De wisselkoers is de prijs van een buitenlandse valuta uitgedrukt in de valuta van het eigen land.

Handels- en investeringscijfers Libië-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Israël-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Ivoorkust-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Marokko-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers China-Nederland 1

De groei van de wereldeconomie wordt gemeten aan de hand van de groei van de nationale productie van alle landen in de wereld

Handels- en investeringscijfers Noorwegen-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Pakistan-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Slowakije-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Nigeria-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Chili-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Tunesië-Nederland 1

Hieronder volgt een chronologisch overzicht van de ontwikkelingen van de handelsstromen. Verder in dit werkstuk

Handels- en investeringscijfers Portugal-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Rusland-Nederland 1

Terugblik. Maandbericht maart 2018

Handels- en investeringscijfers Kroatië-Nederland 1

Export-update Noord- en Zuid-Amerika - juli 2014

Eindexamen economie 1 havo 2000-I

Handels- en investeringscijfers Griekenland-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Polen-Nederland 1

Transcriptie:

Beleggingsvisie Jaargang 16 - November 2013 Langetermijnscenario s 2014-2017 Wereldhandel

Colofon Auteurs: Rogier van Aart Olaf van den Heuvel Robert Jan van der Mark Jacob Vijverberg Redactie: Henk Eggens Menso van Leeuwen Robert Jan van der Mark Hendrik Jan Tuch Ontwerp Vormplan design, Amsterdam Drukwerkbegeleiding Centraal Print Management, Hennie Poortinga Oplage 1.500 exemplaren Redactieadres Postbus 70 2591 CB Den Haag Telefoon (070) 344 8756 E-mail: info@aegonpensioen.nl Website www.aegon.nl Inhoudsopgave Voorwoord 3 Winnaar in de categorie Mixfondsen EUR Neutraal AEGON Investment Management B.V. is geregistreerd bij de Autoriteit Financiële Markten (AFM). Deze informatie is met zorg samen - gesteld en er is naar gestreefd de informatie juist en zo volledig mogelijk te publiceren. Onvolkomenheden als gevolg van menselijke vergissingen kunnen echter voorkomen, waardoor gegevens en calculaties kunnen afwijken. Aan de verstrekte informatie en berekende waardes kunnen geen rechten worden ontleend. Mocht u op basis van de gegevens verplichtingen met financiële consequenties aan willen gaan, dan raden wij u aan om contact op te nemen met uw financieel adviseur. De verstrekte informatie is aan wijziging onderhevig. Auteursrechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag zonder schriftelijke toestemming van de rechthebbenden worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotografie, microfilm of anderszins. Dit is ook van toepassing op de gehele of gedeeltelijke bewerking. 1. Inleiding 5 2. Wereldhandel door de eeuwen heen 6 3. Het verband tussen handel en economische ontwikkeling 11 4. Hoe overheden de wereldhandel beïnvloeden 15 5. Onze verwachtingen voor de wereldhandel 21 6. Economische scenario s 26 7. Verwachte rendementen 37 8. Terugblik 46

Voorwoord Beste lezer, Voor u ligt alweer de dertiende editie van de langetermijnscenario s. Inmiddels mag dus wel gesproken worden van een traditie. Jaarlijks spreken mijn collega s van Aegon Asset Management zich uit over de economische groei en de vooruitzichten voor de financiële markten. Vijf jaar na het hoogtepunt van de kredietcrisis is een mooi moment even de balans op te maken (hetgeen dan ook veelvuldig gebeurde in de diverse media). Hoe staan we er nu voor? Welke verwachtingen zijn er voor de komende vier jaar. In deze Beleggingsvisie bekijken we onder andere of de door de verschillende regio s ingezette koers succesvol kan zijn. Waar onze beleggingsstrategen vorig jaar de betekenis van vergrijzing voor economische groei onder de loep namen, staat dit jaar de wereldhandel centraal. Een positief thema, omdat wereldhandel een aanjager kan zijn voor de zo gewenste economische groei. Maar dit geldt pas echt als er aan een aantal voorwaarden is voldaan. Denk bijvoorbeeld aan het wegnemen van handelsdrempels. Schattingen voor de opbrengst van het wegnemen van handelsbarrières lopen uiteen van 300 tot 1.000 miljard dollar. Een oproep aan de politiek om de markten meer vrij te geven is, als je deze cijfers leest, op zijn plaats. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de verwachtingen voor de onderhandelingen over het grootste vrijhandelsakkoord ter wereld tussen de EU en de Verenigde Staten zo hooggespannen zijn. Ik wens u veel leesplezier met deze Beleggingsvisie. Heiko Hoogendijk Commercieel directeur Business Line Pensioen 3

Samenvatting Gedurende 2013 bleven de zorgen over economische groei overeind. In het afgelopen jaar werd het nieuws gedomineerd door politieke strubbelingen. Denk hierbij aan de vermeende corruptie in Spanje, een uiteenvallend kabinet in Portugal, maar ook de onrust die rond de verkiezingen in Italië ontstond. Daarnaast werd Cyprus gered van een faillissement door Europa en werd de Nederlandse SNS bank genationaliseerd. Ondertussen gaan de stappen richting een Europese bankenunie gewoon door. Ook in de Verenigde Staten stond de politiek centraal; het duurde telkens tot de laatste minuut voor er overeenstemming werd bereikt over onderwerpen als de fiscal cliff, sequestor en debt ceiling. Naast de genoemde ontwikkelingen lieten onder andere Abenomics in Japan, de installatie van Ji Xinping als president in China en het conflict in Syrië de financiële markten niet onberoerd. Als tegenwicht aan de structurele problemen zoals de vergrijzing, gaan we dit jaar dieper in op de wereldhandel. De wereldhandel biedt namelijk kansen om de productiviteit te verhogen. En daarmee een positieve impuls te geven aan de economische groei. Onze macro-economische voorspellingen gaan uit van een cyclisch herstel van de economische groei. De hervormingen binnen Europa beginnen hun vruchten af te werpen. Ook in de Verenigde Staten vordert het economisch herstel gestaag en zorgen de dalende werkloosheid en stabiliserende huizenmarkt voor een toenemend vertrouwen. Het negatieve scenario waarin het nieuwe beleid van Japan uitloopt op hyperinflatie en hiermee de rest van de wereldeconomie stort in een nieuwe recessie geven we weinig kans (10%). Ook een positief scenario waarin een sprong van de investeringen in de Verenigde Staten zorgen voor een algeheel herstel geven we weinig kans (10%). Met name de rendementen op vastrentende waarden zijn laag. Dit komt omdat we verwachten dat de rente langzaam zal oplopen door het economisch herstel. Het resultaat is dat veel vastrentende beleggingen slechts een minimaal positief rendement zullen laten zien. Binnen vastrentende waarden zijn we positief op ABS en hypotheken. Voor grondstoffen verwachten we een gematigd rendement, aangezien de verwachte inflatiedruk beperkt blijft. Op aandelen en private equity zijn we redelijk positief. Gemiddeld 4-jaars rendement Basisscenario (80% kans) Negatief scenario (10% kans) Positief scenario (10% kans) Staatsobligaties (Core Eurozone) 1,00% 2,30% -0,70% Bedrijfsobligaties (EU Investment grade) 1,40% 1,30% 1,30% Bedrijfsobligaties (EU High yield) 0,40% -2,20% 2,00% Emerging market debt 1,00% 1,00% 2,80% Hypotheken 3,80% 4,20% 1,90% Asset Backed Securities 2,60% -1,20% 4,10% Aandelen wereldwijd 5,60% -9,10% 15,00% Beursgenoteerd vastgoed 4,10% -12,70% 8,00% Private equity 6,50% -10,80% 18,60% Hedge funds 2,80% -1,80% 6,80% Grondstoffen 3,70% -3,80% 19,70% Basisscenario (80% kans) Groei BBP VS Eurozone VK Japan China 2014 2,8 1,4 1,7 1,8 6,4 2015 2,9 1,7 2,2 1,3 5,9 2016 2,4 1,2 1,6 1,1 5,9 2017 1,8 0,8 1,2 0,6 6 Negatief scenario (10% kans) Groei BBP VS Eurozone VK Japan China 2014 2,3 1,2 1,2 0,2 3,4 2015-2,8-3,9-2,9-5,6-2,6 2016 1,2-1,2-0,4 0,8 5,1 2017 1,9 0,9 1,4 1,1 5,2 Positief scenario (10% kans) Groei BBP VS Eurozone VK Japan China 2014 3,5 2,5 2,5 2,5 7,6 2015 3,7 3,9 3,1 2,4 7 2016 3,5 3,1 2,4 2 6,8 2017 2,8 2,6 2,4 1,4 6,5 4

1. Inleiding De economische groei zal de komende jaren structureel op een lager niveau dan de afgelopen decennia liggen. Die conclusie trokken we vorig jaar in de Beleggingsvisie Langetermijnscenario s. Onze argumenten? De krimpende beroepsbevolking als gevolg van vergrijzing. En de afbouw van schulden, waardoor investeringen en consumptieve bestedingen onder druk liggen. Kansen grijpen Ondanks onze voorspelling liggen er toch kansen om de groei op een redelijk niveau te houden. Maar die kansen moet de huidige generatie dan wel grijpen. De oplossing zit hem in de productiviteit per werknemer. Die moet significant omhoog. Dan is ook bij een krimpende beroepsbevolking meer groei mogelijk. Wereldhandel, economische groei en financiële markten In deze uitgave leggen we de focus op wereldwijde handel. In onze ogen is een efficiëntere wereldhandel op lange termijn de motor voor de ontwikkeling van en kansen voor economische groei. Dan moet wel worden voldaan aan een drietal randvoorwaarden: comparatieve kostenvoordelen, lagere logistieke kosten en het verdwijnen van handelsrestricties. Het verhaal over wereldhandel Hoe kijken we in deze uitgave naar de wereldwijde handel? Allereerst duiken we in de geschiedenis om te zien hoe belangrijk handel door eeuwen heen is geweest. Daarna leren we wat de theorie zegt over de relatie tussen handel en economische groei. En laten we zien hoe overheden de handel beïnvloeden. We eindigen het verhaal met onze verwachtingen voor de wereldhandel vanuit macro-economisch perspectief. Visie en verwachtingen Naast het verhaal over de wereldwijde handel vindt u in deze speciale uitgave van de Beleggingsvisie zoals ieder jaar onze macro-economische visie op de komende jaren. We schetsen drie langetermijnscenario s (Hoofdstuk 6) en geven op basis daarvan onze verwachtingen voor de rendementen per beleggingscategorie (Hoofdstuk 7). Ook kijken we nog even terug naar onze voorspelling van vorig jaar (Hoofdstuk 8). 5

2. Wereldhandel door de eeuwen heen Handel is zo oud als de mensheid zelf. Etenswaren, gereedschappen en andere producten en diensten ze worden al sinds jaar en dag tegen elkaar geruild binnen leefgemeenschappen. Nog interessanter is het te zien hoe de handel niet bínnen maar tússen groepen plaatsvond. Over langere afstanden. Die handel heeft zich enorm ontwikkeld. Tegenwoordig zijn we zelfs zover dat fruit uit verre landen in onze supermarkt ligt, precies op het moment dat het rijp is. Appels uit Nieuw-Zeeland. Wijn uit Chili. Parmezaanse kaas uit Italië. Een gemiddelde boodschappentas uit de supermarkt bevat producten uit alle hoeken van de wereld. Welke ontwikkelingen dragen en droegen bij aan het huidige, toegenomen handelsverkeer? Zijn dit onstuitbare ontwikkelingen of kan er zomaar een eind aan komen? En heeft de toegenomen handel alleen maar positieve effecten? Om die vragen te beantwoorden, duiken we eerst in de geschiedenis. Terug naar de oudheid Een eerste voorbeeld van handel waarvan gegevens bestaan, komt uit de oudheid: de handel in lavaglas bruikbaar als mes of speerpunt en afkomstig uit vulkanen. Vindplaatsen uit de prehistorie geven aan dat de hoeveelheid lavaglas snel afneemt naarmate de afstand tot een vulkaan toeneemt. Dit leert ons dat het in die tijd veel moeite kostte om te reizen en spullen (zoals lavaglas) te verhandelen. Pas met de komst van innovaties, zoals de eerste boten, begon het vervoer van producten over langere afstanden. De Zijderoute Het is waarschijnlijk de meest bekende handelsroute Pre-historische speerpunt van lavaglas 6

uit de geschiedenis: de Zijderoute. Een netwerk van karavaanroutes door Centraal-Azië, waarlangs men gedurende vele eeuwen handel dreef tussen China en het oosten van Azië enerzijds en het Midden-Oosten en het Middellandse Zeegebied anderzijds. Het is fascinerend om te bedenken dat voor zover bekend geen enkele Romein in China is geweest. Terwijl Chinese zijde toch een gewild product was in Rome. Meerdere tussenpersonen zorgden ervoor dat de zijde uiteindelijk in Europa terecht kwam. Geen eenrichtingsverkeer De mate waarin de Zijderoute door de eeuwen heen gebruikt is, wisselt sterk. Innovaties en veiligheid langs de route waren bepalend voor het succes van de handel. De opkomst van het Romeinse Rijk zorgde voor meer stabiliteit over een groot deel van de Zijderoute. Men beweert wel eens dat het succes van de Zijderoute de ondergang van het Romeinse Rijk heeft bespoedigd. Dit is vanwege de grote uitstroom van goud om de importen te betalen (een mooi voorbeeld van een land met een langdurig tekort op de lopende rekening zoals nu in de Verenigde Staten). Of dit echt zo is, is lastig te bewijzen. Wat wel vaststaat, is dat de goederenstroom absoluut geen eenrichtingsverkeer was. Peper, zijde en andere specerijen stroomden van oost naar west. Lood, tin, koper, wijn en glaswerk gingen juist van west naar oost. Beide partijen profiteerden dus van de handel. Door de neergang van het Oost-Romeinse Rijk en de ontwikkeling van betere schepen nam de handel over de Zijderoute uiteindelijk sterk af. Opkomst van de Hanzesteden Het Hanze samenwerkingsverband een netwerk van meer dan 70 steden is een schoolvoorbeeld van handel. De steden die deel uitmaakten van dit netwerk, ook wel de Hanzesteden genoemd, hadden maar één doel: samen spullen kopen en verkopen. Handel dus. Aan het eind van de 14e eeuw waren de Hanzesteden op het hoogtepunt van hun macht. Ze stonden niet onder de controle van lokale edelen en waren in die zin dus vrij. Wel hadden ze een alliantie met de keizer van het Heilige Roomse Rijk. Successen De steden probeerden handelsrestricties op te heffen. Tegelijkertijd streefden ze een monopoliepositie na op hun eigen handelsroutes. Lange tijd waren ze hier zeer succesvol in. Ze controleerden met name de handel in hout, graan en huiden langs de Noordzee en de Baltische Zee. De Hanzesteden verstonden de kunst om goede schepen te bouwen. Hiermee konden ze efficiënter handel drijven; bovendien verdienden ze aan de verkoop van schepen door heel Europa twee vliegen in één klap. Handelskaravaan op de Zijderoute 7

Ondergang Er ontstonden echter ook oorlogen. Een voorbeeld is die tussen de Hollandse en Zeeuwse Hanzesteden én de Pruisische Hanzesteden. De Hollanders en Zeeuwen wisten uiteindelijk vrije toegang af te dwingen tot de Baltische handel. Maar door interne twisten en andere oorlogen met rivaliserende landen werd uiteindelijk het monopolie van de Hanzesteden gebroken. De Verenigde Oost-Indische Compagnie Eerder zagen we het al: innovaties stimuleerden de handel. Ook de opkomst en het succes van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) was te danken aan innovaties. Onder meer verbeteringen in de scheepsbouw, waardoor men op grotere schaal schepen kon bouwen. Daarnaast droeg de beursnotering van de VOC bij aan het succes. De VOC kon hierdoor veel kapitaal ophalen én risico s konden zo worden gedeeld door meerdere beleggers. Slim plan Bij de start van de VOC bleken handelspartners in Azië niet geïnteresseerd in Europese goederen, op zilver en goud na. Maar die waren in Europa ook zeer schaars. Jan Pietserszoon Coen had een succesvol idee: eerst handelen binnen Azië, om vervolgens met de winst de specerijenhandel met Europa te financieren. De VOC was zo betrokken bij de Aziatische handel tussen landen als India, Japan en China, bijvoorbeeld in porselein, zijde, zilver en koper. Ondergang Net als de Hanzesteden streefde de VOC een monopolie na, zodat de winsten hoog konden blijven. Dit bleek uiteindelijk niet houdbaar toen ook veel andere landen en bedrijven zich op de handel met het Oosten stortten. Bovendien was de VOC in de loop der jaren een logge, bureaucratische en corrupte organisatie geworden. In 1798 ging de Verenigde Oost-Indische Compagnie dan ook failliet. 1e Globalisatieperiode handelsvolumes nemen snel toe De periode tussen het midden van de 19e eeuw en de Eerste Wereldoorlog wordt ook wel de 1e globalisatieperiode genoemd. Niet helemaal terecht, aangezien globalisering een proces is dat al duizenden jaren bezig is en met vallen en opstaan gepaard gaat. Toch springt deze periode eruit, omdat de handelsvolumes snel toenamen. Er waren in deze periode dan ook weinig restricties op de handel. Hoogtepunt Vlak vóór de Eerste Wereldoorlog uitbreekt, bereikt de wereldhandel een hoogtepunt van ongeveer 17% van het BBP. De econoom Keynes verwoordde deze periode zeer welbespraakt: An inhabitant of London could order by telephone, sipping his morning tea in bed, the various products of the whole earth, in such quantity as he might see fit, and reasonably expect their early delivery upon his doorstep. 8

Terugval door oorlogen of depressies Na het hoogtepunt in de 1e globalisatieperiode zakte de handel sterk in. De oorzaak? De twee wereldoorlogen en de grote depressie. Pas ver in de jaren 90 van de 20e eeuw bereikt de handel hetzelfde niveau als in 1913. Over het algemeen kunnen we stellen dat de wereldhandel een opgaande lijn laat zien (zie figuur 2.4). Maar de terugval door oorlogen of depressies kan enorm zijn en het kan decennia duren voordat deze tegenslagen zijn overwonnen. Figuur 2.4: Wereldwijde exporten 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0% Wereldwijde exporten exporten (% van (% BBP), van BBP), 1870-1870-2012 1870 1885 1900 1915 1930 1945 1960 1975 1990 2005 2e Globalisatieperiode beperkingen afgebouwd De periode na de Tweede Wereldoorlog noemt men de 2e globalisatieperiode. In deze periode bevinden we ons nog steeds. De handel neemt opnieuw sterk toe. Verschillende handelsverdragen bouwen beperkingen eerder ingevoerd tijdens de grote depressie en de Tweede Wereldoorlog weer af. En de Europese Gemeenschap en later de Europese Unie staan garant voor het vrije verkeer van goederen binnen Europa. China jaagt handel aan Een extra aanjager van de wereldwijde economische groei en handel zijn de hervormingen in China. Ingezet door Deng Xiaoping in 1978, maar met de grootste effecten in de jaren 90 van de 20e eeuw en het begin van de 21e eeuw. In tegenstelling tot de producten met een lage toegevoegde waarde die China aanvankelijk maakte, produceert het land steeds meer geavanceerde producten. Denk aan zonnepanelen, windmolens en zendmasten. In de internationale politiek is de handel met China herhaaldelijk een heet hangijzer. Eerst werd China ervan beschuldigd de eigen wisselkoers kunstmatig laag Interbellum opbouw van handelsrestricties In de jaren 20 van de 20e eeuw groeide de internationale handel hard. Drie factoren speelden een belangrijke rol: de opbouw van Europa na de Eerste Wereldoorlog, deregulatie in de Verenigde Staten, en het ruime monetaire beleid van de Amerikaanse centrale bank om de economie te stimuleren. Een crash van de aandelenmarkt in 1929 kondigde echter de grote depressie aan. Nog steeds is er veel discussie over de aanleiding hiervan en de fouten die zijn gemaakt. Maar over één ding is iedereen het eens: de opbouw van handelsrestricties heeft de crisis verergerd. Figuur 2.5: Neergaande spiraal van wereldhandel gedurende de grote depressie van de jaren 30 The contracting spiral of world trade, January 1929 - March 1933: Total imports of 75 countries (Monthly values in terms of old U.S. gold dollars [millions]). Februari March 1929 1930 1931 1932 1933 April May June Goudstandaard January 2.739 1.205 2.998 1.839 992 July Verschillende landen lieten in die tijd de goudstandaard los. Hierdoor deprecieerde hun wisselkoers, waardoor ze competitiever werden en meer konden exporteren. August December Landen die de goudstandaard wél handhaafden, voerden als reactie hierop hoge handelsrestricties in. Alles om hun September industrie te beschermen. Het gevolg: een sterk dalende wereldhandel (zie figuur 2.5). Alle partijen waren dus slechter af. November October (in millions of dollars) 9

te houden voor een betere concurrentiepositie. Westerse consumenten konden hierdoor relatief goedkoop Chinese spullen kopen. Als gevolg hiervan liepen de tekorten op de lopende rekening van met name de Verenigde Staten hard op. De afgelopen jaren is dit grotendeels hersteld, dus deze kritiek nam af. Toch is er nog steeds veel aan te merken op de handel met China. Bij-effect van de snelle groei is dat China regelmatig negatief in het nieuws komt vanwege barre arbeidsomstandigheden en de toenemende vervuiling. Maar er is ook een andere kant van de medaille: het land is erin geslaagd om in de afgelopen jaren 500 miljoen mensen uit de armoede te laten komen. We verwachten dat de Chinese economie een structurele verandering gaat doormaken op het gebied van de buitenlandse handel. Dit heeft te maken met haar export- en importstromen. De afgelopen decennia was het beleid van de Chinese overheid gericht op het stimuleren van export. Nu is het juist meer gericht op het stimuleren van binnenlandse vraag wat zal leiden tot hogere importen. Terwijl de onstuimige groei juist vooral in de exporten zat. Welke lessen leren we uit de geschiedenis? Blikken we terug op de geschiedenis, dan is er duidelijk een rode draad te ontdekken in de toename of afname van handelsstromen. Die rode draad bestaat uit drie observaties: 1. Comparatief voordeel is belangrijk Als meerdere partijen interesse hebben in een afzonderlijk product, gaat het comparatieve voordeel een rol spelen. Dit maakt het zinvol om te handelen. Bovendien gaan alle partijen hun best doen om zich verder te specialiseren en te innoveren, zodat zij hun comparatieve voordeel vergroten. En zo nog beter handel kunnen drijven. 2. Efficiënte logistieke verbindingen stimuleren handel Het is steeds goedkoper geworpen om producten over verre afstanden en op grote schaal te vervoeren. Diverse innovaties droegen hieraan bij. Van de domesticatie van de kameel die het mogelijk maakte om goederen ook door de woestijn te vervoeren tot de uitvinding van de zeecontainer duizenden jaren later, waardoor het veel goedkoper werd om veel verschillende soorten goederen te vervoeren. Efficiëntere methoden om producten te vervoeren en partijen bij elkaar te brengen, zorgen voor een daling van de handelskosten. Hierdoor kunnen meer producten verhandeld worden. 3. Het wegnemen van externe belemmeringen stimuleert handel Het opheffen van externe belemmeringen, zoals handelsrestricties, komt de handel ten goede. Naast handelstarieven is ook de veiligheid onderweg van groot belang. Reisde je in vroegere tijden alleen of stond je niet onder bescherming van de lokale heerser, dan riskeerde je het om onderweg beroofd of vermoord te worden. Veilig bevaarbare zeeën zijn een groot goed dat tonen de gijzelingen door Somalische piraten de afgelopen jaren weer aan. Als deze drie punten verbeteren, dan zal een toename van de handel het gevolg zijn. Dit zal zich vertalen in een hoger welvaartsniveau. 10

3. Het verband tussen handel en economische ontwikkeling In het vorige hoofdstuk zagen we dat al in de prehistorie handel werd bedreven. De afgelopen decennia is de wereldhandel verder uitgegroeid. Dat brengt interessante vragen met zich mee. Is de toegenomen handel een nuttige ontwikkeling? De mening hierover verschilt door de jaren heen. Nog niet zo heel lang geleden werd handel geassocieerd met de uitbuiting van arme landen, ten gunste van het rijke westen. Op dit moment wijst men juist op de rol van handel bij het terugdringen van armoede. Hieronder bespreken we enkele bekende theorieën over het nut van vrije handel. The Wealth of Nations Adam Smith (1723-1790), Schotse pionier op het gebied van de politieke economie, schreef het meesterwerk The Wealth of Nations. Dit bezorgde hem de titel vader van de moderne economie. Volgens Smith is de centrale gedachte achter de werking van de markt, dat elk individu werkt om een inkomen te hebben en zo zijn levensbehoeften te vervullen. Zonder dat het zijn intentie is, dient het individu daarbij vaak ook het publieke belang. Een in die tijd revolutionaire stelling van Smith was, dat bij een handelstransactie beide partijen voordeel genieten. Vóór die tijd was het uitgangspunt dat er bij iedere economische transactie maar één kant profijt had. Smith stelde: bij een vrijwillige transactie, waarbij een koper iets waardevols ruilt met een verkoper die iets anders heeft met waarde, winnen beide partijen. Dit komt doordat de koper de waar van de verkoper hoger schat dan wat hij in ruil daarvoor teruggeeft. Is dit niet het geval, dan zal de overdracht van goederen sowieso nooit plaatsvinden. 11

De Wet van comparatieve kostenvoordelen De Britse econoom David Ricardo (1772-1823) publiceerde in 1817 zijn Wet van comparatieve kostenvoordelen. Hiermee deed hij een waardevolle toevoeging aan het gedachtengoed van Smith. Kern van deze wet: bestaat er tussen twee landen een comparatief kostenverschil? Dan is het voor elk van die landen voordelig om zich te specialiseren in de productie van het goed waarin het de grootste kostenvoorsprong heeft óf de kleinste kostenachterstand. Zie het voorbeeld hierna. Zelfs wanneer een land (Zuidland in dit voorbeeld) in de productie van beide goederen (voedsel en kleding) een kostenachterstand heeft, geeft specialisatie en vervolgens handel toch een hogere opbrengst voor beide landen (Noordland en Zuidland). Met deze wet kan dus verklaard worden dat internationale handel voordelig is voor alle partijen. Ricardo doet hierbij de volgende aannames: arbeid is de enige primaire input van productie de relatieve verhouding tussen geleverde arbeid voor de productie van één eindproduct kunnen verschillende landen uitwisselen Voorbeeld Een voorbeeld van de werking van de wet van de comparatieve kostenvoordelen is als volgt. Noordland en Zuidland produceren beide 2 goederen: voedsel en kleding. Tegen gelijke kosten zijn de productievolumes van beide landen: Figuur 3.2: Productieniveau, 2 landen zonder handel Productie Voedsel Kleding Noordland 100 200 Zuidland 50 50 Totaal 150 250 Noordland heeft bij productie van beide goederen een absoluut kostenvoordeel. Voor Noordland geldt een dat 1 eenheid voedsel 2 eenheden kleding kost. Voor Zuidland geldt een dat 1 eenheid voedsel 1 eenheid kleding kost. In dit geval heeft Zuidland dus comparatief voordeel op het gebied van voedsel en zou dit land zich moeten richten op de productie hiervan. De gezamenlijke productiekracht is grafisch weergegeven in figuur 3.3. Figuur 3.3: Productiemogelijkheden, 2 landen inclusief handel Comparatieve kostenvoordelen - productie met handel Comparatieve kostenvoordelen - productie met handel 450 300 Productie Voedsel - Noordland Voedsel - Zuidland Kleding - Noordland Kleding - Zuidland 150 Minimale voedsel behoefte 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 Productiemogelijkheden Optimale keuze 12

Na handel hebben beide landen profijt van de specialisatie, ondanks dat Noordland een absoluut kostenvoordeel had bij beide goederen. Bij dezelfde productie van voedsel wordt nu meer kleding geproduceerd. De 50 extra eenheden kunnen worden verdeeld over de beide landen, waardoor de welvaart in beide landen stijgt. Figuur 3.4: Optimaal productieniveau, 2 landen met handel Productie na specialisatie Voedsel Kleding Noordland 50 300 Zuidland 100 0 Totaal 150 300 Heckscher-Ohlin Model De theorie van Ricardo is in de loop van de 20e eeuw meerdere malen aangevuld. In 1933 publiceerde de Zweedse econoom Bertil Ohlin een nieuw model, waarin hij naast de productiefactor arbeid ook de factor kapitaal toevoegde aan de vergelijking. Samen met Eli Heckscher was hij verantwoordelijk voor het Heckscher-Ohlin Model, waarvoor ze in 1977 de Nobelprijs voor de economie ontvingen. Dit model gaat ervan uit dat landen producten zullen exporteren die voortkomen uit in overvloed aanwezige (en dus goedkope) productiefactoren. Tegelijk zullen zij producten importeren die een beroep doen op schaarse (en dus relatief dure) productiefactoren. Een aanvulling op dit model gaven Samuelson en Stolper; zij verwerkten het effect van een prijsverandering van het eindproduct op de prijs van de input factoren die eerder nog statisch waren. Balassa-index voor specialisaties De wet van Ricardo en het Heckscher-Ohlin-Samuelson model komen uit op dezelfde conclusie: specialisatie zorgt voor een verhoging van het comparatieve voordeel en profijt voor alle handelspartners. Om de mate van specialisatie te meten, is de Balassa-index ontwikkeld. Deze werd in 1965 door de Hongaar Béla Balassa geïntroduceerd. Een Balassa-index hoger dan 1 voor een product geeft aan dat er sprake is van specialisatie in dat product. Een index lager dan 1 wil zeggen dat er geen specialisatie is. De Balassa-index wordt berekend door het percentage van één industrie binnen de totale export van een land te delen op het percentage van deze industrie binnen de totale export van de landen die gelden als referentie. Zie het voorbeeld hieronder. Voorbeeld 1 De Nederlandse uitvoer in een bepaald product wordt vergeleken met de uitvoer van de EU-15 exclusief Nederland. De Balassa-index voor granen voor het jaar 2009 wordt bijvoorbeeld als volgt berekend: Export van granen door Nederland: 397 miljoen euro (A) Totale export van Nederland: 309.359 miljoen euro (B) Export van granen door EU-15 exclusief Nederland: 9.916 miljoen euro (C) Totale export van EU-15 exclusief Nederland: 2.572.634 miljoen euro (D) Dan is de Balassa-index gelijk aan (A / B) / (C / D) = 0,3 De index in dit voorbeeld is kleiner dan 1. Nederland heeft dus geen uitvoerspecialisatie ten opzichte van de EU-15 lidstaten voor het exportproduct granen. 1 Bron: Voorbeeld afkomstig van website CBS 13

Gravity model Het zogenaamde Gravity model gebaseerd op de wet van de zwaartekracht van Newton voegt een extra dimensie toe aan de handelsmodellen die we hiervoor bespraken. Dit model weegt ook de afstand tussen landen en regio s mee bij het berekenen van het profijt dat landen via handel behalen. Een grotere afstand tussen handelspartners heeft een negatief effect op het voordeel van de handel. Actuele ontwikkeling Voorbeelden van deze theorie zien we op dit moment om ons heen. Zo is het voor bedrijven in de Verenigde Staten steeds minder rendabel om in China te produceren. Er is nog altijd een verschil in arbeidskosten, maar dit wordt kleiner en weegt niet langer op tegen de logistieke kosten. Veel bedrijven halen daarom de productiefaciliteiten terug naar eigen land om de afstand tot de eindconsument te verkleinen. Neo-klassieke theorie De neo-klassieke kijk op handel gaat uit van de rationele consument die op zoek is naar maximalisatie van zijn eigen nut. Prijzen en productieaantallen komen tot stand via vraag en aanbod. Deze benadering maakte een puur wiskundige benadering van de economie mogelijk. Uit de vraag- en aanbodcurve volgt het marktevenwicht voor nutsmaximalisatie. Een pleidooi voor vrije handel De evolutie van de verschillende handelstheorieën vanaf de wetten van Adam Smith tot de Neo-klassieke theorie ondersteunt de economische ratio van vrije handel. Met behulp van de beschreven modellen kunnen we aantonen dat internationale handel: efficiëntie verhoogt wederzijds voordeel oplevert een hoger welvaartsniveau voor alle partijen oplevert Natuurlijk zijn er in de praktijk individuele regio s en landen die op korte termijn mogelijk nadeel ondervinden van internationale competitie. Het gaat hierbij vooral om opkomende markten. Maar op het welvaartsniveau van de wereld als geheel heeft internationale handel een positieve impact. 14

4. Hoe overheden de wereldhandel beïnvloeden De theorieën pleiten voor een vrije markt. In de praktijk zien we echter dat overheden die vrije markt regelmatig belemmeren. Meestal ter bescherming van de eigen economie tegen buitenlandse concurrentie. Er zijn verschillende manieren waarop overheden kunnen ingrijpen. Landen proberen handelsstromen te beïnvloeden door de eigen valutakoers te verzwakken. Ook kunnen landen handelsrestricties opwerpen om de eigen economie te beschermen. In dit hoofdstuk zoomen we nader in op de invloed van overheden op handelsstromen. Daarbij gaan we ook in op de rol van de World Trade Organisation de enige globale organisatie die zich bezighoudt met handelsregels tussen landen. Valutamaatregelen Valutakoersen zijn de smeerolie van de internationale handel. In het algemeen kunnen we stellen dat valuta belangrijker zijn voor kleine open economieën dan voor grote gesloten economieën. Voor Nederland is de wisselkoers dus veel belangrijker dan voor de Verenigde Staten. lagere exportwaarde. Op de middellange termijn trekt dit weer bij en verbetert de handelsbalans vaak. Een wisselkoersverandering heeft in het algemeen 6 tot 9 maanden later invloed op de handel. Direct en indirect effect Er is zowel een direct als een indirect effect van valutakoersen op handel. Het directe effect werkt via de lopende rekening (goederen en diensten). Het indirecte effect gaat via de kapitaalrekening (buitenlandse investeringen). Door een koersdaling kunnen bepaalde goederen of investeringen voor een buitenlander ineens wél aantrekkelijk geprijsd zijn. Effect van koersveranderingen Een land kan door devaluatie van de eigen valuta het tekort verlagen, producten uit dat land worden dan goedkoper.maar er kan ook een zogenaamd J-curve effect optreden. Een dalende wisselkoers zorgt dan op korte termijn voor een verslechtering in plaats van verbetering van de handelsbalans. Omdat orders vaak enige tijd van tevoren al gegeven worden, zorgt een devaluatie op de korte termijn voor een hogere import- en een Beleidsinstrument voor handel Hoe kunnen landen hun valutakoers gebruiken om handelsstromen te beïnvloeden? Ze kunnen de eigen valuta devalueren. Doordat importen vervolgens duurder worden en exporten goedkoper, verbetert de handelsbalans. Dankzij de exportgroei krijgt de eigen economie een stimulans een strategie die ook wel bekend staat als Beggar thy neighbour. Devaluatie van de eigen valuta kan echter ook gepaard gaan met een 15

inflatiegolf die de welvaart aantast. Als de inflatie stijgt, dan willen obligatiebeleggers hiervoor gecompenseerd worden en stijgt dus ook de rente op deze obligaties. Als gevolg hiervan kunnen de rentekosten dus behoorlijk oplopen als de eigen munt minder waard wordt. Continue devaluatie kan leiden tot economische instabiliteit en kan in het uiterste geval uitmonden in protesten en daarmee de zittende regering ten val brengen. Valuta-oorlog Devaluatie van de eigen munt kan een reactie uitlokken van andere landen: zij gaan ook over op devaluatie. Een valuta-oorlog ontstaat als landen continu hun munt devalueren. Met als gevolg een neerwaartse spiraal waarbij iedereen uiteindelijk slechter af is. Een recent voorbeeld van onvrede is de reële effectieve devaluatie van de Japanse yen. Deze bedroeg maar liefst 25% in krap 12 maanden tijd. Het beleid van de nieuwe regering in Japan is gericht op het stimuleren van buitenlandse investeringen. Als gevolg van de depreciatie worden exporten goedkoper. Het beleid, Abenomics, is vernoemd naar premier Abe van Japan. De stevige depreciatie is gunstig voor Japan, maar minder gunstig voor andere exportlanden zoals Taiwan, Zuid-Korea en China. Vanuit deze landen komt dan ook veel kritiek, wat snel kan escaleren. Werkt het? Hard bewijs voor een positief effect van devaluatie is lastig te vinden. In het tweede kwartaal van 2013 verkocht het Japanse Toyota minder auto s, terwijl het Koreaanse Hyundai er juist meer verkocht. De valutaeffecten zijn beperkt tot de daadwerkelijke export. Zo maakt Toyota veel auto s dichtbij de afzetmarkten, in productie-units in de Verenigde Staten bijvoorbeeld. Valuta-effecten hebben dan veel minder invloed. politiek ingegeven zullen blijven voorkomen, maar duren meestal niet lang. Het langetermijneffect op handel en economische groei is dan ook minimaal. Handelsrestricties Naast interventies in de eigen valuta hebben overheden nog een ander instrument, de handelsrestricties. De belangrijkste restricties die overheden opwerpen om hun eigen economie te beschermen zijn: importheffingen quota s subsidies vrijwillige exportrestricties Deze maatregelen hebben effect op a) het producentensurplus, b) het consumentensurplus, c) de overheidsinkomsten en d) de algehele welvaart van de maatschappij. De impact op elk van deze componenten verschilt. De keuze van een overheid voor het soort restrictie hangt dan ook sterk samen het doel van die overheid. Effecten van restricties Figuur 4.1 laat zien welke effecten een importheffing heeft. In een vrije markt zou het evenwicht liggen op punt A. Door de ingevoerde importheffing verschuift het evenwicht naar punt B. De evenwichtsprijs zal stijgen van P1 naar P2 en het aantal verhandelde producten zal dalen van Q4 naar Q3. Het blauwe vlak toont de toename van het lokale producentensurplus. Het groene vlak laat de inkomstenstijging van de overheid zien. De rode vlakken geven het verlies weer van de algehele welvaart van de maatschappij. Alle genoemde effecten gaan ten kosten van het consumentensurplus de grote verliezer in dit geval. Effect op de economie is minimaal In de praktijk zien we dat het beïnvloeden van valuta vooral kortstondige effecten oplevert. De internationale valutamarkt stuwt koersen binnen afzienbare tijd weer richting hun waarde voor langetermijnevenwicht. Over- en onderwaarderingen van valuta zowel marktgedreven als 16

Figuur 4.1: Effect van importheffing Effect van importheffing Prijs Aanbod (lokaal) Producent surplus Opbrengst overheid "Deadweight loss" P2 B Wereldmarktprijs + importheffing P1 A Wereldmarktprijs (vraag = aanbod) Vraag (lokaal) Q1 Q2 Import met heffing Q3 Q4 Aantal Import zonder heffing Totaaloverzicht effecten Tabel 4.2 hieronder geeft een compleet overzicht van het effect van de verschillende typen restricties op het producenten- en consumenten surplus, de overheidsinkomsten en de algehele welvaart. Figuur 4.2: Totaaloverzicht effecten Importheffing Quota s Subsidie Vrijwillige export restrictie Producenten surplus Consumenten surplus Overheidsinkomsten Algehele welvaart van de maatschappij = = Spraakmakend: Smoot-Hawley Act De meest spraakmakende handelsrestricties werden ingevoerd in 1930. Eén jaar daarvoor brachten Reed Smoot en Willis Hawley een nieuw wetsvoorstel ter stemming in de Verenigde Staten. Volgens hen moesten de importheffingen op bijna 900 producten drastisch worden verhoogd. Het wetsvoorstel werd aangenomen ondanks een afwijzende petitie van ruim 1.000 vooraanstaande economen aan de toenmalige president Herbert Hoover. Deze wet, ook wel de Smoot-Hawley Act genoemd, staat symbool voor de daaropvolgende golf van protectionisme. Andere landen volgden namelijk het Amerikaanse voorbeeld en wierpen eigen handelsrestricties op. Het gevolg: een neerwaartse spiraal van de wereldhandel, eindigend in de grote depressie. Tussen 1929 en 1932 daalden de Amerikaanse importen met 40%. De export zakte zelfs met een ongekende 49%. 2 2 Bron: The Economist, Maart 2011 17

Toegevoegde waarde van restricties Het voorbeeld van de Smoot-Hawley Act (zie kader) toont de negatieve impact die handelsrestricties kunnen hebben op de economie. Er zijn echter ook situaties waarin restricties toegevoegde waarde hebben. Deze toegevoegde waarde is wel afhankelijk van de ontwikkelingsgraad van de betreffende economie en het stadium van ontwikkeling van de betreffende sectoren binnen deze economie. Voorstanders noemen vaak de toegevoegde waarde van restricties voor beginnende industrieën in opkomende landen. Infant industry protection Via handelsrestricties kunnen overheden tijdelijk bedrijven helpen die goede vooruitzichten hebben op de lange termijn, maar op de korte termijn niet kunnen opboksen tegen de internationale concurrentie. Dit fenomeen wordt ook wel infant industry protection genoemd. De tijd die men wint door een bepaalde industrie te beschermen, gebruikt men om schaalgrootte te creëren en voldoende kennis op te bouwen. De opkomende bedrijven hebben hierdoor betere kansen als zij gaan concurreren met de andere spelers op de wereldmarkt. De praktijk Werkt het echt, infant industry protection? Eén van de bekendste voorbeelden is de Zuid-Koreaanse automobielindustrie. Deze sector zou inderdaad wel eens geprofiteerd kunnen hebben van de bescherming die ze initieel genoot. Er zijn echter ook legio voorbeelden die het tegendeel impliceren. Waardoor er geen duidelijk consistente relatie is tussen de mate van bescherming en de groei in productiviteit. World Trade Organisation Kunnen overheden zomaar hun gang gaan? Een belangrijke speler op het vlak van handelsregels tussen landen is de World Trade Organisation (WTO). Het hart van de organisatie vormen de verdragen die handelsnaties wereldwijd uitonderhandelen en ondertekenen, met het oog op economische ontwikkeling en welvaart. Hoofddoel van de WTO: producenten van goederen en diensten, importeurs en exporteurs hun werk laten doen, zodat goederen en diensten zo vrij mogelijk over de wereld kunnen bewegen. Zonder ongewenste bijeffecten te creëren. Geschiedenis De WTO is ontstaan uit de General Agreement on Tariffs and Trade (GATT) uit 1947. Toen sloten 23 landen een overeenkomst waarbij zij de handelsbarrières verlaagden. In 1995 werd de WTO opgericht als slotstuk van de Uruguay-onderhandelingsronde. Inmiddels bestaat de WTO uit 159 landen en is er een grote nieuwe onderhandelingsronde: de Doha agenda, gestart in november 2001. Figuur 4.3: GATT/WTO Aantal lidstaten 180 160 140 120 100 80 60 40 20 0 GATT/WTO Aantal lidstaten 1948 1958 1968 1978 1988 1998 2008 18

Evolutie van handelsovereenkomsten Vooral vanaf 1995, het moment dat de GATT overgaat in de WTO, begint het aantal handelsovereenkomsten sterk te groeien. Eind 1994 zijn er 129 Regional Trade Agreements (RTA s) geregistreerd. Daarvan gaan er maar 5 over diensten. De WTO richt zich na 1995 naast goederen ook meer op diensten. Eind 2002 is het aantal RTA s verdubbeld tot 260, waarvan 25 over diensten. Eind juli staat de teller op 572 RTA s (443 over goederen, 129 over diensten). Ontwikkelde economieën ondergaan een transitie naar een meer dienst gedreven economie. Dit wordt ook veroorzaakt door innovatie binnen traditionele productieprocessen van goederen. De internationale gemeenschap onderkent deze beweging en ook binnen de WTO begint de focus op de dienstensector meer tractie te krijgen. Wij zien hierin een belangrijke ontwikkeling voor de toekomstige handel. Figuur 4.4: Evolutie van het aantal regionale handelsovereenkomsten sinds 1948 600 WTO regionale handelsovereenkomsten (RTA s) WTO regionale (RTA's) RTA's Goederen RTA's Diensten RTA's Totaal 500 400 300 200 100 0 1949 1959 1969 1979 1989 1999 2009 Bekende Regional Trade Agreements (RTA s) De belangrijkste of meest bekende RTA s zijn: North American Free trade Agreement (NAFTA) De Noord-Amerikaanse vrijhandelszone waarin Canada, de Verenigde Staten en Mexico zich in 1993 hebben verenigd. Dit is de grootste vrijhandelszone ter wereld. De zone strekt zich uit over een gebied van ruim 21 miljoen vierkante kilometer en heeft een gezamenlijk BBP van $18.681 miljoen 3. Europese Unie (EU) De Europese vrijhandelszone waarvan het verdrag in 1993 in Maastricht werd getekend. Deze zone behoort tot de grootste economieën ter wereld met een BBP van $16.584 miljoen 4. De zone beslaat een gebied van 4 miljoen vierkante kilometer en hoewel maar 7% van de wereldbevolking er woont, is de EU toch goed voor zo n 20% van de wereldhandel (dus van alle in- en uitvoer wereldwijd). Ongeveer tweederde van de totale EU-handel is handel tussen EU-landen onderling. Asean Free Trade Agreement (AFTA) De Aziatische vrijhandelszone, gestart in 1992. Deze zone beslaat een gebied van ruim 4 miljoen vierkante kilometer en het gezamenlijke BBP is $2.313 miljoen 5. 3 Bron: IMF 4 Bron: IMF en website EU 5 Bron: website ASEAN 19

Zes pijlers De WTO-overeenkomsten zijn gebouwd op zes componenten: de oprichtingsovereenkomst goederen diensten intellectueel eigendom geschillenbeslechting reviewen van beleid Naast de dienstensector is intellectueel eigendom een recente peiler van de WTO. Het is een belangrijk aandachtspunt in het huidige tijdperk, waarin informatie zich razendsnel over de wereld verspreidt. Hierbij is het belangrijk dat innoverende instellingen de vruchten blijven plukken van hun tijds- en kapitaalintensieve onderzoeken. Als hun eindproduct gereed is, dan moeten zij beschermd worden tegen onrechtmatige kopieën. Verschillende rollen Er zijn verschillende manieren om naar de WTO te kijken: een startpunt om handel op gang te krijgen een forum voor overheden om te onderhandelen over handelsverdragen een plek om handelsconflicten op te lossen een beheerder van belangrijke handelsregels De WTO is er echter niet alleen voor het openen van markten. De WTO is er óók voor de bescherming van consumenten of het voorkomen van ziekteverspreiding. In handelsverdragen gaat het immers niet alleen om afspraken over tarieven; het kan ook gaan over veiligheidseisen, regels en standaarden. OPRICHTINGSOVEREENKOMST VAN WTO GATT GATS (Goederen) (Diensten) BESLECHTING VAN GESCHILLEN REVIEW VAN HET BELEID TRIPS (Intellectueel eigendom) 20