Grafieken, functies en verzamelingen. Eerst enkele begrippen. Grafiek. Assenstelsel. Oorsprong. Coördinaten. Stapgrootte.



Vergelijkbare documenten
Hoofdstuk 2: Grafieken en formules

Wiskundige taal. Symbolen om mee te rekenen + optelling - aftrekking. vermenigvuldiging : deling

INDITHOOFDSTUKgaan jullie kennismaken met het cartesisch assenstelsel.

Hoofdstuk 7 - veranderingen. getal & ruimte HAVO wiskunde A deel 2

Oef 1. Oef 2 Geef het functievoorschrift van g, h en k als a = 1

2.1 Bewerkingen [1] Video Geschiedenis van het rekenen ( 15 x 3 = 45

3.1 Procenten [1] In 1994 zijn er 3070 groentewinkels in Nederland. In 2004 zijn dit er nog 1625.

Bij alle verbanden geldt dat je, als je een negatief getal in een formule invult, je altijd haakjes om dat getal moet zetten.

F3 Formules: Formule rechte lijn opstellen 1/3

1.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Los op: 6x + 28 = 30 10x.

De grafiek van een lineair verband is altijd een rechte lijn.

Grafieken jaar. Rekenles over het maken van grafieken. Rekenen. 60 minuten. Weerstation, data, grafieken

Gemiddelde: Het gemiddelde van een rij getallen is de som van al die getallen gedeeld door het aantal getallen.

Wiskunde - MBO Niveau 4. Eerste- en tweedegraads verbanden

Functies. Verdieping. 6N-3p gghm

Noordhoff Uitgevers bv

STATISTIEK. Een korte samenvatting over: Termen Tabellen Diagrammen

De grafiek van een lineair verband is altijd een rechte lijn.

Trillingen en geluid wiskundig. 1 De sinus van een hoek 2 Uitwijking van een trilling berekenen 3 Macht en logaritme 4 Geluidsniveau en amplitude

Functies en grafieken. Introductie 15. Leerkern 15

Practicum algemeen. 1 Diagrammen maken 2 Lineair verband en evenredig verband 3 Het schrijven van een verslag

Wiskunde 2 september 2008 versie Dit is een greep (combinatie) van 3 uit 32. De volgorde is niet van belang omdat de drie

(g 0 en n een heel getal) Voor het rekenen met machten geldt ook - (p q) a = p a q a

Eindexamen wiskunde b 1-2 havo II

Wiskunde 20 maart 2014 versie 1-1 -

1.1 Lineaire vergelijkingen [1]

Lesbrief Assenstelsels. Versie 1

. noemer noemer Voorbeelden: 1 Breuken vereenvoudigen Schrijf de volgende breuken als één breuk en zo eenvoudig mogelijk: 4 1 x e.

Wiskunde - MBO Niveau 4. Eerste- en tweedegraads verbanden

Examen HAVO. Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl)

7.1 Ongelijkheden [1]

3.1 Negatieve getallen vermenigvuldigen [1]

Zomercursus Wiskunde. Module 4 Limieten en asymptoten van rationale functies (versie 22 augustus 2011)

Zomercursus Wiskunde. Katholieke Universiteit Leuven Groep Wetenschap & Technologie. September 2008

Het opstellen van een lineaire formule.

2 Vergelijkingen van lijnen

Hoofdstuk 2 - Kwadratische functies

Machten, exponenten en logaritmen

Hoofdstuk 11: Eerstegraadsfuncties in R

klas 3 havo Checklist HAVO klas 3.pdf

Samenvattingen 5HAVO Wiskunde A.

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : Eerste Ronde.

Formules grafieken en tabellen

Paragraaf 8.1 : Recursieve en directe formule

1.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Los op: 6x + 28 = 30 10x.

Wiskunde - MBO Niveau 4. Eerste- en tweedegraads verbanden

WISKUNDE 3 PERIODEN EUROPEES BACCALAUREAAT DATUM : 4 juni 2010 DUUR VAN HET EXAMEN : TOEGESTANE HULPMIDDELEN : OPMERKINGEN : Geen

extra oefeningen HOOFDSTUK 4 VMBO 4

Examen HAVO. wiskunde B (pilot) tijdvak 2 donderdag 18 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

voorbeeldhoofdstuk havo wiskunde A

Functies en symmetrie

8.1 Rekenen met complexe getallen [1]

Opleiding docent rekenen MBO. 23 november 2018 vierde bijeenkomst Groep Nova 5

Examen HAVO. Wiskunde B1,2

11 ) Oefeningen. a) y = 2x 1 f) y = x 2 + 3x 4. b) y = 1 3 x2 x g) y = 1 x 2. c) y = x 3 x 2 +1 h) y = 6. d) y = x 2 4 i) y = x 2 5.

Trillingen en geluid wiskundig

Overzicht statistiek 5N4p

1.1 Rekenen met letters [1]

Functies. Verdieping. 6N-3p gghm

Hoofdstuk 5: TABELLEN

Schoolexamen 5 havo Wiskunde B

HAVO 4 wiskunde A. Een checklist is een opsomming van de dingen die je moet kennen en kunnen....

Je moet nu voor jezelf een overzicht zien te krijgen over het onderwerp Functies en grafieken. Een eigen samenvatting maken is nuttig.

De eerste stappen met de TI-Nspire 2.1 voor de derde graad

Correctievoorschrift VMBO-GL en TL 2004

5.1 Lineaire formules [1]

WISKUNDE 3 PERIODEN EUROPEES BACCALAUREAAT DATUM : 8 juni 2006 ( s morgens) DUUR VAN HET EXAMEN : 3 uur (180 minuten) TOEGESTANE HULPMIDDELEN :

Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2002-II

Examen HAVO. Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl)

WISKUNDE 5 PERIODEN. DATUM : 4 juni Formuleboekje voor de Europese scholen Niet-programmeerbare, niet-grafische rekenmachine

wizprof maart 2013 Veel succes en vooral veel plezier.!! je hebt 75 minuten de tijd rekenmachine is niet toegestaan

META-kaart domein - Exponentieel verband havo4 wiskunde A H=bxg^t

5.7. Boekverslag door P woorden 11 januari keer beoordeeld. Wiskunde B

3.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Los op: 6x + 28 = 30 10x.

Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2002-I

Ratio Werkschrift De getallenlijn

tabellen, grafieken en diagrammen

De onderstaande waarden in de tabel zet je dan netjes uit in een xy-assenstelsel: naar boven, een negatief getal schuift de parabool naar beneden.

HAVO 4 wiskunde A. Een checklist is een opsomming van de dingen die je moet kennen en kunnen. checklist SE1 wiskunde A.pdf

Wiskunde voor bachelor en master. Deel 1 Basiskennis en basisvaardigheden. c 2015, Syntax Media, Utrecht. Uitwerkingen hoofdstuk 9

1 Coördinaten in het vlak

5.5 Gemengde opgaven. Gemengde opgaven 159

Bepaalde Integraal (Training) Wat reken je uit als je een functie integreert

Eerstegraads functies en rechte lijnen. Introductie 45. Leerkern 46

Een symmetrische gebroken functie

MATCH: matching oefening waarbij evenveel antwoordmogelijkheden als opgaven zijn

Hoofdstuk 3 - Transformaties

Aflevering 8 - De optimale beweging

4.1 Procenten [1] In het linkerplaatje zijn 26 van de 100 vierkantjes rood gekleurd. 26 procent (26%) is nu rood. 26% betekent 26 van de 100.

Machtsfuncties al dan niet samengesteld in de vorm van een polynoom- of veeltermfunctie

Functiewaarden en toppen

Paragraaf 11.0 : Voorkennis

4.1 Cijfermateriaal. In dit getal komen zes nullen voor. Om deze reden geldt: = 10 6

Havo A deel 1 H2 Statistiek - Samenvatting

13.0 Voorkennis. Deze functie bestaat niet bij een x van 2. Invullen van x = 2 geeft een deling door 0.

Paragraaf 2.1 Toenamediagram

Noordhoff Uitgevers bv

1 Analytische meetkunde

Examen VWO. wiskunde B1,2 (nieuwe stijl)

Uitwerking Basisopgaven

Transcriptie:

Grafieken, functies en verzamelingen Eerst enkele begrippen Grafiek In een assenstelsel teken je een grafiek. Assenstelsel Een assenstelsel bestaat uit twee assen die elkaar snijden: een horizontale en een verticale as. Dit is een assenstelsel: Oorsprong Het snijpunt van de verticale en de horizontale as heet de oorsprong. Coördinaten De coördinaten van punt P zijn (4,2) Stapgrootte In het assenstelsel hiernaast is de stapgrootte op de horizontale as 10. 10 20 30 40 stapgrootte Stijgen/dalen Eerst stijgt de grafiek, daarna daalt de grafiek

Constant De grafiek daalt niet en stijgt niet, de grafiek is constant. Steil De grafiek stijgt eerst langzaam en dan snel. De grafiek gaat dan steiler. Zaagtand/scheurlijn Wanneer je het onderste stukje van de verticale as weglaat, teken je een zaagtand (of scheurlijn). Verband In de grafiek zie je het verband tussen de leeftijd en de lengte van mensen: kinderen groeien. Ze worden steeds een beetje langer. lengte leeftijd Tabel In een tabel staan gegevens overzichtelijk bij elkaar. Dit is een tabel:

Grafieken ruitjespapier roosterpapier roosterlijn roosterpunt assenstelsel x-as (de) en y-as schaalverdeling (de) Hiernaast is op ruitjespapier ( of: roosterpapier) getekend. Het roosterpapier bestaat uit roosterlijnen ( horizontaal en verticaal) en roosterpunten. Er is op het roosterpapier een assenstelsel getekend zoals wij dat in de wiskunde vaak doen. Het assenstelsel bestaat uit een horizontale as ( vaak de x-as genoemd) en daar loodrecht op een verticale as ( vaak de y-as genoemd). Verder geef je op de assen een schaalverdeling aan. oorsprong (de) x-coördinaat (de) x-waarde (de) y-waarde (de) kwadrant grafiek (de) Bij het snijpunt van de assen zetten we een O van oorsprong. Met dit assenstelsel kunnen we nu elk punt van het vlak aangeven ( zie de voorbeelden in de tekening). Bijv.: (4,2) is het punt met x-coördinaat 4 en y-coördinaat 2; je vindt dit punt door vanuit de oorsprong 4 naar rechts en 2 naar boven te gaan. en: (-2,-3) vind je door vanuit de oorsprong 2 naar links te gaan en 3 naar beneden. Op de x-as is de y-waarde altijd 0 en op de y-as is de x-waarde altijd 0. Tenslotte: door het assenstelsel wordt het vlak in vier delen verdeeld:de kwadranten. We benoemen de kwadranten tegen de klok in, rechtsboven beginnend: het eerste, tweede, derde en vierde kwadrant. In zo'n assenstelsel tekenen we vaak grafieken. uitzetten tegen Zo is bijvoorbeeld in het voorbeeld hiernaast de grafiek getekend waarin de lengte van een meisje is uitgezet tegen haar leeftijd. Let op dat de schaalverdeling van de horizontale en verticale as nu niet meer dezelfde is! De getekende lijn noemen we de lengte-grafiek. Zo ligt op die grafiek het punt (7,110). De betekenis is duidelijk: toen het meisje 7 was, was haar lengte 110 cm.

Functies Meer wiskundig zeggen we: aan 7 wordt 110 gekoppeld óf: aan 7 wordt 110 toegevoegd óf: bij 7 hoort 110. We noteren wel: 7 110 uitspraak: 7 wordt 110 ( of één van de uitspraken hierboven) óf: L(7) = 110 beeld origineel uitspraak: de L van 7 is 110 ( waarbij de L staat voor: de lengte) We noemen 7 een origineel en 110 het bijbehorende beeld. Zo geldt bijvoorbeeld ook: het beeld van 9 is 120 (notaties: L(9) = 120 of 9 120 ) én: het origineel van 100 is 5. domein bereik functie (de) Alle originelen bij elkaar ( hier 1 t/m 18) heten: het domein (vaak: D) Alle beelden bij elkaar ( hier 75 t/m 165) heten: het bereik (vaak: B) We hebben hier een voorbeeld van wat in de wiskunde een FUNCTIE genoemd wordt ( aan elk origineel wordt precies één beeld gekoppeld). Een meer wiskundig voorbeeld: tabel (de) Elk vierkant heeft een oppervlakte. je kunt de volgende tabel maken : Lengte ½ 1 1½ 2 2½ 3 3½ 4 oppervlakte ¼ 1 2¼ 4 6¼ 9 12¼ 16 visgraattabel Zo'n tabel noemen we een visgraattabel. Ook hier weer bijvoorbeeld: 3 9 Algemener: functievoorschrift l l 2 Dit heet het functievoorschrift.

Ook noteren we : O : l l 2 én ook: O ( l ) = l 2 uitspraak: de O van l is l-kwadraat. (O staat voor oppervlakte en l voor lengte) De grafiek: y-as of Opp -as 1 O 1 x-as of l-as In de wiskunde zullen we de originelen vaak met x en de beelden vaak met y aangeven ( zoals ook de horizontale as meestal x-as en de verticale as meestal y- as genoemd wordt); ook geven we functies vaak aan met een f. Zo krijg je dan: f : x x 2 of: f(x) = x 2 of: y = x 2 In onze grafiek vind je zo het domein op de x-as ( zie de stippellijnen): D = [ 1, 4 ] en het bereik vind je op de y-as: B = [ 1, 16 ] Hierbij hebben we gebruik gemaakt van de zogenaamde interval-notatie.

gesloten interval getallenlijn (de) open interval oneindig interval Verzamelingen en intervallen -4-3 -2-1 0 1 2 3 4-4 -3-2 -1 0 1 2 3 4-4 -3-2 -1 0 1 2 3 4 [1, 4] heet een gesloten interval; we bedoelen hiermee alle getallen tussen 1 en 4 met de grenzen 1 en 4 erbij. Vaak wordt dat op de getallenlijn zoals hiernaast aangegeven: de dichte punten bij 1 en 4 geven aan dat deze grenzen erbij horen. Hiernaast is een open interval getekend. Notatie: 3,2 we bedoelen hiermee alle getallen tussen -3 en 2 maar nu zonder degrensgetallen -3 en 2. Op de getallenlijn wordt dat zoals hiernaast aangegeven: de open punten bij -3 en 2 geven aan dat deze grenzen er niet bij horen. Tenslotte heb je nog de oneindige intervallen: vb: alle getallen groter dan of gelijk aan 1 Notatie: 1, verzameling (de) en -4-3 -2-1 0 1 2 3 4 alle getallen kleiner dan 2 Notatie:, 2 Voor al deze intervallen is er ook nog de op de Nederlandse scholen niet meer veel gebruikte verzamelingnotatie: ( hierin betekent x : al die x-en waarvoor gedlt ) Uitspraak: alle x-en groter of gelijk 1, 4 x 1 x 4 aan 1 én kleiner of gelijk aan 4 3, 2 x 3 x, 2 x x 2 1, x x 1 2 Er bestaan natuurlijk ook half-open - half-gesloten intervallen: 1, 3 x 1 x 3

getallenverzamelingen Al deze intervallen zijn (aaneengesloten delen) van de verzameling van de reële getallen. De bekende getallenverzamelingen zijn: natuurlijke getallen gehele getallen rationale getallen reële getallen irrationaal N = { 0, 1, 2, 3, 4,. } de verzameling van de natuurlijke getallen Z = {., -3, -2, -1, 0, 1, 2, 3, } de verzameling van de gehele getallen 1 1 Q = {., -3, -1, 0, 1, 5, 2, 2 3 } de verzameling van de rationale getallen ( de gehele getallen maar ook de gebroken getallen) 1 1 R = {., -3, -1, 0, 1, 5, 2, 2 3, 2,, } de verzameling van de reële getallen; ( de rationale getallen en de irrationale getallen) Bijvoorbeeld 2 is irrationaal omdat zij niet als een gebroken getal geschreven kan worden. Alle getallen van R worden vaak op een rechte lijn gedacht, de getallenlijn: even oneven -4-3 -2-1 0 1 2 3 4 Terug naar de natuurlijke getallen; we onderscheiden nog: 2,4,6,8,10, zijn de even getallen 1,3,5,7,9,11,13, zijn de oneven getallen priemgetallen vijfvoud (de) veelvoud 1,3,5,7,11,13,17, zijn de priemgetallen ( de getallen die alleen door 1 en zichzelf deelbaar zijn) 5, 10,15,20,25, zijn de vijfvouden of ook: veelvouden van 5 lijngrafiek diagram statistiek (de) staafdiagram frequentie (de) Typen grafieken Naast de bovenstaande lijngrafieken bestaan er ook nog vele andere soorten grafieken of diagrammen. Vooral in de statistiek worden deze andere soorten veel gebruikt. We benoemen er een aantal: Dit staafdiagram laat zien hoeveel werknemers van een bepaald bedrijf met welk soort vervoer naar hun werk komen. Je noemt dat de frequenties. ov: openbaar vervoer f: fiets a:auto v: voetganger

cirkeldiagram Dezelfde gegevens als in het vorige voorbeeld zijn nu in een cirkeldiagram weergegeven. histogram aaneengesloten Het histogram. De staafjes van het histogram worden aaneengesloten getekend. vb: er zijn 6 werknemers die 4 keer per week sporten stapeldiagram óf: samengesteld staafdiagram toenamendiagram Een stapeldiagram of een samengesteld staafdiagram vb: van de 9 werknemers, die met openbaar vervoer naar hun werk komen zijn er 2 laag, 3 middelbaar en 4 hoog opgeleid Toenamendiagram We kunnen van de lengte-grafiek van het meisje op pagina 3 een zogenaamde toenamendiagram maken. Eerst maken we daarvoor een tabel van de grafiek: De tabel: Leeftijd Lengte 0? 1 74 2 84 3 90 4 94 5 100 6 104 7 110 8 114 9 120 10 124 11 130 12 135 13 141 14 150 15 159 16 165 17 165 18 165 +? +10 +6 +4 +6 de toenamen Hiermee kan je de toenamentabel maken: interval toename [0,1]? [1,2] 10 [2,3] 6 [3,4] 4 [4,5] 6 [5,6] 4 [6,7] 6 [7,8] 4 [8,9] 6 [9,10] 4 [10,11] 6 [11,12] 5 [12,13] 6 [13,14] 9 [14,15] 9 [15,16] 6 [16,17] 0 [17,18] 0

Nu kunnen we het toenamendiagram tekenen, door boven elk interval een staafje te tekenen met als hoogte de toename over dat interval: Minder inzichtelijk maar zeker zo gangbaar is de volgende vorm, waarbij de toenames als punten met verticale lijnstukjes boven de rechtergrenzen worden gezet: Je kunt de stapgrootte van het toenamendiagram veranderen. Bijvoorbeeld bekijk je niet de toename per jaar, maar per twee jaar. De lengte van de tijdsintervallen worden dan dus twee jaar in plaats van één jaar.

per jaar differentiequotiënt differentie (de) Als we vragen wat de gemiddelde groeisnelheid is van het meisje van haar 10 e tot haar 16 e verjaardag, weet je vast wel wat je moet uitrekenen: 165 124 41 6,8 cm/jaar (Uitspraak: centimeter per jaar). 16 10 6 In de wiskunde noemen we dit een differentiequotiënt, een quotiënt van differenties ofwel een deling van verschillen: we delen het verschil in lengtes door het verschil in leeftijd. We noteren: lengte leeftijd 165 124 41 6,8 16 10 6 cm/jaar ( Δ (de Griekse letter delta) staat voor differentie en dat betekent dus verschil) We zeggen dat het differentiequotiënt is berekend over het tijdsinterval [10, 16].