5 -minuten versie voor Provinciale Staten Directie DLB Afdeling Water en Groen Registratienummer PZH-2016-557710434 (DOS-2016-0005091) Datum vergadering Gedeputeerde Staten Verzenddatum Geheim 5 juli 2016 Nee Portefeuillehouder Paraaf Provinciesecretaris Termijn Weber, JF 7 september 2016 Onderwerp Subsidieregeling programmasubsidie groen Zuid-Holland 2016 en Openstellingsbesluit projectsubsidie soortenbeleid leefgebied Zuid-Holland 2016 Bijlagen -subsidieregeling programmasubsidie groen 2016.docx - Openstellingsbesluit par 3.3 2016.docx Voorstel van GS aan PS: kennisnemen van bijgaande stukken op basis van actieve informatieplicht 1. Onderwerp in kort bestek In de vergadering van 5 juli 2016 hebben Gedeputeerde Staten de volgende besluiten genomen: 1. Het concept van de Subsidieregeling programmasubsidie groen Zuid-Holland 2016 is vastgesteld; 2. Het openstellingsbesluit projectsubsidie soortenbeleid leefgebied Zuid-Holland 2016 is vastgesteld. Met de 5-minuten versie voor Provinciale Staten inzake Aanvullende programmering 2016 op Uitvoeringsprogramma Groen 2015 (PZH-2016-547104711) bent u geïnformeerd over de overstap op een meerjarige programmering van de provincie vanaf 2016. Dit betekent dat de provincie primair stuurt op doelen en effecten. De landschapstafels beschrijven de meerjarige programma s op hoofdlijnen en adresseren mede de provinciale doelen. Om de voortgang van de programma s te kunnen volgen en te sturen, zijn vier aspecten te onderscheiden: 1. Voortgang op het proces: denk aan samenstelling/kwaliteit van het netwerk, procesresultaten zoals convenanten, gebiedsafspraken etc. 2. Voortgang op geleverde prestaties: op basis van projectresultaten die resulteren in concrete ontwikkeling, aanleg, verbetering van (fysieke) voorzieningen of diensten. 3. Meten van bereikte effecten: in hoeverre dragen de geleverde prestaties bij aan de beoogde doelen die in de gebiedsprogramma s zijn opgenomen? 4. Financiële voortgang: inzicht in toedeling budgetten, budgetuitputting en bijdrage derden. 1/5
Voor de aspecten 1 t/m 3 worden indicatoren bepaald en voorzien van streefwaarden waarmee u geïnformeerd wordt over de voortgang. Gestreefd wordt deze op te nemen in de (sectorale) voortgangsrapportages voor biodiversiteit, recreatie en duurzame landbouw. Met betrekking tot financiële voortgang wordt u geïnformeerd met de bestaande rapportages binnen de P&C-cyclus. Medio 2016 geven GS de subsidiebeschikkingen af voor de meerjarige programma s. Hiermee worden de beschikbare UPG middelen per landschapstafel verdeeld en wordt uitvoering van de programma s mogelijk gemaakt. De landschapstafels worden gevraagd in 2018 aannemelijk te maken dat de programma s binnen de resterende programmaperiode uitgevoerd zal worden. Indien dan blijkt dat de uitvoering van een programma achterblijft kan de provincie overgaan tot een herijking van de verstrekte UPG middelen. In dat geval worden UPG middelen van het ene programma naar het andere programma overgeheveld. Bijgevoegd treft u de concept 'Subsidieregeling programmasubsidie groen Zuid-Holland 2016' aan. Kern van deze regeling is dat partijen uit een gebied zich verenigen aan een landschapstafel en gezamenlijk een meerjarig programma wordt opgesteld. Deze regeling volgt de huidige Uitvoeringsregeling Groen op voor het onderdeel integrale groenprojecten (gebiedsafspraken). Op basis hiervan kan de provincie UPG middelen beschikbaar stellen voor de programma van de landschapstafels. Met de nieuwe regeling kunnen de meerjarige programma s beter en flexibeler gefaciliteerd worden. U wordt gevraagd in de vergadering van 28 september 2016 uw wensen en bedenkingen over de concept regeling kenbaar te maken. Op basis hiervan wordt een regeling voor vaststelling aan GS aangeboden. Tijdens de informatiesessie met u op 21 september 2016 spreken wij o.a. over de 'Subsidieregeling Programmasubsidie Groenbeleving en Biodiversiteit', de stand van zaken van de meerjarige programma s (Mjp UPG 2016-2019), effectindicatoren en de monitoring. 2. Afbakening van (wettelijk) kader en partijen a. Europees/nationaal/provinciaal wettelijk en beleidskader De Algemene subsidieverordening Zuid-Holland 2013 b. Relatie andere interne beleidsterreinen nvt c. Relatie externe partijen De landschapstafels en de regiegroepen. 3. Procesbeschrijving en rol Staten a. Voorgeschiedenis 2/5
1. Subsidieregeling programmasubsidie groen Zuid-Holland 2016 De subsidies op het Groene-domein werden verstrekt op basis van achtereenvolgens de Subsidieregeling landelijkgebied (Slg) en de Uitvoeringsregeling Groen (Urg). De Slg bestond uit een verzameling sectorale subsidies. Op basis van de Slg konden slechts afzonderlijke projecten worden gesubsidieerd. De Slg had hierdoor geen integraal karakter. In 2014 is de Urg in werking getreden. Naast de sectorale subsidies kent de Urg de mogelijkheid om integrale groenprojecten (gebiedsafspraken) te subsidiëren. In de praktijk bestonden integrale groenprojecten uit een bundeling van projecten waarvoor afzonderlijke subsidies werden aangevraagd. Hierdoor kwam het integrale karakter van de regeling niet geheel uit de verf. Met het aantreden van het college van GS in 2015 is het Uitvoeringsprogramma Groen (UPG) in een nieuwe fase beland. De provincie kiest er voor om vanaf 2016 over te stappen op een meerjarige programmering. Hiertoe is aan de landschapstafels groen en recreatie gevraagd om regionale programma's op te stellen. Om aan de meerjarige regionale programma's financieel te kunnen bijdragen, is een nieuwe regeling (de Subsidieregeling programmasubsidie groen Zuid-Holland 2016) ontwikkeld. Deze concept regeling wordt, conform de afspraak in de vergadering van de Statencommissie Duurzame Ontwikkeling (DO) van 18 mei 2016,in concept vastgesteld en vervolgens wordt het concept aan de Statencommissie DO aangeboden zodat de Statencommissie de gelegenheid krijgt tot het maken van opmerkingen. Na behandeling in de Statencommissie zal de Subsidieregeling programmasubsidie groen Zuid-Holland 2016 definitief door Gedeputeerde Staten vastgesteld. Als hiervoor beschreven, de Urg kende naast de integrale groenprojecten ook een aantal specifieke paragrafen voor sectorale subsidies, zoals: "Projectsubsidie soortenbeleid leefgebied en maatregelen verbetering natuurwaarden", "Groenparticipatie" en "Projectsubsidie verwerving ecologische verbindingen". Het karakter van deze sectorale subsidies is thans niet geschikt voor opname in de meerjarige regionale programma's. Dit omdat de provincie bijvoorbeeld voor de "Projectsubsidie soortenbeleid leefgebied en maatregelen verbetering natuurwaarden" een specifieke verantwoordelijkheid heeft op grond van de Natuurbeschermingswet. Voor deze sectorale subsidies wordt een nieuwe subsidieregeling ( de Subsidieregeling groen Zuid-Holland 2016) opgesteld die in oktober 2016 door Gedeputeerde Staten zal worden vastgesteld. Met de vaststelling van de Subsidieregeling groen Zuid-Holland 2016 zal ook worden besloten over de intrekking van de vingerende Uitvoeringsregeling groen Zuid-Holland 2014. Tot die tijd blijft de Uitvoeringsregeling groen Zuid-Holland 2014 van kracht. Op grond van de Subsidieregeling programmasubsidie groen Zuid-Holland 2016 kunnen de subsidies voor de gebiedsprogramma's Groenbeleving en Biodiversiteit worden verstrekt. Kern van deze regeling is dat partijen uit een gebied zich verenigen aan een landschapstafel en gezamenlijk een integraal gebiedsprogramma opstellen dat gericht is op: a. bevordering van groenbeleving inclusief het vergroten van recreatie in een gebied; b. stimulering van biodiversiteit, of c. agrarisch ondernemerschap. 3/5
Een meerjarig programma heeft 2016 tot en met 2019 als looptijd, met een uitloop tot 31 december 2022 om het programma wat betreft de uitvoering af te ronden. Het beschikbare subsidieplafond wordt verdeeld over de landschapstafels op basis van: de bijdrage aan de provinciale doelstellingen (bevordering van groenbeleving inclusief het vergroten van recreatie in een gebied, stimulering van biodiversiteit of agrarisch ondernemerschap), de visie van het integraal gebiedsprogramma, de concrete doelen, de verhouding met programma's van andere landschapstafels, de mate waarin het programma het lokale belang overstijgt, de mate waarin deelnemende partijen bijdragen aan de programmakosten, of de termijn waarbinnen de resultaten van het programma zichtbaar zijn. Deze wijze van verdeling van het subsidieplafond is anders dan de gebruikelijke verdeling op basis van volgorde van ontvangst of de verdeling op basis van een tenderprocedure. Deze wijzen van verdeling hebben als doel om een rangorde in de subsidieaanvragen aan te brengen. Op basis van de rangorde worden de aanvragen gehonoreerd totdat het subsidieplafond bereikt is. Aanvragers krijgen dan veelal het gevraagde bedrag aan subsidie verleend. Zijn er minder aanvragen voor subsidie ingediend dan wordt het subsidieplafond niet volledig benut. Deze wijzen van verdeling zijn dus geschikt voor de meer klassieke wijze van het subsidiëren van projecten waarvoor een standaard wijze van berekenen van de subsidiehoogte geldt. Voor de meerjarige gebiedsprogramma's is het niet mogelijk om eenduidig vooraf te bepalen wat precies subsidiabele kosten zijn en op welke wijze de hoogte van de subsidie berekend moet worden. Het programma ziet namelijk op het bereiken van doelen. Op veel verschillende wijzen kan een bijdrage geleverd worden aan het bereiken van die doelen. Tevens is de omvang van de programma's zodanig dat het beschikbare subsidieplafond overvraagd zou worden. Bij de gangbare wijzen van verdeling van het subsidieplafond zou dat er toe leiden dat er landschapstafels geen subsidies zouden krijgen. In de gebieden van die landschapstafel zou dan geen bijdrage geleverd worden aan de provinciale doelen. Met de voorgestelde verdelingswijze wordt bereikt dat het gehele beschikbare budget over de landschapstafels verdeeld wordt. De verdeling vindt plaats op basis van de kwaliteit van de programma's. De verantwoording van de programmasubsidie vindt niet, zoals bij klassieke projectsubsidies, plaats op basis van werkelijk gemaakte subsidiabele kosten. De hoogte van de subsidie is namelijk niet afhankelijk van de subsidiabele kosten. De programmasubsidie wordt verantwoord op basis van de bereikte doelen en op basis van bestedingen. De landschapstafel geeft in de verantwoording per uitgevoerd project uit het programma aan op welke wijze het project heet bijgedragen aan (één van de doelen) en hoeveel van de provinciale subsidie is besteed. Het concept van de Subsidieregeling programmasubsidie groen Zuid-Holland 2016 is ter consultatie aangeboden aan de landschapstafels. Uit de consultatie is naar voren gekomen dat de penvoerder een zware last te dragen krijgt. De penvoerder is echter wel een belangrijk element van de programmasubsidie. Zonder penvoeder zullen partijen afzonderlijk subsidie aanvragen, hierdoor is er geen sprake meer 4/5
van een programmasubsidie, maar van een klassieke projectsubsidie. In overleggen met de Regiegroepen wordt dit aan de orde te stellen waarbij accent gelegd wordt op de flexibiliteit die gerealiseerd wordt met een programmasubsidie: gedurende de looptijd van het programma kunnen landschapstafels projecten naar eigen inzicht wisselen, zo wordt het bijvoorbeeld mogelijk een beter project uit te voeren. Om recht te doen aan de gemaakte opmerkingen van de landschapstafels wordt voorgesteld dat de penvoerder maximaal 10% van de subsidie voor proceskosten (programma management) mag aanwenden. 2. Openstellingsbesluit projectsubsidie soortenbeleid leefgebied Zuid-Holland 2016 Op grond van paragraaf 3.3 van de Uitvoeringsregeling groen Zuid-Holland 2014 kan subsidie worden verstrekt voor maatregelen die gericht zijn op het versterken en beschermen van populaties van bedreigde planten- en diersoorten of op het verhogen van de natuurwaarden in Zuid-Holland. De subsidie kan alleen worden aangevraagd als de paragraaf door Gedeputeerde Staten is opengesteld. Met dit openstellingsbesluit wordt de mogelijkheid geboden om subsidie aan te vragen voor de aanschaf en installatie van zonnepompen om plasdras te kunnen creëren. Voorwaarde is dat er naast de gesubsidieerde zonnepomp ook een andere zonnepomp die niet gesubsidieerd is wordt geïnstalleerd. Dit in het kader van het initiatief Weidoptie. b. Waar staan we nu? Anders uitvoering c. Vervolgprocedure Op basis van de bespreking in Provinciale Staten wordt de Subsidieregeling programmasubsidie groen Zuid-Holland 2016 vastgesteld door GS. 4. Financiële aspecten (dekking en risico s) Het subsidieplafond die bij de subsidieregeling hoort, wordt bij de begrotingsbehandeling voor 2017 ter besluitvorming voorgelegd aan Provinciale Staten. Het plafond voor Openstellingsbesluit projectsubsidie soortenbeleid leefgebied Zuid-Holland 2016 past binnen het subsidieplafond van 180.000,- dat voor 2016 is vastgesteld voor 3.3 van de Uitvoeringsregeling Groen. Technische & proces vragen en informatie bij Ambtenaar M.J. Sol Telefoon Kamer E-mail mj.sol@pzh.nl 5/5