Voeding is een complex geheel Wat is gezond? Edith Feskens, edith.feskens@wur.nl Inhoud Feiten en Fabels in de Media! Over feiten en fabels.. Voedingsonderzoek is moeilijk Hoe komen NL aanbevelingen tot stand? Vitamine D Richtlijnen Goede Voeding (2006) Feit: Fritessaus bevat minder kcal dan mayonaise. Fabel: Een blokje kaas is gezonder dan een bitterbal. Feit: Vezels zet de darmen in werking en zorgen voor een goede darmpassage. Fabel: Suikervrij snoep bevat geen calorieën Feit: Spiermassa verbruikt meer energie dan vetmassa in het lichaam. Fabel: Ik ben zwaarder omdat ik zware botten heb. Google Search: Gezonde Voeding Google Search: dieet 1
En nog meer leuke plaatjes Voedingsonderzoek is moeilijk (vgl. Farma) Het gaat niet om 1 stof maar om meerdere stoffen tegelijk. De nutrienten en bio-actieve stoffen werken samen, of juist niet. De nutrienten en bio-actieve stoffen werken op allerlei plaatsen in het lichaam, niet alleen op 1 orgaan. Voedingsonderzoek is moeilijk: bewijslast Experimenten versus Observaties We kunnen niet eenvoudig experimenteren met voeding en chronische ziekten zoals kanker en HVZ Daarom bestuderen we het Natuurlijk Beloop in zgn Cohort Onderzoeken: Relatieve Risico:: 3/5 1/5 Kenmerken Cohort onderzoek: Voedingsonderzoek is moeilijk: bewijslast Prospectief, dus oorzaak gaat vooraf aan het gevolg Maar mensen die meer roken hebben ook andere karakteristieken (mannen, dunner, meer alcohol, koffie..) = confounding (verstoring) Bij Groente/Fruit mensen vaak gezondere eetgewoonten, meer lichamelijke activiteit Oplossing: statistische correcties Let op: hoe goed is de voedingsinname gemeten? 2
Voorbeeld van RCTs: parallel en cross-over RCT: de controlegroep Waarom is een controlegroep nodig? Wat zou er gebeurt zijn zonder de interventie? Oplossing een controlegroep, of een controlebehandeling: een behandeling met een bekend effect, of inactief (moet hetzelfde eruit zien, zgn. placebo) RCT: de vergelijking Voedingsonderzoek is moeilijk: bewijslast Beste vergelijking door: Random mensen toedelen aan behandeling/controle Zorgt voor gelijke verdeling risicofactoren Blinderen van onderzoeksmederwerkers (objectief!) Blinderen van deelnemers (even grote placebo effecten) Dan is verschil in uitkomst tussen beide groepen toe te schrijven aan de behandeling (simpele dataanalyse) Systematische Reviews en Meta-analyses Kortom: Kan zowel met gegevens uit observationeel onderzoek, of uit RCTs Belangrijk om te kijken hoe homogeen de resultaten zijn RCTs staan aan de top van de bewijslastpyramide Maar voor voeding is een echte RCT lastig! Dus observationeel onderzoek ook belangrijk Dus meer tegenstrijdige resultaten Dus verwarring bij pers en consument Let op: Garbage in = Garbage out 3
Nog meer lastige zaken: dosis Hoe komen aanbevelingen in NL tot stand? Website GezondheidsRaad Stand van zaken wetenschap: Gezondheidsraad Vertaling naar consument: Voedingscentrum Onderdeel Gezonde Voeding Voorbeeld advies uit 2012: Vitamine D 4
Werkwijze GR voorbeeld vitamine D Vervolg werkwijze GR Het effect van vitamine D op de botgezondheid staat dus centraal Een indicator voor de botgezondheid is het gehalte aan de voornaamste natuurlijke metaboliet van vitamine D in het serum, serum 25-hydroxyvitamine D-gehalte (serum 25OHD-gehalte), uitgedrukt in nanomol (nmol) per liter*. Op basis van de voedingsnormen gaat de commissie vervolgens na of er groepen zijn met verhoogd risico op een vitamine D-tekort die gebaat zijn bij extra vitamine D (suppletie) (leeftijd, huidskleur, zonlicht( Samenvating Advies vitamine D (GR) Website Voedingscentrum Wat is het Voedingscentrum? Voorbeeld Vitamine D Het Voedingscentrum is de autoriteit die aan consumenten wetenschappelijk onderbouwde en onafhankelijke informatie geeft over een gezonde, veilige en meer duurzame voedselkeuze De Stichting Voedingscentrum Nederland wordt via een instellingssubsidie gefinancierd van het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Hiernaast ontvangt het Voedingscentrum projectsubsidies van de bovengenoemde ministeries en van andere subsidieverstrekkers zoals ZonMw.. 5
Vitamine D folder Voedingscentrum Voorbeeld Richtlijnen Goede Voeding 2006 En aanvulling bij stijgend/te hoog gewicht: Richtlijn Gezonde Voedselkeuze 2011 Dit is de FBDG van Voedingscentrum FBDG Voedingscentrum Halfvol/ karne Vetzuren(energie-%) VV 10 EOV 12 MOV 8 Volkorenbrood Halvarine Energie-% Eiwit Vet Oligo Poly 55% 30% 25% 30% 15% 6
FBDG Voedingscentrum Dit eten we 2011 (~aten we in 1998) VCP Vezel 3,4/MJ Vit C 135 Vit A 843 RE Vit B12 4,8 Folz 342 IJzer 0,8/11,1 Calcium 1152 Natrium 2920 Tarwebrood Dagvoeding, 2200 kcal (Alcohol weggelaten) Vergelijking van wat we eten met wat we zouden moeten eten Dit eten we in 2011 (VCP) Vetzuren(energie-%) VV 16 EOV 14 MOV 6 Energie-% Eiwit Vet Oligo Poly 37% 15% 48% 23% 25% Dit eten we in 2011 (VCP) Samenvatting VCP 2011: calorien omlaag gegaan Vezel 2,2/MJ [3.4] Vit C 62 [70] Vit A 1151 RE [800-1000] VB12 4,7 [2,8] Folz 220 [300] IJzer 1,4 /8,2 [8-9] Ca 897 [1000] Na 2528 [2400] Voedingsonderzoek is moeilijk! Pers en consument zijn daarom makkelijk in verwarring In NL brengt Gezondheidsraad wetenschappelijk advies uit over normen en richtlijnen Het Voedingscentrum maakt de vertaalslag naar het publiek (professional en consument) Gemiddeld genomen wijkt onze voeding nog behoorlijk af van de aanbevelingen.. Let op: er staat soms een hoop onzin op internet! 7
Leeswijzer Website Voedingscentrum Mini-boekje Dieten van Consumentenbond Ivan Wolffers, boeken, op websites Jaap Seidell, idem Frans Kok Boeken Voedingsleer 8